04
JEROEN VAN DEN BERK
DE
AANVOERDER
DE
ONDE R DE E L VA N DE N AT IO N A L E V OE T B A L BIBL IO T HE E K
aanvoerder. Ware leiders staan op als het team in zwaar weer belandt, wordt gezegd. Captain zijn heeft te maken met persoonlijkheid en karakter, overwicht, intelligentie, voorbeeldgedrag en verantwoordelijkheidsgevoel. De eerste onder zijn gelijken denkt altijd aan het belang van het collectief. Maar welke criteria hanteert een coach? Welke positie is ideaal en wat is dat veelgehoorde ‘verlengstuk’ van de trainer? Is er zoiets als een archetype aanvoerder? Aan de hand van een aantal zeer succesvolle captains – aanvoerders van Oranje, van Europese grootmachten en verschillende clubs in Nederland – wordt beantwoord welke eigenschappen de man met
Journalist Jeroen van den Berk (1979) is auteur van
D A N N Y BL IND
F R A NK DE BOE R
M A R K VA N BOMME L
P HIL L IP C O C U
derde boektitel bij De Boekenmakers.
L OUI S VA N G A A L
van PSV Media en publiceert met De aanvoerder zijn
F R E D VA N DE R HO OR N
prijs 2008 (beste sportboek). Hij is hoofdredacteur
HUGO HO V E NK A MP
(2008), winnaar van de Nico Scheepmaker Publieks-
R ON A L D K OE M A N
en van PSV 1988, reconstructie van een gouden jaar
DE N AT ION A L E VOE T BA L BIBL IO T HE E K BE N W I JN S T E K E R S
de voetbalbiografie Coen Dillen, Het Kanon (2006)
AANVOERDER
JOHN DE W OL F
(Foto: Sam Walravens)
de band (linkerarm!) moet hebben.
DE AANVOERDER
Een band om zijn arm maakt van een voetballer vanzelfsprekend nog geen
04
DE
AANVOERDER
DE N AT ION A L E VOE T BA L BIBL IO T HE E K
Voor Cary, Theo en Viola
2
DE A A NVOERDER
De Nationale Voetbalbibliotheek is een unieke serie met uiteenlopende thematische onderwerpen over alle facetten van het Nederlandse voetbal. Van de zaakwaarnemer tot de topscorer, van de derby tot de tragedies in de Nederlandse voetbalsport en alles wat daar tussenin zit. Ieder deel bestaat uit een brede uiteenzetting waarin het onderwerp wordt uitgelicht, direct gevolgd door een aantal opmerkelijke verhalen.
3
4
DE A A NVOERDER (Foto: Pics United/Cor Mooij)
INHOUD
Inleiding - Elke groep (h)erkent zijn eigen leidersfiguur
6
De aanvoerdersband - Eerste onder zijn gelijken, met overwicht op de groep
12
Danny Blind - Niemand wint meer dan de eminente aanvoerder
42
Frank de Boer - ‘Altijd dezelfde, een mooie witte met een grote C’
58
Mark van Bommel - Veelbesproken winnaar en toekomstig trainer
74
Phillip Cocu - Het type-Cocu, zijn eenvoud en het teambelang
94
Louis van Gaal - ‘De aanvoerder is de directe vertaler van mijn visie’
112
Fred van der Hoorn - Eerzuchtige leider die zijn afkomst niet verloochent
130
Hugo Hovenkamp - ‘Ach, je geeft een hand, doet de toss en je speelt’
148
Ronald Koeman - Gekozen uit grote aanvoerders en wereldsterren
164
Ben Wijnstekers - Plichtsgetrouwe werker in goede en slechte tijden
182
John de Wolf - Als aanvoerder van Feyenoord word je nog groter
200
Epiloog - Canon van captains
216
Bronnenlijst
228
Dankwoord
229
Colofon
232
5
74
DE A A NVOERDER (Foto: Pics United/Eric Verhoeven)
MARK VAN BOMMEL Veelbesproken winnaar en toekomstig trainer Mark van Bommel is pas 23 jaar als hij wordt gebombardeerd tot aanvoerder van PSV, waar hij de band vijf seizoenen lang draagt. Na het winnen van de Champions League met Barcelona benoemt Bayern München hem tot eerste buitenlandse Spielführer uit de clubhistorie. “Ik ben moeilijk voor anderen, maar nog moeilijker voor mezelf.” Met Mark van Bommel (22 april 1977) is er voor buitenstaanders bijna geen middenweg. Je houdt van hem of kan zijn spel niet uitstaan. De Limburger is een pure prof die in de wieg is gelegd om aanvoerder te zijn, maar hij zit geregeld op de grens van het toelaatbare en gaat er meer dan eens overheen. “Iedere voetballer die wil winnen, is irritant. Ik ben het zelf zeker ook. Op mensen die me zien maak ik kennelijk de indruk van een arrogante kwast, een rare gozer. Als ze me privé meemaken, blijk ik vaak ontzettend mee te vallen”, zegt hij zelf eens over zijn veelbesproken wedstrijdmentaliteit. “Ik heb zo’n speler nodig die de strijd aangaat en zijn tanden toont, juist als het niet loopt”, zegt de Duitse toptrainer Otmar Hitzfeld in zijn tijd bij Bayern München. Net als voorheen kerels als Johan Neeskens, Jan Wouters, Edgar Davids en Jaap Stam. En je kunt draaien en keren wat je wilt: hoeveel spelers zijn er op 32-jarige leeftijd al zestien seizoenen prof, waarvan zeven jaar als captain en kampioen in drie competities? “Sommige mensen worden aanvoerder vanwege hun natuurlijke overwicht. Dat type is hij gewoon. Net zoals dat hij na zijn loopbaan trainer wordt. We hebben er al honderd keer grapjes over gemaakt: die hoeven we straks alleen nog maar een lange regenjas aan te trekken en hij wordt trainer”, vertelt Ronald Waterreus, zijn ploeggenoot bij PSV in de periode
M A RK VA N BOMMEL
75
dat Bommel wordt benoemd tot jongste kapitein van de club. Acht jaar later, via Barcelona in München beland, wordt hij weer gekozen. De eerste buitenlander in de historie van de trotse club – al draagt Søren Lerby de band in de jaren tachtig ook, maar de Deen is er geen eerste man. Mark van Bommel is in Beieren aanvoerder in de geest van mannen als Paul Breitner, Lothar Matthäus en Stefan Effenberg. Karaktervolle aanjagers die iedere wedstrijd altijd het maximale eisen van zichzelf en anderen. Spelers die aversie oproepen bij de tegenstander en over wie wordt gezegd dat je blij bent dat ze in hetzelfde team spelen. Ze herkennen het moment dat ze een krachtige toon moeten aanslaan of het commando geven wanneer de rest moet volgen als de wedstrijd daarom vraagt, zoals Hitzfeld het beschrijft. Hij is na Ernst Happel de enige trainer die met twee clubs de belangrijkste Europacup heeft gewonnen. Aanvoerder