Streek 3 2012

Page 1

>

Onzekere tijden voor ANV’s > Nieuwe antwoorden op de Plattelands­ conferentie > Plattelanders en sociale media > Nieuwe financiering voor gebieden > Natuurlijke Klimaatbuffers > Burgers regelen zelf glasvezel in Heeze-Leende > Smart Work Centers in Europa

STREEK | STREEK 3 | jaargang 5 | najaar 2012 | NETWERKBLAD VOOR HET PLATTELAND |

Peter van Rooy, NederlandBovenWater:

“Overheden, treed buiten de bestaande kaders! Stel je voor dat boeren uit een regio samen hun streekproducten bij een benzinestation aan een doorlopende weg willen verkopen. Dat kan nu niet vanwege de Benzinewet”


STREEK 3 najaar 2012

3 > Interview: Onzekere tijden voor agrarische natuurverenigingen Hans Hoek, directeur van Veelzijdig Boerenland, maakt zich zorgen over de toekomst. Veranderingen in het GLB en verschuivingen van verantwoordelijkheden tussen Rijk en provincies zorgen voor veel onzekerheid.

4 > Kort nieuws en publicaties 6

> Streekbewoners: Plattelanders en sociale media

Vier plattelandsbewoners vertellen waarom en hoe ze ooit begonnen met sociale media

10

> Geld voor het platteland deel 3:

nieuwe financiering voor gebieden Gebiedsontwikkeling heeft nieuwe financieringsmogelijkheden, bijvoorbeeld slimme koppelingen tussen plannen en plichten, en ondernemingsruimte in ruil voor publieke taken.

12

> Reportage: Symposium Natuurlijke klimaatbuffers

Met de opening van de klimaatbuffer Hunze wordt een succes gevierd. Het beekdal is mooier, veiliger én leuker geworden. En dat met de betrokkenheid en draagvlak van een groot aantal partijen.

14

> Streek-idee NL: Zelfs afgelegen boerderij snel internet

Als grote spelers geen breedbandnetwerk op het platteland willen aanleggen, dan doen we het toch zelf? Met die instelling namen de inwoners van Heeze-Leende het heft in eigen handen en richtten een coöperatie op.

15

> Streek-idee EU: Micropol behoudt

ondernemers voor de eigen streek

Binnen het Europese project Micropol wisselen deelnemers uit elf landen ervaringen uit met het opzetten van centra voor ondernemerschap.

15

S T R E E K STELLING

Van plattelandsondernemers mogen we verwachten dat ze landschappelijk verantwoord ondernemen

> Platteland neemt heft in eigen hand “Als je doet wat je altijd al deed, krijg je wat je altijd kreeg”, vindt Marga de Jong van Netwerk Platteland. “Terwijl we juist op zoek moeten naar een nieuw type antwoorden.”

8

Interview

> Netwerknieuws en agenda COLOFON ‘Streek’ is een uitgave van het Netwerk Platteland. Streek attendeert en informeert over ontwikkelingen op het platteland en presenteert de mensen die zich inzetten voor platteland en plattelandsontwikkeling. ISSN 1878-8319 Teksten | Koen Moons, Wim van Wijk, Lotty Nijhuis, Florien Kuijper, Narda van der Krogt, Marjel Neefjes Redactie | Rita Joldersma (CLM), Marieke Koot (ETC), Kitty van den Hoek (Movisie) Hoofd- en eindredactie | Marjel Neefjes (De Lynx) Foto’s | zie bijschrift foto Omslag | montage door Annemarie Wijmenga (De Lynx) Vormgeving | Miek Saaltink, Wendy Buss (GAW ontwerp+communicatie) Drukwerk | Drukkerij Modern, Bennekom

Josien Kapma Ja. Maar ja, wat de een landschappelijk mooi vindt, vindt de ander niks. Wat te denken van een coniferenhaag rond paardenwei, een camping met wat ‘schaamgroen’ eromheen; pompoenenuitstallingen, serres, veranda’s, sauna’s en blokhutten rond ieder huis…

Antje Kingma Eens, maar meer eens met Josien: wat is landschappelijk verantwoord en wie bepaalt dat? De hoeveelheid ideeën, plannen, beleids­notities en visies die boven mijn erfje zweven is gigantisch. Onder­tussen kijk ik door het raam over de beukenhaag via de ruggen van de koeien naar de coniferen van de buren. Ik vind het een mooi en verantwoord uitzicht.

Marcel Vijn

Wiet van Meel Zou graag dat onderzoek eens willen zien. Geloof er geen bal van!

Wim Beijer Als ondernemers dat misschien niet willen, dan moet de gemeente daar een handje bij helpen. Bijvoorbeeld via bestemmingsplan of aanlegvergunningen en vereveningsbijdragen.

Milie Boerhof Zo lang in mijn buurt de landbouwers geen enkel boompje om hun weiland dulden omdat het een aantal maiskolven of grassprieten verschil maakt, geloof ik niet in landschappelijk verantwoord ondernemen.

Ingrid Ackermans Zou het ook interessant zijn om ‘landschappelijk verantwoord’ breder te beschouwen dan alleen vanuit schoonheid? Maar bijvoorbeeld ook vanuit het herstel van biodiversiteit of vanuit een lokale waterhuishouding!

Wendy van Offeren Ik denk ook aan het behoud van de landschapselementen en structuren e.d. die de verhalen van een landschap vertellen. Als inspiratiebronnen kunnen hulpmiddelen dienen zoals tinyurl.com/kwaliteitsgids De nieuwe Streekstelling luidt:

Het platteland biedt volop ruimte aan klein ondernemerschap U kunt reageren op www.netwerkplatteland.nl of op de LinkedIn group Netwerk Platteland.

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. Medegefinancierd door het ministerie van EL&I en de Provincies. Netwerk Platteland werkt samen met het Regiebureau POP.

Hoek is beducht voor een onduidelijke situatie waarbij ANV’s, of zelfs individuele boeren, met verschillende instanties en ver­schillende stelsels te maken krijgen. “We moeten geen twee kapiteins op een schip krijgen. Het liefst zien we één stelsel voor agrarisch natuurbeheer. Het Rijk en het Interprovinciaal Overleg zijn daar nog niet uit. Ondertussen zitten ANV’s in onzeker­heid. We moeten in de komende maanden de jaarplannen en begrotingen voor 2013 maken, terwijl nog niet eens bekend is hoe het na half 2013 is geregeld. Maar ze heb­ben toegezegd dat er een werkbaar stelsel komt en dat er snel duidelijkheid komt, dus daar vertrouwen we dan maar op.”

(enkele ingekorte reacties op deze stelling)

Dat mag je niet alleen verwachten, dat gebeurt ook! Uit onderzoek blijkt dat plattelandsondernemers landschappelijk verantwoord ondernemen, ook omdat ze dat landschap nodig hebben voor hun bedrijfsvoering.

pas begin volgend jaar helder.” Die Brusselse onzekerheid werkt ook als rem op de bespre­kingen van Rijk en provincies over agrarisch natuurbeheer. Die onderhandelen namelijk over de uitwerking van het Bestuursakkoord dat zij in 2011 sloten over decentralisatie van Rijkstaken naar provincies en gemeenten. Waar het om agrarisch natuurbeheer gaat, ligt het echter net iets anders. Alles binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is de verantwoordelijkheid van de provincies, daarbuiten is het Rijk verantwoordelijk. Toch ligt de integrale verantwoordelijkheid voor het landelijk gebied bij de provincies.

Hans Hoek, Veelzijdig Boerenland: “Het lijkt erop dat zowel Rijk als provincies de hand op de knip houden voor agrarisch natuurbeheer” Foto: Jan van der Voet

Onzekere tijden voor agrarische natuurverenigingen Hans Hoek, directeur van Veelzijdig Boerenland, de West-Nederlandse koepel van agrarische natuurverenigingen in Nederland, maakt zich zorgen over de toekomst. Veranderingen in het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid en verschuivingen van verantwoordelijkheden tussen Rijk en provincies zorgen voor veel onzekerheid. Maar misschien kan verandering juist nieuwe kansen bieden. “Als nu de juiste invulling wordt gegeven, kan het nieuwe stelsel tot grote verbeteringen leiden.” Er spelen veel zaken tegelijkertijd voor de agrarische natuurverenigingen (ANV’s). Om te beginnen gaat het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) na 2014 op de schop. Nederland wil graag dat boeren gaan samenwerken in collectieven binnen het GLB. Om te laten zien dat dit werkt, zijn vier pilots opgestart, waarvan er drie ontstaan zijn uit een ANV. Hoek vindt dit een positieve ontwikkeling. “Misschien is het juist nu het moment om een aantal zaken anders te doen. Leg meer verantwoordelijkheid bij de collectieven in het gebied zelf. Zij kunnen het beheer kwalitatief beter

en effectiever uitvoeren. Het is ook efficiënter om beleid en uitvoering wat meer te scheiden. Nu gaat bijna de helft van iedere geïnvesteerde euro naar dichttimmeren en controleren. Het zou mooi zijn als een groter deel van de euro bij de uitvoering zelf terecht kan komen.” Wisselende verantwoordelijkheden Hoek: “Wij zoeken samen met het Rijk en de andere koepels hoe we agrarisch natuurbeheer kunnen vormgeven binnen het GLB. Het is nu vooral afwachten wat er definitief in Brussel besloten wordt. Mogelijk is dat

Voortbestaan Die onzekerheid bestaat niet alleen over de sub­sidieregeling, maar ook over het voortbestaan van de ANV’s zelf. Op dit moment worden de ANV’s door de provincies financieel onder­steund. Die verantwoordelijkheid valt weg in 2014. “De provincies hebben aangegeven zelfs al na het broedseizoen van 2013 te stoppen met de financiering”, zegt Hoek. “Het lijkt wel of de provincies er zo snel mogelijk vanaf willen. Juist die provincies die afgelopen jaren veel in agrarisch natuur­beheer hebben geïnvesteerd, zeggen nu: sorry, het is onze verantwoordelijkheid niet, we moeten bezuinigen, dus we stoppen ermee. Dit terwijl het Rijk nog niet heeft aangegeven hoe ze het over gaan nemen. Dit is niet passend en ik vraag me af of de ANV’s met al hun inzet wel serieus worden genomen. Zo zijn we niet gewend met elkaar om te gaan.” Dan is er nog het zogenoemde Lente-akkoord, waarin extra geld voor agrarisch natuurbeheer is gereserveerd. Maar de nieuwe Tweede Kamer zal zich nog over dit akkoord moeten buigen. “Vooralsnog lijkt het of zowel het Rijk als de provincies de hand op de knip houden”, aldus Hoek. “Ik hoop dat de overheden de consequenties hiervan goed beseffen.” Koen Moons

Meer info: www.toekomstglb.nl

2 2012 STREEK 3


STREEK 3 najaar 2012

3 > Interview: Onzekere tijden voor agrarische natuurverenigingen Hans Hoek, directeur van Veelzijdig Boerenland, maakt zich zorgen over de toekomst. Veranderingen in het GLB en verschuivingen van verantwoordelijkheden tussen Rijk en provincies zorgen voor veel onzekerheid.

4 > Kort nieuws en publicaties 6

> Streekbewoners: Plattelanders en sociale media

Vier plattelandsbewoners vertellen waarom en hoe ze ooit begonnen met sociale media

10

> Geld voor het platteland deel 3:

nieuwe financiering voor gebieden Gebiedsontwikkeling heeft nieuwe financieringsmogelijkheden, bijvoorbeeld slimme koppelingen tussen plannen en plichten, en ondernemingsruimte in ruil voor publieke taken.

12

> Reportage: Symposium Natuurlijke klimaatbuffers

Met de opening van de klimaatbuffer Hunze wordt een succes gevierd. Het beekdal is mooier, veiliger én leuker geworden. En dat met de betrokkenheid en draagvlak van een groot aantal partijen.

14

> Streek-idee NL: Zelfs afgelegen boerderij snel internet

Als grote spelers geen breedbandnetwerk op het platteland willen aanleggen, dan doen we het toch zelf? Met die instelling namen de inwoners van Heeze-Leende het heft in eigen handen en richtten een coöperatie op.

15

> Streek-idee EU: Micropol behoudt

ondernemers voor de eigen streek

Binnen het Europese project Micropol wisselen deelnemers uit elf landen ervaringen uit met het opzetten van centra voor ondernemerschap.

15

S T R E E K STELLING

Van plattelandsondernemers mogen we verwachten dat ze landschappelijk verantwoord ondernemen

> Platteland neemt heft in eigen hand “Als je doet wat je altijd al deed, krijg je wat je altijd kreeg”, vindt Marga de Jong van Netwerk Platteland. “Terwijl we juist op zoek moeten naar een nieuw type antwoorden.”

8

Interview

> Netwerknieuws en agenda COLOFON ‘Streek’ is een uitgave van het Netwerk Platteland. Streek attendeert en informeert over ontwikkelingen op het platteland en presenteert de mensen die zich inzetten voor platteland en plattelandsontwikkeling. ISSN 1878-8319 Teksten | Koen Moons, Wim van Wijk, Lotty Nijhuis, Florien Kuijper, Narda van der Krogt, Marjel Neefjes Redactie | Rita Joldersma (CLM), Marieke Koot (ETC), Kitty van den Hoek (Movisie) Hoofd- en eindredactie | Marjel Neefjes (De Lynx) Foto’s | zie bijschrift foto Omslag | montage door Annemarie Wijmenga (De Lynx) Vormgeving | Miek Saaltink, Wendy Buss (GAW ontwerp+communicatie) Drukwerk | Drukkerij Modern, Bennekom

Josien Kapma Ja. Maar ja, wat de een landschappelijk mooi vindt, vindt de ander niks. Wat te denken van een coniferenhaag rond paardenwei, een camping met wat ‘schaamgroen’ eromheen; pompoenenuitstallingen, serres, veranda’s, sauna’s en blokhutten rond ieder huis…

Antje Kingma Eens, maar meer eens met Josien: wat is landschappelijk verantwoord en wie bepaalt dat? De hoeveelheid ideeën, plannen, beleids­notities en visies die boven mijn erfje zweven is gigantisch. Onder­tussen kijk ik door het raam over de beukenhaag via de ruggen van de koeien naar de coniferen van de buren. Ik vind het een mooi en verantwoord uitzicht.

Marcel Vijn

Wiet van Meel Zou graag dat onderzoek eens willen zien. Geloof er geen bal van!

Wim Beijer Als ondernemers dat misschien niet willen, dan moet de gemeente daar een handje bij helpen. Bijvoorbeeld via bestemmingsplan of aanlegvergunningen en vereveningsbijdragen.

Milie Boerhof Zo lang in mijn buurt de landbouwers geen enkel boompje om hun weiland dulden omdat het een aantal maiskolven of grassprieten verschil maakt, geloof ik niet in landschappelijk verantwoord ondernemen.

Ingrid Ackermans Zou het ook interessant zijn om ‘landschappelijk verantwoord’ breder te beschouwen dan alleen vanuit schoonheid? Maar bijvoorbeeld ook vanuit het herstel van biodiversiteit of vanuit een lokale waterhuishouding!

