Streek 2 2012

Page 1

>

Nevenactiviteiten: sociale winst > Plattelandsgemeenten en Wmo > Nederlandse maïs voor Duitse biovergisters > Bezig met bijen > Geld voor het platteland: coöperaties > Lege stallen, nieuwe kansen > Steunstee: ouderen langer thuis > PURE-hubs: knooppunten-stad-platteland

STREEK | STREEK 2 | jaargang 5 | Zomer 2012 | NETWERKBLAD VOOR HET PLATTELAND |

Brendan de Graaf, coöperatie TexelEnergie:

“Onze 3000 leden doen mee vanwege het gemeenschapsgevoel, de korting op het energietarief en om mee te praten over de koers van TexelEnergie”


STREEK 2 zomer 2012

3

> Nevenactiviteiten: sociale winst voor het platteland

Naast verbrede landbouw verdienen ook veel burgers op het platteland iets bij.

4 6

> Kort nieuws en publicaties > Inzetten op meer Noaberschap Binnenkort zijn gemeenten ook verantwoordelijk voor de AWBZ, Jeugdzorg en de Wet werken naar vermogen. Hoe gaan plattelandsgemeenten met deze uitdaging om?

8

> Bio-energie zit de biobased economy in de weg

Boeren in Duitsland zijn verslingerd aan hun biovergisters. Vooral maïs is zo gewild dat zelfs aan deze kant van de grens boeren overschakelen op de verbouw van maïs.

10 > Streekbewoners: bezig met bijen In dit ‘Jaar van de Bij’ vier mensen aan het woord die bezig zijn met bijen: een stadsimker, een jonge imker, een biologische fruitteler en een educatie-imker.

12 > Geld voor het platteland deel 2: Coöperaties Het is niet toevallig dat de VN 2012 heeft uitgeroepen tot het jaar van de coöperatie. Linda de Bie van de Nederlandse Coöperatieve Raad voor land- en tuinbouw noemt de recessie als oorzaak.

16 > Reportage: Lege stallen, nieuwe kansen Er zijn legio redenen waarom een boer kan besluiten te stoppen met zijn bedrijf. Tijdens een excursie in Voorst keken boeren samen naar nieuwe functies voor vrijkomende agrarische bebouwing.

18 > Streek-idee NL: Steunstee houdt ouderen langer thuis De Steunstee vervangt de traditionele ontmoetingsplekken zoals winkels en dorpshuizen en werkt kostenbesparend voor zorgverzekeraars. Hoe langer mensen zelfstandig wonen, hoe minder zij beroep doen op dure zorg.

19 > Streek-idee EU: PURE hubs knopen stad en platteland aan elkaar Sinds een half jaar bestaan er – verspreid over WestEuropa – vijftien PURE hubs: knooppunten bedoeld om de banden tussen stad en platteland aan te halen.

20 > Netwerknieuws en agenda

S T R E E K STELLING

Landbouw en burgers groeien steeds verder uit elkaar (enkele ingekorte reacties op deze stelling)

Samuel Levie Boerenmarkten, boerderijdagen, stadslandbouw en ondernemers die de boer uitlichten, zorgen dat er weer mogelijkheden ontstaan om je als stedeling betrokken te voelen bij het eten dat op je bord ligt.

Lars Charas Er heerst desinteresse bij de burger voor de landbouw. En de landbouw is slim, die gebruikt deze desinteresse door goedkope eenheidsworst te leveren in combinatie met een goede marketing. Burger en landbouw zijn dus niet uit elkaar gegroeid, ze hebben gewoon lak aan elkaar.

Arjan B. Volgens mij is er juist een trend dat de verbinding weer gezocht wordt. Dat gaat via open dagen, eet-initiatieven (zie bijvoorbeeld www.vaneigenerf.nl en www.lekkernaardeboer.nl) en door een scala aan nevenactiviteiten van agrariërs.

Marcel V. Op het slotfeest van de Taskforce Multifunctionele Landbouw (5 april 2012, red.) is een boek gepresenteerd dat gaat over het verbinden van boer & burger. Ik heb daar onderzoek voor gedaan en dat maakt dat ik helemaal niet zo pessimistisch ben.

Marijke K. Ik krijg de indruk dat er juist nieuwe verbindingen worden gezocht en ontwikkeld. Initiatieven die de laatste tijd rond Wageningen zijn ontstaan, verbinden boer en burger: een schaapskudde, gekoppeld aan een stadsboerderij (www.grebbeveld.nl), een vlees- en zuivelbedrijf (www.veldenbeek.nl), en viskweekbedrijf (www.valleivis.nl).

Ruke Z. COLOFON ‘Streek’ is een uitgave van het Netwerk Platteland. Streek attendeert en informeert over ontwikkelingen op het platteland en presenteert de mensen die zich inzetten voor platteland en plattelandsontwikkeling. ISSN 1878-8319 Teksten | Wim van Wijk, Lotty Nijhuis, Florien Kuijper, Chantal Steuten, Narda van der Krogt Redactie | Rita Joldersma (CLM), Marieke Koot (ETC), Jannie Schonewille (Movisie) Hoofd- en eindredactie | Marjel Neefjes (De Lynx) Foto’s | Zie bijschrift foto Omslag | Heleen Vink, Texel Vormgeving | Miek Saaltink, Wendy Buss, gaw ontwerp+communicatie Drukwerk | Drukkerij Modern, Bennekom

Dat boer en burger verder uit elkaar groeien, geloof ik niet. Wat wel speelt is dat de relatie minder vanzelfsprekend is dan in het verleden. Boer en burger moeten meer moeite doen om met elkaar in gesprek te komen en te blijven.

De nieuwe Streekstelling luidt:

Van plattelandsondernemers mogen we verwachten dat ze landschappelijk verantwoord ondernemen. U kunt reageren op www.netwerkplatteland.nl/np20 of op de LinkedIn group Netwerk Platteland.

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. Medegefinancierd door het ministerie van EL&I en de Provincies. Netwerk Platteland werkt samen met het Regiebureau POP.


Interview

lands­gemeenschap. Bijvoorbeeld in KielWindeweer, een lintdorp in de Veenkoloniën met krap 1000 inwoners. Er zijn geen winkels ­ of andere voor­zieningen en door de vorm – tien meter breed en zes kilo­meter lang – is er geen vanzelfsprekend ontmoetings­punt. Maar je vindt er wel tien nevenactiviteiten zoals een theetuin, een glasatelier, een minicam­ping, een winkeltje met mineralen. Je ziet dat die plekken een functie vervullen voor met name de oude­-­ ren in het dorp, zij lopen er makkelijk even binnen voor een praatje of een drankje. Deze activi­teiten bevorderen de aandacht voor elkaar en het persoonlijke contact binnen het dorp.” Gemeentes zien ook dat nevenactiviteiten een positieve invloed hebben op de sociale cohesie. Maar hun rol is dubbel; aan de ene kant willen ze dit soort initiatieven stimuleren, aan de andere kant stellen ze beperkende regels. ­ Die zijn in feite zijn opgesteld voor boeren ­ met nevenactiviteiten, maar gelden ook voor burgers met iets kleins erbij. Terwijl er voor boeren allerlei stimuleringsregelingen tegenover staan.

Marianna Markantoni: “Ik had het niet verwacht, maar het sociale aspect van nevenactiviteiten van burgers is heel groot. Als gemeente moet je dus blij zijn met eigen initiatief.” Foto: privéarchief Markantoni

Nevenactiviteiten:

sociale winst voor het platteland De boerencamping, zorgboerderij en boerderijwinkel kenden we al. Maar het zijn lang niet alleen maar boeren die iets extra’s doen naast hun bedrijf. Ook veel burgers op het platteland verdienen iets bij. Met bijvoorbeeld kanoverhuur, een galerietje, een hondentrimsalon of een theetuin. De Griekse Marianna Markantoni promoveerde op 3 mei jl. aan de Rijksuniversiteit Groningen op een onderzoek naar dit soort nevenactiviteiten op het platteland. Markantoni: “Economisch zet het misschien niet zo veel zoden aan de dijk, maar persoonlijk en sociaal levert het veel op.” Waarom dit onderzoek? “Met alle aandacht voor multifunctionele landbouw waren we geneigd te denken dat vooral boeren iets extra’s doen, bijvoorbeeld met zorg of recreatie”, vertelt Markantoni in verrassend goed Nederlands, met af en toe een Engelse term. “Maar in 2007 bleek uit een onderzoek van Groningse bachelor­ studenten dat driekwart van de neven­activi­ teiten op het platteland van burgers is. Dat was aanleiding voor een groter onder­zoek. Vanuit welke motieven beginnen mensen daarmee? Wat levert het op, economisch, sociaal en landschappelijk? Wat zijn de toekomstperspec­tieven? En hoe kan gemeentelijk beleid daar goed op inspelen?” Wat doen mensen zoal? ”Er zijn eigenlijk vier soorten nevenactivi­ teiten. De grootste groep valt in de categorie

recreatie en toerisme, bijvoorbeeld een bed and breakfast, kanoverhuur of een mini­ camping. Dan zijn er diensten, zoals een beautysalon of kinderopvang. Een derde groep valt in de categorie kunstnijverheid; dan kun je denken aan een galerie of handel in antiek en curiosa. En tot slot zijn er de mensen die aan huis eigen producten ver­-­ kopen, zoals honing, eieren, jam of planten.” Wat leveren die nevenactiviteiten op? “Economisch gezien niet zo heel veel”, geeft Markantoni toe. “Het gaat echt om bijver­-­ diensten, in de meeste gevallen minder dan ­ € 15.000 per jaar. Ook op regionaal niveau is de economische bijdrage klein. Maar de sociale bijdrage moet je niet uitvlakken, nevenacti­vi­teiten kunnen veel betekenen voor de sociale leef­baarheid van een platte­