Van Bommel wordt door hem geprezen als ‘agressieve leider’, met een mooi Duits woord een Leitwolf. Iemand die altijd zijn niveau haalt, strijdlust toont en een speler is aan wie het team zich optrekt. “Hij is gewoon een heel goede voetballer”, vindt Waterreus, PSV-keeper tussen 1994 en 2004 en tegenwoordig analist op televisie. “Je zag in hem ook zijn ontwikkeling als persoon. Hij is niet voor niets aanvoerder bij Bayern. Mark is een pure prof. Hij is echt heel fit, dat onderschatten mensen wel eens. Hij leeft er voor, verzorgt zijn lichaam goed en neemt blessures heel serieus. Er zit geen grammetje vet aan. Ik denk dat-ie zijn eerste biertje nog moet drinken, al durf ik geen twee handen in het vuur te steken”, aldus Waterreus, die zes jaar met hem samenspeelt. “Hij wil dat ook zijn, een leider. Hij is ervoor in de wieg gelegd. Hij coacht in het veld, zoekt vaak de grenzen van toelaatbare op. Maar ik denk dat het een dankbare aanvoerder is voor een trainer. Zeker als het met die trainer klikt.” Feit is echter dat geen Spielführer in Duitsland meer onder het vergrootglas ligt dan die van de grootste club. Bayern heeft de meeste fans, maar ook de meeste tegenstanders en dan zijn er nog de beruchte media, een invloedrijke vijfde colonne, president Franz Beckenbauer met zijn eigen column in de machtige Bild-Zeitung en de pers uit Nederland die
76
DE A A NVOERDER
bovenmatig is geïnteresseerd sinds Louis van Gaal er hoofdtrainer is. Van Bommel wordt de aanvoerder van Bayern in zijn derde seizoen, door trainer Jürgen Klinsmann benoemd in de zomer van 2008 als opvolger van clubicoon Oliver Kahn. Toch klinkt er dan al kritiek op de Nederlander. Positief is dat hij vloeiend Duits spreekt en de communicatie geen enkel probleem is voor Van Bommel, die al vroeg in zijn carrière twee trainersdiploma’s heeft behaald om de praktijk en theorie aan elkaar te kunnen toetsen. Het zullen niet de laatste licentiepapieren zijn die hij bemachtigt. Negatief is dat hij de kritiek op zijn spel voedt met acties in het veld die lang niet altijd een schoonheidsprijs verdienen. Een recidivist, oordeelt de pers kritisch. De lijst kaarten, charges en opvallende momenten is aanzienlijk, waarbij het probleem is dat elk nieuw incident veel aandacht krijgt. Het zit in zijn aard en komt er af en toe uit. Soms nuttig en begrijpelijk, soms niet. Zoals op de eerste dag van het seizoen 2009-2010, als hij een tegenstander van 1899 Hoffenheim een bodycheck geeft. Van Bommel ontsnapt, maar er is verontwaardiging in het veld en de krantenkoppen zijn vrij voorspelbaar. Weer barst er discussie los, nadat hij een jaar eerder zelfs als aanvoerder kortstondig op de bank is beland. Onderwerp van gesprek is telkens zijn ‘ongecontroleerde agressie’, waarvoor door de club een sportpsycholoog wordt ingeschakeld. Maar we moeten niet denken dat hij ineens patiënt is. Van Bommel: “Het is niet zo dat ik met die kerel op de bank ga liggen, dat we praten en ik mijn ogen dichtdoe. Hij praat met iedereen, over alles. Hij loopt rond op het trainingcomplex. Je hebt geen consult om kwart over negen.” “Hij had al vroeg dat brutale in zijn spel. Dat is een houding die veel mensen verwarren met arrogantie. Ik noem het liever uitstraling”, stelt jeugdcoördinator Fred van Barneveld van Fortuna Sittard, waar Van Bommel voetbalt na te zijn begonnen bij amateurclub Maasbracht. Rudi Assauer, voormalig manager van Schalke 04, is groot liefhebber van zijn spel en noemt hem complimenterend ein kleines Schwein. Hij bedoelt een ratje, iemand die de (irritatie)grens opzoekt en daarmee onmisbaar
M A RK VA N BOMMEL
77
is voor een ploeg. Maar de boulevardpers gooit maar al te graag olie op het vuur. ‘Is Mark van Bommel een vervuiler van het Duitse voetbal’, schrijft Bild, waarbij de lezers gevraagd wordt om hun mening. Letterlijk uit de krant: ‘Aan de ene kant zijn er de fanatieke fans van Bayern en liefhebbers van hard spel, aan de andere kant is er een kamp dat types als Van Bommel niet meer op de velden zou willen zien. Drie keuzes: 1. Hij is een keiharde aanvoerder die elke ploeg goed gebruiken kan. 2. Een brutaal zoals hij heeft op een voetbalveld niets te zoeken. 3. Hij gaat zo vaak over de rand, dat het tijd wordt dat hij zich gaat beheersen.’ Een aanzienlijke meerderheid kiest voor een van de laatste twee stellingen. Van Bommel krijgt daarop meteen de steun van voormalig Bayernkapitein Stefan Effenberg, die zegt ‘het gejammer’ niet langer te kunnen verdragen. “Zonder types als Van Bommel win je nu eenmaal internationaal geen enkele prijs.” Franz Beckenbauer distantieert zich door te melden dat hij een actie als tegen Hoffenheim ‘alleen kent van het American football’. Hij is vaker kritisch op zijn onbeheerste karakter. “Hij heeft zichzelf niet in de hand en daarmee doet hij zijn elftal geen plezier.” Maar trainer Van Gaal ziet ‘zulke dingen wel vaker gebeuren in het strafschopgebied’. Klein bier of niet, er is altijd ophef over zijn spel. Het tekent Van Bommel aan de andere kant dat hij niet alleen uitdeelt, maar ook incasseert. In april 2008 breekt hij zijn neus na een elleboog in de bekerfinale tegen Borussia Dortmund. Hij weigert een operatie en speelt – overigens nog niet als aanvoerder – zonder masker drie duels door, totdat het kampioenschap binnen is. Trots houdt hij de Deutsche Meisterschale boven zijn hoofd, zoals hij dat eerder bij PSV ook vier keer kan doen. In Spanje wint hij ook een titel, wat de teller in zijn loopbaan tot op heden op zes kampioenschappen in drie landen brengt. Met FC Barcelona verovert hij in 2006 ook de Champions League, waarbij hij in de finale tegen Arsenal in de basis staat. Het is een hoogtepunt in een glansrijke carrière, die jaren daarvoor al stap voor stap is uitgestippeld.
