25 minute read

SPECIAL Meer dan zon en wind

Meer dan zon en wind

Coöperaties voor duurzame energie begonnen met windenergie. Later kwamen daar de burgercoöperaties voor zonne-energie bij. Daar is het zeker niet bij gebleven. Anno 2020 zijn energiecoöperaties actief in het hele spectrum van een duurzaam energiesysteem.

Advertisement

Collectieven van burgers zijn, net als in de jaren ’80, nog steeds de voorlopers als het gaat om innovatieve ideeën en projecten om hun omgeving, hun land of zelfs de wereld een stukje schoner en eerlijker te maken.

In deze special een (ongetwijfeld niet uitputtend) overzicht van alle duurzame thema’s die burgerinitiatieven de laatste jaren hebben opgepakt.

Meer comfort, lagere energierekening en beter voor het klimaat: de voordelen van energiebesparende maatregelen zijn duidelijk. Maar toch is nog lang niet iedereen aan de slag met het isoleren van hun woningen.

Door HARMEN WEIJER

“Vertrouwen is de basis voor het nemen van energiebesparende maatrelen in huis”

Belangrijkste vragen die vrijwel iedereen zichzelf stelt, zijn: bij wie moet ik zijn voor deze maatregelen, welke maatregel is goed voor mijn huis en hoe krijg ik dit gefinancierd? En omdat het nemen van deze maatregelen best ingrijpend is voor zowel het huis als portemonnee, haken veel woningeigenaren af. Hoe is dat dilemma te tackelen?

Een mooie oplossing zijn collectieve buurtacties van actieve buurtbewoners. In Zwolle heeft energiecoöperatie Blauwvinger Energie drie jaar geleden het buurtproject 50 tinten groen Assendorp opgezet. Kirsten Notten van 50 tinten groen Assendorp vertelt over het project. “Assendorp is een wijk uit Bewoners van de Zwolse wijk Assendorp voelen zich betrokken bij het project 50 tinten groen begin twintigste eeuw, dus met veel woningen waar bij wijze van spreken ‘de wind dwars door heen blaast’. Energiebesparende maatregelen zijn hier hard nodig. Daarnaast is er in de loop van de jaren veel groen verdwenen en zijn tuinen ‘versteend’. Tegelijkertijd zijn de sociale structuren in de wijk heel goed. Met 50 tinten groen beginnen we met het organiseren van meer groen in de wijk en al heel gauw komen we uit bij energiebesparing en verduurzaming van de woningen.” Straatambassadeurs Dat doet 50 tinten groen op een hele vernuftige wijze: men zet straatambassadeurs in. Notten: “We zijn op zoek gegaan naar vrijwilligers die hun buren zouden willen informeren over bijvoorbeeld geveltuintjes, isolatiemaatregelen en zonnepanelen. Wij ondersteunen hen met flyers hierover, en zij spreken met hun buren. Men vertrouwt ‘buurman Harm’ nu eenmaal meer dan commerciële bedrijven en overheden.” En dat slaat aan, vertelt Notten. “We begonnen met drie straten en ambassadeurs, en we zitten nu al op 25 straten en ambassadeurs. En het aantal acties breidt zich ook uit. Van geveltuintjes, isolatie en zon-pv naar cv-ketels-acties en groendaken. Neem die laatste actie: daar doen 200 bewoners aan mee, en dat is deels te danken aan de subsidie van

50 procent die het waterschap hiervoor beschikbaar stelt en deels te danken aan een actieve buurman en het mooie aanbod van een bloemenweide op je dak.”

Laagdrempelig karakter De manier van warm maken en organiseren van bewoners door 50 tinten groen blijkt aan te slaan vanwege het zeer laagdrempelige karakter. Het daadwerkelijk nemen van de energiebesparende en duurzame maatregelen is stap twee. Notten: “Subsidies, zoals de SEEH (zie kader), helpen zeker, maar lang niet iedereen is daarbij geholpen. Er is altijd nog flink wat geld nodig om de vereiste twee maatregelen te realiseren en lang niet iedereen heeft dat zo maar op de bank staan. Daarnaast komen we ook vaak tegen dat men stap voor stap de maatregelen wil nemen, en dat is niet conform subsidie- en leningsvoorwaarden. Lenen is bovendien voor velen geen optie, en dan haken ze toch nog af. Het zou mooi zijn als er forse subsidies zouden zijn, ook voor één maatregel.”

