15 minute read

Gezond eten van de korte keten

Groene voedselproducenten in beeld

Joke Colijn; foto’s: Imkerij De Nesse

Advertisement

CO2-reductie is hot. In landelijk en internationaal verband proberen we de CO2-uitstoot (het broeikasgas koolstofdioxide) te remmen, omdat die grotendeels de opwarming van de aarde veroorzaakt. Het klimaat wordt extremer met ijskappen die smelten, een stijgende zeespiegel, meer stormen en enorme hoosbuien. Industrie en verkeer stoten de meeste CO2 uit. Iedereen kan bijdragen aan reductie door minder vervoersbewegingen te maken, en kolen of hout stoken/verbranden te beperken. Dan is er het stikstofprobleem. Fijnstof van industriële productieprocessen (NOx, stikstofoxiden) en ammoniak (NH3) door een gigantisch mestoverschot worden daaronder geschaard. 41% van de NH3 wordt geproduceerd door onze landbouw. Natuurinclusieve vormen van landbouw dragen structureel bij aan stikstofreductie. Door meer extensieve landbouw of soms hogere kosten liggen de opbrengsten van natuurinclusief geproduceerd voedsel gemiddeld wat lager en moeten de producten van deze boeren dus iets duurder zijn: een eerlijke prijs voor een eerlijk product. We kunnen hen én onszelf helpen door voedsel te kopen dat verantwoord is geproduceerd. Vervolgens is er grote zorg over het gif- en medicijngebruik in de reguliere landbouw. Gif is in zeer grote maten oorzaak van de grote teruggang van onze biodiversiteit. Denk aan de teruggang met 70-80% van de insectenpopulaties die aan de basis van de voedselketens staan. Aan het verdwijnen van de bijen die noodzakelijk zijn voor bestuiving van ons voedsel. Aan de kankerverwekkende stoffen die worden aangetroffen in vlees, vis, op en in fruit en groenten. Aan al deze problemen kan iedereen zelf substantieel iets doen: gezond eten van de korte keten! De komende tijd belichten we in elke Waardvogel een groene voedselproducent uit de Krimpenerwaard. Deze keer gaan we op bezoek bij Franca en Gerrit Burger van Imkerij De Nesse, www.imkerijdenessse.nl, gevestigd aan de IJsseldijk Noord 251, 2935 BR Ouderkerk aan den IJssel. D

De ouders van Gerrit kochten de woonboerderij in 1980, Gerrit was toen 10 en is hier verder opgegroeid. Na studeren, een aantal jaren in het buitenland en bouwen aan een bestaan in Nederland besloot zijn moeder de boerderij te willen verkopen vanwege het vele, inmiddels ook achterstallig onderhoud. Gerrit besloot toen de panden over te nemen en te gaan verbouwen. Rond diezelfde tijd (eind 2002) ontmoette hij Franca en samen besloten ze om ‘er iets van te gaan maken’. Inmiddels plukken ze daarvan de eerste vruchten. Hun twaalfjarige zoon is met een vriend op de achtergrond druk in de weer met een prachtig project voor school.

