29 maart 2010
Jacob v.d. Beeten - Marijn Dekker - Pascal Gerritsen Nikki Heisterkamp - Erin Pots
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Zakelijke gegevens 3. Interne gegevens Samenvatting inhoud Personages Thema Motieven Symboliek Genre Opbouw Tijd Ruimte Vertelvorm Kenmerken van de voorhoofse roman en de Middeleeuwen Roelantslied 4. Persoonlijke reactie van ieder Jacob Marijn Pascal Nikki Erin 5. Bronvermelding Websites Literatuur
blz. 03 blz. 04 blz. 04 blz. 04 blz. 05 blz. 05 blz. 05 blz. 06 blz. 06 blz. 06 blz. 06 blz. 06 blz. 06 blz. 07 blz. 07 blz. 08 blz. 08 blz. 08 blz. 09 blz. 09 blz. 09 blz. 11 blz. 11 blz. 11
1. Inleiding Dit leesverslag gaat over de roman ´Karel ende Elegast´. Iedereen heeft het boekje in het Middelnederlands gelezen en daarna zijn de taken verdeeld. We zijn begonnen met het verdelen van de vragen van de verdiepingsopdracht over ons allen. Er werd bepaald dat Jacob een samenvatting van de inhoud zou maken, dat hij informatie over de inhoud zou geven en dat hij informatie over Karel de Grote op papier zou zetten. Marijn heeft de externe gegevens van de roman opgezocht en daarbij de opbouw, tijd en plaats bepaald. Ook heeft hij kenmerken van de Middeleeuwen opgezocht. Pascal heeft het thema, de motieven, de symboliek en het vertelperspectief van deze roman opgezocht. Erin heeft het genre en de verschillen tussen een voorhoofse en een hoofse ridderroman bepaald. Daarbij heeft ze kenmerken van een voorhoofse roman binnen het verhaal van Karel ende Elegast bepaald. Nikki heeft informatie over het feodale systeem opgezocht en een samenvatting met uitleg over het ´Roelantslied´ gegeven en iets verteld over de herkomst van deze roman. Toen iedereen zijn deel af had, hebben Erin en Nikki er een lopend verhaal van gemaakt en dat uitgewerkt tot dit leesverslag dat vervolgens door Pascal is vormgegeven. Pascal en Marijn hebben zich bezig gehouden met het maken van de presentatie en Jacob heeft het A4-tje voor de klas in elkaar gezet. Uiteraard heeft iedereen zijn eigen persoonlijke evaluatie geschreven.
3
2. Zakelijke gegevens
3. Interne gegevens
Van de voorhoofse ridderroman ‘Karel ende Elegast’ is niet bekend wie de oorspronkelijke schrijver van het verhaal was. Dit komt voornamelijk door het feit dat schrijvers en andere kunstenaars hun naam niet bij hun werk schreven. Ze waren van mening dat God de inspiratiebron was en dat schrijvers en kunstenaars als spreekbuis van God dienden. Er was dus niet veel reden om je naam bij je werk te schrijven. Historici vermoeden echter wel dat de schrijver van dit boekje een Vlaming was. Het boek is omstreeks 1250 na Christus te Brabant geschreven. Sommige historici menen echter op grond van het voorhoofse karakter dat het boek al aan het eind van de twaalfde eeuw verschenen was. De onduidelijkheid betreffende de datum wordt veroorzaakt door het feit dat middeleeuwse schrijvers geen datum bij hun werk schreven, omdat dergelijke gegevens in de Middeleeuwen niet relevant waren. Enkele hedendaagse literatuurhistorici vermoeden dat dit verhaal gebaseerd is op een Frans Chanson uit de twaalfde eeuw, getiteld ‘Chanson de Basin’. Ook in dit verhaal gaat Karel immers uit stelen met een dief. Van deze tekst is echter niets bewaard gebleven. De roman valt uiteen in zeven goed te onderscheiden delen. Het begint met een proloog. Vervolgens wordt de opdracht van Karel verhaald. Dit wordt gevolgd door de tocht door het bos en het gevecht met Elegast. Daarop volgt de episode, waarin de grote bekwaamheid van Elegast wordt vergeleken met de onkundigheid van Karel. Dit deel wordt gevolgd door de inbraak bij Eggeric. Vervolgens vindt de ontknoping (het godsgericht) plaats en ten slotte volgt een epiloog1. Het verhaal had een didactisch en diverterend doel voor de mensen.