Wendy van Offeren Ik denk ook aan het behoud van de landschapselementen en structuren e.d. die de verhalen van een landschap vertellen. Als inspiratiebronnen kunnen hulpmiddelen dienen zoals tinyurl.com/kwaliteitsgids De nieuwe Streekstelling luidt:

Het platteland biedt volop ruimte aan klein ondernemerschap U kunt reageren op www.netwerkplatteland.nl of op de LinkedIn group Netwerk Platteland.

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. Medegefinancierd door het ministerie van EL&I en de Provincies. Netwerk Platteland werkt samen met het Regiebureau POP.

Hoek is beducht voor een onduidelijke situatie waarbij ANV’s, of zelfs individuele boeren, met verschillende instanties en ver­schillende stelsels te maken krijgen. “We moeten geen twee kapiteins op een schip krijgen. Het liefst zien we één stelsel voor agrarisch natuurbeheer. Het Rijk en het Interprovinciaal Overleg zijn daar nog niet uit. Ondertussen zitten ANV’s in onzeker­heid. We moeten in de komende maanden de jaarplannen en begrotingen voor 2013 maken, terwijl nog niet eens bekend is hoe het na half 2013 is geregeld. Maar ze heb­ben toegezegd dat er een werkbaar stelsel komt en dat er snel duidelijkheid komt, dus daar vertrouwen we dan maar op.”

(enkele ingekorte reacties op deze stelling)

Dat mag je niet alleen verwachten, dat gebeurt ook! Uit onderzoek blijkt dat plattelandsondernemers landschappelijk verantwoord ondernemen, ook omdat ze dat landschap nodig hebben voor hun bedrijfsvoering.

pas begin volgend jaar helder.” Die Brusselse onzekerheid werkt ook als rem op de bespre­kingen van Rijk en provincies over agrarisch natuurbeheer. Die onderhandelen namelijk over de uitwerking van het Bestuursakkoord dat zij in 2011 sloten over decentralisatie van Rijkstaken naar provincies en gemeenten. Waar het om agrarisch natuurbeheer gaat, ligt het echter net iets anders. Alles binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is de verantwoordelijkheid van de provincies, daarbuiten is het Rijk verantwoordelijk. Toch ligt de integrale verantwoordelijkheid voor het landelijk gebied bij de provincies.

Hans Hoek, Veelzijdig Boerenland: “Het lijkt erop dat zowel Rijk als provincies de hand op de knip houden voor agrarisch natuurbeheer” Foto: Jan van der Voet

Onzekere tijden voor agrarische natuurverenigingen Hans Hoek, directeur van Veelzijdig Boerenland, de West-Nederlandse koepel van agrarische natuurverenigingen in Nederland, maakt zich zorgen over de toekomst. Veranderingen in het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid en verschuivingen van verantwoordelijkheden tussen Rijk en provincies zorgen voor veel onzekerheid. Maar misschien kan verandering juist nieuwe kansen bieden. “Als nu de juiste invulling wordt gegeven, kan het nieuwe stelsel tot grote verbeteringen leiden.” Er spelen veel zaken tegelijkertijd voor de agrarische natuurverenigingen (ANV’s). Om te beginnen gaat het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) na 2014 op de schop. Nederland wil graag dat boeren gaan samenwerken in collectieven binnen het GLB. Om te laten zien dat dit werkt, zijn vier pilots opgestart, waarvan er drie ontstaan zijn uit een ANV. Hoek vindt dit een positieve ontwikkeling. “Misschien is het juist nu het moment om een aantal zaken anders te doen. Leg meer verantwoordelijkheid bij de collectieven in het gebied zelf. Zij kunnen het beheer kwalitatief beter

en effectiever uitvoeren. Het is ook efficiënter om beleid en uitvoering wat meer te scheiden. Nu gaat bijna de helft van iedere geïnvesteerde euro naar dichttimmeren en controleren. Het zou mooi zijn als een groter deel van de euro bij de uitvoering zelf terecht kan komen.” Wisselende verantwoordelijkheden Hoek: “Wij zoeken samen met het Rijk en de andere koepels hoe we agrarisch natuurbeheer kunnen vormgeven binnen het GLB. Het is nu vooral afwachten wat er definitief in Brussel besloten wordt. Mogelijk is dat

Voortbestaan Die onzekerheid bestaat niet alleen over de sub­sidieregeling, maar ook over het voortbestaan van de ANV’s zelf. Op dit moment worden de ANV’s door de provincies financieel onder­steund. Die verantwoordelijkheid valt weg in 2014. “De provincies hebben aangegeven zelfs al na het broedseizoen van 2013 te stoppen met de financiering”, zegt Hoek. “Het lijkt wel of de provincies er zo snel mogelijk vanaf willen. Juist die provincies die afgelopen jaren veel in agrarisch natuur­beheer hebben geïnvesteerd, zeggen nu: sorry, het is onze verantwoordelijkheid niet, we moeten bezuinigen, dus we stoppen ermee. Dit terwijl het Rijk nog niet heeft aangegeven hoe ze het over gaan nemen. Dit is niet passend en ik vraag me af of de ANV’s met al hun inzet wel serieus worden genomen. Zo zijn we niet gewend met elkaar om te gaan.” Dan is er nog het zogenoemde Lente-akkoord, waarin extra geld voor agrarisch natuurbeheer is gereserveerd. Maar de nieuwe Tweede Kamer zal zich nog over dit akkoord moeten buigen. “Vooralsnog lijkt het of zowel het Rijk als de provincies de hand op de knip houden”, aldus Hoek. “Ik hoop dat de overheden de consequenties hiervan goed beseffen.” Koen Moons

Meer info: www.toekomstglb.nl

2 2012 STREEK 3


korte berichten Narda van de Krogt en Wim van Wijk

Grote plattelandsgemeenten willen meer beleidsruimte

Publicaties

De tien grootste plattelandsgemeenten (P10) willen meer eigen beleidsruimte en extra geld uit het Gemeentefonds. Als voorbeeld noemt de P10 de vervoersproblematiek. Nu rijden er busjes van de thuismaaltijdservice, scholen en bibliotheek door de dorpen, elk uit een ander potje betaald. Als het vervoer slimmer kan worden georganiseerd, kan het vervoersaanbod blijven bestaan. ‘Ontschotting van

De tijd is rijp voor biodiversiteit Sommige mensen vinden ‘biodiversiteit’ een vaag begrip, dat alleen maar problemen oplevert als je ergens vergunning voor aanvraagt. Maar dat is een misvatting, zo blijkt uit de brochure Provinciaal profijt van biodiversiteit. In deze IPO-uitgave wordt duidelijk dat biodiversiteit, in de betekenis van ‘verscheidenheid van al het leven’, tal van raakvlakken heeft met het provinciaal beleid, zoals omgevings- of economisch beleid. Zo zijn de Nederlandse Akkerbouw Vakbond en het Louis Bolk Instituut vorig jaar een project in de Veenkoloniën begonnen dat zich richt op de mogelijkheden om lupine te telen voor menselijke voeding. De brochure geeft nog elf voorbeelden, op het terrein van waterzuivering, recreatie, veehouderij, het benutten van braakliggende terreinen en zelfs woningbouw. Al met al reikt de brochure mogelijkheden aan om de kansen voor biodiversiteit te signaleren en te benutten. Ook is te lezen dat slim werken mét en vóór biodiversiteit extra kwaliteit genereert. Kwaliteit die benut kan worden door stadsbewoners, boeren, buitenlui, ondernemers, recreanten en overheden. > Te downloaden op: tinyurl.com/provprofijt-biodiversiteit

Stadslandbouw in historisch perspectief Een samenleving waarin niemand meer weet hoe hij aardbeien moet telen of zelfs maar weet waar de boodschappen uit de winkel hun oorsprong hebben, is een kwetsbare samenleving. Dat was vroeger anders toch?, vroeg Frank Stroeken zich af. In zijn boek Vlaaien op de Neude laat hij zien hoe de stadslandbouw van Utrecht zich door de eeuwen heen ontwikkelde. Het boek behandelt 2000 jaar voedsel verbouwen, verhandelen en opeten. De Romeinen introduceerden allerlei nieuw voedsel, in de middeleeuwen was er handel op straten, bruggen en pleinen, zoals de Varkensmarkt, Donkere Gaard, Bakkersbrug. Nog steeds speelt voedsel overal in de stad een rol. Vertrouwdheid met het voedsellandschap van vroeger en nu kan een begin zijn om op een frisse manier na te denken over het voedsellandschap van de toekomst, luidt de conclusie van Stroeken.

4 STREEK 3 2012

de budgetten (Wmo, scholierenvervoer en ov-financiering) maakt openingen naar nieuwe combinaties mogelijk’, zo staat in het wensenlijstje dat aan Kamerleden wordt aangeboden. Ook willen de plattelandsgemeenten zelf bepalen of ze scholen openhouden of sluiten. De opheffingsnormen liggen nu landelijk vast. > Meer info: tinyurl.com/P10beleids­ ruimte

Foto: Papieren Geluk

Groene Hart weer Nationaal Landschap? De Randstad bezit met haar Groene Hart een kwaliteit die maar weinig metropolen in de wereld bieden. Daarom moet het duurzaam beheerd en gebruikt worden, zo stelt stichting Het Groene Hart in het Groene Randstad Manifest, dat eind augustus is gepresenteerd. De kleine honderd ondertekenaars willen dat het Groene Hart zijn status als Nationaal Landschap terugkrijgt en blijvend door het Rijk wordt ondersteund. Verder willen zij dat de grenzen van het Groene Hart niet verder worden aangetast en dat er extra bescherming komt voor de kerngebieden: natuurgebieden, monumenten en cultureel erfgoed. Daarnaast willen

de ondertekenaars dat de rode contouren worden teruggebracht tot wat echt nodig is en dat grootschalige nieuwe bedrijventerreinen eerst moeten worden afgemaakt voordat nieuwe worden aangewezen. > Meer info: www.groenehart.info/ node/331

Passie Op het Platteland-prijs 2013 Is uw project een goed voorbeeld van een innovatief, inspirerend, bijzonder of succesvol POP-project? Van 1 oktober tot 15 december 2012 kunt u zich inschrijven voor de tweede editie van de verkiezing van de Passie Op het Plattelandprijs. Deze prijs zet aansprekende projecten uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2007-2013 (POP2) in het zonnetje. De projecten laten zien dat het platteland onderneemt, bruist en lééft. Een deskundige jury onder leiding van mevrouw W.H. Maij, gedeputeerde van de provincie Overijssel, zal de inzendingen beoordelen

en prijswinnaars aanwijzen. Het publiek kan stemmen op een publieksprijswinnaar. Naast publiciteit voor uw project door de POP-prijsverkiezing, maakt u kans op prijzengeld: vier prijzen van ieder € 2000 en voor de winnaar van de publieksprijs € 1000. Daarnaast kan uw project worden opgenomen in de brochure over toonaangevende POP-projecten. > De prijsuitreiking vindt plaats in het voorjaar van 2013. Het digitale inschrijfformulier, de spelregels en overige informatie vindt u vanaf 1 oktober 2012 op www.netwerkplat­ teland.nl

“ Tien euro om appels te plukken? Eenmaal, andermaal… verkocht!” Op de honderdste fokveedag in Hoornaar in de Alblasserwaard op 6 oktober wordt een bijzondere veiling gehouden. Mensen kunnen bieden op het bijwonen van de geboorte van een kalfje of een lammetje, helpen bij het plukken van appels in een hoogstamboomgaard of het onderhouden van een eendenkooi, een historisch gemaal of een meidoornheg. Met deze veiling wil het Gebiedsplatform Alblasserwaard Vijfheerenlanden de betrokkenheid tussen boeren en burger versterken en tegelijkertijd de bezuinigingen van het rijk op natuuronderhoud

opvangen. Op zeven items kan nu al geboden worden op de website www.onsmijn.nl en de leukste komen op de Fokveedag. > Meer info: www.onsmijn.nl

Landbouw en toerisme kunnen gevolgen krimp verzachten Bevolkingskrimp biedt ook kansen. Want landbouw en toerisme kunnen de leefbaarheid en economische vitaliteit van het platteland verhogen, zo blijkt uit onderzoek van LEI en Alterra, onderdelen van Wageningen UR, op verzoek van het ministerie van EL&I. Het onderzoeksrapport Landbouw en recreatie in krimpregio’s; laat dit zien in drie krimpregio’s: het noorden en oosten van Groningen, Zeeuws Vlaanderen en Zuid-Limburg. Maar ook welke rol landbouw en recreatie kunnen spelen in het oplossen van problemen die ontstaan door krimp. De belangrijkste conclusie is dat landbouw en toerisme kunnen bijdragen aan het verminderen van krimpproblematiek door de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. Zo biedt bevolkingskrimp kansen doordat de grondprijzen dalen en er ruimte vrijkomt die benut kan worden voor agroparken (landbouw) of themaparken (recreatie). Zowel economische vitaliteit als leefbaarheid zijn meegenomen in het onderzoek. > Te downloaden op: tinyurl.com/landbrecr-krimpregio

Boeren zien hun terpenplan werkelijkheid worden

Boerderij wordt plattelands­ woning Nu ook de Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel om voormalige boerderijen te bestemmen als ‘plattelandswoning’, kunnen zo’n 5000 agrarische bedrijfsgebouwen die status in een bestemmingsplan krijgen. Zo kan een boerderij door burgers worden bewoond, zonder dat de strengere milieunormen (‘stankcirkels’) voor gewone woningen er gelden. Klagen over mestlucht of lawaai van

Publicaties

landbouwmachines zit er dan niet meer in. Een boer die wil stoppen, kan zo makkelijker zijn huis als woonhuis verkopen, of zelf in zijn huis blijven wonen. Tegelijkertijd hoeven agrarische bedrijven in de omgeving niet bang te zijn voor klachten van omwonenden over overlast. > Meer info: tinyurl.com/platte­

De familie Broekmans is de eerste bewoner van een terpenboerderij in de Overdiepse Polder. Op 10 augustus was staatssecretaris Atsma aanwezig bij deze mijlpaal in het Ruimte voor de Rivier-project. Toen de boeren vernamen dat hun polder was aangewezen als plek waar de rivieren meer ruimte moet krijgen, stelden zij zelf voor om hun boerderijen op terpen te plaatsen. Als acht boer­derijen op een terp te staan, wordt de dijk rond deze eilandpolder in de

Bergsche Maas verlaagd. Als eens in de 25 jaar de polder onder water staat, houden bewoners en vee het toch droog. Negen andere boeren hebben besloten hun bedrijf elders voort te zetten of te stoppen. Eind 2015 moet de polder, net als alle andere Ruimte voor de Rivier-projecten, helemaal klaar zijn. > Meer info: tinyurl.com/ terpenplan

landswoning

3 2012 STREEK 5


korte berichten Narda van de Krogt en Wim van Wijk

Grote plattelandsgemeenten willen meer beleidsruimte

Publicaties

De tien grootste plattelandsgemeenten (P10) willen meer eigen beleidsruimte en extra geld uit het Gemeentefonds. Als voorbeeld noemt de P10 de vervoersproblematiek. Nu rijden er busjes van de thuismaaltijdservice, scholen en bibliotheek door de dorpen, elk uit een ander potje betaald. Als het vervoer slimmer kan worden georganiseerd, kan het vervoersaanbod blijven bestaan. ‘Ontschotting van

