Amsterdamse Kunstraad

Page 1

Kies met lef voor kunst en cultuur Verkenning voor het Kunstenplan 2013 – 2016

maart 2011


Inhoud Inleiding

3

Hoofdstuk 1 Aanbod, publiek, ondernemen

4

1.1 Aanbod: kwaliteit, eigenheid, relevantie

4

1.2 Publiek: kennen, vinden, binden

5

1.3 Ondernemen: prestatie, innovatie, organisatie

6

Hoofdstuk 2 Kunst als kernwaarde

7

2.1 Aanbod: kies voor de herkenbare top en de vruchtbare grond

8

2.2 Publiek: kies voor investeren in generaties

8

2.3 Ondernemen: kies voor meetbare resultaten

9

2.4 Heb het lef

9

Bijlage Deelnemers rondetafelgesprekken en overige geïnterviewden 10

Wil je alles weten? Of moet je weten wat je wilt? Verantwoording In 2010 gaf wethouder Carolien Gehrels de Kunstraad opdracht om een beeld te schetsen van wat er in Amster­ dam is en speelt op het gebied van kunst en cultuur. Op basis van rondetafelgesprekken met vertegenwoordigers van vele disciplines en eigen onderzoek (zie Bijlage) heeft de Kunstraad gekeken waar knelpunten zitten, waar kan­ sen liggen en vooral ook waar keuzes nodig zijn. Dit kan

2

niet waardevrij, maar vraagt om een visie op de sector. Deze verkenning kijkt vanuit een breed perspectief naar de kunst en cultuur in Amsterdam waarbij de sector als één geheel wordt beschouwd. De Kunstraad laat disciplinege­ bonden problematiek, die vanzelfsprekend relevant is, eerst buiten beeld om de kern van de zaak duidelijk te krijgen en tot kernachtige adviezen voor het stadsbestuur te komen. Met deze verkenning willen wij vragen opwerpen en dis­ cussie oproepen, prikkelen tot nadenken en vooral keuzes zichtbaar maken, zodat uiteindelijk bestuurders samen met de sector de keuzes kunnen maken die nodig zijn.

Kies met lef voor kunst en cultuur


Inleiding In het najaar van 2012 kiest de gemeenteraad van Amsterdam op voorspraak van de wethouder voor Kunst en Cultuur voor een nieuw Kunstenplan 2013 – 2016. De Amsterdamse Kunstraad heeft de opdracht om het stadsbestuur te ondersteunen bij het maken van goede keuzes door onafhankelijk advies te geven. Deze verkenning is bedoeld als opmaat voor de Hoofdlijnennota van de wethouder. De Kunstraad grijpt de verkenning aan om helderheid te verschaffen over de keuzes waar het stadsbestuur voor staat. Hiertoe maken wij een actuele analyse op hoofd­ lijnen van de Amsterdamse cultuursector. In Hoofdstuk 1 Aanbod, publiek, ondernemen benoemen we de drie grote uitdagingen waar kunstenaars en cultureel ondernemers voor staan. In dit hoofdstuk spreken wij vooral de sector aan, waarbij we aanbevelingen doen in de vorm van kritische vragen en aansporingen. Vervolgens formuleren we in Hoofdstuk 2 Kunst als kernwaarde een drietal adviezen aan het stadsbestuur. Kort gezegd adviseren wij het stadsbestuur het volgende over respectievelijk inzet en inhoud: weet wat je wilt, maak keuzes en heb lef voor kunst en cultuur. Kies voor de herkenbare top én de vruchtbare grond, voor een sterke betrokkenheid van alle generaties Amsterdammers en voor meetbare resultaten.

