Enter 1 - Basismodule 1 - Mijn Computer - Proefmodule

Page 1


Proef exemplaar

Basispakket

Enter 1e graad

1 Mijn computer

2 Op stap in www

3 Op verkenning

4 Een snelle make-over

Overal zie je computers. Je vindt ze in allerlei formaten: pc, laptop, tablet, smartphone, smartwatch ...

WAT JE LEERT IN DEZE MODULE

Verschillende types computers herkennen

• Randapparaten herkennen

• Dat een computer een informatieverwerkend systeem is met invoer, verwerking en uitvoer

De invoer, verwerking en uitvoer van verschillende computers ontdekken

• De functie van een processor

De functie van een moederbord

Het verschil tussen werk- en opslaggeheugen

• Verschillende soorten opslaggeheugen herkennen

INFORMATICATAAL

Inch

• Hardware

• Het verschil tussen besturings- en toepassingssoftware

Wat een informatieverwerkend systeem is

Hoe een informatieverwerkend systeem werkt

• Verschillende soorten besturingssoftware herkennen

• Verschillende soorten toepassingssoftware herkennen

De onderdelen van een bureaublad benoemen

• Vensters van programma’s manipuleren

• Wat een computernetwerk is

• Een veilig wachtwoord kiezen

MEDIAWIJSHEID

H3b JiJ 33n vE1l1g w8wQQrd?

Wat je ook doet, overal moet je je eerst kenbaar maken.

Heb jij een sterk en veilig wachtwoord? Doe de test! Cyberpesten, sexting en catfishing. We communiceren op allerlei manieren met elkaar: een face-to-face gesprek, een telefoongesprek, gesprekken via mail, chat, sociale media ... Bij elke vorm van communicatie horen afspraken.

• Processor Moederbord Werkgeheugen

• Opslaggeheugen

• Software Besturingssysteem

• Informatieverwerkend systeem

• Toepassingsprogramma

• Update Browser

• Systeemvak

• Pictogram

• Tegels Bureaublad

• Prullenbak

• Taakbalk

• Taakweergave Titelbalk

• Statusbalk

• Netwerk

• Aanmelden Cyberpesten

• Sexting

• Catfishing

MIJN TOESTELLEN

Je ziet hier enkele computers afgebeeld. Ook een smartphone is een computer. Alle computers zien er beetje anders uit en toch lijken ze op elkaar. Niet alleen qua uiterlijk maar ook wat betreft de mogelijkheden.

Welke toestellen herken je hier?

Vul de naam in van elk toestel.

>

Bij vaste computermodellen staat de systeemeenheid meestal onder of naast het beeldscherm.

> Dit is een mobiele telefoon met extra functies zoals surfen op het internet, e-mailen, bewaren van een agenda ...

> Dit is een draagbare computer in de vorm van een uurwerk die berichten kan versturen of je hartslag kan meten.

Je kunt niet zomaar alles doen op elk toestel. Maar wanneer kies je nu voor welk apparaat?

Kruis aan welk(e) toestel(len) jij zou gebruiken om volgende handelingen uit te voeren.

het recentste nieuws lezen een filmpje bekijken over een dinosaurus een samenvatting maken voor de les geschiedenis een berichtje sturen naar een klasgenoot je online boodschappenlijstje raadplegen in de winkel een selfie maken op een klimaatbetoging een spelletje spelen een fotoboek maken met (bewerkte) vakantiefoto’s

> Dit is een computer die makkelijk mee te nemen is en geschikt is om snel iets op te zoeken op internet, te mailen, foto’s of video’s te bekijken ...

Een inch is een veelgebru te Engelse maateenheid in de computerwereld en is gelijk aan 2,54 centimeter.

Een draagbare computer met een 15 - 17 inch scherm is handig voor thuis en op school, maar niet om overal mee te nemen. Wandel je in de stad en wil je iets snel opzoeken? Dan kies je beter voor een kleiner beeldscherm.

Naast de computer zijn er nog andere apparaten: de randapparaten. We gebruiken ze in combinatie met een computer.

Welke randapparaten herken je? Vul de naam in en duid aan of het een invoer- of uitvoerapparaat is door het juiste pictogram onder de afbeelding aan te kruisen.

1 HOE WERKT MIJN COMPUTER?

De werking van een computer wordt opgedeeld in 3 grote fasen: invoer, verwerking en uitvoer. Aan elke fase kunnen we apparaten koppelen.

Invoer

Op welke manier worden de gegevens ingevoerd?

Wat gebeurt er met de gegevens? 3 1 2

Verwerking

1 Invoer

Dit zijn alle gegevens die je invoert.

Hieronder zie je enkele invoerapparaten. Vul de naam in van elk toestel.

Uitvoer

Hoe wordt de informatie gepresenteerd?

2 Verwerking

Het moederbord en de processor zijn de ‘hersenen’ van de computer.

Moederbord

Het moederbord zorgt voor de communicatie met de verschillende onderdelen van de computer.

3 Uitvoer

Dit is alle informatie die je uitvoert.