Samenvatting inhoud ‘Fraeye historie ende al waer Mach ic u tellen, hoort naer’
1
Hierover meer in de samenvatting
Dit zijn de eerste regels van het verhaal Karel ende Elegast. Het verhaal speelt zich af in Ingelheim te Duitsland aan het eind van de achtste eeuw. Op de avond voor de hofdag verschijnt er een engel is Karels droom (“Het was op enen avontstonde dat Karel slapen begonde”). Deze engel vertelt hem dat God hem opdraagt uit stelen te gaan. Karel gelooft de engel aanvankelijk niet en weigert de opdracht. Als de engel echter achtereenvolgens nog twee keer verschijnt met dezelfde boodschap, besluit Karel te gehoorzamen. Met de hulp van God weet hij ongemerkt het kasteel uit te komen en hij gaat richting het donkere woud. Wanneer hij even later te paard door een donker woud rijdt, neemt zijn respect voor rovers, die hij tot dusver altijd de grond had afgenomen, toe (“Nu mag ic hem wel gheloven die leven bider avontueren”). Hij voelt in het bijzonder genegenheid voor Elegast en hoopt dat deze slimme rover hem van God mag vergezellen tijdens zijn rooftocht. In het woud ontmoet hij een in een zwart gewaad gehulde ridder, aan wie hij zijn naam niet kenbaar wil maken. Nadat de vorst de ridder – die Elegast blijkt te zijn – in een tweegevecht heeft verslagen, stelt hij zichzelf voor als Adelbrecht (‘van adellijke geboorte’), omdat hij niet wil dat iemand te weten komt dat hij, de koning, steelt. Gezamenlijk gaan ze op pad om te roven. Karel stelt voor bij de koning (bij zichzelf) in te breken, maar Elegast weigert dat te doen (“Dat moet mi god verbieden. Si en leven niet diet mi rieden dat ic den coninc dade schade”). Hij vat het plan om Eggeric, Karels kwaadaardige zwager, te bestelen. Bij het inbreken in het kasteel blijkt Karel geen vakkundige dief te zijn, dus betreedt Elegast het gebouw met magische krachten, terwijl Karel op de uitkijk staat. Elegast hoort vervolgens via een haan, die hij met een toverkruid kan verstaan, dat de koning nabij is. Elegast wil meteen weggaan, maar Karel overtuigt hem om zijn rooftocht door te zetten. Als de twee al veel gestolen hebben, wil Karel weggaan, maar
Elegast wil eerst nog het beroemde zadel van Eggeric stelen. In de slaapkamer van Eggeric, waar het dure zadel ligt, hoort hij Eggeric tegen zijn vrouw zeggen dat hij Karel wil vermoorden op de hofdag. Zijn vrouw laat merken dat ze dat niet goed vindt en krijgt een klap. Elegast vangt het bloed van de vrouw op in zijn handschoen. Weer buiten gekomen, vertelt Elegast Karel (Adelbrecht) over het complot. Karel beseft dan waarom hij uit stelen moest (“Doen wiste Karel wel te voren, dat hem god te stelen ontboot om te bescudden vander doot”). Elegast durft de koning niet onder ogen te komen. Daarom zegt Karel dat hij de vorst op de hoogte zal brengen. Op de hofdag neemt Karel Eggeric en zijn medestanders gevangen en laat Elegast getuigen met het bloed van Eggerics vrouw. Elegast daagt Eggeric uit voor een tweegevecht. Voor het strijden begint, richt Elegast zich in tegenstelling tot Eggeric tot god en uiteindelijk wint hij het duel. Hij wordt door de koning vergeven van zijn zonden en trouwt de vrouw van Eggeric (“Die coninc gaf hem eggerics wijf. Si waren tsamen al haer lijf.”). Het verhaal eindigt met de woorden ‘nu segghet amen alle gader’.