78
DE A A NVOERDER
De symboliek van Mark van Bommel in één beeld besloten, je houdt van hem of kan zijn spel niet uitstaan. (Foto: Pics United)
Geplande stap naar PSV Ruim drie weken na zijn zestiende verjaardag maakt Mark van Bommel zijn debuut in de Eredivisie, als een van de jongste voetballers ooit. Het is mei 1993 en Fortuna Sittard speelt thuis tegen Cambuur Leeuwarden. “Mark kon dat moeiteloos aan”, zegt trainer Chris Dekker na afloop. De sport heeft hij niet van een vreemde. Vader John, ook middenvelder, speelt meer dan duizend wedstrijden in het eerste elftal van RKVV Maasbracht. Oom Jos is er een verdienstelijke laatste man en zijn opa heeft jarenlang op doel gestaan. Vanuit thuis krijgt hij de traditionele normen van waarden van het leven mee, met veel respect voor de omgeving waarin hij terecht komt. Die opvoeding neemt hij mee naar de club. Van Bommel zegt elke ochtend in de kleedkamer goedemorgen, kleedt zich om, pakt een zak met ballen en gaat zwijgend weer naar buiten.
M A RK VA N BOMMEL
79
“Op het veld mocht je alleen je mond opendoen zolang je goede dingen zei. Als je een weerwoord had, kreeg je een knal. Na de training pakte je opnieuw die zak met ballen of hesjes; douchen, omkleden en vooral luisteren. Dan zei je goedemiddag en weg was je.” Bij Fortuna verandert trainer Bert van Marwijk de jonge speler van rechtshalf in centrale middenvelder. Een belangrijke keuze voor de ontwikkeling van Van Bommel, die goed overweg kan met zijn trainer. Later wordt het zijn schoonvader. Mark wordt verliefd op dochter Andra, nu zijn vrouw en moeder van hun drie kinderen, en komt dagelijks bij Van Marwijk thuis. “Hij plunderde de ijskast en had een broertje dood aan grasmaaien”, zegt de trainer. Zijn Fortuna maakt eind jaren negentig in Nederland indruk door met vrij beperkte middelen goed te presteren en te winnen van grote clubs. Hoogtepunt is het halen van de bekerfinale in 1999, waarin Van Bommel vanaf de tribune toekijkt vanwege een schorsing. Een jaar eerder eindigt Fortuna Sittard knap zevende in de competitie. Na zes seizoenen rijpen is hij klaar voor een stap omhoog. Het moment wordt zorgvuldig gepland. “Ik heb wel eens het idee dat ik uit de laatste generatie kom die is opgevoed als voetballer, die op een hiërarchische manier heeft leren knokken”, filosofeert hij later. “Ik kwam op mijn zestiende bij Fortuna Sittard en dan was er een bepaalde discussie waarin ik vond dat ik gelijk had. Had ik ook, maar daar ging het niet om. Ik moest het leren accepteren, kreeg een doodschop en werd even teruggezet in mijn hoekje. Als je het dan nog niet had opgepakt, schopten mannen als René Maessen en Willy Boessen je nóg harder. Als je vervolgens liet zien dat je goed kon voetballen, dwong je af dat je wat mocht zeggen. Tegenwoordig hebben jongere spelers daar veel meer moeite mee. Als je iemand aanpakt, zeggen ze: ‘Hé, doe eens rustig.’ Vroeger kregen die spelers een schop en was de orde weer hersteld.” Mark van Bommel heeft meer dan 150 wedstrijden betaald voetbal onder zijn riem als hij zijn volgende stap wil zetten. Een jonge routinier, die pas hogerop gaat als hij er helemaal klaar voor is. “Ik wil graag naar een grote club, maar niet als wisselspeler”, zegt hij zelfverzekerd. Het is een beslissing waar hij twee jaar naartoe groeit. PSV wil hem al eerder hebben en ook AZ en Willem II worden concreet, maar hij
80
DE A A NVOERDER
acht zich nog niet rijp. In de winter van 1999 heeft hij het gevoel dat hij als voetballer en als mens wel klaar is om uit te vliegen. In januari verlengt hij doelbewust zijn Fortuna-contract bij tot 2003, waarmee de club een hogere afkoopsom kan bedingen en hij zelf altijd ergens op kan terugvallen. In Amsterdam heeft hij vervolgens een gesprek met Ajax-trainer Jan Wouters, maar het contact met mensen van de club bevalt hem niet. Hij heeft een beter gevoel bij PSV, bij het voetbalklimaat in Brabant. De hele sfeer is er menselijker en normaler dan bij Ajax, zegt hij. Hij kiest voor de warmte van De Herdgang, op een half uur met de auto vanaf Maasbracht. En ondanks dat hij in 1999 wordt gekozen tot talent van het jaar, wil hij in Eindhoven niet afwachtend zijn. “Ik ga vanaf de eerste dag voor de prestatie. Ik ben 22 jaar, op die leeftijd mag je niet meer als talent worden beschouwd”, stelt Van Bommel, die in een groep komt met nogal wat ervaren, verbale persoonlijkheden. Ernest Faber, Ronald Waterreus, Patrick Lodewijks, André Ooijer, zijn leeftijdsgenoten Ruud van Nistelrooy en Arnold Bruggink. En niet te vergeten aanvoerder Luc Nilis, de levende legende voor wie hij ontzag toont. “Dan pakt-ie je op het veld even vast of praat met je. Dat zijn voor mij gevoelige momenten, dat Nilis dat doet. Ik durfde amper met hem te praten.”
Opvolger van Luc Nilis Desalniettemin vindt Van Bommel dat zijn eerste seizoen bij PSV geen overgangsjaar mag zijn. Hij wil er meteen staan en bewijzen dat hij ook volwaardig meekan op een hoger niveau. Samen met de Zwitser Johann Vogel, zijn maatje op het middenveld, krijgt hij het vertrouwen van trainer Eric Gerets. “Die combinatie werkte uitstekend. In de eerste wedstrijd scoorde ik na een pass van Johann en won de supporters meteen voor me. De overgang viel mee. Ik werd perfect opgevangen. Nilis bijvoorbeeld gaf me het gevoel dat hij blij met me was en dat zorgde voor zelfvertrouwen. Binnen de kortste keren hoorde ik er gewoon bij.” Van Bommel maakt zijn belofte waar. Hij houdt in zijn achterhoofd de verstandige les die hij leert van de Limburgse voetbalpersoonlijkheid en oud-international Willy Dullens. ‘Eerst zelf goed spelen, daarna anderen corrigeren.’