Hieronder zie je enkele uitvoerapparaten. Vul de naam in van elk toestel.

Processor

De processor voert alle opdrachten uit. Dit bevindt zich op het moederbord en wordt steeds krachtiger.

Voorbeeld: Intel Core i9, AMD Ryzen 9

Desktop, laptop, tablet, smartphone of smartwatch ... Elk toestel heeft een invoer, verwerking en uitvoer. Bij een smartphone is bijna alles geïntegreerd in één toestel.

Welke in- en uitvoer gebruik je op een smartphone? Vul aan.

Invoer: >

Verwerking door processor

Uitvoer: >

2 BEWAREN IS DE BOODSCHAP

Terwijl je werkt met de computer houdt die alles tijdelijk bij wat je typt en invoert in zijn werkgeheugen of intern geheugen. Bewaren doe je op een extern geheugen, een opslagmedium of in ‘the cloud’.

• Werkgeheugen of intern geheugen

Hier houdt de computer tijdelijk de gegevens bij die je hebt ingevoerd.

• Opslaggeheugen of extern geheugen

Hier bewaar je de gegevens en informatie die je nog nodig hebt.

Werkgeheugen

In het werkgeheugen of RAM-geheugen van een computer zitten de programma’s en de gegevens waarmee je op dat ogenblik werkt.

Elke toepassing of app die je gebruikt, neemt een stukje van het werkgeheugen in. Hoe meer werkgeheugen, hoe sneller en duurder je toestel.

Het is een vluchtig geheugen. Als je de computer afsluit zonder iets te bewaren, gaat al je werk verloren. Ook een kleine stroomonderbreking of een lege batterij kan je veel kopzorgen bezorgen. Regelmatig bewaren is dus de boodschap.

Desktops en laptops hebben meestal tussen 4 GB en 32 GB werkgeheugen. Hoeveel werkgeheugen heeft jouw toestel?

> Volg de instructies:

Tablets en smartphones hebben tussen 2 GB en 8 GB werkgeheugen. Hoeveel werkgeheugen heeft jouw tablet of smartphone? Hoe heb je dit gevonden? Noteer het stappenplan.

Opslaggeheugen

Wil je gegevens permanent bewaren, dan doe je dit op een opslaggeheugen Op dit geheugen bewaar je: - documenten, afbeeldingen, video’s ...; - geïnstalleerde apps en programma’s; - het besturingssysteem.

USB-stick

Met een USB-stick kan je vlot gegevens (documenten, foto’s ...) van het ene toestel naar het andere toestel kopiëren.

Harde schijf

Meestal zit de harde schijf in de computer, maar vaak worden er externe harde schijven gebruikt.

Geheugenkaart

Laptops, tablets en smartphones gebruiken kleine geheugenkaartjes om gegevens te bewaren.

Cloud

Welk opslaggeheugen zou jij gebruiken?

Geheugens heb je in alle formaten en types.

Maar niet elk geheugen is bruikbaar voor elke opdracht. Verbind elk geheugen met de juiste opdracht.

De cloud verwijst naar een wereldwijd netwerk van servers die elk hun eigen functie hebben. Deze servers worden gebruikt voor het opslaan en beheren van gegevens, het uitvoeren van toepassingen zoals videostreaming (YouTube), mail (Gmail, Outlook), kantoorsoftware (Microsoft 365, G Suite) of sociale media (Facebook, Instagram).

Je hebt een mooie multimediavoorstelling gemaakt. Je wilt die aan je vrienden in Kroatië tonen.

Met populaire clouddiensten zoals Dropbox, Google Drive en Microsoft OneDrive is het ook mogelijk om met andere apparaten online toegang te hebben tot je bestanden. Een groot voordeel is dat bestanden in de cloud niet verloren kunnen gaan als bv. je toestel stukgaat.

Je moet voor school een presentatie maken over vulkanen. In de klas heb je geen (draadloos) internet.

Je hebt een fotobibliotheek van meer dan 50 000 foto’s. Regelmatig voeg je er nog nieuwe foto’s aan toe.

Desktops en laptops hebben meestal tussen 128 GB en 4 TB opslaggeheugen. Hoeveel opslaggeheugen heeft jouw toestel?

Volg de instructies:

Tablets en smartphone hebben tussen 8 GB en 1 TB opslaggeheugen. Dit kun je vinden bij de app Bestanden Je kunt dit gemakkelijk uitbreiden met een geheugenkaart.

Hoeveel werkgeheugen heeft jouw tablet of smartphone?

Hoe heb je dit gevonden? Noteer het stappenplan.

3 HET COMMUNICATIEVERHAAL

Wereldwijd worden veel verschillende talen gesproken. Via die taal communiceren we met elkaar. Dieren kunnen niet praten maar toch kunnen ze duidelijk maken wat ze willen. Honden en katten begrijpen elkaar onderling door te communiceren via lichaamstaal. Ze hebben dus hun eigen taal om zich verstaanbaar te maken. Ook de computer heeft een eigen communicatieverhaal.

