Amateurvoetbalbijlage regio Veluwe

Page 1


www.destentor.nl dinsdag 1 september 2009

2 | amateurvoetbal

WV-D02

Rinke Rozema, voetbaltijger En óf hij een echt voetbaldier is. ,,Mijn hoofd staat altijd naar voetbal.’’ Hartje zomerstop kon Rinke Rozema het wéér niet laten. Voor zijn ouderlijk huis in Ede werd een mini-kunstgrasveld geopend en wie speelde het dagenlang in, samen met een stel voetbalvrienden? Juist, de nieuwe middenvelder van het in de eerste klasse teruggekeerde Nijkerkse NSC. door Hans Vos

R

asvoetballer Rozema, 23 jaar oud, 1.69 meter groot, betreedt de Burcht dit seizoen als de nummer tien in het 4-4-2-spelconcept. Daartoe werd hij overgenomen van het Ermelose DVS’33, deze jaargang een van de opponenten van het team van trainer Jerry Cooke. Het wordt dus voor de spelbepalende middenvelder óók het seizoen van het weerzien, tot twee keer toe met zijn voormalige clubgenoten. Drie seizoenen, vanaf 2006-2007, was het bijtertje actief voor DVS’33. Maar te weinig naar zijn zin kon hij zijn sterkste kanten laten zien in de middenlinie van de Ermeloërs. Zijn offensieve buien moest hij temperen, te vaak, bezweert hij als linkshalf. Dat hij dat vol overgave deed, viel in de goede smaak onder de clubtrouwe toeschouwers. ,,In een wedstrijd heb ik altijd zin.’’ Maar het vele loopwerk, het defensieve spel, in het belang van het tegen degradatie vechtende team, het viel hem zwaar. Maar hij voerde zijn taken plichtsgetrouw uit als hij speeltijd kreeg. ,,Ik wil de bal krijgen en daarna een actie uitvoeren, lekker mijn gang gaan. Zo wil ik spelen. Dan ben ik op mijn sterkst, dan kan ik productief zijn, dat weet ik van mezelf en dat hoop ik dit seizoen bij NSC te bewijzen.’’ Zijn belangrijkste leermomenten genoot hij, als B- en A-junior, in de jeugdafdeling van de Nijmeegse eredivisieclub NEC. En

Rinke Rozema: ,,Ik wil de bal krijgen en daarna een actie uitvoeren, lekker mijn gang gaan. Zo wil ik spelen. Dan ben ik op mijn sterkst, dan kan ik productief zijn.’’ foto Studio Kastermans daar bleef het niet bij. De selectie van Oranje onder zeventien jaar werd de hogeschool van zijn voetbalopleiding. Met onder anderen Ryan Babel, Kenneth Vermeer en Urby Emanuelson als zijn ‘klasgenoten’. Deze bagage komt hem nog steeds van pas. Dat zullen ze bij NSC wel gaan merken, denkt hij. Hij is na een flinke omweg, met tussenstops, in Nijkerk terecht gekomen. Voor hij van NEC naar DVS’33 ging, was Rozema in zijn geboorteplaats Ede actief bij de gelijknamige club en later bij Bennekom. ,,Ik heb al heel wat gezien en meegemaakt in de voetballerij. De goede dingen neem ik steeds mee naar mijn volgende club. Ik hoop dat anderen daar dan weer wat van opsteken. Uiteindelijk ambieer ik het trainerschap. Ik heb thuis al twee boekjes vol met aantekeningen van allerlei oefeningen

die ik onder een aantal trainers heb gedaan.’’ Blind gestaard op het profvoetbal heeft hij zich niet, toen de rek er na vijf seizoenen bij NEC uit was. ,,Ik kon op amateurbasis naar ADO Den Haag, maar heb ervoor gekozen maatschappelijk aan de weg te timmeren. Ik heb van huis uit meegekregen dat ik naast het voetbal toch een hoofdberoep moet hebben.’’ Zo werd de Veluwe de voetbalregio van de verzekeringsadviseur, zijn uitlaatklep. Eerst Ermelo, nu dus Nijkerk. Met passie, zo laat hij de bal rollen, zo wil hij in balbezit komen als de tegenstander even het spel beheerst. Klein van stuk, maar gretig tot en met. ,,NSC heeft eindelijk een tijger in de ploeg, dat is leuk om te horen’’, zegt Rozema over de steunbetuigingen van vaste supporters die hij in zijn

‘wittebroodsweken’ op de Burcht te horen heeft gekregen. ,,Ik bijt me graag vast in mijn tegenstanders. Zo’n type voetballer ik’’, schetst hij het zelfbeeld. ,,Wie klein is, moet fel zijn. Dat is belangrijk. Niet dan? Anders lopen ze me zo voorbij. Ze vergissen zich met mijn geringe lengte nogal eens in mijn duelkracht. Als ze denken dat ze mijn voorbij zijn, dan komen ze me nog een keer tegen. En als het moet nog een keer. Zo voetbal ik graag, dat pleziert mij. Ja, voetbal is een mooi spelletje.’’ De niveausterkte van de eerste klasse D verhoogt zijn pret. ,,Het is een interessante competitie met veel oud-hoofdklassers. Met clubs als VVOG, Urk en SDV Barneveld is onze klasse vergelijkbaar met de hoofdklasse C. Ik heb er heel veel zin in om eraan te beginnen.’’

Nijkerk, ODIN’59 - GVVV, SDC Putten - Hoek, IJsselmeervogels - Zwaluwen’30. 31 oktober: GVVV - Kozakken Boys, Hoek - DOVO, LRC Leerdam - IJsselmeervogels, Spakenburg - Bennekom, Sparta Nijkerk - Jodan Boys, Volendam - ODIN’59, Zwaluwen’30 - SDC Putten.

23 januari: DOVO - ODIN’59, Hoek - GVVV, LRC Leerdam - Spakenburg, SDC Putten - Kozakken Boys, Volendam Bennekom, IJsselmeervogels - Jodan Boys, Zwaluwen’30 Sparta Nijkerk.

- Kozakken Boys, Volendam - DOVO, Zwaluwen’30 - IJsselmeervogels.

SPEELSCHEMA HOOFDKLASSE B EERSTE PERIODE 5 september: Bennekom - Volendam, GVVV - Hoek, Jodan Boys - IJsselmeervogels, Kozakken Boys - SDC Putten, ODIN’59 - DOVO, Spakenburg - LRC Leerdam, Sparta Nijkerk - Zwaluwen’30. 12 september: DOVO - Kozakken Boys, Hoek - ODIN’59, LRC Leerdam - Sparta Nijkerk, SDC Putten - Jodan Boys, Volendam - Spakenburg, IJsselmeervogels - Bennekom, Zwaluwen’30 - GVVV. 19 september: Bennekom - SDC Putten, GVVV - LRC Leerdam, Jodan Boys - DOVO, Kozakken Boys - Hoek, ODIN’59 - Zwaluwen’30, Sparta Nijkerk - Spakenburg, IJsselmeervogels - Volendam. 26 september: DOVO - Bennekom, Hoek - Jodan Boys, LRC Leerdam - ODIN’59, SDC Putten - IJsselmeervogels, Spakenburg - GVVV, Volendam - Sparta Nijkerk, Zwaluwen’30 - Kozakken Boys. 3 oktober: Bennekom - Hoek, GVVV - Sparta Nijkerk, Jodan Boys - Zwaluwen’30, Kozakken Boys - LRC Leerdam, ODIN’59 - Spakenburg, SDC Putten - Volendam, IJsselmeervogels - DOVO. 10 oktober: DOVO - SDC Putten, Hoek - IJsselmeervogels, LRC Leerdam - Jodan Boys, Spakenburg - Kozakken Boys, Sparta Nijkerk - ODIN’59, Volendam - GVVV, Zwaluwen’30 - Bennekom. 17 oktober: Bennekom - LRC Leerdam, DOVO - Volendam, Jodan Boys - Spakenburg, Kozakken Boys - Sparta

TWEEDE PERIODE 7 november: Bennekom - Sparta Nijkerk, DOVO - Zwaluwen’30, Hoek - Volendam, Jodan Boys - GVVV, Kozakken Boys - ODIN’59, SDC Putten - LRC Leerdam, IJsselmeervogels - Spakenburg. 14 november: GVVV - Bennekom, LRC Leerdam - DOVO, ODIN’59 - Jodan Boys, Spakenburg - SDC Putten, Sparta Nijkerk - IJsselmeervogels, Volendam - Kozakken Boys, Zwaluwen’30 - Hoek. 28 november: Bennekom - ODIN’59, DOVO - Spakenburg, Hoek - LRC Leerdam, Jodan Boys - Kozakken Boys, SDC Putten - Sparta Nijkerk, IJsselmeervogels - GVVV, Zwaluwen’30 - Volendam. 5 december: GVVV - SDC Putten, Jodan Boys - Volendam, Kozakken Boys - Bennekom, LRC Leerdam - Zwaluwen’30, ODIN’59 - IJsselmeervogels, Spakenburg - Hoek, Sparta Nijkerk - DOVO. 12 december: Bennekom - Jodan Boys, DOVO - GVVV, Hoek - Sparta Nijkerk, SDC Putten - ODIN’59, Volendam LRC Leerdam, IJsselmeervogels - Kozakken Boys, Zwaluwen’30 - Spakenburg.

30 januari: Bennekom - IJsselmeervogels, GVVV - Zwaluwen’30, Jodan Boys - SDC Putten, Kozakken Boys - DOVO, ODIN’59 - Hoek, Spakenburg - Volendam, Sparta Nijkerk LRC Leerdam. 6 februari: DOVO - Jodan Boys, Hoek - Kozakken Boys, LRC Leerdam - GVVV, SDC Putten - Bennekom, Spakenburg - Sparta Nijkerk, Volendam - IJsselmeervogels, Zwaluwen’30 - ODIN’59. 20 februari: Bennekom - DOVO, GVVV - Spakenburg, Jodan Boys - Hoek, Kozakken Boys - Zwaluwen’30, ODIN’59 - LRC Leerdam, Sparta Nijkerk - Volendam, IJsselmeervogels - SDC Putten. DERDE PERIODE 27 februari: DOVO - IJsselmeervogels, Hoek - Bennekom, LRC Leerdam - Kozakken Boys, Spakenburg - ODIN’59, Sparta Nijkerk - GVVV, Volendam - SDC Putten, Zwaluwen’30 - Jodan Boys. 6 maart: Bennekom - Zwaluwen’30, GVVV - Volendam, Jodan Boys - LRC Leerdam, Kozakken Boys - Spakenburg, ODIN’59 - Sparta Nijkerk, SDC Putten - DOVO, IJsselmeervogels - Hoek. 13 maart: GVVV - ODIN’59, Hoek - SDC Putten, LRC Leerdam - Bennekom, Spakenburg - Jodan Boys, Sparta Nijkerk

27 maart: Bennekom - Spakenburg, DOVO - Hoek, Jodan Boys - Sparta Nijkerk, Kozakken Boys - GVVV, ODIN’59 Volendam, SDC Putten - Zwaluwen’30, IJsselmeervogels LRC Leerdam. 10 april: GVVV - Jodan Boys, LRC Leerdam - SDC Putten, ODIN’59 - Kozakken Boys, Spakenburg - IJsselmeervogels, Sparta Nijkerk - Bennekom, Volendam - Hoek, Zwaluwen’30 - DOVO. 17 april: Bennekom - GVVV, DOVO - LRC Leerdam, Hoek - Zwaluwen’30, Jodan Boys - ODIN’59, Kozakken Boys Volendam, SDC Putten - Spakenburg, IJsselmeervogels Sparta Nijkerk. 24 april: GVVV - IJsselmeervogels, Kozakken Boys - Jodan Boys, LRC Leerdam - Hoek, ODIN’59 - Bennekom, Spakenburg - DOVO, Sparta Nijkerk - SDC Putten, Volendam Zwaluwen’30. 1 mei: Bennekom - Kozakken Boys, DOVO - Sparta Nijkerk, Hoek - Spakenburg, SDC Putten - GVVV, Volendam Jodan Boys, IJsselmeervogels - ODIN’59, Zwaluwen’30 LRC Leerdam. 8 mei: GVVV - DOVO, Jodan Boys - Bennekom, Kozakken Boys - IJsselmeervogels, LRC Leerdam - Volendam, ODIN’59 - SDC Putten, Spakenburg - Zwaluwen’30, Sparta Nijkerk - Hoek.


