![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/f17198232ffc653bea97042f888e5da9.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
16 minute read
Ringstation Westenschouwen
Ringstation Westenschouwen Dubbelverslag van een weekend excursies
Tekst en foto’s: Dirk-Jan Saaltink en Joke Colijn
Advertisement
In het weekend van 9 en 10 oktober was het eindelijk zover, de excursie naar het vogelringstation Nebularia op Westenschouwen. Het was prachtig rustig weer met het zonnetje erbij – er zouden nu zeker vogels gevangen worden. Door corona was de excursie in 2020 helaas niet doorgegaan, maar nu de samenleving langzaam terug naar ‘normaal’ ging was het dit najaar wel weer mogelijk. Het bleek het wachten meer dan waard – wat een leuke trip werd dit! D
Alle deelnemers (op zaterdag 9, op zondag 10) werden ‘s ochtends om 9 uur verwacht bij het hekje aan de rand van het terrein. Zaterdag reed Miranda mee met Joke, vader Koesveld met drie dochters reed zelf. Vanuit Gouda konden op zondag Pia en Dirk-Jan meerijden met Peter uit Haastrecht. Dat betekende dus vroeg opstaan. Gelukkig was er een beproefde routebeschrijving meegestuurd en door deze exact te volgen kwamen we precies uit bij het paadje dat naar het met prikkeldraad omwikkelde hekje leidde. Alleen de laatste aanwijzing had Dirk-Jan even gemist, waardoor hij dolenthousiast werd van het horen van kepen, vuurgoudhaan en bladkoning. Dit bleek echter een tape te zijn die de nabijheid van het ringstation kenmerkt. We hoefden gelukkig niet lang te wachten, want Cor Oskam kwam ons al snel halen waarna we hartelijk werden ontvangen op wellicht het mooiste vogelterras van Nederland. Door de vele speakers op het terrein klinken er de hele tijd geluiden van vele vogelsoorten, die allerlei overvliegende vogels aantrekken. Het terras ligt naast een klein kampeerhuisje dat geheel zelfvoorzienend is in water (eigen waterpomp) en stroom (zonnepanelen). Het huisje heeft een bescheiden keukentje en een aantal bedden. Op de vinkenbaan verderop staat nog een gebouwtje.
Op het terras dronken we koffie of thee, waarna op zaterdag eerst de gevangen en reeds geringde vogels uit zakjes werden gehaald. Het ging successievelijk om een roodborst, een winterkoning, een zanglijster, een jonge merelman, een grote gele kwikstaart, een jong mannetje zwartkop, een vrouwtje merel, een adult vrouwtje zwartkop, een tuinfluiter en een heggenmus. Van sommige soorten zoals de laatste twee, is het geslacht lastig te zien als ze niet seksueel actief zijn. Op zondag kwam collega Co
Cor wijst op een aantal kenmerken waaraan de leeftijd van een roodborst is het herkennen. zakjes met inhoud brengen die door Cor werden uitgepakt. De eerste batch bestond uit twee merels, een zanglijster en een roodborst. Geduldig liet Cor aan de hand van de vleugels zien welke leeftijd de gevangen vogels hadden. Met name de bovendekveren gaven het rui stadium goed aan. We vonden het heel bijzonder om levende wilde vogels van zo dichtbij te kunnen bekijken!