M A RK VA N BOMMEL
81
Met zestien punten voorsprong wordt PSV in het voorjaar van 2000 kampioen. Het team scoort meer dan honderd keer. Op het Stadhuisplein in Eindhoven laat Nilis de schaal zien aan de fans, waarna hem een klapper in Engeland gegund wordt. Gerets moet een nieuwe aanvoerder aanwijzen en er is keus genoeg, maar toch ook niet. Tweede man is Jan Heintze, maar de Deense veteraan wordt als leider niet gedragen door de hele groep. Gerets wil de band aan een Nederlander geven en heeft en heeft geen zin in al te veel tegenspraak van zijn aanvoerder, die bovendien altijd moet spelen. Hij wil iemand die hij nog een beetje kan kneden en komt uit bij de 23-jarige middenvelder. Een voor de hand liggende keuze, die ook in de kleedkamer niet op weerstand stuit. Hij is mentaal sterk, heeft tactisch inzicht, stuurt spelers in het veld en staat open voor advies van teamgenoten. Van Bommel, jongste PSV-captain aller tijden en opvolger in het rijtje Eric Gerets, Gerald Vanenburg, Erwin Koeman, Arthur Numan en Luc Nilis, vindt het een eer. “Hij was een goede voetballer, had het elftal in zijn eerste jaar een stuk beter gemaakt en hij paste goed in de groep. Het lag voor de hand”, herinnert Waterreus. “Er waren wel spelers die misschien aanspraak wilden maken op het aanvoerderschap. Maar als ik er over nadenk stuitte dit niet op weerstand. Mark heeft zelf ook geweten dat hij in een sterke groep zat en was zo slim om met ons over dingen te praten. Hij wilde het niet alleen doen, maar vroeg aan anderen hoe dingen konden gebeuren. Van Bommel was er ook echt trots op en dat is ook al een reden om aanvoerder te zijn. En je moet niet onderschatten dat Gerets hem nog een beetje kon sturen.” Voor Waterreus is Van Bommel de derde captain voor wie hij speelt bij PSV, na Luc Nilis en Arthur Numan. “Luc zei nooit iets. Maar hij had dat leiderschap en overwicht wel, zonder enige discussie. Als hij ging staan, was het echt wel stil hoor. Numan in de jaren daarvoor was de beste aanvoerder die ik heb meegemaakt. Veruit. Hij was een aanvoerder voor de groep. Hij regelde alles voor de jongens en zorgde dat ook de nummer zeventien van de selectie zijn premie kreeg. Ook was hij altijd bereid met iedereen te praten.” Gesproken wordt er veel in de groep waar Van Bommel de nieuwe leider van is.
82
DE A A NVOERDER
“We konden elkaar afmaken, maar we konden het hebben van elkaar. Hij had een goede groep om zich heen. Vergeet niet dat je vooral aanvoerder bent door de week, niet op zondag. Het gebeurt in de kleedkamer, op het trainingscomplex. In de wedstrijd draag je alleen die band en geef je een hand, maar het echte interne werk gebeurt in de groep op andere momenten”, zegt Waterreus. Het is niet toevallig dat Van Bommel rond die tijd ook voor de eerste keer wordt uitgenodigd voor het Nederlands elftal, in die tijd onder leiding van Louis van Gaal.
Steun van Mart van den Heuvel Ook clubman Mart van den Heuvel vindt de keuze voor Van Bommel als aanvoerder terecht. Tegenwoordig is hij teammanager van PSV, na meer dan twintig jaar als verzorger en vertrouwensman de spil van de kleedkamer te zijn geweest bij het eerste elftal. “Hij was wat onwennig, vrij jong ook natuurlijk. Maar ik denk dat hij het heeft uitgestraald, dat hij verdiende om aanvoerder te worden. Dat heeft niet zoveel met leeftijd te maken, maar eerder met zijn verantwoordelijkheidsgevoel en gedrag. Hij bewees dat hij aanvoerder was, op het veld en daarbuiten. Kwaliteit had hij sowieso. Daarbij is hij altijd veeleisend geweest. Als je dat naar jezelf toe bent, mag je dat ook naar anderen zijn”, zegt Van den Heuvel, die als stille regelaar achter de schermen de grote steun en toeverlaat van Van Bommel is. “Hij heeft ook hulp gekregen van de anderen, er waren in de ploeg meerdere leiders die accepteerden dat hij aanvoerder was. Hij kon veel van hen leren en schoot met iedereen goed op. Hij werd er ook eens mee gedold, als er een snorretje werd getekend met een aanvoerdersband erbij. Maar dat kon uiteraard. Sterke persoonlijkheden in de ploeg, zoals Ronald Waterreus en Patrick Lodewijks, respecteerden dat hij aanvoerder was. Hij had zelf ook respect voor alle mensen van de club. Dat heeft met opvoeding te maken, met normen en waarden.” Van den Heuvel reikt de nieuwe aanvoerder de hand als het gaat om het onthouden van randzaken. “Je laat zo’n jongen niet verzuipen. Dat past niet bij mij en niet bij PSV. Later ging hij zelf meer aansturen, hij groeide in die rol. Je moet hem ook die kans geven. Toen hij er handiger in werd,
M A RK VA N BOMMEL
83
was het ook voor mij wat rustiger.” Van Bommel moet zelf nog even zoeken. “Dan moet je op zo’n trainingskamp een paar jonge talenten vertellen dat ze koffers of de ballen moeten dragen, terwijl ik dat zelf altijd heb gedaan. Het stoort me soms dat het niet uit die jongens zelf komt, dat ze te weinig van zichzelf eisen. Uit ervaring weet ik dat het goed voor je is. Je kan zeggen dat ik werd zoals mijn leermeesters. En niet dat ik harde maatregelen nou toejuich, maar als er niet geluisterd wordt, moet er op het trainingsveld iets gebeuren.” Net als Waterreus onderstreept Van den Heuvel dat bij buitenstaanders een verkeerd beeld heerst van de invulling van het aanvoerderschap op de wedstrijddag. “Qua zeggenschap is dat op de wedstrijddag nihil”, stelt hij. “Dan is het in principe alleen de band dragen en kop of munt kiezen. Je mag best mopperen in de rust, maar dat mag iedereen.” Volgens de PSV’er is en blijft de hoofdtrainer te allen tijde de baas. “Een aanvoerder doet zijn werk in de week vooraf aan de wedstrijd. Dat heeft Mark ook altijd goed gedaan. Hij had er in het begin wel moeite mee om iets te zeggen, maar op een gegeven