De Amsterdamse Kunstraad

Verkenning voor het Kunstenplan 2013 – 2016

3


Hoofdstuk 1

Aanbod, publiek, ondernemen

Amsterdam is het Rijksmuseum en FOAM, De Nederlandse Opera en De Jeugd van Tegenwoordig, IDFA en Cinekid, Grachtenfestival en Amsterdam Dance Event, Van Gogh Museum en de Appel, Marcel Wanders en Aziz, Het Nationaal Ballet en Don’t Hit Mama, Toneelgroep Amsterdam en de Toneelmakerij, Joost Zwagerman en Last Poets Festival, Rietveld­academie en Filmschool, EYE en Nieuw Dakota, Holland Festival en Over het IJ Festival, Berlage en Marlies Rohmer, Imagine IC en Theater het Amsterdamse Bos (en zo kunnen we gelukkig nog wel even doorgaan...) Amsterdam is onbetwist de culturele hoofdstad van Neder­ land. Als cultuurstad kan Amsterdam zich meten met de metropolen van de wereld. Amsterdam heeft een enorme rijkdom aan erfgoed en musea van wereldfaam, populaire podia en festivals. Amsterdam is bovendien thuisbasis van spraakmakende kunstenaars en instellingen, van eeuwen­ oude instituten tot eendagsvliegen, van uiterst specialis­ tisch tot multidisciplinair, van top tot grassroots, van high tot low culture, van zelfredzaam tot gesubsidieerd. Het aanbod van kunst en cultuur is rijk, breed en veelzijdig. Uit binnen- en buitenland trekt Amsterdam kunstenaars, crea­ tieven, culturele bedrijven en instellingen. En daarmee ook publiek. Over het algemeen zijn kansrijke aanbieders van kunst en

4

cultuur te herkennen aan drie kenmerken: 1. Ze hebben iets bijzonders te bieden. 2. Ze trekken en binden publiek. 3. Ze hebben hun zaken op orde. Dit brengt de Kunstraad tot de volgende stelling: voor Amsterdamse kunstenaars en cultureel ondernemers vormen het eigen aanbod, het publiek en het eigen ondernemerschap de komende jaren de uitdaging. In de hierna volgende paragrafen lichten wij deze stelling toe met een analyse van knelpunten en moge­ lijkheden binnen de sector.

1.1 Aanbod: kwaliteit, eigenheid, relevantie Het unieke Amsterdamse aanbod is door de eeuwen heen opgebouwd door vele generaties en uit tal van culturen. Wat er in Amsterdam is en speelt, maakt de stad steeds weer onweerstaanbaar voor makers en publiek. Hier wil je je vleugels uitslaan als jonge theatermaker of beeldend kunstenaar. Hier ben je thuis als internationaal podium of museum van wereldklasse. Kunstenaars en instellingen vinden hier niet alleen inspiratie, ontwikkeling en vernieu­ wing, zij brengen die ook de stad in, van Museumplein tot Volkskrantgebouw, van Waterlooplein tot Vliegbasis De Huygens. De verovering van Amsterdam Voor kunstenaars en cultureel ondernemers wordt het steeds lastiger om een plek te veroveren binnen het grote aanbod in Amsterdam. Zij hebben te maken met een ver­ anderende beleving van en belangstelling voor kunst en cultuur. Als onderdeel van de vrijetijdseconomie werken zij in een verdringingsmarkt. Amsterdammers hebben steeds minder tijd en tegelijk groeit het aanbod enorm. De heden­ daagse stedeling is kieskeurig, kritisch en lijdt aan vrije­ tijdshectiek. Economische en demografische ontwikkelin­ gen stellen kunstenaars en cultureel ondernemers voor problemen en uitdagingen. Zij ondervinden steeds meer concurrentie van collega’s. Daarnaast doet de overheid in korte tijd een flinke stap terug en lijkt de maatschappelijke goodwill voor de financiering van kunst en cultuur met publiek geld landelijk af te nemen. Al deze ontwikkelingen maken dat de sector de komende jaren voor grote veran­ deringen staat. Alle instellingen en makers, of ze nu wel of niet gesubsidieerd zijn, krijgen hiermee te maken. Op zoek naar balans Deze tijd vraagt om een gezonde balans tussen motivatie, missie en publieksfunctie. Daar komt een tweetal vragen bij kijken. De eerste is hoe je het werk kunt maken wat je wilt, met behoud van kwaliteit en eigenheid binnen een enorm groot aanbod. De tweede vraag is hoe je daarbij publiek aan je kunt binden. Om deze vragen te beantwoorden is het in de eerste plaats

Kies met lef voor kunst en cultuur


nodig dat je je leert verhouden tot een sector die overaan­ bod kent, maar ook overlappingen en lacunes. Daar komt bij dat het onderscheid tussen low en high culture is ver­ vallen en er steeds vaker cross-overs plaatsvinden. Het is nodig om te formuleren wat je specifieke kwaliteit is, waarin je je wilt onderscheiden en waarin je meerwaarde voor de stad zit. Ten tweede is het belangrijk om te onderzoeken of je aan­ bod voldoende aansluit bij de wensen en smaken van het publiek in Amsterdam. Het is zaak om te weten wie je doel­ groep is en hoe groot deze is, wie je concurrenten zijn en hoe je je kunt onderscheiden. Je moet partners weten te vinden, de samenwerking zoeken en verbindingen leggen. Met een relevant aanbod vergroot je je kansen om een sterke positie te veroveren in het culturele landschap van Amsterdam. Zo lever je een bijdrage aan de diversiteit van het aanbod in plaats van aan de versnippering. Heb je een­ maal een plek veroverd, dan sta je voor de opdracht om je naam en faam elke keer opnieuw waar te maken. Je positie op voorhand claimen, daar komen zelfs vooraanstaande instellingen niet meer mee weg.