“Hoe klein je ook bent, je krijgt al snel te maken met alcohol- of parkeervergunningen, of horeca-inspecties”, vertelt Markantoni. ­ “Dat kost tijd en geld en levert frustratie op.” Sommige gemeentes zijn erg streng uit angst voor verrommeling van het buitengebied, bijvoorbeeld door grote borden of bebouwing die ze niet in de omgeving vinden passen. Die angst is onterecht, vindt Markantoni. ­ “Uit ons onderzoek blijkt dat de meeste kleine bedrijfjes helemaal niet willen groeien. Een deel van de nevenactiviteiten heeft juist een posi­-­ tieve invloed op de omgeving; denk aan een ­ bed and breakfast in een oude boeren­schuur.” Meer in het algemeen vindt ze dat gemeentes meer moeten focussen op de positieve kant. ­ “Ik had niet verwacht dat het sociale aspect van nevenactivi­teiten zo groot zou zijn, maar dat is echt zo. Dat geldt voor ouderen, maar bijvoor­ beeld ook voor moeders met jonge kinderen die zo’n bedrijfje aan huis goed kunnen combineren met de zorg voor hun gezin. In een tijd waarin minder geld beschik­baar is voor het bevorderen van sociale leefbaarheid, moet je als gemeente blij zijn met eigen initiatief.” Wat is je het meeste bijgebleven? “De mensen”, zegt Markantoni. “In de loop van het onderzoek heb ik met sommigen echt een band opgebouwd. Het is mooi om te zien hoe trots en enthousiast ze zijn op ‘hun ding’.” Heel Nederlands besluit ze: “Het was heel gezellig.” Florien Kuijper

Het proefschrift van Marianna Markantoni: ‘Side activities by non-farmers. In search of personal and rural development’ is te downloaden op bit.ly/KZG2Qj QR-code naar een filmpje van RTV Noord naar aanleiding van de promotie:

2 2012 STREEK 3


korte berichten Narda van de Krogt en Wim van Wijk

Twintig procent van de landschapselementen bedreigd Publicaties Vertrouwen in burgers Beleidsmakers staan weinig open voor de nieuwe manieren waarop burgers hun betrokkenheid bij de samenleving uiten. Die burgers nemen vaker zelf het initiatief en omzeilen de gebruikelijke routes via politiek, belangenbehartigers en formele inspraakorganen die de beleidsmakers gewend zijn. Met als gevolg een steeds verdere verwijdering tussen burgers en beleidsmakers. In het rapport Vertrouwen in burgers bepleit de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid daarom een andere rol voor ambtenaren. Want slechts kleine groepen burgers voelen zich aangesproken door de wijze waarop beleidsmakers hen proberen te betrekken bij plannen van de overheid. Beleidsmakers moeten meer maatschappelijke initiatieven verwelkomen, ook als die niet passen in hun perspectief. Burgers zijn namelijk veel meer dan wordt gedacht bereid om initiatief te nemen. De WRR trof een groot aantal vormen van burgerbetrokkenheid aan: van razendsnel georganiseerde ludieke acties tot nieuwe samenwerkingsvormen tussen burgers en professionals. > Te downloaden: bit.ly/JBQxDA

Een op de vijf landschapselementen dreigt door verwaarlozing verloren te gaan. Dat blijkt uit een inventarisatie van Landschapsbeheer Nederland, gedaan in twintig gebieden, verdeeld over acht provincies. Met behulp van het Meetnet Agrarisch Cultuurlandschap heeft Landschapsbeheer Nederland meer dan 9200 hectare landschap geïnventariseerd. Daarbij zijn ruim 9800 elementen geregistreerd. De twintig gebieden zijn in alle gevallen als ‘planologisch rustig’ te typeren. Desondanks wordt 20% van de landschapselementen in hun

voortbestaan bedreigd, met name als gevolg van het uitblijven van beheer. In het Meetnet Agrarisch Cultuurlandschap wordt de gesteldheid van landschapselementen vast­gelegd aan de hand van vooraf bepaalde kenmerken en criteria. Alles wordt geregistreerd in een Geografisch Informatiesysteem (GIS). Jaarlijks analyseert Land­schapsbeheer Nederland deze data, waardoor de organisatie uitspraken kan doen over de staat van ons landschap. > Meer info: bit.ly/IT0LPI

Plattelanders, bewoners in een veranderende omgeving De verhalen over bewoners van het platteland die eerder verschenen in het tijdschrift Landleven, zijn gebundeld in een boek. Erin geportretteerd worden boeren en een enkele burger die leven buiten de bebouwde kom. Hun leven wordt beschreven door Margreet Welink en is in zwart-witfoto’s vastgelegd door Lode Greven. In april nam staatssecretaris Henk Bleker het eerste exemplaar in ontvangst, inmiddels is de tweede druk verschenen van Plattelanders met daarin de 23 portretten van authentieke plattelandsbewoners uit alle delen van het land. Stuk voor stuk worden ze weergegeven in hun dagelijkse doen en laten, zoals het wieden van onkruid, het voeren van de kippen of het melken van hun koeien. Maar ook de bezigheden van rietsnijder Wout van de Belt uit – hoe kan het ook anders – Belt-Schutsluis worden belicht: van het maaien tot het kammen en opbinden van de bossen toe. > Te bestellen: bit.ly/KZe41j 4 STREEK 2 2012

Een op de vijf landschapselementen dreigt door verwaarlozing verloren te gaan. Foto: www.natuurdichtbij.nl, Johan van Tussenbroek

Website Ondernemers Academie gelanceerd Ondernemers in de Agrofoodwereld die hun ondernemerschap willen ontwikkelen, kunnen sinds kort terecht op de website van de Ondernemers Academie. Op de site wordt het aanbod van groene kennis­instellingen, dienstver­leners en belangbehartigers gebundeld, zodat studenten, jonge maar ook gevestigde onder­nemers nu gericht op zoek kunnen naar ondersteuning bij de ontwikkeling van ondernemerschap. De Ondernemers Academie is een initiatief van diverse partijen in het groene onderwijs, onderzoek,

dienst­verleners, belangenbeharti­ gers en agribusiness, waaronder de Groene Kennis Coöperatie. GKC-voorzitter Vinus Zachariasse benadrukte bij de lancering van de site het belang van onder­nemer­ schap: “We moeten agrari­sche onder­nemers bewust maken dat e moeten investeren in zichzelf. Als ondernemers al investeren in cursussen, dan doen ze dat in vak­ontwikkeling. Terwijl inves­teren in de ontwikkeling van je ondernemerschap ook erg belangrijk is.” > Meer info: bit.ly/M5Bmam


Rode Lijst van bedreigde plaatsen

Publicaties Groen ondernemen met veehouderij, een nieuwe werkelijkheid

Ook Kruisweg is een bedreigende plaats. Illustratie: plaatsengids.nl, Bart Bos

Nogal wat kleinere dorpen en buurtschappen worden in hun voortbestaan bedreigd. Soms fysiek: dan komt de plaats in de knel door verstedelijking, soms doordat ze hun identiteit verliezen: ze komen niet meer in atlassen voor, hebben geen plaatsnaamborden meer, of staan niet meer in adresbestanden, zoals het postcodeboek. De redactie van de website Plaatsnamengids.nl heeft zich het lot van deze kernen aangetrokken door een ‘Rode

Lijst van Bedreigde Plaatsen in Nederland’ samen te stellen. De lijst is in april gelanceerd in Kruisweg bij Zoetermeer. Om hoeveel bedreigde kleine kernen het precies gaat, denkt de redactie pas in de loop van volgend jaar te kunnen zeggen. Zolang zijn ze nog bezig te inventariseren wat redelijkerwijs nog een plaats of buurtschap genoemd kan worden. > Meer info: www.plaatsengids.nl/ pagina/rode-lijst

Friese krimpgemeente verdeelt school over twee dorpen De gemeente Littenseradiel wil basisscholen opsplitsen. De groepen 1 tot en met 4 krijgen een plek in het ene dorp, de groepen 5 tot en met 8 in een ander dorp. Met deze ‘halve’ scholen kan een dorp in een krimpgebied toch zijn eigen school behouden. Littenseradiel heeft nu 19 basisscholen in 17 dorpen. Tien daarvan hebben vijftig of minder leerlingen en zouden baat kunnen

hebben bij een dergelijke splitsing. Het idee is één van de mogelijke maatregelen om de daling van het voorzieningenniveau op het platteland tegen te gaan. Vooral plattelandsgemeenten krijgen de komende jaren te maken met krimp, waardoor sportvoorzieningen, dorpshuizen, kinderopvang en onderwijs onder druk komen te staan.

> Meer info: bit.ly/JR2lZy

Veehouderij gaat goed samen met natuur en landschap. Dit laat Wageningen UR Livestock Research zien in de brochure Groen ondernemen met veehouderij, een nieuwe werkelijkheid. Hierin staan innovatieve ideeën die aantonen dat natuurgebieden geen bedreiging hoeven te zijn, maar juist mogelijkheden bieden. Wel vraagt dit om samenwerking tussen veehouders en onderzoekers, provincies, gemeenten, natuur- en milieuorganisaties en ketenpartijen. Nu natuur- en landschapssubsidies en EU-gelden fors dalen, lijken veehouderij en behoud van natuur en landschap onverenigbaar. Is het voor een veehouder dan nog wel rendabel om weidevogels te beschermen of om bij te dragen aan natuur- en landschapsbeheer? De brochure maakt duidelijk dat natuur en landschap en veehouderij juist veel voor elkaar kunnen betekenen. Zo kunnen veehouders op maat bemesten en melkveehouders kunnen hun melkvee langer weiden en in de wei melken. Op die manier verlagen ze de ammoniakemissie. Dat creëert ruimte om het bedrijf uit te breiden, en is tegelijk goed voor de natuur. > Te downloaden: bit.ly/N0l3NU

Mooie maaltijd in Brabant is een succes In meer dan 200 zorglocaties in Noord-Brabant zijn zo’n 250.000 maaltijden verstrekt met biologische en/of streekproducten, dankzij de bemiddeling van de VKGE (Vereniging Keuken­management Gezondheidszorg). Reden voor de VKGE om het project ‘Een Mooie Maaltijd in Brabant’ tevreden af te sluiten. En om mee te doen met het vervolg-

project ‘Lekker Betrokken’ dat de komende drie jaar in heel Nederland loopt. Volgens de VGKE hebben eten en drinken binnen de zorgsector hierdoor weer een positieve uitstraling gekregen. Verder toont het aan dat duurzaamheid ook binnen zorginstellingen een belangrijk aspect van de bedrijfsvoering wordt. > Meer info: bit.ly/JR2gFa