moment ging hij makkelijker praten. In de rust van een wedstrijd is het woord alleen voor de trainer, daar houdt de rest zich tactisch buiten.” Voor Van den Heuvel is het anders om met Van Bommel te werken. “Daarvoor was het Luc Nilis. Een groot voetballer, maar een luie aanvoerder als het gaat om zaken buiten het veld. Voor mij werd het alleen maar makkelijker toen Mark het werd. Hij wilde zelf heel graag leren. Zich inzetten voor de groep, zich overal mee bemoeien. Dat was prettig, want hij pakte de verantwoording die hij moest dragen snel op.” Van Bommel is ook trots dat hij de band heeft bij PSV. “Vooral omdat het al in mijn tweede seizoen was. Als voetballer ben ik zonder twijfel beter en completer geworden. Ik heb geleerd dat mijn eigen ideeën over hoe je een teamgenoot kunt helpen en corrigeren niet zaligmakend zijn. In het begin dacht ik dat alleen mijn manier de beste was. Voor mij geldt dat ik beter word als ik hard word aangepakt. Ook verbaal. Die benadering is echter voor iedereen anders, heb ik toen begrepen. Als mens ben ik daardoor wijzer geworden. Het was verder niet moeilijk om leider te zijn van dat PSV, omdat we een ervaren ploeg hadden die veel won. Er
84
DE A A NVOERDER
waren altijd vijf, zes jongens die de kleedkamer in de gaten hielden. Eentje draagt de band, dat was ik dan, maar die controle in de groep wordt gedaan door meerdere spelers. Daar buiten nam Mart me veel uit handen, we deden alles samen. Hij steekt er voor mij met kop en schouders bovenuit, hij is voor spelers van onschatbare waarde. Mart staat dag en nacht voor iedereen klaar. Hij regelt alles en op momenten dat je het moeilijk hebt, weet hij de juiste woorden te kiezen om je er weer bovenop te helpen. Ook hielp hij me overal aan te herinneren. Van de verjaardagen tot de zaken waarbij er een verplichting was waar je als aanvoerder iets moest doen.” De grootste publieke blijk van waardering geeft Van Bommel in 2005. Hij vraag Van den Heuvel of die op het Nationale Voetbalgala hem de Gouden schoen wil uitreiken, de prijs die hij krijgt als beste speler van het seizoen. Van den Heuvel is zeer vereerd en beschouwt die avond als een van zijn PSV-hoogtepunten. “Er was een wederzijds respect. We wisten wat we aan elkaar hadden.”
‘Je bent een grote klootzak’ Met zijn winnaarsmentaliteit onderscheidt Van Bommel zich, maar in zijn tweede seizoen als kapitein is het diezelfde gedrevenheid die verkeerd uitpakt. Op een training blesseert hij de enkel van teamgenoot Bruggink, die daardoor een Europese uitwedstrijd tegen Parma moet laten schieten. “Ik baal hier flink van. Het was een domme sliding op een verkeerd moment. Ik wilde het partijtje winnen. Dat is een nadeel van mijn bezetenheid. Ik wil ten koste van heel veel winnen. Het is vooral hartstikke zuur voor Arnold. Hij is net vier wedstrijden geschorst geweest. Ik zal me voortaan moeten inhouden”, zegt Van Bommel, die al vroeg heeft geleerd dat je in wedstrijden op het juiste moment een overtreding moet maken. Daarbij loopt hij ook tegen domme (rode) kaarten op, zoals tegen Bayern München in de Champions League. Hij geeft aanvoerder Lothar Matthäus een duw, waarna de ervaren Duitser ‘kermend’ van de pijn ter aarde stort. “Ook daar heb ik van geleerd. Maar de beste voetballers zijn niet lief maar ogen eerder irritant. Een irritante houding is misschien wel een uiting van macht.”
M A RK VA N BOMMEL
85
Ook tegen FC Kaiserslautern en Feyenoord in de UEFA Cup pakt hij rode kaarten. “Opeens was ik de schlemiel. Toen ik wegliep dacht ik: je bent een grote klootzak”, zegt Van Bommel openhartig in De Telegraaf over zijn tweede gele kaart tegen Feyenoord in 2002. Die avond blinkt Van Bommel uit, maar wint Feyenoord na penalty’s en verovert later ook de UEFA Cup. Voor PSV was het dé kans op internationaal succes, maar tot vier keer toe strandt Van Bommel met de club in de kwartfinales van dat toernooi. “Ik had af kunnen rekenen met het beeld dat sommige mensen van mij hebben, maar heb het voor mezelf verpest en moet weer maanden knokken om het tegendeel te bewijzen.” Hij beseft dat het in zijn spel zit opgesloten en weet dat hij dat moet zien te controleren. Toch begrijpt hij de commotie niet. “Een fair duel wordt in mijn geval meteen een hard duel genoemd. Het is tegenstrijdig. Nadat het Nederlands elftal was uitgeschakeld (voor WK-kwalificatie in 2002), werd geroepen dat de spelers mentaliteit en agressiviteit missen. In de Engelse en Spaanse competitie vinden we het prachtig. Toon je die eigenschappen hier, dan word je afgemaakt. Wat willen we? Mooi voetballen en alles verliezen? Als je slecht speelt en wint, moet iedereen toch tevreden zijn. Ik wil winnen en dat kan niet altijd door de sterren van de hemel te spelen. Ik vind dat Nederland die omslag moet zien te maken. Ook met lelijk voetbal moet je kunnen én willen winnen.” Ook in eigen kring krijgt Van Bommel als aanvoerder het nodige voor zijn kiezen. In oktober 2001 is er heibel in de kleedkamer rond een breuk tussen trainer Gerets en assistent Ernie Brandts, waarbij laatstgenoemde aan het kortste eind trekt. PSV haalt Erwin Koeman erbij in de staf. “Ik kwam zeker niet in een gespreid bedje. De resultaten waren niet goed en vooraf aan mijn eerste training was er meteen ruzie in de kleedkamer”, vertelt Koeman, die tegen Van Bommel zegt dat hij teveel van zichzelf eist en daardoor teveel van het elftal. “Zonder concessies te doen aan mijn perfectionisme, zal ik moeten beseffen dat het niet altijd reëel is”, erkent Van Bommel. Dat jaar wordt PSV geen kampioen. In het seizoen erna, onder Guus Hiddink, weer wel. “Ik vraag me wel eens af wanneer het eigenlijk wel eens rustig en vlekkeloos is”, stelt Mart van den Heuvel.
