7 minute read
Familie Kustermans op de Maxburghoeve in Meer
“Als ge hier niet kunt boeren, dan kan het nergens, toch?”
LANDBOUW - Kort voor de oorlog kocht landbouwer Jaan Kustermans uit Wernhout het domein van de failliete Max van de Berg op Maxburg. Hij zou er met zijn familie de bossen gereed maken voor landbouw. Zeven van zijn negen kinderen kwamen verder terecht in een landbouwbedrijf, waarvan vier op Maxburg. Zijn zoon Jan vond zijn plek in de boerderij die bij het domein Maxburg hoorde. Hij werd er opgevolgd door zijn zoon Frans, die de hoeve de naam Maxburg Hoeve gaf. Frans heeft nu op zijn beurt zijn zoon, Maarten, als opvolger. Redenen genoeg om langs te gaan voor een gesprek over het boerenleven, en werden warm onthaald door Frans en zijn vrouw Maria en Maarten.
Baas
Dankzij stagiair Jeroen, die het melken eventjes overneemt, heeft Maarten even de tijd om met ons te spreken. Waarvoor dank, Jeroen!
Maarten is dus de vierde generatie boer op Maxburg. Een jonge boer bovendien - al wie jonger is dan 40 wordt in deze kringen jong genoemd… “Boer worden lag nochtans niet voor de hand,” zegt Maarten, “ik volgde een opleiding bouwkundig tekenen.”
“Ik heb eerst zes jaar gewerkt, bij de Bruijn in Achtmaal, installatie en inrichten van melkveestallen. In Nederland waren ze toen toch wel een stuk vooruit op België. 200 à 300 koeien op een bedrijf, wij hadden er toen 90 en zijn gegroeid naar 210. Ik zag dus wat er thuis mogelijk was en volgde een B (Boeren) cursus. Zo’n diploma is nodig om als boer te kunnen beginnen. In de tijd van vader Frans was dat nog niet nodig. Maar ik moet toegeven dat ik uiteindelijk thuis wel het meeste geleerd heb.
Van kinds af aan heb ik meegeholpen; niet echt met het idee dus dat ik boer zou worden. Maar toen ik buitenshuis voor een baas werkte, moest ik lange dagen maken met veel verplaatsingen en overnachtingen. Ik heb toen wel de microbe te pakken gekregen om zelf te boeren. Het is ook goed dat ik dat meegemaakt heb. Het motiveert me meer om thuis te werken en op mijn eigen. Ik ben nu altijd thuis, eigen baas, geen files, en dat is wel zo gemakkelijk.”
Gevuld
De dagen zijn goed gevuld. Maarten: “Eigenlijk te veel om goed te zijn. Het zou wel plezant zijn als ik eens een weekend niet moest werken. Maar een koe trekt zich daar niets van aan van weekends of feestdag, die wil elke dag twee keer gemolken worden.
Gelukkig heb ik hulp van mijn ouders en nog een paar helpers, zodat ik toch al eens een weekend weg kan. De vriendin moet toch ook wel eens haar aandacht krijgen, ze ziet mij eigenlijk heel weinig. Ik neem dus mijn pet af voor haar steun. Wanneer zij langs komt, steekt ze haar kop in de stal en vraagt of het nog lang duurt… Helaas is dat dan meestal het geval.”
Hoe een werkdag er dan uitziet “dat moet ge eigenlijk niet opschrijven,” zegt moeder Maria. “Jawel, zegt Maarten, “dat moet ge toch wel schrijven. Het komt er eigenlijk op neer dat ik effectief veel, heel veel tijd steek in het melken van de koeien. Een betere melkmachine is dus nog een van de wensen, die is niet meer van de nieuwste.”
Vader Frans is op pensioen. Het enige waaraan hij dit ziet is wellicht aan het pensioen dat hij uitbetaald krijgt. “Maar de hoeveelheid werk lijkt niet afgenomen,” vervolgt Maarten. “Ook het zorgen voor voer is veel werk, maar ik laat veel doen door loonwerkers. Die zijn gespecialiseerd, hebben de juiste machines en leveren degelijk werk. Het gras dat ingekuild wordt, mag niet te nat zijn maar ook niet te droog. Dat wordt in kuilen gezet op klinkers. Welk voer de koeien best kunnen krijgen om een optimale productie te krijgen, bepalen we dan met de hulp van een voedingsadviseur.”