Limburg en Rijk gaan strijd met krimp aan Het Rijk gaat Limburg ondersteunen bij het actieprogramma dat de provincie, gemeenten, de onder­wijswereld en het bedrijfs­leven hebben ontwikkeld om de vergrij­zing en ontgroening in Zuid-Limburg op te vangen. Daartoe is een convenant gesloten, waarin zo’n twintig afspraken staan op het gebied van economie, wonen, zorg en onderwijs. Het actieprogramma richt zich onder andere op de uitbreiding van de Chemelot Campus en de Maas­tricht Health Campus. Beide moeten veel

nieuwe arbeidsplaatsen opleveren. Innovatie, versnelde groei van het midden- en klein­bedrijf en beschikbaarheid van vol­doende personeel op alle niveaus zijn enkele belangrijke doelstellingen. Verder gaat de regio experimenteren met leegstand. Sloop, duurzame en hoog­waardige nieuwbouw en renovatie moeten ervoor zorgen dat de waardeontwikkeling van de woningen in Zuid-Limburg weer aansluit bij het landelijk gemiddelde. > Meer info: bit.ly/KCv4uC

Foto: nieuwsbrief ‘Een Mooie Maaltijd in Brabant’ 2 2012 STREEK 5


Achtergrond In het najaar van 2010 besloot het - inmiddels demissionaire - kabinet om gemeenten nog meer verantwoordelijk te maken voor de begeleiding van mensen die zorg en hulp nodig hebben, door nog meer taken over te hevelen naar de Wmo, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Zo valt onder de Wmo nu ook ondersteuning van mensen met een matige of zware beperking (AWBZ), jongeren die extra zorg nodig hebben (jeugdzorg) of mensen met een arbeidsbeperking (Wet werken naar vermogen). Dat heeft voor gemeenten ingrijpende financiële en organisatorische gevolgen, vooral als er veel mensen gebruik maken van voorzieningen. Oost-Groningen is zo’n regio. Hoe gaan gemeenten daar met deze uitdaging om?

Hoe plattelandsgemeenten omgaan met de decentralisaties van zorg en sociale zekerheidswetgeving

Inzetten op meer Noaberschap De gedachte achter de decentralisatie van zorg, is dat gemeenten dat effectiever kunnen omdat ze dichter bij de burger staan. Hoewel in het Lenteakkoord veel plannen van de regering weer worden teruggedraaid, is de verwachting dat in een volgend kabinet de trend van decentralisatie wordt doorgezet. Arjen Konijnenberg van de VNG (Vereniging

van Nederlandse Gemeenten) vertelt dat gemeenten op zich positief zijn over het idee om de dienstverlening dichterbij de burger te brengen. Gemeenten hebben echter grote twijfels over de korte termijn waarbinnen de plannen uitgevoerd moeten worden en vinden de daarvoor beschikbare financiële middelen onvoldoende.

Plattelandsproblemen Alle gemeenten kampen bij het implementeren van de Wmo met hun eigen problematiek. Wel blijkt dat plattelandsgemeenten hierbij specifieke uitdagingen ervaren: de afstanden zijn bijvoorbeeld groter, er zijn minder voorzieningen en minder specialisaties, blijkt uit het WMO-trendrapport 2012 van MOVISIE, kenniscentrum voor sociale vraagstukken. Voor sommige kwetsbare burgers is er daarom minder professioneel aanbod. Daar staat tegenover dat sociale netwerken en vrijwilligers op het platteland vaker dan in de stad de helpende hand bieden, ondersteund en gestimuleerd door professionele organisaties. Bij het implementeren van de nieuwe regels

“ Het programma richt zich op de combinatie van individu én wijk, en op het activeren van mensen in plaats van enkel hulp verlenen.”

“We willen ‘noaberschap’ stimuleren. Kijken hoe iemand nuttig kan zijn in de maatschappij: iemand met een scootmobiel vindt het misschien leuk om anderen voor te lezen.” Foto Astrid van Arkel 6 STREEK 2 2012

krijgen gemeenten waar veel inwoners gebruik maken van sociale voorzieningen te maken met hoge extra kosten. Dat geldt zeker ook voor de plattelandsgemeenten Pekela en Veendam in Oost-Groningen. Hennie Hemmes, wethouder in Pekela: “Dit is een regio met veel vergrijzing, veel mensen in de WAO en relatief veel mensen die gebruik


Daarmee sluiten de Oost-Groningse gemeentes aan bij de trend die MOVISIE constateert: het platteland lijkt qua Wmo in sommige opzichten vooruit te lopen op de stad. Uitvoeringsorganisaties sluiten nauw aan bij de activiteiten van burgers, en burgers worden gestimuleerd om zelf actief te worden.

Wethouder Hemmes (Pekela): “De vergrijzing, en de vele mensen in WAO en sociale werkvoorziening maakt het uitvoeren van de nieuwe wetgeving voor ons financieel erg moeilijk”. Foto: Egbert Hermsen

maken van sociale werkvoorziening. Zo’n grote doelgroep maakt het uitvoeren van de nieuwe wetgeving voor ons financieel erg moeilijk.” Achter de geraniums vandaan De gemeenten Pekela en Veendam moesten dus flink bezuinigen. Er is een programma gestart waarin onder andere sociale wijkteams zijn opgezet, met daarin mensen uit alle betrokken organisaties zoals Werk en Inkomen, de welzijnsinstellingen en de wijkverpleegkundige. Programmaleider Anneke Dragt: “Doel is de bureaucratie en het aantal hulpverleners dat bij een gezin over

de vloer komt te verminderen, en daarmee kosten te besparen. Het programma richt zich op de combinatie van individu én wijk, en op het activeren van mensen in plaats van enkel hulp verlenen.” Het belangrijkste daarbij is volgens wethouder Hemmes het stimuleren van ‘noaberschap’. “Kijken of je mensen achter de geraniums weg kan krijgen. Kijken hoe iemand nuttig kan zijn in de maatschappij: iemand met een scootmobiel vindt het misschien leuk om anderen voor te lezen. Zo koppelen we mensen aan elkaar. Dat is goed voor het welbevinden van de mensen zelf, en het levert de gemeente uiteindelijk geld op.”

Meer mandaat In Oost-Groningen zijn de sociale wijkteams onlangs gestart en Dragt merkt dat medewerkers erg enthousiast zijn. De uitdaging daarbij is om iedereen mee te nemen. De samenwerking in wijkgerichte teams vraagt een cultuuromslag binnen alle partijen, en het succes van het programma valt of staat met de samenwerking en bereidheid tot veranderen in alle lagen van de organisatie. De sociale teams lopen ook aan tegen allerhande regelgeving. Dragt: “Dat merken medewerkers in andere organisaties en in de eigen organisatie. We willen medewerkers veel meer mandaat geven, en ons meer richten op het geven van verantwoordelijkheid dan op het steeds controleren. We merken nu dat we te weinig achter de voordeur hebben gekeken, en te veel op papier. Dat gaan we vanaf nu anders doen!” Chantal Steuten

Meer info: Wmo-trendrapport 2012. MOVISIE. Aletta Winsemius, zie www.movisie.nl (vanaf eind juni beschikbaar)

Over welke wetten en veranderingen gaat het? • Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning is per 1 januari 2007 ingevoerd, met als doel participatie van alle burgers, dus ook mensen met een beperking. De uitvoering ligt bij de gemeenten. • AWBZ: Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is een (verplichte) collectieve ziektenkostenverzekering voor hulp aan mensen met een langdurige fysieke of psychiatrische beperking. De verantwoordelijkheid ligt bij het Rijk, en de uitvoering bij zorgverzekeraars. • WSW: Wet Sociale Werkvoorziening regelt dat mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking kunnen werken in de sociale werkvoorziening. De verantwoordelijkheid ligt bij het Rijk en de uitvoering bij de gemeenten. • Wet op de Jeugdzorg biedt hulp aan jongeren en ouders bij het oplossen van opgroeien opvoedproblemen. De verantwoordelijkheid ligt bij het Rijk en de uitvoering bij de provincie.

AWBZ

WSW

Jeugdzorg

Wmo

Wetsveranderingen: de overheid wil dat een deel van de AWBZ en Jeugdzorg onder de Wmo, en dus de verantwoordelijkheid van de gemeenten komt te vallen. Na de val van het kabinet werd echter in het Lente-akkoord een groot deel van de geplande veranderingen weer teruggedraaid. De wet Werken naar Vermogen (inclusief de herstructurering van de WSW) is controversieel verklaard. Pas na de verkiezingen zal er meer duidelijkheid komen.

2 2012 STREEK 7


Achtergrond Boeren in Duitsland zijn verslingerd aan hun biovergisters. Met EU-steun wekken zij energie op uit landbouwproducten. Vooral maïs is een gewilde grondstof, zo gewild dat zelfs aan deze kant van de grens boeren overschakelen op de verbouw van maïs. Dat gaat ten koste van de teelt van hennep. De directeur van Hempflax – het in Oude Pekela gevestigde bedrijf dat van hennep isolatiemateriaal, dashboards en absorberend strooisel maakt – vraagt zich af of zijn fabriek nog wel op de juiste plaats staat. Gronings gedeputeerde Wiebe van der Ploeg ziet nog kansen om het tij te keren.