Personages Karel de Grote (742-814) is een historische keizer, die alle Franken verenigde in een rijk en daarnaast nog heel veel gebieden veroverde. Om te zorgen dat iedereen in zijn rijk elkaar begreep (er werden immers tot dan toe veel talen gesproken en niemand kon zich verstaanbaar maken), sloot hij een bondgenootschap met de kerk. Priesters en monniken konden immers lezen en schrijven en daarom zorgde hij ervoor dat iedere vorst in zijn rijk een aantal priesters en monniken rondom zich had, die zijn wetten konden vertalen. De reden dat Karel als voorbeeld was genomen, is dat hij een uitstekend voorbeeld was voor alle andere vorsten. In dit verhaal is Karel de Grote niet de machtige keizer, zoals iedereen hem kent uit de geschiedenisboeken, maar een zeer gelovige man (hij gehoorzaamt de engel en bidt meerdere malen tot God) en een slechte inbreker. Hij wordt afgeschilderd als een dappere man, die toch ook angst kent. Elegast is een dappere roofridder, die door Karel is verbannen uit de stad (waardoor hij nood-
gedwongen uit stelen moest gaan). Toch blijft hij trouw aan koning Karel. Hij blijkt in het verhaal te kunnen toveren en wordt afgeschilderd als een edelmoedige en dappere ridder. De naam Elegast is vermoedelijk afgeleid van de naam Elvengast (= heer van de elven). Dit verklaart de toverkunsten, die Elegast uitvoert. Eggeric van Eggermonde is de kwaadaardige zwager van Karel. Hij beraamt een aanslag op Karel om de macht over te nemen en wordt voorgesteld als een onbetrouwbare en ruwe ridder, die bovendien een verrader is, omdat hij ontrouw is aan zijn leenheer (dit was in de Middeleeuwen een zeer kwalijke zaak, want feodale trouw was erg belangrijk). Thema Het thema van deze voorhoofse roman is trouw. Elegast is trouw aan koning Karel, ondanks dat hij door hem verbannen is uit de stad wegens stelen. Het loopt met hem dan ook goed af. Eggeric is echter ontrouw aan de koning, aangezien hij een aanslag op hem beraamt. Hij wordt uiteindelijk vermoord. Hieruit blijkt dat het goede (trouw aan de leenheer) het slechte (ontrouw aan de leenheer) overwint. Motieven Een belangrijk motief in dit boek is het geloven in en trouw zijn aan God. Karel geeft immers gehoor aan Gods bevel om uit stelen te gaan. Ook bidden zowel Karel als Elegast tot God en zij smeken Hem om hulp. Eggeric bidt echter niet en krijgt het dan ook zwaar te verduren. Een ander kenmerkend motief is de verticale (feodale) trouw. Elegast was een leeman van Karel de Grote en blijft hem trouw, hoewel Karel hem al zijn bezittingen heeft afgenomen en hem heeft verbannen uit de stad. Ook moed en kracht spelen een belangrijke rol in dit verhaal. Elegast is zeer moedig, omdat hij in durft te breken bij Eggeric en hem vervolgens confronteert met zijn verraad in een tweegevecht. Daarmee is hij het toonbeeld van een ridder. Ten slotte wordt de vrouw in dit verhaal als onbelangrijk en ondergeschikt aan de man beschouwd. De vrouw van Eg-
5