Zaadje planten Andere buurinitiatieven en energiecoöperaties in Nederland krijgen hulp van Hoom, de landelijke coöperatieve vereniging voor lokale woningverduurzaming. Directeur Rachad Ghaddoura van Hoom. “Wij ondersteunen energiecoöperaties, buurtinitiatieven en zelfs gemeentelijke energieloketten met diensten en tools om de particuliere woningeigenaren te

bereiken en te bewegen energiebesparende maatregelen te nemen. Daarvoor moet je echt lange adem hebben, want het duurt wel even voordat je in de hoofden van particulieren een zaadje hebt geplant, dat uiteindelijk leidt tot het nemen van maatregelen. Daar kan rustig een jaar overheen gaan. De coöperaties en buurtinitiatieven die lid zijn van Hoom, vertellen nemen particuliere woningeigenaren mee in een ‘bewonersreis’. Dat gaat in meerdere fasen, van bereiken, motiveren en adviseren tot uitvoering en inspiratie voor een nieuwe ‘reis’.”

Rode draad bij het bereiken van particulieren is het creëren van vertrouwen Energiecoaches Hoom leidt vrijwilligers van energiecoöperaties op tot energiecoach. “We hebben er inmiddels 1000 opgeleid. Dat zijn dus geen professionele energieadviseurs, maar welwillende buurtbewoners die buren helpen in de zoektocht naar energiebesparende maatregelen.” In de komende jaren moeten deze coaches breder kunnen kijken dan naar alleen naar energiebesparende en duurzame maatregelen.“Dan kijken we bijvoorbeeld met de buurt naar een gecoördineerde aanpak van de buurt. Zodat niet iedereen achter elkaar aan de slag gaat waardoor de buurt de komende tien jaar in een soort permanente staat van verbouwing is, met alle bouwbusjes erbij.” Achter-de-voordeur-principe Rode draad in beide voorbeelden is het creëren van vertrouwen. Ghaddoura: “Serieuze ingrepen in je huis, die best veel geld kosten, zoals energiebesparende en duurzame maatregelen, zijn een emotioneel beladen onderwerp. En het nemen

van een beslissing daarover is net zo emotioneel. Dan is vertrouwen hebben in diegene die deze maatregel voorstelt of neemt, heel belangrijk. Dat vraagt maatwerk en kost tijd. Maar onze ervaring is dat 40 procent van de particulieren op

deze manier wel aan de slag gaat.”

Subsidies voor energiebesparing

Sinds september 2019 is de Subsidie energiebesparing eigen huis (SEEH) ook voor particuliere woningeigenaren beschikbaar. Deze regeling wordt door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland uitgevoerd.

Voorwaarde is wel dat de eigenaar twee of meer energiebesparende maatregelen neemt, denk aan dakisolatie en vloer isolatie of HR++-glas. Die subsidiepot is vorig jaar verhoogd naar € 84 miljoen tot het eind van dit jaar. Daarvan is nog liefst € 71 miljoen beschikbaar.

Kijk voor meer info op: www.rvo.nl/seeh en https://infographics.rvo.nl/ seehwoningeigenaar

Energie Samen onderzoekt de mogelijkheden voor coöperaties om actief te worden op de markten waarop flexibiliteit wordt verhandeld. Deze markten worden steeds belangrijker. Nu er meer duurzame bronnen bij komen, is het in balans houden van het net immers een belangrijke uit daging. Flexibiliteit in het kader van elek triciteit is het vermogen om op verzoek

meer of minder stroom te gebruiken en/of te leveren. Coöperaties kunnen nu instappen als speler op deze markten.

Energie Samen magazine spreekt met René van Vliet, projectleider flexibiliteit bij Energie Samen en Dominique Doedens, vanuit zijn bedrijf Escozon, actief bij energiecoöperatie Endona met het aanjagen van de rol van coöperaties op het thema flexibiliteit.

Coöperaties willen duurzame doelen bereiken met flexibiliteit

Door LIESJE HARTEVELD

Van Vliet noemt verschillende redenen waarom coöperaties actief zouden moeten worden met het thema flexibiliteit: “Het is een middel om verschillende duurzame doelen te kunnen bereiken.

Je kunt niet maar duurzame stroom op het net blijven aanbieden. Dan moet het netwerk enorm worden uitgebreid en dat kost de samenleving heel veel geld. In plaats daarvan kunnen we ook inzetten op flexibel op- en afschakelen. Door transport van stroom op het net gaat er jaarlijks een hoeveelheid stroom verloren, vergelijkbaar met het jaarlijkse stroomverbruik van de NS. Als je lokaal gebruikt wat je lokaal produceert heb je minder netverlies en dan heb je ook minder dure netuitbreiding nodig. Als je als energiecoöperatie alle stroom die je opwekt direct aan je leden kunt leveren, dan houdt je alle opbrengsten binnen je gemeenschap.