Bio-energie zit de biobased economy in de weg

In Duitsland zijn er door stimuleringssubsidies voor duurzame energie duizenden biovergisters gebouwd. Om die aan de gang te houden betalen Duitse boeren zo’n goede prijs voor maïs, dat ook Nederlandse boeren liever maïs verbouwen dan bijvoorbeeld vezelhennep. Foto: RWE Innogy

“Duitsland maakt serieus werk van duurzame energie en het terugdringen van de CO2-uitstoot”, vertelt Frans Debets, zelfstandig adviseur op het gebied van duurzame energie. “Die daadkracht is ingegeven door de wens minder afhankelijk te worden van de invoer van Russisch gas. Plus dat men af wil van kernenergie. Daarom zie je er veel meer zonnecellen op daken en windmolens dan in ons land. Daarnaast stimuleert de Bondsregering de opwekking van energie uit biomassa met 8 STREEK 2 2012

een reeks subsidies die voortvloeien uit de Erneuerbare Energien Gesetz, de wet die beoogt dat in 2020 20 procent van de energie duurzaam wordt opgewekt.” De nadruk ligt daarbij volgens Debets op kleine systemen die hooguit goed zijn voor de opwekking van 500 kilowatt aan stroom. “Daarvan staan er nu zo’n 6000 op boerenerven opgesteld. Een belangrijke grondstof voor deze vergisters is maïs, omdat deze plant veel voordelen biedt. Je kunt ’m in

zijn geheel, dus inclusief kolf, vergisten, hij is makkelijk te oogsten, produceert veel gas en laat zich als kuilmaïs ook nog makkelijk bewaren.” Dat laatste is van belang om de vergister het hele jaar te kunnen voeden. Herwinbare grondstof Gezien de stijgende vraag naar maïs ziet Debets meer en meer boeren in de veenkoloniën van Groningen en Drenthe hun teeltplan aanpassen. “De Duitse boeren betalen er goed voor en dus zie je meer


maïsakkers tussen de velden met koolzaad, bieten en aardappels verschijnen. Een deel van de maïs gaat de grens over, een ander deel vindt zijn weg naar vergisters in eigen land, want ook hier zijn ze in opkomst.” Ook Mark Reinders, directeur van de in 1994 geopende fabriek Hempflax, heeft deze trend zien inzetten. “Wij waren bezig om hennep als landbouwgewas in Nederland te herintroduceren, met als doel om met herwinbare grondstoffen milieubelastende synthetische vezels als nylon en plastics te vervangen. Maar de laatste jaren neemt het areaal weer af, zowel in eigen land als in Emsland.” In Duitsland is de hennepteelt in tegenstelling tot Nederland nooit weggeweest; vandaar dat Hempflax nog altijd een flink deel van zijn grondstoffen van net over de grens betrekt. Maar dit areaal loopt snel terug: van 380 hectare in 2009 tot 60 hectare vorig jaar, aldus Reinders.

Mark Reinders van vezelhennepfabriek Hempflax: “De teelt van vezelhennep wordt niet alleen lastig door de hoge Duitse maïsprijs. Ook de Europese subsidie is weggevallen. En vezelhennep uit Tsjechië of Polen halen past niet in onze ambitie om ecologisch verantwoord te produceren.” Foto: Hempflax

De Duitse boeren betalen er goed voor en dus zie je meer maïsakkers tussen de velden met koolzaad, bieten en aardappels verschijnen Die teruggang is veel groter dan in Nederland, maar het punt is volgens hem dat “Groningen is aangewezen als plek waar de biobased economy van de grond zou kunnen komen en daar past ons bedrijf natuurlijk prima in. De praktijk is echter dat we worden tegengewerkt.” Als voorbeeld noemt hij het wegvallen, vorig jaar, van een Europese subsidie. “Per ton hennepvezels kregen wij 90 euro subsidie, die wij weer doorsluisden naar de boeren in de vorm van een hogere prijs die wij voor hun product betaalden.” Nu er ook nog eens minder hennep in de directe omgeving wordt geproduceerd, zit er voor Reinders niets anders op dan zijn grondstoffen van ver te halen. “We zijn nu genoodzaakt de hennep in Tsjechië, het oosten van Duitsland en zelfs Polen te halen. Maar het zal duidelijk zijn dat dit gezien de transportkosten en onze ambitie om ecologisch verantwoord te produceren, niet kan voortduren. Er komt een moment waarop we ons moeten afvragen of onze fabriek wel op de goede plaats staat.”

Ook in Nederland zijn biovergisters in opmars. Foto: Dagblad van het Noorden, Duncan Wijting

Na de vezel ook het blad Zo’n vaart ziet Wiebe van der Ploeg (GroenLinks), Gronings gedeputeerde met landbouw in zijn portefeuille, het nog niet lopen. “Ik zie nog altijd potentie voor hennep in Groningen. Er is namelijk meer mee te doen dan alleen verwerking van de vezels. Het blad blijkt eiwitrijk te zijn en dat blijft nu nog achter op het land bij de oogst. Door de oogstmethode te verbeteren kun je de bladeren ook benutten en die betrekken in het proces van grasdrogerij.”

Juist nu hebben initiatiefnemers een voorstel aan het provinciebestuur gedaan om, zoals Van der Ploeg het zegt, “de hennep verder te verwaarden.” Wat het voorstel precies inhoudt, kan Van der Ploeg in dit stadium niet zeggen. “Maar wel dat we zulke ontwikkelingen zullen stimuleren, want er is ons inderdaad veel aan gelegen om de biobased economy in Groningen van de grond te krijgen.” Wim van Wijk 2 2012 STREEK 9


STR EE K BEW O NERS S T R E E K bewoners portretteert mensen die zi c h inzetten voor een sterk en aantrekke l i j k p l atte l and

Lotty Nijhuis

“Ik leer mensen snappen dat de bij er moet zijn” Waarom bent u een educatieimkerij begonnen? Mijn moeder is in 1985 een ­ hobbyimkerij begonnen, zij heeft die interesse op mij overgedragen. Ik ben van huis uit leerkracht op een basisschool, heb een passie voor uitleg. En er is weinig kennis overgebleven over de natuur. Daarom ben ik in 1999 met de educatie-imkerij begonnen. Ik wil mensen niet zozeer leren over de productie van honing, maar vooral over het leven van de bij. Er is een belevingsroute, mensen kunnen bij de bijenkasten kijken, kaarsen maken, honing proeven en genieten. Ik bied echt een ­ middagje uit. Ik krijg veel familieen bedrijfsfeestjes. Verder komen er veel schoolklassen, sinds 2010 ben ik gecertificeerd voor boerderijeducatie.

Waarom zijn bijen belangrijk? Bijen zijn een schakel in de natuur. Ze zorgen voor de bestuiving van bloemen, zijn het transportmiddel voor het bestuivingsmateriaal. Zonder bijen is er geen zaadvorming. Veel mensen weten dat ­ niet, ook volwassenen niet. ­ Ze zijn vooral bang voor bijen, ­ dat ze steken. Wat leren mensen bij u op de imkerij? Hier komen mensen in aanraking met bijen, ze zien dat ze er niet bang voor hoeven zijn. Ook zien ze hoe het werkt: dat je wel een zakje zaad kunt kopen, maar dat je volgend jaar geen bloemen meer hebt als je geen bijen toelaat in je tuin. Ze zien het belang van bijen. De bij is uit de voedselketen gehaald, maar is een onmisbaar onderdeel. Door een directe con-

frontatie snappen mensen dat de bij er moet zijn. Dat ze zelf meer bloemen in de tuin moeten zetten en minder snel naar de gifspuit moeten grijpen. Wat betekent educatie voor de toekomst van bijen? Educatie is de bron van hoe we naar natuur kijken. Door kennis krijg je er respect voor en affiniteit mee. En ik merk dat het helpt. Mensen zien, horen, proeven en doen. Door de zintuigen te prikkelen krijgen ze er feeling mee. Educatie werkt ook het beste als mensen ergens naartoe gaan. Daarom vind ik boerderijeducatie zo belangrijk. Alle zintuigen worden erdoor geprikkeld. Er zou meer aandacht voor boerderijeducatie moeten komen. > www.imkerij.nl

Educatie-imkerij ’t Schuurtje, Loosdrecht

Hetty Kastelein Harmen Peters biologische tuinderij ’t Gelders Eiland, Lobith

“ Wat interessant is voor bijen, is ook goed voor andere insecten” Hoe bent u begonnen met bio­ logische fruitteelt? Mijn vrouw en ik zijn vanuit de akkerbouw overgestapt op de fruitteelt. We begonnen toen echt als leken. We hebben het eerst vier jaar aangekeken in de gangbare fruitteelt. Toen zijn we toch verder gaan kijken. Onze buurman werkte ondertussen al 15 jaar biologisch, dat ging elk jaar beter. In 1990 zijn we overgestapt naar biologisch. Waarom is biologisch belangrijk voor bijen? In de gangbare landbouw gaat het niet goed met bijen. Bestrijdingsmiddelen zijn een groot probleem en ook de monocultuur, je hebt ­ biodiversiteit nodig. Bij ons gaat het goed met de bijen. Dat komt niet alleen door de biologische productiemethode. We hebben veel verschillende gewassen, en 10 STREEK 2 2012

we planten bijvoorbeeld ook ruigtes. In de fruitteelt gelden bijen als maat­-­ staf: wat interessant is voor bijen, ­ is ook goed voor andere insecten. Het is een complete dierentuin hier. Daar moet je wel een balans in zien te vinden. Soms heb je ook nadelige effecten, zoals schadelijke rupsen. Dat proberen we dan weer op te vangen door vogelkastjes op te hangen. Maar problemen in de gang­-­ bare fruitteelt, zoals de perenblad­ vlo, daar hebben wij nauwelijks ­ last van. Wat vindt de consument ervan? De markt voor biologisch groeit, maar ondertussen zegt de overheid dat gangbare landbouw ook goed is. Bij veel mensen ontbreekt het gewoon aan de kennis. Daarom is onlangs de campagne ‘Bijen houden van biologisch’ van start gegaan. Doel is om de consument bewust te

maken, want die heeft de macht. Heeft de biologische landbouw de toekomst voor bijen? De biologische landbouw is klein maar groeit gestaag. Maar alles gebeurt te twijfelachtig. De overheid kiest niet. Ondertussen zijn er nieuwe bestrijdingsmiddelen op de markt gekomen die zwaar giftig blijken. Frankrijk heeft ze al verboden, maar hier zit er nog geen beweging in. De meningen over het belang van biologisch landbouw blijven verdeeld, ook al liggen er verschillende onderzoeken op tafel. Dus proberen we met campagnes dingen onder de aandacht te brengen, zoals nu de bijensterfte in het Jaar van de Bij. > www.gelderseiland.com

http://www.facebook.com/ tgelders.eiland


In Streekbewoners deze zomer van het ‘Jaar van de Bij’ mensen die bezig zijn met bijen en biodiversiteit.