Bedrijfsvoering Het ombouwen van een agrarisch pand naar drie wooneenheden vergde een aanpassing in het bestemmingsplan. De stal is al prachtig omgebouwd tot woonhuis, maar het langjarige plan behelst nog meer verbouwingen. Op dit moment wordt het voorhuis met de oude gevel opgeknapt. In een van de bedrijfspanden achter de woonboerderij is een recreatiewoning gerealiseerd. Er zijn plannen voor een Bed&Breakfast die Franca gaat runnen. Ook liggen de verbouwtekeningen klaar voor een streekwinkeltje annex gemeenschapsruimte, waar een bijenvolk in een van de ramen zal worden gehuisvest. Zo kunnen de ‘bij’zigheden zowel van buiten als binnen bewonderd worden. Op het terrein komt een pluktuin met veel bloeiende kruiden. Daar hebben behalve de gasten, ook de thuiswonende bijen plezier van. Gerrit heeft met een compagnon een eigen bedrijf en zorgt voor het hoofdinkomen. Franca is leerkracht en geeft een dagdeel tuinbouwlessen op de vrije school Rudolf Steiner in Krimpen. De imkerij is gestart als een liefhebberij die langzaam met hen meegroeide tijdens alle fases van plannen maken en verbouwen, en bedruipt min of meer zichzelf. Gerrit is o.a. lid van de Nederlandse BijenhoudersVereniging, de NBV. Het runnen van de imkerij omvat meerdere aspecten. Gerrit verzorgt de bijen, en zoals ze zelf zegt, doet Franca min of meer de ‘achterkant’ van de Imkerij, dus verwerkt en werkt met de producten. Franca en hun zoon bleken allergisch voor bijensteken. Zij reageren er steeds heftiger op en volgen inmiddels immunotherapie, terwijl Gerrit nauwelijks last meer heeft. Een bijensteek is niet te voorkomen als je werkt met bijen, dus is dit een logische werkverdeling geworden. Franca memoreert het belang van de bijeenkomsten in het kader van het Gastheerschap. Die brachten haar veel in de verbinding met andere producenten; ze voelde zich gesteund en gestimuleerd om steeds meer te doen met de Imkerij. Inmiddels heeft ze ervaring opgedaan met kinderfeestjes, schoolklassen en workshops en zet ze dit onderdeel steeds professioneler en met zelfvertrouwen in de markt. Zo zijn er samenwerkingsverbanden ontstaan met diverse groene ondernemers in de Krimpenerwaard. Daarmee was de keuze om de nieuwe weg die ze had ingeslagen vanwege de allergie op te geven, eigenlijk geen optie. Nu haalt ze samen met haar zoon de prikjes om verergering of zelfs anafylactische shock te voorkomen. Ze heeft de Imkerij De Nesse in 2020 ingeschreven in de Kamer van Koophandel en runt nu officieel de eenmanszaak. Gerrit is gestart met twee bijenvolken en heeft het ambacht na meerdere opleidingen, gaandeweg geleerd met hulp van de ervaring en adviezen van collega-imkers die eveneens zijn aangesloten bij de NBV. Zo zijn het afgelopen decennium manieren ontwikkeld om de schade door de varroamijt te beperken.