dinsdag 1 september 2009 www.destentor.nl

amateurvoetbal | 3

WV-D02R

Ab Rozendaal, rasvrijwilliger In de sms-taal van Richard Karrenbelt, de trainer van SDC Putten, heet het: ‘30 jaar is echte clubliefde’. En om Ab Rozendaal, de rasvrijwilliger van de hoofdklasser in het zaterdagvoetbal, nog nadrukkelijker te typeren voegt hij er sms-end aan toe: ‘Altijd alles top geregeld’. door Hans Vos

V

ele voorgangers, ook die uit het mobieltje-loze tijperk, kunnen het Karrenbelt in dezelfde kretelogie nazeggen. Wie de hoofdcoach ook was op de Putter Eng, op Rozendaal kon hij altijd rekenen. En met hem al die selectiespelers, héle generaties inmiddels. Als materiaalbeheerder maakt de 58-jarige Puttenaar dit seizoen zijn derde decennium vol. Maar de oorsprong van zijn liefde voor SDC Putten dateert van 1969, toen Rozendaal deze voetbalclub ontdekte. Van vaste supporter werd hij grensrechter, van assistent van de scheidsrechter werd hij de overijverige, plichtsgetrouwe doener in de staf van de selectie die zich bekommert om het kloffie van en vooral de mens achter de voetballer. Wie denkt dat Rozendaal in huiselijke kring zijn club de club laat, heeft het faliekant mis. In woord en gebaar geeft hij dag in, dag uit blijk zijn diepgewortelde clubgevoel. Tot echtgenote Ria horensdol wordt van de voetbalverhalen en hem - zij het voor even - aan de eettafel tot zwijgen brengt. Dat zoon Evert en dochter Elvira hebben hun SDC-hart niet van een vreemde hebben, is duidelijk. Wat wil je ook met een vader die vrijwel alle kasten in huis volstopt met club gerelateerde hebbedingen. Van plakboeken met krantenknipsels tot albums met oude elftalfoto’s en spelerskaarten. En al die lege champagneflessen niet te vergeten. Dat zijn voor hem dé mooiste souvenirs van de topdagen uit de roemruchte clubhistorie. ,,Natuurlijk heb ik die niet in de glasbak gegooid.’’ Al het clubmateriaal koestert hij. In het bij-

Ab Rozendaal is SDC. Andersom geldt dat eigenlijk net zo. Niemand op de Putter Eng zal tegenspreken dat ‘voetbalkoning Ab’ de enig echte clubcultuurbewaker is. foto Tom van Dijke zonder zijn boekwerken waarin hij al veertig jaar alle doelpuntenmakers bijhoudt. Merkwaardig is het niet dat hij op een vrije dag thuis getooid is in de trainingsoutfit van zijn club. Rozendaal is SDC. Andersom geldt dat eigenlijk net zo. Niemand op de Putter Eng zal tegenspreken dat ‘voetbalkoning Ab’ de enig echte clubcultuurbewaker is. Nieuwkomers in de spelersgroep, als Raoul Henar en Melvin Bresser, hebben dat in hun ‘wittebroodsweken’ direct gemerkt. Zoals velen van buitenaf vóór hen. Rozendaal is de authentieke clubman, die het aantal ‘businessmannen’ links en rechts in de top van het amateurvoetbal snel heeft zien groeien de laatste jaren. ,,Het wordt veel te zakelijk, het draait te veel om de euro’s’’, verzucht hij. ,,Al valt

het in Putten, vanwege het geringe budget, gelukkig nog wel mee. Welke hoofdklasser heeft er nog vijf, zes eigen spelers in de selectie?’’ Die typisch Puttense benadering pleziert hem. ,,En zolang ik nog door de spelers word geaccepteerd, blijf ik me inzetten’’, zegt Rozendaal. Hij benoemt zichzelf, zonder grootspraak, recht uit het hart, als ‘de geestelijk vader’ van alle SDC’ers waar ze ook vandaan komen. Zijn zorg houdt niet op bij voetbalsokken en voetbaltenues. ,,Ze komen met van alles en nog wat bij me. Ik ben de vertrouwensman van de spelers.’’ De waardering voor zijn handelen is groot, elk seizoen weer. Een recent voorbeeld heeft hij zo voor handen. ,,Voor mijn verjaardag kreeg ik een dinerbon van alle spe-

lers, met van iedereen een persoonlijk schrijven achterop de elftalfoto. Dat is een teken dat ik bij de groep hoor. Ik moet die bon nog inwisselen, trouwens. Heb nog tot 9 oktober. Dat gaat mij en mijn vrouw wel lukken’’, zegt Rozendaal, hongerend naar punten vooral. ,,Want drie punten per wedstrijd zijn net zo lekker als slagroom op een taart. Daar doe je het de hele week voor.’’ Het thuisfront had het in vroeger jaren flink te verduren - een héél weekeinde wanneer SDC weer eens punten had verspeeld. Dan was Rozendaal niet te genieten. Inmiddels kan hij puntenverlies gemakkelijker verteren, zegt hijzelf. Maar zenuwachtig blijft hij voor elke wedstrijd op zaterdag. ,,Dan zitten ze me ‘s ochtends al vroeg thuis te stangen.’’

Eén keer zonder, een leven lang spijt De scheenbeschermer. Ach, de scheenbeschermer. Bron van ergernis en eeuwige discussie. Toch kunnen we er kort over zijn: dragen! Voor een paar tientjes heb je er twee. Regel 4 van de FIFA Spelregels Veldvoetbal is duidelijk: ‘Scheenbeschermers horen bij de verplichte standaarduitrusting van een speler’. Het wielrennen kende met de helm dezelfde discussie. De dood van Fabio Casertelli ten spijt. Nu is het dragen ervan verplicht en hoor je er niemand meer over. Ploegleiders stellen het zelfs verplicht in trainingen. Net als Co Adriaanse de scheenbeschermers

trouwens. Edgar Davids onderstreepte twee jaar geleden in Deventer onbedoeld nog maar eens het belang ervan. De Ajacied droeg ze niet toen hij in de oefenwedstrijd tegen Go Ahead Eagles op Alper Göbel stuitte. Hij brak zijn scheenbeen. ‘Een duur grapje’, schreven de kranten. ‘Want zonder Davids miste Ajax deelname aan de Champions League en was het Uefa Cupavontuur na één rondje al voorbij’. Alle ellende had voor nog geen twintig euro voorkomen kunnen worden. Wellicht. Want honderd procent garantie bieden scheenbeschermers nooit. Volgens Consument en Veiligheid voldoen de meeste typen namelijk ‘niet aan de eisen met betrekking tot verwerken van puntvormig inwerkend geweld’. Daar zal iedere voetballer zich wel een beeld bij kunnen vormen. ‘Daarnaast bedekken ze onvoldoende oppervlakte van onderbeen en enkels’. Het loont daarom de moeite deskundig advies in te

winnen. Wie zelf wat op internet rondshopt loopt de kans zomaar uit te komen op sites als Celtic Britain waar je voor nog geen honderd euro een replica van een paar messingen scheenbeschermers uit de oudheid krijgt thuisgestuurd. Leuk voor boven de open haard misschien. Beter is het de voorkeur te geven aan scheenbeschermers van harde kunststof (polyester) die comfortabel zitten, maar ook voldoende oppervlakte bedekken. Modelletje bierviltje of nog kleiner valt daarmee af. Let ook op deze punten: 䊳 Controleer de maat, door de beschermer te passen. 䊳 Zorg ervoor dat je de scheenbeschermers makkelijk uit en aan kunt doen. 䊳 Controleer of je ze makkelijk kunt vastmaken en of ze blijven zitten als je beweegt. 䊳 Koop geen beschermers op de groei. Het vermindert het draagcomfort en daarmee de motivatie om ze aan te trekken.


www.destentor.nl dinsdag 1 september 2009

4 | amateurvoetbal

WV-D04

Keeper wroet tussen de oren Van keepers wordt wel gezegd dat ze een tikje apart zijn. Doelman Barry Reijs van Nunspeet heeft in elk geval een niet alledaagse baan: hij is psychomotorisch therapeut in een tbs-kliniek. door Anton van Gerner

P

sychomotorisch therapeut. „Ja, dat moet ik meestal wel even uitleggen”, grinnikt Barry Reijs (31). Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht in Balkbrug is de plek waar 230 tbs-gestelden onderdak vinden. Ofwel: mensen die een misdrijf hebben gepleegd en daarbij geheel of gedeeltelijk ontoerekeningsvatbaar zijn verklaard vanwege een psychiatrische ziekte of stoornis. In FPC Veldzicht bestaat de werkruimte van Reijs uit een kleine sportzaal, waar hij door middel van sport en spel met de patiënten probeert toe te werken naar achterliggende doelen: het behandelen van de psychiatrische problemen. „Kortweg: bewegen met een doel. Als we badminton spelen, is dat meer dan alleen een shuttle overslaan. Als iemand bijvoorbeeld problemen heeft met het omgaan met regels, met autoriteit, dan kun je uitstekend via sport situaties creëren om daarmee aan de slag te gaan. Via bewegingsactiviteiten krijg je veel typen gedrag naar voren. Ik ben degene die sturing geeft aan de therapie, maar als je het goed doet voelt de patiënt zich niet geleid.” Het resultaat is niet zoals op zaterdagmiddag op een voetbalveld na negentig minuten duidelijk. Reijs denkt in maanden, zo niet jaren. „Zeker in het begin zijn mensen niet gemotiveerd. TBS is een dwangmaatregel, ze komen hier niet uit vrije wil. Het is interessant om voor elkaar te krijgen dat een patiënt op een gegeven moment toch beseft dat hij iets zal moeten, wil hij weer terug kunnen keren naar de maatschappij. Ik ben er voor om de patiënt daarin te ondersteunen.” Het is mentaal een belastend beroep, maar Reijs heeft niet de indruk dat voetbal voor hem daarom meer een uitlaatklep is dan

Barry Reijs voor de poort van zijn werkgever, tbs-kliniek Veldzicht. „Ik ben niet alleen therapeut, ik ben ook gewoon Barry die naast zijn werk een hobby heeft.” foto Henri van der Beek voor anderen. „Ventileren met je collega’s is belangrijk, daarbuiten kan ik het goed van me afzetten. Bij het voetbal is het lekker om bezig te zijn met je eigen prestatie. Ik ben geen trainingsbeest, maar het blijft een mooi spelletje.” Het werk is belangrijker dan dat ‘spelletje’, want Reijs leverde in het verleden zijn contract bij FC Emmen in om als ‘pmt’ - zoals het in vakjargon heet - aan de slag te kunnen gaan. „Ik zat in mijn vierde jaar betaald voetbal en bleef als tweede keeper hangen. Dan kun je beter aan de slag gaan

met datgene waarvoor je hebt geleerd en net zoveel plezier aan beleeft.” De combinatie Veldzicht-Wiltsangh bevalt Reijs intussen uitstekend. „Nunspeet is een leuke club en we hebben een mooi jaar achter de rug. Natuurlijk is de topklasse een thema, maar het is geen must voor ons. Als je stabiel bent, doe je zeker mee.” Glimlachend: „Vijfde of zesde zou dit jaar wel leuk zijn, dan heb je nog een paar leuke finales met veel publiek. Anders ben je in april al klaar.” Hoewel een tbs-veroordeelde niet gauw

een wedstrijd van Nunspeet kan bezoeken, weten sommigen precies wat Reijs op zaterdagmiddag doet. „Ze lezen ook kranten, of kijken naar de regionale televisie. Sommigen hebben interesse in voetbal, dus op maandag komen ze wel eens terug op de wedstrijd. Dat is prima. Ik ben niet alleen therapeut, ik ben ook gewoon Barry die naast zijn werk een hobby heeft. Als het niet zo goed gaat met Nunspeet, hoor je meer dan wanneer het wel goed gaat. Wat dat betreft is het niet anders dan in de gewone buitenwereld, haha.”