De Kunstraad ziet als eerste grote uitdaging voor de Amsterdamse cultuursector: kwaliteit leveren en je plek binnen het gevarieerde aanbod vinden en behouden. 1.2 Publiek: kennen, vinden, binden Zes miljoen bezoekers in musea, drie miljoen in theaters en concertzalen, 350.000 op kunstbeurzen, 130.000 bij buurtpodia. Jaarlijks maken 2,8 miljoen mensen een boot­ tocht op de monumentale grachten. Amsterdam mag zich verheugen in een grote belangstelling voor kunst en cultuur. Veel Amsterdammers en bezoekers van de stad weten de weg naar het culturele aanbod te vinden. Het cynisch geschetste beeld van lege zalen met tien mensen op de eerste rij gaat niet op. Op zoek naar publiek Steeds vaker staan kunstenaars en cultureel ondernemers in Amsterdam voor vragen die raken aan het bestaansrecht van hun werk. Hoe vind en bind je publiek voor je podium, museum, gezelschap, lezing of danceperformance? Hoe zorg je voor herhaalbezoek naast de stroom bezoekers en grootverbruikers? Hoe gaat het je lukken om je initiatief, museum, podium of gezelschap in te bedden in een samen­ leving die sterk van samenstelling en belangstelling veran­ dert. Houd je vast aan wat je zelf mooi of belangrijk vindt of

Verkenning voor het Kunstenplan 2013 – 2016

leg je je oor te luisteren? Hoe bereik je de generatie die nog niet of nauwelijks in aanraking is gekomen met jouw dis­ cipline? Hoe kun je een sterkere verbinding tussen de pro­ fessionele praktijk en de amateurkunst bewerkstelligen? Ontwikkel je cultuureducatie omdat je je verantwoordelijk voelt voor de toekomst of omdat de subsidiegever het je oplegt? Je kunt publiek interesseren, informeren, betrekken en behouden door je te verdiepen in de leef- en denkwereld van je beoogde fans. Je doelgroep bepalen, je focus en posi­ tionering kiezen te midden van het aanbod in de stad en daarbuiten, het hoort allemaal bij cultureel ondernemer­ schap. Je hebt allerlei instrumenten tot je beschikking: col­ lectieve promotie, interactieve presentaties en sites, spe­ ciale vriendenprogramma’s en incentives, verbindingen met media (bijvoorbeeld AT5, RTV N-H, AVRO, NRC), samen­ werkingen met kunstopleidingen en inzet van studenten. De ontwikkeling van de sociale media biedt een sector die het van fans en vrienden moet hebben, ongekende kansen om die niet alleen te vinden en te binden, maar vooral ook te leren kennen. Met een proactieve strategie kun je ook in 2025 volle zalen trekken. Investeren in draagvlak Publieke belangstelling wordt steeds belangrijker voor de continuïteit van je bedrijf of activiteit. Kunst laat zich nooit reduceren tot een economische activiteit, maar als het gaat om de financiering met publieke middelen, heeft de over­ heid behoefte aan draagvlak voor en legitimatie van die investering. Hierin verschillen kunst en cultuur niet van sec­ toren als onderwijs, wetenschap, infrastructuur en natuur en milieu. Wat betekent dit voor je presentatiebeleid, pro­ grammering of identiteit? Hoe voorkom je dat ‘als er maar veel volk komt’ de norm wordt voor wat je doet? Juist bij kunst kunnen publieksaantallen niet altijd gelden als criterium voor succes of zelfs subsidie. Experimen­ tele kunst, waarbij innovatie, onderzoek en de intrinsieke waarde voorop staan, heeft grote waarde voor Amsterdam. Daar is volop ruimte voor in allerlei productiehuizen, broed­ plaatsen, ateliers en op straat. Klein en onopgemerkt, grass­roots en rafelranden, dat alles is belangrijk en heeft potentieel. Evengoed, wie een beroep doet op de overheid heeft een steekhoudend verhaal nodig waarom zijn initia­ tief een investering met publieke middelen verdient.

