Advies- en ingenieursbureau
dhv.nl/milieu
DHV vertaalt milieu en duurzaamheid naar de praktijk, voor zowel bedrijven als overheden. Beide staan op hun eigen manier voor enorme uitdagingen. De problematiek is complex, de procedures zijn talrijk. Wij leiden klanten door dit woud van ogenschijnlijk tegengestelde belangen van ambities naar antwoorden. Voldoen aan de regels is vaak niet meer genoeg: stakeholders vragen méér. En ook de druk vanuit de samenleving neemt toe. Maar juist op het gebied van milieu en duurzaamheid is er zelden één waarheid. Wij kennen de nuance, maar ook iedere punt en komma.
Milieu & Duurzaamheid November 2010 > Duurzame energie voorbij proefprojectstadium | Aandacht voor klimaatadaptatie | Stoer wonen | Stedelijke groei én omgevingskwaliteit | Haarlem gaat voor een 8!
Meer zicht op energieneutraal Het duurt nog zeker 15 jaar voordat alle huizen er staan op het voormalige militaire vliegveld Valkenburg in de Zuid-Hollandse gemeente Katwijk. Toch is nu al uitgedokterd op welke wijze deze locatie, waar uiteindelijk 5000 woningen en 40 hectare aan bedrijfs- en kantooroppervlakte moeten verschijnen, energieneutraal kan worden.
Van links naar rechts: Cuno Grootscholten (DHV), Jaap Jonker (gemeente Katwijk), Thérèse van Gijn (DHV), Dick Dubbeld (Provincie Zuid-Holland), Gerard Menkhorst (RVOB). Op verzoek van een projectgroep met het RijksVastgoedOntwikkelingsBedrijf (RVOB), de gemeente Katwijk en de provincie Zuid-Holland heeft DHV verkend hoe die energieneutraliteit vorm zou kunnen krijgen en tegen welke kosten. Carolien Huisman, beleidsmedewerker energie en klimaat van de provincie Zuid-Holland, is goed te spreken over de verkenning.”Je stelt als overheid wel de ambitie van energieneutraal vast, maar dan rijst al snel de vraag: wat is dat? Wat hoort daarbij en wat niet? Moet alle duurzame energie op locatie worden opgewekt of kan het ook van buiten worden betrokken? Om hoeveel energie gaat het? Hoeveel kost het? Wat zijn de ruimtelijke consequenties?” Op al deze vragen zijn duidelijke antwoorden gekomen door het werk van DHV. We hebben nu een concreter beeld van wat energieneutraal op zo’n nieuwe locatie kan inhouden.” Als meest kansrijke duurzame energie-opties kwamen
geothermie, een collectief warmtekoude-opslagsysteem en een biomassa-WKK uit de bus. Andere vormen van duurzame energie zijn te duur of te ingewikkeld in te passen. In totaal moet er op de locatie 550 duizend gigajoule aan energie worden opgewekt. Het grootste deel is nodig voor voorzieningen en het kantoren- en bedrijvencomplex, met name voor elektriciteit. Cuno Grootscholten, projectleider Klimaat en Energie bij DHV: “Het elektriciteitsverbruik stijgt gemiddeld nog steeds. Het is de uitdaging dat in de toekomst terug te dringen.” Bijzonder aan het opstellen van deze energievisie vond
“Je mag gerust spreken van een knap stukje werk.”