31 oktober: HHC - Berkum, SC Genemuiden - Excelsior‘31, ACV - CSV Apeldoorn, PKC‘83 - Harkemase Boys, Go Ahead K. - Staphorst, Be Quick‘28 - Flevo Boys, WHC Nunspeet.

23 januari: WHC - Harkemase Boys, CSV Apeldoorn - Staphorst, Excelsior‘31 - Flevo Boys, Berkum - Nunspeet, HHC - Be Quick‘28, SC Genemuiden - Go Ahead K., ACV PKC‘83.

13 maart: WHC - Berkum, HHC - Excelsior‘31, SC Genemuiden - CSV Apeldoorn, ACV - Harkemase Boys, PKC‘83 - Staphorst, Go Ahead K. - Flevo Boys, Be Quick‘28Nunspeet.

TWEEDE PERIODE

30 januari: Harkemase Boys- CSV Apeldoorn, Staphorst Excelsior‘31, Flevo Boys - Berkum, Nunspeet - HHC, Be Quick‘28 - SC Genemuiden, Go Ahead K. - ACV, PKC‘83 WHC.

27 maart: Berkum - HHC, Excelsior‘31 - SC Genemuiden, CSV Apeldoorn - ACV, Harkemase Boys - PKC‘83, Staphorst - Go Ahead K., Flevo Boys- Be Quick‘28, Nunspeet WHC.

6 februari: WHC - CSV Apeldoorn, Excelsior‘31 - Harkemase Boys, Berkum - Staphorst, HHC - Flevo Boys, SC Genemuiden - Nunspeet, ACV - Be Quick‘28, PKC‘83 - Go Ahead K.

10 april: WHC - HHC, SC Genemuiden - Berkum, ACV Excelsior‘31, PKC‘83 - CSV Apeldoorn, Go Ahead K. Hark. Boys, Be Quick - Staphorst, Nunspeet - Flevo Boys.

20 februari: CSV Apeldoorn - Excelsior‘31, Harkemase Boys - Berkum, Staphorst - HHC, Flevo Boys - SC Genemuiden, Nunspeet - ACV, Be Quick‘28 - PKC‘83, Go Ahead K. - WHC.

17 april: HHC - SC Genemuiden, Berkum - ACV, Excelsior‘31 - PKC‘83, CSV Apeldoorn - Go Ahead K., Harkemase Boys - Be Quick‘28, Staphorst - Nunspeet, Flevo Boys WHC.

DERDE PERIODE

24 april: WHC - SC Genemuiden, ACV - HHC, PKC‘83 Berkum, Go Ahead K. - Excelsior‘31, Be Quick‘28 - CSV Apeldoorn, Nunspeet - Harkemase Boys, Flevo Boys - Staphorst.

SPEELSCHEMA HOOFDKLASSE C EERSTE PERIODE 5 september: Harkemase Boys - WHC, Staphorst - CSV Apeldoorn, Flevo Boys - Excelsior‘31, Nunspeet - Berkum, Be Quick - HHC, Go Ahead - Genemuiden, PKC‘83 - ACV. 12 september: CSV Apeldoorn - Harkemase Boys, Excelsior‘31 - Staphorst, Berkum - Flevo Boys, HHC - Nunspeet, SC Genemuiden - Be Quick‘28, ACV - Go Ahead K., WHC - PKC‘83. 19 september: CSV Apeldoorn - WHC, Hark. Boys - Excelsior‘31, Staphorst - Berkum, Flevo Boys - HHC, Nunspeet Genemuiden, Be Quick‘28 - ACV, Go Ahead K. - PKC’83. 26 september: Excelsior‘31 - CSV Apeldoorn, Berkum Hark. Boys, HHC - Staphorst, SC Genemuiden - Flevo Boys, ACV - Nunspeet, PKC‘83 - Be Quick‘28, WHC - Go Ahead. 3 oktober: Excelsior‘31 - WHC, CSV Apeldoorn - Berkum, Hark. Boys - HHC, Staphorst - Genemuiden, Flevo Boys ACV, Be Quick’28 - Go Ahead K., Nunspeet - PKC‘83.

7 november: HHC- WHC, Berkum - SC Genemuiden, Excelsior‘31 - ACV, CSV Apeldoorn - PKC‘83, Harkemase Boys - Go Ahead K., Staphorst - Be Quick‘28, Flevo Boys Nunspeet. 14 november: SC Genemuiden - HHC, ACV - Berkum, PKC‘83 - Excelsior‘31, Go Ahead K. - CSV Apeldoorn, Be Quick‘28 - Harkemase Boys, Nunspeet - Staphorst, WHC Flevo Boys. 28 november: SC Genemuiden - WHC, HHC - ACV, Berkum - PKC‘83, Excelsior ‘31 - Go Ahead K., CSV Apeldoorn - Be Quick‘28, Harkemase Boys - Nunspeet, Staphorst - Flevo Boys.

10 oktober: Berkum - Excelsior‘31, HHC - CSV Apeldoorn, Genemuiden - Harkemase Boys, ACV - Staphorst, PKC‘83 Flevo Boys, Go Ahead K. - Nunspeet, WHC - Be Quick‘28.

5 december: ACV - SC Genemuiden, PKC‘83 - HHC, Go Ahead K. - Berkum, Be Quick‘28 - Excelsior‘31, Nunspeet CSV Apeldoorn, Flevo Boys - Harkemase Boys, Staphorst WHC.

27 februari: WHC - Excelsior‘31, Berkum - CSV Apeldoorn, HHC - Harkemase Boys, Genemuiden - Staphorst, ACV - Flevo Boys, PKC‘83 - Nunspeet, Go Ahead K. - Be Quick‘28.

17 oktober: Berkum - WHC, Excelsior‘31 - HHC, CSV Apeldoorn - SC Genemuiden, Harkemase Boys - ACV, Staphorst - PKC‘83, Flevo Boys - Go Ahead K., Nunspeet - Be Quick‘28.

12 december: WHC - ACV, SC Genemuiden - PKC‘83, HHC - Go Ahead K., Berkum - Be Quick‘28, Excelsior‘31 Nunspeet, CSV Apeldoorn - Flevo Boys, Hark. Boys- Staphorst.

6 maart: Excelsior‘31 - Berkum, CSV Apeldoorn - HHC, Harkemase Boys-SC Genemuiden, Staphorst - ACV, Flevo Boys - PKC‘83, Nunspeet - Go Ahead K., Be Quick‘28 WHC.

1 mei: SC Genemuiden - ACV, HHC - PKC‘83, Berkum Go Ahead K., Excelsior‘31 - Be Quick‘28, CSV Apeldoorn Nunspeet, Harkemase Boys - Flevo Boys, WHC - Staphorst. 8 mei: ACV - WHC, PKC‘83 - SC Genemuiden, Go Ahead K. - HHC, Be Quick‘28 - Berkum, Nunspeet - Excelsior‘31, Flevo Boys - CSV Apeldoorn, Staphorst - Harkemase Boys.


dinsdag 1 september 2009 www.destentor.nl

amateurvoetbal | 5

WV-D04R

In ‘t Hof wekt slapende reus Hij voelde zich als beginnend trainer geregeld gepiepeld door de oudere profs van Go Ahead Eagles. Inmiddels heeft Hennie in ‘t Hof (42) zich afdoende bewezen als succesvol oefenmeester in de top van het amateurvoetbal. De ‘klein duimpje’ van weleer wil weer een slapende reus wekken: DVS’33. door Eric Mondeel

D

e bekende voetbalanalyticus Johan Derksen laat zich geregeld ontvallen dat een trainer niet veel meer hoeft te doen dan spelers op de juiste positie op te stellen. „Dat is een te beperkte visie”, reageert In ‘t Hof. „Ik heb op de cursus gezeten met oud-profs als Mario Been, Erwin Koeman, Ton Lokhoff en Jurrie Koolhof. We moesten bij een opdracht uitwerken hoe we het 4-4-2-systeem zouden invullen. Al die oud-internationals deden dat op een verschillende manier.” „De klasse van een trainer wordt niet alleen bepaald door de opstelling die hij maakt. Van Basten en Hiddink kunnen dezelfde spelers op dezelfde posities zetten. En dan nog kan het gebeuren dat een elftal onder de ene trainer beter presteert dan onder de andere. Want het is ook van belang hoe je met spelers omgaat. Ik kan genieten van Hiddink. Hij laat zich dollen in een positiespel en gaat er vervolgens weer buiten staan. Dan heeft hij weer het volle respect van zijn spelers.” „Ik ben zeker geen autoritaire trainer, maar ik heb, naarmate ik ouder word, wel geleerd om wat vaker afstand van de groep te nemen. Vriendschap met spelers heeft gevaren. Daarvan ben ik me terdege bewust. Ik denk dat ze mij nooit van vriendjespolitiek kunnen beschuldigen. Ik wil fair en eerlijk blijven tegenover iedereen. Ik eis van iedereen honderd procent inzet. Maar als iemand een klotedag achter de rug heeft, moet hij dat zeker aangeven. Dan zal ik hem met rust laten. Ik verwacht dan natuurlijk wel dat hij zich een volgende keer weer volledig geeft.” De psychologische aspecten van het trai-

nersvak vindt hij zeker zo belangrijk als tactiek. „Ik probeer in de huid van mijn spelers te kruipen. Net zoals ik dat als fysiotherapeut met mijn patiënten doe. Want alleen op die manier kan ik ontdekken wat hen mankeert. Voetbal wordt voor een groot deel bepaald door gedrag en dat gedrag is te beïnvloeden. Als ik een speler met zijn hoofd naar beneden zie lopen, denk ik: die jongen is te bleu, heeft te weinig zelfvertrouwen. Dus dan zal ik hem proberen bij te brengen dat hij rechtop moet gaan lopen. Alleen al door dat te doen, zal hij zijn blikveld verruimen en beter gaan voetballen.” De individuele benadering moet volgens hem gepaard gaan met een dynamisch groepsproces, waarbij spelers voortdurend meedenken. „Ik heb in mijn sabbatical year handbaltraining gegeven aan mijn drie dochters. Daar heb ik dingen opgepikt die ook voor het voetbal te gebruiken zijn. Aanvalspatronen waarbij je ruimte creëert voor medespelers door een blok te zetten voor tegenstanders. Volgens mij kun je ook aspecten uit andere teamsporten in het voetbal gebruiken. Als de spelverdeler in het basketbal een teken geeft, weten alle spelers wat ze moeten doen. Dat zou ook in het voetbal kunnen.” In ‘t Hof heeft zijn sabbatical year als leerzaam ervaren. Na jaren van jachten en jagen, waarin hij zijn full-time baan als fysiotherapeut combineerde met de zware part-time professie van trainer, trok hij zich even terug uit de voetbalwereld. Hij nam vooral de tijd om kritisch naar zichzelf te kijken. „Dick Schneider zei me ooit: ‘Spelers zijn honden die je moet schoppen’. Zo kan ik niet werken. Ik wil spelers graag verantwoordelijkheid geven. Maar ik moet soms wel ‘rücksichtsloser’ worden. Spelers zo af en toe ongezouten de waarheid zeggen.” Het zullen korte uitstapjes buiten zichzelf blijven. Want in de kern blijft In ‘t Hof de ontwikkelingstrainer die met schier eindeloos geduld aan een elftal kneedt. Zo loodste de inwoner van Schalkhaar zowel Excelsior’31 als Berkum van de eerste naar de hoofdklasse. Zo wil hij het ook bij DVS’33 proberen. „Mijn blauwdruk? Met lef voetballen. Wij moeten bepalen waar wij voetballen bij balbezit en na balverlies. Daarvoor is optimale discipline van alle spelers nodig.” Hij wil niet alleen de spelers van het eerste elftal beter maken, maar ook de jeugdafdeling op een hoger plan brengen. Om de

Hennie in ‘t Hof vindt de psychologische aspecten van het trainersvak zeker zo belangrijk als foto Bram van de Biezen tactiek. „Ik probeer in de huid van mijn spelers te kruipen.” doorstroming naar de hoofdmacht te bevorderen. „Er zijn jeugdspelers die niet eens weten wat een vooractie is. Voor zo’n

jongen wordt het moeilijk om de overstap te kunnen maken. Je moet over een bepaald basisniveau beschikken.”