De tijd is rijp voor biodiversiteit Sommige mensen vinden ‘biodiversiteit’ een vaag begrip, dat alleen maar problemen oplevert als je ergens vergunning voor aanvraagt. Maar dat is een misvatting, zo blijkt uit de brochure Provinciaal profijt van biodiversiteit. In deze IPO-uitgave wordt duidelijk dat biodiversiteit, in de betekenis van ‘verscheidenheid van al het leven’, tal van raakvlakken heeft met het provinciaal beleid, zoals omgevings- of economisch beleid. Zo zijn de Nederlandse Akkerbouw Vakbond en het Louis Bolk Instituut vorig jaar een project in de Veenkoloniën begonnen dat zich richt op de mogelijkheden om lupine te telen voor menselijke voeding. De brochure geeft nog elf voorbeelden, op het terrein van waterzuivering, recreatie, veehouderij, het benutten van braakliggende terreinen en zelfs woningbouw. Al met al reikt de brochure mogelijkheden aan om de kansen voor biodiversiteit te signaleren en te benutten. Ook is te lezen dat slim werken mét en vóór biodiversiteit extra kwaliteit genereert. Kwaliteit die benut kan worden door stadsbewoners, boeren, buitenlui, ondernemers, recreanten en overheden. > Te downloaden op: tinyurl.com/provprofijt-biodiversiteit

Stadslandbouw in historisch perspectief Een samenleving waarin niemand meer weet hoe hij aardbeien moet telen of zelfs maar weet waar de boodschappen uit de winkel hun oorsprong hebben, is een kwetsbare samenleving. Dat was vroeger anders toch?, vroeg Frank Stroeken zich af. In zijn boek Vlaaien op de Neude laat hij zien hoe de stadslandbouw van Utrecht zich door de eeuwen heen ontwikkelde. Het boek behandelt 2000 jaar voedsel verbouwen, verhandelen en opeten. De Romeinen introduceerden allerlei nieuw voedsel, in de middeleeuwen was er handel op straten, bruggen en pleinen, zoals de Varkensmarkt, Donkere Gaard, Bakkersbrug. Nog steeds speelt voedsel overal in de stad een rol. Vertrouwdheid met het voedsellandschap van vroeger en nu kan een begin zijn om op een frisse manier na te denken over het voedsellandschap van de toekomst, luidt de conclusie van Stroeken.

4 STREEK 3 2012

de budgetten (Wmo, scholierenvervoer en ov-financiering) maakt openingen naar nieuwe combinaties mogelijk’, zo staat in het wensenlijstje dat aan Kamerleden wordt aangeboden. Ook willen de plattelandsgemeenten zelf bepalen of ze scholen openhouden of sluiten. De opheffingsnormen liggen nu landelijk vast. > Meer info: tinyurl.com/P10beleids­ ruimte

Foto: Papieren Geluk

Groene Hart weer Nationaal Landschap? De Randstad bezit met haar Groene Hart een kwaliteit die maar weinig metropolen in de wereld bieden. Daarom moet het duurzaam beheerd en gebruikt worden, zo stelt stichting Het Groene Hart in het Groene Randstad Manifest, dat eind augustus is gepresenteerd. De kleine honderd ondertekenaars willen dat het Groene Hart zijn status als Nationaal Landschap terugkrijgt en blijvend door het Rijk wordt ondersteund. Verder willen zij dat de grenzen van het Groene Hart niet verder worden aangetast en dat er extra bescherming komt voor de kerngebieden: natuurgebieden, monumenten en cultureel erfgoed. Daarnaast willen

de ondertekenaars dat de rode contouren worden teruggebracht tot wat echt nodig is en dat grootschalige nieuwe bedrijventerreinen eerst moeten worden afgemaakt voordat nieuwe worden aangewezen. > Meer info: www.groenehart.info/ node/331

Passie Op het Platteland-prijs 2013 Is uw project een goed voorbeeld van een innovatief, inspirerend, bijzonder of succesvol POP-project? Van 1 oktober tot 15 december 2012 kunt u zich inschrijven voor de tweede editie van de verkiezing van de Passie Op het Plattelandprijs. Deze prijs zet aansprekende projecten uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2007-2013 (POP2) in het zonnetje. De projecten laten zien dat het platteland onderneemt, bruist en lééft. Een deskundige jury onder leiding van mevrouw W.H. Maij, gedeputeerde van de provincie Overijssel, zal de inzendingen beoordelen

en prijswinnaars aanwijzen. Het publiek kan stemmen op een publieksprijswinnaar. Naast publiciteit voor uw project door de POP-prijsverkiezing, maakt u kans op prijzengeld: vier prijzen van ieder € 2000 en voor de winnaar van de publieksprijs € 1000. Daarnaast kan uw project worden opgenomen in de brochure over toonaangevende POP-projecten. > De prijsuitreiking vindt plaats in het voorjaar van 2013. Het digitale inschrijfformulier, de spelregels en overige informatie vindt u vanaf 1 oktober 2012 op www.netwerkplat­ teland.nl

“ Tien euro om appels te plukken? Eenmaal, andermaal… verkocht!” Op de honderdste fokveedag in Hoornaar in de Alblasserwaard op 6 oktober wordt een bijzondere veiling gehouden. Mensen kunnen bieden op het bijwonen van de geboorte van een kalfje of een lammetje, helpen bij het plukken van appels in een hoogstamboomgaard of het onderhouden van een eendenkooi, een historisch gemaal of een meidoornheg. Met deze veiling wil het Gebiedsplatform Alblasserwaard Vijfheerenlanden de betrokkenheid tussen boeren en burger versterken en tegelijkertijd de bezuinigingen van het rijk op natuuronderhoud

opvangen. Op zeven items kan nu al geboden worden op de website www.onsmijn.nl en de leukste komen op de Fokveedag. > Meer info: www.onsmijn.nl

Landbouw en toerisme kunnen gevolgen krimp verzachten Bevolkingskrimp biedt ook kansen. Want landbouw en toerisme kunnen de leefbaarheid en economische vitaliteit van het platteland verhogen, zo blijkt uit onderzoek van LEI en Alterra, onderdelen van Wageningen UR, op verzoek van het ministerie van EL&I. Het onderzoeksrapport Landbouw en recreatie in krimpregio’s; laat dit zien in drie krimpregio’s: het noorden en oosten van Groningen, Zeeuws Vlaanderen en Zuid-Limburg. Maar ook welke rol landbouw en recreatie kunnen spelen in het oplossen van problemen die ontstaan door krimp. De belangrijkste conclusie is dat landbouw en toerisme kunnen bijdragen aan het verminderen van krimpproblematiek door de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. Zo biedt bevolkingskrimp kansen doordat de grondprijzen dalen en er ruimte vrijkomt die benut kan worden voor agroparken (landbouw) of themaparken (recreatie). Zowel economische vitaliteit als leefbaarheid zijn meegenomen in het onderzoek. > Te downloaden op: tinyurl.com/landbrecr-krimpregio

Boeren zien hun terpenplan werkelijkheid worden

Boerderij wordt plattelands­ woning Nu ook de Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel om voormalige boerderijen te bestemmen als ‘plattelandswoning’, kunnen zo’n 5000 agrarische bedrijfsgebouwen die status in een bestemmingsplan krijgen. Zo kan een boerderij door burgers worden bewoond, zonder dat de strengere milieunormen (‘stankcirkels’) voor gewone woningen er gelden. Klagen over mestlucht of lawaai van

Publicaties

landbouwmachines zit er dan niet meer in. Een boer die wil stoppen, kan zo makkelijker zijn huis als woonhuis verkopen, of zelf in zijn huis blijven wonen. Tegelijkertijd hoeven agrarische bedrijven in de omgeving niet bang te zijn voor klachten van omwonenden over overlast. > Meer info: tinyurl.com/platte­

De familie Broekmans is de eerste bewoner van een terpenboerderij in de Overdiepse Polder. Op 10 augustus was staatssecretaris Atsma aanwezig bij deze mijlpaal in het Ruimte voor de Rivier-project. Toen de boeren vernamen dat hun polder was aangewezen als plek waar de rivieren meer ruimte moet krijgen, stelden zij zelf voor om hun boerderijen op terpen te plaatsen. Als acht boer­derijen op een terp te staan, wordt de dijk rond deze eilandpolder in de

Bergsche Maas verlaagd. Als eens in de 25 jaar de polder onder water staat, houden bewoners en vee het toch droog. Negen andere boeren hebben besloten hun bedrijf elders voort te zetten of te stoppen. Eind 2015 moet de polder, net als alle andere Ruimte voor de Rivier-projecten, helemaal klaar zijn. > Meer info: tinyurl.com/ terpenplan

landswoning

3 2012 STREEK 5


Achtergrond

Marga de Jong en Petra van de Kop van Netwerk Platteland: “Op de Plattelandsconferentie doen we inspiratie op uit onverwachte hoek”

altijd sterk ingezet op vertellen hoe mensen het moeten doen. Maar mijn motto voor deze conferentie is dat iedere deelnemer gelijk is, of het nu een gedeputeerde is of een kleine ondernemer uit een krimpgebied.” Marga de Jong van Netwerk Platteland vult aan: “Het doel van de conferentie is om mensen met elkaar in contact brengen rond hun eigen, persoonlijke vraag en drive. Wat wil je zelf graag bereiken in je gebied of in je werkveld?”

“ De frisse blik van Rotterdam is leerzaam. Stadsmensen ervaren onze hechtheid als gesloten. Dus werken we aan uitnodigende stopplaatsen in de Krimpenerwaard.” Foto: Rick Keus

Plattelandsconferentie ‘Zicht op 2020’ zet in op persoonlijke drive

Platteland neemt heft in eigen hand “Als je doet wat je altijd al deed, krijg je wat je altijd kreeg”, vindt Marga de Jong van Netwerk Platteland. “Terwijl we juist op zoek moeten naar een nieuw type antwoorden.” De Plattelandsconferentie van Netwerk Platteland en de Dienst Landelijk Gebied (DLG), op 13 en 14 december a.s., wordt daarom echt anders dan voorgaande jaren. Minder vertellen hoe het kan of moet, meer bouwen op eigen kracht van gebieden en mensen. Die eigen kracht kan zich in allerlei vormen uiten, van gebiedscoöperaties tot samenwerkingsverbanden met de stad.

6 STREEK 3 2012

Het platteland is volop in beweging. We staan aan het einde van beleidsperiode POP2, het Gemeenschappelijk Landbouw-beleid komt er aan, en dat in het licht van een terugtredende overheid en toenemende bezuinigingen. Wél is duidelijk dat mensen steeds meer het heft in eigen handen gaan nemen, niet vanuit subsidies of instrumenten, maar vanuit een gedrevenheid en binding met hun gebied en in onverwachte samenwerkingsverbanden. Dat is het vertrekpunt van de Plattelandsconferentie ‘Zicht op 2020’. “Het moet anders op het platteland”, vindt Geert Meeuwissen van DLG, “maar niemand weet goed hoe. De mensen uit het veld, zoals ondernemers en maatschappelijke organisaties, gaan actief taken overnemen van de overheid. Maar in welke rol? Waar verlangen ze naar en wat bindt hen? Op deze en andere vragen moeten zij zelf een antwoord zien te vinden. Daarom is de conferentie hun platform. Als organisator stellen we ons bescheiden op. Wij willen het als DLG ook anders gaan doen: dealmaker en verbinder zijn van de ‘horizontale’ initiatiefnemers die het anders zullen gaan doen dan de ‘verticale’ overheden. Dat is best een cultuurschok. Als DLG hebben wij

Mensen mobiliseren Dan gaat het bijvoorbeeld niet meer over ‘actief burgerschap’, maar over ‘hoe mobiliseer ik de mensen, zodat we over tien jaar met zijn allen nog steeds in een mooie omgeving prettig samenleven?’ Dat geldt bijvoorbeeld voor Eline van de Veen, LEADER-coördinator en streekmakelaar in de Kromme Rijnstreek, die bezig is met het opzetten van een streekplatform Kromme Rijn. “We zoeken minder naar geld, maar meer naar maatschappelijke overwaarde”, vertelt Van de Veen. “Ik hoop dat de ondersteuning vanuit ons streekplatform steeds eenvou­ diger kan, omdat er een actieve community in het gebied ontstaat. Maar hoe benaderen we die burgers en ondernemers actief? Wij zoeken het in zichtbaarheid, laten zien wat kan, welke vragen er zijn, waar antwoorden te vinden zijn. Via blogs en sociale media, maar ook ‘live’. Met een tweejaarlijkse initiatievenmarktplaats, maar ook door contact te zoeken met ondernemers in de stad Utrecht of vrijwilligerscentrales.” Vanuit de provincie Groningen is Fred Stol, wethouder van de gemeente Zuidhorn en voorzitter van de Lokale Actiegroep Wester­kwartier, betrokken bij het op poten zetten van een gebiedscoöperatie Westerkwartier. Daarin werken de vijf o’s samen: ondernemers, omgeving, overheid, onderzoek en onderwijs. Dat is een uitdagend proces, legt Stol uit. “We kunnen pas tot officiële oprichting overgaan als alle belanghebbenden meedoen. We zoeken hoe we toch al in een coöperatie aan de slag kunnen met concrete projecten, om jezelf zichtbaar te maken en te laten zien dat het model werkt. De omgeving, bijvoorbeeld dorpsverenigingen en ondernemers, krijg je pas mee als ze zien dat het in de praktijk wat oplevert.”

schap”, vertelt Bart Crouwers, wethouder van de gemeente Vlist en voorzitter van de Plaatselijke Groep Krimpenerwaard. “Dat bleek leerzaam; wat wij altijd onze kwaliteit vonden, onze hechte dorpen met een sterke lokale gebondenheid, zien stads­mensen als gesloten. Makkelijk contact maken met mensen van buiten, dat zit ons hier niet in het bloed. Dus werken we aan uitnodigende stopplaatsen, een campagne voor bewoners en zoeken naar manieren om die gastvrijheid meer vorm te geven.” Op de conferentie is alle ruimte voor dit soort vragen en initiatieven. Maar de manier waarop deelnemers ermee aan de slag gaan is anders. “De conferentie wordt géén etalage van succesvolle projecten in de regio”, zegt Petra van de Kop, medeor­ganisator vanuit Netwerk Platteland. “We breken ingesleten denkpatronen open. We richten de blik meer naar buiten en doen inspiratie op uit onverwachte hoeken en andere sectoren. Maar ook meer naar binnen, door te reflecteren op wat je persoonlijk drijft en bindt”, vult Marga de Jong aan. “Op deze conferentie geven wij de deel­ nemers overigens géén antwoord op hun vragen”, zegt Van de Kop tot slot. “Ze gaan die antwoorden zelf vinden, met elkaar, in een veelzijdig, creatief en spannend programma.” Florien Kuijper

Meer info: De Plattelandsconferentie ‘Zicht op 2020’ vindt plaats op 13 en 14 december 2012 in het Hof van Wageningen.