beleidsmedewerker van de provincie Zuid-Holland Huisman het gezamenlijke opdrachtgeverschap van de leden van de projectgroep. “Katwijk wil graag een duurzame wijk en de provincie heeft hoge ambities op het gebied van duurzame energie, dus dat past goed bij elkaar. De grondeigenaar, het RVOB, wil vooral voldoende geld met het project verdienen. Het was dan ook het RVOB dat vragen stelde over de kosten en effecten van de diverse duurzame energie-opties.” DHV was een geschikte partij voor de uitvoering van de verkenning. Huisman: “Niet alleen heeft DHV veel kennis in huis, doorslaggevend was vooral dat er vertrouwen was in DHV. Mede daardoor voelt elke partij zich nog steeds betrokken bij de energieambities die zijn neergelegd. En als je bedenkt dat de verkenning in grote haast in de zomerperiode gedaan is, mag je gerust spreken van een knap stukje werk.” info: cuno.grootscholten@dhv.com
De optimale geluidmarge Na 25 jaar bleek de Wet geluidhinder te weinig bescherming te bieden tegen lawaai door het voortdurend groeiende verkeer. Daarom ligt er nu een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer waarin een grondige herziening wordt voorgesteld. Centraal in dit voorstel staat het vaststellen van geluidplafonds voor de rijkswegen en hoofdspoorwegen. Rijkswaterstaat en ProRail moeten ervoor zorgen dat de geluidproductie daaronder blijft. Zo’n plafond kan niet van de ene op de andere dag worden ingesteld. Daarom is er nog ruimte voor een bescheiden groei. Een studie van DHV, in opdracht van VROM, heeft duidelijkheid geschapen in de discussie tussen de ministeries van VROM en Verkeer en Waterstaat over de omvang van die ruimte. De optimale groeiruimte is op 40% gezet. Met zo’n
groeiruimte vallen zowel de kosten als de milieueffecten mee, terwijl het systeem wel uitvoerbaar is. Ook voor stedelijke gebieden worden op de langere termijn wetswijzigingen voorzien, want ook daar groeit het verkeer gestaag. Een tweede studie van DHV heeft aangetoond dat sommige wijzigingen ernstige gevolgen voor de bouwplannen van gemeenten kunnen hebben. De koepelorganisaties van provincies en gemeenten, IPO en VNG, gebruiken deze resultaten om bij de wetgever aan te dringen op ontsnappingsclausules. Met de twee studies zit DHV middenin het krachtenveld dat hoort bij zo’n ingrijpende wetswijziging. info: paul.devos@dhv.com
Altijd een oplossing verder
Duurzame energie voorbij proefprojectstadium Veel gemeenten in Nederland hebben ambitieuze klimaatdoelstellingen geformuleerd. Vooral met energiebesparingsmaatregelen en het toepassen van duurzame energie moeten die doelen worden gehaald. “Maar dat lukt niet als we op de oude voet verder gaan”, onderstreept DHV-adviseur Frank Weijnen. “Proefprojecten zijn er genoeg, maar een verdere uitrol komt nog niet van de grond.” Een van de belangrijkste obstakels bij de realisatie van duurzame energieprojecten zijn de investeringen. Sommige duurzame energiemaatregelen zijn nog onrendabel. Maar zelfs maatregelen die wel rendabel zijn, komen niet tot stand. Zo speelt bij nieuwbouw mee dat de investeringen op het conto van de projectontwikkelaar komen. Het is echter de toekomstige bewoner die profiteert van een lagere energierekening, niet de ontwikkelaar. Ook in de huursector zijn woningbouwcorporaties terughoudend met het treffen van maatregelen. Huren mogen niet te hard stijgen, waardoor investeringen niet terug zijn te verdienen.
“Vooral biomassa en het gebruik van restwarmte blijven buiten beeld.”