“ Zonder bijen moet alle bestuiving met de hand gebeuren, bloem voor bloem” Waarom ben je bijen gaan houden? Ik wou het eigenlijk al vanaf mijn vierde. Ik heb altijd al iets met insecten gehad. Ik vond bijen ook heel mooi. Ooit heb ik zelf een bijenkast gebouwd, maar die was te klein. Toen kreeg ik van een vriendin van mijn moeder een bijenvolk. Met haar ben ik vorig jaar gaan samenwerken. Zelf heb ik een elframer, een kast met elf bijenramen. In het ene raam zit de honing, in het andere het stuifmeel. In weer een ander raam zitten eitjes en larven, die verzorgd worden tot bij. Het broednest zit midden in de kast, omdat het broed warmte nodig heeft. De rest zit aan de buitenkant. De koningin legt de eitjes. Bovenin zit een extra kamer maar daar kan

de koningin niet komen. Daar zitten geen eitjes, wel honing. Die honing haal je er met een slinger uit. De bijen moet je er dan eerst afschudden. Ik gebruik dan rook, daar worden ze rustig van. Waarom zijn bijen belangrijk? Alle vruchten, aardbeien, kersen, appels, noem maar op, daar zorgen bijen voor. Zij verzamelen stuifmeel. Als dat in een bloem in een bepaald vakje valt, krijg je vruchten. In een kas kunnen bijen niet komen. Daar moet alles met de hand. Als er geen bijen zouden zijn, dan zou alles met de hand moeten gebeuren, bloem voor bloem. Dat red je niet. Wat vinden mensen ervan dat je bijen houdt? Vorig jaar heb ik op school een

spreekbeurt gehouden over bijen. Maar ik denk dat als ik er nu een vraag over zou stellen, dat ze het alweer vergeten zijn. Veel vriendjes vinden het denk ik wel spannend, en ook een beetje eng. Nadeel is dat je gestoken kunt worden. Dat gebeurt niet als je niks verkeerd doet, maar iedereen doet wel eens wat verkeerd. Een snelle beweging, of dat je te lang bezig bent. De eerste keer doet het wel zeer, maar later voelt het al snel als een gewone muggenbult. Wil je later ook iets met bijen doen? Ik wil wel door blijven gaan met bijen houden. Ik heb nu een kast en een pak van samen tweehonderd euro. Maar het is voor mij wel meer een hobby. Ik wil eigenlijk later bakker worden.

10 jaar, imker

Emiel Wolfs Adri Rademaker stadsimker in Apeldoorn

“ In de stad is de flora veel diverser dan op het platteland” Waarom bent u bijen gaan houden in de stad? Bijen hebben al heel lang mijn interesse, dus heb ik vorig jaar bij de imkervereniging een basiscursus gevolgd. Toen ben ik begonnen in een bijenstal buiten Apeldoorn, omdat ik zelf maar een kleine tuin heb. Dat is lastig met de aanvliegroute van de bijen. Maar het is veel leuker om de bijen dicht bij huis te hebben. Om even langs te lopen, het af- en aanvliegen te bekijken en te zien met welke kleuren stuifmeel ze terugkomen. Uiteindelijk kon ik dit stuk grond van de gemeente in bruikleen krijgen.

volg veelal een substantieel grotere honingoogst. Op het platteland is deze variatie en bijbehorende lange aaneengesloten drachtperiode vrijwel verdwenen. Eigenlijk is dat heel raar: op het platteland heb je juist de ­ bestuiving het hardste nodig.

gebruik van het stukje gemeentegroen voor een langere termijn zou daarbij ook wel helpen.

Heeft het de toekomst? In de stad is meer te halen voor bijen. Het schijnt mij toe dat daardoor de groei- en overlevingskansen voor bijWat vinden mensen ervan, bijen in envolken beter zijn dan op het plattede stad? land. Maar ik geloof niet dat het iets Mijn buren zijn enthousiast, die kooplost voor de huidige bijensterfte. men ook af en toe kijken. Maar veel Die is het gevolg van een combinatie mensen weten het verschil niet tusvan factoren, zoals de monocultuur sen een wesp en een bij. Honingbijen en het gebruik van bestrijdings­ hebben nectar en stuifmeel nodig als middelen in combinatie met de varvoeding voor de larfjes en zichzelf. roamijt. Gelukkig zijn er wel boeren Iets anders eten ze niet, in tegenstel- die nu hun randen inzaaien met bloeWaarom is de stad voor bijen ling tot wespen. Bijen hebben helemen. Ik ben optimistisch, er zijn zo belangrijk? maal geen interesse in onze zoetighe- langzamerhand al meer veldbloemen In de stad is de flora veel diverser dan den. Het zou schelen als mensen dat te zien. Ik geloof vast dat die ontwikop het platteland. Daardoor is er een weten. Als ik voldoende kasten heb keling zich zal voortzetten. Goed voor lange, meer aaneengesloten bloeitijd, en er ook iets te zien valt, ben ik van de bij en daardoor goed voor de mens! waardoor bijen er langer stuifmeel plan vaker mensen te laten komen en nectar kunnen halen. Met als gekijken. Iets meer zekerheid over het > www.apeldoornse-stadsimkerij.nl 2 2012 STREEK 11


Achtergrond In Streek dit jaar een serie artikelen over geld. Waar haal je op het platteland financiering vandaan in tijden van bezuinigingen en recessie? Deel 2 zoekt het antwoord in samenwerking, ofwel coöperaties.

Geld voor het platteland deel 2: coöperaties “Recessie vergroot belangstelling voor coöperaties”

Het is niet toevallig dat de VN 2012 heeft uitgeroepen tot het ‘Jaar van de Coöperatie’. Linda de Bie van de Nationale Coöperatieve Raad (NCR) voor land- en tuinbouw noemt de recessie als aanleiding. “Mensen komen er achter dat je niet altijd alles maar kunt kapitaliseren.” Daarnaast speelt mee dat coöperaties een robuuste ondernemingsvorm zijn. “Ze hebben in moeilijke tijden een langere adem.” Nederland telt 2640 coöperaties die ook echt bedrijfsmatig bezig zijn. De NCR ­ heeft in het kader van het Jaar van de Coöperatie een overzicht laten maken ­ van de economische betekenis van de coöperatieve onderneming (beschikbaar via www.jaarvandecooperatie.nl). De Bie, beleidsmedewerker NCR, kan daarom vertellen dat de meeste niet meer in de traditionele agrarische, de inkoop- of de financiële sector werkzaam zijn, maar vallen onder de categorie overige. “Het zijn nu diëtistes, tandartsen en kraamverzorg-

sters die een coöperatie oprichten en verder ben ik coöperaties voor energie, kinderopvang, onderwijs en zorg tegengekomen.” En elk jaar komen er nog enkele tientallen in deze nieuwe sectoren bij. ­ Dat is opmerkelijk als je weet dat negen van de tien oudste coöperaties met ­ (brand)verzekeringen van doen hadden. Robuust Ze is blij met de extra aandacht die het Jaar van de Coöperatie voor deze onder­ nemingsvorm genereert. “Het is immers een bedrijfsvorm die mogelijkheden biedt, zeker in deze economisch mindere tijd. Omdat een coöperatie niet op winst ­ gericht is – maar wel mag maken! – zijn ­ ze robuust.” Daarmee bedoelt zij dat ze ­ het doorgaans langer volhouden, omdat het eigen vermogen vaak groter is. “Als er winst wordt behaald, wordt een deel in de reserves gestopt. Daar kun je dan op teren als het even minder goed gaat.” Wim van Wijk

Gemeente is dankzij zorg­coöperatie goedkoper uit Ruim twee jaar is Helenaveen een zorgcoöperatie rijk. Zo hebben de bewoners van dit 861 inwoners tellende dorp in de Peel voor elkaar gekregen dat de ouderen langer in hun dorp kunnen blijven wonen. Voorzitter Jan Gerrits stelt dat ook de gemeente Deurne er wel bij vaart. “Wij nemen ze de zorg- en welzijnstaken uit handen. En doen dat 15 procent goedkoper dan wat de AWBZ daar nu aan kwijt is.”

12 STREEK 2 2012

Een paar jaar geleden vroegen een paar bewoners van Helenaveen zich af of er geen seniorenappartementen konden komen in het leegkomende klooster, herinnert Gerrits zich. Dat werd niks, maar het idee bleef om het voor ouderen aantrekkelijk te maken langer in het dorp te blijven wonen. Met hulp van een adviesbureau kwamen ze met een voorstel van weliswaar een kwart miljoen euro, maar dat prima

In het huiskamerpaviljoen bezoeken acht mensen de dag­besteding, die wordt verzorgd door zeven vrijwilligers. Foto: Van Santvoort Architecten


Samen energie opwekken schept banen en lokale geldstromen

Brendan de Graaf, TexelEngergie: “Bijna een kwart van eilanders is lid” Foto: Heleen Vink

“Texelaren hebben nu eenmaal de behoefte om dingen zelf te doen, om onafhankelijk te zijn.” Dat is volgens directeur Brendan de Graaf een drijfveer geweest om in 2007 energiecoöperatie TexelEnergie op te richten. Bijna een kwart van de ruim 13.500 eilanders is lid en bespaart zo op de energierekening. Verder schept de coöperatie hoogwaar­dige banen. Maar bovenal rouleert een steeds groter deel van de 30 miljoen euro die heel Texel jaarlijks aan gas, stroom en warmte uitgeeft, nu op het eiland zelf. De veerdienst met Den Helder wordt ook door alle Texelaren geëxploiteerd. “Zo gek is het dus niet dat we nu ook onze energievoorziening in eigen hand willen nemen”, vindt De Graaf. “We zijn nu bijna vijf jaar bezig, hebben zo’n 3000 leden en dat aantal groeit nog altijd. Mensen willen meedoen vanwege het gemeenschapsgevoel, omdat ze korting krijgen op het energietarief en omdat ze kunnen meepraten over de koers van de onderneming.” Er is bewust voor de coöperatievorm gekozen om de eilanders te betrekken en een vijandige overname te voorkomen.