Pas douchen als alle ballen terecht zijn Desnoods wordt er doorgezocht tot de lichtmasten zijn gedoofd. Niemand gaat de kantine in voor alle trainingsballen achter slot en grendel in het ballenhok zitten. Het is, naast het op tijd komen voor de training, een gouden stelregel bij menig amateurclub. Het belang van de bal valt niet te onderschatten. „De beste ballen kosten 110 euro, daar wil je wel zuinig op zijn”, verwoordt materiaalman Albert Muis van HHC Hardenberg de zorg voor het speeltuig. „Vliegt er tijdens de wedstrijd een bal de provinciale weg op, dan gaat er meteen een wissel-

speler achteraan.” Met een ledenbestand van ruim vijftienhonderd heeft de hoofdklassekampioen van 2007 en 2008 zo’n zevenhonderd leren knikkers in beheer. Vermenigvuldig dit aantal met een euro’tje of zestig en een behoorlijke begrotingspost is geboren. Mazzelt HHC even met kledingsponsor Nike. Muis krijgt ieder seizoen vijftig splinternieuwe ballen voor de eerste selectie cadeau. „Een jaar of zeven geleden deed je nog drie jaar met een bal.” De voetbal is door de jaren geëvolueerd. Vandaag de dag worden er hele studies aan gewijd. Gewicht, model en materiaal zijn voor ieder EK of WK een headline in het nieuws. Over de zwabberbal is de laatste discussie nog lang niet gevoerd. „Door aparte binnenkamers in de bal, komt er een rechte lijn in het schot”, verklaart gelegenheidsexpert Robert Prins van de gelijknamige sportzaak in Hardenberg. Prins, die ballen aan negen regionale vereni-

gingen levert, verwacht dat de evolutie nog wel even doorgaat. „Een aantal jaren terug dacht men dat tennisrackets niet meer lichter konden worden. Door gaten in het frame te maken, kon het toch nog lichter. Het zal met de voetballen net zo gaan.” Op de amateurvelden wordt de materiaalman op de vingers getikt wanneer hij te weinig lucht door het ventiel blaast. „Ik doe er altijd precies één bar in. Geheid dat jongens als Gerard Kocks en Kenny Kroeze naar me toekomen als ik er een tikje teveel of te weinig in pomp.” Met Muis heeft HHC een perfectionist binnen de gelederen. „De randverschijnselen moeten top zijn.” Zo denken ze er zelfs bij bescheiden laagvliegers als Lutten en Kloosterhaar over. Ook zij tikken in het ballenpaleis van Prins minstens zonder morren vijftig euro af voor een fijne knikker. „Op ballen bezuinigt niemand.”


www.destentor.nl dinsdag 1 september 2009

6 | amateurvoetbal

WV-D06

Tussen de oren nog erg fit Het voetbalseizoen staat weer voor de deur, ook voor de elftallen in de krochten van het amateurvoetbal. EFC’58, het zesde elftal. Gemiddelde leeftijd ongeveer 50 jaar. Beetje gehinderd door fysieke ongemakken, maar tussen de oren nog zo fit als een hoentje. door Walter van Zoeren

E

én keer in de week trainen. Een partijtje, natuurlijk, maar belangrijker is de welbekende ‘derde helft’. Die duurt vaak twee keer zolang als een heel duel of training. Gezelligheid staat voorop, maar verliezen doet pijn. Ook in de zesde klasse van het zaterdagvoetbal. Jo Jansen loopt driftig heen en weer tussen kantine, bestuurskamer en kleedkamer 6 op sportpark de Zanderij in Ermelo. De 74-jarige coach en leider van EFC’58 6 geniet volop respect en aanzien bij de clubmensen. Maar deze keer is het chaos troef. Zijn manschappen treden aan voor een oefenduel op het hoofdveld. Tegenstander is het zevende elftal van de club. ,,Wie heeft de shirts’’, wordt geroepen. Jansen kijkt bedenkelijk. Een ferme krachtterm volgt. ,,Ik word gek’’, zegt hij lachend. De shirts liggen gewassen en netjes opgevouwen op de zolder van huize Jansen. Rerserveshirts bieden uitkomst. Paars. Niet de kleur die graag wordt gedragen door de matadoren uit Ermelo. De eerste kritieken volgen al snel vanuit de kleedkamer, waar enkels worden ingetapet, nieuwe schoenen worden bewaterd en waar de vakantieverhalen nog hoogtij vieren. Drie weken trainen hebben de mannen er al op zitten. Nu volgt de eerste test. Jansen heeft de kleedkamer alweer verlaten voor een ander klusje, zijn spelers achterlatend in onwetendheid. Aan voerder Wim Hartenberg (56) is een van de oudgedienden van het elftal. Hij neemt zijn verantwoordelijkheid en stelt een opstelling voor. Twee wissels, twee spelers komen nog in de rust de gelederen versterken. Een drietal spelers verlaat de catacomben al om het

COLOFON De amateurvoetbalkrant 2009-2010 is een bijlage van de Stentor. Eindredactie/coördinatie: Eric Mondeel. Teksten: Hans Vos, Eric Mondeel, Walter van Zoeren, Jan Pieter Borgmeijer, Anton van Gerner. Fotografie: Henri van der Beek, Ruben Schipper, Tom van Dijke, Studio Kastermans, Ariënne Flipse, Bram van de Biezen, Sacha Wunderink. Graphics: Arte Westerbaan en Hans den Hoedt. Foto voorpagina: Frans Paalman.

Ook op de site 䢇 Deze

amateurvoetbalbijlage is ook digitaal nog eens door te bladeren. 䢇 Kijk daarvoor op onze website: www.destentor.nl/sport

De voorbereiding op het eerste oefenduel verloopt wat chaotisch. De shirts van EFC’58 6 liggen nog bij de coach thuis. groene gras te testen. ,,Waar gaan jullie heen’’, vraagt Hartenberg. ,,Jullie weten nog niet eens waar je staat.’’ Een lachsalvo volgt. Een paar keer heen en weer lopen in de breedte van het veld, een paar gerichte trappen richting keeper Herman de Hoven en de mannen zijn warm. Klaar voor het echte werk. Hartenberg: ,,Dit is toch geweldig. Ik maakt al achtentwintig jaar deel uit van dit team. Natuurlijk komen er steeds wat mensen bij en haken er jongens af, maar de kern is hetzelfde. Geen niveau natuurlijk, maar verliezen willen we niet. Het probleem is alleen vaak de conditie. We moeten zorgen dat we binnen het uur dik voorstaan. Daarna is het vaak afgelopen voor ons’’, zegt de aanvoerder nadat hij na een minuut of 35 is gewisseld. Hij steekt een sigaretje op in de dug-out. Edward Halmans (43) neemt naast hem plaats. ,,Ook al hebben we terecht met 4-0 verloren, na de wedstrijd herinneren we ons toch nog winstkansen genoeg, haha.’’ Die kansen waren er de laatste twee seizoenen niet. EFC’58 6 eindigde die jaren steevast als voorlaatste. ,,Het belangrijkste is de gezelligheid’’, weet Hartenberg. Deze man-

nen zijn mijn vrienden geworden. En Jo, de coach, natuurlijk. Geweldig dat die man er nog bij loopt. Hij doet alles, als hij er niet was geweest hadden we een groot probleem. Het mooie van dit team is dat we onderling niemand iets verwijten als er iets misgaat. Het wordt met een glimlach weggewuifd. Behalve bij Nico van Ruitenbeek. Die pingeldoos is veel te egoïstisch, speelt nooit af!’’ ‘Nico’ is de vedette van het team. Een van de weinige spelers die ooit op een hoger niveau uitkwam, bij een andere club weliswaar. De elegante speler maakte ooit deel uit van de eerste elftallen van Roda’46 uit Leusden en de zondagtak van VVOG uit Harderwijk. De 51-jarige stilist laat ook in het oefenduel nog wel wat zien van zijn oude glorie. Dat is op zich al bijzonder. ,,Op 28-jarige leeftijd is mijn rechterkruisband verwijderd. Kon ik kiezen tussen een kunststofpees of een stierenpees. Die zou vijftien jaar blijven zitten en dan vanzelf oplossen. Ik heb maar voor kunststof gekozen, maar die knapte later af. Na lange tijd heb ik weer de schoenen aangetrokken, kan toch niet zonder het spelletje. Ik heb nu geen kruisband aan de rechterkant,

foto Ruben Schipper

moet alles met links doen.’’ Het gaat de vedette redelijk af. ,,Vedette? Ik? Ach, in mijn hoofd misschien nog wel’’, zegt hij met een glimlach. Ondertussen heeft spits Ronald Spijker met twee knappe treffers zijn ploeg op voorsprong gezet tegen het zevende. De ietwat gezette, grijzende, maar nog opvallend rappe aanvaller is een plaag voor de vijandelijke defensie. Met zijn rode voetbalschoenen tekent hij voor de volledige productie van voor de rust. Hij had ook nog een derde treffer moeten maken, maar vanaf de strafschopstip faalt de veertiger opzichtig. ,,Ik twijfelde op het laatste welke hoek ik zou nemen’’, geeft hij toe. De bal gaat over het doel, over de ballenvanger, over de kleedkamers, de bossen in. Het laatste nieuws is dat clubvrijwilligers het leder nog steeds aan het zoeken zijn. Het oefenduel eindigt in 3-3. Iedereen tevreden, behalve coach Jansen. „Er moet nog veel gebeuren. Ik ga ze hard aanpakken. En’’, zegt hij strijdvaardig. „Niet trainen is niet spelen. Dat zal ze leren.’’ Aanvoerder Hartenberg kan een glimlach niet onderdrukken. „Dat wordt lastig. Vaak staan we met zijn zessen op het trainingsveld.’’