De Kunstraad ziet als tweede grote uitdaging voor de Amsterdamse cultuursector: publiek kennen, vinden en binden en erin investeren.

5


1.3 Ondernemen: prestatie, innovatie, organisatie Je kunt een kwalitatief goed en onderscheidend aanbod en een eigen publiek hebben, maar dan komt het altijd ook nog op de zaken aan. Kunst en cultuur en ondernemen gaan vanzelf samen. Meer en meer werken kunstenaars en cultureel ondernemers aan een optimale bedrijfsvoe­ ring en ontwikkelen zij kennis van de zakelijke kant van het artistieke bedrijf. Tegelijkertijd is het klimaat om cultureel te ondernemen verre van ideaal. Door bezuinigingen vallen vertrouwde geldstromen weg. Steeds meer aanvragers overvragen de fondsen voor steeds grotere bedragen. De economische crisis en de veranderende belangstelling en betrokkenheid van overheid en publiek leggen een grote druk op kunste­ naars en cultureel ondernemers. Het is logisch dat de cul­ tuursector, al dan niet noodgedwongen, zoekt naar een nieuwe mix van eigen inkomsten en publieke en private investeringen. Terwijl de cultuurmanager voorheen werd gewaardeerd om zijn capaciteiten als subsidieaanvrager en zijn overheidsnetwerk, worden van hem of haar nu vooral een ondernemende houding en beheersing van de taal van sponsoring en bedrijfsleven verwacht. Voor bedrijven valt er vast nog iets te leren op het gebied van geven, voor kun­ stenaars op het gebied van verkopen. Plannen en ambities blijven belangrijk, maar de samenleving kijkt steeds meer naar wat je uiteindelijk realiseert en presteert.

valt nog een wereld te winnen voor de sector. Er is dringend behoefte aan innovatie op terreinen als bedrijfsvoering, strategisch management en personeelsbeleid. Medewer­ kers aanspreken op resultaat en output staat bij veel cul­ tureel ondernemers nog in de kinderschoenen. Wil je niet alleen overleven, maar ook groeien en bloeien, dan heb je zowel artistieke als organisatorische kwaliteiten nodig.

De Kunstraad ziet als derde grote uitdaging voor de Amsterdamse cultuursector: prestaties meten, nieuwe oplossingen zoeken en organisaties professionaliseren.

Innovaties in ondernemerschap Ondernemen is risico’s nemen, de schouders eronder zet­ ten en oplossingsgericht werken. Kunstenaars en cultureel ondernemers zijn gewend om vooral op inhoud te sturen en daar kostenplaatjes aan te verbinden. Het is tijd om het eens om te draaien en te kijken wat je kunt doen voor het budget dat je hebt. De cultuursector moet laten zien dat ze met een vastgesteld budget creatief uit de voeten kan. Huisvesting is kostbaar, zeker in monumentale historische panden. Als kunstenaars en cultureel ondernemers op zoek gaan naar passende, betaalbare locaties, hoort daar vanuit de kant van de overheid goed huisvestingsbeleid bij. Dat vergt een ondernemende houding van het stadsbestuur. In Amsterdam is de tijd rijp voor nieuwe praktische con­ structies. In bepaalde gevallen kan een pand eigendom worden van de instelling en als basis dienen voor exploi­ tatie. Dit is een wens van bijvoorbeeld Paradiso. Daarnaast kun je diensten en voorzieningen delen. Neem een voor­ beeld aan het Amsterdam Museum dat de back-office wil gaan delen met allerlei culturele organisaties in de buurt. Als de overheid zich anders gaat opstellen, is het voor kun­ stenaars en cultureel ondernemers die om publieke inves­ teringen vragen, ook zaak zich anders te gaan gedragen. Er