Historie Vogelringstation (VRS) Nebularia Hierna kregen we informatie over de oprichting van het ringstation in 1961, hetzelfde jaar waarin de NVWK is opgericht. Toen de eerste vogelringers destijds op Vlieland in een tentje zaten te debatteren over een geschikte naam, was de eerste vogel die langskwam een groenpootruiter (Tringa nebularia). Daarmee was de naam een feit. Dit ringstation is begonnen als een klassieke vinkenbaan en is opgezet door de gebroeders Leen en Ton van Ree, die nog vóór de watersnoodramp van 1953 op deze prachtige plek terechtkwamen en bedachten hoe fantastisch het zou zijn om er een ringstation te kunnen vestigen. Het gebied was echter in eigendom van de Staatsdomeinen. Leen kreeg kennis aan de dochter van de burgemeester van Bruinisse en daarmee was de halve kruiwagen geboren. De burgemeester had een vriend die voorzitter was van de Staatsdomeinen Zeeland. De latere schoonvader van Leen gooide een balletje op bij zijn vriend of die niet iets kon regelen voor de heren Van Ree om een ringstation te beginnen. Tijdens een vergadering is het idee besproken; volgens de overlevering was iedereen er eerst tegen, maar toen de voorzitter zei: “Ik vind het zo’n mooi plan, laten we het toch maar doen,” stemde iedereen in: “We doen het.” Het ringstation ligt op de kop van Schouwen-Duiveland, op de rand tussen bos en duin. In die tijd verzamelden veel vinken, kepen en groenlingen zich op deze plek van het eiland om een goed moment te kiezen voor de oversteek van de toen nog open Oosterschelde. Aanvankelijk werd gewerkt vanuit een oude bunker die onderdeel was van de Atlantikwall. Na enige jaren wilden de ringers graag een onderkomen bouwen waarin ze konden overnachten. Toen de voorzitter van de Staatsdomeinen - die zelf ook graag naar vogels keek - een keer langskwam, deed Leen zijn voorstel. De voorzitter zei: “Dat moet je dan dit jaar nog doen, want volgend jaar ben ik weg.” Dus werd nog dezelfde zomer de fundering gelegd en is men begonnen te bouwen. Vanaf die tijd was het mogelijk om de activiteiten wat uit te breiden, omdat niet meer alles dezelfde dag hoefde te worden opgeruimd.
Op het ringstation werken op vrijwillige basis 20 mensen, die bijna allemaal een natuur-gerelateerde opleiding hebben of nog volgen. Er werken drie verschillende soorten medewerkers die allemaal even belangrijk zijn voor het functioneren van Nebularia.
Ringers hebben een opleiding van 3,5 jaar gevolgd om te mogen ringen (er zijn er ongeveer 500 met een ringdiploma in Nederland); dan zijn er ringers in opleiding, en assistenten voor allerlei hand- en spandiensten, zoals vogels uit de netten halen, notuleren, enz. Er zijn zeven kust-vogelringstations: VRS Schiermonnikoog, op Vlieland VRS Derde KroonsPolders, de Vinkenbaan Castricum, VRS Van Lennep in de Kennemerduinen bij Zandvoort, VRS Amsterdamse Waterleidingduinen, VRS Meijendel, en VRS Nebularia. In de najaarstrek zijn dit de belangrijkste ringstations. Ander ringonderzoek vindt ook plaats in het binnenland; bijvoorbeeld CES [=Constant Effort Site. Ook Nebularia voert CES onderzoek uit in o.a. het Doove Gat en de Berkenwoudse Boezem, waarover we in de Waardvogel ook wel berichten, red.]. CES-onderzoek richt zich vooral op broedvogels. VRS Nebularia is inmiddels een ANBI-stichting waaraan de NVWK jaarlijks bescheiden bijdraagt o.a. omdat ringen moeten worden aangekocht.
