8 minute read
Bakkerij Muësen
“Ik denk dat ik geboren ben als bakker”
HOOGSTRATEN - Eind mei 2023 stopt Joost Muësen (°1967) zijn activiteiten als bakker op de Vrijheid. Joost en en zijn vrouw Lutgard Cools hebben twee kinderen Thijs (23) en Tuur (19). Samen kijken ze tevreden terug op een warme bakkersloopbaan. “Vanaf mijn kleuterjaren sta ik al in de bakkerij” lacht Joost. Tijd voor een laatste gesprek aan tafel met rond ons de geur van ovenvers brood, speculaas, warme chocolade, geroosterde noten en pas geroerde banketbakkersroom.
Joost: “In september hebben we aan ons personeel verteld dat we gaan stoppen. Het winkelpersoneel blijft nog zolang maar in de bakkerij zijn er twee bakkers die na tien dagen al ander werk hadden gevonden. Ergens had ik gehoopt dat ook zij nog tot het einde zouden blijven. Maar goed, de laatste maanden zal ik zelf nog een tandje moeten bijsteken.”
Bakker Schrijvers
“In 1994 zijn we hier gestart en namen we de bestaande bakkerij van Jan Schrijvers over. Ik heb bij hem 8 jaar als bakkersgast gewerkt. In het begin hebben wij de naam van de bakkerij Schrijvers niet veranderd omdat mijn nonkel Jan Muësen ook een bakkerij had, daar waar nu bakker Van Thillo zit, rechtover de Tinnenpotstraat. Twee bakkerijen Muësen in dezelfde straat zou voor heel wat verwarring zorgen. Daarom zijn we de eerste jaren doorgegaan onder de naam Schrijvers.
In 2000 hebben we grote veranderingen gedaan in de winkel en vanaf dan werd het ‘bakkerij Joost Muësen’. Oudere klanten gebruiken vaak nog de naam Schrijvers als ze het over onze winkel hebben. De naam Schrijvers was dan ook een begrip hier op de Vrijheid. Jan Schrijvers was de laatste bakker uit een familie die al drie generaties lang brood bakten op deze locatie. Jan heeft hier, als laatste, 15 jaar zijn broodje gebakken. Zijn grootvader is hier begonnen. Hij werd opgevolgd door de zonen, de gebroeders Schrijvers. Maar zij zijn uiteindelijk hun eigen weg gegaan. Louis, de vader van Jan is hier gebleven, waarna Jan de bakkerij van zijn vader heeft overgenomen.
Toen ik hier begon hebben we flink moeten investeren in nieuwe machines. Vooral om het werk wat te vergemakkelijken. Op dat vlak is er wel veel veranderd tegenover vroeger, toen alles met de hand werd gedaan. De investeringen die je vandaag de dag moet doen om een bakkerij te beginnen zijn heel erg hoog. Vroeger had je enkel een kuip nodig om je deeg te draaien, een werktafel, een oven en je kon beginnen. Nu kan er gelukkig veel machinaal gedaan worden. Maar het nachtwerk blijft wel natuurlijk. Mijn werkdag begint om half twee ’s nachts, in het weekend is dat om 12 uur ’s nachts.”
Plan trekken
Lutgard: “Toen we elkaar leerden kennen had ik echt geen benul wat me te wachten stond als bakkersvrouw. Het was voor mij helemaal nieuw. “Ziede gij dat zitten” vroeg Joost aan mij. Ik ben er ingestapt en heb mijn plan leren trekken om de stiel te leren. Heel in het begin ben ik op zondag komen helpen maar toen wij de zaak overnamen bleven de winkelmeisjes gelukkig nog doorwerken. Van hen heb ik veel moeten leren. Dat eerste jaar was wel heftig.”
Joost: “Je hebt in het jaar drukke periodes, december is bij uitstek de drukste maand. De aanloop naar Sinterklaas, Kerstmis en Nieuwjaar is bijzonder druk. In januari volgt dan Verloren Maandag en heel wat teerfeesten bij verenigingen. Na Verloren Maandag volgt er een rustige periode tot Pasen.”
Lutgard: “Je leeft ook voor een stuk naast mekaar. Joost werkt vooral ’s nachts en blijft nog doorwerken als de winkel open gaat om 7 uur ’s morgens. Er is altijd nog wel wat werk in de winkel en bakkerij. In de namiddag doet Joost meestal een dutje hier in de zetel. Het avondmaal brengt wat rust in ons gezin, eigenlijk leef je als het ware onder het zelfde dak maar wel in een totaal ander ritme.”
Joost: “Het is inderdaad een ander manier van werken en leven. Je moet de job heel graag doen om het vol te houden. En vooral : je moet er met twee volledig voor gaan. Minpunt is wel dat je sociaal leven volledig teniet gaat. In het begin vragen vrienden om naar een feestje te komen, maar nooit heb je tijd, altijd gaat de bakkerij voor. Of je komt als laatste aan op een feest en je moet als eerste weer weg. En die vrienden die blijven dat niet vragen natuurlijk.”