6

Kies met lef voor kunst en cultuur


Hoofdstuk 2

Kunst als kernwaarde

De samenleving vraagt kunstenaars en cultureel ondernemers om een gezonde balans te zoeken tussen aanbod, publiek en ondernemen. Kunstenaars en cultureel ondernemers mogen van de overheid verwachten dat zij op die drie punten helderheid verschaft over welke rol zij daarbij wil en kan spelen. De Kunstraad acht het in het belang van Amsterdam dat het stadsbestuur hierin keuzes maakt die deels in het verlengde liggen van het huidige beleid en de geformuleerde doelen, maar deels ook een breuk vormen met gangbare opvattingen en ingesleten gewoontes. Om de stad van Spinoza te kunnen bouwen heb je, naast daadkracht en durf, ook doorzettingsvermogen nodig. De beste bijdrage die het stadsbestuur kan leveren aan een sterke cultuurstad is kunst en cultuur samen met de Amsterdammer in het dagelijks werk voorop te zetten. Als het voltallige college kunst als kernwaarde omarmt, ont­ staat er urgentie voor verbetering van de infrastructuur en een goede afstemming rond evenementen. Concrete voor­ beelden zijn de herinrichting van het Leidseplein en een geval als IDFA vs. Winterland (een kerstmarkt past niet op de rode loper van een documentairefestival met interna­ tionale allure). Als het college kiest voor kunst en cultuur als kernwaarde, creëert dat draagvlak voor collectieve

Verkenning voor het Kunstenplan 2013 – 2016

promotie en citymarketing, alsmede voor gemeentelijke opdrachten voor buitenkunst. Gemeentelijke afdelingen kunnen kunstenaars en cultureel ondernemers nog veel meer dan nu betrekken bij beleid en activiteiten als bouwprojecten, broedplaatsen, onderwijs en sociale zaken. Het stadsbestuur kan inhoud geven aan publiek-private samenwerking en een geefcultuur bij bur­ ger en bedrijf stimuleren. Door kunst voortdurend en zichtbaar binnen het eigen pro­ gramma te agenderen kan het stadsbestuur meer voor de cultuursector betekenen dan alleen met plannen en geld. Als de stad zegt ‘wij zien kunst en cultuur als onvervreemd­ bare kernwaarde voor Amsterdam en alle Amsterdam­ mers,’ ontstaat er een klimaat waarin Amsterdammers groeien en kunsten gedijen. Waar de kunst wint, wint de stad De winst die dit uitgangspunt oplevert voor kunst en cul­ tuur, komt ook ten goede aan de stad als geheel en daar­ mee aan alle Amsterdammers. Misschien is de grootste winst wel dat de stad een relatie aangaat met de cultuur­ wereld in zijn geheel. Als je de hele Amsterdamse cultuur­ wereld als uitgangspunt neemt, maak je je blikveld ineens een veelvoud breder, want de subsidiestromen bereiken maar een beperkt deel van het totale aanbod. In plaats van één keer in de vier jaar uit te pakken voor een selecte club uitverkorenen, ben je dagelijks bij elkaar in beeld als part­ ners met een gezamenlijk belang: de versterking van de stad als plek waar mensen zich ontwikkelen en in vrijheid tot elkaar verhouden. Welke initiatieven en instellingen de stad vervolgens met gemeentelijke gelden ondersteunt, is dan niet meer het startpunt van de discussie. Het zijn dan keuzes geworden die volgen uit een integrale visie op de ontwikkeling van Amsterdam. Uitgaande van de ambitie dat Amsterdam voor bewoners en binnen- en buitenlandse bezoekers als cultuurstad the place to be blijft, heeft de Kunstraad drie adviezen voor het stads­ bestuur. Aansluitend op 1.1 Aanbod: kwaliteit, eigenheid, relevantie adviseren wij de stad om te kiezen voor investe­ ringen in de herkenbare top én de vruchtbare grond. Aan­ sluitend op 1.2 Publiek: kennen, vinden, binden adviseren wij de stad om te investeren in generaties. Aansluitend op 1.3 Ondernemen: prestatie, innovatie, organisatie advise­ ren wij de stad om meetbare resultaten te financieren. In de hier volgende paragrafen lichten wij deze adviezen kort toe. De Kunstraad wil er nog één advies aan toevoegen: heb vooral het lef om krachtige keuzes te maken voor kunst en cultuur. Lef is van oorsprong Hebreeuws en betekent ‘hart’ of ‘moed’. Het woord gaat ook over iets ondernemen op goed geluk, op avontuur durven gaan, zelfs als je er soms achter­ komt dat je overmoedig was. Lef is typisch Amsterdams.

7


De Amsterdammer wordt ermee geboren. Wie van ver komt en het lef heeft om Amsterdammer te worden, eigent het zich toe. Met lef en krachtige keuzes is Amsterdam een stad waar kunst een kernwaarde is, waar toppers prominent schit­ teren en tal van experimenten in de luwte plaatsvinden, waar steeds weer nieuwe generaties Amsterdammers voor kunst staan en waar kunstenaars en cultureel onderne­ mers een stevig draagvlak genieten.