Tegenwoordig is de vogeltrekroute iets verlegd omdat dat de vogels vanaf de Brouwersdam direct de Oosterscheldekering volgen. Dat neemt niet weg dat er jaarlijks nog steeds veel vogels worden gevangen en geringd. Inmiddels is de teller de 200.000 vogels gepasseerd! Cor vertelt over invasiejaren waarin heel veel vogels van één soort worden gevangen. Hij verhaalt van grote aantallen van 350 pimpelmezen die in één keer in de netten belandden. De geluiden zijn toen snel uitgezet en lege mistnetten werden dichtgeschoven om te voorkomen dat er nóg meer in de netten zouden vliegen; het was alle hens aan dek om ze alle 350 uit de netten te plukken. Pimpelmezen zijn fel; ze gaan meestal flink tekeer en pikken in je nagelriemen, dat maakte Dirk-Jan op zondag zelf mee. Er wordt gebruik gemaakt van mistnetten en slagnetten om de vogels te vangen. De fijnmazige mistnetten zijn genummerd voor effectieve onderlinge communicatie en staan op smalle stroken gras tegen een donkere achtergrond van bosschages. Daardoor zijn ze voor de vogels nauwelijks te zien - totdat het zonlicht er op valt of ze flink fladderen in de wind. In dat geval lopen de vangsten in
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/359ece7150399935dc56248d3b385950.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Uitleg over het gebruik van mistnetten. Hijsnetten kunnen met een slim katrollensysteem hoog worden opgehesen en ook weer makkelijk naar beneden worden gehaald als er een vogel in terecht is gekomen.
zo’n net ook gelijk terug. Vanwege de gunstige ligging achter duinen vangen de netten geen zuidwestenwind en na 15.00 uur is de zon er weer vanaf, maar dan moet je in het najaar ook wel gelijk een trui aan. De netten staan niet heel strak, en hebben horizontaal boven elkaar rijen diepe plooien die werken als een zak. Vogels vliegen er tegenaan, worden daardoor afgeremd, vallen in zo’n zak, gaan uiteraard bewegen en komen met de pootjes door de mazen vast te zitten waardoor ze blijven hangen. De 220 m aan mistnetten worden elk kwartier gecontroleerd op gevangen vogels die dan in een speciaal zakje worden gestopt zodat ze niets meer zien en rustig worden; vervolgens worden ze gemeten, gewogen en geringd, waarna ze weer worden vrijgelaten. Er is in de historie van Nebularia nog nooit een vogel door een mistnet beschadigd, daarom zijn mistnetten voor dit doel goedgekeurd. Een deel bestaat uit hoge zogenaamde hijsnetten: die kun je snel naar beneden laten als er bovenin een vogel hangt.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/c30ad2af77f16bc2418e9dfc98553e6e.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Rondom de ring van mistnetten is door techneut en ringer Frits een netwerk van geluidsboxen aangelegd dat via MP3-spelers wordt aangestuurd. Vanuit beide huisjes kan de geluidsinstallatie worden bediend over meerdere circuits, die worden gevoed door accu’s op zonnestroom – ook aangelegd door Frits (en voor meerdere doelen bruikbaar, zoals koffiezetten). Er is een repertoire van ruim 800 nummers met geluiden van verschillende vogelsoorten. Deze kunnen worden afgespeeld naar gelang bepaalde soorten op trek zijn. Er zijn vogels die ’s nachts vooral vliegen, andere vliegen bij voorkeur overdag zoals vinken, kepen en groenlingen, terwijl bijvoorbeeld lijsterachtigen zowel overdag als ’s nachts vliegen. Tijdens de excursie vlogen er vooral lijsterachtigen, daarom hoorden we veel geluiden van merels, koperwieken en zanglijsters. Maar ook de geluiden van kepen, vuurgoudhaantjes, goudhaantjes en bladkoningen klonken keihard uit de speakers; geen vogel kon dit negeren! Langs een laantje esdoorns worden de meeste (vuur) goudhaantjes en tjiftjafs gevangen, omdat op esdoornblad vaak
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/d1b22537278147bc1cbfa9d6d507eca0.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Goudhaan (Regulus regulus)
luizen zitten waar deze vogeltjes op foerageren. De esdoorns die langs deze netten staan worden op hoogte van de netten gesnoeid, zodat ze er niet via de toppen overheen vliegen. Dat de vogelgeluiden een grote aantrekkingskracht hebben blijkt uit de vangsten. Tijdens de zondagse sessie op het terras werden er door Co ook nog een vink, tjiftjaf, goudhaantje, kleine karekiet, heggenmus, zwartkop, pimpelmees en een vrouwtje goudvink langsgebracht. Die laatste liet zich eenvoudig bekijken terwijl de pimpelmees te keer ging tegen de vingers van Cor alsof het een gevederde mixed martial arts vechter was. Echter niet alle langs trekkende soorten lieten zich vangen. Zo vlogen er aan de lopende band koperwieken, sijzen en kepen over, zo nu en dan graspiepers, grote gele kwikstaarten en bezocht een grote lijster de duintop op het terrein. Oprecht een fijn vogelterras!