Goed voor de eigen economie TexelEnergie koopt en verkoopt niet alleen duurzame energie, maar produceert ook zelf. “Met zonnepanelen en binnenkort een biomassa­kachel. Daarnaast zijn er vergevorderde plannen voor een biomassaver­gister en mogelijk ook windmolens.” De voordelen voor Texel als gemeenschap zijn talrijk. “We scheppen werkgelegenheid. Onze eigen onderneming alleen al geeft vijf mensen werk; lokale aannemers hebben hun handen vol aan het plaatsen van zonnepanelen en straks het aanvoeren van snoeihout voor de biomassakachel.” Als de biomassavergister in gebruik is, levert die volgens De Graaf ook nog eens als restproduct een hoogwaardige mest op. “Daar heeft Texel een tekort aan, wat nu wordt aangevuld met mest ‘van de overkant’.” Met die vergister denkt TexelEnergie 20 procent van het aardgasverbruik op het eiland te compenseren. “En zo komen we steeds dichter bij onze doelstelling om een flink deel van de 30 miljoen euro die jaarlijks op Texel uitgegeven wordt aan energie, ten goede te laten komen aan de eigen economie.”

TexelEnergie koopt en verkoopt niet alleen duurzame energie, maar produceert ook zelf: zonnepanelen en binnenkort een biomassakachel. Foto: TexelEnergie

bleek te passen in het Integraal Dorpsontwikkelingsplan. “Gemeente en provincie gingen akkoord en wij konden aan de slag.” Wij – dat was inmiddels een coöperatie geworden. “Als coöperatie kun je zakelijk optreden. Personeel in dienst nemen bijvoorbeeld.” Tijdens een informatieavond bleek er vooral behoefte te zijn aan dagbesteding, vervolgens een klusjesdienst, en een infor-

matiepunt waar je ook zaken als een rollator kunt huren. Helemaal mooi zou het zijn als er een hofje zou komen met een huiskamerpaviljoen en zorgwoningen. Nu, 3 jaar later, is dit allemaal werkelijkheid geworden: het huiskamerpaviljoen is op 5 april geopend, de zorgwoningen zijn in aanbouw. Verder bezoeken acht mensen de dagbesteding, die wordt verzorgd door zeven vrijwilligers. Weer

twee anderen bieden hun diensten als klusjesman aan. Zeventig leden telt de vereniging - en dat aantal groeit nog altijd - voor twee euro per maand. “Dat is inderdaad een symbolisch bedrag, maar de enige kosten zijn de vergaderkosten van het bestuur. De dagbesteding bijvoorbeeld wordt uit de AWBZ bekostigd.” Nu de uitvoering van de AWBZ een gemeentelijke taak wordt, worden de voordelen

van de coöperatie nog duidelijker. Gerrits: “We willen beroepskrachten aanstellen en daarmee de gemeente ontlasten. Om te beginnen een wijkverpleegster. Maar dankzij onze vrijwilligers denken wij goedkoper te kunnen werken dan wat het AWBZ nu aan zorg uitgeeft in ons dorp. Zeker vijftien procent!”

2 2012 STREEK 13


ONTMOETstichting STICHTINGDoen D OEN ontmoet Nieuweontmoetingsplekken Ontmoetingsplekken nieuwe

Nieuweontmoetingsplekken ontmoetingsplekken Nieuwe leveren een een positieve positievebijdrage bijdrage leveren enonderlinge onderlinge aan de leefbaarheid leefbaarheid en betrokkenheidinineen eenbuurt, buurt,dorp dorp betrokkenheid of streek. Het zijn bijzondere bijzondere activiteiten of of online onlineinitiatieven, initiatieven, activiteiten waarbij het het stimuleren stimuleren van van onderling onderling waarbij contact voorop vooropstaat. staat.Safka Safka contact Overweel,programmamanager programmamanager Overweel, bijbij Stichting DOEN: DOEN:‘We ‘Weondersteunen ondersteunen Stichting specifiek initiatieven initiatievendie dieeen eencreatieve, creatieve,innovatieve innovatieveenen specifiek verrassende aanpak aanpakhanteren hanterenom omtot totmeer meersociale socialebinding binding verrassende Benjijjij bezig bezigmet meteen eendergelijk dergelijkinitiatief? initiatief?Mail Mail te komen.’ komen.’ Ben safka@doen.nlof dit naar safka@doen.nl of kijk kijkop: op: www.doen.nl/nieuweontmoetingsplekken www.doen.nl/nieuweontmoetingsplekken

netwerk Netwerk Duurzame DuurzameDorpen Dorpen

eigen dorp dorp werken In je eigen werkenaan aan een duurzame een duurzametoekomst. toekomst. Het kan! Dat bewijzen bewijzen de Het de dorpelingen die dorpelingen dieactief actiefzijn zijn Netwerk Duurzame in het Netwerk Duurzame Dorpen. Een Dorpen. Eendorpstuin, dorpstuin, een duurzaam een duurzaamdorpshuis dorpshuis samen aan de zonnepanelen: zonnepanelen: alle of samen aan de alleplannen plannenkun kunjeje raadplegen via raadplegen viahet hetkennisplatform. kennisplatform.Kom Komook ookinincontact contactenen wissel ideeën ideeën uit. uit. Kortom, Kortom, laat inspireren. Of laat je inspireren. Of nog nogbeter: beter: meld eigen dorp meld je eigen dorpaan. aan. www.netwerkduurzamedorpen.nl www.netwerkduurzamedorpen.nl

rtv-noF geeft krimpgebieden weer glans RTV-NOF geeft krimpgebieden weer glans Mensen Mensentrekken trekkenweg weg uit een een krimpgebied, krimpgebied, maar niet maar dat wil niet zeggen zeggendat dater er niets niets meer meer gebeurt. gebeurt.De De lokale omroep omroep Noordoost NoordoostFriesland Friesland betrekt betrekt vrijwilligers, van van jong jong tot tot oud, oud,bij bijhet hetmaken makenvan vannieuws, nieuws,reportages reportagesenen videoverslagen videoverslagenuit uithun hunkrimpregio. krimpregio.Het Hetsterkt sterktdedebewoners bewoners in hun hun strijd tegen tegen de de verschraling verschraling van van voorzieningen voorzieningenenen het het uiteenvallen uiteenvallenvan vangemeenschappen. gemeenschappen.

Advertorial Advertorial

Wongemaverbindt verbindt stad land Wongema stad enen land

brengtdorpsbewoners dorpsbewonersvan vanHornhuizen Hornhuizen Erik Wong Wong brengt in in Groningenenenstedelijke stedelijkecreatieven creatievensamen sameninineen eenoud oud Groningen pand dat dat hij hij voor voor de de sloop sloop behoedde. behoedde. pand in een een huis huis tegenover tegenoverWongema. Wongema. Amsterdam ‘Ik woon woon in InInAmsterdam heb ik een ontwerpstudioenenikikben bencoördinator coördinator heb een eigen eigen ontwerpstudio bijbij de Gerrit Academie’,vertelt verteltErik Erik Wong. Wong. de Gerrit Rietveld Rietveld Academie’, Om het het pand pandte teredden, redden,besloot besloothijhijde dekennis kennisenenkracht kracht Om van beide beide werelden wereldentetebundelen. bundelen.Met Metals alsresultaat resultaatdat dat van leven in in de van het het zijn creatieve creatieve leven de stad en en de dynamiek dynamiek van platteland nu nu bijeenkomen bijeenkomenininzijn zijndorpscafé dorpscaféWongema. Wongema. platteland Samen met met kunststudenten kunststudentenenendorpsbewoners dorpsbewoners Samen organiseert Erik Erik er activiteiten thema’sals als krimp, organiseert activiteiten rond rond thema’s krimp, duurzaamheidenencultuurhistorie. cultuurhistorie. lokale landbouw, landbouw, duurzaamheid omarmddoor doorlokale lokale Erik: ‘De ‘De komst van Wongema Wongema isis omarmd enonderzoeksbureaus. onderzoeksbureaus. heeft politici, werkgroepen werkgroepen en HetHet heeft de de krimpdiscussie een een impuls impuls gegeven.’ gegeven.’ krimpdiscussie Het pand pand kent kent nu numeer meerfuncties functiesdan danooit. ooit.Het Hetisiseen een Het dorpscafé. Studenten Studentenvan vankunstacademies kunstacademies werken dorpscafé. werken erer ontwikkelingen endorpsbewoners dorpsbewoners gebruiken aan hun hun ontwikkeling gebruiken het pand pand als als ‘huiskamer’ voor diverse diverseactiviteiten. activiteiten. het ‘huiskamer’ voor ‘Het meest meest trots trots ben ben ik op vanalal die die ‘Het op de de combinatie combinatie van functies en en doelgroepen. doelgroepen.Dat Datmensen mensen buurt hun functies uituitdedebuurt ererhun verjaardagsfeest vieren, vieren,dat dat de de buurvrouw buurvrouwdie dievan vanweinig weinig verjaardagsfeest rond moet moetkomen komentoch tochregelmatig regelmatigkomt komt eten rond eten enen datdat opop hoogniveau niveaugedacht, gedacht,gepraat gepraatenengemaakt gemaakt wordt.’ hoog wordt.’ Stichting DOEN DOENsteunt steuntWongema, Wongema, omdat Erik Wong Stichting omdat Erik Wong op een op een hele hele nieuwe nieuween enverrassende verrassendemanier manierlaat laatzien zien hoe hoe je je van van een een oud ouddorpscafé dorpscaféeen eenbijzondere bijzonderenieuwe nieuwe ontmoetingsplek was ontmoetingsplekmaakt. maakt.Erik: Erik:‘De ‘Debijdrage bijdragevan vanDOEN DOEN was belangrijk. belangrijk. Zonder ZonderDOEN DOENwas washet hetheel heellastig lastiggeweest geweestom om dit initiatief te realiseren. realiseren. www.wongema.nl www.wongema.nl

www.radionof.nl www.radionof.nl

Foto: Heleen HeleenKlopper Klopper Foto: 120523_ 8_DOEN_ADV+ADVERTORIAL STREEK.indd 2-3 14 STREEK 2 2012

dorpscafé Wongema dorpscafé Wongema


Advertentie

Denken

is mooi maar laten We vooral

Heb jij een goed idee om de sociale cohesie in jouw dorp, streek of buurt te bevorderen? Bijvoorbeeld door het creĂŤren van een nieuwe ontmoetingsplek (on- of offline) waardoor buurtbewoners elkaar beter leren kennen en meer betrokken raken bij hun buurt. Misschien kunnen wij wat voor je DOEN. Kijk op www.doen.nl/nieuweontmoetingsplekken

Foto: Jonas Lund / Anika Schwarzlose 23-05-12 14:57 2 2012 STREEK 15


Reportage

Cobie Smeenk (tweede van links op tweede foto): “De beslissing om te stoppen was niet makkelijk. Maar het heeft goed uitgepakt. We hebben de camping uitgebreid en een prachtige speelstal gecreëerd voor de kinderen van bezoekers”

Je bent agrariër en stopt je ziel en zaligheid in het bedrijf. Maar vroeg of laat word je een dagje ouder. Nieuwe (milieu)eisen hangen boven je hoofd, misschien heb je te kampen met gezondheidsklachten of gaat het je financieel niet helemaal voor de wind. Of je hebt geen opvolger. Er zijn legio redenen waarom een boer kan besluiten te stoppen met zijn bedrijf. En ineens zit je daar, op een leeg erf met al die gebouwen. Tijdens een excursie in Voorst keken boeren samen naar nieuwe functies voor vrijkomende agrarische bebouwing.