2.2 Publiek: kies voor investeren in generaties

Hoewel het maatschappelijk belang van kunst en cultuur onder druk staat, maken kunst en cultuur onverminderd deel uit van het dagelijks leven van alle Amsterdammers. Op straat, op school, thuis en natuurlijk in het theater of het museum. Amsterdam heeft een uitgesproken ambitie om alle Amsterdammers te betrekken bij kunst en cultuur. Ieder­ een mag er kennis mee maken en beleven wat het voor je kan betekenen. Eerst ging het vooral om de betrokkenheid 2.1 Aanbod: van specifieke doelgroepen. Nu gaat het om de betrokken­ kies voor de herkenbare top en heid van alle Amsterdammers, niet in de laatste plaats van de vruchtbare grond hen die in 2015 van het aanbod gebruik gaan maken. Met In allerlei kunst- en culturele disciplines zijn er steden en dit gegeven kunnen de sector en het stadsbestuur veel landen waar het beter, sneller kan dan in Amsterdam, met meer doen. hogere budgetten en meer publiek. Toch heeft Amsterdam van zichzelf genoeg lef, eigenheid en kwaliteit om interna­ Begin bij de basis tionaal smoel te hebben. Het imago van Amsterdam ont­ De Kunstraad adviseert het stadsbestuur om te investeren leent zeggingskracht aan de grote, aansprekende kunst­ in de basis. Het devies is: educatie, educatie, educatie! Als scene van de stad. Het beleid van het stadsbestuur is er de de stad wil dat kunst en cultuur ook in de toekomst in de genen van de Amsterdammers zit, is het zaak om te kiezen afgelopen jaren op gericht geweest om dit te versterken. voor een investering in de diepte en een gezamenlijke aan­ pak in het onderwijs op alle Amsterdamse scholen. Zorg Ken je kracht De Kunstraad adviseert om te kiezen voor enkele topinstel­ daarnaast voor een inbedding van talentontwikkeling, lingen en ruim baan te geven aan het experiment aan de amateurkunst en volwasseneneducatie in het kunst- en basis. De kracht van Amsterdam ligt in de bewezen toppers cultuuraanbod. Doe dit in alle stadsdelen en in de hele sec­ als klassieke muziek, toneel, musea, monumentaal erf­ tor, van topvoorziening tot experiment. Zorg voor lokale goed en dans. Daarnaast zijn er diverse plekken met ste­ faciliteiten en moedig sterke verbindingen tussen profes­ vige grassroots waar het experiment plaatsvindt en groei­ sionele en amateurkunst aan met financiële prikkels. briljanten te vinden zijn. Investeer in de internationale Kunstenaars en cultureel ondernemers spelen natuurlijk zichtbaarheid van unieke parels als het Rijksmuseum, het een actieve rol bij dit permanente educatieproject en bij Stedelijk Museum, De Nederlandse Opera, Toneelgroep de ontwikkeling van een goede programmering en aanbod Amsterdam, het IDFA en de monumentale grachten. Ver­ voor jeugd en jongeren. Daarnaast staan zij voor de uitda­ sterk de top en beloon kansrijke initiatieven. Kies voor óf ging om veel meer mensen te betrekken bij de ontwikke­ meer investeren óf stoppen als iets niet (meer) spraakma­ ling en beoordeling van initiatieven en bij publieke investe­ ring. Nieuwe concepten als crowdfunding en sociale media kend is of alleen een incrowd bedient. Als je kiest voor herkenbare top en vruchtbare grond, kies bieden uitstekende mogelijkheden om met de Amsterdam­ dan ook voor samenvoeging of stoppen in plaats van nog mer in gesprek te gaan en draagvlak te organiseren. Als het meer nieuwe podia te bouwen. Kies dan ook voor dans in stadsbestuur kunst als kernwaarde omarmt, mag je van plaats van nieuwe danspaleizen. Kies voor buurtfuncties, iedereen die in de cultuursector werkt, vragen om zich er maar laat bij de verdeling van subsidie het kleinschalige bewust van te zijn dat hij een relatie heeft met de Amster­ lokale initiatief niet concurreren met grootstedelijke inter­ dammers. Vanuit dat besef kun je jezelf medeverantwoor­ nationale initiatieven. Kies voor een breed programma delijk maken voor het draagvlak dat de hele sector geniet. voor internationale culturen in plaats van een stenen huis voor de islamitische cultuur. Bij al deze onderwerpen ligt een kans voor het stadsbestuur om heldere keuzes te maken wie, wat en waarom het steunt. Vanzelfsprekend wil de Kunstraad hierbij een goede aangever zijn in de voor­ bereiding op het Kunstenplan.