Meer informatie vindt u op www.netwerkplatteland.nl/to-bean-or-not-to-bean

Een frisse blik Het begin van verandering is een frisse blik. “We betrekken nu Rotterdam bij projecten rond recreatie, toerisme en ondernemer3 2012 STREEK 7


Achtergrond

Marga de Jong en Petra van de Kop van Netwerk Platteland: “Op de Plattelandsconferentie doen we inspiratie op uit onverwachte hoek”

altijd sterk ingezet op vertellen hoe mensen het moeten doen. Maar mijn motto voor deze conferentie is dat iedere deelnemer gelijk is, of het nu een gedeputeerde is of een kleine ondernemer uit een krimpgebied.” Marga de Jong van Netwerk Platteland vult aan: “Het doel van de conferentie is om mensen met elkaar in contact brengen rond hun eigen, persoonlijke vraag en drive. Wat wil je zelf graag bereiken in je gebied of in je werkveld?”

“ De frisse blik van Rotterdam is leerzaam. Stadsmensen ervaren onze hechtheid als gesloten. Dus werken we aan uitnodigende stopplaatsen in de Krimpenerwaard.” Foto: Rick Keus

Plattelandsconferentie ‘Zicht op 2020’ zet in op persoonlijke drive

Platteland neemt heft in eigen hand “Als je doet wat je altijd al deed, krijg je wat je altijd kreeg”, vindt Marga de Jong van Netwerk Platteland. “Terwijl we juist op zoek moeten naar een nieuw type antwoorden.” De Plattelandsconferentie van Netwerk Platteland en de Dienst Landelijk Gebied (DLG), op 13 en 14 december a.s., wordt daarom echt anders dan voorgaande jaren. Minder vertellen hoe het kan of moet, meer bouwen op eigen kracht van gebieden en mensen. Die eigen kracht kan zich in allerlei vormen uiten, van gebiedscoöperaties tot samenwerkingsverbanden met de stad.

6 STREEK 3 2012

Het platteland is volop in beweging. We staan aan het einde van beleidsperiode POP2, het Gemeenschappelijk Landbouw-beleid komt er aan, en dat in het licht van een terugtredende overheid en toenemende bezuinigingen. Wél is duidelijk dat mensen steeds meer het heft in eigen handen gaan nemen, niet vanuit subsidies of instrumenten, maar vanuit een gedrevenheid en binding met hun gebied en in onverwachte samenwerkingsverbanden. Dat is het vertrekpunt van de Plattelandsconferentie ‘Zicht op 2020’. “Het moet anders op het platteland”, vindt Geert Meeuwissen van DLG, “maar niemand weet goed hoe. De mensen uit het veld, zoals ondernemers en maatschappelijke organisaties, gaan actief taken overnemen van de overheid. Maar in welke rol? Waar verlangen ze naar en wat bindt hen? Op deze en andere vragen moeten zij zelf een antwoord zien te vinden. Daarom is de conferentie hun platform. Als organisator stellen we ons bescheiden op. Wij willen het als DLG ook anders gaan doen: dealmaker en verbinder zijn van de ‘horizontale’ initiatiefnemers die het anders zullen gaan doen dan de ‘verticale’ overheden. Dat is best een cultuurschok. Als DLG hebben wij

Mensen mobiliseren Dan gaat het bijvoorbeeld niet meer over ‘actief burgerschap’, maar over ‘hoe mobiliseer ik de mensen, zodat we over tien jaar met zijn allen nog steeds in een mooie omgeving prettig samenleven?’ Dat geldt bijvoorbeeld voor Eline van de Veen, LEADER-coördinator en streekmakelaar in de Kromme Rijnstreek, die bezig is met het opzetten van een streekplatform Kromme Rijn. “We zoeken minder naar geld, maar meer naar maatschappelijke overwaarde”, vertelt Van de Veen. “Ik hoop dat de ondersteuning vanuit ons streekplatform steeds eenvou­ diger kan, omdat er een actieve community in het gebied ontstaat. Maar hoe benaderen we die burgers en ondernemers actief? Wij zoeken het in zichtbaarheid, laten zien wat kan, welke vragen er zijn, waar antwoorden te vinden zijn. Via blogs en sociale media, maar ook ‘live’. Met een tweejaarlijkse initiatievenmarktplaats, maar ook door contact te zoeken met ondernemers in de stad Utrecht of vrijwilligerscentrales.” Vanuit de provincie Groningen is Fred Stol, wethouder van de gemeente Zuidhorn en voorzitter van de Lokale Actiegroep Wester­kwartier, betrokken bij het op poten zetten van een gebiedscoöperatie Westerkwartier. Daarin werken de vijf o’s samen: ondernemers, omgeving, overheid, onderzoek en onderwijs. Dat is een uitdagend proces, legt Stol uit. “We kunnen pas tot officiële oprichting overgaan als alle belanghebbenden meedoen. We zoeken hoe we toch al in een coöperatie aan de slag kunnen met concrete projecten, om jezelf zichtbaar te maken en te laten zien dat het model werkt. De omgeving, bijvoorbeeld dorpsverenigingen en ondernemers, krijg je pas mee als ze zien dat het in de praktijk wat oplevert.”

schap”, vertelt Bart Crouwers, wethouder van de gemeente Vlist en voorzitter van de Plaatselijke Groep Krimpenerwaard. “Dat bleek leerzaam; wat wij altijd onze kwaliteit vonden, onze hechte dorpen met een sterke lokale gebondenheid, zien stads­mensen als gesloten. Makkelijk contact maken met mensen van buiten, dat zit ons hier niet in het bloed. Dus werken we aan uitnodigende stopplaatsen, een campagne voor bewoners en zoeken naar manieren om die gastvrijheid meer vorm te geven.” Op de conferentie is alle ruimte voor dit soort vragen en initiatieven. Maar de manier waarop deelnemers ermee aan de slag gaan is anders. “De conferentie wordt géén etalage van succesvolle projecten in de regio”, zegt Petra van de Kop, medeor­ganisator vanuit Netwerk Platteland. “We breken ingesleten denkpatronen open. We richten de blik meer naar buiten en doen inspiratie op uit onverwachte hoeken en andere sectoren. Maar ook meer naar binnen, door te reflecteren op wat je persoonlijk drijft en bindt”, vult Marga de Jong aan. “Op deze conferentie geven wij de deel­ nemers overigens géén antwoord op hun vragen”, zegt Van de Kop tot slot. “Ze gaan die antwoorden zelf vinden, met elkaar, in een veelzijdig, creatief en spannend programma.” Florien Kuijper

Meer info: De Plattelandsconferentie ‘Zicht op 2020’ vindt plaats op 13 en 14 december 2012 in het Hof van Wageningen.

Meer informatie vindt u op www.netwerkplatteland.nl/to-bean-or-not-to-bean

Een frisse blik Het begin van verandering is een frisse blik. “We betrekken nu Rotterdam bij projecten rond recreatie, toerisme en ondernemer3 2012 STREEK 7


STR EE K BEW O NERS S T R E E K bewoners portretteert mensen d i e z i c h i n z etten voor een sterk en aantrekkel i jk platteland

Wim van Wijk

“ Met sociale media komt informatie naar jou toe in plaats van dat jij moet zoeken” Waarom ben je sociale media gaan gebruiken? Ik ontdekte dat je met behulp van de sociale media het internet kunt organiseren. In plaats van eindeloos te zoeken kom je in contact met mensen met dezelfde interesse. Je kunt met RSS zelfs informatie naar jou toe laten komen. Ik ben ooit begonnen met LinkedIn en inmiddels gebruik ik ook Twitter en recent heb ik me op Facebook gemeld. Gebruik je sociale media voornamelijk voor het werk of juist privé? LinkedIn en Twitter gebruik ik uitsluitend zakelijk. In het begin volgde ik alleen maar anderen, maar inmiddels verzend ik ook tweets. Facebook ben ik zoals gezegd nog aan het ontdekken,

maar ik weet al wel dat ik het mondjesmaat ga gebruiken. Verwacht niet dat ik van alles wat ik doe, melding maak en met foto’s illustreer. Welke rol kunnen sociale media spelen bij de toekomst van het platteland? Op het platteland zijn de fysieke afstanden groter en die kun je met sociale media moeiteloos overbruggen. Stel dat je als boer een buurman hebt die in een andere sector bezig is, dan ik het toch handig dat je met een ‘soortgenoot’ 50 kilometer verderop wel even snel kunt uitwisselen hoe je iets aanpakt. Een ander groot voordeel is dat bijvoorbeeld via Twitter mensen in gesprek raken die elkaar anders niet zouden spre-

ken: ambtenaren, bestuurders, boeren, mensen van maatschappelijke organisaties. De hiër­archie valt weg. Wat heb je gehad aan het leertraject van Netwerk Platteland? Dit voorjaar heb ik Groene Dingen gevolgd. Ik heb de drie groepsbijeenkomsten gevolgd en die waren zeker informatief. Eerlijkheidshalve zeg ik erbij dat ik het niet heb afgemaakt; wat erbij inschoot was het maken van het huiswerk. Ik heb dus wel kennis gemaakt met nieuwe toepassingen, en daarvan gebruik ik sommige ook. Vooral werken in de wolken en RSS vond ik interessant. Maar er zaten ook dingen bij niet ik niet zinnig vond.

provinciaal secretaris Flevoland voor LTO Noord

In Streekbewoners deze keer de rol van sociale media voor de toekomst van het platteland

“Wie geen sociale media gebruikt, is niet van deze tijd” Waarom bent u sociale media gaan gebruiken? Voor mijn bedrijf. Ik verhuur sampans, dat zijn Chinese houten boten. En verder Canadese kano’s, vissersboten en fluisterboten – dan kun je niet anders dan reclame maken via sociale media. Ik mag dan een oma van acht kleinkinderen zijn, ik ga wel met mijn tijd mee. In 1980 had ik al een com­puter en sindsdien heb ik alle nieuwe ontwikkelingen op dat terrein gevolgd. Ik ben gewoon nieuwsgierig, dus als er iets nieuws komt waarvan ik denk: dat kan ik gebruiken, dan neem ik het. Ik twitter, zit op Facebook en heb een iPad.

Welke rol kunnen sociale media spelen bij de toekomst van het platteland? Een grote natuurlijk. Dat kan ik illustreren met wat we onlangs als ondernemers hier in de Alblasser-

waard/Vijfheerenlanden hebben opgezet: een geocache-fietstocht. Mooi dat er in een paar weken tijd 120 mensen ingelogd hebben. Die mensen hadden hier anders toch niet gefietst! Zo bevorder je het toerisme in je streek. Wat heb je gehad aan het leertraject van Netwerk Platteland? Daar heb ik niet aan meegedaan. Maar nu ik hoor over Groene Dingen met ruim twintig vormen van sociale media, maak je me nieuwsgierig. Dus dat houd ik zeker in de gaten. En nu ga ik een tweet versturen dat ik ben geïnterviewd voor Streek!

eigenaar van botenverhuurbedrijf De Chinese Schouw

Ria van Wijngaarden-van Harten

Jasper van der Horst Annechien ten Have-Mellema voorzitter LTO-vakgroep Varkenshouderij

Marjo Vonderman projectcoördinator plattelandsontwikkeling Nordwin College (voorheen AOC Friesland)

“Sociale media zijn een buurtkrant, maar dan anders” Waarom ben je sociale media gaan gebruiken? Acht jaar geleden werd ik voor­zitter van de vakgroep Varkenshouderij en stelde ik me de vraag: ‘Hoe hou ik mijn leden op de hoogte van wat er speelt en van wat ik doe?’ Toen kreeg ik van communicatiebureau Imagro het advies een blog te beginnen. Dat heb ik gedaan, ben maar gewoon begonnen en nu doe ik het nog, elke week. Het blog stond eerst alleen op de site van LTO, maar inmiddels ook op die van De Boerderij, waar ik zelfs nog meer lezers heb. En ja, van het één komt het ander: ik zit nu ook op Facebook, LinkedIn en ik twitter. Vooral Twitter vind ik een handig middel. Toen ik doorkreeg dat er veel over de varkenshouderij werd getwitterd, maar

Gebruikt u sociale media voornamelijk voor het werk of juist privé? Hoofdzakelijk voor mijn werk. Van iedereen die hier een boot huurt, maak ik een foto als ze wegvaren. Die stuur ik ze toe met de vraag of ze hem op Facebook willen zetten. Dat is de beste reclame voor me. En zo werkt het ook, want de komende dagen zit ik volgeboekt.

niet dóór varkenshouders, ben ik me ermee gaan bemoeien. Kan ik snel de andere kant van een zaak belichten, als dat nodig is. Gebruik je sociale media voornamelijk voor het werk of juist privé? Ik kan rustig een hele avond met de computer op schoot zitten, maar niet elke dag hoor. Soms spendeer ik maar 10 minuten op een dag aan sociale media. En het merendeel is toch voor mijn werk. Welke rol kunnen sociale media spelen bij de toekomst van het platteland? Een belangrijke! Sociale media bevorderen de cohesie, iedereen kan zijn omgeving laten zien wat er gaande is; je kunt er PR mee

bedrijven, netwerken onderhouden. Het is eigenlijk een buurtkrant, maar dan anders. Wat heb je gehad aan het leertraject van Netwerk Platteland? Van Netwerk Platteland 2.0 heb ik geleerd dat je boodschappen via meerdere kanalen kunt verspreiden. En dat je communities kunt vormen. Ik heb gehoord dat er een nieuw leertraject van Netwerk Platteland is. Daar ben ik wel nieuwsgierig naar, want ik houd wel van nieuwe dingen.

“Boeren krijgen er meer gezicht door” Waarom ben je sociale media gaan gebruiken? Netwerk Platteland benaderde het AOC over Leertraject 2.0 en mijn baas polste mij: ‘Is dat niks voor jou?’ Ja, dat was iets voor mij, want sindsdien twitter ik, zit ik op LinkedIn, Yammer, NING, YouTube en Facebook, gebruik ik Skype en Dropbox en heb ik een blog. Ik volg nu van alles op het gebied van voedsel: boeren en tuinders, maar ook horeca, onderwijs, media en overheid. Het hoort er nu gewoon bij. Gebruik je sociale media voornamelijk voor het werk of juist privé? Alles bijeen genomen is de verhouding ongeveer fifty/fifty. Voor mijn werk gebruik ik het meest Twitter en LinkedIn; bij de andere sociale media ligt het accent meer in de

privé-sfeer, maar niet uitsluitend. Trouwens, intussen ben ik van cursist docent geworden: ik breng docenten van het AOC, voor zover ze interesse hebben, bij wat er op het gebied van sociale media allemaal is. Welke rol kunnen sociale media spelen bij de toekomst van het platteland? Die is zonder meer groot. Ten eerste kunnen boeren duidelijk maken waar ze mee bezig zijn, ze krijgen er een gezicht door. En afstanden worden er kleiner door. Ten tweede kun je de politiek beïnvloeden, ik volg bijvoorbeeld Lutz Jacobi van de PvdA. Zij is erg betrokken bij het platteland en lokt allerlei reacties uit van andere politici, waar jij ook weer op kunt reageren. Zo heb je toch het gevoel dat je zaken een beetje kunt sturen.

