de
GROTE verhalen voor iedereen die werkt
De grote vakantie Verhalen voor iedereen die werkt
Ruud Haex
Š 2010, Ruud Haex, Frans Hempen, smtm Uitgevers Eerste druk, augustus 2010 Ontwerp: Joanna Greve, de zoele haven Illustraties: Zoel isbn 978-94-91011-01-6 nur 400 trefwoord Non-fictie Vrije tijd/algemeen www.ruudhaex.com
Voor Jan Haex, zelfstandig ondernemer
Woord vooraf Gefeliciteerd met het omslaan van deze bladzijde. Nu kan ook voor jou De grote vakantie beginnen. De grote vakantie gaat over werk, over de veiligheid die nodig is om je talenten te ontwikkelen, over de erkenning die iedereen zoekt en over de groei die je verder brengt. De grote vakantie gaat ook over de beweging die aan succes voorafgaat, en over de fase waarin je, wie weet, ĂŠcht tot ontplooiing komt. Ten slotte gaat De grote vakantie over de vrijheid die je ervaart als je eenmaal weet voor welk werk jij op aarde bent. In dit boek nodig ik je uit om te kijken door mijn ogen. Ik hoop dat jij jezelf herkent in mijn verhalen en aan het denken wordt gezet over je eigen ervaringen. In De grote vakantie vertel ik je wat ik heb ontdekt door vallen en opstaan, door meemaken en doen. Dit is een reisboek voor iedereen die werkt. Reis je met me mee? Ruud Haex
5
6
Inhoud eerste deel – veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
tweede deel – erkenning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
derde deel – groei . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
vierde deel – beweging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
vijfde deel – succes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
zesde deel – ontplooiing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
zevende deel – vrijheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 begin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
7
8
eerste deel
veiligheid
veiligheid
9
De goede meester Op een dag sloeg mijn meester me zo hard met zijn stok, dat ik die heb afgepakt en terugsloeg. Achteraf gezien was dit het moment waarop het tot me doordrong dat de wereld niet altijd een veilige plek is, waar iedereen je goed gezind is. Tot die tijd had ik een onbezorgde jeugd in het Limburgse Weert van rond 1970. Ik groeide op in een gezin met vijf kinderen. Mijn ouders werkten allebei. Mijn moeder was onderwijzeres en mijn vader had een kranten- en tijdschriftenzaak in het centrum van Weert. En hoewel zij weinig tijd voor me hadden, ontbrak het me niet aan warmte. Als mijn ouders aan het werk waren, zorgde onze lieve oppas Els voor mij. Van het vijftal was ik de benjamin. ‘De kleine’ was de koosnaam die mijn oudere zus en drie oudere broers voor mij hadden. Met vier voorgangers in het gezin leerde ik al vroeg voor mezelf op te komen en iedereen te laten weten dat ik er was. Ik was de kleine performer van ons vijven. Als er familie op bezoek kwam, zette ik de boel op stelten. Ik zong luidkeels liedjes, ramde op potten en pannen en deed voetbaltrucjes in de woonkamer. Ik daagde mijn ooms en tantes uit, net zo lang tot iedereen de volle aandacht had voor mijn show. Begin jaren zeventig was Weert een slaperig stadje met het karakter van een klassiek Limburgs dorp. De mensen waren tevreden, godvrezend en wars van pretenties. Het leven was niet zo ingewikkeld. Door de week werkte je hard, in je eigen zaak of voor de baas. Op zaterdag had je tijd om te klussen, boodschappen te doen of naar de voetbalclub te gaan. En op zondag waren er de kerk en de kroeg. Voor een kind had het leven een ijzeren regelmaat. Die vastigheid droeg bij aan een gevoel van geborgenheid in je eigen kleine kring, waar de grote boze buitenwereld geen vat op had. Het was het soort leven dat je elk kind gunt. Veel zonneschijn, met af en toe een donkere wolk en een frisse regenbui.