Een informatieverwerkend systeem

De werking van een computer verloopt volgens 3 fasen: invoer, verwerking met opslag en uitvoer.

Invoer

Op welke manier worden de gegevens ingevoerd?

Verwerking

Wat gebeurt er met de gegevens?

Uitvoer

Hoe wordt de informatie gepresenteerd?

Opslag

Een computer is een voorbeeld van een informatieverwerkend systeem. Ook zelf ben je een informatieverwerkend systeem. Je smeert je boterhammen, je knoopt je schoenveters, je stuurt berichten naar familie en vrienden …

Voorbeeld: een rekensom uit het hoofd

Invoer

Op welke manier worden de gegevens ingevoerd?

Verwerking

Wat gebeurt er met de gegevens?

Opslag

Uitvoer

Hoe wordt de informatie gepresenteerd?

Je leest de getallen. Je hersenen berekenen de som. Je schrijft de uitkomst op.

Apps en websites zijn ook informatieverwerkende systemen.

Voorbeeld: Met Google zoek je naar informatie over de filmreeks ‘The Avengers’. Google is hier het informatieverwerkend systeem.

Invoer

Op welke manier worden de gegevens ingevoerd?

Het zoekwoord: The Avengers

Verwerking

Wat gebeurt er met de gegevens?

Uitvoer

Hoe wordt de informatie gepresenteerd?

Google zoekt info op zijn servers.

Google toont de resultaten.

Voorbeeld: Je stuurt een bericht via mail of diensten zoals WhatsApp, Messenger, Instagram ...

Invoer

Op welke manier worden de gegevens ingevoerd?

Je typt een bericht.

Verwerking

Wat gebeurt er met de gegevens?

Uitvoer

Hoe wordt de informatie gepresenteerd?

Het programma verstuurt je bericht.

De ontvanger leest je bericht.

4 PROGRAMMA’S BIJ DE VLEET

Naast hardware, alle apparaten, onderdelen daarvan en randapparaten, hebben we ook software of programma’s nodig om een computer draaiende te houden.

• Besturingssysteem of systeemsoftware

Dit is het programma dat jouw computer, tablet of smartphone aanstuurt.

• Toepassingsprogramma’s of toepassingssoftware

Dit zijn de programma’s die je gebruikt om teksten te bewerken, presentaties maken ...

Besturingssysteem

Bij het opstarten van jouw toestel zal je het logo zien van het besturingssysteem. Een besturingssysteem is nodig om: - je toestel te starten; - de hardware en software aan te sturen; - het geheugen te beheren; - ...

Jouw besturingssysteem moet steeds up-to-date zijn. Met een verouderd besturingssysteem, heb je naast de vele internetgevaren ook beperkte mogelijkheden. Dit geldt zeker voor smartphones en tablets. Is het besturingssysteem verouderd dan kan je veel apps niet meer downloaden en geïnstalleerde apps niet meer upgraden.

Hieronder zie je de logo’s van besturingssystemen. Vul de naam van elk besturingssysteem in.

Welke besturingssystemen gebruik jij?

Duid aan op de afbeelding.

Regelmatig zijn er belangrijke updates van het besturingssysteem en de programma’s. Hiermee bescherm je de computer beter tegen nieuwe virussen en andere beveiligingsrisico’s die via het internet of het netwerk verspreid worden. Installeer dus alle updates, dan ben je steeds goed beschermd.

Is jouw besturingssysteem up-to-date? Vul de huidige versie van jouw toestel in.

> Volg de instructies:

Toepassingssoftware

Met een toestel zonder programma’s en/of apps kun je weinig doen. Programma’s en apps zijn nodig om allerlei taken uit te voeren met je toestel.

• Offline

Er zijn programma’s en apps die je eerst moet downloaden en installeren. Nadien staan ze op je toestel en kan je ze steeds gebruiken, ook als je niet online bent.

• Online

Er zijn ook veel online toepassingen. Hiervoor hoef je niets te installeren. Zonder internetverbinding kan je ze niet gebruiken.

• Offline / Online

Van sommige programma’s bestaan beide versies. Soms heeft de online versie minder mogelijkheden.

Vul bij elke toepassing twee programma’s in die je kent of gebruikt.

Beveiliging tegen virussen

Teksten typen en opmaken

> Chatten

Presentaties maken

Berekeningen en grafieken maken > >

Surfen op het internet

Foto’s bekijken en bewerken

Muziek beluisteren / video’s bekijken

5 AAN DE START

Schakel jouw toestel in. Meestal moet je je eerst aanmelden met een gebruikersnaam of mailadres en een wachtwoord of pincode.

Prullenbak

Sleep de documenten die je niet meer nodig hebt naar de prullenbak. Maak hem regelmatig leeg. Daardoor krijg je meer vrije ruimte op de harde schijf.

Widget

Dit zijn kleine kaartjes die dynamische informatie geven over je favoriete apps en services.

Start

Druk op de knop ‘Start’. Het startmenu bevat alle apps. Ze staan geordend in groepen.

Zoekvak Zoek naar apps, bestanden en instellingen.