Wat heb je gehad aan het leer­ traject van Netwerk Platteland? Het was zonder meer nuttig. Ik zou nu ook moeilijk meer zonder sociale media kunnen. Een voorbeeld: laatst hielden we een verkiezing voor de Week van de Fryske Smaak. Zeshonderd mensen brachten hun stem uit! Zonder sociale media was ik al blij geweest met 150 uitgebrachte stemmen.

Ook mee(r)doen met sociale media? Doe Groene Dingen! Groene Dingen laat iedereen in de groene sector kennismaken met sociale media: de bekende Twitter en Facebook, maar ook RSS, Flickr en NING. De eerste drie ‘dingen’ (lessen) staan al online, de rest volgt de komende maanden. Volg de cursus gratis individueel of in-company in groepsverband. > www.groenedingen.net

8 STREEK 3 2012

3 2012 STREEK 9


STR EE K BEW O NERS S T R E E K bewoners portretteert mensen d i e z i c h i n z etten voor een sterk en aantrekkel i jk platteland

Wim van Wijk

“ Met sociale media komt informatie naar jou toe in plaats van dat jij moet zoeken” Waarom ben je sociale media gaan gebruiken? Ik ontdekte dat je met behulp van de sociale media het internet kunt organiseren. In plaats van eindeloos te zoeken kom je in contact met mensen met dezelfde interesse. Je kunt met RSS zelfs informatie naar jou toe laten komen. Ik ben ooit begonnen met LinkedIn en inmiddels gebruik ik ook Twitter en recent heb ik me op Facebook gemeld. Gebruik je sociale media voornamelijk voor het werk of juist privé? LinkedIn en Twitter gebruik ik uitsluitend zakelijk. In het begin volgde ik alleen maar anderen, maar inmiddels verzend ik ook tweets. Facebook ben ik zoals gezegd nog aan het ontdekken,

maar ik weet al wel dat ik het mondjesmaat ga gebruiken. Verwacht niet dat ik van alles wat ik doe, melding maak en met foto’s illustreer. Welke rol kunnen sociale media spelen bij de toekomst van het platteland? Op het platteland zijn de fysieke afstanden groter en die kun je met sociale media moeiteloos overbruggen. Stel dat je als boer een buurman hebt die in een andere sector bezig is, dan ik het toch handig dat je met een ‘soortgenoot’ 50 kilometer verderop wel even snel kunt uitwisselen hoe je iets aanpakt. Een ander groot voordeel is dat bijvoorbeeld via Twitter mensen in gesprek raken die elkaar anders niet zouden spre-

ken: ambtenaren, bestuurders, boeren, mensen van maatschappelijke organisaties. De hiër­archie valt weg. Wat heb je gehad aan het leertraject van Netwerk Platteland? Dit voorjaar heb ik Groene Dingen gevolgd. Ik heb de drie groepsbijeenkomsten gevolgd en die waren zeker informatief. Eerlijkheidshalve zeg ik erbij dat ik het niet heb afgemaakt; wat erbij inschoot was het maken van het huiswerk. Ik heb dus wel kennis gemaakt met nieuwe toepassingen, en daarvan gebruik ik sommige ook. Vooral werken in de wolken en RSS vond ik interessant. Maar er zaten ook dingen bij niet ik niet zinnig vond.

provinciaal secretaris Flevoland voor LTO Noord

In Streekbewoners deze keer de rol van sociale media voor de toekomst van het platteland

“Wie geen sociale media gebruikt, is niet van deze tijd” Waarom bent u sociale media gaan gebruiken? Voor mijn bedrijf. Ik verhuur sampans, dat zijn Chinese houten boten. En verder Canadese kano’s, vissersboten en fluisterboten – dan kun je niet anders dan reclame maken via sociale media. Ik mag dan een oma van acht kleinkinderen zijn, ik ga wel met mijn tijd mee. In 1980 had ik al een com­puter en sindsdien heb ik alle nieuwe ontwikkelingen op dat terrein gevolgd. Ik ben gewoon nieuwsgierig, dus als er iets nieuws komt waarvan ik denk: dat kan ik gebruiken, dan neem ik het. Ik twitter, zit op Facebook en heb een iPad.

Welke rol kunnen sociale media spelen bij de toekomst van het platteland? Een grote natuurlijk. Dat kan ik illustreren met wat we onlangs als ondernemers hier in de Alblasser-

waard/Vijfheerenlanden hebben opgezet: een geocache-fietstocht. Mooi dat er in een paar weken tijd 120 mensen ingelogd hebben. Die mensen hadden hier anders toch niet gefietst! Zo bevorder je het toerisme in je streek. Wat heb je gehad aan het leertraject van Netwerk Platteland? Daar heb ik niet aan meegedaan. Maar nu ik hoor over Groene Dingen met ruim twintig vormen van sociale media, maak je me nieuwsgierig. Dus dat houd ik zeker in de gaten. En nu ga ik een tweet versturen dat ik ben geïnterviewd voor Streek!

eigenaar van botenverhuurbedrijf De Chinese Schouw

Ria van Wijngaarden-van Harten

Jasper van der Horst Annechien ten Have-Mellema voorzitter LTO-vakgroep Varkenshouderij

Marjo Vonderman projectcoördinator plattelandsontwikkeling Nordwin College (voorheen AOC Friesland)

“Sociale media zijn een buurtkrant, maar dan anders” Waarom ben je sociale media gaan gebruiken? Acht jaar geleden werd ik voor­zitter van de vakgroep Varkenshouderij en stelde ik me de vraag: ‘Hoe hou ik mijn leden op de hoogte van wat er speelt en van wat ik doe?’ Toen kreeg ik van communicatiebureau Imagro het advies een blog te beginnen. Dat heb ik gedaan, ben maar gewoon begonnen en nu doe ik het nog, elke week. Het blog stond eerst alleen op de site van LTO, maar inmiddels ook op die van De Boerderij, waar ik zelfs nog meer lezers heb. En ja, van het één komt het ander: ik zit nu ook op Facebook, LinkedIn en ik twitter. Vooral Twitter vind ik een handig middel. Toen ik doorkreeg dat er veel over de varkenshouderij werd getwitterd, maar

Gebruikt u sociale media voornamelijk voor het werk of juist privé? Hoofdzakelijk voor mijn werk. Van iedereen die hier een boot huurt, maak ik een foto als ze wegvaren. Die stuur ik ze toe met de vraag of ze hem op Facebook willen zetten. Dat is de beste reclame voor me. En zo werkt het ook, want de komende dagen zit ik volgeboekt.

niet dóór varkenshouders, ben ik me ermee gaan bemoeien. Kan ik snel de andere kant van een zaak belichten, als dat nodig is. Gebruik je sociale media voornamelijk voor het werk of juist privé? Ik kan rustig een hele avond met de computer op schoot zitten, maar niet elke dag hoor. Soms spendeer ik maar 10 minuten op een dag aan sociale media. En het merendeel is toch voor mijn werk. Welke rol kunnen sociale media spelen bij de toekomst van het platteland? Een belangrijke! Sociale media bevorderen de cohesie, iedereen kan zijn omgeving laten zien wat er gaande is; je kunt er PR mee

bedrijven, netwerken onderhouden. Het is eigenlijk een buurtkrant, maar dan anders. Wat heb je gehad aan het leertraject van Netwerk Platteland? Van Netwerk Platteland 2.0 heb ik geleerd dat je boodschappen via meerdere kanalen kunt verspreiden. En dat je communities kunt vormen. Ik heb gehoord dat er een nieuw leertraject van Netwerk Platteland is. Daar ben ik wel nieuwsgierig naar, want ik houd wel van nieuwe dingen.

“Boeren krijgen er meer gezicht door” Waarom ben je sociale media gaan gebruiken? Netwerk Platteland benaderde het AOC over Leertraject 2.0 en mijn baas polste mij: ‘Is dat niks voor jou?’ Ja, dat was iets voor mij, want sindsdien twitter ik, zit ik op LinkedIn, Yammer, NING, YouTube en Facebook, gebruik ik Skype en Dropbox en heb ik een blog. Ik volg nu van alles op het gebied van voedsel: boeren en tuinders, maar ook horeca, onderwijs, media en overheid. Het hoort er nu gewoon bij. Gebruik je sociale media voornamelijk voor het werk of juist privé? Alles bijeen genomen is de verhouding ongeveer fifty/fifty. Voor mijn werk gebruik ik het meest Twitter en LinkedIn; bij de andere sociale media ligt het accent meer in de

privé-sfeer, maar niet uitsluitend. Trouwens, intussen ben ik van cursist docent geworden: ik breng docenten van het AOC, voor zover ze interesse hebben, bij wat er op het gebied van sociale media allemaal is. Welke rol kunnen sociale media spelen bij de toekomst van het platteland? Die is zonder meer groot. Ten eerste kunnen boeren duidelijk maken waar ze mee bezig zijn, ze krijgen er een gezicht door. En afstanden worden er kleiner door. Ten tweede kun je de politiek beïnvloeden, ik volg bijvoorbeeld Lutz Jacobi van de PvdA. Zij is erg betrokken bij het platteland en lokt allerlei reacties uit van andere politici, waar jij ook weer op kunt reageren. Zo heb je toch het gevoel dat je zaken een beetje kunt sturen.

Wat heb je gehad aan het leer­ traject van Netwerk Platteland? Het was zonder meer nuttig. Ik zou nu ook moeilijk meer zonder sociale media kunnen. Een voorbeeld: laatst hielden we een verkiezing voor de Week van de Fryske Smaak. Zeshonderd mensen brachten hun stem uit! Zonder sociale media was ik al blij geweest met 150 uitgebrachte stemmen.

Ook mee(r)doen met sociale media? Doe Groene Dingen! Groene Dingen laat iedereen in de groene sector kennismaken met sociale media: de bekende Twitter en Facebook, maar ook RSS, Flickr en NING. De eerste drie ‘dingen’ (lessen) staan al online, de rest volgt de komende maanden. Volg de cursus gratis individueel of in-company in groepsverband. > www.groenedingen.net

8 STREEK 3 2012

3 2012 STREEK 9


Achtergrond

Geld voor het platteland

deel 3: nieuwe financiering voor gebieden In Streek dit jaar een serie artikelen over geld. Waar haal je op het platteland financiering vandaan in tijden van bezuinigingen en recessie? Deel 3 zoekt het antwoord in nieuwe financieringsvormen voor gebiedsontwikkeling.

“Verleiden is een krachtig instrument”, stelt Peter Prins, van PRINS Projectmanagement & Advies, onder andere actief als programmaregisseur voor de ontwikkeling van Vlagheide (zie kader). In dit Brabantse gebied is de ontwikkeling ver gevorderd, onder andere met behulp van een aantal nieuwe financieringsmogelijkheden: slimme koppelingen tussen plannen en plichten, en ondernemingsruimte in ruil voor publieke taken. Zijn belangrijkste boodschap: “Zorg voor een mooi toekomstperspectief waar je mensen vanaf het begin mee kunt verleiden, zodat ondernemers, burgers, maatschappelijke organisaties en overheden enthousiast aan de slag gaan.” Lef en creativiteit Wie dat toekomstperspectief schetst, zal per situatie verschillen. Peter Prins: “In veel gevallen zal dat een overheid zijn die een

gebied wil ontwikkelen, maar het kan ook een ondernemer zijn, of een groep burgers.” Duidelijk is dat voor nieuwe financieringsvormen lef en creativiteit nodig is, niet direct zaken die je met overheden associeert. “Maar het kan wel!”, weet Peter van Rooy van het Innovatieprogramma NederLandBovenWater (NLBW), gericht op gebiedsontwikkeling. “De provincie Brabant is bijvoorbeeld al heel actief met uitnodigingsplanologie. Ze vragen grote initiatiefnemers wat hun plannen zijn, en kijken samen wat ze kunnen realiseren zodat zowel provincie als initiatiefnemer er beter van wordt.” Dat je dan buiten bestaande kaders moet treden, daar kom je niet onderuit. “Even een voorbeeld”, zegt Van Rooy. “Stel je voor dat boeren uit een regio samen hun streekproducten bij een benzinestation aan

een doorlopende weg willen verkopen. Personeel is er al, ruime openingstijden, leuk ommetje erbij, picknicktafel, aantrekkelijk voor forenzen en recreanten om even uit te stappen. Nu kan dit niet, want je loopt aan tegen bijvoorbeeld de Benzinewet, waarin alle benzinestations gelijke rechten hebben qua verkoop.” Van Rooy: “Laatst nog hoorde ik een wethouder tegen een ondernemer zeggen: ‘Wij maken een hoepel en u moet daar keurig doorheen. Zodra u de rand aanraakt, gaat uw plan niet door.’ Dat kan dus niet meer. Hij zal toch die hoepel flexibel moeten maken, en in gesprek moeten gaan over hoe het komt dat de ondernemer die randen aanraakt.” Wat dat betreft is de crisis een kans, denkt Van Rooy. “Gemeenten en provincies kunnen niet op de huidige voet verder, ze moeten drastisch bezuini-

Vuilstort als kern van bloeiend gebied in Vlagheide Het toekomstperspectief dat de provincie Brabant en drie gemeenten schetsten van de 45 hectare vuilstort Vlagheide en zo’n 1000 hectare daarom-

heen, was een groen gebied om volop te recreëren. In de laatste stortfase was al creatief gestort om reliëf voor een golfbaan te creëren. In 2005

De thee- en pluktuin Miss Hyacinth realiseerde landschappelijk aankleding en deed een bijdrage aan het landschapsfonds. Foto: Miss Hyacinth 10 STREEK 3 2012

het recht om hun bedrijf uit te breiden of te vernieuwen.” Want recreatieondernemers zien steeds meer in dat de kwaliteit van de omliggende natuur mede bepalend is voor hun succes. Het komt er op neer dat overheden en ondernemers moeten leren om te spelen met rechten en plichten, concludeert ook Van Rooy. “Je krijgt als ondernemer het recht om iets te doen, met de plicht om er een publieke zaak tegenover te stellen.”

nodigden de overheden ondernemers uit met plannen te komen. De 40 projecten die toen zijn ingediend, zijn vrijwel allemaal klaar of in ontwikkeling. Veel groen wordt met particulier geld gerealiseerd. Een paar voorbeelden: • Een particulier ontwikkelde natuur omdat hij dat zelf graag wilde, en kreeg advies van het Brabants Landschap. • Een agrariër begon een thee- en pluktuin in ruil voor het afbreken van stallen, maar realiseerde wel extra landschappelijke aankleding en deed een bijdrage aan het landschapsfonds. • Een andere boer ruilde zijn

Marjel Neefjes

gen, dus ze móeten wel dingen anders gaan doen. Dat is een mooi moment om de omslag te maken naar uitnodigings planologie.” Overheid en ondernemers Dat de toekomst van gebiedsontwikkeling deels in samenwerking tussen overheid en ondernemers zit, ziet ook Brigitte Bultinck

van het Nationaal Groenfonds. “Partijen kloppen bij ons aan voor financiering van groene projecten als ze niet terecht kunnen bij traditionele banken. Een nieuwe manier om groene ontwikkelingen te financieren is bijvoorbeeld de mogelijkheid om natuurbegraven in te passen in nieuw te ontwikkelen natuur. Of denk aan recreatieondernemers die natuur ontwikkelen in ruil voor

Meer info: ‘Verdienmogelijkheden, cahier gebieds­ ontwikkeling’, door Peter van Rooy, Innovatieprogramma NederlandBovenWater, 2011. Te downloaden via tinyurl.com/ verdienmogelijkheden

‘Stoken op Streekhout’ financiert landschapsbeheer varkens, zijn plannen voor een windmolen en zijn vergunning voor een pluimveestal in voor een landgoed met nieuwe natuur en 4 woningen (i.p.v. de 3 woningen die volgens de regeling nieuwe landgoederen waren toegestaan). • Een boer gaat restafval van FrieslandCampina, rundveemest en biomassa van Staatsbosbeheer vergisten en levert warmte aan zijn buurman (glastuinder) en gas aan het gasnet. En passant is hij bereid zijn collega-ondernemers op de Vlagheide te voorzien van een groen energielabel.