86
DE A A NVOERDER
“We zijn zoveel jaar verder en het is nog steeds altijd iets. Of je nu Timmy Simons als aanvoerder hebt, of Van Bommel, André Ooijer of wie dan ook: deze wereld brengt altijd een bepaalde beleving mee. Het is nooit rustig. Er is altijd wel iets dat net niet of net wel kan. Als aanvoerder moet je daar een beetje redelijk mee kunnen omgaan.” Als captain onderhoudt Van Bommel ook een directe lijn met de geliefde voorzitter Harry van Raaij, boegbeeld van PSV. “Hij kwam om de zoveel tijd binnen en hield alles in de gaten. In zo’n lastige tijd moet je laten blijken dat je namens de groep kunt communiceren.” Waterreus: “Hij is daar heel erg in gegroeid. Net als in de sociale kant van het aanvoerderschap trouwens. Pas later stond ik er bij stil. Hoe goed hij het deed met een praatje voor de spelers die afscheid namen, met het vertegenwoordigen van de groep naar buiten.”
Dichtbij met PSV, raak met Barcelona Dat het goede spel van de aanvoerder gaat leiden tot een grote transfer, is onvermijdelijk. Zijn contract loopt tot 2005, maar al ver voor het EK in 2004 houden de speculaties aan dat hij naar het buitenland gaat. Het toernooi moet hij laten schieten door een blessure, maar met Schalke 04 bereikt hij in de zomer overeenstemming. Rudi Assauer is gecharmeerd van de PSV-aanvoerder en ook voorzitter Van Raaij zegt dat het goed is voor alle partijen dat hij vertrekt. Het struikelblok blijkt de vraagprijs, naar verluidt zes miljoen euro. “Als de clubs eruit waren gekomen, zou ik daar gespeeld hebben. Ik vond dat PSV veel geld voor me vroeg, maar ik respecteer het standpunt van de club. Als ik per se had weggewild, had ik een breuk kunnen forceren. Maar zo wilde ik niet vertrekken. Ik wilde op een goeie manier afscheid nemen. Niet met ruzie”, zegt hij later. Dezelfde zomer komt ook Borussia Dortmund, de club van zijn schoonvader Bert van Marwijk, maar die heeft niks te besteden en kan de som niet ophoesten. Van Bommel begint aan zijn zesde en laatste Eindhovense contractjaar. “Het is onzin dat ik gebrekkig gemotiveerd zou zijn. Ik heb mijn vorm te pakken en moet proberen zo door te gaan”, zegt hij. Bommel blijft en
M A RK VA N BOMMEL
87
speelt zijn beste seizoen bij PSV. Van grote invloed is de komst van Phillip Cocu, de ervaren international die zichzelf wegcijfert in belang van het team en daardoor Van Bommel laat excelleren. Die hoeft zich minder te manifesteren en te provoceren, stijgt naar topniveau en neemt PSV aanvallend bij de hand. Hoogtepunt in de competitie is de uitwedstrijd tegen Ajax: 0-4 dankzij drie goals van Van Bommel. “De eerste fase van het seizoen was misschien de beste periode die ik bij PSV ooit heb gehad. Doordat ik het EK miste, heb ik extra hard kunnen trainen en was ik topfit in de voorbereiding. Dat hoge niveau heb ik vrij lang kunnen vasthouden.” PSV wint met overmacht de dubbel en komt tot in de halve finales van de Champions League. Op een heroïsche avond tegen AC Milan, met een weergaloos PSV, valt uitgerekend Van Bommel de beslissende goal aan te rekenen. Zijn man loopt weg en scoort. Maar feit blijft dat PSV het beste voetbal sinds jaren heeft gespeeld, op het hoogste podium van Europa. “Er zat chemie in de ploeg. We wisten elkaar te vinden en waren bereid voor elkaar te werken.” Op 27-jarige leeftijd vertrekt Van Bommel na vijf jaar aanvoerderschap transfervrij naar Barcelona. Bij zijn afscheid geeft hij aan zijn loopbaan ooit af te willen sluiten bij PSV. “De club heeft gezegd dat de deur altijd openstaat. Mijn tijd was fantastisch. Hier vijf jaar captain zijn, dat hebben er niet veel gedaan.” In Spanje beleeft hij een seizoen met gemengde gevoelens. Aanvoerder onder trainer Frank Rijkaard is de Catalaan Carles Puyol. Enig overgebleven Nederlander naast Van Bommel is Giovanni van Bronckhorst. “In de kleedkamer ging het er hetzelfde aan toe als bij PSV. De Catalaanse jongens, Puyol, Xavi en Iniesta, bewaakten de boel. En zoals overal geldt, dat je snel wordt opgenomen in de groep als je jezelf snel aanpast.” Geholpen door Puyol vindt Van Bommel zijn draai. Hij speelt in een team met Ronaldinho, Eto’o en Larsson, woont met zijn gezin prachtig in een huis halverwege Barcelona en Sitges. Hij pikt de taal op, uiteraard na een slimme voorbereidende cursus in Nederland, en scoort al snel een paar doelpunten in de competitie. Maar een echte vaste waarde wordt hij niet en ook zit een blessure hem even tegen. Toch is
88
DE A A NVOERDER
het seizoen succesvol: Barça pakt het kampioenschap en wint in Parijs ook de Champions League. Precies een jaar na de grootste teleurstelling in zijn loopbaan, heeft Van Bommel – die in de basis begint en na een uur wordt gewisseld – de mooiste beker vast. Gevolgd door een onvergetelijke bustoer door Barcelona. Maar duidelijk is dat zijn toekomst daar, ondanks nog twee jaar contract, niet ligt. Bayern München ziet hem als opvolger van Michael Ballack en komt ter zake. “Hij is een goede voetballer, een echte winnaar en bovendien een persoonlijkheid”, zegt trainer Felix Magath. De Limburger, zonder transfersom gehaald, gaat voor ongeveer twaalf miljoen euro alsnog naar de Bundesliga. “Dit is het beste voor mijn carrière”, weet hij zelf ook.