Deze balk bevindt zich onderaan het bureaublad met de startknop en de knoppen van alle (geopende) programma’s. Hier vind je ook je favoriete apps. Met de aan-uitknop vergrendel je de computer, schakel je deze volledig uit of kan je opnieuw opstarten.

Taakbalk

Favoriete apps

Open apps die je veel gebruikt in het onderdeel vastgemaakt of aanbevolen

Bureaublad

Het bureaublad is het werkoppervlak van de computer. Het scherm verschijnt nadat de computer is opgestart en zit achter alle geopende programmavensters.

Alle apps

Klik op Alles en je krijgt een lijst met alle apps in alfabetische volgorde.

Pictogrammen

Dit zijn kleine afbeeldingen die een programma, map of bestand voorstellen.

Systeemvak

Hier controleer je de actuele status van de computer: de wifi, het geluid, het toetsenbord, de klok, de batterij, de beveiliging ... Het is een onderdeel van de taakbalk en staat helemaal rechts.

Ook een smartphone bevat deze onderdelen. Vul de nummers van de onderdelen in.

1 startknop

2 statusbalk

3 vak favorieten

4 bureaublad

5 alle apps Je smartphone bevat meerdere startschermen. Navigeer van het ene startscherm naar het volgende of vorige startscherm. Veeg met je vinger naar links of naar rechts over het startscherm.

6 SPELEN MET VENSTERS

Elk programma wordt weergegeven in een venster. Je kunt meerdere programma’s openen op het bureaublad. Elk programmavenster heeft vaste onderdelen.

Nieuw tabblad toevoegen

Titelbalk

Statusbalk

Geopende programma’s

Taakweergave

Actief programma

Je krijgt een verkleinde weergave van alle geopende programma’s’.

Menu Venstergrootte aanpassen

Het scherm in twee splitsen

- Start twee programma’s.

- Wijs naar het pictogram maximaliseren van één van de twee geopende programma’s.

- Je ziet nu het venster met indelingen. Kies een indeling.

- De andere geopende programma’s worden aan de andere kant verkleind weergegeven.

- Klik op het programma dat je aan de andere kant van het scherm wilt.

Schermgrootte aanpassen

Venster minimaliseren of verkleinen

Venster maximaliseren of vergroten

Venster sluiten

Je kunt het formaat van een venster ook aanpassen bij een niet gemaximaliseerd venster via de randen van het venster. Je bepaalt dan zelf het formaat van dit venster.

Een venster verplaatsen

- Neem een venster vast aan zijn titelbalk.

- Sleep het venster naar de gewenste plaats.

7 SAMEN VERBONDEN

De laatste jaren is communicatie heel belangrijk geworden. Zodra we met elkaar verbonden zijn, spreken we van een netwerk. Netwerken vinden we overal terug.

Wij zijn verbonden

Politie en burgers zijn verbonden met elkaar. Een buurtinformatienetwerk (BIN) verhoogt de veiligheid in de buurt.

Centraal staat het uitwisselen van:

- berichten van politie naar de burgers;

- meldingen van burgers naar de politie.

Vooraf moet je je wel eerst aanmelden bij de politie.

Alle toestellen verbonden

Veel toestellen in een huis zijn verbonden met elkaar in een netwerk: het thuisnetwerk.

Niet alleen een tv, tablet of smartphone bevinden zich in een netwerk. Ook slimme toestellen kunnen aangesloten worden op een netwerk. Welke slimme toestellen ken jij? Vul in.

De familie Smart is met elkaar verbonden. Het gezin heeft een gedeelde onlineagenda. Ze hebben een WhatsAppgroepje met de grootouders. Foto’s en video’s worden in de cloud bewaard. Na elke uitstap worden de foto’s en video’s via een Google Chromecast naar de tv gestreamd. Ken je nog andere ‘slimme’ voorbeelden? Bespreek klassikaal.

Het netwerk van jouw school

Via het schoolnetwerk kan je jouw gegevens raadplegen op elke computer.

Deze gegevens worden bewaard op de server of in de cloud.

De server is de hoofdcomputer, een krachtige pc. De werkstations zijn vaak gewone pc’s.

Je bent niet alleen!

Om toegang te krijgen tot een netwerk, moet je je aanmelden.

Je hebt een gebruikersnaam en wachtwoord nodig.

Al je gegevens zijn kwetsbaar en moeten dus goed beschermd worden.

Je moet je aanmelden voor:

- het lezen van je mails op de computer; - de toegang tot het leerplatform van de school; - inloggen bij sociale netwerken;

Nadien moet je je weer afmelden.

Vergeet dit niet, want dan kunnen anderen je berichten lezen en berichten in jouw naam versturen.

Aan- en afmelden bij Google

Aan- en afmelden bij Smartschool

Aan- en afmelden bij Microsoft

Aan- en afmelden bij Windows

Netwerken kom je overal tegen

Twee of meer aan elkaar gekoppelde computers zijn overal aanwezig. Ken jij nog andere voorbeelden van digitale netwerken? Vul ook enkele netwerken in waarvan jij deel uitmaakt.