Ook groene energie is een veelbelovend financieringsinstrument voor gebieden.

Zonne- en windenergie liggen voor de hand, maar zeer in opkomst is biomassa.

Doordat in ‘Stoken op Streekhout’ 30 gemeenten en 120 particulieren hun landschapselementen gezamenlijk laten beheren, gaan snoei en inzameling een stuk efficiënter. Foto: ‘Stoken op Streekhout’

Gedroogd gras in korrels, versnipperd snoeiafval, het is allemaal te verbranden of vergisten. ‘Stoken op Streekhout’, een grensoverschrijdend project waarin drie Achterhoekse agrarische natuurverenigingen samenwerken met Duitse districten, is een voorbeeld waarin dat duidelijke resultaten oplevert. De karakteristieke houtwallen krijgen zo weer een functie, waarmee hun onderhoud geen kostenpost meer betekent. ‘Stoken op Streekhout’ moedigt bedrijven, instellingen en particulieren in de regio aan om houtge­stookte HR-cv-ketels aan te schaffen. Inmid­dels laten

30 gemeenten en 120 particulieren hun landschapselementen binnen het project onderhouden. Dat levert energie op waarmee je 2500 huizen kunt verwarmen, allemaal geld dat in het gebied blijft in plaats van dat het naar gas- of oliemaatschappijen vloeit.

3 2012 STREEK 11


Achtergrond

Geld voor het platteland

deel 3: nieuwe financiering voor gebieden In Streek dit jaar een serie artikelen over geld. Waar haal je op het platteland financiering vandaan in tijden van bezuinigingen en recessie? Deel 3 zoekt het antwoord in nieuwe financieringsvormen voor gebiedsontwikkeling.

“Verleiden is een krachtig instrument”, stelt Peter Prins, van PRINS Projectmanagement & Advies, onder andere actief als programmaregisseur voor de ontwikkeling van Vlagheide (zie kader). In dit Brabantse gebied is de ontwikkeling ver gevorderd, onder andere met behulp van een aantal nieuwe financieringsmogelijkheden: slimme koppelingen tussen plannen en plichten, en ondernemingsruimte in ruil voor publieke taken. Zijn belangrijkste boodschap: “Zorg voor een mooi toekomstperspectief waar je mensen vanaf het begin mee kunt verleiden, zodat ondernemers, burgers, maatschappelijke organisaties en overheden enthousiast aan de slag gaan.” Lef en creativiteit Wie dat toekomstperspectief schetst, zal per situatie verschillen. Peter Prins: “In veel gevallen zal dat een overheid zijn die een

gebied wil ontwikkelen, maar het kan ook een ondernemer zijn, of een groep burgers.” Duidelijk is dat voor nieuwe financieringsvormen lef en creativiteit nodig is, niet direct zaken die je met overheden associeert. “Maar het kan wel!”, weet Peter van Rooy van het Innovatieprogramma NederLandBovenWater (NLBW), gericht op gebiedsontwikkeling. “De provincie Brabant is bijvoorbeeld al heel actief met uitnodigingsplanologie. Ze vragen grote initiatiefnemers wat hun plannen zijn, en kijken samen wat ze kunnen realiseren zodat zowel provincie als initiatiefnemer er beter van wordt.” Dat je dan buiten bestaande kaders moet treden, daar kom je niet onderuit. “Even een voorbeeld”, zegt Van Rooy. “Stel je voor dat boeren uit een regio samen hun streekproducten bij een benzinestation aan

een doorlopende weg willen verkopen. Personeel is er al, ruime openingstijden, leuk ommetje erbij, picknicktafel, aantrekkelijk voor forenzen en recreanten om even uit te stappen. Nu kan dit niet, want je loopt aan tegen bijvoorbeeld de Benzinewet, waarin alle benzinestations gelijke rechten hebben qua verkoop.” Van Rooy: “Laatst nog hoorde ik een wethouder tegen een ondernemer zeggen: ‘Wij maken een hoepel en u moet daar keurig doorheen. Zodra u de rand aanraakt, gaat uw plan niet door.’ Dat kan dus niet meer. Hij zal toch die hoepel flexibel moeten maken, en in gesprek moeten gaan over hoe het komt dat de ondernemer die randen aanraakt.” Wat dat betreft is de crisis een kans, denkt Van Rooy. “Gemeenten en provincies kunnen niet op de huidige voet verder, ze moeten drastisch bezuini-

Vuilstort als kern van bloeiend gebied in Vlagheide Het toekomstperspectief dat de provincie Brabant en drie gemeenten schetsten van de 45 hectare vuilstort Vlagheide en zo’n 1000 hectare daarom-

heen, was een groen gebied om volop te recreëren. In de laatste stortfase was al creatief gestort om reliëf voor een golfbaan te creëren. In 2005

De thee- en pluktuin Miss Hyacinth realiseerde landschappelijk aankleding en deed een bijdrage aan het landschapsfonds. Foto: Miss Hyacinth 10 STREEK 3 2012

het recht om hun bedrijf uit te breiden of te vernieuwen.” Want recreatieondernemers zien steeds meer in dat de kwaliteit van de omliggende natuur mede bepalend is voor hun succes. Het komt er op neer dat overheden en ondernemers moeten leren om te spelen met rechten en plichten, concludeert ook Van Rooy. “Je krijgt als ondernemer het recht om iets te doen, met de plicht om er een publieke zaak tegenover te stellen.”

nodigden de overheden ondernemers uit met plannen te komen. De 40 projecten die toen zijn ingediend, zijn vrijwel allemaal klaar of in ontwikkeling. Veel groen wordt met particulier geld gerealiseerd. Een paar voorbeelden: • Een particulier ontwikkelde natuur omdat hij dat zelf graag wilde, en kreeg advies van het Brabants Landschap. • Een agrariër begon een thee- en pluktuin in ruil voor het afbreken van stallen, maar realiseerde wel extra landschappelijke aankleding en deed een bijdrage aan het landschapsfonds. • Een andere boer ruilde zijn

Marjel Neefjes

gen, dus ze móeten wel dingen anders gaan doen. Dat is een mooi moment om de omslag te maken naar uitnodigings planologie.” Overheid en ondernemers Dat de toekomst van gebiedsontwikkeling deels in samenwerking tussen overheid en ondernemers zit, ziet ook Brigitte Bultinck

van het Nationaal Groenfonds. “Partijen kloppen bij ons aan voor financiering van groene projecten als ze niet terecht kunnen bij traditionele banken. Een nieuwe manier om groene ontwikkelingen te financieren is bijvoorbeeld de mogelijkheid om natuurbegraven in te passen in nieuw te ontwikkelen natuur. Of denk aan recreatieondernemers die natuur ontwikkelen in ruil voor

Meer info: ‘Verdienmogelijkheden, cahier gebieds­ ontwikkeling’, door Peter van Rooy, Innovatieprogramma NederlandBovenWater, 2011. Te downloaden via tinyurl.com/ verdienmogelijkheden

‘Stoken op Streekhout’ financiert landschapsbeheer varkens, zijn plannen voor een windmolen en zijn vergunning voor een pluimveestal in voor een landgoed met nieuwe natuur en 4 woningen (i.p.v. de 3 woningen die volgens de regeling nieuwe landgoederen waren toegestaan). • Een boer gaat restafval van FrieslandCampina, rundveemest en biomassa van Staatsbosbeheer vergisten en levert warmte aan zijn buurman (glastuinder) en gas aan het gasnet. En passant is hij bereid zijn collega-ondernemers op de Vlagheide te voorzien van een groen energielabel.

Ook groene energie is een veelbelovend financieringsinstrument voor gebieden.

Zonne- en windenergie liggen voor de hand, maar zeer in opkomst is biomassa.

Doordat in ‘Stoken op Streekhout’ 30 gemeenten en 120 particulieren hun landschapselementen gezamenlijk laten beheren, gaan snoei en inzameling een stuk efficiënter. Foto: ‘Stoken op Streekhout’

Gedroogd gras in korrels, versnipperd snoeiafval, het is allemaal te verbranden of vergisten. ‘Stoken op Streekhout’, een grensoverschrijdend project waarin drie Achterhoekse agrarische natuurverenigingen samenwerken met Duitse districten, is een voorbeeld waarin dat duidelijke resultaten oplevert. De karakteristieke houtwallen krijgen zo weer een functie, waarmee hun onderhoud geen kostenpost meer betekent. ‘Stoken op Streekhout’ moedigt bedrijven, instellingen en particulieren in de regio aan om houtge­stookte HR-cv-ketels aan te schaffen. Inmid­dels laten

30 gemeenten en 120 particulieren hun landschapselementen binnen het project onderhouden. Dat levert energie op waarmee je 2500 huizen kunt verwarmen, allemaal geld dat in het gebied blijft in plaats van dat het naar gas- of oliemaatschappijen vloeit.

3 2012 STREEK 11


Reportage Roelof Hupkes | projectmanager Landelijk Gebied bij het Kadaster

“ Bij alle gebiedsontwikkeling, niet alleen bij die van een klimaatbuffer, is het een voorwaarde dat er grote betrokkenheid is vanuit de streek, met een vertrouwen vanuit alle partijen. Ik heb begrepen dat bij het Hunzeproject de betrokkenheid van bewoners en gebruikers van het gebied heel goed is gelopen, vooral door kennis van wat er speelt. Maar ik hoorde ook dat ze er hard aan hebben moeten trekken, dat het niet vanzelf gaat.”

Jan Gerrit Rus | bewoner Staatssecretaris Atsma en (achter hem) gedeputeerde Munniksma openen met het werpen van bloemblaadjes de klimaatbuffer Hunze. Daarmee is de regio veiliger en mooier geworden. Foto’s: Lotty Nijhuis

De vistrappen in de Hunze doen hun werk

Samenwerken aan een veiliger, mooier en leuker Nederland De rode loper is uitgerold, de champagne staat klaar. Staatssecretaris Joop Atsma (Infrastructuur en Milieu) en Drents gedeputeerde Rein Munniksma staan op 6 september gebroederlijk naast elkaar op een brug over de Hunze, die na lange tijd weer gemoedelijk door het landschap slingert. Met een zwierig gebaar scheppen beide heren bloemblaadjes over de reling om de natuurlijke klimaatbuffer Hunze bij Gieten officieel te openen. Met deze opening wordt een succes gevierd. Het beekdal is mooier, veiliger én leuker geworden. En dat met de betrokkenheid en het draagvlak van een groot aantal partijen.

Tijdens het veldsymposium rondom deze ope­ning, in het kerkje te Gieterveen, horen we over deze bijzondere werkwijze en de voor­delen voor alle betrokkenen. Naast Hunze dient ook Regge (Overijssel) als casus, een klimaatbuffer die later dit najaar geopend wordt. Beide klimaatbuffers worden geken­merkt door de betrokkenheid van een groot aantal partijen, zo vertellen de projectleiders tijdens het symposium. Natuurbeherende organisaties, waterschap, gemeenten en provincie, de recreatiesector, agrariërs en andere grondeigenaren, allemaal dragen ze hun steentje bij. Er is grond nodig, die soms al voor een groot deel in handen is van de initiërende partij, zoals Het Drents Landschap of Landschap Overijssel, maar soms verworven moet wor­den. Ligt niet alle grond op de juiste plek, dan worden (particuliere) grondeigenaren benaderd voor grondruil. Een waterschap kan bijdragen met kennis van subsidies en bestek­ken, is belangrijk bij de uitvoering. Betrokkenheid van een gemeente scheelt in de

12 STREEK 3 2012

bureaucratie. En ook na realisatie wordt de betrokkenheid gezocht. Denk aan een boer die in het gebied vee laat grazen. 1+1=3 Tijdens een van de workshops bespreken we wat er nou nodig is om zo’n project succesvol te laten verlopen. Conclusie is dat een enthou­siaste en kundige trekker essentieel is. Ook moeten partijen elkaar

vroeg in het proces weten te vinden en elkaars belang weten. Belangrijk is om bewoners te betrekken, bijvoorbeeld met inloopavonden, waarbij organiserende partijen niet alleen kennis brengen, maar ook komen halen. Kennis hebben van het gebied, communicatie en vertrouwen, dat zijn voorwaarden. Nog niet eenvoudig, maar draagvlak vormt wel het succes van beide klimaatbuffers. Maar ook iedere

Wat is een klimaatbuffer? Bij natuurlijke klimaatbuffers krijgen natuur­lijke processen krijgen de ruimte, zodat een gebied kan meegroeien met klimaatverandering. Een klimaatbuffer maakt Nederland veilig: door water te bergen bij extreme neerslag of door het juist langer vast te houden in tijden van droogte. Daarnaast is er in een klimaatbuffer ruimte voor wonen, recreatie en landbouw. Door die combinatie van functies kan de gebiedsontwikkeling rekenen op de betrokkenheid van een groot aantal partijen. Meer info: www.klimaatbuffers.nl

partij afzonderlijk profiteert. Een agrariër krijgt door grondruil betere grond, ondernemers profiteren van een aantrekkelijker landschap, (krimp)gemeenten zien verbetering van de leefbaarheid. En zo wordt met de inzet van al die partijen 1+1=3. Want bovenop die voordelen komen natuurlijk ook de baten van waterveiligheid en natuur. In het Hunzedal zijn de eerste resultaten al zichtbaar, zo kunnen we tijdens de excursie zien. In januari van dit jaar bewees het gebied als waterberging zijn nut, de vis­trappen doen hun werk, het landschap is aan­trekkelijker, en de eerste verbeteringen voor natuur beginnen zich voorzichtig af te tekenen. Wie de baten, wie de lasten? Rest aan het eind van de middag nog de vraag wie dit allemaal betaalt, en of kosten en baten wel eerlijk verdeeld worden. Nu is er sprake van een cofinanciering waarbij een paar partijen een duit in het zakje doen. Terwijl ook anderen profiteren. Maar het valt nog niet mee concreet te maken wie precies hoeveel. Daarbij is sowieso de vraag of er straks nog geld is voor natuur. Maar misschien bieden klimaatbuffers juist dan wel kansen. Als er voor natuur en landschap geen potje is, dan misschien voor waterveiligheid nog wel. Staatssecretaris Atsma vindt in ieder geval dat klimaatbuffers ook in het nieuwe kabinet doorgang moeten vinden. Een wens die mooi gesymboliseerd wordt: aan het water van de Hunze de taak het succes samen met de bloemblaadjes naar andere klimaatbufferprojecten verder te dragen. Lotty Nijhuis

“ Ik ben blij met de klimaatbuffer, kom hier nagenoeg elke dag. Het mooiste vind ik dat ik weer dieren kan zien lopen. Paarden die niet begrensd worden, lange stukken kunnen galopperen. Maar ik ben natuurlijk maar een burger, heb geen verlies van inkomsten. Voor agrariërs is dat misschien anders, hoewel dit veengebied eigenlijk niet geschikt voor landbouw. Of er echt weerstand is geweest, weet ik niet. Ik zie hier tegenwoordig vooral veel meer mensen lopen, mensen die er blij mee zijn.”