Mannschaftskapitän in München In zijn eerste twee jaar speelt hij onder aanvoerder Oliver Kahn, die in 2008 met de Duitse titel en de beker afscheid neemt als professional. “Hij deed in principe weinig als captain. Ook buiten het veld niet”, zegt Van Bommel over de eerzuchtige doelman, icoon van de club. Trainer Jürgen Klinsmann experimenteert met de Limburger als kapitein in de voorbereiding en is daarover tevreden. “De manier waarop hij de groep sinds de eerste dag aan de hand genomen heeft, is goed om te zien.” Als opvolger van (vanaf 1991) Raimond Aumann, Lothar Matthäus, Thomas Helmer, Stefan Effenberg en Kahn wordt Van Bommel de nieuwe eerste man. Het is een primeur, een buitenlander als vaste aanvoerder van Bayern in een trotse voetbalnatie als Duitsland. Over Van Bommel zeggen ze er dat hij niet aufgehoben is, wat zoiets betekent dat hij geen fratsen uithaalt en altijd normaal doet. Hij heeft zich aangepast, wordt gewaardeerd vanwege zijn werklust en ‘Duitse’ professionaliteit. Ook het feit dat hij de taal perfect beheerst is een groot voordeel. Toch is er vanaf het eerste moment kritiek uit de pers. Niet in de laatste plaats van personen die hem later gaan steunen, zoals Effenberg. De oud-speler is het aanvankelijk niet eens met de benoeming van Van Bommel: “Wat een captain van Bayern nodig heeft? Persoonlijkheid, uitstraling, je dient een voorbeeldfunctie te vervullen in het openbaar en in de ploeg. Soms
M A RK VA N BOMMEL
89
moet je een schoft zijn”, zegt Effenberg in Bild-Zeitung. “Of iemand in de selectie van Bayern voldoet aan die criteria? Nee.” Zijn advies is om Philipp Lahm aanvoerder te maken, kind van de club en de stad München. Of anders Bastian Schweinsteiger of Miroslav Klose. Ook Kaiser Franz Beckenbauer doet een duit in het zakje. Hij oppert dat Klinsmann de band moet laten rouleren. “Dan is elke speler verplicht verantwoording te nemen. Als er geen goede aanvoerder is, kan er door een rotatiesysteem wel één naar voren komen.” En dan is er nog Oliver Kahn, die de matige seizoensstart van de club ook al spiegelt aan de nieuwe aanvoerder. “Ik vind het verrassend dat Bayern nu zo’n problemen heeft. Er is nagenoeg niets veranderd aan het team dat vorig jaar de dubbel kon pakken. Bovendien zit Van Bommel op de bank en kan hij nooit zijn rol als aanvoerder op een adequate manier uitvoeren. Mark is voor deze opdracht niet geslaagd”, vindt Kahn. Het kan er allemaal nog wel bij, nadat hij een seizoen eerder is uitgeroepen tot meest gehate voetballer van Duitsland – Der grösste Stinkstiefel. De grootste schijtlaars. “Ik heb nog nooit zo’n arrogante speler meegemaakt”, zegt Andrei Voronin van Hertha BSC. “Met zo’n aanvoerder wordt Bayern nooit kampioen.” Ploeggenoot Luca Toni heeft een keurig antwoord paraat. “De hele discussie rond het aanvoerderschap wordt belangrijker gemaakt dan het is. De club beslist wie de aanvoerder wordt. Maar eigenlijk zijn wij allemaal aanvoerder. Of je nou een band om hebt of niet, we willen allemaal het maximale halen”, aldus de Italiaanse aanvaller.
Het doel heiligt het middel Van Bommel reageert op het veld, maar neemt zich voor om minder vaak zijn zelfbeheersing te verliezen. ”Dat moet eruit. Het is mijn eigen schuld dat ik dit stempel heb, maar ik werk eraan om het te veranderen.” Vooral een opgestoken vuist naar de rug van de scheidsrechter in de wedstrijd tegen HSV bezorgt hem een slecht imago. Ook uit tegen Real Madrid maakt hij obscene gebaren, wat hem dan weer op complimenten komt de staan van de bijgedraaide Effenberg. “Ik heb bij Mark van Bommel emotie en agressiviteit gezien die nu eenmaal bij zo’n duel
90
DE A A NVOERDER
horen. Ik ben gek op zulke spelers, die in zulke belangrijke duels een reactie tonen. Mark stond in vuur en vlam. In zo’n wedstrijd is dat enorm belangrijk voor het elftal, omdat je iets moet laten zien en je medespelers moet wakker schudden. Je moet vechtlust tonen en er flink tegenaan gaan. Dat doet hij.” Zeker niet vergelijkbaar, maar Effenberg, de rebel in ruste, steekt op het WK in 1994 zijn middelvinger op naar eigen publiek als hij is gewisseld. In 2001 leidt hij Bayern – onder trainer Otmar Hitzfeld – naar het winnen van de Champions League. Effenberg ziet Van Bommel als zijn opvolger, de nieuwe Leitwolf. “Hij is een echte Duitser. Wij zien voetbal ook als psychologische sport, waarin je, zoals in een hondenroedel, in elk elftal een alfadier nodig hebt dat dominant is. Zo’n alfadier is Van Bommel”, zegt de vooraanstaande voetbalschrijver Christoph Biermann. En volgens Karl-Heinz Wild, chef-verslaggever van het blad Kicker, weet Van Bommel precies weet hoe ver hij moet gaan. “Hij zoekt de grens op. In Madrid streelde hij door het haar van Beckham – daarmee maakte hij hem gek. Soms geeft hij scheidsrechters een schouderklopje. Over alles is nagedacht. Hij wil winnen”, citeert het Algemeen Dagblad. Van Bommel in het rijtje Effenberg, Sammer en Matthäus; voetballers die in Nederland als matennaaiers te boek staan. “Ze zijn geliefd bij ons, omdat in onze voetbalcultuur zo’n speler heel belangrijk is”, zegt professor Jürgen Beckmann, sportpsycholoog in München. “Wij vinden dat ieder elftal zo iemand nodig heeft. Wat niet wil zeggen dat we ook van ze houden. Ook Duitsers zien liever Beckenbauer of Schweinsteiger de bal beroeren dan Matthäus of Effenberg een speler omver duwen. Maar we beseffen dat het soms moet. In dat geval heiligt het doel het middel.” PSV polst of hij wil terugkeren, maar hij kiest voor zijn sportieve ambities in de Bundesliga en in de Champions League. Hij tekent voor één jaar bij en gaat de concurrentiestrijd aan met Anatoliy Tymoshchuk, die voor elf miljoen euro is gekomen van Zenit St. Petersburg. Onder Louis van Gaal, die in de zomer van 2009 begint bij Bayern, blijft Van Bommel aanvoerder. En wie captain is in het team van Van Gaal, weet dat hij in principe altijd speelt. “Mijn rol is hetzelfde als bij PSV. De taal is gemak-
M A RK VA N BOMMEL
91
kelijk, het elftal is volwassen. Het zijn hele grote namen, maar in de kleedkamer onderling zijn het net zulke jongens als bij het zesde elftal van, pak ’m beet, de amateurs van voetbalvereniging Acht.” Volgens Mart van den Heuvel toont het de mentaliteit van Van Bommel dat hij ook dit jaar weer aanvoerder is. “Er lopen genoeg Duitse toppers rond, maar hij blijft het toch. Het wil zeggen dat hij ook heel veel respect heeft afgedwongen. Dat pleit voor hem, dat hij in zijn omgangsvormen en manier van opstellen binnen de club een bepaalde positie heeft.”