10
eerste deel
Mijn beste vriendje was Jean. Hij was een vrijgevochten type en kwam uit een gezin waar ze voor de duvel niet bang waren en een hekel hadden aan autoritair gedoe. Als je Jean niet op de goede manier benaderde, kon hij lastig zijn, net als ik. Samen waren we lid van een Weertse versie van Pietje Bells Bende van de Zwarte Hand. We waren ondeugende jongens, maar met een hart van goud, vonden we zelf ook. Dan was er nog Marie-José, mijn vriendinnetje, dat ik de hele lagereschooltijd op mijn fiets naar school en ’s middags weer veilig thuis heb gebracht. Onschuldige, onvoorwaardelijke kinderlijke liefde. Jean, Marie-José en ik zaten op een keurige katholieke school. Het was een nieuw gebouw met een grote speelplaats, vlak bij de kerk in Weert. Ik had plezier in leren en haalde prima cijfers. Vooral bij meester Peeters, bij wie ik in de vierde klas zat. Meester Peeters was anders dan de andere meesters en juffen. Hij was een warme, innemende man van in de veertig. Hij had lang haar voor Weert, zelfs in de jaren zeventig. Opvallend waren ook zijn pretogen, waarmee hij uitstraalde dat hij dol was op zijn leerlingen. Hij had een fijne vrouw en leuke kinderen. Bij hem in de klas was het gewoon erg gezellig. Hij kon goed met kinderen omgaan en creëerde een omgeving waarin we onszelf konden zijn. Daarmee bracht hij beste in ons naar boven. Bij Peeters leerde je veel. De meester begreep dat sommige kinderen ruimte nodig hebben om hun energie kwijt te kunnen. Hij had daar eenvoudige oplossingen voor. Zo liet hij mij bijvoorbeeld rennen. Lekker rennen, als ik weer eens barstte van energie. Dat was eigenlijk dagelijks. Van ’s ochtends vroeg tot ’s middags laat achter mijn tafeltje zitten en ‘ja meester, nee meester’ zeggen was niets voor mij. Meester Peeters begreep dat en liet me regelmatig vrij om te doen waar ik plezier in had. Hij gaf sowieso anders les dan de andere meesters. Hij wist precies hoe hij tot het juiste niveau kon afdalen om de leerstof over te dragen. Soms maakte hij een grote tekening op het schoolbord, van een aap of van een piraat met een boot. Dan begon hij de dag met vragen over die
veiligheid
11
tekening. Wat is dit? Over welke tijd hebben we het hier? Wie heeft hier wel eens een boek over gelezen? Via de aap kwam hij dan uit bij het verhaal van Tarzan, een held van elke negenjarige jongen in 1974. En van Tarzan was het maar een kleine stap naar de topografie van Afrika en de biologie van het oerwoud. Peeters was een meester van de improvisatie. Als ik er nu op terugkijk, zie ik het als jazzy door de stof heen gaan. Een les had een thema, met daarbinnen alle ruimte voor solo’s, uitstapjes en soms even een kwartiertje freaken, jammen en helemaal losgaan. Dit lijkt strijdig met het aloude didactische principe dat kinderen baat hebben bij rust, reinheid en regelmaat. Toch paste hij ook dit principe toe. De rust zat in zijn ogen, zijn mimiek, stem en gebaren, de regelmaat in de plezierige afwisseling van leren en spelen, de reinheid in de faire manier waarop hij elk kind tegemoet trad. Hij zorgde goed voor zijn kinderen, gewoon door er altijd te zijn. Je kon echt bij hem terecht. Dit alles maakte Peeters een goede meester.