Ali Edelenbosch | voorzitter het Drentse Landschap “ We hadden al het Hunzeproject, een gebieds­gericht beleid. Je kunt niet zeggen: we doen alleen iets voor natuur, of alleen iets voor boeren. Je moet het samen doen. Nu, in het klimaatbuffer­project, zijn alle projectjes kralen die samen één ketting vormen. Ik zeg altijd: als iedereen voor 100% alleen voor zijn eigenbelang gaat, komt iets nooit van de grond. Maar als iedereen voor 90% voor zijn eigenbelang gaat, kan in totaal veel meer worden bereikt.”

Ben Ordelmans | projectmanager waterschap

Regge en Dinkel

“ Voor het project Klimaatbuffer Regge moesten we een uitgebreide kavelruil opzetten met een aantal land­bouwers. Kavelruil is meestal een heel getouwtrek. Betreffende landbouwers keken terecht naar hun bedrijfsbelang en wilden ook voordeel hebben van de ruiling. Over het algemeen staan burgers positief tegenover dit soort projecten en denken ze ook graag mee. De meerwaarde zien zij vaak in versterking van de recreatiemogelijkheden. De realisatie van een fiets­brug zorgt bijvoorbeeld voor enorm veel draagvlak.”

3 2012 STREEK 13


Reportage Roelof Hupkes | projectmanager Landelijk Gebied bij het Kadaster

“ Bij alle gebiedsontwikkeling, niet alleen bij die van een klimaatbuffer, is het een voorwaarde dat er grote betrokkenheid is vanuit de streek, met een vertrouwen vanuit alle partijen. Ik heb begrepen dat bij het Hunzeproject de betrokkenheid van bewoners en gebruikers van het gebied heel goed is gelopen, vooral door kennis van wat er speelt. Maar ik hoorde ook dat ze er hard aan hebben moeten trekken, dat het niet vanzelf gaat.”

Jan Gerrit Rus | bewoner Staatssecretaris Atsma en (achter hem) gedeputeerde Munniksma openen met het werpen van bloemblaadjes de klimaatbuffer Hunze. Daarmee is de regio veiliger en mooier geworden. Foto’s: Lotty Nijhuis

De vistrappen in de Hunze doen hun werk

Samenwerken aan een veiliger, mooier en leuker Nederland De rode loper is uitgerold, de champagne staat klaar. Staatssecretaris Joop Atsma (Infrastructuur en Milieu) en Drents gedeputeerde Rein Munniksma staan op 6 september gebroederlijk naast elkaar op een brug over de Hunze, die na lange tijd weer gemoedelijk door het landschap slingert. Met een zwierig gebaar scheppen beide heren bloemblaadjes over de reling om de natuurlijke klimaatbuffer Hunze bij Gieten officieel te openen. Met deze opening wordt een succes gevierd. Het beekdal is mooier, veiliger én leuker geworden. En dat met de betrokkenheid en het draagvlak van een groot aantal partijen.

Tijdens het veldsymposium rondom deze ope­ning, in het kerkje te Gieterveen, horen we over deze bijzondere werkwijze en de voor­delen voor alle betrokkenen. Naast Hunze dient ook Regge (Overijssel) als casus, een klimaatbuffer die later dit najaar geopend wordt. Beide klimaatbuffers worden geken­merkt door de betrokkenheid van een groot aantal partijen, zo vertellen de projectleiders tijdens het symposium. Natuurbeherende organisaties, waterschap, gemeenten en provincie, de recreatiesector, agrariërs en andere grondeigenaren, allemaal dragen ze hun steentje bij. Er is grond nodig, die soms al voor een groot deel in handen is van de initiërende partij, zoals Het Drents Landschap of Landschap Overijssel, maar soms verworven moet wor­den. Ligt niet alle grond op de juiste plek, dan worden (particuliere) grondeigenaren benaderd voor grondruil. Een waterschap kan bijdragen met kennis van subsidies en bestek­ken, is belangrijk bij de uitvoering. Betrokkenheid van een gemeente scheelt in de

12 STREEK 3 2012

bureaucratie. En ook na realisatie wordt de betrokkenheid gezocht. Denk aan een boer die in het gebied vee laat grazen. 1+1=3 Tijdens een van de workshops bespreken we wat er nou nodig is om zo’n project succesvol te laten verlopen. Conclusie is dat een enthou­siaste en kundige trekker essentieel is. Ook moeten partijen elkaar

vroeg in het proces weten te vinden en elkaars belang weten. Belangrijk is om bewoners te betrekken, bijvoorbeeld met inloopavonden, waarbij organiserende partijen niet alleen kennis brengen, maar ook komen halen. Kennis hebben van het gebied, communicatie en vertrouwen, dat zijn voorwaarden. Nog niet eenvoudig, maar draagvlak vormt wel het succes van beide klimaatbuffers. Maar ook iedere

Wat is een klimaatbuffer? Bij natuurlijke klimaatbuffers krijgen natuur­lijke processen krijgen de ruimte, zodat een gebied kan meegroeien met klimaatverandering. Een klimaatbuffer maakt Nederland veilig: door water te bergen bij extreme neerslag of door het juist langer vast te houden in tijden van droogte. Daarnaast is er in een klimaatbuffer ruimte voor wonen, recreatie en landbouw. Door die combinatie van functies kan de gebiedsontwikkeling rekenen op de betrokkenheid van een groot aantal partijen. Meer info: www.klimaatbuffers.nl

partij afzonderlijk profiteert. Een agrariër krijgt door grondruil betere grond, ondernemers profiteren van een aantrekkelijker landschap, (krimp)gemeenten zien verbetering van de leefbaarheid. En zo wordt met de inzet van al die partijen 1+1=3. Want bovenop die voordelen komen natuurlijk ook de baten van waterveiligheid en natuur. In het Hunzedal zijn de eerste resultaten al zichtbaar, zo kunnen we tijdens de excursie zien. In januari van dit jaar bewees het gebied als waterberging zijn nut, de vis­trappen doen hun werk, het landschap is aan­trekkelijker, en de eerste verbeteringen voor natuur beginnen zich voorzichtig af te tekenen. Wie de baten, wie de lasten? Rest aan het eind van de middag nog de vraag wie dit allemaal betaalt, en of kosten en baten wel eerlijk verdeeld worden. Nu is er sprake van een cofinanciering waarbij een paar partijen een duit in het zakje doen. Terwijl ook anderen profiteren. Maar het valt nog niet mee concreet te maken wie precies hoeveel. Daarbij is sowieso de vraag of er straks nog geld is voor natuur. Maar misschien bieden klimaatbuffers juist dan wel kansen. Als er voor natuur en landschap geen potje is, dan misschien voor waterveiligheid nog wel. Staatssecretaris Atsma vindt in ieder geval dat klimaatbuffers ook in het nieuwe kabinet doorgang moeten vinden. Een wens die mooi gesymboliseerd wordt: aan het water van de Hunze de taak het succes samen met de bloemblaadjes naar andere klimaatbufferprojecten verder te dragen. Lotty Nijhuis

“ Ik ben blij met de klimaatbuffer, kom hier nagenoeg elke dag. Het mooiste vind ik dat ik weer dieren kan zien lopen. Paarden die niet begrensd worden, lange stukken kunnen galopperen. Maar ik ben natuurlijk maar een burger, heb geen verlies van inkomsten. Voor agrariërs is dat misschien anders, hoewel dit veengebied eigenlijk niet geschikt voor landbouw. Of er echt weerstand is geweest, weet ik niet. Ik zie hier tegenwoordig vooral veel meer mensen lopen, mensen die er blij mee zijn.”

Ali Edelenbosch | voorzitter het Drentse Landschap “ We hadden al het Hunzeproject, een gebieds­gericht beleid. Je kunt niet zeggen: we doen alleen iets voor natuur, of alleen iets voor boeren. Je moet het samen doen. Nu, in het klimaatbuffer­project, zijn alle projectjes kralen die samen één ketting vormen. Ik zeg altijd: als iedereen voor 100% alleen voor zijn eigenbelang gaat, komt iets nooit van de grond. Maar als iedereen voor 90% voor zijn eigenbelang gaat, kan in totaal veel meer worden bereikt.”

Ben Ordelmans | projectmanager waterschap

Regge en Dinkel

“ Voor het project Klimaatbuffer Regge moesten we een uitgebreide kavelruil opzetten met een aantal land­bouwers. Kavelruil is meestal een heel getouwtrek. Betreffende landbouwers keken terecht naar hun bedrijfsbelang en wilden ook voordeel hebben van de ruiling. Over het algemeen staan burgers positief tegenover dit soort projecten en denken ze ook graag mee. De meerwaarde zien zij vaak in versterking van de recreatiemogelijkheden. De realisatie van een fiets­brug zorgt bijvoorbeeld voor enorm veel draagvlak.”

3 2012 STREEK 13


streek- idee NL

streek- idee EU Micropol wil ondernemers voor de eigen streek behouden die dit voorjaar met Cees Loppersum de coöperatie HSLnet oprichtte voor de drie kernen Heeze, Leende en Sterksel. Deze coöperatie heeft die visie – in 2009 overgenomen door de gemeenteraad – nu tot werkelijkheid gemaakt.

Een vrijwilliger legt aan een bewoner uit wat HSLnet te bieden heeft, in het informatiecentrum in Heeze. Foto: Oscar Vinck

In Heeze-Leende krijgt zelfs afgelegen boerderij snel internet Als grote spelers geen breedbandnetwerk op het platteland wil aanleggen, dan doen we het toch zelf? Met die instelling namen de inwoners van Heeze-Leende het heft in eigen handen en richtten een coöperatie op. Deze zomer stemde ruim de helft van de 7000 huishoudens in deze gemeente onder Eindhoven in met het aanbod van deze coöperatie en een provider. Initiatiefnemer Oscar Vinck krijgt nu telefoontjes uit het hele land hoe hij dit voor elkaar heeft gekregen. Grote maatschappijen, of het nu UPC of KPN is, mogen graag wijzen op de voordelen van het glasvezelnet. Maar uit kostenoverwegingen bieden zij dit alleen aan in dichtbe-

volkte gebieden. Het leggen van de glasvezelkabels op het platteland is niet rendabel en daarom doen ze het daar niet. “Gelukkig hangt wethouder Jos van Bree van Heeze-Leende de

visie aan dat telecommunicatie een nutsvoorziening is die open moet staan voor alle mogelijke aanbieders en die tot in de haarvaten van de samenleving moet reiken”, zegt Oscar Vinck

Bewonersinitiatief Hoe is dat in zijn werk gegaan? Vinck: “Na het besluit van de gemeenteraad is er een projectteam ingesteld dat een pakket van eisen heeft samengesteld en aanbesteed. Omdat geen enkele marktpartij liet weten daaraan te kunnen voldoen, was de weg vrij voor een bewonersinitiatief.” Zo kon HSLnet als netwerkbeheerder gaan fungeren. “Als coöperatie hebben we eerst een aannemer geselecteerd voor het graafwerk, vervolgens een beheerder van kastjes en andere apparatuur en ten slotte een aanbieder van televisie, internet en telefonie.” Verleidelijk aanbod Daarna was het zaak zieltjes te winnen. Dankzij het aanbod van ‘haarscherpe tv, supersnel internet en goedkope telefonie’ lieten veel burgers, bedrijven, boeren en buitenlui zich overtuigen, onder andere door uitleg in de informatiecentra in de drie kernen. Toch was het even spannend of de vereiste 50% deelname gehaald zou worden. “Op 1 juli, de eigenlijke

sluitingsdatum, zaten we op 45 procent, maar dankzij een laatste informatieoffensief van onze dertig vrijwilligers hadden we veertien dagen later 56 procent.” Volgens Vinck blijkt hier het succes van het lokale initiatief uit: “Elders hebben marktpartijen, bijvoorbeeld Reggefiber/ KPN in Twente, grote moeite om 30 procent te halen. Dat wij zo hoog scoren, is puur te danken aan de lokale benadering en de coöperatieve gedachte. Leden zijn mede-eigenaar en hebben zeggenschap.” Navolging De 56 procent was voldoende om banken te interesseren de negen miljoen euro, die de aanleg van de 150 kilometer kabel kost, te financieren. “In september gaat de schop de grond in. De laatste bewoners moeten weliswaar twee jaar wachten voor ze zijn aangesloten, maar dan hebben ze op hun afgelegen plek toch maar mooi glasvezel. En dat is nergens anders in Nederland nog gelukt”, zegt een trotse Vinck. Maar dat kan snel veranderen. Want sinds dit nieuws zich heeft verspreid, krijgt Vinck het ene na het andere telefoontje. “Uit heel Nederland krijg ik vragen van wethouders hoe wij het hebben aangepakt en of zij ook zoiets zouden kunnen opzetten.” Wim van Wijk

In Estland en Hongarije zijn smart work centers al veel gebruikt om de ontwikkeling van het platteland te bevorderen. In de Franse Auvergne zoekt men de oplossing in het uitrusten van dorpshuizen met breedbandvoorzieningen. Binnen het Europese project Micropol wisselen deelnemers uit elf landen ervaringen uit met het opzetten van centra voor ondernemerschap. De Leader Actiegroep (LAG) Zuidoost-Drenthe is de Nederlandse deelnemer. In maart vond de startbijeenkomstplaats van Micropol (de naam is gekozen als tegenhanger voor Megapol, een afkorting voor grote agglomeraties), waarvoor de Deense regio Noord Jutland een jaar eerder het initiatief had genomen. “Daar spelen vergelijkbare problemen”, vertelt Gerard Meijers van het LAG. “Ook daar krimpt de bevolking en trekken jonge ondernemers weg. Uiteindelijk sloten zich elf landen aan en inmiddels zijn we uit de startblokken. We hebben zelfs al een eerste werkbezoek gebracht, aan Estland, in mei.”

Voor Drenthe verwacht Meijers vooral heil van het opzetten van smart work centers à la Estland. “We hebben in onze regio aardig wat zzp’ers die volgens mij baat hebben bij zo’n centrum waar ze terecht kunnen als ze een afspraak hebben met een klant, waar ze over een flexplek beschikken met snelle telecommunicatievoorzieningen of waar iemand voor hen de administratie verricht.” De komende tijd gaat Meijers bij gemeente en de Kamer van Koophandel peilen hoe groot de behoefte onder zzp’ers en eenmansbedrijfjes is voor zo’n centrum.