Neem het dorp Harmelen, waar ik woon. Daar betalen de 3300 huishoudens gezamenlijk jaarlijks ongeveer negen ton aan elektriciteitskosten (de netto energieprijs, zonder belastingen en netbeheerderskosten). Dat geld verdwijnt allemaal uit het dorp. Zou het niet mooi zijn als je met je eigen lokale energievoorziening een groot deel hiervan in het dorp kunt houden? De productie van wind- en zonneenergie, het verbruik van consumenten en de hoeveelheid flexibiliteit die je te bieden hebt is steeds beter te voorspellen.

Zo zou je energieverbruik (en opwek) voor de komende tien jaar kunnen regelen voor je eigen gemeenschap en de energie voor een vaste prijs kunnen aanbieden. Als je die ontwikkeling overlaat aan commerciële marktpartijen, dan kun je straks veel minder invloed uitoefenen op de prijsontwikkeling van energie en verdwijnt de opbrengst uit de gemeenschap.”

Expertgroep flexibiliteit Energie Samen onderzoekt met een expertgroep vanuit de leden op welke manier energiecoöperaties een rol kunnen spelen op de elektriciteitsmarkt. “Concreet zijn we nu bezig met het opzetten van een coöperatieve BSP Aggregator,” vertelt Doedens als lid van de Expertgroep. “Die start met het ontsluiten en te

René van Viet gelde maken van de flexibiliteit van zonne- en windparken. Coöperatie Endona gaat deze zomer een 1 MW

Dominique Doedens

BRP

(Programmaverantwoordelijke)

Om het net in balans te houden moet de BRP op de elektriciteitsmarkt net zoveel inkopen als dat zij verkoopt. De BRP voorspelt daartoe elke dag zo precies moge lijk hoeveel elektriciteitsproductie en -gebruik er de volgende dag zal zijn. De in- of verkoop doet de BRP op basis van onder andere verbruiksstatistieken en weers voorspellingen.

BSP

Als de dag begint, dan wordt duidelijk wat de werkelijke stoomlevering en -afname is. Dan kan blijken dat het net niet in balans is. De Balance Service Provider (BSP) is de partij die aan TenneT de benodigde flexibiliteit levert om het net weer in balans te krijgen. De BSP heeft een portefeuille met assets van verschillende partijen die op verzoek meer of minder stroom kunnen gebruiken en die meer of minder kunnen aanleveren aan het net.

aFRR

Automatic Frequency Restoration Reserve. Regelvermogen: meer en minder stroom leveren om net balans te realiseren. Wordt centraal aangestuurd door Tennet en moet binnen 7,5 minuten volledig geactiveerd kunnen worden.

Het drie hectare grote zonnepark van Endona aan de rand van Heeten. De 7752 panelen leveren genoeg stroom op voor zo’n 600 huishoudens. Binnenkort wordt bij het zonnepark een vlakplaat loodzuur batterijcontainer met een vermogen van 1MW geplaatst

Bronnen en meer info over netbalancering:

www.next-kraftwerke.nl/kennis/balanceringsenergie www.energiekaart.net/wat-de-onbalansmarkt www.tennet.eu/nl/onze-kerntaken/energie-industrie/programmaverantwoordelijken www.tennet.eu/nl/nieuws/nieuws/balans-op-het-hoogspanningsnetmet-zonne-en-windenergie-elektrische-boilers-en-warmtenetten www.escozon.nl/zonnepanelen

Wil je contact opnemen over het onderwerp flexibiliteit, stuur dan een mail naar René van Vliet: rene.van.vliet@energiesamen.nu vlakplaat loodzuur batterij plaatsen op haar zonnepark in Heeten. In het derde kwartaal gaat de coöperatieve BSP aggregator de flexibiliteit van het zonnepark en de batterij namens Endona verkopen. Te beginnen op de aFRR markt. Dat is mogelijk omdat Escozon en Energie Samen partici peren in de aFRR pilot van TenneT. We onderzoeken of we een rol als BSP kunnen spelen op de verschillende markten voor flexibiliteit.”

Door het opzetten van een BSP kunnen we nu al geld verdienen met de flexibiliteit van winden zonneparken.

Van Vliet: “De volgende stap wordt dat we de diensten ook aan andere energiecoöperaties kunnen gaan aanbieden. Door het opzetten van een BSP kunnen we nu al geld verdienen met de flexibili teit van zonne- en windparken. In de toekomst kunnen we de flexibiliteit van huishoudens ontsluiten. En als we nog iets verder in de tijd kijken dan kunnen onze eigen opwek zelf gebruiken omdat we met flexibiliteit voor onze eigen balans kunnen zorgen. Daarnaast onderzoeken we vanuit Energie Samen of ze de rol van BRP kunnen invullen.”