Ook bij Van Beek is knop om

A

an voldongen feiten valt niet te tornen. Henri van Beek heeft de weerstand tegen de topklasse daarom van zich afgezet, nu de nieuwe divisie een feit is. Als regionale vertegenwoordiger in het Centraal Orgaan Hoofdklassen (COH) denkt Van Beek mee over de voorwaarden, die voor de stap naar de topklasse gesteld zullen worden. KNVB en clubs zitten daarover geregeld aan tafel. Concreet is nog niets. Voorlopig zijn veertien aandachtspunten genoemd; variërend van de overschrijvingsdatum „die moet aangepast worden aan de eerste divisie” - tot de veiligheidseisen „gescheiden uitvakken, sterkere lichtin-

stallaties, noem maar op” - en de contracten voor de voetballers. „Voor mij staat vast dat de clubs die naar de topklasse gaan, daarvoor een licentie moeten hebben, waarin alles is vastgelegd. Dat hoeft nog niet eens meteen in 2010, maar die licentie komt er.” In de ogen van Van Beek, voorzitter van WHC, wordt de topklasse een moderne variant van de tweede divisie uit de jaren zestig en zeventig. „Met profvoetbal, of tenminste semi-profvoetbal.” Het betekent dat spelers geen contracten meer afsluiten met een stichting of derden, maar direct met de clubs. Met alle risico’s van dien. „De clubs moeten via de ledenvergadering kenbaar ma-

ken waar zij de grenzen leggen, wat wel en niet kan. Begrotingen moeten transparant zijn. Tussen die 84 hoofdklassers zullen er best clubs zijn die hun hand overspeeld hebben. Je moet je voorstellen wat er gebeurt als Spakenburg of IJsselmeervogels de stap niet kan maken. Dat zal daar enorme gevolgen hebben. Voor sommige verenigingen wordt het een ratrace.” Veel is vooralsnog vaag. Het afsluiten van een tv-contract kan bijvoorbeeld bepalend zijn voor speeldag en tijdstip. „Misschien komen we wel terecht op de vrijdagavond en verdwijnt de eerste divisie van die dag. Dat is allemaal nog niet te voorzien. Er moet nog heel veel duidelijker worden.”


dinsdag 1 september 2009 www.destentor.nl

amateurvoetbal | 7

WV-D06R

Van niets tot titelkandidaat In den beginne was er niets. De vrouwen van Elspeet wierpen de bal onderhands in, alsof zij aan het kegelen waren. Het spelonderdeel waarin zij zich het meest konden bekwamen, was de aftrap. De teller van het aantal tegendoelpunten stokte niet zelden pas boven de twintig. Twee jaar later is Elspeet ineens titelkandidaat nummer één. Een succesverhaal dankzij het doorzettingsvermogen in een klein dorp. door Eric Mondeel

Z

oals bij veel verwekkingen gebeurt, werd ook de wedergeboorte van het vrouwenvoetbal in Elspeet op een feest ingeleid. Dat ging twee jaar geleden voortvarend in zijn werk. Enkele dames wierpen hun charmes in de strijd en regelden nog dezelfde avond een sponsor, een trainer en een leider. Zij organiseerden een bijeenkomst met alle betrokkenen en presenteerden een lijst van achttien speelsters, in leeftijd variërend van 16 tot 26 jaar. Unaniem werd besloten om zich meteen in het competitievoetbal te storten. Want de dames hadden lering getrokken uit het verleden. Nadat het vrouwenvoetbal in Elspeet in het begin van de jaren negentig ter ziele was gegaan, had het zeven jaar geleden nog een kleine stuiptrekking gekend. De dames hadden anderhalf jaar alleen maar getraind. Omdat hen dit een gevoel van doelloos bezig zijn gaf, haakten speelsters af en bloedde het vrouwenvoetbal in Elspeet weer dood. Dat mocht nu niet gebeuren. Aan trainer Fernand Dijkgraaf de taak om de nieuwe lichting het spelletje te leren. „Enkele dames hadden ervaring, maar de meesten hadden nog nooit gevoetbald”, zegt de nu 24-jarige oefenmeester. „Sommigen konden niet eens fatsoenlijk rennen. Niet gek, want dat hadden ze in hun

Trainer Fernand Dijkgraaf had zijn handen vol aan de voetbalsters van Elspeet. „Enkele dames hadden ervaring, maar de meesten hadden nog nooit gevoetbald. Sommigen konden niet eens fatsoenlijk rennen.’’ foto Bram van de Biezen jeugd nooit geleerd. Ik heb ze meteen gewaarschuwd dat ze vaak zouden verliezen. Nou dat deden ze, met grote cijfers. Maar ze hielden de moed er al die tijd in. Vaak met een flinke dosis humor. Zelfs als ze met 11-0 achter stonden, pepten ze elkaar op. ‘Het worden er niet meer dan vijftien’, zeiden ze dan. Ze bleven knokken tot het laatste fluitsignaal.” Dijkgraaf voedde de speelsters voortdurend met uitleg tijdens partijspelletjes, hij gaf ze conditie- en krachttraining. Hij verzorgde in het clubhuis een bijeenkomst met beamer, teneinde hen de fijne kneepjes van de spelregels bij te brengen. Bovendien besloot hij om Evelien Koetsier, die als aanvalster van grote afstand werkloos toekeek, om te scholen tot libero. Zij had tenminste de traptechniek om de bal uit een doelschop over de middellijn te schie-

ten en aldus Elspeet uit de eeuwig durende druk te bevrijden. Al deze investeringen bleven niet zonder gevolgen. Na de winterstop verloren ze nog met ‘slechts’ 9-1 van een opponent, van wie eerder met 20-0 was verloren. Dan werd dat ene doelpunt gevierd als een kampioenschap. De eerste grote beloning voor teamgeest en doorzettingsvermogen volgde op 8 maart 2008. Na veertien duels, waarin de vrouwen van Elspeet 233 tegentreffers hadden geïncasseerd, veroverden zij hun eerste punt. „We speelden in en tegen Wapenveld en stonden met 3-2 achter. Sandra Huisman liep toen bij een botsing met een tegenstander een hersenschudding op. Zij is op een brancard naar de kantine afgevoerd. De tegenstander dacht al dat wij ermee wilden stoppen, want er waren nog maar drie minuten te gaan, maar wij zijn

doorgegaan. En uiteindelijk is het ons nog gelukt om gelijk te maken: 3-3.” Een nog belangrijker dag in de annalen van het vrouwenvoetbal in Elspeet was 27 september 2008. „Ik was die dag met de A-junioren op pad, maar zag op een gegeven ogenblik het aantal oproepen op zijn mobiele telefoon de pan uitrijzen. „Allemaal gejubel vanuit de kleedkamer. De dames hadden de uitwedstrijd tegen Stroe met 1-0 gewonnen.” De vrouwen van Elspeet, die afgelopen seizoen al twee ploegen onder zich hielden op de ranglijst, hebben komend jaar grote kans om kampioen te worden. Oud-international Sanne Pluim heeft besloten om de gelederen te komen versterken. „Veel mensen in Elspeet begrijpen niet waarom ze van de eredivisie afdaalt naar de vierde klasse. Maar voor ons is het mooi.”

Zowaar een einde aan het gebed

D

e topklasse - en al haar mogelijke varianten en verbasteringen - is in de top van het vaderlandse amateurvoetbal al meer dan twintig jaar onderwerp van gesprek. Nu komt het ding er eindelijk, in de zomer van 2010. Iets waar na diverse vermetele pogingen - met of zonder overleg met de betrokken clubs - in meerdere kringen al niet meer op was gerekend. ‘Zeist’ was echter zeer volhardend, met de instemming van de bondsgedelegeerden in juni als gevolg. De landelijke klassen in het zaterdagvoetbal bestaan sinds 1970, vijf jaar erna is de zondag hoofdklasse ingevoerd. Nog geen tien jaar later wordt er al

voor het eerst gesproken over een mogelijke samenvoeging. Maar de klokken staan nooit gelijk; het lijkt op een gebed zonder eind, dat nu toch nog is afgesloten met wat nieuws. In het compromis dat is gesloten - zo gaat dat in een polderland - is dan wel de scheiding tussen profs en amateurs verdwenen, nog altijd spelen de zaterdagamateurs en de zondagamateurs niet tegen elkaar. In dat opzicht blijft Nederland uniek in Europa. De twee topklassen bestaan elk uit zestien ploegen. Vijftien teams die dit seizoen nog in de hoofdklasse spelen en een afvaller uit de Jupiler League. Degradatie van twee clubs uit de eerste divisie staat voor het aanstaande seizoen

vast. Hoe het daarna loopt, blijft nog afwachten. De ploegen die in de topklasse iedereen te slim af zijn, krijgen de gelegenheid om op te klimmen. Als ze niet willen of kunnen, heeft de tobber uit de eerste divisie geluk. Om de vijftien plaatsjes in de topklasse zal de komende maanden flink gestreden worden. Ook de clubs die zich in de laatste jaren danig tegen de topklasse hebben verzet - zeker in de zaterdag hoofdklasse C - zullen toch alles op alles zetten om de stap te maken. Iedereen streeft immers het hoogst haalbare na, zeker de voetballers op het veld. Het mag dan als een stap richting walhalla voelen, het is ook een wandeling in het ongewisse. De bond praat nog

met de clubs over de voorwaarden, waar bij promotie naar de topklasse aan voldaan moet worden. Zonder de nodige investeringen (lees: kosten) zal dat niet gaan. Waarbij ook geconstateerd moet worden dat de reiskosten in de topklasse zullen stijgen, terwijl het aantal streekduels - ofwel kaskrakers zal afnemen. Duidelijk een gevalletje van ‘ieder voordeel heeft zijn nadeel’. Het zal de voetballers niet afschrikken. In het komende seizoen zijn er in elke hoofdklasse vier teams die zich kampioen wanen. De nummers vijf en zes strijden om de resterende zes plekken. Dan wordt de eerste bladzijde van een nieuw hoofdstuk voetbalhistorie opengeslagen. Of we nu willen of niet.


www.destentor.nl dinsdag 1 september 2009

8 | amateurvoetbal

WV-

Voetbalpret in ‘Kabouterland’ ,,Zijn we er klaar voor?’’ Jaap Veenvliet, de man die deze vraag luidkeels op een bijveld stelt, kent het antwoord natuurlijk al. Want reken maar dat Stijn, Niels, Joris, Levi, Ouassin en Casper er helemaal klaar voor zijn. door Hans Vos

H

un speelse warming-up (van shirtje trekken!) zit er nog niet op, of de zes ‘Kabouters’ hongeren naar de bal. ,,Zullen we een partijtje gaan doen?’’ Lang hoeft ook Charissa van den Os niet op een antwoord te wachten van de allerjongste balartiesten van de Harderwijkse voetbalvereniging Zwart Wit’63. Jaaah! Ze zijn er alle zes voor te porren. En wel meteen. De hesjes worden uitgereikt, de twee drietallen probleemloos geformeerd en het spel, dat mooie spelletje voetbal, kan beginnen. Zo gaat het dus elke woensdagmiddag gedurende het voetbalseizoen op sportpark Parkweg in Harderwijk. Een uur lang is voetbal de hoofdmoot in deze aandoenlijke ‘kabouterwereld’. Speels plezier, speels begeleid. Een prima combinatie. Een gouden formule. De coaches Jaap Veenvliet en Charissa van den Os raken met hun losse aanwijzingen en hun dito aansporingen de juiste snaar bij de voetbaldreumesen van Zwart Wit’63. ‘Kabouters’ worden deze balverliefde 4-plussers vleiend genoemd. En een betere benaming voor het grote genieten van en met deze allerkleinsten is er eigenlijk ook niet. Voetbal is voor hen nog zo’n mooi sprookje. Dat hebben de kaboutertjes zeker gedaan? Wie zegt het niet na een onverwachte, plezierige gebeurtenis. Bij Zwart Wit’63 doen de echte ‘Kaboutertjes’ het wekelijks. Vlijtig en bovenal vreugdevol actief zijn Stijn Woltman, Niels Landwaard, Joris Reinink, Levi Jansen, Ouassin Aarab en Casper van Dieren op hun vrije woensdagmiddag. De super-jonkies geven alle zes om beurten, of gewoon allemaal tegelijk, die grote leren bal een onverwachte vaart en richting mee. Geen wonder dat ze ter protectie scheenbeschermertjes om hebben.