Vinkenbaan Het tweede deel van de excursie bestond uit een rondleiding over het meer open duinterrein en een bezoek aan het veldje met de vier klapnetten. Bezoek dient zich eerst aan te kondigen met de code ‘praatpaal’ aan een praatpaal, om geen goed vangmoment te verstoren. Bij ‘groen licht’ mag het bezoek, wij dus, doorlopen naar het tweede huisje dat als werkplaats fungeert. Op zondag was daar ringer Jennifer, geassisteerd door Tabitha en Co alle gevangen vogels aan het ringen. De allerkleinste vogeltjes krijgen een ringetje maatje 2.0, de meerderheid van de zangvogels krijgen een 2.3, de vinkachtigen zijn iets groter, dan volgen de lijsterachtigen, en de maat voor de waterrallen is juist vrijdag opgemaakt. Roofvogels krijgen de grootste maten, maar die worden niet veel gevangen. Van alle vogels worden naam en alle gegevens genoteerd en de naam van de verantwoordelijke ringer.
Op het veld liggen verschillende klapnetten. Een vangopstelling bestaat uit twee klapnetten (lurven – ja, hier ligt de herkomst van dit oude woord!) die tegenover elkaar zijn geplaatst. Tussen de twee netten ligt een aantrekkelijk stukje gras met her en der een kooitje met een lokvogel of een klein drinkvijvertje. Vanuit de hut is er zicht op de val. Zodra er een vogel is neergestreken, bij voorkeur niet in het midden omdat de vangkans dan klein is maar dichter bij de zijkant van één zo’n lurf, kunnen deze netten vanuit het huisje worden dichtgetrokken met de zogenaamde klos (ja hoor, dan ben je als vogel de klos). Dit is een beproefde methode om kepen en vinken te vangen. Vooral kepen laten zich moeilijk vangen met audio geluiden uit een speaker, vandaar het gebruik van lokvogels. Het principe is eigenlijk nog zoals in de 17e eeuw: de lokvogels horen veel eerder dan wij wanneer er vinkachtigen aan komen, en beginnen dan te roepen. De overvliegende vogels komen op die roep af en landen in de bomen rondom het veldje, waarop zaad is gestrooid. Vervolgens vliegen ze naar beneden (dat heet met een oud-Hollands woord de ‘druip’, waarschijnlijk het ‘druppelen’ van vogels naar beneden vanuit het hout) en beginnen te eten; als ze gunstig zitten voor de klapval wordt die dichtgetrokken. Soms gebeurt dat met een zogenaamde ‘dubbelslag’, als er meer vogels op beide helften gunstig zitten om ze te kunnen vangen, worden tegelijk aan de klossen van beide lurven getrokken. Dit gebeurt wel bij spreeuwen, die dansen dan als pingpongballetjes onder het net en zijn erg lastig te pakken! Er heerst een grappige vorm van competitie: op een ‘schaal’ (de Frits-scale) worden de vangsten per dag per vanger bijgehouden; ‘normaal’ is 51-80 vogels; ‘goed’ is 81147; ‘zeer goed’ is 147-198; 198 en meer is ‘uitmuntend’. Vrijdag was een ‘zeer goede’ dag voor de betreffende vanger. ‘Slechte’ en ‘middelmatige’ vangers bestaan wel maar worden niet benoemd, vertelt Cor met een grote grijns. In het hokje hangen foto’s van de eerste ringers, zoals de broers Leen en Ton van Ree, de vader van Frits en Hennie van Buren.