Coöperatieve flex-projecten Er zijn al verschillende coöperaties bezig met het thema flexibiliteit, we noemen een paar: Energie Samen werkt samen met coöperatie Endona en Escozon in het Europese project FLEXCoop. Met dit project wordt gekeken naar flexibiliteit vanuit het energiegebruik van huishoudens. Bijvoorbeeld door flexibiliteit te halen uit warmtepompen. Doedens: “Endona heeft het smart grid project Gridflex getest. In Loenen en bij coöperatie Sterk op Stroom in Den Haag lopen vergelijkbare initiatieven. Einddoel is: onze eigen opgewekte energie lokaal gebruiken.”

Ook water geeft energie!

Bij coöperatieve opwek gaat het niet exclusief over wind en zon, maar ook om waterkrachtprojecten. Zijn die heel anders? Maak kennis met coöperatieve waterkracht in Nederland.

Energiecoöperatie Heumen is betrokken bij het project ‘Stuw van Grave’. Piet van Casteren: “De financiering en de techniek, daar komen we wel uit. Wat veel tijd kost is de benodigde watervergunning van Rijkswaterstaat, met name het vermijden van vissterfte. Zelf vind ik het interessant om mij in zo’n nieuw onderwerp te storten, maar ondertussen is het lastig

Feestelijke oprichtingsbijeenkomst van Energiecoöperatie Heumen, maart 2019 Door TAMMO HOEKSEMA om de leden van de coöperatie betrokken te houden.” De stuw van Grave zou overigens een opmaat kunnen zijn naar een veel groter project op termijn: 14 megawatt in plaats van 0,5.

Andres Bauer (Newecoop) nam het initiatief tot een herstart en nieuwbouw van waterkrachtcentrale Roeven Nederweert. “Zo’n project is niet ingewikkelder dan een windpark of een groot zonneveld. Maar met particuliere grondeigenaren tot een overeenkomstkomen komen is makkelijker dan met Rijkswaterstaat en het Rijksvastgoedbedrijf om de tafel, die eigenaar is. Rijkswaterstaat wil verduurzamen, maar je merkt wel dat energieopwek niet de core business is, er zijn nog veel andere belangen.”

De meeste waterkrachtprojecten zijn relatief klein. Kan dat wel uit? Andres Bauer: “De kosten per MWh zijn vergelijkbaar met wind. Een windmolen hier in Nederweert levert veel meer stroom, maar is ook zichtbaarder in het landschap. En het water dat hier naar beneden stort, gaat dag en nacht door. En we weten precies hoeveel, dat staat in een contract tussen Nederland en België. Zo gaaf als het lukt om die energie lokaal in te zetten!”

Bij Doesburg wil het bedrijf Deepwater Energy de zelf ontwikkelde Oryon Watermill ‘in het echt’ proberen en benaderde de Rijn en IJssel Energiecoöperatie voor samenwerking. Penningmeester Derk te Bokkel legt uit waarom die er niet kwam: “We vonden de risico’s te groot. We zijn een energiecoöperatie, geen venture capitalist. Ook doen we liever

Waterkrachtcentrale Roeven, gebouwd in 1919 Foto: A. Ansems via commons.wikimedia.org

projecten waar we zelf aan het stuur zitten en expertise kunnen opbouwen. Bovendien kregen we niet scherp genoeg in beeld hoe de voorfinanciering in elkaar zou steken en, niet onbelangrijk, hoe we bij deze nieuwe techniek de business case konden valideren. Coöperatie met 500 leden.

Ondertussen is er in overleg met de stakeholders en de provincie Gelderland een lokale energiecoöperatie opgericht en was er eerder al een SDE-subsidie toegekend. Directeur Dolf Pasman: “De waterkrachtcentrale gaat lokaal geëxin Doesburg, waar naast energie-opwek, rekening houdend met peilbeheer, de sluis voor de scheepvaart en de pas gerealiseerde vispassage, een uniek samenspel van waterwerken bij elkaar komt.

Coöperatieve waterkrachtprojecten

Dommelstroom (120 kW, 170 huishoudens, Dommel, Sint-Michielsgestel). Eerste coöperatieve waterkrachtcentrale. Gerealiseerd in 2016. ploiteerd worden, een prachtige locatie

Stuw van Grave (vermogen 0,5 MW, stroom voor plm. 1000 woningen, investering plm. € 1,5 mln, in de Maas t.h.v. Grave/Heumen). Ontwikkelaar: Pim de Ridder (Wiek-II). Lokale betrokkenheid: Platform Duurzaam Grave en Energiecoöperatie Heumen. Stadium: overleg rond aanvraag watervergunning.