Kind aan huis
Joost is de zoon van Fons Muësen en Gusta van Dun uit Minderhout. Zijn nonkel Jan Muësen was bakker in Hoogstraten, rechtover de Tinnenpotstraat waar nu bakker Van Thillo zit.
Joost: “Zij hadden geen kinderen en ik was daar eigenlijk kind aan huis. Mijn tante kwam mij dikwijls ’s middags al halen om op broodtoer te gaan. Vanaf mijn tiende bracht ik mijn vakanties door bij hen en mocht ik mee helpen in de bakkerij. Ik vond dat allemaal heel plezant. Ik denk dat ik toen al besloten had om later bakker te worden. Toen ik twaalf jaar was zou ik een bakkersopleiding gaan volgen maar die richting werd toen nog niet aangeboden op het VTI-Spijker. Ik ben dan één jaar naar het Vito gegaan, maar de richting houtmetaal-bouw interesseerde me echt niet.
Mijn dorpsgenoot Jan Braspenning wilde ook bakker worden. En het jaar daarop zijn wij tweeën begonnen aan de Piva in Antwerpen. Samen met Jan heb ik 5 jaar lang naar Antwerpen gereden om de bakkersopleiding te volgen. Na mijn studies moest ik werk gaan zoeken. En mijn nonkel kon geen tweede gast betalen. Hij had al heel wat jaren een bakkersgast en die kon hij moeilijk ontslaan voor mij. Dan ben ik begonnen bij bakker Hermans in Turnhout. De broer van Margriet Hermans, hij had een bakkerij in de Paterstraat en daar heb ik 2,5 jaar gewerkt. Toen ik op een morgen naar huis reed van mijn werk kreeg ik een verkeersongeval. Kort daarop kreeg ik een telefoontje van Jan Schrijvers met de vraag of ik niet bij hem wilde komen werken. Op die manier is het verhaal hier begonnen.
Bij onze start in 1994 waren er in Hoogstraten nog vijf warme bakkers: Patrick Mathysen, Jan Muësen, Faes, Van Loock en wij zelf. Vooraan in de Gelmelstraat was er ook nog een klein bakkerswinkeltje Leemans. Dat waren twee gebroers die naast elkaar een winkeltje hadden. Ik denk dat die rond 1990 gestopt zijn, de panden zijn in ieder geval afgebroken.”
Veeleisend
Joost: “Er is toch wel een groot verschil tussen het huidige aanbod in de winkel en vroeger toen we begonnen. Nu moet ik zeggen dat wij hier in Hoogstraten altijd wel een dagelijks aanbod hadden van cake en taartjes en gebak. Daar is hier toch wel een publiek voor. Waar klanten vroeger meestal de keuze hadden tussen wit of grof brood, bakken we nu dagelijks 20 verschillende soorten brood, pistolets, sandwiches, koffiekoeken, gebak en patisserie. Als we alle verschillende broden moesten optellen die we wekelijks bakken kom je gemakkelijk aan 32 verschillende soorten. Zo zie je maar dat de klant erg veeleisend is geworden.
Ook naar glutenvrij brood is er vraag, daar waar dit vroeger nooit naar gevraagd werd. Zo ook met speltbrood. Dat is nu weer over zijn hoogtepunt, maar enkel jaren geleden liep het hier storm voor. Dat was echt niet te doen. Dat zijn vooral graansoorten die door onze leveranciers van de bloemmolens, TV-koks en diëtisten gepromoot worden. Dat is even een hype, maar het blijft meestal nooit lang duren.”
Geplette tarwe
Joost: “Het brood met geplette tarwe is iets dat alleen wij bakken. Dat is heel raar gegaan. Oorspronkelijk ging Jan Schrijvers hier een bierbroodje van maken. Maar hij kreeg toch niet het juiste deeg gemaakt met het bier. Na lang oefenen heeft hij dat maar gelaten en is dan geplette tarwe beginnen weken. Die vezels nemen dan nogal veel water op. Het bijzondere aan dit brood is ook dat het afgebakken wordt in een rieten mandje, vandaar die bijzonder vorm. Dat brood heeft wel zijn weg gevonden naar het publiek want ik bak het nog steeds elke dag. Spijtig genoeg verdwijnt dit broodje nu, want niemand in de wijde omgeving maakt dit deeg.
De tijd is nu gunstig voor ons om er mee te stoppen. Het is een zware stiel en fysiek weegt het toch wel door. Wat we nu de laatste maanden meemaken met stijgende gasprijzen maakt het voor velen heel erg zwaar. Maar ook de grondstoffen zijn enorm gestegen. En de lonen van het personeel. Al die stijgingen kan je niet meer doorrekenen in je producten. Ook het inzetten van personeel wordt steeds moeilijker. En ’s nachts werken én in het weekend, dat krijg je niet meer verkocht.”
Lutgard: “Wij hebben veel geluk gehad dat we altijd goed hebben kunnen rekenen op ons personeel. Daar kunnen we niet over klagen. Want zonder hen zou het allemaal niet mogelijk zijn!”
Joost: Wat ik ga doen vanaf 1 juni? Misschien wat langer in bed blijven, eens uitslapen. Misschien hoor, ik weet niet of ik dat nog kan… (pm)