Kalveren
Het lijkt onwaarschijnlijk. Maar Maarten kent zijn koeien bijna allemaal individueel. “Terwijl de koeien van vader vroeger toch wel 24 liter gaven, is dat vandaag meer, zo’n 30 liter. Dat is meer dan twee emmers, ongelofelijk. Vroeger waren het de klassieke rooie koeien. Nu hebben we Holsteins, een goed melkras, oorspronkelijk uit Amerika afkomstig.”
Voor het geheel is er een Genetisch Management Systeem (GMS). “Elke koe wordt zo min of meer persoonlijk in de gaten gehouden. We proberen met de beste koeien door te gaan. Gelukkig gaat het kalveren werpen behoorlijk vlot zodat de koeien daar weinig hulp bij nodig hebben. Bij 85 procent van de koeien ligt het kalfke er zelf bij. Het selecteren van koeien en bijhorende stieren is wel een hele wetenschap. Verschillende eigenschappen worden geëvalueerd om de juiste stier te kiezen. In de praktijk krijgen we op die manier de kalveren die we gekozen hebben, dat lukt meestal wel.”
Zorgboerderij
Jeroen Aerts werkt 3 dagen per week op de Maxburg hoeve. Dat blijkt een win win langs beide kanten. Over zijn helper heeft Maarten dan ook niets dan lof. “Jeroen verzorgt de koeien en ziet wanneer ze stierig zijn. Hij is daarin een echte dierenkenner. En bij het melken jaagt hij telkens de nieuwe groep koeien aan, eerst de meest productieve, zodat die niet te lang moeten wachten. Een hele hulp dus. Hij helpt trouwens al heel lang hier. Doordat wij ook een zorgboerderij zijn, kan ik een beroep doen op mensen als Jeroen. Als ze liefde voor dieren hebben, dan zie je dat snel. Je ziet ze dan echt openbloeien.”
Naast de koeien is er nog het jongvee. “De koeien van de toekomst. Zij maken iets minder dan een derde van de totale veestapel uit. Onze koeien gaan doorgaans langer mee dan gemiddeld. We hebben ook een eigen stier voor de moeilijk vol te krijgen koeien, waar inseminatie niet goed bij lukt.”
En dure machines? “Een grote tractor is voor mij niet belangrijk. Machines die een groot deel van de tijd stilstaan, dat kost geld. Ik laat dus liever een loonwerker komen. Laat mij maar in de stal staan, daar rendeert mijn werk het meest. Zoals ik al eerder zei, de loonwerkers van tegenwoordig zijn heel betrouwbaar en zeer goed georganiseerd. Daar kunt ge niet tegen werken.”
Veel tijd voor andere dingen is er niet echt. “Hobby’s? Neen, geen enkele. Gewoon geen tijd voor. Ik ben al blij dat ik wat tijd kan vrijmaken om mijn vriendin te zien!”
De toekomst?
“In de toekomst toe moet er een nieuwe melkmachine komen. Dat is duidelijk.Daarmee hoop ik veel tijd te winnen. In tegenstelling tot toen ik met het bedrijf van start ging, is de toekomst van de stiel niet zo rooskleurig. Jarenlang waren de melkprijzen minder goed, nu is dat iets beter. En iedereen weet ook wel dat stikstof een van de grootste problemen geworden is. Dat zal een grote aanpassing vergen, maar het is nog niet duidelijk wat.
Op de dag van de landbouw in Neeroeteren zagen we een voorbeeld bij een boer met 900 koeien. Roosters die urine van de mest scheiden. Het lijkt een beetje terug naar vroeger, toen de beerput met zeik met de hand leeggepompt werd. En de vaste mest ook met de kruiwagen uit de stal gevoerd werd. En dan vers stro eronder.
Of er is het luchtdicht maken van de stal met zuivering van de lucht. Grote ventilatoren zuigen de lucht weg via een luchtwasser die de ammoniak bindt en de zuivere lucht naar buiten blaast. Het residu zou later als kunstmest kunnen gebruikt worden. De wassing kan chemisch of biologisch gebeuren. Nadeel is dat de stal potdicht gemaakt moet worden en dat is niet goed voor de koeien…
Maar wat gaat dat de boer allemaal kosten? Daarover wordt niets gezegd. Wat wraakroepend is, dat onze oosterburen veel geld krijgen om hun stallen grotendeels te subsidiëren, terwijl ze hier afgebroken zouden moeten worden.”
En wat zegt het gevoel ondertussen? “Rustig blijven. Gewoon afwachten. Als ge hier niet kunt boeren, dan kan het nergens, toch?” (ma)