8

Kies met lef voor kunst en cultuur


2.3 Ondernemen: kies voor meetbare resultaten Financiële bijdragen van het stadsbestuur zijn cruciaal voor de continuïteit en ontwikkeling van het culturele leven in Amsterdam. Vanzelfsprekend wil het stadsbestuur effectief investeren in aantoonbare kwaliteit. Je kunt de doelen, het resultaat en de kwaliteit van de sector echter niet vaststellen en belonen zonder betrouwbare gegevens over ontwikkelingen, publieksbereik en output. In het hui­ dige bestel ontbreken dergelijke data, waardoor het beleid rust op een historisch gegroeide verdeling en ongewisse fundamenten. Hierdoor wordt de verdeling van subsidies kwetsbaar voor kritiek. Een verstandig bestuur kiest voor meten en weten. Kies zelf ook voor een zakelijkere houding. Ontwikkel in­stru­menten om een benchmark te kunnen uitvoeren. Stel pas maatschappelijke doelen of opdrachten als je weet wat het vertrekpunt is en wat het aantoonbare eindresultaat moet zijn. En stel deze doelen alleen als je er substantieel in wilt investeren. Kies voor sterke, uitvoerbare kunst- en cultuuraccenten in de stad in plaats van zachte, papieren beleidsaccenten.

bijdrage aan te leveren, hier komt de bezoeker om van die bijdrage te genieten. Hier klinken dwarse, eigenzinnige geluiden aan de rafelrand. En opvallend vaak breken deze geluiden door naar een groot publiek. Dat is geen toeval, dat is ook een kwestie van lef. Hoe de sector, het publiek en het bestuur vormgeven aan het verhaal van kunst en cultuur, bepaalt hoe Amsterdam zich de komende jaren als cultuurstad ontwikkelt. De komende maanden is er nog tijd voor analyse, debat, ver­ dieping, visie, confrontatie en reflectie. Maar dan komt het moment om keuzes te maken. De Amsterdamse Kunstraad is er klaar voor. Hebben kunstenaars en cultureel onderne­ mers het lef? Heeft het stadsbestuur het lef? Amsterdam is erbij gebaat.

In het verlengde hiervan adviseert de Kunstraad het stads­ bestuur om resultaten te belonen in plaats van plannen. Spreek de gesubsidieerde instellingen aan op hun visie op aanbod, publiek en ondernemen. Maak afspraken op inhoud, doelen en haalbaarheid, organisatie en onderne­ men. Beslis daarna of je gaat investeren.

2.4 Heb het lef De titel van deze verkenning luidt Kies met lef voor kunst en cultuur. Hierin ligt de kern van onze adviezen besloten, als uitkomst van de verkenning die de Kunstraad het afge­ lopen halfjaar in het veld heeft uitgevoerd. Met een keuze voor kunst en cultuur als kernwaarde geeft het stads­ bestuur een krachtige impuls aan kunstenaars en cultureel ondernemers om de juiste balans te vinden tussen aanbod, publiek en ondernemen. En, niet te vergeten, het stads­ bestuur geeft de sector als geheel daarmee een erkenning die meer betekent dan een plek in het Kunstenplan. De keuze voor herkenbare top en vruchtbare grond garan­ deert een aanbod dat internationaal en lokaal spraak­ makend is. De keuze voor educatie betekent investeren in het culturele Amsterdam van de generaties na ons. De keuze voor meetbaar maken prikkelt de sector tot een vol­ wassen en volwaardig artistiek ondernemerschap. Amsterdam staat nog steeds op de kaart, als stad van monumentale traditie en actueel experiment. Hier vindt de getalenteerde kunstenaar grote klassieke kunst om een