De oplossing ziet Weijnen onder andere in het opzetten van lokale duurzame energiebedrijven, waarin verschillende partijen samenwerken. Een dergelijk bedrijf kan de realisatie en exploitatie van een concreet energieproject in een gebied op zich nemen. Zo ontstaat er één organisatie waarin de investeringen en de baten daarvan samen komen. Zo heeft DHV bijvoorbeeld een businesscase, inclusief organisatievorm, ontwikkeld voor een collectief warmtenet gebaseerd op warmtekoudeopslag, op het bedrijventerrein HessenpoortZuid in Zwolle. Een ander spoor dat volgens Weijnen kansrijk is, is het systematisch in kaart brengen van de potentie van diverse vormen van duurzame energie. Gemeenten krijgen zo meer inzicht in concrete kansen in hun regio. Weijnen: “Vooral biomassa en het gebruik van restwarmte blijven te vaak buiten beeld.” Een voorbeeld van een dergelijke aanpak is de door DHV voor Zuid-Holland ontwikkelde kansenkaart voor biogas. info: frank.weijnen@dhv.com
Aandacht voor
klimaatadaptatie Gemeenten in Nederland hebben vaak wel een klimaatbeleid, maar de meeste aandacht gaat uit naar mitigatie: het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. Ook als we er in slagen de CO2-uitstoot drastisch terug te dringen, zal het klimaat de komende jaren veranderen. Daarom moeten we ons voorbereiden op de te verwachten effecten, oftewel: werk maken van klimaatadaptatie. Het is voor een gemeente echter lastig om hier vorm aan te geven. Want welke specifieke effecten kun je in jouw gemeente verwachten? En hoe voorkom je dat klimaatadaptatie een ver-vanmijn-bedshow wordt? Bij het vastleggen van ruimtelijke ontwikkelingsdoelstellingen voor de langere termijn, zoals in een structuurvisie gebeurt, is het van belang nu al rekening te houden met klimaatverandering. Zo voorkom je dat je nu investeringen doet waar je later spijt van krijgt. DHV heeft een klimaatscan ontwikkeld, waarmee gebiedsspecifieke kansen en knelpunten in beeld worden gebracht. Daarnaast verzorgt DHV regelmatig workshops met ambtenaren, bestuurders en stakeholders om de bewustwording van het belang van klimaatadaptatie te vergroten. Onlangs is er in drie Brabantse gemeenten, Den Bosch, Breda en Helmond, een klimaatscan uitgevoerd. De scan liet zien dat samenwerking tussen verschillende gemeenten grote voordelen oplevert. Zo kunnen bepaalde adaptatiemaatregelen gemakkelijk regionaal worden opgepakt. Er is ook aandacht besteed aan de klimaatopgave intern in het ambtelijke apparaat. Klimaat is niet langer een verantwoordelijkheid van de afdeling Milieu. Er liggen kansen bij alle sectoren, maar die zijn binnen gemeentelijke organisaties nog niet goed in beeld. Inmiddels is bij de provincie Noord-Brabant de aandacht voor klimaatadaptatie gegroeid. De scan krijgt veel aandacht in een nieuwsbrief die de provincie verspreidt. Het onderwerp klimaatadaptatie staat ook op de agenda van drie grote regionale bijeenkomsten die in het najaar van 2010 in Noord-Brabant plaatsvinden. info: monique.degroot@dhv.com
Partijen bewegen tot
Klimaat biedt kansen Dat klimaatverandering ook kansen biedt, blijkt wel uit de publicatie ‘Over het klimaat gesproken’. Het is een verslag van het rondetafelgesprek dat DHV eerder dit jaar organiseerde onder leiding van Inge Diepman over de kansen van klimaatveranderingen en hoe die te verzilveren. Lees de publicatie op www.dhv.nl/overklimaat
Over het klimaat gesproken
Over het klimaat gesproken >> Klimaatverandering niet alleen probleem, maar ook uitdaging >> Klimaatbestendig wonen maakt trots >> Nederland kan klimaatkennis exporteren >> Warmer weer biedt recreatiesector mogelijkheden >> Bio-based economy kans voor landbouw
DHV Rondetafelgesprek
Frank Weijnen