Daarvoor vormde deze exotische nieuwkomer een serieuze bedreiging voor alle honingbijen en dus voor de Europese imkerij als geheel. De varroamijt kon in bijenland hele volken verzwakken en vooral ’s winters decimeren; nu wordt door goed beheer en schoon werken de last voor de bijen beperkt tot maximaal een lichte besmetting in een kast en kunnen ze goed blijven functioneren. De bestrijdingsmethoden tegen varroamijt moet een imker in zijn/haar bedrijfsvoering inbouwen. Een hele generatie imkers was hierop niet ingesteld en vond de extra werkdruk die bestrijding meebrengt te groot, of lastig uitvoerbaar. Veel vooral oudere bijenhouders gingen 20-30 jaar geleden door met imkeren zoals ze gewend waren, waarmee hun volken ten dode waren opgeschreven. Een nieuwe bedreiging is de zgn. kleine bijenkastkever. Die is iets groter dan een mijt en haar larven eten alles op in een kast. De raten, de honing, het stuifmeel, de larven, alles. Deze kever uit Afrika kwam in 2014 via Italië Europa binnen. Er wordt nu gekeken hoe imkers in Italië hiermee omgaan om te kunnen ingrijpen als de eerste uitbraak in Nederland plaatsvindt. De darren spelen een grote rol in de verspreiding van ziektes. Werksters zijn kastvast, darren niet. Omdat in ons gebied niet zo heel veel imkers zijn, blijft een besmetting vanuit andere kasten beperkt. Daarom houdt Gerrit zijn kasten goed bij. Op de Veluwe, waar heel veel imkers zijn, heb je meer druk van anderen. Als één imker zijn kasten niet goed onderhoudt, heeft iedereen daar last van. Tot voor kort omvatte Imkerij De Nesse zo’n dertig kasten waarin op het hoogtepunt in het seizoen een paar miljoen bijen wonen. Afgelopen najaar kwamen er nog eens dertig kasten bij van een imker in de Biesbosch, die stopte. Een flink aantal kasten staat op vaste plaatsen waar de bijen het gehele jaar ‘dracht’ kunnen vinden zodra het weer toelaat dat ze vliegen. Zo staan er van Imkerij De Nesse kasten op diverse locaties in de Krimpenerwaard: vlakbij het Loetbos, een paar op het Bijeneiland in het Krimpenerhout en er staan kasten bij een paar fruittelers waaronder De Lekbongerd. Bij het Streekmuseum staan diverse kasten die het imkeren door de tijd laten zien: een gevlochten korf, een ‘gewone’ bijenkast en een hypermoderne kast. Ook de bijenkijkkast bij de Kinderboerderij Klein Boveneind wordt voorzien van bijen door de imkerij. Verder staan er kasten op Het Roesteiland, waar de Jeugdnatuurwacht zetelt, en nu staan dus ook de dertig nieuwe kasten van Imkerij De Nesse jaarrond in de Biesbosch. In de winter staan de overige volken thuis. Een bij kan ‘leeg’ maximaal drie kilometer vliegen. Als bijen nectar of stuifmeel verzamelen, moet die wel binnen enkele honderden meters gehaald kunnen worden om met ‘dracht’ te kunnen terugkeren naar de kast. Wilgen leveren veel vroege stuifmeel en nectar, vervolgens levert fruitbloesem stuifmeel en nectar, maar daarna ligt het seizoen in de Krimpenerwaard een beetje stil. De exoot reuzenspringbalsemien in het Loetbos (die wij met NVWK-vrijwilligers al enige jaren i.s.m. Staatsbosbeheer op bepaalde percelen uittrekken, omdat hij de voedselplanten voor wilde inheemse bijen verdringt), levert vervolgens tot het einde van het bloeiseizoen voor een aantal honingbijen nog wel voedsel, maar andere kasten moeten in die periode uitwijken naar elders in het Groene Hart. De honingbijen in de Biesbosch zijn goed af met de overstelpende hoeveelheid reuzenspringbalsemien aldaar – die groeit in die natte delta overal tussen het riet en valt (helaas?) niet meer te elimineren. Voor een goed beeld van het fascinerende leven en de cyclus van de honingbij verwijzen we naar de website van Imkerij De Nesse: http://www. imkerijdenesse.nl/imkerij/onze-volken/ en naar de site van de NBV: https:// www.bijenhouders.nl. Gerrit bekommert zich om de verzorging van de bijen en doet dat voornamelijk in het weekend. Hij bezoekt de kasten wekelijks en checkt de gezondheid van het volk, voegt waar nodig honingkamers toe, splitst volken die te groot worden en anders gaan zwermen én hij maakt ’s winters de verblijven en leeg geslingerde honingkamers schoon. Meegebrachte honing zet hij thuis op het aanrecht; vervolgens gaat Franca daarmee aan de slag: ze slingert en verwerkt de honing, doet die in potjes en verzorgt de verkoop. Motivatie Gerrit ‘heeft gewoon wat met natuur’ zoals hij zelf zegt. Hij is niet voor niks hier weer gaan wonen, is graag buiten en bezig in en met natuur. Zo is hij recent de kooiker-cursus gaan doen. Een rondgang bij Hans Zantinge, de kooiker van De Bakkerswaal, en diens filosofie over een leven in dienst van de natuur, raakten hem diep. Voor zijn werk reed Gerrit jaren door Wageningen en kwam dan langs Het Bijenhuis, de hoofdzetel van de NBV. Dat Bijenhuis bleef intrigeren; het kon niet bestaan dat hij daar niets van wist. Hij ging naar binnen en kwam thuis met ‘de bijbel voor imkers’: het Werkboek Bijenhouden van J.J. Speelziek; een gortdroog boek dat hij in één ruk uitlas. De fascinatie voor een bijenvolk van 50.000 individuen die samenleven en -werken als één organisme, bleef. Een paar jaar later volgde hij een introductiecursus met zijn schoonvader, en zoals hij zegt: we werden allebei gelijk ‘gestoken’. Toen hij op de ouderlijke stee ging wonen deed hij nóg een cursus en kwamen er gelijk twee bijenvolkjes. Natuurlijk ging alles mis wat er mis kon gaan en die volken gingen allebei dood. Dat sloeg hem niet uit het lood, integendeel: hij begon opnieuw uit liefde en interesse voor bijen en overwon de tegenslagen. Imkeren is dynamisch: hij blijft door ervaringen bijleren, er komen steeds nieuwe inzichten en de complexe bijensamenleving zorgt regelmatig voor verrassingen. Gerrit en Franca hebben nu ruim zestig volken. Hun motivatie is om de kennis en de natuurbeleving van het bijenhouden uit te dragen. Dat is ook de reden dat Gerrit regelmatig op een kastlocatie bezoekers vertelt over bijen en hun belang voor bestuiving van ons voedsel. Het gaat hem om het ecologische totaalplaatje met respect voor alle soorten; zo vindt hij het geen pas geven om veel kasten naast een natuurgebied te plaatsen omdat de inheemse bijen en andere insecten daardoor benadeeld worden. Ook neemt hij ‘wanna-bee’ imkers onder zijn vleugels en begeleidt ze een jaar totdat ze het ambacht onder de knie beginnen te krijgen. Franca voegt toe: “Onze doelstelling is mensen enthousiasmeren, laten zien hoe leuk én hoe belangrijk bijen zijn, en de verbinding zoeken met andere voedselproducenten.” Daarom geeft Franca aan schoolklassen, op kinderfeestjes, maar ook aan volwassenen workshops en educatie over bijen en hun producten, zoals was en propolis. Gerrit laat een prachtig filmpje zien dat Edwin Haighton heeft gemaakt. Gerrit vertelt daarin dat als de bijen uitsterven, de mens na vier jaar volgt. Als voorbeeld noemt hij grote delen van China waar geen bestuivende insecten meer zijn door landbouwgif, en mensen nu met kwastjes de fruitbomen moeten bestuiven. Niet alleen honingbijen, maar ook wilde bijen, vlinders, zweefvliegen en andere insecten zijn doordat ze gewassen bestuiven, essentieel voor onze voedselvoorziening! Honingbijen houden is meer dan een liefhebberij, bijen hebben alleen al door bestuiving wereldwijd een economische waarde van 30 miljard euro. Punt. En dan hebben we het dus nog niet over de gewonnen honing. Door hun goede communicatie en samenwerking kunnen bijen efficiënt inspelen op allerlei situaties zoals droogte, meer of minder dracht, enzovoorts. Ze leven in harmonie als één goed geolied organisme. Gerrit zegt daarover: “Als mensen kunnen wij veel leren van de bijen. Wij gedragen ons als individuen, maar als collectief zouden we veel meer bereiken.”