Lege stallen, nieuwe kansen

Excursie functieverandering vrijkomende agrarische bebouwing Toch hoeft het (gedeeltelijk) stoppen van de agrarische bedrijfsvoering niet het einde van ­ de wereld te betekenen. Voor een beetje toe­-­ komstperspectief kan bijvoorbeeld worden besloten tot een functieverandering vrijkomende agrarische bebouwing. Goed voor de land­-­ schappelijke kwaliteit, en goed voor de lokale economie (én die van de boer). Voor wie hierover het naadje van de kous wilde weten, organiseerden Agroplan en Boerenkans ­ op 30 mei een excursie. Locatie: boerderij ­ De Adelaar in Voorst, die sinds kort floreert ­ als camping en recreatieboerderij. Van zelfkennis tot heldere praatschets Bij functieverandering komen veel verschillende partijen en beleidsstukken kijken, en het vraagt een lange adem. Waar begin je dan als agrariër? Breng eerst jezelf en je

16 STREEK 2 2012

bedrijf in kaart, is het advies van landschapsarchitect Margriet Snaaijer (Agroplan). Wat wil ik en wat kan ik? Ben ik eigen­-­ lijk wel een ondernemer? Welke mogelijk­-­ heden biedt de locatie van mijn bedrijf, ­ hoe sta ik er financieel voor, en hoe zit het met de wet- en regelgeving in de regio? Vervolgens is het zaak alles goed uit werken in de vorm van een praatschets. “Je idee gaat er door leven en het laat zien dat je oog hebt voor je omgeving. Daar zijn gemeenten gevoelig voor.” Door na een ‘nee’ Toch is de heersende gedachte dat gemeenten vaak niet willen. Lara de Graaf, van Agroplan: “Het kan best ontmoedigend ­ zijn. Maar voor ons is een eerste ‘nee’ juist een uitnodiging om verder te gaan.” Want uiteindelijk wil ook de gemeente een kwali­-­

teitsverbetering van het landschap, dus staan ze best open voor ideeën. Ga met een goed plan op zoek naar de juiste persoon. ­ En dan het gesprek maar aangaan. Door bijvoorbeeld extra te verevenen is er vaak veel mogelijk, ook als niet helemaal wordt voldaan aan alle regels. De Adelaar Ook boerderij De Adelaar stond enige tijd geleden voor de moeilijke keuze: stoppen ­ of doorgaan? Voor een pachtboerderij in ­ een natuurrijke omgeving was de agrarische ontwikkeling beperkt, en er stonden ook noodzakelijke renovaties op stapel. En dan was er nog die mini-camping. Na lang wikken en wegen besloten eigenaren ­ Wim en Cobie Smeenk deze uit te breiden. Met het plan gingen de koeien de deur uit. Best een gok, maar het heeft goed uitgepakt.


Wim en Cobie Smeenk, eigenaars camping en recreatieboerderij De Adelaar: “De beslissing om te stoppen was niet makkelijk, het was echt een rottijd. Maar onze zoon wilde niet verder met de koeien. Dan gaat de knop wel makkelijker om. En we hadden natuurlijk al twintig jaar die mini-camping, sprongen niet helemaal in het diepe. Uiteindelijk was het de goede beslissing. We trekken vooral veel gezinnen met kleine kinderen. En we doen ook kinderfeestjes, dat loopt gigantisch. Echt heel erg leuk!”

Jouk Dunnink, varkenshouder: “Ik heb een klein bedrijf, ben 56 jaar en heb geen kinderen. Ik doe mee aan de Stoppersregeling: ik moet op termijn stoppen maar krijg wel ontheffing van een aantal verplichtingen. Het liefste ga ik door tot 2020, maar als dat niet gaat, moet ik wat anders.”

Lambertus Vogelzang, trainer/ adviseur bij Motivaxion: “Ik ben zzp’er en afkomstig van een melkveebedrijf. Mijn ouders wonen er nog, en ook mijn zwager heeft daar een bedrijf, maar er is geen opvolger. Er zijn globaal gezien drie mogelijkheden: stoppen, verbreden of vergroten; ik denk dat dat in Nederland goed de werkelijkheid weergeeft. Verbreden en vergroten kunnen daarbij naast elkaar bestaan. Aan het grootschalige is behoefte voor efficiënte voedselproductie, maar verbreding spreekt mij aan vanwege de maatschappelijke gedachte, de verbinding met de maatschappij.”

En de kinderen van bezoekers hebben er ­ een prachtige speelstal voor in de plaats gekregen. Inmiddels is het plan onherroepelijk en kunnen Wim en Cobie verder werken aan de realisatie van hun camping, waar brandrode runderen grazen in het natuurlijk landschap van de IJsselvallei, de Voorsterbeek weer gaat meanderen, en waar het voor de recreant bovendien heerlijk toeven is. Lotty Nijhuis

Meer info: > www.campingdeadelaar.nl > www.boerenkans.nl, voor agrariërs die nadenken over doorgaan of stoppen, en hun adviseurs

Sylvie Uenk, adviseur landelijk gebied, gemeente Westerveld: “Functieverandering kan onder meer zorgen voor kwaliteitsverbetering en levendigheid in het lande­lijk gebied. De ondernemer moet de ruimte krijgen om daarin te ondernemen waar hij of zij kansen ziet. Zo blijft hij of zij een bijdrage leveren aan de lokale economie. Als gemeente heb je daarbij wel de taak in een vroeg stadium ook kaders aan te geven. Er is momenteel wel heel veel in ontwikkeling, zoals de opkomst van stadslandbouw. Dat vraagt flexibiliteit van gemeenten. Het ontwikkelingsgericht denken is nog wel een uitdaging.”

Foto’s: fam. Smeenk (boerderij, speelstal en dubbelportret), Lotty Nijhuis (groepsfoto en portret Dunnink), privéarchief geportretteerde (portret Vogelzang en Uenk)

2 2012 STREEK 17


streek- idee NL

Steunstee

houdt ouderen langer thuis Het idee ontstond zestien jaar geleden in het oosten van Groningen. Aanleiding: mensen op leeftijd in de gemeente Bellingwedde schreven zich allemaal in voor dat ene verzorgingshuis in de kern Blijham. Voor de vrijkomende seniorenwoningen in de zes overige kernen van de gemeente was geen enkele belangstelling meer. Hoe anders is dat nu. De verklaring? De Steunstee! “Iedereen wilde in een aanleunwoning van de Blanckenbörg wonen”, herinnert zich Frits van Kordelaar, directeur bestuurder van de Stichting Welzijn Oldambt. “En de vrijkomende seniorenwoningen in de andere kernen bleven op een gegeven moment leeg staan. Daar was geen vraag meer naar.” Dit vroeg om een onderzoek. En dat kwam er, met als uitkomst dat de ouderen op zoek waren naar zorg, naar simpele voorzieningen als een beugel in de douche, veiligheid en naar saamhorigheid. De onderzoeksresultaten verdwenen niet in een la, maar leidden toch een nuchtere Groningse reactie: dan moeten we die aspecten in elk dorpskern aanbieden. “En dus werd dat leegstaande huis te midden van het cluster seniorenwoningen in Bellingwolde-Oost bestempeld tot Steunstee, een plek waar ouderen alle vormen van ondersteuning konden krijgen zodat

ze langer in hun eigen huis zouden blijven wonen.” Koffieochtend De woningcorporatie en de zorgaanbieder zorgden ervoor dat er van alles te doen was, uiteenlopend van sociaal-culturele activiteiten tot een inloopspreekuur en natuurlijk een koffieochtend. “En als mensen aangaven dat er een stoeptegel scheef lag of een lantaarnpaal niet brandde, zorgde de ouderenconciërge ervoor dat dit gemeld werd aan de gemeente, of als iemand het gras in zijn tuin niet meer kon maaien, dat dit voor hem wérd gedaan.” Het effect bleef niet uit. Al na een jaar wilden ouderen allemaal in Bellingwolde-Oost wonen. Van Kordelaar: “Het was zo’n succes dat er is besloten om in alle andere kernen ook zo’n Steunstee in te richten.” Krimp Daar is het niet bij gebleven. Eerst nam de buurgemeente

In een Steunstee is van alles te doen, van sociaal-culturele activiteiten tot een inloopspreekuur en natuurlijk een koffieochtend. Foto: Stichting Welzijn Oldambt

Oldambt het idee over –daar zijn inmiddels 15 Steunsteeën en niet alleen in de plattelandskernen, maar ook in sommige wijken van Winschoten – later ook de provincie. Ook in Drenthe en Friesland heeft het idee navolging gekregen. Van Kordelaar: “Hierbij speelt mee dat delen van Noord-Nederland te maken hebben met krimp, waardoor het aantal ouderen naar verhouding toeneemt.”