Achter dit veldje ligt nog een duinenrij en daarachter gelijk het strand. Wat een fantastische plek toch! Op zaterdag moesten we snel het veld oversteken en het huisje inlopen om niet te verstoren, er zat een grote gele kwikstaart op de rand van het net en Bert stond op het punt hem te ‘slaan’. Helaas liep deze grote gele precies de andere kant op. Deze actieve manier van vogels vangen is uiteraard spannender dan vogels uit een mistnet halen! We kregen een zojuist gevangen grote gele kwikstaart van dichtbij te zien met een uitgesproken wenkbrauwstreep en het intense geel was nog mooier dan zoals je ze anders ziet: van een afstand! De gebruikte lokvogels zijn vaak zojuist gevangen en geringde vogels om daarmee soortgenoten te verleiden; zoals bijvoorbeeld op zaterdag een graspieper. Omdat na een half uurtje geen nieuwe graspiepers kwamen ‘druipen’, lieten de ringers de vogel weer los – gelijk met de grote gele graspieper. Het aantal permanente
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/5895072ce0fbabd172cd6e94e6b812ef.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Vrouwtje goudvink (Pyrrhula pyrrhula)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/91f20d25d98a47e9e19c27da9f534e60.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/145a55459200485e427d9b4a30c3953c.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/9e7b3aba12a54f0830b5ba9e64e761c4.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/4dac1a09b6d317dec3cc10b5379b4d48.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/fab46972fbca729e4daa37bfdacd9380.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/ec4731afe58246c28fd32a007faaeaf7.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/34762bc773c3fd37035110355b43dbd3.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/32df1aaa6a3bf7e8c9968112c8cf26ac.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/900ce10c319f388b3d751f0257848fee.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/8d6716098b8bfabf3fbbe35aa33279b2.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/dbe3c25c85a004d09e7e99ef2a9edb1f.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
V.l.n.r. en v.b.n.b.: Uitleg op het vogelterras: de zeer geïnteresseerde dames Koesveld maakten ijverig aantekeningen; Cor blaast de veertjes opzij van een zanglijster om het opvettingsgehalte te kunnen zien: rose is nauwelijks, geel is vet; interieur van het huisje; de waterpomp buiten (welwater tegenwoordig wel eerst koken!); zakjes met vogels, wachtend op ons om ‘uitgepakt’ te worden; vrouw zwartkop; heggenmus; een overvloed aan o.a. meidoornbessen langs het duinpad; Cor vraagt bij de ‘praatpaal’ om toestemming om de vinkenbaan te betreden; grote gele kwikstaart gevangen met slagnet.
lokvogels is in de loop der jaren sterk verminderd; er zijn nog slechts ongeveer 10 vogels die – met vergunning - in een volière worden gehouden, omdat zonder lokvinken en -kepen die vogelsoorten moeilijk worden gevangen. Dierenwelzijn is ook onder ringers een issue; naar verwachting zal het erop uitdraaien dat er toch zonder lokvogels moet worden gevangen.
Het toenemende aantal damherten vormt een groot probleem; op de kop van Schouwen is ruimte voor 350 herten en er zijn er dit jaar 1350 geteld. Ze komen met gemak over het hekje heen en raken wel eens verstrikt in de netten. Ook konijnen zijn niet welkom op het veldje met de slagnetten: ze knagen de netten kapot.
Op zaterdag zat in een van de mistnetten op weg naar de vinkenbaan een geringde vogel, die dezelfde morgen al gevangen en geringd was. Cor demonstreerde hoe hij voorzichtig maar geroutineerd de vogel uit het net bevrijdde: het bovenvoetbeen van het eerste pootje pakken, dat losmaken en in de hand stoppen, vervolgens het andere pootje met de ring, dan vleugel voor vleugel vrijmaken waarna de verloste vogel gelijk wegvloog. Cor vertelde dat het nauwelijks gebeurt dat een zojuist gevangen vogel weer in de netten vliegt; blijkbaar slaan ze die ervaring toch (tijdelijk) op. In één van de mistnetten rondom het vinkenveld zat op zondag een vrouwtje zwartkop dat al een ring had. Het betrof een Scandinavische ring; zó’n geringde vogel is uiteraard wel een waardevolle vangst. Al dit soort vangsten en terugmeldingen worden keurig bijgehouden en in het programma GRIEL ingevoerd. De vangsten van Nebularia (ook uit de Krimpenerwaard) worden in het jaarverslag van Nebularia gepubliceerd.