Estland gidsland Meijers is onder de indruk van de voorsprong van dit Baltische land als het gaat om het stimuleren van ondernemerschap buiten de steden. “Je hebt daar veel kleine werklocaties met flexwerkplekken. Bovendien heb je eigenlijk in het hele land wifi-dekking. Als ik dat vergelijk met mijn eigen streek… Hier heb je, afgezien van een paar campings, nauwelijks wifi.” Uit de gesprekken met Micropol-vertegenwoordigers uit andere landen is Meijers gebleken dat ook Hongarije verder is dan Nederland. “En in Frankrijk ziet men meer in het uitrusten van dorpshuizen met breedbandvoorzieningen. Ook dat schijnt te werken.”

Wim van Wijk

In Estland hebben ze een grote voorspring in het stimuleren van ondernemerschap buiten de steden. Foto: Gerard Meijers

innovatieve praktijken Via je smartphone kun je direct naar een website of filmpje met de bijgeleverde QR-code (download een QR-reader voor iPhone of Android via qrcode.nu of een van de vele andere). > Nederlandse pilots GLB

Nederlandse pilots onderzoeken of delen van het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) collectief uitgevoerd kunnen worden. De vier collectieven vertellen in tekst en filmpjes hoe de pilots verlopen. > Ga direct naar de website via de QR-code of via www.toekomstglb.nl/voortgang-514.html

14 STREEK 3 2012

> Europa investeert in zijn platteland

Filmpjes van het symposium ‘Europa investeert in zijn platteland’

> Ga direct naar de website via de QR-code of via tinyurl.com/EU-symp-platteland

> Crowdnatuur

Vier organisaties in Gelderland zamelen geld in voor een natuurproject door middel van crowdfunding.

> Ga direct naar de website via de QR-code of via tinyurl.com/crowdnatuur

> Zeeuwse ambtenaren op de boerderij

Het Zeeuwse AJK zette gedeputeerde en tien provinciaal ambtenaren aan het werk op boerderijen > Ga direct naar de website via de QR-code of via tinyurl.com/Zeelandboer

3 2012 STREEK 15


streek- idee NL

streek- idee EU Micropol wil ondernemers voor de eigen streek behouden die dit voorjaar met Cees Loppersum de coöperatie HSLnet oprichtte voor de drie kernen Heeze, Leende en Sterksel. Deze coöperatie heeft die visie – in 2009 overgenomen door de gemeenteraad – nu tot werkelijkheid gemaakt.

Een vrijwilliger legt aan een bewoner uit wat HSLnet te bieden heeft, in het informatiecentrum in Heeze. Foto: Oscar Vinck

In Heeze-Leende krijgt zelfs afgelegen boerderij snel internet Als grote spelers geen breedbandnetwerk op het platteland wil aanleggen, dan doen we het toch zelf? Met die instelling namen de inwoners van Heeze-Leende het heft in eigen handen en richtten een coöperatie op. Deze zomer stemde ruim de helft van de 7000 huishoudens in deze gemeente onder Eindhoven in met het aanbod van deze coöperatie en een provider. Initiatiefnemer Oscar Vinck krijgt nu telefoontjes uit het hele land hoe hij dit voor elkaar heeft gekregen. Grote maatschappijen, of het nu UPC of KPN is, mogen graag wijzen op de voordelen van het glasvezelnet. Maar uit kostenoverwegingen bieden zij dit alleen aan in dichtbe-

volkte gebieden. Het leggen van de glasvezelkabels op het platteland is niet rendabel en daarom doen ze het daar niet. “Gelukkig hangt wethouder Jos van Bree van Heeze-Leende de

visie aan dat telecommunicatie een nutsvoorziening is die open moet staan voor alle mogelijke aanbieders en die tot in de haarvaten van de samenleving moet reiken”, zegt Oscar Vinck

Bewonersinitiatief Hoe is dat in zijn werk gegaan? Vinck: “Na het besluit van de gemeenteraad is er een projectteam ingesteld dat een pakket van eisen heeft samengesteld en aanbesteed. Omdat geen enkele marktpartij liet weten daaraan te kunnen voldoen, was de weg vrij voor een bewonersinitiatief.” Zo kon HSLnet als netwerkbeheerder gaan fungeren. “Als coöperatie hebben we eerst een aannemer geselecteerd voor het graafwerk, vervolgens een beheerder van kastjes en andere apparatuur en ten slotte een aanbieder van televisie, internet en telefonie.” Verleidelijk aanbod Daarna was het zaak zieltjes te winnen. Dankzij het aanbod van ‘haarscherpe tv, supersnel internet en goedkope telefonie’ lieten veel burgers, bedrijven, boeren en buitenlui zich overtuigen, onder andere door uitleg in de informatiecentra in de drie kernen. Toch was het even spannend of de vereiste 50% deelname gehaald zou worden. “Op 1 juli, de eigenlijke

sluitingsdatum, zaten we op 45 procent, maar dankzij een laatste informatieoffensief van onze dertig vrijwilligers hadden we veertien dagen later 56 procent.” Volgens Vinck blijkt hier het succes van het lokale initiatief uit: “Elders hebben marktpartijen, bijvoorbeeld Reggefiber/ KPN in Twente, grote moeite om 30 procent te halen. Dat wij zo hoog scoren, is puur te danken aan de lokale benadering en de coöperatieve gedachte. Leden zijn mede-eigenaar en hebben zeggenschap.” Navolging De 56 procent was voldoende om banken te interesseren de negen miljoen euro, die de aanleg van de 150 kilometer kabel kost, te financieren. “In september gaat de schop de grond in. De laatste bewoners moeten weliswaar twee jaar wachten voor ze zijn aangesloten, maar dan hebben ze op hun afgelegen plek toch maar mooi glasvezel. En dat is nergens anders in Nederland nog gelukt”, zegt een trotse Vinck. Maar dat kan snel veranderen. Want sinds dit nieuws zich heeft verspreid, krijgt Vinck het ene na het andere telefoontje. “Uit heel Nederland krijg ik vragen van wethouders hoe wij het hebben aangepakt en of zij ook zoiets zouden kunnen opzetten.” Wim van Wijk

In Estland en Hongarije zijn smart work centers al veel gebruikt om de ontwikkeling van het platteland te bevorderen. In de Franse Auvergne zoekt men de oplossing in het uitrusten van dorpshuizen met breedbandvoorzieningen. Binnen het Europese project Micropol wisselen deelnemers uit elf landen ervaringen uit met het opzetten van centra voor ondernemerschap. De Leader Actiegroep (LAG) Zuidoost-Drenthe is de Nederlandse deelnemer. In maart vond de startbijeenkomstplaats van Micropol (de naam is gekozen als tegenhanger voor Megapol, een afkorting voor grote agglomeraties), waarvoor de Deense regio Noord Jutland een jaar eerder het initiatief had genomen. “Daar spelen vergelijkbare problemen”, vertelt Gerard Meijers van het LAG. “Ook daar krimpt de bevolking en trekken jonge ondernemers weg. Uiteindelijk sloten zich elf landen aan en inmiddels zijn we uit de startblokken. We hebben zelfs al een eerste werkbezoek gebracht, aan Estland, in mei.”

Voor Drenthe verwacht Meijers vooral heil van het opzetten van smart work centers à la Estland. “We hebben in onze regio aardig wat zzp’ers die volgens mij baat hebben bij zo’n centrum waar ze terecht kunnen als ze een afspraak hebben met een klant, waar ze over een flexplek beschikken met snelle telecommunicatievoorzieningen of waar iemand voor hen de administratie verricht.” De komende tijd gaat Meijers bij gemeente en de Kamer van Koophandel peilen hoe groot de behoefte onder zzp’ers en eenmansbedrijfjes is voor zo’n centrum.

Estland gidsland Meijers is onder de indruk van de voorsprong van dit Baltische land als het gaat om het stimuleren van ondernemerschap buiten de steden. “Je hebt daar veel kleine werklocaties met flexwerkplekken. Bovendien heb je eigenlijk in het hele land wifi-dekking. Als ik dat vergelijk met mijn eigen streek… Hier heb je, afgezien van een paar campings, nauwelijks wifi.” Uit de gesprekken met Micropol-vertegenwoordigers uit andere landen is Meijers gebleken dat ook Hongarije verder is dan Nederland. “En in Frankrijk ziet men meer in het uitrusten van dorpshuizen met breedbandvoorzieningen. Ook dat schijnt te werken.”

Wim van Wijk

In Estland hebben ze een grote voorspring in het stimuleren van ondernemerschap buiten de steden. Foto: Gerard Meijers

innovatieve praktijken Via je smartphone kun je direct naar een website of filmpje met de bijgeleverde QR-code (download een QR-reader voor iPhone of Android via qrcode.nu of een van de vele andere). > Nederlandse pilots GLB

Nederlandse pilots onderzoeken of delen van het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) collectief uitgevoerd kunnen worden. De vier collectieven vertellen in tekst en filmpjes hoe de pilots verlopen. > Ga direct naar de website via de QR-code of via www.toekomstglb.nl/voortgang-514.html

14 STREEK 3 2012

> Europa investeert in zijn platteland

Filmpjes van het symposium ‘Europa investeert in zijn platteland’

> Ga direct naar de website via de QR-code of via tinyurl.com/EU-symp-platteland

> Crowdnatuur

Vier organisaties in Gelderland zamelen geld in voor een natuurproject door middel van crowdfunding.

> Ga direct naar de website via de QR-code of via tinyurl.com/crowdnatuur

> Zeeuwse ambtenaren op de boerderij

Het Zeeuwse AJK zette gedeputeerde en tien provinciaal ambtenaren aan het werk op boerderijen > Ga direct naar de website via de QR-code of via tinyurl.com/Zeelandboer

3 2012 STREEK 15


N E TW E RKNI EU WS

AG E N D A Narda van der Krogt en Lotty Nijhuis

>K ijk op netwerkplatteland.nl >

Stedennetwerk Stadslandbouw van start Het Stedennetwerk Stadslandbouw gaat van start! Op 26 september vindt een eerste bijeenkomst plaats in Amsterdam. Later dit jaar en volgend jaar volgen nog drie bijeenkomsten. Het Stedennetwerk Stadslandbouw is een gezamenlijk initiatief van Netwerk Platteland en Wageningen UR. Het netwerk biedt pioniers op het gebied van standslandbouw gelegenheid om kennis en ervaring uit te wisselen. Ook wordt kennis van buiten aangeboden. Dit biedt deelnemers mogelijkheid om vragen en problemen op te lossen. > www.stedennetwerkstadslandbouw.nl

Programma Plattelandsconferentie online Rectificatie: De datum voor de Plattelandsconferentie 2012 zoals die in Streek 2 stond (14 en 15 december) was niet juist. De Plattelandsconferentie vindt plaats op 13 en 14 december in Wageningen. Onder de titel ‘Zicht op 2020’ denken we vooruit aan de hand van de thema’s gezonde samenleving, sterke economie en zorg voor de aarde. Benieuwd naar het exacte programma? > www.netwerkplatteland.nl

WWW.NETWERKPLATTELAND.NL Standplaats DE Op het Duitse platteland spelen ontwikkelingen die vergelijkbaar zijn met die in Nederland. Maar zijn de oplossingen ook hetzelfde? Want wat bij ons gewoon is, kan over de grens vernieuwend zijn en andersom. Om van elkaar te leren, organiseert Netwerk Platteland samen met Stimuland Standplaatsen in Duitsland. Tijdens deze veldexcursies worden goede praktijken bezocht om inspiratie op te doen en ervaring uit te wisselen. De eerste Standplaatsen DE vinden plaats op 28 september en 24 oktober 2012. Tijdens de veldexcursie op 28 september staat natuur en recreatie centraal. In de grensregio rond Nijmegen wordt onder meer een bezoek gebracht aan een boerderij met natuurbeweiding en aan-huis-verkoop en de Naturschutzbund. Op 24 oktober draait het om Zorg en Leefbaarheid. Eén van de projecten die zal worden bezocht is ‘Älter werden im Zukunftsdorf’ in het dorp Legden, over ouder worden in het dorp van de toekomst. > www.netwerkplatteland.nl

Pilotproject Groene Dingen afgerond Dit voorjaar ging de eerste groep van start met Groene Dingen, het leertraject voor sociale media in de groene sector. Proefkonijn waren medewerkers van LTO Noord. Zij legden met zo’n dertig deelnemers het parcours af door de verschillende ‘Dingen’, toepassingen in sociale media. Dit beviel zodanig goed, dat er binnen LTO Noord een nieuw traject volgt, ditmaal voor het top-bestuurlijk kader. Ook andere groene organisaties gaan voorzichtig starten met Groene Dingen. > www.groenedingen.net

Agenda en klik meteen door

29.09.2012 – 07.10.2012 > Week van de Smaak De nadruk ligt dit jaar op ambachtelijk, seizoensgebonden, natuurzuiver, duurzaam en streekgebonden. Hoofdstad van de Smaak 2012 is de regio Amersfoort. Organisatie: Stichting Week van de Smaak Locatie: Heel het land

03.10.2012 > Congres Kennis voor Krimp In dit congres over de ontwikkelingen en de uit­dagingen op het gebied van krimp gaan partijen samen op zoek naar nieuwe samenwerking, financiering en strategieën. Ook komen zorg, onderwijs en leefbaarheid ter sprake. Organisatie: Kennisplatform Demografische Transitie en het Nationaal Netwerk Bevolkingsdaling Locatie: De Eenhoorn, Amersfoort

04.10.2012 > Symposium Europa dichterbij Symposium voor bestuurders en ambte­naren van de drie noordelijk provincies over Europese thema’s als de nieuwe begrotingsperiode, de toekomst van het GLB en EU-wetgeving op het gebied van aanbesteden, staatsteun en mededingingsrecht. Organisatie: Europa Decentraal en de noordelijke provincies Locatie: provinciehuis Drenthe, Assen

08.10.2012 – 09.10.2012 > Seminar Local products and Short Supply Chains Lokale producten en korte ketens gaan in het nieuwe GLB een grotere rol spe­len. Er is speciaal aandacht voor de praktijk van Oostenrijk, Slovenië en Hongarije en de rol van boerenvrouwen. Organisatie: Austrian Rural Network en de Austrian Association of Farmers’ Women. Lokatie: Eissenberg an der Raab, Austria

16.10.2012 > Noordelijke studiemiddag – Coöperaties in dorpen Studiemiddag over de voor- en nadelen van de coöperatie voor maatschappelijke organisaties, gemeenten en provincies? Hoe gaan ze hiermee om? Hoe zouden ze de coöperaties kunnen faciliteren? Kunnen ze er ook in meedoen? Organisatie: Netwerk Platteland, Partoer, CMO Groningen, Doarpswurk, de Vereniging Groninger Dorpen en BOKD Locatie: Marum, Groningen

Wekelijks > Twitterchat twitter.com/guusnet

> Kijk voor meer details en links op tinyurl.com/np-agenda


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.