Verkenning voor het Kunstenplan 2013 – 2016

9


Bijlage Deelnemers rondetafelgesprekken en overige geïnterviewden Eliane Attinger, directeur Ostadetheater Jacob de Baan, productvormgever Edwin van Balken, directeur exploitatie DeLaMar Theater David Bazen, zakelijk directeur Koninklijk Concertgebouworkest Rabiaâ Benlahbib, directeur Kosmopolis Den Haag Rob Berends, directeur Kunst en Cultuur Noord-Holland Boudewijn Berentsen, zakelijk directeur Muziekgebouw aan ’t IJ Chris Bestebreurtje, directeur-eigenaar Motive Gallery Ilay den Boer, theatermaker het Beloofde Feest Jan Rense Boonstra, directeur Museum Het Rembrandthuis Jelle Bouwhuis, conservator Stedelijk Museum Bureau Amsterdam Hans Busstra, filmer Erik Couvee, voormalig adjunct-directeur Amsterdams Fonds voor de Kunst Ally Derks, directeur IDFA Erica van Eeghen, zakelijk directeur De Toneelmakerij Erik van Ginkel, adjunct-directeur Museum Boijmans van Beuningen Patricia de Groot, redacteur uitgeverij Querido Meltem Halaceli, auteur/assistent programmamanager Urban Cosmopolitans Daphne de Heer, directeur SLAA Stephen Hodes, directeur LAgroup Leisure and Arts Consulting Diederick Hummelink, Hummelink & Stuurman Theaterproducenten Kasper Jansen, recensent NRC Judikje Kiers, directeur Bijbels Museum/Ons’ Lieve Heer Op Solder Hülya Kilicaslan, fotograaf Bas Kwakman, directeur Poetry International Sytze van der Laan, directeur Nederlandse Film en Televisie Academie Dimitri Lahaut, marktonderzoeker Outsource Research/ Stichting Filmonderzoek Annet Lekkerkerker, zakelijk directeur Holland Festival Bert Liebregs, directeur De Meervaart Eymert van Manen, managing partner Eggink Van Manen Clayde Menso, adjunct-directeur Amsterdams Fonds voor de Kunst Constant Meijers, hoofdredacteur TM

10

Paul Mosterd, directeur Stichting Lezen en Schrijven Sewan Mumcuyan, adviseur Eppo van Nispen tot Sevenaer, directeur CPNB Stan Paardekooper, directeur Holland Symfonia Dorien van der Pas, hoofd speelfilm Nederlands Fonds voor de Film Jowon van der Peet, zakelijk directeur W139 Wim Pijbes, directeur Rijksmuseum Simon Reinink, directeur Het Concertgebouw Jerry Remkes, zakelijk leider Anoukvandijk dc Ryclef Rienstra, directeur VandenEnde Foundation Nanette Ris, directeur Muziekcentrum Vredenburg Vincent van Rossum, architectuurhistoricus Bureau Monumenten en Archief/hoogleraar UvA Esther Rots, filmer Axel Rüger, directeur Van Goghmuseum Radna Rumping, projectmanager N8 (Museumnacht) Erik Schilp, directeur Nationaal Historisch Museum Cor Schlösser, directeur Melkweg Stijn Schoonderwoerd, zakelijk directeur Het Nationale Ballet/Het Muziektheater Jeannette Smit, directeur Theater Bellevue Paulette Smit, artistieke staf MC/Hollandse Nieuwe Marianne Spier, HvA (interactieve media) Paul Spies, directeur Amsterdam Museum Rob Streevelaar, directeur Nederlands Philarmonisch Orkest Alexander Strengers, voorzitter kunstcommissie DNB Duncan Stuttterheim, directeur ID & T Benno Tempel, directeur Haags Gemeentemuseum Mark Timmer, directeur Theater Frascati Aleid Truyens, auteur/publicist/columnist de Volkskrant Ernst Veen, directeur Hermitage Amsterdam/ De Nieuwe Kerk Jacques van Veen, directeur AUB/voorzitter ACI Hans van Velzen, directeur Openbare Bibliotheek Amsterdam Raymond Walravens, directeur Filmtheater Rialto Floor Wullems, directeur Annet Gelink Gallery Tarik Yousif, creatief directeur Creative Urbans Vivienne Ypma, directeur De Kleine Komedie Dianne Zuidema, zakelijk directeur De Balie Sarien Zijlstra, zakelijk leider School der Poëzie

Kies met lef voor kunst en cultuur


Bestuur Amsterdamse Kunstraad Gerard de Kleijn (voorzitter) Yara Cavalcanti Araujo Georgette Eendragt Jaap Huisman Wim van Krimpen Therese van Schie Bart Top

Verkenning voor het Kunstenplan 2013 – 2016

Colofon Tekst en rapportage: Andries Mulder Redactionele bijdrage: Frans Hempen, de zoele haven Opmaak: Joanna Greve, de zoele haven

11


Kloveniersburgwal 47 1011 JX Amsterdam www.kunstraad.nl T 020 626 4315 F 020 626 7584 post@kunstraad.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.