DIGITALE

Welke netwerken herken je? Vul de naam in van elk netwerk.

MEDIAWIJSHEID

H3b JiJ 33n vE1l1g w8wQQrd?

Wat je ook doet, overal moet je je eerst kenbaar maken. Om toegang te krijgen tot een netwerk heb je meestal een inlognaam en een wachtwoord nodig.

Al je gegevens zijn kwetsbaar en moeten dus goed beveiligd worden. Jouw wachtwoorden zijn dus enorm belangrijk! Gebruik steeds verschillende wachtwoorden voor de toegang tot je netwerken. Wordt jouw wachtwoord toch gestolen, dan is er maar één toegang waar je het wachtwoord van moet wijzigen.

1 2 3

Hoe lang is jouw wachtwoord?

Tel alle letters, cijfers en/of andere tekens op.

>

Welke karakters staan er in jouw wachtwoord?

kleine letters

grote letters

cijfers

speciale tekens

Test je wachtwoord op: www.testjewachtwoord.nl

Mijn wachtwoord is: zeer zwak zwak goed sterk zeer sterk

Test je wachtwoord op: www.security.org/how-secure-is-my-password Vul in en schrap wat niet past.

Mijn wachtwoord is in minuten / uur / dagen / weken / jaar te kraken.

Er bestaan ook nog andere technieken om wachtwoorden in te geven. Herken je onderstaande technieken? Vul in: gezichtsherkenning / pincode / vingerafdruk / patroon swipen

Wachtwoordafspraken van klas

WAT NIET

1 Gebruik geen voorspelbaar wachtwoord.

2 Gebruik niet steeds hetzelfde wachtwoord voor elke account.

3 Deel geen wachtwoorden.

4 Bewaar wachtwoorden niet zichtbaar.

5 Gebruik geen voor de hand liggende informatie: de naam van je hond, je geboortedatum ...

WAT WEL

1 Zorg voor een sterk wachtwoord!

2 Zorg ervoor dat je wachtwoord tenminste een hoofdletter, een getal of een symbool bevat.

3 Werk met een wachtwoordzin zoals ‘ik zal het vandaag leren in de klas’ en gebruik enkel de medeklinkers.

4 Teken een motief op je toetsenbord: een vierkant, een ruit, een letter ... Verschuif de woorden op je toetsenbord.

5 Hoe langer je wachtwoord, hoe beter. Als vuistregel kun je een minimumlengte van 12 karakters gebruiken.

Afspraken zijn er overal!

Overal zijn er regels waar je je aan moet houden: aan tafel, op school, bij jeugd- en sportverenigingen … Ook op sociale media zijn er afspraken. Sociale media is een verzamelnaam voor alle apps en websites waar gebruikers inhoud op kunnen plaatsen en die kunnen uitwisselen met andere gebruikers. Er bestaan verschillende sociale media. Denk maar aan blogs of diensten zoals Facebook, Facebook messenger, Instagram, WhatsApp, TikTok, YouTube …

2

Toon respect naar elkaar. Plaats geen kwetsende, haatdragende berichten over andere personen.

Gedraag je online zoals je je offline ook gedraagt.

4

1

Gebruik je eigen identiteit en niet die van anderen. Wees eerlijk over wie je bent.

Houd je aan de principes van het auteurs- en portretrecht. Vraag toestemming aan de maker wanneer je andersmans werk gebruikt.

3

Respecteer privacy. Verspreid geen informatie over anderen. Plaats enkel info over jezelf die je openbaar wilt maken.

Cyberpesten

Cyberpesten is digitaal pesten, het versturen van online beledigingen naar iemand. Het verschilt van traditioneel pesten door het gebruik van digitale toepassingen. Via sms, chat, forums, sociale media kunnen negatieve berichten of foto’s zonder toestemming verspreid worden. Het doel van de dader is om het slachtoffer te kwetsen.

Enkele tips om cyberpesten te voorkomen:

- Denk na over de foto’s die je post op het internet. Wil je graag een foto delen waar jij en anderen op staan? Dat mag enkel wanneer die anderen daarmee akkoord gaan.

- Let op met het doorgeven van persoonlijke informatie (naam, adres, telefoonnummer …).

- Bescherm jezelf preventief door je privacyinstellingen op sociale netwerksites aan te passen. Bepaal wie jou kan opzoeken en wie jou een bericht kan sturen. Ook taggen, het geven van een digitaal naamplaatje op een foto, kun je beperken door zelf te beslissen of je jouw naam in een bepaalde foto wilt of niet.

- Voeg in je contactenlijst geen personen toe die je niet kent.

- Wees zelf geen pestkop en moedig cyberpesten niet aan.

Word je toch gepest via gsm of internet?

Enkele tips als je gecyberpest wordt:

- Wijzig je wachtwoord en kies voor een sterk en goed wachtwoord. Gebruik niet steeds hetzelfde wachtwoord.

- Pest nooit terug en neem geen wraak. Maak de situatie niet erger.