geric wordt immers door Eggeric verslagen, als zij haar mening geeft, en na de dood van Eggeric weggegeven aan Elegast, zonder dat zij daar zelf inspraak in heeft. Symboliek De symboliek in dit verhaal staat in het teken van het Christelijk geloof. Karel wordt driemaal bezocht door een engel van God. Ook in het verdere verhaal speelt de bescherming van God een grote rol. Een ander symbolisch kenmerk is de kleur zwart. De kleur zwart staat symbool voor slechtheid. Elegast is gekleed in een zwart gewaad. Op het eerste gezicht ziet Karel hem dan ook als een vijand. Later blijkt echter dat het zwart geen teken van slechtheid was; Elegast is een goede man. Genre Het verhaal van Karel ende Elegast behoort, zoals al eerder gezegd, tot de voorhoofse ridderromans. De benaming ‘voorhoofs’ impliceert dat er ook ‘nahoofse’ of ‘hoofse’ ridderromans bestaan. Het verschil tussen een voorhoofse en een hoofse ridderroman berust voornamelijk op de hoffelijkheid (vandaar de benaming ‘hoofs’) van de ridders. De ridder Elegast bezit de eigenschappen van een goede ridder (kracht, moed). Naar deze kenmerken wordt vaak verwezen. In dit verhaal is sprake van verticale trouw (de trouw van de leenman aan de leenheer), in een hoofse roman zou juist horizontale trouw (de trouw van leenmannen onderling) centraal staan. Ook bevat het verhaal enkele sprookjesmotieven en heidense kenmerken, zoals de toverkunsten van Elegast. Dit is ook een kenmerk van een voorhoofse roman; in een hoofse roman zouden de heidense kenmerken niet terug te vinden zijn, omdat die zijn geschreven in de periode van het Christelijk geloof. Het verhaal behoort tot de Karelepiek. Men zou denken dat deze benaming logisch is, omdat het karakter dat centraal staat Karel de Grote is. Dit is echter minder logisch dan verwacht, aangezien het verhaal zich in de meeste Karelromans afspeelt in de kringen rondom Karel en Karel zelf op de achtergrond staat. Karel ende Elegast is een van de enige overgeleverde verhalen, waarin Karel de Grote zelf een hoofdrol heeft.
Opbouw Zoals al bij de zakelijke gegevens vermeld is, valt deze roman uiteen in zeven delen. Het begint met een proloog, waarin het verhaal wordt aangekondigd. Vervolgens wordt de opdracht verhaald en hoe Karel daarop reageert. Het derde deel bevat de tocht door het woud en de ontmoeting met Elegast. Het vierde deel verhaalt de tegenstelling tussen de grote kundigheid van Elegast en de onbekwame Karel. Vervolgens worden de inbraak en de ontdekking van de samenzwering besproken. Daarna wordt de ontknoping beschreven. En het verhaal eindigt met een epiloog, waarin de verteller de luisteraars oproept te bidden tot God. Tijd Het verhaal speelt zich af in de Middeleeuwen. Door mondelinge overleveringen is het jaren doorverteld, telkens in een iets andere versie. Hierdoor is het moeilijk te zeggen wat de precieze tijd is, waarin het verhaal zich afspeelt. Men vermoedt dat het verhaal aan het eind van de achtste eeuw plaatsvond. De vertelde tijd is ongeveer vierentwintig uur. Het verhaal begint immers op de avond voor de hofdag met de engelen en de