De speelse warming-up van de ‘Kabouters’ van Zwart Wit’63. Van links naar rechts: Stijn Woltman, Ouassin Aarab, Niels Landwaard, Joris Reinink, Levi Jansen en Casper van Dieren. foto Arienne Flipse Jaap Veenvliet, de vutter, springt er nu en dan tussen als het balspel even dreigt vast te lopen. Charissa van den Os kan dat evenzeer niet later. Tót een ernstige knieblessure was zij zelf een gretige voetbalster. De twee opper-Kabouters van Zwart Wit’63 hebben op nog geen half voetbalveld net zo’n lol, in dat ene uurtje. Hun vrolijkheid harmoniseert met het voetbalgeluk van al deze ‘Kabouters’. ,,Je beschouwt ze net niet als je eigen kinderen, maar zo ga je wel met ze om’’, zegt Van den Os betekenisvol. Zwart Wit’63 is absoluut niet de enige Veluwse club waar het voetbalplezier letterlijk in de kinderschoenen staat. Bambino’s, Dolfijntjes, Mini’s, van Ermelo tot Nunspeet dartelen ze dat het een lieve lust is over de velden die al dan niet van echt gras zijn. En net als in Harderwijk worden

de ukkies ook elders spelenderwijs en een vleugje serieus voorbereid op het ‘grote’ F-pupillenvoetbal. Om de punten spelen de ‘Kabouters’ van Zwart Wit’63 nog niet. Alleen bij het penalty-schieten, op luttele meters van het mini-doel, ontstaat er elke woensdag iets van echte spanning. Zeker bij de toekijkende mama’s, een enkele vader, oma’s en opa’s. Dan, van het ene op het andere moment, is het ineens menens. Tussen strafschopnemer en strafschopstopper. Dan showt Joris Reinink zijn trotste gezicht richting moeders, die vanuit de dug-out een spontane juichkreet niet meer kan onderdrukken. Gelegenheidskeeper Ouassin Aarab stelt zich opnieuw op. Liever zou hij zelf de bal vanaf de denkbeeldige penaltystip willen punteren. Maar het is vandaag zijn beurt om de ballen te keren, het is niet anders.

En wéér moet hij met tegenzin vissen. Want Casper van Dieren prikt de bal warempel laag over de grond onhoudbaar in de uiterste hoek van het doel. Een klasse-penalty. Dat ziet ook Jaap Veenvliet, de bevlogen trainer aller ‘Kabouters’. Hij klapt in zijn handen. De handen die bij Zwart Wit’63 vele kleine wonderen verrichten. Immers, hij is de verzorger van de A-selectie. Maar zijn handen kunnen meer dan alleen maar gekwetste ledenmaten masseren. Hij kneedt er bij zijn club ook heel jong talent mee. Zonder de wekelijkse steun van Charissa van den Os kan hij niet. Samen waken zij nu voor het vierde seizoen over het ‘Kabouterland’ aan de Harderwijkse Parkweg. Ze zijn goed op elkaar ingespeeld. Goed voorbeeld, doet goed volgen. Hun ‘Kabouters’ hebben het zo onder de knie.

Predators knappen af op kunstgras De trainer in Marco Koorman smult van kunstgras. Onder elke weersomstandigheid een strak laken en een ideaal ondergrond voor verzorgd voetbal. Maar de ondernemer in hem fronst zijn wenkbrauwen als er weer een klant met afgescheurd schoeisel zijn winkel binnenstapt. ,,Ik denk dat kunstgras wordt onderschat.” Koorman, franchise-eigenaar van COACH Zwolle, mag gerust een ervaringsexpert worden genoemd. Als ex-jeugdtrainer van FC Zwolle en Be Quick’28 heeft de huidige coach van FC Twente B1 de ontwik-

keling van het kunstgras aan de schoenen ondervonden. Het verschil: „Het veld past zich niet meer aan de schoen aan, maar het schoeisel moet zich aanpassen. In gewoon gras zakt je schoen weg in de aarde, met kunstgras kom je tijdens het afzetten de aarde niet in.” Niet de gewrichten van de voetballer, maar het leer vangt door de wrijving de grootste klappen op. Zolen en neuzen slijten in sneltreinvaart. „Ik heb mensen in de winkel gehad die na twee maanden terugkwamen met een kapotte schoen.” Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. De ontwikkeling van het kunstgras zelf mag dan ijlings zijn, de schoenenmarkt holt er niet bepaald achteraan. „De kennis ontbreekt en het aanbod in kunstgrasschoenen is niet groot.” Met de Predator - het paradepaardje van Adidas - om

je voet is het vragen om problemen. Het model bestaat uit drie verschillende onderdelen (hak, voetholte en bovenstuk) en diverse materialen. De stiknaden springen als veren open zodra ze bloot worden gesteld aan kunstgras. „Ik denk dat we terug moeten naar de basis”, pleit Koorman voor een zo eenvoudig mogelijke voetbalschoen. „Waarbij de zool en de de schoen uit één stuk leer bestaan.” De trainer twijfelt er niet aan dat de ontwikkeling van een aparte kunstgrasschoen vroeg of laat op gang gaat komen. Al zal het nog wel even kunnen duren eer er een tastbaar exemplaar op de markt komt. „Er wordt veel getest, maar de profclubs spelen bijna allemaal op normaal gras, dus wordt er weinig aandacht aan de kunstgrasschoen besteed.”


dinsdag 1 september 2009 www.destentor.nl

amateurvoetbal | 9

WV-

Oude rot met een jong hart Een energieke voorzitter op voetbalschoenen. In Nijkerkerveen is dat geen bijzonderheid meer, sinds Dick Schouten de leiding over het dagelijks bestuur van Veensche Boys heeft. door Hans Vos

N

og wekelijks gedurende het seizoen beweegt hij zich, met of zonder bal aan de rechtervoet, tussen de krijtlijnen. Schouten, die dit kalenderjaar de ‘magische’ leeftijdsgrens van 50 jaar heeft bereikt, kan het actieve spelletje nog lang niet missen. Denkt hij op de post van voorzitter bij het naar de tweede klasse gedegradeerde Veensche Boys toch vooral vooruit, in het veld is hij de verdediger pur sang. Als rechtsback dan wel voorstopper begint hij aan de nieuwe jaargang, als de noeste sta-in-de-weg in de achterhoede van Veensche Boys 5. In dat team deelt hij het zaterdagse voetbalplezier met zijn twee zoons, met teamcaptain Sam (22 jaar oud) en topscorer Sicco (20). Als ‘voetballende Abraham’ is Dick Schouten met afstand de groepsoudste. Zijn medespelers hebben de gemiddelde leeftijd van zijn eigen jongens. Maar van een overkoepelende vaderrol wil de ‘defensiespecialist’ niet spreken. Integendeel, beklemtoont hij. ,,Want daar ben ik zelf nog een te kinderlijke voetballer voor’’, zegt Schouten met jongensachtige bravoure. Het is een veelbetekenende opmerking van de veteraan met het kwieke voetbalhart. Jong van geest is hij en elke wedstrijd opnieuw gefocust op het veroveren van drie kostbare punten. Maar wel, zo geeft hij met lichte tegenzin toe, met steeds wat strammer wordende spierbundels. De voetbalpapa van Veensche Boys wordt ouder, maar niet minder fanatiek, zo weten ook zijn ploegmaats. Tenminste één keer per week traint Schouten, om het lijf in een goede conditie te houden. Het zit hem niet lekker dat hij vanwege drukke werkzaamheden vrijwel ongetraind aan de aftrap van deze competitie verschijnt. ,,Hoe ouder je wordt, des te vaker je eigenlijk moet trainen. Anders wor-

Als ‘voetballende Abraham’ is Dick Schouten met afstand de groepsoudste. Zijn medespelers hebben de gemiddelde leeftijd van zijn eigen zoons. foto Studio Kastermans den die wedstrijden steeds heftiger’’, oordeelt Schouten. Hij hunkert alweer naar krachtmetingen met het vierde elftal van het Puttense Rood Wit’58, SDC Putten 10 en SC Hoevelaken 6. Dat hij met zijn zonen in de regio en daarbuiten op puntenjacht kan gaan, is voor hem de belangrijkste drijfveer om zijn voetballoopbaan maar te blijven rekken en rekken.,,Ik heb altijd graag met ze willen voetballen. En zij met mij.’’ Dick Schouten was in de jeugdjaren van Sam en Sicco hun grootste supporter. Maar hij was ook scheidsrechter bij hun wedstrijden, of grensrechter. ,,Als je fit bent, is het als ouder toch heerlijk om samen met je kinderen te sporten. Dan maakt leeftijd toch niet uit?’’ Tot zijn achttiende levensjaar voetbalde hij in zijn vroegere woonplaats Woerden bij Sportlust’46. Vanaf zijn 38e

pakte hij de draad weer op in Nijkerkerveen, zijn huidige stek, bij Veensche Boys. Twintig jaar lang kwam het er gewoon niet van om in competitieverband te voetballen. Studie, werk, gezin, knieblessure, de legitieme redenen daarvoor laten zich raden. Passief genoot hij tussendoor wel van de voetballerij. ,,Maar zelf tegen een bal trappen blijft het leukst.’’ Dus bond hij de ‘kicksen’ uiteindelijk weer onder. ,,Die strijd, de emoties, dat competitie-element, het afreageren, ik kan niet zonder’’, zegt Schouten. ,,En niet te vergeten de voetbalhumor, op het veld, in de kleedkamer.’’ Een winnaarstype in de oervorm is hij gebleven. ,,Alleen bij winst stap ik tevreden van het veld. Daar kan ik uren van nagenieten. Dan voel ik ook minder dat de jaren gaan tellen.’’ Als verdediger is het zijn kunst de aanval-

ler van de tegenpartij te dwarsbomen, twee keer 45 minuten. Schouten doet niets liever, heel fanatiek. ,,Alle middelen grijp ik aan. Al houd ik me wel wat meer in sinds ik clubvoorzitter ben. Het ruige is er af. Ik besef dat ik nu een voorbeeldfunctie heb, ook in het vuur van het spelletje. Een overtreding maak ik natuurlijk nog wel eens. Dat vind ik ook geen probleem. Maar ik probeer er wel aan te denken.’’ Het grote voordeel van zijn uitzonderlijke dubbelrol is, dat hij als de voetballende voorzitter zijn voelhorens tot diep in de kleedkamer kan uitsteken. ,,Waar ik dan ook zeker voor pleit, is de blijvende aandacht voor de lagere elftallen in onze vereniging. De blik is altijd gericht op het eerste elftal. Ook bij ons. Dat is het vlaggenschip. Maar de sociale functie mag zeker niet worden vergeten.’’

Voetbalshirt identiteitsbewijs van club Voetbaltricots zijn doordrenkt met trots en nostalgie. Een identiteitsbewijs voor de supporter. Het bezit dat nog machtiger is dan het clubwapen. Met het clubtenue strak om het lijf staat de voetballer net dat beetje steviger met zijn schoenen in de Hollandse aarde. Zeker diegenen die het voorrecht hebben het klassieke wit met rode diagonale baan van Koninklijke UD te dragen. Alleen de naam al. Onderscheiden door Hare Majesteit en gesticht in 1875, waarmee Utile Dulci (het nuttige met het aangename) de oudste

veldsportvereniging van Nederland is. „Samen met het nationale elftal van Peru hebben we dit shirt als enige op de hele wereld”, vertelt voorzitter Anne van der Heyden. „Een uniek exemplaar, het mooiste shirt van Nederland”, durft de preses te stellen. Het is niet eens een vorm van misplaatste arrogantie. Bijkans alles is in anderhalve eeuw veranderd, maar het klassieke shirt van Koninklijke UD is nog gelijk aan zijn oorsprong. Zelfs shirtsponsoren moesten hun wensenpakket aan het historische besef van UD aanpassen. „Er zijn wel eens sponsoren geweest die iets met de rode band wilden doen, maar dat hebben we nooit toegestaan.” Met een marktaandeel van ruim vijftig procent is Hummel de meest voorname speler op de vaderlandse shirtjesmarkt.