Inmiddels hadden we het middaguur bereikt en liep de frequentie van vogels die in de mistnetten vlogen flink terug. Dit was tevens het einde van de excursie naar de vinkenbaan, we liepen terug langs veel besdragende struiken naar het terras. Cor vertelt dat als de grote trek van de lijsterachtigen op gang is gekomen, dat de struiken soms in een week leeg zijn. Er vliegt een grote groep gaaien over; dat is niet zozeer trek volgens Cor, maar omdat in de Baltische staten en Polen totaal geen eikels zijn op dit moment, zijn ze op zoek naar voedsel. Er zaten er ook vier in een hijsnet, en uiteraard moesten die er uit worden gehaald. Daarbij moet je heel goed oppassen dat zo’n gaai niet je vinger te pakken krijgt, want alleen iemand anders kan met twee handen die snavel losmaken, zo sterk zijn ze. Wel logisch als je bedenkt dat ze eikels en noten ermee kraken! Het zaterdagse bezoek had een volle agenda en ging na gebruik van het luxe toilet terug naar huis. Nadat ze hartelijk waren uitgezwaaid door Cor hadden de zondagse cursisten nog een middag over om wat Zeeuwse vogelhotspots te bezoeken. Beide groepen hebben Zeeland Toevallig zat er vlak bij Westenschouwen een grauwe franjepoot in één van de buitendijkse plassen. Toen we aankwamen zat deze zwemmende steltloper in z’n uppie in de voorste plas, dus
dat was een makkelijke inkopper. Aan de overkant van de plasjes zat een kramsvogel in een besdragende boom zijn of haar buik vol te eten. Daarna trokken we door naar Flaauwers Inlaag waar het een drukte van belang was. Een van de eerste vogels die we tegenkwamen was een kleine zilverreiger. We telden er totaal een stuk of zeven. Uiteraard ook veel eenden (smient, wintertaling, slobeend, krakeend, wilde eend en pijlstaart), ganzen (brandgans, grauwe gans en rotgans) en knobbelzwanen. Op de droge stukken land zaten veel kieviten, goudplevieren en een enkele zilverplevier. Bij de dijk die de droge Zeeuwse grond scheidt van het Oosterscheldewater in de Schelphoek, zagen we foeragerende scholeksters, wulpen en tureluurs. Op de weg retour, terug de polder uit zagen we kort bij de dijk een foeragerende groenpootruiter - erg toepasselijk. Op weg naar huis reden we via de Brouwersdam langs de zeezijde. We waren niet de enigen. Een welhaast voltallige Duitse bezettingsmacht in de vorm van campers en sleurhutten had aldaar zijn kamp opgeslagen en zat lekker in het zonnetje te genieten. Gelukkig konden we nog een parkeerplekje vinden bij het hek naast de Spuisluis. Naast veel aalscholvers, scholeksters, steenlopers en paarse strandlopers zagen we geen spectaculaire soorten. Turen naar de zee bracht ook niet veel op. Hoewel het een prachtige kalme zee was, waren er nauwelijks vogels te zien. Met de telescoop konden we gelukkig nog wat roodkeelduikers ontwaren. Al met al een mooie, leerzame dag! D
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/12744ddbbb6c228fb24ac9326cf628d1.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/f710ef862e0eceaf811b535541c5f5c9.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Groenpootruiter (Tringa nebularia)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220201140938-e75bf99f2c54a1d6db8d96d52d32fa28/v1/3706164a2bc374c893df27f3717968d3.jpeg?width=720&quality=85%2C50)