Stoer wonen Het Havenkwartier in Deventer gaat een spannende toekomst tegemoet. Nu is het nog onderdeel van industrieterrein Bergweide. De komende jaren wordt het gebied omgetoverd tot een onalledaags woon-/werkgebied. Er staan verschillende interessante projecten op stapel, met titels als ‘zelf- en samenbouw’, ‘stoer wonen’ en een ‘Vrijplaats voor Ideeën’. Dit bijzondere, stoere karakter vormde het vertrekpunt van de gecombineerde milieu- en RO-studie die DHV voor de gemeente Deventer heeft uitgevoerd. Gezien de opdracht was dit geen doorsneestudie. Het ging erom ruimtelijke ordening- en milieuaspecten vroegtijdig aan elkaar te koppelen. Milieu moest daarbij niet de belemmerende factor zijn. Het was een verkenning naar de mogelijkheden van extra milieugebruiksruimte en het optimaliseren van de bestaande ruimte. Milieudeskundigen en stedenbouwkundige ontwerpers zaten daarom samen aan tafel voor de invulling van het plangebied. DHV’er Rein Bruinsma: “Onze benadering heeft sterk de voorkeur boven een sectorale benadering, zoals tot nu toe veel gebeurt. De kwaliteit van het plan neemt toe en de procesrisico’s nemen af. In mijn beleving is dat goed gelukt bij het Havenkwartier. De milieubelangen zijn goed in evenwicht gebracht met de ontwikkelbelangen.”
Rein Bruinsma
“Een mooie visie die de komende jaren ingevuld gaat worden en die kan rekenen op de steun vanuit het bedrijfsleven.” De door DHV ontwikkelde milieu- en RO-strategie vormde een belangrijke pijler van het ontwikkelplan voor het Havenkwartier dat de gemeenteraad van Deventer in juli 2010 heeft vastgesteld. Ook gemeentelijk projectmanager Dennis Laing kijkt met tevredenheid terug op de studie. Laing: “Het is een integraal proces geworden, waarbij naast de vakdisciplines ook het bedrijfsleven aan tafel heeft gezeten. Het resultaat is een mooie visie die de komende jaren ingevuld gaat worden en die kan rekenen op de steun vanuit het bedrijfsleven. DHV heeft hier met haar integrale milieuadviesrol een uitstekende bijdrage aan geleverd.” info: rein.bruinsma@dhv.com
Stedelijke groei én omgevingskwaliteit
Mariëlle de Sain
De gemeente Zaanstad kenmerkt zich van oudsher door een sterke menging van wonen en werken. Met behoud van haar eigenheid wil Zaanstad beide functies stimuleren en combineren. Het gedroomde toekomstbeeld is een in economische en stedelijk opzicht dynamische gemeente met een gezonde, veilige en leefbare omgeving. Een stap naar dit toekomstbeeld is het ´Ontwikkelingsplan Zaan en IJ´ dat de gemeente momenteel opstelt. Dit moet duidelijk maken welke ontwikkelingsruimte binnen de gemeente Zaanstad beschikbaar is langs de Zaan, het IJ en het Noordzeekanaal. Het milieuplan dat DHV voor de gemeente maakt is één van de twee pijlers van dit ontwikkelingsplan.. Centraal onderdeel van de werkzaamheden is het verzamelen en analyseren van informatie over de huidige en toekomstige milieugebruiksruimte. Verder heeft DHV kansen voor ontwikkelingsruimte en verbetering van leefbaarheid in kaart gebracht en met elkaar gecombineerd. De meerwaarde van het project ligt vooral in het leggen van verbindingen
tussen de disciplines ruimtelijke ordening, milieu, economie en juridische aspecten. DHV’er Mariëlle de Sain: “Er is een schijnbare tegenstelling tussen stedelijke ontwikkeling en de leefomgevingskwaliteit. Deze twee zijn echter onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het gaat om het zoeken naar kansen en het combineren van kennis en informatie.“ Het milieuplan vormt samen met het ruimtelijk plan de basis voor de ontwikkelingsstrategie aan de oevers van de Zaan en IJ. Gert Grandiek, hoofd ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Zaanstad ziet veel winst in het vroeg mee laten liften van het milieuplan. “Onze integrale aanpak is echt innovatief. Het vormt ook de sleutel tot succes. Planologen en milieukundigen hebben veel waardering voor elkaar gekregen. Zelf was ik onder de indruk van het werk dat voor het milieuplan is verricht. Veel dingen moesten gedetailleerd worden uitgezocht. Monnikenwerk soms, maar DHV heeft de hoge verwachtingen waargemaakt.” info: marielle.desain@dhv.com
Ivar Dijk
Leiderschap op 11de Sustainability Congres
kort
Duurzaamheid heeft een hoge plaats op de beleidsagenda veroverd. Natuurlijk zijn er in de praktijk successen te melden, maar indrukwekkende resultaten of veranderingen blijven nog achter. Het ontbreekt aan leiderschap om de omslag naar een duurzame samenleving te maken. Daarom is ‘leiderschap’ het centrale thema van het 11de Nationale Sustainability Congres dat DHV op 24 november in Utrecht organiseert.