Er is ook een opname op Imkerij De Nesse gemaakt voor het programma Dierenpret met Nicolette van Videoland. Gerrit is voorzitter van de Stichting Promotie Krimpenerwaard, waarbinnen ondernemers in de toeristische en recreatiesector zowel de Krimpenerwaard met z’n recreatieve mogelijkheden op gebied van natuur en cultuurhistorie, als elkaars bedrijf onder de aandacht brengen en versterken. Franca hoorde bij de eerste lichting cursisten voor het certificaat Gastheer van de Krimpenerwaard, ze is nu ‘ambassadeur’. De Stichting wil proberen om de cursussen voor het Gastheerschap nieuw leven in te blazen.

De producten De drie belangrijkste producten zijn honing, bestuiving en koninginnen-/ volkenkweek. “Als je daar een verdienmodel uit wilt hebben, moet je toch wel zo’n 800 kasten hebben”, calculeert Gerrit. Franca heeft het assortiment bijengerelateerde producten verder uitgebreid.

-honing

Bijen maken honing van nectar uit bloemen. Afhankelijk van de soort nectar die binnen hun actieradius beschikbaar is, wordt er. wilgenhoning, fruitbloesemhoning, lindehoning, balsemienhoning of veldbloemenhoning geoogst. Honing dient in de eerste plaats als voedsel voor de bijen. Er moet dus altijd voldoende voorraad in de kast achterblijven (ongeveer 10 kg); imkers oogsten alleen het surplus. De zogenaamde woudhoning wordt in droge perioden door bijen gemaakt van de zoete afscheiding van bladluizen, het bijenvolk moet immers blijven overleven. Woudhoning is donkerder van kleur en heeft een iets andere smaak waar ook weer liefhebbers voor zijn. Er wordt veel gemarchandeerd met de kwaliteit van honing. Europese honing kan alleen worden verkocht tegen Europese prijzen.

-bestuiving

Bijvoorbeeld: volken die nu in de Biesbosch staan, zouden tijdelijk naar fruittelers in de Betuwe kunnen worden gebracht. Daarvoor ontvangt de imker een vergoeding.

-koninginnen- en volkenteelt

Een volk splitst zich in het voorjaar. Als imker probeer je het zwermen voor te zijn door zelf te splitsen, dan kun je één van de twee verkopen. Soms ben je te laat.

-zwerm scheppen

Van mei tot juli kunnen bijenvolken zich splitsen en een deel kan met de koningin gaan ‘zwermen’. Als mensen een tros bijen in hun tuin of elders zien hangen aan een tak of een dakgoot, kunnen ze Gerrit bellen op 06-5020 7760. Die zwerm is op zoek naar een nieuw onderkomen en kan er tot de verkenners iets gevonden hebben, van een paar uur tot een paar dagen hangen. Gerrit komt dan de zwerm scheppen als die redelijkerwijs bereikbaar is. Hij kan dit volk in een kast onderbrengen.