rooftocht en eindigt de avond erna met het godsgericht. Het tijdsverloop is chronologisch en continu. Het verhaal wordt ab ovo verteld. Voor het begrijpen van deze ridderroman is namelijk geen voorkennis nodig. De verteltijd is ongeveer 63 bladzijden. Ruimte Het verhaal speelt zich af op drie plekken: in het kasteel van Karel, in het woud en in het kasteel van Eggeric. De omgeving wordt niet zeer duidelijk beschreven. Toch werd de sfeer van de omgeving - en de gevoelens die deze sfeer opriep bij de hoofdpersonen - tijdens het lezen van deze roman zeer duidelijk. Het kasteel van Karel wordt beschreven als een rustige en veilige plek, terwijl het woud als een onveilige en gevaarlijke plek wordt afgeschilderd. Vertelvorm Het verhaal wordt verteld vanuit een personale verteller. Het is opgeschreven in een vorm, waaruit blijkt dat het vroeger mondeling is overgeleverd. Het boek is namelijk een letterlijke vertelling van een middeleeuwse spreker, die op schrift gesteld is. Een goed voorbeeld
daarvan is: “Fraeye historie ende al waer, mach ic u tellen, hoort naer”. Ook aan het eind van het verhaal komen nog enkele voorbeelden van deze manier van vertellen voor, zoals: “Nu wil ic corten dese dinc…” en “Dus moet god al onse saken voor onse doot te goede maken; des gonne ons die hemelsche vader! Nu segghet amen alle gader”. Kenmerken van de voorhoofse roman en de Middeleeuwen De belangrijkste kenmerken van een voorhoofse roman zijn trouw aan God en feodale trouw. Andere belangrijke kenmerken zijn de moed en kracht van de ridders. Ook de ondergeschikte positie van de vrouw is vaak terug te vinden in voorhoofse romans. De in de les behandelde kenmerken van de Middeleeuwen zijn duidelijk aanwezig in ‘Karel ende Elegast’. Ten eerste staat God centraal in dit verhaal. Karel wordt immers in al zijn handelingen bijgestaan door God. God beschermt hem tegen het kwaad. Ten tweede is de verticale trouw (en het feodale systeem) aanwezig in deze roman. Dit systeem houdt in dat een leenheer (hoge edele) het grootste deel van zijn grond uitleent aan zijn leenmannen (lage edelen). De hoge edelen bezaten in de middeleeuwen zo veel grond, dat ze betrouwbare volgelingen nodig hadden om hun bezit te helpen besturen. Deze hoge edelen, de leenmannen, leenden daartoe een groot deel van hun domeinen (landerijen) uit aan leenmannen, die vaak tot de lage edelen behoorden. De lage edelen moesten in ruil daarvoor herendiensten (het bewerken van de grond van de heer) verrichten. Elegast was vroeger een leenman van Karel. Hij is echter nog steeds trouw aan zijn leenheer Karel. Ten derde is de vrouw ondergeschikt aan de man. Als de vrouw van Eggeric laat blijken dat ze het niet eens is met zijn plan om Karel te vermoorden, krijgt ze een klap. Als Eggeric vervolgens is gedood, wordt zijn vrouw zomaar geschonken aan Elegast, omdat hij zich zo dapper heeft gedragen. Tot slot wordt er in deze roman veel aandacht besteed aan de deugden van ridders in de Middeleeuwen. Moed en kracht staan centraal in deze roman.