Roeven (sluis 15) (stroom voor plm. 600 woningen, investering plm. € 0,9 mln, Zuid-Willemsvaart / Noordervaart, Nederweert). Herstart van een van de oudste waterkrachtcentrales van Nederland. De aanleg van een nieuw omloopkanaal biedt kansen voor een turbine met meer vermogen dan de oude. Lokale betrokkenheid: Newecoop. Stadium: nog geen techniek gekozen.

Doesburg (stroom voor plm 500 huishoudens, tussen de Oude IJssel en de IJssel). Ontwikkelaar: Deep Water Energy. Techniek: eigen turbine, de Oryon Watermill. Het bedrijf heeft een eigen coöperatie opgericht met belanghebbenden. Stadium: naar verwachting eind 2020 in bedrijf.

Berkel (3 stuwen) en Oude IJssel (2 stuwen). Voor de meeste locaties geldt: vermogen en financiering nog te bepalen. Berkel: ook hier is Deepwater Energy betrokken. Lokale betrokkenheid: o.a. Agem, Stichting Water - Stroom Oude IJsselstreek, BerkellandEnergie, Lochem Energie.

Driel/Heveadorp (in de Rijn, tussen gemeente Overbetuwe en Renkum). Lokale betrokkenheid: Hevea Initiatief. Stadium: haalbaarheidsstudie.

Jan de Kock

Stientje van Veldhoven opent slim laadplein van coöperatie Vrijstad Energie

Deelmobiliteitscoöperaties klaar voor een duurzaam mobiliteitssysteem

Door LIESJE HARTEVELD

De duurzame deelmobiliteitscoöperaties en -initiatieven in Nederland timmeren hard aan de weg. Naast het delen van elektrische auto’s zijn ze druk bezig met innovaties voor duurzame mobiliteit. Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) opende op 15 juni het slimme laadplein met zonnepanelen van coöperatie Vrijstad Energie in Culemborg. Met die opening kwam het toekomstperspectief van een innovatief en schoon mobiliteitssysteem opeens heel dichtbij.

CoöperatieAuto begeleidt onder meer regio’s die met coöperatief autodelen aan de slag willen. De coöperatie heeft in een proeftuinproject in de duurzame wijk EVA-Lanxmeer in Culemborg een aanpak ontwikkeld voor regionale elektrische deelmobiliteit. Vanuit de proeftuin werd ook het eerste coöperatieve Zonnepark-Laadplein in Nederland gerealiseerd. Het laadplein is onderdeel van het Slimme Proeftuin Programma van Ministerie van I&W.

Jan de Kock, bewoner van EVA-Lanxmeer en een van de initiatiefnemers van CoöperatieAuto, had drie jaar geleden zelf nog een benzine auto, maar nam

zich voor dat wanneer die het niet meer zou doen, hij dan een elektrische auto zou kopen. Nog dezelfde avond dat hij dit had uitgesproken werd zijn auto in brand gestoken. Vervolgens moest hij acht maanden wachten op een nieuwe (elektrische) Nissan Leaf. Deze werd natuurlijk wel meteen ingebracht in het deelautoproject. “Practice what you preach”, aldus De Kock. “Zo’n beetje de helft van het Nederlandse wagenpark bestaat uit auto’s ouder dan 10 tot 15 jaar, mensen willen hun auto oprijden omdat ze geen geld hebben voor een nieuwe auto. Wij willen graag een regeling maken zodat overstappen op elektrische deelauto’s interessant voor hen is. Het is niet makkelijk om iemand over te laten stappen op een deelauto. Die omslag kost vaak wel een half jaar. Vanuit de proeftuin willen we leren hoe we dit proces kunnen versnellen.” CoöperatieAuto heeft een eenvoudige tariefstructuur: hoe minder kilometers je rijdt, hoe goedkoper het is. Vanaf € 85,- per maand inclusief elektriciteit en inclusief BTW, kun je al verzekerd en wel in vier gloednieuwe elektrische auto’s rijden met behulp van een app. De Kock: “Met als resultaat schonere lucht, minder productie van auto’s, een lage autodichtheid, meer ruimte voor groen, dus voor klimaatadaptatie én spelende kinderen, minder kosten en slimme bereikbaarheid voor iedereen.” De duurzame deelmobilieen laadplein er onder. Ook wilden we

teitscoöperaties en -initiatieven in Nederland willen daarom ook een rol krijgen bij het realiseren van de doelen van het Klimaatakkoord.