-stuifmeelkorrels tegen allergie

Dit product is niet streekeigen, komt uit Spanje. Het werkt nog beter met streekeigen pollen die mensen via de lucht inademen, maar Gerrit wil z’n bijen het stuifmeel niet afnemen – er is al niet voldoende in de polder - en lokale honing werkt ook. Tegen pollenallergie kun je jaarrond (dus niet alleen in de periode dat je last hebt) je lepeltje korrels per dag innemen. Net zoals van het dagelijks gebruik van een schepje lokale honing is de werkzaamheid niet officieel bewezen, maar in de praktijk hebben mensen er baat bij.

-propolis

De Nesse heeft een zg. propolislijn, een Europese, biologische lijn. Bijen maken propolis van knoppen van bomen en kitten er de kast mee dicht. Propolis is een natuurlijk antibioticum voor bijen. De werkzaamheid is onderzocht en het is officieel ook als middel toegestaan voor mensen. Bijen zitten met zóveel op een kleine ruimte; als wij dat zouden doen zouden we onmiddellijk ten onder gaan aan infectieziekten – hoe actueel met de huidige corona-besmetting! Propolisproducten kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden tegen ontstekingen in het lichaam, bij voorjaarsmoeheid en een slechte conditie, maar ook preventief. Propolis kun je in principe zelf oogsten uit je kasten en vermalen, maar dat doen Gerrit en Franca niet. Ze laten hun propolis aan de bijen, mede omdat in Nederland de omstandigheden niet zuiver genoeg zijn door fijnstoffen. De propolisproducten worden door Franca ingekocht uit Frankrijk omdat daar onder Europese wetgeving wordt gewerkt en de zuiverheid door winning uit gebieden ver van wegen en industrie, is gegarandeerd.

-was en waskaarsen

De was in een kast moet na 1 of 2 jaar vervangen worden; vieze raten bevorderen besmettingen. De gebruikte was wordt omgesmolten en gezuiverd, en de bijen krijgen een ‘startraat’, een plaat nieuwe was. Bijen kunnen zelf was produceren, maar dat kost ze veel energie (en de Imkerij opbrengst): 10 kg honing levert 1 kg was.

-honingadvocaat van in het voorjaar geraapte ganzeneieren

Het georganiseerde rapen gebeurt met ontheffing, om de zomerpopulatie te beperken. Franca vond het zonde dat er niks met de eieren gedaan werd en heeft daarom een honingadvocaat ontwikkeld.

-kinderfeestjes -workshops -toekomstig: verhuur recreatiewoning, vergaderruimte, voorhuis en Bed&Breakfast

Afzetlijnen van Imkerij De Nesse * Alle producten bij de imkerij zelf. Neem telefonisch contact op met Franca: 06-10747799 of mail info@imkerijdenesse.nl. * Honing in alle kernen van de Krimpenerwaard: bij de diverse boerderijwinkels zoals Kaasboerderij Hoogerwaard, bij restaurants zoals De Loet, bij groente- en fruithandels Aart Boers en Buitelaar, bij Sophie Delicatessen, Broodje Kadootje, Grand Cafe Siep, Bessentuin De Rode Mus, De Lekbongerd, het Wildhuys, het Schapenschuurtje. D

Een anekdote over de honingadvocaat van ganzeneieren:

een sommelier van het Rotterdamse restaurant Just proefde Franca’s advocaat en zonder de herkomst van de gebruikte eieren te kennen, detecteerde hij o.a. een ‘wildsmaak’! Dit vanzelfsprekend tot haar grote verrassing, en daarbovenop gaf hij een prima beoordeling voor de advocaat. De kok van Just raakte zo enthousiast dat hij nu nadenkt over kleinschalige diners op locatie in de Krimpenerwaard waarbij hij gaat koken met lokale producten. Gerrit: “Dan verwijzen we hem ook naar De Lekbongerd, De Bonte Weide, Het Wildhuys, noemt maar op!” Franca: “We zoeken de verbinding; zo haal je mensen uit de stad de Krimpenerwaard in, en creëren we draagvlak voor onze mooie producten. Met een paar Rotterdamse stakeholders moet zo’n idee toch van de grond komen?” Gerrit noemt vervolgens de tweewekelijkse Oogstmarkt in Rotterdam, waar Bram en Simone van Risp van het Wildhuys ook al van repten. Hier vind je veel lokale producten van groene voedselproducenten bij elkaar, uit de Krimpenerwaard en van omringende polders. D

This article is from: