Stromen gelinkt aan huisvesting, personenvervoer en voeding hebben het grootste aandeel in de koolstofvoetafdruk.
De hier besproken stromen kennen specifieke uitdagingen. De stroom van minerale grondstoffen vraagt de nodige terreinen voor productie en voor opslag en/of overslag die voldoende groot en gunstig gelegen zijn om de impact van transport zo laag mogelijk te houden. Grote hoeveelheden grondstoffen worden niet alleen aangevoerd vanuit Vlaamse productiesites, maar ook uit andere landen en regio’s. De locaties van de bedrijven die de grondstoffen inzetten, spelen dan een rol bij het transport en de impact van deze stromen op de fysieke leefomgeving. De stroom van mensen en van goederen via mobiliteit en logistiek vraagt eveneens veel van de fysieke ruimte door behoefte aan infrastructuur (wegen, fietspaden, parkeerplaatsen). Zo draagt deze stroom bij tot de verharding van de ruimte en de versnippering van de open ruimte. Een efficiënte mobiliteitsstroom, met zo weinig mogelijk congestie, vergt een goede afstemming met de ruimtelijke inrichting. Omgekeerd bepaalt
de ruimtelijke organisatie of conditie ook mee de organisatie van bereikbaarheid en nabijheid van functies en voorzieningen, en zo de vervoersvraag, wat opnieuw de omgevingsimpact van mobiliteit bepaalt. Ruimte en (de stroom van) energie zijn sterk met elkaar verbonden doordat de wijze waarop de ruimte georganiseerd of ingericht is, bepalend is voor zowel het energieverbruik als de mogelijkheid tot energieproductie of warmte-uitwisseling. De hoge bevolkingsdichtheid, het hoge aandeel ruimtebeslag of de ruimtelijke versnippering bepaalt mee hoe (in)efficiënt het energieverbruik is (Pisman, Vanacker, Willems, Engelen, & Poelmans, 2018). Een dense bebouwingsdichtheid belemmert enerzijds lokaal de nodige ruimte voor (alternatieve) energieproductie zoals windturbines maar biedt ook kansen voor duurzame energie-uitwisseling via bijvoorbeeld warmtenetwerken.
// Impact van stromen De wijze waarop stromen vandaag tot stand komen en georganiseerd zijn, botst op zijn grenzen. De productie en consumptie staat onder druk door de eindigheid van de gebruikte gronden, grondstoffen en fossiele energie en door de impact van productie en consumptie op de omgeving. De opslag en het transport staan onder druk door een fluctuerend aanbod of door de stijgende impact op de ecologische draagkracht. De milieu-impact van de hier besproken stromen neemt verschillende vormen aan, en is vaak specifiek voor een locatie en
186
RUIMTERAPPORT VLAANDEREN 2021
kan zorgen voor directe milieuverstoring. Zo is het transport van grondstoffen, goederen en mensen een belangrijke bron van (lokale) luchtverontreiniging en geluidshinder (Vlaamse Milieumaatschappij, 2018), zie hoofdstuk 5. Het ruimtebeslag en de verharding, als gevolg van de infrastructuur die nodig is om de stromen te organiseren, draagt bij aan een versnelde afvoer van regenwater, een versnippering van natuurlijke habitats, het hitte-eilandeffect … Tegelijkertijd evolueren consumptie en consumptiepatronen