Op het slimme laadplein in Culemborg kun je je elektrische auto laden als er een overschot aan groene stroom is, en terugleveren als er veel vraag naar stroom is. Zo kun je geld verdienen met je elektrische auto aan de lader. Of laden tegen een lager tarief, omdat je auto en de laadpaal worden ingezet om het elektriciteitsnet te balanceren. Op 45 plekken in Nederland wordt de komende periode zo’n plein met laadpalen van de toekomst in gebruik genomen. Bij de opening laadde de staatssecretaris haar dienststroom die uit een andere auto afkomstig is. En ze kon met de nieuwe app aangeven hoe lang ze wilde laden en hoe vol de accu moest zijn bij vertrek. Het voordeel van een slimme paal is dat die zelf kiest op welk moment de accu sneller of langzamer wordt opgeladen. De stroom in de laadpalen is, als de zon schijnt, rechtstreeks afkomstig van de 784 zonnepalen bovenop het laadplein. Het laadplein in Culemborg is opgezet en wordt geëxploiteerd door buurtbewoners.

Buurtbewoner en projectleider Arjen Schamhart: “Drie jaar geleden hadden we een plan voor het opwekken van onze eigen stroom boven de parkeerplaats met auto via een slimme laadpaal op met

elektrisch rijden voor iedereen bereikbaar maken door de inzet van elektrische deelauto’s. Dit jaar is daar slim laden bijgekomen. Vandaag is de app af waardoor het allemaal werkt. Investeerders profiteren direct mee van de opbrengst. Zowel in de portemonnee als door minder blik op straat en een lager verbruik van fossiele brandstof”.

CoöperatieAuto is tot stand gekomen in een nauwe

samenwerking tussen de coöperaties VrijstadEnergie, LochemEnergie en de Hilversumse Energie Transitie met de Europese The Mobility Factory, de app die registratie, facturering en het coöperatieve verbruik regelt.

In Culemborg, Lochem en Hilversum rijden nu zeven Renault Zoë’s, negen Nissan Leafs, een Smart en een Hyundai Kona met het geavanceerde deelsysteem.

Deelnemers kunnen de beschikbare coöperatieauto’s in de buurt via een elektronisch overzicht eenvoudig met hun smartphone plannen of direct gebruiken, openen en sluiten en op afstand uitlezen van de laadstand. Op het moment wordt het aantal auto’s met dit coöperatieve deelsysteem rap uitgebreid. Ook in grote steden in België, Duitsland en Spanje werkt men hiervoor met The Mobility Factory.

Zeven burgerinitiatieven in de race als Proeftuin Aardgasvrije Wijk

Op 1 mei 2020 sloot de termijn voor de inzending van aanvragen voor een subsidie in het programma Proeftuin Aardgasvrije Wijk. Onder de vele inzenders voor de tweede tranche van de proeftuinen waren diverse wijkcollectieven en energiecoöperaties. Zeven van hen zijn actief binnen of betrokken bij Buurtwarmte | Energie Samen | Hoom.

Door ELS STRUIVING

Van Amsterdam en Ankeveen tot Heeg, van Apeldoorn tot aan Den Bosch: overal zijn bewoners in de weer met duurzame warmteoplossingen. Soms sluiten buurtinitiatieven zich aan bij gemeentelijke plannen, maar er zijn er ook die het proces zoveel mogelijk in eigen hand nemen. Zoals in Den Bosch, waar bewoner William Droog twee jaar werkte aan een plan voor circulair consumeren, produceren, opslaan en hergebruiken van energie – de energiebehoefte als ecosysteem. Daarmee stapte hij naar de woningbouwcorporaties en de gemeente. Het Bossche team ’t Ecozand wil het proeftuingeld gebruiken voor het aardgasvrij maken van twintig huizen die worden voorzien van PVTpanelen voor stroom en warmte.

Op basis van de resultaten wordt er doorontwikkeld: gedacht wordt aan warmte oogsten uit de Dommel, in combinatie met WKO, en in de toekomst misschien zelfs een battolyser en een solar speelveld.

Een ander ambitieus bewonerscollectief is KetelhuisWG in Amsterdam, waar kopgroep en coöperatie vast begonnen zijn Kijk hier voor met het werven van deelnemers en het technische concept voor een fossielvrij warmtesysteem voor de 2.500 woon/ werkeenheden en ateliers op het voormalige ziekenhuisterrein.

Hechte dorpsgemeenschap Ook in de gemeente Ankeveen (500 huizen, 1500 bewoners) ligt de lat hoog. Vier actieve Ankeveners denken dat het wel zal lukken om 70 tot 100 % deelnemers te vinden voor een warmtenet, met waterzuivering Horstermeer als bron. Anne Marie Poorthuis van Energiecoöperatie Wijdemeren begeleidt het project en denkt dat juist in een ondernemend dorp als Ankeveen de plannen kans van slagen hebben. Wat ook helpt is dat er al een regionale samenwerking op touw was gezet tussen energiecoöperatie Wijdemeren, Waternet, Firan, Liander, gemeente en woningcorporatie. Die contacten komen nu goed van pas.