Een toekomst als trainer Van Bommel is nog maar 32 jaar en heeft nog even te gaan, maar het is nagenoeg zeker dat hij na zijn loopbaan doorrolt in het trainersvak. “Je bent eigenlijk al trainer als aanvoerder. Ik heb twee van de vier diploma’s ook al. Je kijkt in het veld verder dan je eigen prestatie, hebt oog voor het team. Ik zie het zeker zitten om straks trainer te zijn.” Voor Ronald Waterreus is dat geen verrassing. “Hij wíl ook nadenken over voetbal. Over 4-3-3, over de punt naar voren of naar achteren, over tactieken. Hij presenteert zichzelf op die manier.” Ook Van den Heuvel ziet in hem een trainer. “Omdat hij organisatorisch goed is. Hij houdt van voetbal, zijn gedrag is niet buitensporig. Ik denk zeker dat hij een goede trainer kan worden. Al moet hij zich niet vergissen in de tijd die erin gaat zitten, maar dat leert hij dan wel.” Zover is het nog niet, zoals het nog te vroeg is om terug te komen naar Nederland. Maar Van Bommel vergeet zijn voormalige clubs niet. Met een aantal mensen van PSV heeft hij nog veel contact en het raakt hem als hij verneemt dat ‘zijn’ Fortuna Sittard diep in de problemen zit. Hij klopt aan bij Bayern-manager Uli Hoeness en zegt hij van zijn 9de tot zijn 22ste bij de club heeft gespeeld. Misschien kan Bayern van de gewoonte afwijken om alleen in Duitsland voor clubs in nood op te treden. “Voor jou maken we een uitzondering”, zegt Hoeness. In het voorjaar van 2009 regelt hij een benefietwedstrijd in Sittard, waarvan de opbrengst ten goede komt aan de Limburgers. De selectie van Bayern komt er speciaal voor invliegen op de luchthaven van Maastricht. Zelf
92
DE A A NVOERDER
kan Van Bommel niet meespelen door een kwetsuur, maar uiteraard verricht hij wel de aftrap in het stadion waar zijn oude foto nog hangt, inclusief vlassig snorretje. Op dat moment lijkt de wedstrijd het requiem van de club te zijn, omdat de bond de licentie van de Limburgers intrekt. Dat besluit wordt later via de rechter teruggedraaid en Fortuna mag door. Net zoals dat Van Bommel in de toekomst weer op de Nederlandse velden is te zien, verzekert hij nog eens. “Ik zet een punt achter mijn carrière bij PSV. Dat staat vast. Het aanbod kwam nu nog wat te vroeg, maar op termijn sluit ik niks uit.” De supporters hopen stiekem al op het scenario à la Phillip Cocu. Dat van de grote speler die na jaren in het buitenland terugkomt en met zijn meerwaarde de gids is naar nieuwe glorie. Daarna is het vanzelf wel een keer tijd voor die lange regenjas.
M A RK VA N BOMMEL
93
230
DE A A NVOERDER
Eerder in deze reeks verschenen:
01. De topscorer (auteur Harrie Timmermans) De topscorer is een aanstekelijk werk vol scherpe observaties dat uitlegt wat de carrière van Willy van der Kuijlen in de weg stond, hoe verdedigers Marco van Basten aanpakten, wat Romario de Souza Faria zo onnavolgbaar maakt, en nog veel meer.
02. De tragedies (auteur Yoeri van den Busken) Er zijn voetballers die een kind verloren, voetballers die verongelukten en voetballers die gewoon alles tegen leek te zitten. In twaalf verhalen kijken lotgenoten en nabestaanden terug op de dag dat hun leven ingrijpend veranderde en voetbal opeens totaal onbelangrijk was geworden.
03. De derby (auteur Menno Pot) Voetbal is emotie, soms haast oorlog, zeker wanneer er een derby op de speelkalender staat. Het zijn de burenruzies van het voetbal, wedstrijden waarin winst net even belangrijker is dan in de ‘gewone’ wedstrijd van het weekeinde ervoor. Een zoektocht naar de ultieme Nederlandse voetbalderby.
Kijk op deboekenmakers.nl om je op deze reeks te abonneren
231
04
JEROEN VAN DEN BERK
DE
AANVOERDER
DE
ONDE R DE E L VA N DE N AT IO N A L E V OE T B A L BIBL IO T HE E K
aanvoerder. Ware leiders staan op als het team in zwaar weer belandt, wordt gezegd. Captain zijn heeft te maken met persoonlijkheid en karakter, overwicht, intelligentie, voorbeeldgedrag en verantwoordelijkheidsgevoel. De eerste onder zijn gelijken denkt altijd aan het belang van het collectief. Maar welke criteria hanteert een coach? Welke positie is ideaal en wat is dat veelgehoorde ‘verlengstuk’ van de trainer? Is er zoiets als een archetype aanvoerder? Aan de hand van een aantal zeer succesvolle captains – aanvoerders van Oranje, van Europese grootmachten en verschillende clubs in Nederland – wordt beantwoord welke eigenschappen de man met
Journalist Jeroen van den Berk (1979) is auteur van
D A N N Y BL IND
F R A NK DE BOE R
M A R K VA N BOMME L
P HIL L IP C O C U
derde boektitel bij De Boekenmakers.
L OUI S VA N G A A L
van PSV Media en publiceert met De aanvoerder zijn
F R E D VA N DE R HO OR N
prijs 2008 (beste sportboek). Hij is hoofdredacteur
HUGO HO V E NK A MP
(2008), winnaar van de Nico Scheepmaker Publieks-
R ON A L D K OE M A N
en van PSV 1988, reconstructie van een gouden jaar
DE N AT ION A L E VOE T BA L BIBL IO T HE E K BE N W I JN S T E K E R S
de voetbalbiografie Coen Dillen, Het Kanon (2006)
AANVOERDER
JOHN DE W OL F
(Foto: Sam Walravens)
de band (linkerarm!) moet hebben.
DE AANVOERDER
Een band om zijn arm maakt van een voetballer vanzelfsprekend nog geen
04