- Ontvriend of blokkeer de pestkoppen op sociale media. Geef hen geen toegang meer.

- Verzamel bewijsmateriaal. Neem bijvoorbeeld schermafdrukken van de kwetsende berichten en druk ze eventueel af.

- Zoek steun bij betrouwbare personen zoals vrienden, leraren en familie. Blijf niet met je problemen zitten en praat over (cyber)pesten. Vertel wat er gebeurd is en hoe je jezelf voelt.

Idioot
Loser

Sexting

Misschien heb je al eens een pikant tekstberichtje of een sexy foto ontvangen van je lief of een goede vriend. Sexting is het maken en verspreiden of delen van seksueel getinte foto’s of filmpjes via smartphone, tablet of andere digitale media.

Sexting kan je helpen om op een veilige manier te experimenteren met je eigen seksualiteit. Maar sexting is niet zonder risico. De ontvanger kan je foto doorsturen of verspreiden via sociale media en kan zo terechtkomen bij personen voor wie het nooit bedoeld was, zoals je klasgenoten of leerlingen op school.

Wees voorzichtig met sexting:

- Denk na over welke foto’s je neemt en deelt. Plaats geen foto’s online als je niet wilt dat iedereen ze kan zien.

- Reageer wanneer iemand een sextingbericht doorstuurt. Keur het af! Intieme beelden van anderen verspreiden zonder toestemming mag niet. Dat is een inbreuk op het portretrecht. Dit leer je in de module foto- en videobewerking. Stuur zelf ook geen berichten door.

- Probeer je seksualiteit op een andere manier te beleven.

- Stuur niet zomaar een seksueel getinte foto als iemand erom vraagt.

Wanneer je aan sexting doet, hou het dan veilig:

- Maak geen foto’s of filmpjes waarin anderen je kunnen herkennen. Zorg voor geen herkenbare achtergrond en houd je hoofd buiten het beeld.

- Stuur enkel sextingberichten naar iemand die je ook offline kent en vertrouwt.

- Maak afspraken met elkaar, bijvoorbeeld sextingberichten niet doorsturen, foto’s achteraf verwijderen en niet bewaren.

Catfishing

Catfishing is je online voordoen als iemand anders. Die persoon maakt dan een vals profiel aan op sociale media om via dat nepprofiel contact te zoeken met anderen. Een catfish, iemand die aan catfishing doet, kan erg gevaarlijk zijn. Zonder dat je het weet, kan je verliefd worden op een persoon die niet bestaat.

Enkele tips om niet in de val van een catfish te trappen:

- Denk goed na als je een vriendschapsverzoek krijgt van iemand die je niet kent. Google dan even de voor- en achternaam van die persoon. Vind je geen foto’s, websites of andere internetactiviteiten van die persoon, dan kun je wel eens te maken hebben met een catfish.

- Kijk eens naar hoe oud het profiel is. Is het recent aangemaakt, dan is de kans groot dat het niet echt is.

- Zoek naar de oorsprong van profielfoto’s. Door Google Afbeeldingen te gebruiken kun je achterhalen vanwaar een foto oorspronkelijk komt. Dit leer je in basismodule 2: Op stap in www.

- Bekijk de vriendenlijst. Hoeveel vrienden heeft die persoon? Reageren zijn vrienden op zijn berichten?

- Wordt er snel over relaties en liefde gepraat? Wees op je hoede. Een catfish kan hard van stapel lopen. Luister naar je gevoel en let zeker op wanneer er persoonlijke informatie en geld wordt gevraagd.

- Start een videochat om echt kennis te kunnen maken. Krijg je smoesjes en worden afspraken geannuleerd, dan heb je misschien wel te maken met een catfish. Echt contact wordt vermeden.

OEFENINGEN

Moeilijkheidsgraad van een oefening

Makkelijk Gemiddeld Moeilijk

Het studeren van je les (zie p. 6 en 7)

Je hebt je les goed gestudeerd, en toch heb je een onvoldoende. Hoe komt dat? Ook bij een leerproces is er sprake van een gegevensverwerkend proces.

Taken van een leerproces Kruis aan bij elke taak: invoer, verwerking, geheugen, uitvoer.

Invoer Verwerking Geheugen Uitvoer

Je hebt je les doorgelezen maar stond niet stil bij de moeilijke woorden. Aan het einde van het hoofdstuk was je minder geconcentreerd bij het doornemen van je les.

Je vergelijkt verschillende begrippen met elkaar. Je bestudeert aandachtig de opsommingen.

Je leert een aantal begrippen uit het hoofd. Tijdens het leren luister je ook naar de radio.

Je ondervraagt jezelf en controleert of je het antwoord kent op de verschillende oefeningen in het boek.

Een spreekbeurt (zie p. 6 en 7)

Taken, spreekbeurten, groepswerk ... dagelijkse kost.

Ook deze opdrachten hebben een gegevensverwerkend proces.

Je maakt een spreekbeurt voor de les Nederlands.