Twee aspecten dragen bij aan het succes. “Ten eerste vervangt de Steunstee de traditionele ontmoetingsplekken zoals winkels en dorpshuizen, omdat er daarvan nogal eens eentje sluit. En verder werken zij kostenbesparend voor zorgverzekeraars. Hoe langer mensen zelfstandig wonen, hoe minder zij beroep doen op dure zorg.” Wim van Wijk

innovatieve praktijken Via je smartphone kun je direct naar een website of filmpje met de bijgeleverde QR-code (download een QR-reader voor iPhone of Android via qrcode.nu of een van de vele andere). > KNVB en vrijwilligers

KNVB-filmpje over modern verenigingsbesturen, leuk en inspirerend filmpje voor alle vrijwilligersorgansiaties > Ga direct naar de website via de QR-code of via bit.ly/moNJIm

18 STREEK 2 2012

> Duurzame energie uit eigen regio

Filmpje over Leaderprojecten in de Kop van Noord-Holland en Texel. Duurzame energie uit eigen regio

> Ga direct naar de website via de QR-code of via bit.ly/McP37k


streek- idee EU

PURE hubs

knopen stad en platteland aan elkaar

“In een tijd dat de gevoelsmatige afstand tussen bewoners van de stad en die op het platteland groeit, is het zaak om plaatsen te creëren waar die twee elkaar kunnen ontmoeten”, vertelt Marjon Krol. Zij werkt bij de ZLTO, de organisatie die samen met de provincie Noord-Brabant en de Belgische Boerenbond het Interreg-programma heeft aangezwengeld. Daarom ook is zij nu projectcoördinator PURE Hubs. “PURE is de Engelse afkorting voor Pioneers in UrbanRural Entrepreneurship, oftewel pioniers in stedelijk-landelijk

Foto’s: PURE hubs

Sinds een half jaar bestaan er – verspreid over West-Europa – vijftien PURE hubs. De meeste van deze knooppunten tussen stad en platteland liggen in België en Nederland, maar ook Engeland en Duitsland kent deelnemers aan dit Europese Interreg-programma, bedoeld om de banden tussen stad en platteland aan te halen. ondernemerschap”, begint zij haar uitleg, waarna ze niet meer te stoppen is, zo enthousiast is ze over het programma. “En een hub is een knooppunt.” Philipsfruit “Het liefst aan de rand van de stad willen we plekken laten ontstaan waar die ontmoetingen kunnen plaatsvinden”. De fruittuin van Philips, de Wielewaal bij Eindhoven, noemt ze als goed voorbeeld. “Dat was een fruitteeltbedrijf waar de werknemers van Philips fruit konden kopen. Nu is er een boerderijwinkel en

een pannenkoekenrestaurant en worden er allerlei educatieve arrangementen aangeboden waar veel schoolklassen op af komen.” Zonder onderbreking stapt ze over op het volgende voorbeeld. “In de omgeving van Tilburg zijn twee ondernemers samen een kinderopvang op hun melkveebedrijf begonnen: de Tierelier. Loopt ook als een tierelier, want waar de kinderopvang overal elders met teruglopende belangstelling te kampen heeft, bestaat hier nog een wachtlijst.” Wasven “En dan is er het Wasven, midden in Eindhoven. Daar hebben de bewoners een aantal jaren geleden een oude boerderij voor verval behoed door een stichting op te richten en de boerderij te kopen. Daar wordt nu getuinierd,

> Focusgroup FutureCAP

Filmpje (Engelstalig) over een bezoek van de Focusgroup FutureCAP (Toekomst GLB) van het European Network Rural Development (ENRD)

is een restaurant, een bakkerij en een winkel. Via PURE Hubs proberen ze boeren uit de omgeving hierbij te betrekken door hun producten er aan te bieden.” In 2014, als het Interreg-programma afloopt, moet een strategie overlegd worden waarin de ervaringen, de voorbeelden en de faal- en succesfactoren staan opgesomd, zodat overheden, boeren en andere ondernemers op het platteland aan de slag kunnen en hun eigen PURE hub kunnen opzetten. In juni komen de 17 partners aan het project voor de eerste keer na de startbijeenkomst bijeen om de vorderingen tot nu toe te bespreken en ervaringen uit te wisselen. Plaats van bijeenkomst is Turnhout.

Wim van Wijk

> PURE Hubs

Filmpje (Engelstalig) over PURE Hubs (zie ook hierboven) > Ga direct naar de website via de QR-code of via bit.ly/M3ezJo

> Ga direct naar de website via de QR-code of via bit.ly/NDijUv

2 2012 STREEK 19


N E TW E RKNI EU WS Leertraject Groene Dingen van start

Agenda en klik meteen door

> www.groenedingen.net

Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0

Plaats en datum Plattelands­ conferentie 2012

De Praktijkkring Duurzaam Voedselbeleid voor gemeenten krijgt binnen­kort een vervolg in de vorm van het Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0, een gezamenlijk initiatief van Netwerk Platteland en Wageningen UR. De praktijkkring gaat aan de slag met een LinkedIn-groep, netwerkbijeenkomsten en verdiepende pilots. 21 juni vindt een (gratis) introductiebijeenkomst plaats voor gemeenteambtenaren en ondernemers.

Netwerk Platteland is al begonnen met de voorbe­ reidingen voor de Plattelandsconferentie op 14 en 15 december 2012, ‘Zicht op 2020’ in Wageningen. We gaan positief vooruitdenken, aan de hand van de thema’s gezonde samenleving, sterke economie en zorg voor de aarde. Het belooft een energieke conferentie te worden! Dus houd 14 en 15 december alvast vrij.

21.06.2012 > Startbijeenkomst Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0 Op donderdag 21 juni organiseren Wageningen UR en Netwerk Platteland de startbijeenkomst van het nieuwe Stedennetwerk Stadslandbouw 2.0. Tijdens deze bijeenkomst kunt u vrijblijvend kennismaken met het netwerk, de werkwijze en vooral de ambitie. Deelname is gratis. Organisatie: Wageningen UR en Netwerk Platteland Locatie: Utrecht

22.06.2012 > FoodRevolution Cafe In dit Food Revolution Café wordt geprobeerd deals te sluiten tussen buurt, boer, bakker, zuivelaar en winkelier. Organisatie: Urgenda&Foodlog Locatie: Amersfoort

23.06.2012 > Meat Your Own Bepaal jouw relatie met vlees! Omdat jij als consument vindt dat het anders moet. En omdat jij als producent weet dat het anders kan.

WWW.NETWERKPLATTELAND.NL Mogelijkheid adverteren in STREEK Zoals te zien in dit nummer, is het mogelijk in STREEK te adverteren. Daarmee bereikt u 1500 abonnees en vele meelezers, mensen die zich inzetten voor platteland en plattelands­ ontwikkeling. Er is ook de mogelijkheid om alle spelers in het landelijk gebied in een keer te bereiken door combinatie-advertenties in STREEK, Landwerk en Vakblad Natuur Bos Landschap. > Meer info: bit.ly/L3A9vL

Netwerk Platteland nam deel aan de vijftiende NRN (National Rural Networks) meeting in Finland. Samen met afgevaardigden vanuit de nationale netwerkteams en beheers­ autoriteiten uit de 27 lidstaten, de Europese Commissie en het ENRD Contact Point wisselden we de ervaringen van afgelopen jaren uit. De volgende vraag stond centraal: Wat is de toegevoegde waarde van netwerken in plattelandsontwikkeling en hoe kunnen we de effectiviteit vergroten? Hiermee gingen we aan de slag om het programma van 2013-2020 voor te bereiden.

Narda van der Krogt

>K ijk op netwerkplatteland.nl >

Speciaal voor de groene sectoren ontwikkelt Netwerk Platteland een gratis sociale mediatraining: Groene Dingen. Groene organisaties kunnen hiermee individueel of in groepsverband aan de slag kan met veelgebruikte sociale media. Netwerk Platteland biedt met (betaalde) leertrajecten ook begeleiding en coaching op maat aan. Voor de mogelijkheden voor uw organisatie: Narda van der Krogt (n.vanderkrogt@delynx.nl).

Conferentie internationale rurale netwerken

AG E N D A

Bijeenkomsten over Bijeenkomsten over coöperaties coöperaties in najaar in najaar Het Netwerk Platteland besteedt

Hetjaar Netwerk Platteland besteedt dit jaar aandacht dit aandacht aan coöperaties. aan coöperaties. Coöperaties Coöperaties zijn een vorm vanzijn een vorm van samenwerkingin indorpen dorpenof ofregio’s regio’sen en tegelijkertijd samenwerking een financieringsmodel. Naar aanleiding hiervan tegelijkertijd een financieringsmodel. organiseert Netwerk Platteland met verschillende Naar aanleiding hiervan organiseert organisaties bijeenkomsten rond dit thema. Houd Netwerk Platteland met verschildaarom de agendabijeenkomsten op de website goed in de gaten. lende organisaties rond dit thema. Houd daarom de agenda op de website goed in de gaten.

Nieuwe website Netwerk Platteland

De website van Netwerk Platteland wordt vernieuwd, om zo alle onderdelen van Netwerk Platteland onder te brengen in één website onder de oude naam www.netwerkplatteland.nl. Daarmee zal de blog voortaan te vinden zijn naast de nieuwsberichten en de achtergrondinformatie. Deze integratie van twee websites kan eventueel voor wat ongemak zorgen, onze excuses hiervoor.

Organisatie: Meat your own i.s.m. InnovatieNetwerk Locatie: Boerinn, Kamerik

04.07.2012 - 06.07.2012 > Om kennis te maken met zaken rond lokaal geproduceerd voedsel, deze te beschrijven en hierover te discussiëren, organiseert het Finse Nationaal Rurale Netwerk in samenwerking met twee LAG’s een driedaags evenement. Organisatie: NRN Finland en twee Finse LAG’s Locatie: het Loimaa gebied, Zuid-West Finland

14.07.12 > De Nacht van Electra Nachtelijk avontuur. Van zonsondertot zonsopgang een programma in de landerijen rondom het gemaal de Waterwolf bij Electra geïnspireerd door de nacht. www.nachtvanelectra.nl

Wekelijks > Twitterchat Iedere dinsdagavond om negen uur verzorgt Netwerk Platteland een twitterchat met alle geïnteresseerden. Een twitterchat is een afgesproken uurtje twitteren rond een thema. Leuk, aanstekelijk, goed voor contacten en het kan leerzaam zijn. Zoek op www. twitter.com naar #guusnet om de chat te volgen en eventueel mee te doen met het gesprek. Alleen meelezen? Inloggen bij twitter is niet nodig. twitter.com/guusnet

> Kijk voor meer details en links op tinyurl.com/np-agenda


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.