Roelantslied Deze samenvatting is gebaseerd op ‘Het Roelantslied’ editie H. Adema 1983. Dit verhaal komt uit Frankrijk en heette daar ‘Chanson de Roland’. In een zeven jaar durende oorlog met Spanje heeft Karel de Grote het hele land veroverd, op Zaragoza na, omdat vorst Marsilis een grote tegenstander is. Na een lange strijd komt vorst Marsilis in de problemen; hij heeft niet voldoende troepen meer om de strijd te winnen. Daarom roept hij de raad van edelen bijeen en vraagt om raad. Een van de edelen, Blacandrin, adviseert de vorst om te doen alsof hij zich overgeeft door veel goud en gijzelaars mee te geven, zodat Karel terug zal gaan naar Aken. Bovendien moet hij beloven Karel achterna te reizen om zich te laten dopen. Dit zal hij echter niet werkelijk doen. Als Karel eenmaal weg is uit Spanje, kan Marsilis immers nieuwe troepen bijeenroepen. Marsilis vindt dit een goed plan en selecteert tien mannen om Karel de Grote in te lichten. Zij zeggen Karel dat Marsilis zich overgeeft en een maand later met duizend mannen naar Aken zal komen om zich te laten dopen. Karel vertelt zijn troepen over wat hem is aangeboden, maar Roelant vertrouwt het niet. Het mondt uit in een ruzie, waarin twee mannen centraal staan, namelijk Roelant en Ganelon. Uiteindelijk vertrekt Ganelon naar Marsilis om te verkondigen dat Karel de overgave accepteert, als hij zich laat dopen tot Christen. Ganelon vermeldt ook dat de troepen van Karel dan zullen vertrekken. Er zal hooguit een achterhoede onder leiding van Roelant achterblijven. Marsilis denkt dat hij die achterhoede kan overwinnen en dat Karel Spanje nooit meer zal aanvallen. Ganelon helpt hem met zijn plan. Hij pleegt dus verraad. Karel en zijn troepen trekken zich terug naar Aken en er blijft slechts een achterhoede (met onder meer Roelant en zijn schoonbroer) achter in Spanje. Roelant komt echter in het dal van Roncevaux in een hinderlaag terecht. Zijn schoonbroer Olivier vraagt hem vervolgens op zijn hoorn te blazen, zodat Karel terugkomt om hem te helpen. Dit weigert Roelant, omdat hij denkt dat hij hen met zijn zwaard Durendel kan ver-
7
slaan. In de strijd die volgt overleven Roelant, Olivier en slechts weinig andere ridders. Dan pas blaast Roelant op zijn hoorn en Karel komt om hem te helpen. Ongelukkigerwijs is Olivier dan ook gesneuveld. Na de dood van Olivier zijn er nog drie mannen in leven, Roelant en twee andere ridders. Het leger van Marsilis verneemt dat Karel eraan komt en doen nog een poging om de overgebleven soldaten te doden. Vervolgens vluchten zij weg. Alleen Roelant leeft dan nog. Hij is echter zwaargewond en sterft uiteindelijk ook. Engel GabriĂŤl begeleidt hem naar de hemel. Als Karel aankomt op het slagveld en alle doden (waaronder Roelant) ziet, is hij diepbedroefd. Hij wreekt hen dood de overgebleven Spanjaarden te doden. Dit werk wordt tot de Karelepiek gerekend, omdat de verticale trouw centraal staat. Bijna alle ridders (leenmannen) zijn zeer trouw aan Karel (leenheer), afgezien van Ganelon. De hele ridderroman gaat over de uitwerking die de ontrouw van Ganelon had, op het leger van Karel. Verder staan de moed en kracht van de ridders in het leger van Karel centraal. Ook dit is een belangrijk kenmerk van een voorhoofse roman.