1 Je typt de spreekbeurt uit in het programma Word.

2 Je zoekt foto’s op het internet en plaatst ze in de tekst.

3 De computer verwerkt alles tot een mooie lay-out.

4 Je bewaart de tekst op een USB-stick.

5 Tijdens je spreekbeurt deel je een samenvatting uit aan je klasgenoten en toon je de foto’s op het digitaal bord.

Vul de vijf bovenstaande zinnen in bij een passende afbeelding van het gegevensverwerkend proces: invoer, verwerking, opslag en uitvoer.

Invoer en uitvoer (zie p. 6 en 7)

Een roltrap en een automatische deur Ook bij een roltrap en automatische deur is er sprake van in- en uitvoer. Vul in.

Invoer:

Verwerking: de processor ontvangt de gegevens en de roltrap start.

Uitvoer:

Invoer:

Verwerking: de processor ontvangt de gegevens en de deur gaat open en dicht.

Uitvoer:

Overal sensoren (zie p. 6 en 7)

Invoer gebeurt niet altijd met de gekende randapparaten zoals een scanner. Vaak wordt een sensor gebruikt voor de invoer. Een sensor is een kunstmatige uitvoering van wat in de biologie een zintuig wordt genoemd. Je kunt er dus mee zien, horen, voelen ... Een gemiddelde smartphone heeft minstens 10 sensoren met verschillende toepassingen. Hieronder vind je de meest bekende sensoren.

Sensoren en hun omschrijving

Wat meet elke sensor?

Vul de juiste sensor in bij de juiste omschrijving.

>

• Je kunt een foto of video maken.

• Je kunt een selfie of fotografisch zelfportret maken.

Sensoren

Beeldsensor

Geluidssensor

Bewegingssensor

Lichtsensor

Temperatuursensor

Vingerafdruksensor

>

• Dit is het bewegingselement in je smartphone.

• 10 000 stappen per dag is goed voor de gezondheid.

>

• Op die manier kunnen ze je horen aan de andere kant.

• Spraakcommando’s en zoekopdrachten inspreken.

>

• Je hoeft geen wachtwoord of code in te typen.

Je kunt inloggen met je vinger.

• Een extra laag van beveiliging wordt toegevoegd aan je smartphone.

>

• Hiermee wordt de hoeveelheid licht gemeten in de omgeving.

• De helderheid van het scherm kan zo aangepast worden.

>

• Ooit al eens je smartphone in de volle zon laten liggen?

Dan wordt die automatisch uitgeschakeld.

• Het kan zowel de temperatuur binnen als buiten je smartphone meten.

Veiligheid boven alles (zie p. 8 t.e.m. 11)

Opslaggeheugens mogen niet zomaar losgekoppeld worden van een computer.

Een stappenplan om een USB-sleutel veilig te verwijderen Volg het stappenplan en denk na over de gevolgen van het niet juist verwijderen van een USB-sleutel.

In het systeemvak vind je het pictogram hardware veilig verwijderen en media uitwerpen

Je krijgt een bericht van de aangesloten apparaten. Klik op het apparaat dat je wilt verwijderen.

Wat kan er gebeuren als je dit niet doet?

Welk label past bij welk toestel? (zie p. 8 t.e.m. 13)

Drie toestellen en drie labels Verbind de toestellen met een passend label.

Camera: aanwezig

Batterij: aanwezig

Aanraakscherm: ja

Scherm diagonaal: 11 inch

Besturingssysteem: iOS

Opslagcapaciteit: 250 GB

Camera: -

Batterij: -

Aanraakscherm: -

Scherm diagonaal: 25 inch

Besturingssysteem: Windows

Opslagcapaciteit: 250 GB

Camera: aanwezig

Batterij: aanwezig

Aanraakscherm: aanwezig

Scherm diagonaal: 4,7 inch

Besturingssysteem: Android

Opslagcapaciteit: 32 GB

Herken het besturingssysteem (zie p. 14 en 15)

Ieder toestel heeft een besturingssysteem. Niet alle toestellen gebruiken hetzelfde besturingssysteem.

Foto’s van toestellen

Vul de naam in van het besturingssysteem bij elk toestel.

Russ / Shutterstock.com

Wat is een Chromebook? (zie p. 14 t.e.m. 17)

Een Chromebook is een goedkoper alternatief voor laptops met een Windows of MacOS besturingssysteem. Chromebooks werken met het besturingssysteem Chrome OS. Dat betekent dat Windows of Mac programma’s niet werken op deze apparaten.

Maak een vergelijking tussen een Chromebook en een laptop. Vul de nummers van de begrippen aan in de cirkels tussen de laptops.

1 Besturingssysteem 2 Apps en programma’s 3 Batterij 4 Webbrowser 5 Clouddienst Chromebook

De top 10 apps van de klas (zie p. 16 en 17)

Dagelijks gebruik je apps. Maar welke apps zijn voor jou de belangrijkste?

Stel een top 10 samen van jouw meest gebruikte apps. Gebruik de stickers die je terugvindt in de module.