Veranderingsgoeroe Ben Tiggelaar zal de congresdeelnemers meevoeren op het pad naar leiderschap in duurzaamheid. Ook Herman Wijffels geeft zijn visie. In een keur van workshops laten overheden (gemeenten en provincie Utrecht, VROM) en diverse bedrijven zien dat duurzaam handelen succes heeft. U kunt zich aanmelden via www.sustainability-congres.nl info: folkert.vandermolen@dhv.com
Haarlem gaat voor een 8! De gemeente Haarlem heeft in 2007 besloten om haar huidige zes locaties af te stoten en nieuwe huisvesting te realiseren. Het gaat om twee nieuwe kantoorpanden in het centrum van de stad, genaamd ‘Raakspoort’ en ‘Zijlpoort’. Raakspoort wordt december 2010 opgeleverd en Zijlpoort is eind 2012 gereed. De totale investering bedraagt circa € 75 miljoen. DHV voert het projectmanagement voor deze duurzame nieuwbouw. Door de gemeenteraad van Haarlem is als opdracht meegegeven dat de twee nieuwe kantoren aan strenge eisen op het gebied van duurzaamheid en energiezuinigheid moeten voldoen. Eén van de eisen is dat de beide gebouwen een 8 halen bij de Gemeentelijke Praktijk Richtlijn (GPR). Het GPR-systeem is een methode die gebruikt wordt om duurzaamheid van gebouwen te toetsen. Het Bouwbesluit uit 2006 geeft een minimale eis voor GPR van gemiddeld 5. Haarlem heeft de lat dus een stuk hoger gelegd. In kaart is gebracht welke maatregelen daarvoor nodig zijn. De ontwerpen van beide kantoorgebouwen geven al een gunstige GPR-score. Dit komt onder meer door de voorgenomen aanleg van een warmtekoudeopslag onder Zijlpoort. ASN Bank heeft een verzoek tot Groenfinanciering voor deze maatregelen gehonoreerd. Groenfinanciering is een initiatief voor kredietverstrekking met voordelige voorwaarden, die beschikbaar is voor ontwikkelingen van zeer duurzame utiliteitsbouw. Daarbij stelde de bank wel een aantal voorwaarden aan het ontwerp. Dit moest onder andere energiezuinig, en bouwkundig en installatietechnisch flexibel zijn. Bovendien vroeg de ASN Bank om een gesloten grondbalans en toepassing van FSC-hout. Aan al deze voorwaarden is voldaan. Samen met de warmtekoudeopslag en de toepassing van warmtepompen komt de energiebesparing neer op 59%. Ivar Dijk, senior adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling en Vastgoed bij DHV, is trots op de tot nu toe geboekte resultaten: “We hebben bijgedragen aan een prachtig staaltje van duurzaam bouwen en voordelig energiegebruik in Haarlem.” info: ivar.dijk@dhv.com
Partijen bewegen tot duurzaam bouwen en renoveren Wat is de beste methode om projectontwikkelaars duurzaam te laten bouwen? Hoe krijg je als woningcorporatie je huurders zo ver dat zij instemmen met energiezuinige renovatie en huurverhoging? Hoe
