Vrouwelijke butlers op Arena Island.
Een bungalow met schuifdeuren, een terras en een douche ‘al fresco’: één met de natuur.
Dat hulpeloze wezentje dat in je handpalm past, zal met wat geluk langer op deze wereld vertoeven dan jijzelf Een personeelslid bereidt de lunch voor: de vangst van de dag.
Bordjes identificeren de talloze boomsoorten op Arena Island.
28
REIS
een bedrijfje in tuinmeubelen kunnen opstarten”, luidt het antwoord. “Vijftig jaar geleden vergde dat specifieke kennis of centen om je bij te scholen, nu vind je online bijna alles wat je nodig hebt. Juridische informatie, cijfermateriaal en handleidingen, maar ook de gegevens van experts bij wie je je ideeën kunt aftoetsen.” Hij ging niet over een nacht ijs. “De eerste maanden behield ik een vaste baan en kostte de oprichting van Visiwa me enkel mijn vrije tijd en wat spaarcenten. Leningen bij banken of familie kwamen er niet aan te pas. Was het een flop geworden, dan was er geen man overboord.”
VERANDERING VAN DECOR Drie dagen later is het tijd om afscheid te nemen van het resort en zijn personeel. Pulau Joyo zien verschrompelen tot een stipje, tot ook dat verdwijnt: in de speedboat wordt het plotseling muisstil. In Singapore duiken we opnieuw in de drukte van een miljoenenstad, maar ook nu veranderen we snel van decor. De volgende ochtend vliegen we via Manila naar Palawan, een reis van zo’n negen uur naar een uitgestrekt eiland in het zuidwesten van de Filipijnen. Wegens zijn afgelegen ligging, ongerepte jungle en endemische diersoorten wordt Palawan de Last Frontier genoemd, al is ecotoerisme ook hier in opmars. Naast koraalriffen, bergtoppen en ’s werelds langste ondergrondse rivier herbergt het eiland nu moderne hotels, restaurants en winkelcentra. In de hoofdstad Puerto Princesa worden we opgepikt door Fuji Rodriguez (73), een voormalige mijningenieur en de uitbater van een privé-eiland in de Suluzee, op 45 minuten varen van de oostkust van Palawan. De rit naar Narra, de havenstad waar we overstappen op Fuji’s omgebouwde vissersboot, vergt twee uur, langs rijst- en kokosplantages en plattelandshuisjes van hout, bamboe, stro en golfplaten. Onderweg vertelt onze gastheer over Palawans etnische smeltkroes, de alomtegenwoordige sporen van de Spaanse en Amerikaanse overheersing en over Arena Island, het kleine eiland dat hem halverwege de jaren zeventig het hoofd op hol bracht. “Ik heb altijd van de natuur gehouden. Toen ik klaar was met onze woning in
Puerto Princesa, droomde ik dus van een buitenverblijf – een plek waar niet mijn vrouw, maar ik de baas zou zijn (lacht). Uiteindelijk werd het een overwoekerd eiland, zonder voorzieningen, maar ik had genoeg aan een tent en eten en drinken voor twee dagen.”
gedurende minstens een maand gevoed, tot ze behendig genoeg zijn om een kans te maken tegen stropers en roofvogels en -vissen. Tags zullen het de komende decennia mogelijk maken om de dieren de komende decennia te identificeren wanneer ze zelf eitjes komen leggen op het eiland.
DUURZAME ONTWIKKELING Toen hij in 2007 op pensioen ging, kon Rodriguez zich eindelijk toeleggen op de schoonmaak en de ontwikkeling van het eiland. Zodoende bouwde hij er naast personeelsvertrekken en een keuken twee casitas: comfortabele bungalows aan het strand, die dankzij een douche in de open lucht en grote schuifdeuren perfect versmelten met de omgeving, voor ten hoogste acht gasten. Bij aankomst blijkt een derde verblijf in aanbouw te zijn, al Zorg voor wil Rodriguez niet zeeschildonbeperkt uitbreipadden op den. “Dat zou een Arena Island. authentieke eilandervaring onmogelijk maken. En wat je van de natuur neemt, kun je later niet zomaar teruggeven. Bij ons staat duurzaamheid voorop in alles wat we doen. De biodiversiteit op het eiland, het omringende koraalrif en het maritieme leven mogen niet verstoord worden.” Een filosofie die hij doortrekt in de vegetatie (met veertig verschillende boomsoorten, goed voor een gevarieerd vogelbestand), de watervoorziening (regen- en zeewater worden ter plaatse gerecupereerd en gezuiverd) en de elektriciteitsgeneratoren, die zowel ’s ochtends als in de namiddag uitgeschakeld worden. En zijn er even geen gasten, dan is Arena Island zelfvoorzienend dankzij zonnepanelen. Bovendien is het eiland een broedplaats van de zeeschildpadden in de regio, een rol die het personeel ter harte neemt. Zo worden de legplaatsen van de bedreigde reptielen beschermd en worden de jongen
THUIS IN DE WERELD “Back to basics, back to nature” luidt het motto van Arena Island. Geen overbodige luxe dus: hier zijn het tropische landschap en de onwezenlijke rust de voornaamste trekpleisters. De overheerlijke maaltijden focussen op de vangst van de dag en lokale bereidingen, en op eenvoudig verzoek mag ik de krabben, schelpen en andere lekkernijen mee uit de netten plukken. Ook hier schuilt geluk in een klein hoekje : in een boomstronk om naar de horizon te staren, een drankje op het terras van onze casita, of een bootsman die spontaan zijn kunsten op de akoestische gitaar laat horen. Al volgt de vreemdste gewaarwording pas wanneer ik enkele jonge zeeschildpadden naar het strand mag brengen, om ze vervolgens schoorvoetend naar zee te zien strompelen. Een hulpeloos wezentje dat in je handpalm past, maar dat met wat geluk langer op deze wereld zal vertoeven dan jijzelf, in een ecosysteem dat nog veel langer mee moet: op een afgelegen eiland volstaat dat plotseling om je plaats in de wereld terug te vinden.
29
Op Pulau Joyo is een villa beschikbaar vanaf 575 euro per nacht voor 2 personen, inclusief maaltijden, non-alcoholische dranken en het transport van en naar Tanjung Pinang. Op Arena Island kost een bungalow voor maximaal 4 personen 343 euro per nacht, inclusief maaltijden en transport van en naar Puerto Princesa. Info : www.visiwa.com