Herken jij deze programma’s? (zie p. 16 en 17)

Een computer zonder programma’s of apps, daar ben je niets mee.

De logo’s en functies van enkele programma’s Verbind de logo’s en de taken van deze programma’s met elkaar. Vul de naam in van de programmagroep boven de afbeeldingen.

• Ik surf naar de site van de school.

• Ik zoek naar informatie via Google.

• Ik schrijf een gedicht.

• Ik schrijf een verhaal.

• Ik maak een verslag.

‘Net’werken:

• Ik bereken mijn uitgaven van deze maand.

• Ik maak een grafiek.

• Ik bereken het gemiddelde van een reeks getallen.

• Ik maak een fotocollage.

• Ik voeg een tekst toe aan een foto.

• Ik maak een stop-motion filmpje.

• Ik voeg ondertitels toe aan een filmpje dat ik opgenomen heb.

denk eerst goed na. (zie p. 22 t.e.m. 25)

Mogelijkheden van een netwerk

1 Je kunt randapparatuur delen.

2 Belangrijke gegevens kunnen misbruikt worden.

3 Je kunt bestanden delen.

4 Virussen hebben toegang tot alle computers.

5 Samenwerking is mogelijk.

6 Je kunt internet over meerdere pc’s delen. Vul de voor- en nadelen van een netwerk in.

• Ik stel mezelf voor met een presentatie.

• Ik toon de grote lijnen van mijn spreekbeurt.

Eerst aanmelden! Vergeet ook niet af te melden. (zie p. 22 t.e.m. 25)

Welke gegevens heb je nodig om je aan te melden bij een netwerk?

Wat is een goed of slecht wachtwoord? (zie p. 26 en 27)

Gebruik jij een veilig en uniek wachtwoord?

Dan ben je goed beschermd tegen cybercrime of internetcriminaliteit.

Het is tijd om mijn wachtwoord opnieuw te wijzigen! Ik kan beter iets eenvoudig kiezen zodat het me kan herinneren!

Maak het niet te eenvoudig! Je wachtwoord moet makkelijk te onthouden zijn, maar moeilijk om te raden.

13 wachtwoorden

Vul de wachtwoorden aan in de juiste kolom. In de rode kolom vul je de zwakke en slechte wachtwoorden in. In de groene kolom vul je de sterke en goede wachtwoorden in.

• 123456

• Pvdwa@ijs

• qwerty

• DzIkLe2019§

• 123456789

• welkom!

• 12345

• Max2000

• wachtwoord

• 12345678

• DK2019!BRz5!a

• Karel1999

• Van0258

Woordzoeker

Zoek de onderstaande woorden.

Android

Beeldscherm

Besturingssysteem

Chrome

Netwerk

Invoer

Laptop

Moederbord

Opslaggeheugen

Printer

Processor

Smartphone

Smartwatch

Tablet

Toepassingssoftware

Toetsenbord

Uitvoer

Verwerking

Wachtwoord

Werkgeheugen

Windows

STUDIEWIJZER

Ik heb de leerstof onder de knie

Ik twijfel nog vaak.

Ik begrijp wat hard- en software is.

Ik begrijp dat een computer werkt volgens invoer, verwerking en uitvoer.

Ik begrijp wat een besturingssysteem is.

Ik begrijp wat een informatieverwerkend systeem is.

Ik begrijp dat een informatieverwerkend systeem meer is dan enkel een computer.

Ik begrijp wat toepassingsprogramma’s zijn.

Ik begrijp dat er verschillende soorten toepassingprogramma’s zijn.

Ik ken de onderdelen van de startpagina van Windows.

Ik kan vensters openen en sluiten.

Ik kan vensters vergroten en verkleinen.

Ik kan een venster verplaatsen.

Ik kan twee vensters naast elkaar zetten.

Ik kan een veilig wachtwoord aanmaken.

Ik begrijp wat cyberpesten is.

Ik begrijp wat sexting is.

Ik begrijp wat catfishing is.

Ik begrijp het belang van afspraken voor communicatie op sociale media.

Ik pas de gedragsregels en richtlijnen voor het gebruik van sociale media toe.

Ik maak nog fouten

De computerklas van de toekomst

In deze module heb je kennisgemaakt met hard- en software. ICT-lessen volg je in een klas. Hoe zie jij de toekomstige klas?

Organiseer een debat met je leerkracht en maak een schets van jouw klas van de toekomst.

- Kies je voor desktops, laptops, tablets of VR-brillen?

- Welk besturingssysteem wil je gebruiken?

- Kies je voor betalende of vrije software?

- Hoe zou je het lokaal indelen?

- ...

- https://www.scholierenkoepel.be/kennisbank/scholieren-over-de-toekomst-van-artificiele-intelligentie-en-vr-in-de-klas

- https://news.sky.com/story/uks-first-teacherless-ai-classroom-set-to-open-in-london-13200637

Wil je meer weten over deze methode ICT? Surf naar enter.diekeure.be

Heb je vragen of wens je een presentatie op school? Contacteer jouw educatief adviseur.

850001402

Colofon

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.