De eerste baan Als je erbij stilstaat, is het best gek. Vanaf je vierde levensjaar breng je als kind een groot deel van de dag door onder de hoede van een persoon die in eerste instantie een wildvreemde voor je is. Vanaf je vijfde is dat in Nederland zelfs verplicht. Doorgaans zien we school en opleiding als voorbereiding op het werkend bestaan. Maar je lagereschooltijd is eigenlijk al je eerste baan. Ga maar na: je bent voor het eerst voor een leidinggevende aan het werk. Weliswaar parttime, maar toch. Je gaat voor zo’n 28 uur per week buiten de deur aan de bak. Op school krijg je voor het eerst te maken met een systeem van waardering en evaluatie, van beloning en straf, afhankelijk van je prestaties. Vaak gaat er al een hele sollicitatieprocedure aan vooraf, met kans op afwijzing, voorkeursregelingen voor minder kansrijke kandidaten en ga zo maar
12
eerste deel
door. Ja, met enige overdrijving durf ik te stellen dat groep 1, de kleuterklas, onmiskenbaar het startpunt is van je maatschappelijke carrière. Kijk eens met deze ogen naar een kleuter van vier, die met een rugzakje op bij het schoolhek loopt. Probeer je voor te stellen dat dit een medewerker is van een bedrijf met twee- tot driehonderd collega’s, een stuk of twintig teamleiders en een managementteam van een man/ vrouw of drie. Zie je die kleuter vrolijk huppelen of treedt hij de dag met aarzelende tred tegemoet? Heeft hij zin om zich in die kolkende massa van emoties, kennisvergaring en ontwikkeling te storten of verstopt hij zich liever achter de lange benen van papa of mama, bij de deur van de klas? Grote kans dat de grondhouding van een kleuter voor een groot deel wordt bepaald door wie er aan de andere kant van de deur op hem wacht. Wie is zijn leidinggevende? Je ziet het aan de blik in zijn ogen als hij zijn ouder gedag zegt en de drempel over gaat, zijn dagtaak tegemoet. Heeft hij er vandaag weer vertrouwen in dat hij de klus goed gaat klaren of moet hij op zijn hoede zijn voor zijn baas? Komt hij in een warm nest of betreedt hij een slangenkuil? Een kind wil niets liever dan een lieve meester of juf. Zo eentje van wie je een krul of een plakplaatje krijgt als je een lesje goed hebt gedaan. Zo eentje die een blije pleister op je knie plakt als je op het schoolplein gevallen bent. Zo eentje die je even op schoot neemt als je het gevoel hebt dat iedereen in de klas tegen je is. Een meester of juf die je de lessen van het leven leert, met geduld, begrip en plezier. Zo eentje was meester Peeters. In de vierde klas voelde ik mij veilig en geborgen. Daardoor had ik meer plezier in leren dan ooit. Mijn moeder, die zelf onderwijzeres was, herinnert me er tot op de dag van vandaag aan dat ik zulke hoge cijfers had dat jaar. Misschien heeft ze dat zo goed onthouden omdat het voor het laatst was dat mijn schoolrapport er goed uitzag.
veiligheid
13
De IJzeren Man Het werd zomer en school was uit. We hadden grote vakantie, Jean, Marie-JosÊ en ik. Dat betekende veel zwemmen in de IJzeren Man, een buitenzwembad aan de zuidwestrand van Weert. Het bestaat trouwens nog steeds en is tegenwoordig een subtropisch zwemparadijs. In de zomer van 1974 werden we ’s ochtends vaak om negen uur afgezet en om zes uur weer opgehaald. Er was niks mooiers dan met mijn zus Jessy, mijn broers Tom, Peter, Richard en al onze vriendjes te zwemmen en bootje te varen. Af en toe trokken we elkaar uit de rubberboot en vochten we in het bos, maar meestal was het ontzettend fijn om de hele dag buiten te zijn en alles te kunnen doen waar je zin in had. We waren vrij. Voor mij was vakantie vooral vrij zijn in je eigen omgeving, dicht bij huis. Wij gingen als gezin nooit op reis. Mijn vader stond in de vakantie gewoon in de zaak en mijn moeder, die zelf vrij was van school, was thuis aan het werk. Daar was genoeg te doen met een gezin van vijf. Vrij nemen deed mijn vader niet. Hij was namelijk bang dat zijn klanten niet terug zouden komen als hij op vakantie ging. Hij had een groot plichtsbesef ten aanzien van alles wat met werk te maken had. Zijn vader was vroeg gestorven en hij had al op zijn zeventiende de rol van man in het gezin overgenomen. Door hard werken zorgde hij voor zijn moeder en zijn jongere zus. Daarna trouwde hij en kreeg de zorg voor zijn eigen gezin. Hij heeft vervolgens hard gewerkt om zijn vijf kinderen alles te kunnen geven wat hij belangrijk voor ons vond. Bijvoorbeeld een rijbewijs, want dat hoorde bij de opvoeding, meende hij. Op vakantie gaan naar het buitenland niet, ook al had het financieel best gekund. Af en toe reden we op zondag de Mergellandroute in Limburg. Dan kochten we perziken of druiven langs de weg en soms een ijsje. En af en toe deden we een dagje Amsterdam en gingen we naar Artis. Dat was me een uitje: met de trein naar de hoofdstad, boterhammen, eitjes en thermosflessen koffie en aanlenglimonade mee.