Ook de shirtjes van Koninklijke UD en Go Ahead Eagles rollen over de toonbank van het Deventer hoofdkantoor. „Dit jaar hebben we het stadsaangezicht van Deventer op de achterkant van het shirt nagebootst. Uniek in Nederland”, vertelt PR & marketingmanager Martijn Pothoven. Hij merkt dat er door clubs steeds meer met uitshirts wordt geëxperimenteerd. Retro modellen en aparte kleuren zijn in, katoenen shirts zijn definitief verleden tijd. „Nu moeten ze vooral ademend en vochtdoorlatend zijn, zodat het lichaam zo droog mogelijk blijft.” De fabrikant spreekt van kwaliteit, prijs en leverbaarheid, maar voor fans draait het nog altijd om trots en identiteit als ze het voetbalshirt van hun favoriete club over het hoofd trekken.



dinsdag 1 september 2009 www.destentor.nl

amateurvoetbal | 11

WV-D10R

Henk Drost laveert tussen mooie dromen en realiteit Fietsend door het Veluwse natuurschoon, een dag na een wedstrijd van ‘zijn’ VVOG, bemerkt Henk Drost meer dan eens dat het spelletje voetbal hem ook op zulke relaxte momenten maar niet loslaat. ,,Dan krijg ik het hoofd maar niet leeg.’’ door Hans Vos

I

n gedachten haalt de trainer van de Harderwijkse eersteklasser dan de ene na de andere situatie terug. Waarbij hij zich dan telkens weer de vraag stelt of hijzelf goed gehandeld heeft in de coaching van zijn spelers. ,,Daar worstel ik dan mee.’’ De begeleiding van de hoofdmacht van VVOG slurpt veel van zijn energie op. Zo begaan is hij met zijn club, eens een grootmacht in het zaterdagvoetbal, en met zijn team vooral. Het is, nu de bomen langs sportpark De Strokel niet meer tot in de hemel groeien, laveren tussen wensdromen van de beleidsbepalers en supporters en de reële mogelijkheden van zijn jeugdige spelersgroep. Drost beseft de moeilijkheidsgraad van de klus om het iedereen in VVOG-kring naar de zin te maken. Er mag dan, vanwege de invoering van de topklasse, een versterkte promotie zijn, dat wil op voorhand niet zeggen dat de Harderwijkse kansen om terug te keren in de hoofdklasse evenredig groter zijn geworden. De eerste klasse D is een verzamelplaats van elkaar verdringende clubs, die net als VVOG hunkeren naar een herhaling van vervlogen topjaren. De concurrentie heeft op brede schaal ‘ingekocht’, Drost zette bij gebrek aan financiële middelen de sluis tussen de jeugdafdeling en de A-selectie wagenwijd open in de hoop de uittocht van een legertje basisspelers op te vangen. Waarbij hij van geluk spreekt dat de neer-

gang in het prestatieniveau van VVOG in de laatste seizoenen de ontwikkeling van eigen opgeleide spelers niet gedwarsboomd heeft. ,,Als er geen goede jeugdopleiding was geweest, waren we veel verder van huis geweest.’’ Anders dan anderen bij VVOG beschouwt Drost de nieuwe jaargang als een tussenjaar, nadat de hoop op een directe rentree in de hoofdklasse in de eindfase van vorig seizoen definitief vervloog. ,,We zullen in deze competitie flink moeten investeren om het niveau van deze jonge spelersgroep flink op te kunnen krikken, zowel tactisch en mentaal als conditioneel. Daar is tijd voor nodig.’’ De oud-speler van de Harderwijkers, met hoofdklasse-ervaring in de benen, duidt zijn standpunt nader. ,,Mensen halen twee zaken heel snel door elkaar: ambities en doelstellingen. Ze willen allemaal heel graag heel snel de hoofdklasse weer in, maar ze moeten zich ook afvragen of VVOG daar nu de mogelijkheden en de spelers voor heeft. Veel clubs in de eerste klasse zijn stappen verder dan wij. Desalniettemin vind ik het met mijn technische staf wel een enorm uitdaging om de club verder op weg te helpen.’’ In dat opzicht wacht Drost naar eigen zeggen een ‘heel interessant jaar’. ,,Ik ben heel benieuwd hoe de groep zich gaat ontwikkelen richting de hoofdklasse. Noem mij geen beschermheer, ik wil het maximale uit mijn selectie halen. Ook ik wil met deze eigen jongens promoveren naar de hoofdklasse. De potentie is er voor een doorontwikkeling. De ene speler zal het sneller oppakken dan de andere. Spelers moeten ook beter willen worden als ze komen trainen. Ze moeten zeker niet komen trainen om het trainen.’’ Met al zijn selectiespelers afzonderlijk heeft Drost gesprekken onder vier ogen gevoerd, om ieders persoonlijke drijfveren te ontdekken en te bepraten. ,,Iedere speler verwacht dat hij basisspeler zal worden. En ze verwachten allemaal dat we promoveren. Dat is gebaseerd op jeugdig enthousiasme. Maar het is een irreëel verwachtingspatroon, dat moeten ze zich realiseren.’’ VVOG moet een inhaalslag maken, weet Drost. ,,De club is de laatste jaren in bewe-

Henk Drost beseft de moeilijkheidsgraad van de klus om het iedereen in VVOG-kring naar foto Ruben Schipper de zin te maken. ging gekomen. Er is weer een goede sponsorcommissie ontstaan, een goed bestuur, een goede technische commissie. Kijk eens waar we nu staan in vergelijking met waar

we vandaan komen. Er zijn in de laatste twee jaar in de organisatie grote prestaties geboekt. Elk nieuwe stap vooruit geeft energie, een mooie ontwikkeling.’’

Nooit meer grabbelen met Catch Control Ortho-tec fingerprotection, mega-grip foam, airvent-systeem, expanded finger tips, catch control... Je zou bijna gaan denken dat iedere doelpoging bij voorbaat gedoemd is in de handen van de keeper te verdwijnen. Ervaringsdeskundige Albert Flier over het geheim van een goede keepershandschoen.„Ik heb ook met fingerprotection (vingerbescherming) gekeept. Van der Sar deed het ook. Het was een rage. Hans Vonk haalde de bescherming er uit, maar gebruikte de handschoenen wel. Voor commerciële doel-

einden.” Albert Flier (28) doorliep de jeugdopleiding van Heerenveen, ging naar Cambuur, stond een jaar in het doel van Be Quick’28 en heeft inmiddels meer dan 200 duels bij SC Genemuiden achter zijn naam staan. In die stad is hij ook de eigenaar van Flier Sport en Fashion. Hij is hofleverancier voor zijn eigen club. „Trainingspakken, tassen, slippers, coach-jassen. Bedenk het maar, ik lever het allemaal.” Uit zijn eigen collectie haalt Flier zijn Puma-keepershandschoenen van ongeveer 60 euro. „Een vrij simpel model, maar met een elastieken band, klittenband en een goede griplaag. Goedkopere handschoenen zijn vaak minder stevig. Het foam is minder dik, dus het dempt ook minder.” Zonder de dure Engelse termen uit de folder weet Flier ook wel waar de handschoenen aan moeten voldoen. „Ze moeten ten eerste gewoon comfortabel zitten. Het moet een goed gevoel geven. Net als een

schoen. Je kunt wel een leuk model zien, maar als-ie veel te groot is heb je er nog niks aan. Een volwassene heeft gemiddeld maat 9, maar hou er rekening mee dat de maten per merk verschillen.” De keuze is wat dat betreft reuze. Flier noemt naast de bekende merken ook Reusch, Stanno en Uhlsport. Een ander belangrijk punt is uiteraard grip. „De moderne bal is licht en er zit een coating op die hem glad maakt, vooral als de bal nieuw is. Op goede handschoenen zit ook een coating. Het geeft meer grip. Je moet ze iets nat maken, dan plakt de bal aan de handschoenen.” Toverwoord is het foam. „Dat begint op een gegeven moment los te laten. Dan moet je ze wisselen.” Tijd om een emotionele band op te bouwen met de handschoenen die een fantastische penalty stopten, is er dus niet. „Nee, ik heb gemiddeld een paar of tien per seizoen nodig.”


dinsdag 1 september 2009 www.destentor.nl

amateurvoetbal | 13

WV-D12R

Koopman gelooft in missie De eerste man van Sparta Nijkerk, voorzitter Wim Koopman, hunkert vol ongeduld naar de aftrap van het nieuwe voetbalseizoen. En eigenlijk nog veel meer naar het slotsignaal, volgend jaar mei. door Hans Vos

I

mmers, in de laatste jaargang van de hoofdklasse-oude-stijl kan de sportieve toekomst van zijn ambitieuze vereniging voor een belangrijk deel worden ingekleurd. ,,Het wordt hoe dan ook een uniek jaar.’’ Als het aan Koopman ligt krijgt de in 2010 nieuw te formeren topklasse bij de amateurs de steunkleur oranje, die zo kenmerkend is voor de ‘huisstijl’ van de Nijkerkers. Volop meedoen met de beste zaterdagclubs van Nederland, is de eerzuchtige voorman van Sparta veel waard. Al is het maar om zijn eigen belofte waar te maken, die hij twee jaar geleden uitsprak bij zijn aantreden. Van de richting naar de top die is ingeslagen, mag niet worden afgeweken, stelt hij. Zijn prestatiedrang is groot, van nature. ,,Ik kom als voorzitter niet tot rust. Het gaat gewoon door, maar dat vind ik niet erg.’’ Dat persoonlijke aardje sluit nauw aan bij de diepgewortelde clubidentiteit, vindt hijzelf. Koopman verpersoonlijkt de werklustige Spartaan die jaar na jaar vooruit wil. Hij is de man die ook buiten zijn functie om de handen uit de mouwen steekt, als het clubbelang er om vraagt. ,,Waar nodig spring ik bij.’’ De Nijkerker is met veel gelijkgestemden op de Ebbenhorst, het naar een van zijn illustere voorgangers vernoemde sportpark. Nu de invoering van de topklasse een definitief feit wordt, beginnen Koopman en de zijnen aan de boeiendste fase in hun clubbestaan. Haakt hun Sparta volgend jaar aan bij de nieuwe ontwikkeling, of nog even niet? Koopman heeft vertrouwen in de missie, gebaseerd op de in het recente verleden behaalde resultaten in de hoofdklasse B. Puike topdrie-noteringen en een bijna-kampioenschap geven aan dat er in

Wim Koopman verpersoonlijkt de werklustige Spartaan die jaar na jaar vooruit wil. Sparta-kringen een prestatief klimaat heerst. Squashend houdt hij met enige regelmaat zijn eigen conditie op peil, om besturend op energieke wijze leiding te kunnen geven aan wat hij het ‘bedrijf Sparta’ noemt. ,,Verstand van voetbal heb ik niet’’, zo herhaalt hij een betekenisvolle one-liner uit zijn openingsspeech als voorzitter. ,,Maar op mijn manier kan ik van het spelletje genieten.’’ In hoge mate pleziert het hem dat de Nijkerkse formatie met een ‘eigen hart’ aan het gehengel naar de gewilde plaatsbewijzen voor de topklasse begint. Hij beschouwt deze gestage doorstroming van zelf opgeleide spelers als de innerlijke kracht van zijn vereniging. ,,Als een van de weinige clubs in de top van het zaterdag-

foto Sacha Wunderink

voetbal hebben wij dat heel goed voor elkaar’’, meent Koopman. Dat fundament is topklasse-waardig, verkondigt hij. Maar om met een geslaagde sprong op dat nieuwe, verhoogde podium te belanden zal iedereen zich in de selectie week na week moeten inspannen, in collectieve zin, zo realiseert Koopman zich. ,,Het wordt een seizoen van 26 finales’’, zegt de Sparta-preses in de woorden van hoofdtrainer Henny Lee om de moeilijkheidsgraad te duiden. ,,De doelstelling van Sparta is heel duidelijk: we willen de topklasse in. Of we dat nu bereiken via de zesde plaats en een paar beslissingswedstrijden of rechtstreeks via de eerste plaats, is minder van belang. Als we het einddoel maar halen. Als kampioen is dat natuurlijk het mooiste, maar

in het geval van Sparta niet erg reëel. We moeten zorgen dat we er vanaf het begin bij zitten. Al zal handhaven in de topklasse erg zwaar worden.’’ Het streven van de Nijkerkers is zichtbaar in de breedte van spelersgroep. Die heeft een kwaliteitsimpuls ondergaan die veel krachtiger is dan in voorgaande seizoenen. ,,Maar of dat een garantie op succes is? Absoluut niet, want het balletje blijft rond en alle ploegen hebben zich versterkt.’’ Koopman beweert stellig dat ook de topklasse straks het predikaat amateurtop verdient. ,,Net als nu de hoofdklasse. Tenzij de KNVB er een andere lading aan geeft.’’ Van de uitstraling die daar bij hoort, wil Sparta profiteren. Zo lang mogelijk. ,,Om aantrekkelijk te blijven, voor nieuwe leden, maar ook voor nieuwe sponsors.’’