4. Persoonlijke reactie van ieder Jacob De samenwerking in ons groepje was erg goed, iedereen had het boekje redelijk snel uitgelezen en daarom konden we vlot aan leesverslag en bijbehorende taken beginnen. Er is goed overlegd wie wat doet met betrekking tot de presentatie zodat iedereen ongeveer evenveel vertelt (voor verdere taakverdeling zie inleiding). Verder waren er weinig problemen met betrekking tot onze samenwerking en was er eerder het probleem dat er meer werd gedaan dan afgesproken in plaats van minder. De opdracht zelf vond ik niet heel erg interessant, want het grootste gedeelte van de taken die ik moest doen wist ik al. Karel de Grote hebben we meerdere keren behandeld bij geschiedenis en de samenvatting van het verhaal hadden we in de klas al doorgenomen. Wel vond ik het leuk om eens een keer met andere mensen in een groepje te zitten want als je zelf groepjes maakt zit je toch vaak met de mensen die je al wat beter kent. Marijn Ik vond dit een erg leerzame en soms zelfs leuke opdracht om te doen. Het lezen van het boekje was best leuk om te doen, omdat je zo ook een idee kreeg hoe men in de middeleeuwen dacht en dit soort voorhoofse verhalen schreef. Ook heb ik door deze opdracht iets meer geleerd over de middeleeuwse symboliek. Zonder vertaling was het best moeilijk om te begrijpen wat er werd bedoelt, maar als je het niet wist kon je gewoon in de vertaling kijken. Bij het invullen van de externe en interne gegevens was soms wel iets minder leuk om allerlei achtergrond informatie over het boekje op te zoeken, maar verder was dat ook wel interessant om te doen. Ook heb ik nieuwe manieren geleerd en andere programma’s ontdekt om een leuke presentatie te maken. Verder verliep de samenwerking heel soepel. Ons groepje had de boekjes al snel uitgelezen. Toen we de eerste les hadden om te overleggen, hebben we de vragen over de externe en interne gegevens over ons groepje verdeeld en afgesproken dat we die de eerst volgende les zouden afhebben. Dit is allemaal goed gelukt, dus in de tweede les van overleg hebben we de
taken verdeeld. Erin en Nikki zouden het leesverslag maken, Jacob zou een samenvatting voor de klas maken en Pascal en ik hebben de presentatie voorbereid. Dit is naar mijn zeggen redelijk goed gelukt. Ik vond dit dus een leuke opdracht om te doen, en ik ben er ook veel van opgestoken. Het was wel iets ingewikkelder dan de normale leesverslagen die we voor de moderne romans moeten maken, omdat je nu samen verantwoordelijk ervoor bent, en dus samen moet overleggen. Toch is dit allemaal prima verlopen en ik vond het een leuke opdracht. Pascal Terug van wintersport kreeg ik meteen het boekje nadat de anderen het al gelezen hadden. Ik begon met lezen en met twee uur lezen, zowel in het Middelnederlands en het hedendaags Nederlands. Toen ik ook het boekje uit had zijn we in de les begonnen met het verslag. Een korte, duidelijke taakverdeling en daarna goed aan de slag. Toen we de algemene inhoud bij elkaar hadden hebben we de taken voor het maken van het verslag, de hand-out en de presentatie verdeeld en zijn we thuis lekker verder gegaan. Via TeleTOP en email hebben we verder alle onderdelen uitgewisseld en deze samen nog een keer besproken. Ik heb deze opdracht een fijne samenwerking ondervonden; iedereen deed wat ‘ie moest doen en op tijd. Zelf heb ik niet heel veel van de opdracht geleerd omdat ik de theorie nog kende van vorig jaar en ook de inhoud van het verhaal me al na de eerste paar regels herinnerde. De verhalen in Middelnederlands zijn leuk, maar totaal niet spannend geschreven. Alles is zo logisch en symbolisch als maar kan en daar houd ik persoonlijk niet zo van. Ondanks dat is het wel leerzaam om je een keer te verdiepen in de historie van de taal die je dagelijks spreekt en is het leuk om naar de grammaticale constructies van lang geleden te kijken. Nikki Ik vond deze opdracht erg zinvol en interessant om uit te voeren. De roman ‘Karel ende Elegast’ heeft mij zeer veel geleerd over de gedachten van de mensen in de tijd van de Middeleeuwen. Bij geschiedenis heb ik ook zeer veel informatie gekregen met betrekking tot de Middeleeu-