Het imago van de milieueffectrapportage (m.e.r.) is niet goed. “Het zijn dikke rapporten met rekenfouten”, las ik onlangs in De Volkskrant naar aanleiding van het milieueffectrapport voor de verbreding van de A4 bij Leiderdorp. Volgend jaar bestaat het instrument 25 jaar en er lijkt met een dergelijke tekst weinig reden voor een feestje. Sinds 1 juli 2010 is de ‘Wet modernisering m.e.r.’ ingetreden. Hiermee is enige ballast uit de procedure gehaald. Kenmerkende onderdelen, zoals de startnotitie of het meest milieuvriendelijke alternatief, zijn geschrapt. Ik denk dat het er desondanks niet eenvoudiger op geworden is. Zo wordt bij een project-m.e.r. tegenwoordig onderscheid gemaakt tussen een uitgebreide en een beperkte variant. Een positief aspect is wel dat de nadruk in de nieuwe wet meer ligt op het opstellen van een MER in de planvormingsfase, en minder op de uitvoeringsfase. Hoewel de stappen voor de opzet en uitvoering van een milieueffectrapportage helder omschreven staan, blijven er afwegingsproblemen bestaan voor gemeenten. Sterker nog, ik denk dat die door allerlei vrijheden in
“Een MER is in de basis een prima hulpmiddel voor besluitvormers”
COLUMN
MERkbaar beter
stimuleer je energiebewust gedrag bij bewoners? Duurzaam bouwen en renoveren is technisch en financieel goed te doen, maar hoe krijg je alle partijen in beweging? Aan vragen geen gebrek bij het seminar dat DHV half september over dit onderwerp organiseerde. Antwoorden waren er ook. Zo schetste psycholoog Reinoud Nägele dat een mix van instrumenten moet worden ingezet die aansluit op de intrinsieke behoefte van mensen. En misschien nog wel een belangrijkere uitkomst was dat partijen beseften dat ze elkaar nodig hebben. info: marianne.nevens@dhv.com
de nieuwe wet zelfs groter zijn geworden. Bij het maken van die keuzes is advies van ervaren MER-makers daarom mogelijk nog belangrijker geworden. Ondanks de soms begrijpelijke bezwaren ben ik ervan overtuigd dat er in de basis niets mis is met het m.e.r.-instrument. Mits goed toegepast, is het een prima hulpmiddel en met de juiste partij kunnen kosten en benodigde uren beperkt blijven. Een goede MER biedt essentiële, objectieve informatie voor een besluit en is zo een hulpmiddel voor besluitvormers. Maar het is geen wondermiddel bij politiek lastige beslissingen. Die beslissingen zullen bestuurders zelf moeten nemen. Daar gaat ook de nieuwe wet geen verandering in brengen. info: paul.eijssen@dhv.com
Paul Eijssen
e r onz o o v aan u f op: e d i l r b s Me nieuw e l sbrief a t i w u e dig i v.nl/n h d . w ww
Contact: DHV B.V. | Postbus 1132 | 3800 BC Amersfoort | Portretfotografie: Franks Boots, DHV | Tekst: Rommelse Communicatieadvies | Opmaak en productie: Communications, DHV | Drukwerk: Van Amerongen | Meer informatie, een persoonlijk abonnement of afmelding voor deze nieuwsbrief: linda.wijnands@dhv.com, 033 468 29 85, www.dhv.nl/milieu | Deze nieuwsbrief voor overheden verschijnt 2 maal per jaar.
WD-10-10-011
“Een prachtig staaltje duurzaam bouwen en voordelig energiegebruik”