14
eerste deel
Hoewel ik nog maar negen was en een fijn jaar achter de rug had bij meester Peeters, hing er een schaduw boven die zomer bij de IJzeren Man. Een donkere wolk. In de weken voordat school weer begon, kreeg ik last van buikpijn en ging ik slecht eten. Dat was niets voor mij, want ik was een kind dat alles lustte. Maar er was iets dat mijn eetlust bedierf. Het was alsof ik voorvoelde dat mij iets boven het hoofd hing. Iets dat ik niet prettig zou vinden. Iets waarvan ik nu kan zeggen dat dit het pad dat ik in mijn verdere leven zou bewandelen, sterk heeft bepaald. Een ander type leidinggevende. Bij meester Vromen in de klas lag alles recht. Keurig in het gelid. De boeken, de tafels en stoelen, de planten, pennen, potloden en gummen. Ook de leerlingen zaten in het gelid. Ik begon weer naast mijn vriendje Jean, naast wie ik bij meester Peeters in de klas had gezeten. Dat was steeds goed gegaan, maar nu mocht het ineens niet meer. Want Vromen was een schoolmeester van de oude stempel. Dat betekende monden dicht, luisteren en werken. Als hij wilde dat er iets gebeurde, dan gebeurde dat ook. Hij was ongeveer even oud als meester Peeters, had een bolle buik en een hoge stem. Hij intimideerde de klas. Hij kon ontzettend boos kijken, praten en doen. In mijn herinnering waren alle kinderen doodsbang voor hem. Als het bij meester Vromen niet goedschiks ging, dan maar kwaadschiks. Het duurde niet lang of ik ondervond dat aan den lijve. Want ik verzette me tegen de meester, al was ik een van de jongste leerlingen in de klas. Ik was net tien jaar, maar ik was er behoorlijk gevoelig voor als mensen mij probeerden te onderwerpen aan hun wil. Dat riep bij mij weerstand en verzet op. Zo gebeurde het ook in de nieuwe klas. Ik daagde de meester uit. Ik liet hem op mijn kinderlijke manier merken dat ik het niet rechtvaardig vond zoals hij ons behandelde. Zo bouwde ik van Meccano een apparaatje dat een zoemtoon produceerde, en verstopte het in de klas. Ik kon het ding van een afstand bedienen en de meester tot waanzin drijven, omdat hij niet wist waar dat irritante gezoem vandaan kwam.
veiligheid
15
112
eerste deel
Over Ruud Ruud Haex (1964) adviseert en ondersteunt ondernemingen en nonprofitorganisaties in binnen- en buitenland bij het vergroten van daaden denkkracht en het ontwikkelen van ondernemerschap. Als adviseur in het bedrijfsleven reikt hij bestuurders en eigenaren van bedrijven en instellingen het mentale gereedschap aan om zichzelf en hun werknemers een vakantiegevoel te laten ervaren in hun werk. Ruud doet dit bij tal van bedrijven in de zakelijke dienstverlening, recycling en duurzaamheid, logistiek en zorginstellingen. Met Haex Trainers biedt Ruud bedrijven training- en coachingtrajecten op maat. In samenwerking met co-auteur Frans Hempen publiceerde Ruud artikelen in Sales Management (Media Business Press). Kijk voor meer informatie op haextrainers.nl.