In het Friese Heeg begon alles met een Duurzame Dorpsvisie en een krachtige samenwerking tussen bewoners en lokale partijen. Het project Warm Heeg, gebruikmaking van warmte uit het Heegermeer, wordt getrokken door bewoner-professionals Sjoerd Ypma en Lucie Gelderblom. Ze beseffen dat een hoge deelname cruciaal is voor het welslagen en steken veel tijd in de bewonersparticpatie: een warmtecoöperatie moet de kosten zo laag mogelijk houden en het geld binnen het dorp houden.

Haalbaar en betaalbaar aardgasvrij Voor alle aspirant-proeftuinen is de betaalbaarheid een belangrijk punt. Dat geldt zeker ook voor de jaren ’70 wijk Voorkoop in Culemborg en de jaren ’60 wijk Kerschoten in Apeldoorn. In Apeldoorn heeft KEN (Kerschoten Energie Neutraal) zich aangesloten bij gemeente en woningcorporaties die plannen ontwikkelen voor een warmtenet. Energieregisseur en wijkbewoner Marjolein Tillema benadrukt het belang van een betaalbare en haalbare vergroening als eerste stap

naar aardgasvrij – iedereen moet mee kunnen doen. En in de meer informatie ›››

Amsterdam https://www.ketelhuiswg.nl Apeldoorn https://www.kerschotenenergieneutraal.nl/ kerschoten-mogelijk-alseerste-bestaande-wijkin-apeldoorn-aan-eenwarmtenet Breda, Prinsenbeek https://www.prinsenbeeknieuws.nl/nieuws/500- beekse-woningen-aardgasvrij/#.XrwG9sDgpaQ

Zeven burgerinitiatieven in de race Proeftuin Aardgasvrije Wijk

Bredase wijk Prinsenbeek gaat men eerst aan de slag met isoleren, hybride oplossingen en kleine netten: liever maatwerk dan éen totaaloplossing die geen recht doet aan de verscheidenheid.

Gemeenschapstrots Een rondje langs deze zeven aspirant-proeftuinen laat zien dat de warmtetransitie voor veel initiatieven een logische stap is in hun ontwikkeling, die in veel gevallen gepaard gaat met professionalisering. Werken aan een warmteplan vraagt intensieve samenwerking en expertise. Geen toeval dus dat er veel relatief gevestigde groepen en energiecoöperaties meedoen als aanvrager, vaak met een bestaande overlegstructuur met overheden en woningcorporaties.

Wat de hier geportretteerde aanvragen onderscheidt van puur gemeentelijke proeftuinaanvragen is misschien het best te omschrijven als gemeenschapstrots. Waar in veel stukken over de warmtetransitie en proeftuinen termen als ‘opgave’, ‘versnelling’, ‘uitdaging’ en ‘uitrollen’ domineren, valt bij de aanvragers op dat ze vrijwel allemaal iets zeggen over de samenhang in hun dorp of wijk, over hun drijfveren en de wens om als bewoners invloed te nemen op de eigen warmtevoorziening. https://www.vrijstadenergie.nl/warmtekeuzevoorkoop

De aanvragen voor de tweede tranche Proeftuinen Aardgasvrije Wijk moesten binnen zijn vóór 1 mei 2020 en de toekenningen worden rond 1 oktober 2020 verwacht. Voor 2021 staat een derde ronde gepland. Buurtwarmte geeft eind 2020 een masterclass om warmte-initiatieven met de voorbereiding van hun aanvraag te helpen.

Houd onze website in de gaten of laat weten als je interesse hebt via Buurtwarmte@

Culemborg https://energiesamenvoorkoop.nl/pagina/ warmtekeuze-culemborg energiesamen.nu.

Den Bosch https://www.s-hertogenbosch.nl/aardgasvrij http://ecozand.nl Heeg https://warmheeg.nl Wijdemeren https://ankeveen.ecwijdemeren.nl

Nieuwe speler in de warmtemarkt: het warmteschap

In Nederland onderzoeken bijna 40 burgercollectieven de alternatieven voor aardgas in hun wijk. Sinds kort is er een naam voor deze nieuwe spelers: warmteschappen. Als het aan Buurtwarmte ligt, krijgen ze onder de nieuwe warmtewet nadrukkelijk een rol als professionele speler op de warmte markt.