Hip ondergoed sieraad voor het lichaam Zoals Gertjan Verbeek vorig seizoen bij Feyenoord werd weggehoond om zijn moderne, en daarom afwijkende trainingsideeën, zo kregen de fabrikanten van sportkleding de voetballer met geen mogelijkheid uit zijn katoenen ondergoed. „Maar ze beginnen aan het idee te wennen”, weten ze bij de sportsmegastores van Telstar. „Het begint bij een icoon, bij een speler van Oranje die zijn shirt uittrekt. Voetballers kennen namen in onderkleding als Odlo en Craft niet. Het verandert nu Nike en Adidas gasgeven”,

zegt Marc Schraverus. Op de afdeling inkoop van de enorme sport- en modewinkels in Deventer, Harderwijk en in het stadion van FC Zwolle ziet hij de voetballer steeds vaker nadenken bij wat voor de hardloper en de wielrenner al jaren heel normaal is. „Voetballers dragen nog vaak katoenen t-shirts, maar dat is uit den boze. Het houdt vocht vast, het lichaam koelt af. Voetbal is de laatste vijf jaar een andere fysieke sport geworden, ook door het kunstgras. Sneller, maar ook harder. Spieren krijgen meer op hun duvel.” Vandaar ook de toenemende vraag naar slidingbroeken. „Voetballers zijn bezig aan een inhaalslag.” Telstar speelt daar op in door ook de producten van McDavid aan te bieden. Het merk dat zich vooral op sportmedische bescherming richt, bedacht een broek met pads die extra bescherming bieden. „En het houdt de spieren op hun plek. Het is ideaal voor keepers én spelers”, zegt Schraverus.

Belangrijk is te weten dat de slidingbroek niet bepaald een modeartikel is. Volgens de spelregels van de KNVB dient het altijd van dezelfde kleur te zijn als de voetbalbroek erboven, en is het niet langer dan kniehoogte. De speler die zich op een andere manier denkt te moeten onderscheiden dan op zijn voetbaltechnische kwaliteiten is de bond trouwens al jaren een doorn in het oog. Met de huidige regels van de voetbalbond is het type ‘Winston Bogarde’ in ieder geval in theorie simpel van de velden te weren. Gelukkig maar. Een speler mag niets dragen dat gevaarlijk is voor hem of een andere speler. Daarom zijn álle sieraden verboden. ‘Dus geen halskettingen, ringen, armbanden, oorbellen, leren bandjes, rubber bandjes’, verduidelijkt de bond. Ook het afplakken van de sieraden is trouwens niet toegestaan. Blijft over de roze voetbalschoen, de oversized tattoo. En nu ook het ondergoed.


dinsdag 1 september 2009 www.destentor.nl

amateurvoetbal | 15

WV-D14R

G-voetballers genieten altijd De overgang verliep geruisloos, zo’n zeven jaar geleden. Typisch FC Horst, noemt Evert Renden de opvang. De oud-voorzitter van de Ermelose voetbalclub verschafte het gewezen G-voetbalteam van ‘s Heerenloo, Fokko Boys, met hulp van anderen onderdak op sportpark De Adelaar. ,,Anders was het team ter ziele gegaan.’’ door Hans Vos

B

ovendien raakte Renden zelf nauw verbonden met de spelers en speelsters met een verstandelijke beperking, die vele jaren binnen de poorten van zorgaanbieder ‘s Heerenloo in Ermelo een ploeg hadden gevormd. Nog altijd ontfermt hij zich, samen met andere vrijwilligers, over ‘onze jongens’, zoals de G-voetballers bij FC Horst respectvol in de voetbaltaal worden genoemd. Terwijl Bea, Jiska en TieCie toch van het vrouwelijke geslacht zijn in de spelersgroep. Zeker onderling wordt er geen onderscheid gemaakt, tussen man of vrouw, tussen goed aan de bal of minder goed, zegt Renden, een van de trouwe begeleiders van wat in vroeger jaren de Fokko Boys heetten. Spelers en begeleiders noemen elkaar steevast bij de voornaam. Doordat de toenmalige coaches van deze ‘s Heerenloo-ploeg ermee stopten, werd bij FC Horst aangeklopt. Dick Nap verhuisde mee als betrokken steun- en toeverlaat. Jan Hogt en Willem Hamstra werden de nieuwe trainers. Gedurende het seizoen is er een wekelijkse voetbalavond voor de circa twintig balverliefde G-kanjers, in sportzaal Het Keerpunt op het terrein van ‘s Heerenloo. Want trouwe kanjers zijn het allemaal, zeggen Renden en Nap. De dinsdagavond is de vaste balavond voor ‘hun jongens’. Nap is er vrijwel altijd, Renden zeer regelmatig. Genieten is het, telkens weer, van het natuurlijke enthousiasme in onderlinge partijvormen, van samen voetballen, van samen

Het plezier straalt eraf bij de G-voetballers van FC Horst. scoren. ,,Het is héél anders dan gewoon voetbal, in alle opzichten’’, beklemtoont Renden. De leeftijdsopbouw in het G-team van FC Horst is opvallend, van zestien tot 65 jaar. Taeke is met afstand de groepsoudste, de keeper van het stel. ,,Er zijn er bij Horst maar weinig die hem niet kennen’’, vertelt Nap. Taeke is er zeker bij, als er op woensdag 9 september op sportpark De Adelaar ‘s ochtends wordt afgetrapt voor het allereerste G-toernooi op het Ermelose voetbalcomplex, waar door de jaren heen al zo vele échte voetbalsterren uit het profmilieu straalden. Taeke zal die dag zeker schitteren. Wie niet van de spelers uit de G-selectie van FC Horst? Of anders wel van deelnemende clubs als het Harderwijkse VVOG en IJsselmeervogels uit Spakenburg. Meedoen is

foto Arienne Flipse

véél belangrijker dan winnen. ,,We gaan al een aantal jaren allerlei toernooitjes af. Zo’n dag wilden we zelf ook eens organiseren’’, zegt Renden, die rekent op veel goodwill voor het door een lokale bank ondersteunde initiatief. In de aanloop naar de toernooidag zal er een aantal malen worden getraind op De Adelaar. Dat is doorgaans niet hun vaste speellocatie. Veel liever pingelen ze in de zaal. Al was het maar omdat de meesten een gruwelijke hekel hebben aan koude en regen. Een groot voordeel van zaaltrainingen is ook dat er via de achter- en zijwanden gewoon lekker kan worden door gevoetbald. De bal vliegt er nooit uit, zoals te vaak op het veld gebeurt. In de sportzaal komen ook de mindere goden vaker in balbezet, stelt Nap. ,,Ze zijn heel sociaal onder elkaar’’, vindt Renden.

,,Want ze zorgen ervoor dat iedereen scoort. Ook degene die niet kan voetballen scoort tenminste een keer.’’ Ja, knikt Nap. ,,Al is het in eigen doel, dat maakt niet uit’’, voegt Nap eraan toe. ,,Ook dan wordt er een ereronde gemaakt.’’ Met uitjes wordt het voetbaljaar opgefleurd. Renden en Nap zijn met hun volgelingen naar wedstrijden van Ajax geweest, of naar die van het Nederlands elftal. ,,Alles wat met voetbal te maken heeft, vinden ze het leukst’’, zegt Renden over de invulling van de uitstapjes. ,,En vooral als het over Ajax gaat. Ze zijn op één na, Leopold, allemaal voor Ajax.’’ Leopold deelt zijn clubliefde voor Feyenoord met Renden. Dat hebben ze een keer samen naar hartenlust in de Rotterdamse Kuip geuit. ,,Die jongen had de dag van z’n leven. Fantastisch.’’

De voetbalschoen: nu ook in het zwart Goed nieuws voor de meer behoudende voetballiefhebber. Met de Mercurial keert Nike terug naar de kleur zwart. De moderne schoen in een klassiek jasje slaat aan. „Het is uitdelen”, zegt Pim Mulder van Sportshop Walter van den Belt ‘100% voetbal’ in Apeldoorn. Bij wijze van spreken dan natuurlijk. Grofweg 350 euro kost de topper in de serie, maar met zestig euro op zak glij je gelukkig al in het instapmodel. „We zien dat volwassenen vooral uit het midden en het hoge segment kiezen”, zegt

Mulder over de algehele trend. „Je betaalt voor comfort. Het is een vergissing dat een topschoen langer meegaat. Ik ben van mening dat je negen tot twaalf maanden met een schoen moet kunnen doen, al zie je wel dat het kunstgras veel schade toebrengt.” Kinderen kunnen ook met een goedkoper model toe. „Ze zijn eruit gegroeid voordat de schoen kapot gaat.” Adidas scoort met de cyaanblauwe F50-i (184,95 euro). Het paradepaardje van het Duitse sportmerk is voor de deuren van het slachthuis weggelopen. „De schoen heeft het heel moeilijk gehad”, weet Mulder. „Ze hebben overwogen om het uit de collectie te halen, maar met een enorme campagne is toch nog een keer alles op alles gezet. Je kwam de reclame zelfs in bushokjes tegen. Je werd er mee doodgegooid.” Dat Lionel Messi ze - voor een ongetwijfeld leuk bedrag voor het oog van de camera wilde aantrekken en ze daarmee miljoenen huiskamers binnenbracht, gaf de

doorslag. „Voetballers willen voetballen waar de profs op voetballen.” Het is daarom ook niet verwonderlijk dat de animo groot is om de nieuw verworven schoenen ter plekke laten bedrukken met de eigen naam. De Adidas-klassiekers Copa Mondial - ‘Dunner leer dus soepeler’ - en Kaiser Liga - ‘Dikker dus steviger’ hebben gewoon hun vaste plekje in de collectie behouden. Zoals de naam doet vermoeden richt Van den Belt zich volledig op de voetballer. Leden van verenigingen in de regio kopen er met korting, spelers van de eerste elftallen komen er om hun schoenenbon te verzilveren. „En hoe meer de leden kopen, hoe meer de club kan verdienen. We keren het aan het eind van het seizoen uit in ballen.” Zo vlak voor de start van de nieuwe competitie is het daarom topdrukte in de winkels in Apeldoorn en Deventer. „Verstand op nul en doorgaan.”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.