Over Frans Frans Hempen (1963) is medeoprichter en eigenaar van de zoele haven. Als ghostwriter werkt hij met professionals om het verhaal van hun onderneming of organisatie over het voetlicht te brengen. Met speeches, columns, artikelen en boeken zorgt hij dat hun verhalen gehoord, gelezen, gewaardeerd en doorverteld worden door de mensen voor wie ze bedoeld zijn. Frans werkt daarnaast als sparringpartner en presentatie足coach van leidinggevenden in de zakelijke dienstverlening, de culturele sector en voor (semi-)overheidsinstellingen. Kijk voor meer informatie op dezoelehaven.nl.
Over Zoel Zoel is het ontwerplabel van Joanna Greve (1967). Zoel neemt de natuurlijke vormen als uitgangspunt in het ontwerp van illustraties, patronen en vormen die zowel twee- als driedimensionaal toepasbaar zijn. Kijk voor meer informatie op zoel.nl.
veiligheid
113
Werk, wat betekent het voor jou? Zit je lekker in je vel? Ben je op zoek naar een nieuwe uitdaging? Is werk een sleur of brengt elke dag blijdschap? Wil je hogerop of is het lonely at the top? Ben je geboeid, voel je je vrij? Krijg je de waardering die je verdient? Heb je elke dag zin om er weer tegenaan te gaan? Schoonmaker of ceo, baliemedewerker of bankdirecteur, ambtenaar of business owner: iedereen die werkt, loopt met vragen rond over het hoe en waarom van werk. De grote vakantie houdt werkend Nederland een spiegel voor en zet je aan het denken over de keuzes die jij maakt. Ben je op de goede weg? Is het tijd om de bakens te verzetten? Reis mee met Ruud Haex en vind jouw antwoord onderweg naar het grotevakantiegevoel.
‘Vitamines voor de geest. Elke dag een hoofdstuk en je kunt er weer tegenaan!’
ruudhaex.com
Werk, wat betekent het voor jou? Zit je le naar een nieuwe uitdaging? Is werk een s schap? Wil je hogerop of is het lonely at t je vrij? Krijg je de waardering die je verdi weer tegenaan te gaan?
Schoonmaker of ceo, baliemedewerker o business owner: iedereen die werkt, loopt en waarom van werk.
De grote vakantie houdt werkend Nederla aan het denken over de keuzes die jij maa Is het tijd om de bakens te verzetten? Rei jouw antwoord onderweg naar het grotev
Ruud Haex groeide in de jaren zeventig op in het Limburgse Weert. Sinds 1994 adviseert hij bedrijven in binnen- en buitenland. Ruud woont met zijn gezin in de Watergraafsmeer, Amsterdam.
‘Vitamines voor de ge Elke dag een hoofdstu en je kunt er weer teg
ruudhaex.com
foto: Nicole van Hooren
OTE
len edereen erkt
Ruud Haex geeft werkend Nederland een grotevakantiegevoel Wie kent niet dat heerlijke vrije gevoel aan het begin van de zomervakantie? Als kind dacht je dat die warme, zonnige tijd nooit op zou houden. De grote vakantie brengt dit gevoel naar iedereen die werkt. De grote vakantie staat bol van observaties over het belang van groei, de werking van weerstand, de prijs van succes en het mysterieuze karakter van de ontplooiing.
Ruud Haex doorspekt zijn verhaal met anekdotes over zijn schooltijd, vakantiebaantjes en de hypercommerciĂŤle creditcardbusiness. In De grote vakantie voert hij een stoet van verrassende personages op, van Limburgse bessenboeren, stratenmakers en kasteelheren tot Hollywoodhelden uit de jaren tachtig en negentig. Deels waargebeurde schelmenroman, deels reiswijzer is De grote vakantie helemaal Haex: een inspirerende, altijd herkenbare wake-up call voor werkend Nederland.