wen, maar dat was veel minder tastbaar dan deze informatie. Dit komt door het feit dat deze roman daadwerkelijk in de Middeleeuwen is geschreven en zo letterlijk mogelijk in het Middelnederlands is overgeleverd. Dat zorgt ervoor dat de geschiedenis ineens heel dichtbij komt en veel levendiger wordt. Het was bijzonder om alle informatie die we tijdens de lessen hadden gekregen, terug te zien in de roman. De samenwerking verliep erg goed. De twee boekjes gingen heel snel rond in het groepje en de eerste les dat we aan de opdracht konden werken, hebben we de taken verdeeld met betrekking tot het leesverslag. De afspraak was dat iedereen een deel van het leesverslag binnen een week zou uitwerken, zodat de informatie snel kon worden samengevoegd. Na die week had iedereen zijn eigen deel ook echt af. Vervolgens hebben Erin en ik de losse informatie samengevoegd tot een leesverslag, terwijl Pascal en Marijn aan de presentatie werkten en Jacob een samenvatting voor de klas maakte. Ik heb dus erg veel geleerd van deze opdracht, zowel met betrekking tot de Middeleeuwen als het samenwerken in een groep. Individuele opdrachten verlopen immers heel anders dan groepsopdrachten, omdat er bij het samenwerken in een groep veel overleg moet plaatsvinden en iedereen verantwoordelijk is voor een deel van het verslag. Erin Ik heb veel van deze opdracht geleerd. Ik vond het leuk om alle informatie die we hebben gekregen tijdens de ‘hoorcolleges’ in dit leesverslag te kunnen verwerken. Ik had niet verwacht dat ik de voorbeelden die in de lessen gegeven waren, ook daadwerkelijk terug zou zien in de roman. Bij deze voorbeelden kan gedacht worden aan ‘enclisis’, ‘dubbele ontkenning’ en verlenging van een klinker door er een ‘e’ achter te zetten. Dit zijn natuurlijk de taalkundige voorbeelden, maar wat ik ook erg duidelijk terug zag was de verticale trouw. Dit komt goed naar voren bij de trouw van de roofridder Elegast aan zijn heer Karel de Grote. De samenwerking is naar mijn mening goed verlopen.
9
Toen in de les per groepje twee romans werden uitgedeeld, heeft Jacob deze in ontvangst genomen en verdeeld. Eerst hebben Marijn en ik het boekje gelezen en daarna heeft Marijn de zijne aan Pascal gegeven en heb ik die van mij aan Nikki overhandigd. Toen Nikki het verhaal uit had, heeft Jacob hem gelezen. Iedereen had zijn roman snel uit, zodat het uitwisselen van de boekjes ook geen probleem vormde. De eerste les dat we gezamenlijk aan de opdracht mochten werken, hebben we bepaald wat er gedaan moest worden, wie elk onderdeel voor zijn rekening zou nemen en ook in welke volgorde dit alles zou gebeuren. Die eerste les hebben we afgesproken dat ieder een aantal vragen uit de verdiepingsopdracht voor de volgende les zou maken. Die volgende les hebben Nikki en ik deze losse stukken informatie samengevoegd tot ĂŠĂŠn lopend verhaal en de rest van dit verslag in elkaar gezet. Pascal heeft het A4-tje met een samenvatting voor de klas gemaakt en Pascal en Marijn hebben de presentatie in elkaar gezet. Iedereen was het hiermee eens en ik heb het idee dat ieder ook datgene heeft gedaan, waar hij het best in is. Iedereen heeft ongeveer evenveel op moeten zoeken en is er evenveel tijd mee kwijt geweest. De taken waren naar mijn idee dus goed verdeeld. Kortom, ik vond deze opdracht interessant om uit te voeren en vond het geen probleem om dit in groepsverband te doen.
Karel ende Elegast in
5. Bronvermelding Websites • http://nl.wikipedia.org/wiki/Karel_ende_ Elegast • http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/ middeleeuwen/tekst/lgme003.html • http://www.collegenet.nl/content/digiles sen/literatuurgeschiedenis/tot1920lit/005. htm • http://cf.hum.uva.nl/dsp/ljc/elegast/ • http://www.dbnl.org/titels/titel.php?id=_ kar001kare01 Literatuur • ‘Karel ende Elegast’ tekst en vertaling Vertaling: H. Adema Zevende druk, 1997 Uitgeverij Taal & Teken, Leeuwarden ISBN 90-6620-001-4 • ‘Literatuurgeschiedenis en leesdossier J.A. Dautzenberg Tweede druk Uitgeverij Malmberg, Den Bosch ISBN: 90-208-5076-8
het originele handschrift
11