Door TJITSKE VELDKAMP

Burgercollectieven voor wind- en zonne-energie zijn een bekend fenomeen. Nederland telt er inmiddels zo’n 600. Nieuw zijn de groepen die af willen van hun cv-ketel en naar collectief zeggenschap streven over hun eigen, aardgasloze wijkwarmtevoorziening. Energie Samen introduceerde een naam voor deze initiatieven: warmteschap. Bij die naam moet nu een stevige positie komen, want waar het relatief makkelijk is om een windmolen of een zonnedak in coöperatief beheer te nemen, lopen warmteschappen aan tegen ingewikkelde vraagstukken.

Ingewikkeld Zowel de bewonersparticipatie als de technische ontwikkeling én de business case zijn bij warmteprojecten complexer dan bij wind en zon. De warmtevoorziening is voor iedereen in de wijk, dus dat betekent: recht doen aan de zorgen en wensen van veel verschillende mensen. De techniek is nog niet voor alle bronnen volledig uitontwikkeld, terwijl leveringszekerheid een harde voorwaarde is. En banken moeten er nog aan wennen om warmtecoöperaties te financieren; in Nederland is er pas één coöperatief warmtebedrijf. Er wordt, kortom, nog volop gewerkt aan het opbouwen van kennis, ervaring en vooral: praktijkvoorbeelden.

Warmte uit het riool Er spelen echter ook andere, meer strategische vragen, die draaien om de positie die je als warmteschap inneemt: hoe verhoud je je tot de andere spelers in de markt? Hoe claim je een rol aan tafel met je gemeente en energiebedrijven. Hoe voorkom je dat je als coöperatie wordt weggezet als commerciële marktpartij, waardoor je plotseling moet concurreren met een energiemoloch?

Als warmteschap aan tafel? Buurtwarmte helpt je verder

Heb je plannen om met medebewoners de warmtevoorziening in je eigen buurt te organiseren? De training Buurtbegeleider start weer op woensdagmiddag 9 september.

Buurtwarmte kan ook advies geven. Samen neem je stappen om positie in te nemen in de samenwerking met gemeente en energiebedrijven. Mail naar buurtwarmte@energiesamen.nu

Voor meer info:

www.buurtwarmte.nu

Met dit soort vragen krijgt bijvoorbeeld bewonersgroep Energiek Poelgeest te maken. Hun wijk in Oegstgeest (ZuidHolland) heeft al een warmtenet, en kan zelfs kiezen uit verschillende aquathermiebronnen, waaronder een grote zandafgraving en een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Frank ter Beek van Energiek Poelgeest: “Dat zou voor ons een mooi alternatief zijn voor de warmte die we nu van de aardgasgestookte STEG-centrale krijgen.” Het is vooral de samenwerkingsvorm met Vattenfall, de eigenaar van het warmtenet en het Hoogheemraadschap (beheerder van de waterzuivering) die leidt tot interessante vragen in de positionering van een bewonersgroep. Welke rol is er weggelegd voor een bewonerscollectief: ga je zelf de bron (oppervlaktewater) exploiteren en leveren aan Vattenfall? Gaat Vattenfall dat doen en word je als bewonerscollectief aandeelhouder of participant? Kun je überhaupt een rol claimen als de bron een rioolwaterzuivering van het Hoogheemraadschap is?

Warmtewet 2.0 Het zijn vragen die voortkomen uit de complexiteit van een nog niet uitgekristalliseerde warmtemarkt. De nieuwe Warmtewet 2.0, die nu in voorbereiding is, moet meer duidelijkheid gaan bieden over marktmodellen en de ruimte die de verschillende marktspelers krijgen. Het is echter nog zeer de vraag hoe dat gaat uitpakken voor bewonerscollectieven. Het

“Dit is hét moment om de rol van burgercollectieven in de warmte zeker te stellen.”

goede nieuws is, dat Europese richtlijnen ruimte bieden voor nieuwe spelers op de energiemarkt: de Nederlandse overheid moet een faciliterend kader scheppen voor energiegemeenschappen, en kan er binnen deze richtlijnen voor kiezen om energiegemeenschappen/warmteschappen de mogelijkheid te geven eigenaar en beheerder te worden van warmtebronnen, netten en de levering. Energie Samen lobbyt momenteel intensief voor de positie van warmteschappen. Binnenkort verschijnt hierover een position paper.

Kirsten Notten (Buurtwarmte): “Dit is hét moment om de rol van burgercollectieven in de warmte zeker te stellen. Zorg dat je je eigen keuzes kunt maken en dat jouw wijk de warmtevoorziening krijgt die voor iedereen het gunstigst is.”

This article is from: