Bedrijven hebben ons nodig. Eerst en vooral om er te komen werken, maar ook om hun producten te kopen, met het inkomen dat we er verdiend hebben. Aan welke producten zullen we geld uitgeven? En denken we daarbij aan onze ecologische voetafdruk?
Een samenleving zonder bedrijven is onbestaande. Zonder bedrijven had je geen fiets, droeg je geen kleren en had je deze ochtend geen ontbijt. Maar hoe werkt een bedrijf?
En welke ‘soorten’ bedrijven bestaan er?
Zowel bedrijven als gezinnen kunnen ervoor kiezen om een deel van hun winst of inkomen te investeren in goede doelen. Zo kunnen er bijvoorbeeld dokters mensen onderzoeken die daar anders geen middelen voor hebben. Welke goede doelen bestaan er nog?
Zowel bedrijven als gezinnen ondervinden invloed van de overheid. Die overheid is op verschillende niveaus actief: zowel federaal (België) als regionaal (Vlaanderen) en lokaal (je gemeente). Hoe en waar hebben die overheden een invloed op jouw leven?
Duid hieronder per ‘koppel’ foto’s jouw HOT aan door het bolletje groen te kleuren en jouw NOT aan door het bolletje rood te kleuren.
Bespreek de gemaakte keuzes. Misschien zullen jouw keuzes na het doornemen van dit magazine veranderen?
met de auto naar school
met de fiets naar school
Londen met het vliegtuig
aardbeien in december aardbeien in zomer
Londen met de trein
kledij van Primark kledij van JBC
ik neem een bad
ik neem een douche
shoppingcentrum markt
Pink Lady Belgica appel
Starter
Lees hieronder de getuigenissen van Katinka, Matteo, Nathalie en Thomas.
Mijn eerste vakantiejob bestond uit het sorteren van diepvriesgroenten aan de lopende band. Ik deed dit ’s nachts, wat het heel lastig maakte om wakker en geconcentreerd te blijven.
arbeid uitgaven inkomen goederen en diensten Katinka
Mijn favoriete dag van de schoolweek is vrijdag. Niet alleen omdat het dan bijna weekend is, maar ook omdat ik dan wat extra zakgeld krijg om een belegd broodje te betalen in de plaatselijke supermarkt.
Ik ben altijd heel blij als ik in het begin van de maand mijn rekening zie groeien met mijn loon.
Als zaakvoerder van de plaatselijke supermarkt probeer ik ervoor te zorgen dat onze klanten kunnen genieten van verse producten van een uitmuntende kwaliteit.
De diepvriesfabriek waar Katinka werkt, heeft haar nodig om de diepvriesgroenten te sorteren. De plaatselijke supermarkt waar Matteo zijn broodje koopt, heeft hem nodig om belegde broodjes aan te verkopen. Matteo heeft bovendien ook zelf die plaatselijke supermarkt nodig om zijn broodje te kunnen kopen. Tot slot heeft Nathalie het bedrijf waarbij zij werkt nodig om loon te ontvangen.
We kunnen dus zeggen dat bedrijven gezinnen nodig hebben en omgekeerd. We spreken van een kringloop van gezinnen en bedrijven en kunnen dit schematisch voorstellen.
bedrijven gezinnen
2 4 1 3
Probeer de nummertjes die je terugvindt op de kringloop in de bolletjes bij de tekstballonnen te plaatsen.
In dit magazine gaan we de bedrijven en gezinnen verder onderzoeken en leren we over behoeftes en goede doelen.
Fact check
'Elk bedrijf moet winst maken.’
Is deze stelling volgens jou fout of juist?
Waarom denk je dat?
• Duid je mening met een pijltje aan op de fact-o-meter.
• Noteer twee goede arg menten om je mening te staven. Lees eerst nog eens goed hoe je moet argumenteren.
Argumenteren, hoe doe je dat
Soms kom je in situaties terecht waarin je de ander wilt of moet overtuigen van jouw standpunt Dit doe je door goede argumenten te geven.
1
Je neemt een standpunt in: Ik vind dat… Ik denk dat… Volgens mij…
ARGUMENT 1:
2
Je legt uit waarom je iets vindt: want… omdat… aangezien… = Argumenteren
ARGUMENT 2:
• Bespreek je standpunt met je buur.
• Gooi het ten slotte in de groep. Wat denkt de klas hierover?
Bedrijven
1. Indeling van
bedrijven
De meeste bedrijven of organisaties maken winst. Er is sprake van winst als je alle kosten aftrekt van alle opbrengsten en je een positief getal overhoudt. Dit positief getal is belangrijk als je wil dat je bedrijf of organisatie blijft voortbestaan.
Voorbeeld winstberekening:
Een jeugdbeweging verkoopt pannenkoeken ten voordele van hun jaarlijks kamp. Voor 1 kg pannenkoeken vragen ze zes euro. Zelf betaalden ze aan de fabriek 3 euro. Ze verkochten in totaal 100 kg. Zelf hadden ze 120 kg aangekocht.
• kosten: 120 x 3 euro = 360 euro
• opbrengsten: 100 x 6 euro = 600 euro
• winst: 600 – 360 euro = 240 euro
Als het hoofddoel van het bedrijf of de organisatie winst maken is, dan spreken we van een profitorganisatie (bijvoorbeeld een supermarkt). Er bestaan echter ook bedrijven die niet als hoofddoel hebben om winst te maken, maar eerder een maatschappelijk doel voor ogen hebben. We noemen dit non-profitorganisaties, meestal verenigingen zonder winstoogmerk (vzw). Ze richten zich naar kunst, politiek, ontwikkelingshulp, opvoeding en/ of gezondheidszorg (bijvoorbeeld een jeugdbeweging).
We kunnen bedrijven of organisaties ook indelen volgens hun activiteit:
1
Een productieonderneming produceert goederen. Bijvoorbeeld:
• Lotus Bakeries
• een boerderij
• een suikerfabriek
2
• Een handelsonderneming verandert niets aan het product, maar verkoopt het enkel.
Bijvoorbeeld:
• een schoenenwinkel
• Standaard Boekhandel
• Bol
• …
3
Een dienstverlenende onderneming verleent een dienst. Ook alle horecabedrijven (hotels, restaurants en cafés) zijn dienstverlenend. Bijvoorbeeld:
• bpost
• Kinepolis
• een taxibedrijf
•
Hieronder vind je verschillende logo’s. Kleur het eerste bolletje groen indien het een non-profitorganisatie is en blauw indien het een profitorganisatie is. Noteer in het tweede bolletje het cijfer 1 voor productieonderneming, 2 voor handelsonderneming en 3 voor dienstverlenende onderneming.
Er is sprake van winst als je alle kosten aftrekt van alle opbrengsten en je een positief getal overhoudt.
Bedrijven kunnen ook worden ingedeeld volgens hun hoofddoel:
1
Als het hoofddoel van het bedrijf winst maken is, dan spreken we van een profitorganisatie
Bedrijven kunnen worden ingedeeld volgens hun activiteit:
2
Als het hoofddoel van het bedrijf een maatschappelijk doel is, dan spreken we van een non-profitorganisatie.
1
Een productieonderneming produceert goederen.
2
Een handelsonderneming verandert niets aan het product en verkoopt enkel de goederen.
OPDRACHT
1
Zet een kruisje in de juiste kolom.
1. Artsen Zonder Grenzen
2. mijn school
3. Coca-Cola
4. Het Rode Kruis
5. IKEA
6. het ziekenhuis
7. Danone
8. Kinepolis
9. Greenpeace
10. BMW
11. Amnesty International
12. Hawaian Poké Bowl
3
Een dienstverlenende onderneming verleent een dienst. Ook alle horecabedrijven zijn dienstverlenende bedrijven.
OPDRACHT 2
Ga na of de webwinkel van Sam in de maand juli winst maakte.
Sam
Sam verkoopt via haar webwinkel gepersonaliseerde T-shirts. In de maand juli verkocht ze voor € 840 aan producten. Ze betaalt elke maand € 12 kosten voor het beheer van haar website en het betaalsysteem. Het aankopen van de T-shirts kostte haar € 320. Alle andere onkosten(materiaal, elektriciteit …) bedroegen € 115.
• Markeer de opbrengsten in de tekst geel.
• Markeer de kosten in de tekst groen.
• Bereken de totale opbrengsten.
• Bereken de totale kosten.
• Kruis de correcte stelling aan en noteer het juiste bedrag erbij.
De webwinkel van Sam maakt winst, namelijk €
De webwinkel van Sam maakt verlies, namelijk €
Ga na of de actie van de klas van Davy winst maakte.
Davy
De klas van Davy organiseerde een actie op school in het kader van SchoolFood4change. Er werd verse soep gemaakt en verkocht voor dit goede doel van Rikolto. Er werd voor € 42,50 groenten gekocht bij het plaatselijke landbouwbedrijf. De leerlingen ontwierpen een leuke banner die ook de volgende jaren gebruikt zal worden. Die banner kostte normaal € 52, maar het printbedrijf sponsorde de actie zodat maar de helft betaald moest worden. Het andere nodige materiaal mocht van de directeur gratis gebruikt worden. De soep werd tijdens twee middagpauzes verkocht aan € 1 per beker. De eerste dag werden 88 bekers verkocht, de tweede dag 112 bekers.
• Markeer de opbrengsten in de tekst geel.
• Markeer de kosten in de tekst groen.
• Bereken de totale opbrengsten.
• Bereken de totale kosten.
• Kruis de correcte stelling aan en noteer het juiste bedrag erbij.
De actie van de klas van Davy maakt winst, namelijk € .
De actie van de klas van Davy maakt winst, namelijk € .
OPDRACHT
Plaats elk bedrijf op de juiste plaats aan de hand van de nummers.
Waaruit bestaat je lunch? Analyseer de bedrijven die nodig waren voor de productie en verkoop ervan, en noteer telkens een of twee voorbeelden in de juiste kolom.
Maak kennis met Adil, Bart, Céline, Evert, Farid en Gina. Ze werken in The Belgium Chocolate Factory en hebben elk hun eigen taak. Ze vertellen wat ze gisteren gedaan hebben.
Ik heb gisteren het transport geregeld voor een grote bestelling paaseitjes, maar ik bekeek ook de voorraad in ons magazijn.
Op elke vergadering ben ik aanwezig en zal ik beslissingen nemen. Gisteren werd ik nog geïnterviewd door Iedereen Beroemd.
Ik zorgde gisteren voor de betaling van alle personeelsleden. Maar ook de inkomende en uitgaande facturen werden door mij netjes geklasseerd.
Gisteren heb ik de hele dag blokken chocolade verwerkt tot pralines. Eerst chocolade langzaam laten smelten, dan in mallen gieten en bewerken.
Plaats hieronder de nummers van de personen in de juiste vakjes.
Directie
Aankoop
Productie
Verkoop
Administratie
Logistiek
Gisteren heb ik bij de groothandelaar blokken chocolade besteld. Goed voor 15 kg witte chocolade en 25 kg melkchocolade. Daar maken onze chocolatiers dan pralines van.
Ik zorg dat er geld binnenkomt in onze onderneming. Gisteren verkocht ik aan enkele patissiers, maar ik zorgde ook voor een contract met de supermarktketen Okay.
CEO (Chief Executive Officer) is de Engelse term voor Directeur. Deze persoon leidt het bedrijf en neemt belangrijke beslissingen.
Deze persoon zorgt ervoor dat alle nodige goederen en diensten aangekocht worden zodat het bedrijf kan draaien.
Hier worden goederen geproduceerd of gemaakt. Ze leiden naar het eindproduct dat verkocht zal worden.
Deze persoon zal instaan voor het verkopen van het product aan een consument of aan een ander bedrijf.
Kantoorwerk. Het bijhouden van de boekhouding: inkomende en uitgaande facturen, betalen van werknemers, correspondentie…
Organiseren en efficiënt plannen zodat de goederen op het juiste moment op de juiste plaats worden geleverd.
In een bedrijf kunnen er verschillende afdelingen zijn:
Iemand van de aankoop zorgt ervoor dat alle nodige goederen en diensten aangekocht worden zodat het bedrijf kan draaien.
1 4 2 5 3
Iemand van de administratie doet aan kantoorwerk zoals het bijhouden van de boekhouding.
Iemand van de productie zorgt ervoor dat er goederen gemaakt worden, wat zal leiden tot het eindproduct dat verkocht zal worden.
Door te organiseren en efficiënt te plannen, moet iemand van de logistiek ervoor zorgen dat goederen op het juiste moment op de juiste plaats worden geleverd.
OPDRACHT 5
Georges en Billie zijn twee goede vrienden die twee jaar geleden een eigen koffiebranderij hebben opgestart. Onder de naam Koffiekameraden zijn ze ondertussen al bekend in de horeca en hebben ze ook al verschillende mensen in dienst. Zet een kruisje bij welke afdeling deze werkzaam zijn.
Iemand van de verkoop staat in voor het verkopen van het product aan een consument of aan een ander bedrijf.
Een CEO of directeur leidt het bedrijf en neemt belangrijke beslissingen.
1. Ayline bezoekt restaurants en hotels om hen te overtuigen de koffie van Koffiekameraden te (ver)kopen.
2. Billie koopt koffie aan in Peru.
3. Er wordt een speciale kerstkoffie op de markt gebracht. Chloé zorgt voor een nieuwe naam, een feestelijke verpakking en bepaalt de verkoopprijs.
4. David werkt aan de lopende (koffie)band. Hij maalt de gebrande koffie en verpakt deze in luchtdichte zakjes.
5. Emma houdt de voorraden in het oog en zorgt voor het vervoer van de verschillende verkochte koffieproducten.
6. Fiedl maakt de facturen voor de klanten en houdt goed bij dat elke klant de koffie betaalt.
7. Georges bezocht vorig jaar een internationale koffiebeurs en verkocht er enkele dozen koffie.
8. Hannes is specialist in boekhouden en stelt de jaarlijkse belastingaangifte op.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) betekent dat een bedrijf niet alleen winst nastreeft, maar tijdens het produceren ook rekening houdt met mens, milieu en maatschappij. Men spreekt van de 3 P’s: People, Planet en Profit.
In 2004 doet Teun van de Keuken (een journalist van het tv-programma Keuringsdienst van Waarde) een onderzoek naar slavernij in de cacaoplantages. Hij ontdekt dat chocoladerepen die je in de winkel koopt, gemaakt worden door kindslaven. Ondanks de tegenwind die hij krijgt, lukt het toch om een bedrijf te starten dat als doel heeft om de slavernij uit de chocoladewereld te bannen: Tony’s Chocolonely.
60% van de cacaobonen komen uit Ghana en Ivoorkust (West-Afrika). Die bonen worden geteeld op meer dan 2 miljoen boerderijtjes, waar ze worden opgekocht door enkele grote bedrijven. Westerse bedrijven verwerken de bonen tot cacaoboter en cacaopoeder. Callebaut is hierbij een grote wereldspeler. Chocolademakers verwerken het tot repen, voorzien ze van een leuke wikkel en stoppen ze in dozen die verkocht worden aan de winkeliers.
Niets mis mee?
Deze keten kan je vergelijken met een zandloper. Miljoenen boeren in Afrika 1 zorgen voor het basisproduct. Miljarden consumenten kopen een heerlijke reep 3 . Daar tussenin zitten enkele multinationals 2 die liefst een zo laag mogelijke prijs geven aan de boeren.
Op de 2,5 miljoen boerderijen werken 2,3 miljoen kinderen. Dat is niet noodzakelijk verkeerd. Als een kind mama of papa even helpt na schooltijd met het oprapen van cacaobonen, dan is daar niets mis mee. Maar helaas is het anders. Meer dan 2 miljoen kinderen werken illegaal en in gevaarlijke omstandigheden en dat is niet normaal.
Dat kan dus anders. Het Nederlandse Tony Chocolonely produceert repen met 100% slaafvrije cacao. De bonen zijn volledig traceerbaar en worden bij Callebaut apart verwerkt. De boeren krijgen hiervoor een extra premie (ongeveer 20% extra). Met de normale prijs die ze krijgen zullen ze immers nooit boven de armoedegrens komen. Het bedrijf investeert in lokale cacaoplantages en werkt steeds minstens 5 jaar samen. Zo kan met de plantage bekeken worden hoe de productie en de kwaliteit van de bonen beter kan.
• Lees de uitspraken hieronder en geef ze een score. Als je volledig akkoord gaat, geef je een 10. Als je helemaal niet akkoord gaat, geef je een 1. Bespreek en vergelijk met je klasgenoten.
Ik wil meer betalen voor een reep chocolade als ik weet dat de boer die de bonen levert een correcte prijs krijgt.
Het is aan de winkel om slaafvrije repen in de rekken te leggen en de andere niet aan te bieden.
De overheid moet zorgen dat er geen slaven meer werken op de cacaoplantages.
Onze school zet in op duurzame producten.
Voorbeeld 1: Tony’s Chocolony
Voorbeeld 2: de korte keten
Ieder product dat we kopen, heeft een bepaalde weg afgelegd. We spreken hierbij van een keten Sommige producten komen in handen van heel wat bedrijven terecht, soms zelfs wereldwijd, en hebben dus een lange keten (zoals de chocolade van Tony). Andere producten worden lokaal geproduceerd en geconsumeerd, en hebben dus eerder een korte keten.
Herinner je je nog onderstaande keuze die je moest maken bij de ‘HOT OR NOT’ in het begin van dit magazine?
Pink Lady:
De Pink Lady appel wordt gekweekt in NieuwZeeland en groeit onder andere in Catalonië (Spanje) en Zuid-Tirol (Italië). Van daaruit wordt ze getransporteerd naar ons land. Via het verdeelcentrum van je supermarkt wordt ze verdeeld over verschillende vestigingen in je stad.
Belgica appel:
Je kan echter ook Belgische appeltjes rechtstreeks bij de appelboer kopen, bijvoorbeeld de Belgica appel.
• Noteer de keten van zowel de Pink Lady appel als de Belgica appel.
Pink Lady:
Belgica appel:
• Merk je op waarom men spreekt van een korte en lange keten?
• Bespreek de voor- en nadelen van een korte keten en denk even na welke verkooppunten uit de buurt de korte keten in de praktijk brengen.
Ondernemingen die maatschappelijk verantwoord ondernemen, doen vaak ook hun best om hun keten zo kort mogelijk te houden (de P van planet).
Bij maatschappelijk verantwoord ondernemen spreekt men van de drie p’s:
1
People wil zeggen dat men rekening houdt met mens en maatschappij (zoals arbeidsomstandigheden, geen discriminatie …)
2
Planet wil zeggen dat men rekening houdt met het milieu (zoals hernieuwbare energie, geen vervuiling …)
3
Profit wil zeggen dat men winst nastreeft (zoals aandelen uitkeren, kosten besparen …)
Een product heeft een lange keten als het in handen is geweest van heel wat bedrijven, soms zelfs wereldwijd.
Een product heeft een korte keten als het lokaal geproduceerd en geconsumeerd wordt.
OPDRACHT
Markeer hieronder de bedrijven die volgens jou verantwoord ondernemen. Zet ook een kruisje bij de P waarop deze bedrijven vooral inspelen. Zet ook een kruisje als het bedrijf niet goed bezig is. Beargumenteer en bespreek met je klasgenoten.
1. Het schoonmaakbedrijf CARE richt voor haar medewerkers een ‘bouwreis’ in naar ontwikkelingslanden. Daar helpen ze mee aan het bouwen van woningen voor de lokale bevolking.
2. Het kledingmerk Patagonia maakt fleeces die volledig bestaan uit gerecycleerde petflessen.
3. Een cosmeticabedrijf onderwerpt ieder nieuw product aan enkele dierenproeven.
4. Het Stockholm Waterfront Hotel verwerkte meer dan 10 000 m² zonnepanelen in de glazen façade en gebruikt het water van het meer om het hotel af te koelen in de zomer.
5. De Belgische keten Exki gebruikt enkel bio-seizoensgroenten die aangekocht worden bij lokale boeren. De meubels in hun restaurants zijn gemaakt van recuperatiehout.
6. In Nederland loost een chemisch bedrijf giftig afval in de Maas.
7. Het Belgische Edgar & Cooper schenkt steeds een percentage van haar winst aan een goed doel.
8. La ferme Nos Pilifs in Neder-Over-Heembeek stelt werknemers met een lichte handicap te werk.
9. De firma Ecover garandeert dat haar leveranciers zich aan eerlijke arbeidsvoorwaarden houden.
10. Fairebel is een coöperatieve die melk onder een eigen merk verkoopt aan warenhuizen. Het garandeert een correct loon voor iedere schakel in de keten.
11. Fairebel gebruikt haar winst om een melktankwagen te kopen, zodat de kosten van externe partners worden verminderd.
12. Een internationale modeketen betaalt de arbeiders in Bangladesh een loon van € 2 per dag.
13. Ben & Jerry’s kopen al hun ingrediënten bij fairtradeproducenten. Zo krijgen de boeren een eerlijk loon.
14. Werknemers van een Chinees kledingmerk werken 18 uur per dag en krijgen 4 cent per afgewerkt kledingstuk.
15. Het Nederlandse ProRail reduceert de CO2-uitstoot door de aanleg van zonnepanelen op treinstations. Het onderzoekt ook de mogelijkheid om zonnepanelen te verweken in geluidschermen.
Gezinnen
1. Inkomsten van een gezin
Een gezin kan op verschillende manieren een inkomen verdienen, namelijk:
• uit arbeid
• uit vermogen
• uit sociale vergoedingen
• door toeval
Probeer in het verhaal van Timo en het verhaal van zijn ouders de aangeduide inkomens correct toe te kennen aan een categorie door het in het juiste kleur te markeren.
TIP Er blijven drie inkomens over die je niet onmiddellijk kan toewijzen.
Timo is dertien. Sinds 1 september krijgt hij elke week 10 euro als zakgeld. Dat mag hij gebruiken als hij op school een broodje wil eten. Maar hij probeert het geld vooral te sparen. Hij heeft immers een plan om later zelf T-shirts te bedrukken en te verkopen. De ontwerpen heeft hij al gemaakt, maar het startbedrag heeft hij nog niet.
Gelukkig was er de kerstperiode. In de kerstvakantie heeft Timo zijn peter geholpen met enkele schilderwerkjes. Hij heeft hiervoor 90 euro gekregen. Met Nieuwjaar kreeg Timo van zijn tante 50 euro en ook zijn grootmoeder gaf hem 50 euro. Op het kerstfeest lag er bij elk bord een kraslotje van de Nationale Loterij. En jawel! Timo won hier 5 euro mee.
Net na Nieuwjaar plaatste Timo dit geld op zijn spaarrekening. Op zijn uittreksel zag hij goed nieuws: de bank had zijn rekening verhoogd met 7,50 euro intrest.
De ouders van Timo zijn dit jaar 15 jaar getrouwd. Ze hebben drie kinderen, waarvan Timo de oudste is. Voor deze drie kinderen krijgen ze samen een groeipakket van 480 euro.
Dat wordt elke maand op hun rekening gestort door de overheid.
De papa van Timo werkt als arbeider in een fabriek. Hij ontvangt hiervoor elke maand een loon. Dat is gemiddeld 1940 euro. De mama van Timo werkte halftijds als secretaresse, maar is sinds vorige maand werkloos. Ze kreeg vorige maand 1369 euro werkloosheidsvergoeding.
Op een camping in Blankenberge hebben de ouders een leuke mobilhome. In de maand juli beleeft de familie daar steeds fijne vakantiemomenten. In augustus verhuren ze de mobilhome aan vrienden. Dat bracht vorige jaar 1680 euro op.
Ook zij hebben een spaarrekening. De intresten bedroegen vorig jaar 135,25 euro.
In dit magazine gaan we dieper in op het inkomen uit arbeid.
MERK OP: in het magazine Grinta leer je meer over lonen en sociale vergoedingen.
De meeste gezinnen halen hun inkomen uit arbeid. Als iemand onder het gezag van een werkgever werkt en daarvoor een vergoeding krijgt, noemen we die persoon een werknemer. Er zijn echter ook heel wat mensen die hun eigen baas zijn en dus zelfstandig werken.
Plaats bij de foto’s hieronder in het bolletje W als het gaat om een werknemer en Z als het gaat om een zelfstandige. Bespreek de voorbeelden waarbij je twijfelt.
Een gezin kan op verschillende manieren een inkomen verdienen:
uit arbeid uit vermogen uit sociale vergoedingen door toeval
Het verschil tussen een werknemer en een zelfstandige:
1 1 2 2 3 4
Als iemand onder het gezag van een werkgever werkt en daarvoor een vergoeding krijgt, noemen we die persoon een werknemer
OPDRACHT 7
Kruis aan bij welk soort onderneming en organisatie de mensen werken. Kruis ook aan of ze als werknemer of zelfstandige werken.
Er zijn echter ook heel wat mensen die hun eigen baas zijn en dus zelfstandig werken.
Kaat is advocaat.
Adil werkt bij het klusbedrijf De kabouters
Tommy heeft zijn eigen kledingwinkel.
Dokter Oetker is chirurg.
Nancy is secretariaatsmedewerker bij een taxibedrijf.
Leo werkt aan de lopende band bij koekjesfabrikant LU.
Zoek de elementen die bij de fotootjes horen. Kleur de hokjes in hetzelfde kleur als de omranding van de bijhorende foto.
leeftijd 19 38 42 60 53 beroep poetshulp ICT-manager zelfstandige tuinaannemer jobstudent bij Colruyt buschauffeur bij De Lijn
netto 1300 euro of 9,66 euro per uur 1600 euro 1900 euro zonder supplementen voor avondof weekendwerk
aantal jaren in dienst
Eerst reed ik 15 jaar rond in taxi’s en limousines. Ondertussen werk ik al een flink aantal jaren als buschauffeur.
uren per week 40, maar mijn positie vereist dat ik op elk moment bereikbaar ben.
Na mijn opleiding in de afdeling tuinbouw heb ik eerst 10 jaar in dienst van een tuinaannemer gewerkt. Ondertussen ben ik al 10 jaar zelfstandige.
Na mijn studies heb ik een maand gewerkt bij een supermarkt als vakantiejob. Nu werk ik er elke zaterdag en tijdens de maand juli een volledige maand.
4200 euro 3000 euro
Dat is mee afhankelijk van het weer. Als het vriest, heb ik weinig werk, maar als de lente start, doe ik weken van 50 uren.
37 met de mogelijkheid tot overuren.
Ik was steeds in computers geïnteresseerd en ben opgeklommen van consultant tot manager. Ik heb in mijn vele jaren ICT-werk in een tiental firma’s gewerkt. Ik blijf nooit langer dan vier jaar bij één werkgever.
Voltijds werken betekent bij Plus Home Service 38 uren per week.
Ik poetste vroeger af en toe, maar sinds mijn scheiding (zes jaar geleden) is het een noodzaak geworden.
Bijna 9 uren per week. In de maand juli zijn het er veel meer.
Boris Gorikson
Annabel Van Onsen
Daniël Kosynsky
Maria Minoodt
Robbe Van Roy
extra's Ik heb een eigen bestelwagen, ingeschreven in mijn bedrijfje. Andere extra’s zijn er niet. Een bedrijfswagen, hospitalisatieverzekering, maaltijd-cheques en een bonus bij goede bedrijfsresultaten.
Ik krijg een fietsvergoeding als ik met de fiets naar de gezinnen rijd waar ik help. Dat is niet enkel poetsen, maar ook koken en de was doen.
Als ik langer zou werken, dan krijg ik maaltijdcheques en korting in de winkel. Als ik ’s avonds laat rijd, krijg ik extra loon. Ook als ik in het weekend werk of op feestdagen rondrijd. Ik krijg maaltijdcheques en mag gratis gebruik maken van al het openbaar vervoer.
ten laste
Ik heb twee studerende dochters. Soms is het echt grappig: dan breng ik ze met de bus naar hun school.
tevreden Absoluut. Ik kom onder de mensen en eigenlijk heb ik geen auto nodig: ik mag overal met het openbaar vervoer naartoe.
Ik heb twee studerende kinderen aan de hogeschool. Ondertussen woon ik samen met een vriend en heb ik weer meer financiële ademruimte.
Ja! Ik wens iedereen jobvreugde toe. Ik ben ook steeds met ICT bezig: dat is een wereld die erg snel evolueert.
Ik ben getrouwd, maar de drie kinderen hebben al lang hun eigen gezin.
Zeker en vast! Ik ben mijn eigen baas. Ik werk erg veel in de gezonde buitenlucht.
Ik ben gehuwd en heb één zoon van 18, die ondertussen soms eens mee komt tuinen verzorgen. Niemand. Ik woon thuis in bij mijn ouders.
Vul onderstaande tabel correct aan op basis van bovenstaande gegevens.
productieonderneming (P) of
Zeker. De job ligt wel niet in het verlengde van mijn studies, maar ik kan er dingen door kopen die ik anders als student niet zou kunnen aanschaffen.
handelsonderneming (H) of dienstverlenende onderneming (D)?
Ik doe mijn job graag. Ik kom in zes verschillende gezinnen, waar mijn werk erg geapprecieerd wordt.
zelfstandige (Z) of werknemer (W)?
Boris Gorikson
Annabel Van Onsen
Daniël Kosynsky
Maria Minoodt
Robbe Van Roy
2. Uitgaven van een gezin
We hebben als gezin constant uitgaven.
Hieronder kan je het verhaal van Keisha lezen. Markeer de uitgaven van Keisha’s gezin.
Probeer daarna de verschillen tussen de uitgaven te ontdekken en zo tot categorieën van uitgaven te komen. TIP Een uitgave kan tot meerdere categorieën behoren.
Afgelopen zaterdag was een drukke dag: ik ging op uitstap met mijn moeder en broer. Vooraleer we vertrokken, stak mama nog vlug onze vuile kleding in de wasmachine. Vervolgens stopten we eerst aan het tankstation, want de benzine in onze tank was bijna op. We besloten om onze auto op een randparking te zetten en onze reis verder te zetten met de bus. Aangekomen bij onze bestemming aten we eerst een belegd broodje en dronken we elk een flesje Evian. Mijn broer verpestte de sfeer door te klagen dat hij een nieuwe smartphone wilde, met meer beltegoed. Ikzelf was blij om eens flessenwater te drinken. Thuis drinken we altijd kraantjeswater dankzij de Watergroep. Na de maaltijd wandelden we naar het museum. Daar struikelde mijn broer domweg over een losliggende tegel, waardoor hij zijn enkel verzwikte. Een doktersbezoek en een dosis pijnstillers zorgden er gelukkig voor dat we ons cinemabezoek van ’s avonds niet moesten verplaatsen. Laat de chocoladerepen en chips maar komen!
Keisha
We kunnen de uitgaven van een gezin onderverdelen op basis van tastbaarheid.
Producten die je kunt vastnemen, noemt men goederen
Producten die je niet kunt vastnemen, noemt men diensten
Kruis bij de uitgaven de goederen met groen aan en de diensten met rood.
We kunnen de uitgaven van een gezin onderverdelen op basis van de ecologische voetafdruk (= een getal dat weergeeft hoeveel oppervlakte er nodig is om jouw levensstijl, specifieker jouw consumptieniveau, te kunnen handhaven).
TIP We leren hier nog meer over, later in dit magazine.
Producten die een grote voetafdruk vragen, zorgen ervoor dat je veel natuurlijke hulpbronnen verbruikt, dat je veel CO2 uitstoot en/of dat je voor veel afval zorgt.
Producten die een kleine voetafdruk vragen, zorgen ervoor dat je zuiniger leeft, minder vlees eet, minder energie verbruikt, minder afval hebt…
Kruis bij de uitgaven de producten met een grote voetafdruk met groen aan en producten met een kleine met rood. Het is normaal dat je dit bij sommige producten niet gemakkelijk kunt bepalen.
kleding wasmachine benzine auto bus belegd broodje
Je kunt de uitgaven van een gezin onderverdelen op basis van vier kenmerken:
1
tastbaarheid
Producten die je kunt vastnemen, noemt men goederen
2
ecologische voetafdruk (= een getal dat weergeeft hoeveel oppervlakte er nodig is om jouw levensstijl te kunnen handhaven)
Producten die een grote voetafdruk vragen, zorgen ervoor dat je veel natuurlijke hulpbronnen verbruikt, dat je veel CO2 uitstoot en/of dat je voor veel afval zorgt.
Producten die je niet kunt vastnemen, noemt men diensten
OPDRACHT 9
Zet een kruisje in de juiste kolommen.
Producten die een kleine voetafdruk vragen, zorgen ervoor dat je zuiniger leeft, minder vlees eet, minder energie verbruikt, minder afval hebt…
3
levensduur
Producten die je meerdere keren kunt gebruiken, zijn duurzame producten of gebruiksproducten.
Producten die je slechts één keer kunt gebruiken zijn nietduurzame producten of verbruiksproducten
Producten die je nodig hebt om te blijven leven, zijn levensnoodzakelijke producten.
Producten die je niet nodig hebt om in leven te blijven, zijn nietlevensnoodzakelijke producten.
producten die veel natuurlijke hulpbronnen verbruiken, veel CO2 uitstoten en/of veel afval opleveren
producten die ervoor zorgen dat je zuiniger leeft, minder vlees eet, minder energie verbruikt … onderneming die niet veranderd aan het product, maar het wel verkoopt, bijvoorbeeld Bol.com
behoeften die iedereen heeft, bijvoorbeeld veiligheid, rechtvaardigheid of onderwijs (fysiek) werk
eerlijke handel waarbij de producent een eerlijk bedrag krijgt voor zijn producten wat met goed en kwaad te maken heeft de hoeveel oppervlakte die nodig is om je levensstijl te kunnen handhaven
onderneming die dienst verleent, bijvoorbeeld NMBS, horeca, bpost
voorstelling van bedrijven, gezinnen en overheid met geld(stippellijnen), goederenen dienstenstromen (volle lijn)
verplichte bijdrage aan de overheid, bijvoorbeeld BTW, bedrijfsvoorheffing of suikertaks
producten die je niet kan vastnemen, bijvoorbeeld een cinemabezoek of openbaar vervoer een bewuste of onbewuste ervaring van iets tekort te hebben
producten die je meerdere keren kunt gebruiken
producten die je kunt vastnemen, bijvoorbeeld een pennenzak, banaan of kleding
inkomen dat een gezin krijt bovenop het normale inkomen, bijvoorbeeld vakantiegeld of groeipakket alle goederen en diensten die moeten aangekocht worden om het bedrijf te doen draaien
het kantoorwerk van een bedrijf, bijvoorbeeld boekhouding, belastingaangifte en loondienst
het product wordt lokaal (ter plaatse) geproduceerd (gemaakt) en geconsumeerd (verbruikt)
het product is door vele handen (bedrijven) geweest eer jij het in handen krijgt (soms wereldwijd)
aankoop
aanvullend inkomen administratie korte keten lange keten
voetafdrukgrote handels- onderneming kleine voetafdruk
arbeid collectieve behoeften
ook binnen het MVO winst nastreven binnen het MVO rekening houden met het milieu binnen het MVO rekening houden met mensen e bent je eigen baas in je eigen onderneming de opbrengst min de kosten
organisatie met winst als voornaamste doel de opbrengst min de kosten
zorgt voor solidariteit tussen alle Belgen, zorgt voor een extra inkomen, bijvoorbeeld werkloosheidsvergoeding, ziektevergoeding, pensioen …
het verkopen van producten aan consumenten (verbruikers) of andere bedrijven
inkomen dat een gezin krijgt als het normale inkomen wegvalt, bijvoorbeeld pensioen, werkloosheidsvergoeding
iemand die voor een werkgever (baas) werkt en daar een loon (vergoeding) voor krijgt
producten die je niet nodig hebt om in leven te blijven
organisatie die voornamelijk een maatschappelijk doel nastreeft, bijvoorbeeld ziekenhuis, school, UNICEF
onderneming die goederen produceert het maken van goederen zodat er een eindproduct verkocht kan worden zorgt op federaal, regionaal en lokaal niveau voor de organisatie van het land
producten die je nodig hebt om in leven te blijven
een bedrijf dat niet enkel winst nastreeft, maar ook rekening houdt met mens, milieu en maatschappij de organisatie en planning van een bedrijf, ervoor zorgen dat goederen op het juiste moment op de juiste plaats geleverd worden
producten die je slechts één keer kunt gebruiken
organisatie die niet onder een overheid valt en een sociaal, maatschappelijk of politiek doel nastreeft, zonder commerciële belangen
levensnoodzakelijke producten logistiek
MVO: maatschappelijk verantwoord ondernemen met de drie P’s verbruiksproducten
RSZ: Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verkoop vervanginkomen werknemer
winst zelfstandige people planet profit
3. Maatschappelijk verantwoord consumeren
Eerder in dit magazine leerden we al over maatschappelijk verantwoord produceren. Minstens even belangrijk is dat we als consument maatschappelijk verantwoord consumeren.
• Denken we na over welke producten we (waar) kopen?
• Kiezen we voor producten waarbij de materiaalkeuze geen negatieve impact heeft?
• Krijgen de arbeiders die onze producten gemaakt hebben een eerlijk loon?
Bekijk de etiketten van je kleren en schoenen. Vind je het land van herkomst terug? Zo ja, kruis het aan in de lijst hieronder.
China
India
Myanmar
Vietnam
Pakistan
Bangladesh
Thailand
Sri Lanka
Cambodja
Turkije
Filippijnen
Italië
Spanje
Portugal
België ander:
Bekijk nogmaals de etiketten. Welke merken herken je? Doen zij aan maatschappelijk verantwoord ondernemen? Waarom zou dit in verband kunnen gebracht worden met het land van herkomst?
Waarom heb je deze kleren en schoenen gekocht? Zou je ze opnieuw kopen?
Wie verdient aan een T-shirt?
a Hoeveel procent van de verkoopsprijs van dit T-shirt gaat naar de arbeider die het produceerde?
b Geef een verklaring voor het grote percentage dat naar de winkelier gaat.
c Wat doe jij met een T-shirt dat je niet meer draagt?
Reclamecampagne en design,
€ 5
Detailhandel (personeelskosten, winkelhuur en administratie),
€ 10
Materiaalkosten, € 2,60
Transportkosten, € 2,20
Loon voor de arbeiders (uitbuiting van mensen (vaak minderjarigen), slechte arbeidsvoorwaarden, laag loon),
€ 0,20
Maatschappelijk verantwoord consumeren gaat gemakkelijker als je jou kan baseren op bepaalde labels, zoals dat van het privékeurmerk van de Fair Wear Foundation (FWF), dat onder andere garandeert dat arbeiders een eerlijk loon krijgen, en dat van Fairtrade of Biogarantie bijvoorbeeld bij koffie, dat garandeert dat de producenten extra aandacht hebben voor de ecologische, sociale en economische duurzaamheid.
Maatschappelijk verantwoord consumeren hangt sterk samen met de grootte van je ecologische voetafdruk. We leerden al eerder in dit magazine dat de ecologische voetafdruk van een persoon een getal is dat weergeeft hoeveel oppervlakte er nodig is om zijn levensstijl, specifieker zijn consumptieniveau, te kunnen handhaven en dat je op basis van de voetafdruk twee soorten producten hebt:
• Producten die een grote voetafdruk vragen, zorgen ervoor dat je veel natuurlijke hulpbronnen verbruikt, dat je veel CO2 uitstoot en/of dat je voor veel afval zorgt.
• Producten die een kleine voetafdruk vragen, zorgen ervoor dat je zuiniger leeft, minder vlees eet, minder energie verbruikt, minder afval hebt…
Onze manier van leven, en specifiek ons koopgedrag, heeft dus invloed op onze planeet.
Maatschappelijk verantwoord consumeren betekent dat je kiest voor producten waarbij de keuze voor de materialen en de productiemethode erop gericht is om een negatieve impact te beperken (bijvoorbeeld producten met een kleine voetafdruk). Je kan je hiervoor baseren op labels.
OPDRACHT 10
Bereken je ecologische voetafdruk op de website van het wnf. Sommige vragen zal je wel moeten omvormen, bijvoorbeeld als het gaat om de afstand die je aflegt naar je werk, dan maak je daarvan de afstand die je aflegt naar je school. Bespreek jouw resultaten en denk na over hoe je jouw ecologische voetafdruk kunt verkleinen door per categorie twee tips te formuleren.
Speelgoed? Kies voor hout, papier of gerecycleerde en recycleerbare stoffen.
Gebruik een droogkast in plaats van je was te laten drogen aan de waslijn.
Gebruik herlaadbare batterijen.
Plaats je koelkast naast het kookfornuis.
Schakel over naar groene stroom, die wordt opgewekt door wind- of zonne-energie.
Gebruik leidingwater in je toilet.
Breng oud speelgoed naar de kringwinkel of verkoop het op de rommelmarkt.
Doe kleine verplaatsingen met de fiets.
Laat de motor van je wagen niet stationair draaien voor een gesloten overweg.
Laat je handdoeken elke dag vervangen in het hotel en vraag hen om elke dag je kamer schoon te maken.
Recycleer je papier. Breng kurk naar een inzamelpunt. Bezorg je oude elektrische toestellen naar een recycle punt van Recupel.
OPDRACHT 12
Welke van onderstaande tips zijn duurzaam? Kleur het volledige vakje lichtgroen.
De tips die niet leiden tot een kleinere voetafdruk, kleur je niet in.
De overheid
1. Wie of wat is de overheid?
Even kennismaken met de overheid. Bekijk de foto’s en logo's hieronder en bespreek hun functie.
Plaats bij de foto’s en logo's hieronder in het bolletje een I als het gaat om inkomsten voor de overheid en een U als het gaat om een uitgave van de overheid.
De overheid bestuurt het land. Niet alle beslissingen worden op federaal niveau genomen. We overlopen hieronder de verschillende niveaus van onze overheid: federaal, regionaal en lokaal.
Federaal
België De federale overheid staat in voor nationale aangelegenheden:
• buitenlandse zaken
• justitie
• sociale zekerheid
• …
Drie gemeenschappen
Regionaal
De Vlaamse gemeenschap staat net als de Frans- en Duitstalige gemeenschap in voor:
• cultuur
• onderwijs
• taal- en persoonsgebonden domeinen
•
Drie gewesten Het Vlaams Gewest staat net als het Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest in voor:
• regiogebonden domeinen
• werkgelegenheid
• ruimtelijke ordening
• …
Lokaal
Provincies België heeft tien provincies. Deze staan in voor:
• beheer natuurgebieden en provinciedomeinen
• crisiscoördinatie
• beheer waterwegen en -overlast
•
Gemeente De gemeentes staan in voor lokale diensten:
• huisvesting
• sociale hulp
• burgerlijke stand
• …
2. Inkomsten en uitgaven van de overheid
Het inkomen dat je als werknemer op je loonbrief leest, bestaat uit verschillende delen. Het brutoloon is het totale bedrag dat je verdient. Voordat het op je rekening staat, worden hier twee bedragen van afgehouden:
De bijdrage aan de sociale zekerheid (RSZ) bedraagt een percentage van het brutoloon. Wat je daarna overhoudt, noemen we het belastbaar loon. Op dat loon wordt een voorschot op je personenbelasting afgehouden: de bedrijfsvoorheffing. Wat er dan overblijft, verschijnt op je rekening en noemen we het nettoloon.
De RSZ (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid) zorgt voor solidariteit tussen alle Belgen. Wat er ook gebeurt, de RSZ zorgt voor een inkomen. Deze dienst haalt geld op bij alle werknemers, werkgevers en de overheid, en (her)verdeelt ze op verschillende manieren als:
• groeipakket
• werkloosheidsvergoeding
• vakantiegeld
• pensioen
• ziekte- en invaliditeitsuitkering
• arbeidsongevallen en beroepsziekten
Verbind onderstaande situaties met de juiste manier van (her)verdelen.
Aïsha wordt ontslagen op haar werk en heeft nu recht op een vergoeding. vakantiegeld
Lowie en Sofie kregen een eerste kindje. Ze krijgen een geboortepremie. groeipakket
Elke dag moet Luc met zware dozen sjouwen, hierdoor heeft hij rugklachten en moet hij enkele maanden thuisblijven. pensioen
Omdat Chantal een jaar lang werkte, heeft ze in juni recht op extra geld, waarmee ze zou kunnen reizen. werkloosheidsvergoeding
Weinig gemotiveerde leerlingen en stress zorgden voor een burn-out bij leerkracht Ben.
ziekte- en invaliditeit
Hanne werd 66 en wordt gevierd op het werk. Ze mag voortaan thuis genieten van haar familie en krijgt een maandelijkse bijdrage arbeidsongevallen en beroepsziekten
De RSZ zorgt voor een aanvullend of vervangingsinkomen. Een vervangingsinkomen vervangt het normale inkomen. Een aanvullend inkomen krijg je er bovenop.
Noteer telkens twee voorbeelden.
vervangingsinkomen aanvullend inkomen
Voorbeelden
Er zijn nog meer vergoedingen dan deze die de RSZ uitbetaalt.
Voorbeelden:
• studietoelage (om een deel van de kosten voor de hogere studies van je kinderen te betalen, voor het secundair onderwijs gebeurt dit via het groeipakket)
• verbouwpremie (om een deel van je verbouwingskosten te betalen, als je minstens tien dagen een huis renoveert)
• isolatiepremie (om een deel van de kosten te betalen als je je vloer, muur of dak laat isoleren)
3. Rol van de overheid
We kunnen de overheid een plaats geven in onze economische kringloop van pagina 5.
bedrijven
overheid
gezinnen
De stippellijnen staan voor geldstromen. Je merkt dat de overheid op deze manier verbonden is met zowel gezinnen als bedrijven. Bespreek elke pijl.
De rol van de overheid kunnen we in drie categorieën verdelen.
1. Voorzien in collectieve behoeften
Iedereen heeft baat bij goed onderhouden wegen, degelijk onderwijs, goede en toegankelijke gezondheidszorg, sportinfrastructuur en goed georganiseerd openbaar vervoer. Als de overheid een suikertaks invoert, is dat in het belang van de collectieve gezondheid.
2. Rechtvaardige inkomensverdeling
Via onder andere de RSZ krijgen gezinnen een aanvullend of vervangingsinkomen. Dit leidt tot minder armoede en een stijging van het welbevinden.
3. Bijsturen van de economie
Als bedrijven het lastig krijgen, kan de overheid bijsturen: ze kan zorgen voor subsidies, goedkope leningen, bepaalde belastingen verlagen of een invoerbelasting invoeren. Als gezinnen gesubsidieerd worden voor bijvoorbeeld de aankoop van een elektrische wagen, zal ook de economie hierdoor beïnvloed worden.
OPDRACHT 13
Noteer bij elk nieuwsbericht hieronder het passende nummer van de economische kringloop hiernaast.
Zoek zelf ook één nieuwsfeit met betrekking tot onze overheid en noteer daar ook het juiste nummer bij.
GSM-en achter het stuur? Geldboete van € 174!
Naarmate een gezin meer verdient, komt het in een hoger belastingtarief terecht.
De gemeente Dendermonde voorziet in een premie bij energiebesparende investeringen.
Bedrijven betalen ook (meestal driemaandelijks) een RSZ-bijdrage voor hun werknemers.
Mijn zelfgevonden nieuwsfeit:
OPDRACHT 14
Hieronder vind je enkele voorbeelden van ingrepen door de Belgische Overheid. Welke rol wordt hiermee vervuld? Zet een kruisje in de juiste kolom.
collectieve behoeften rechtvaardigeinkomensverdeling bijsturen van de economie
1. Als je beschikt over een motorvoertuig beschikt, betaal je elk jaar een verkeersbelasting, je maakt immers gebruik van de openbare weg. Die moet aangelegd en onderhouden worden, en voorzien worden van verkeerssignalisatie.
2. Omdat goedkope Chinese elektrische wagens onze markt overspoelen, voorziet de overheid in een extra invoerbelasting.
3. Omdat de dieselprijs blijft stijgen, beslist de overheid tijdelijk de accijnzen op brandstof te verlagen. Zo dalen de kosten bij transporteurs opnieuw.
4. Wie zonder inkomen valt, kan aanspraak maken op een leefloon. Dit is een minimumloon dat volstaat om in je basisbehoeften te voorzien.
5. Wie naar een rusthuis verhuist, krijgt de zorgkosten betaalt door het RIZIV (Rijksdienst voor ziekte en invaliditeit).
OPDRACHT 15
In het cirkeldiagram hiernaast vind je de geraamde Vlaamse overheidsuitgaven voor 2025.
• Wat is (net als vorige jaren) de top 3 van uitgaven van de Vlaamse Overheid voor 2025?
• Stel: jij bent een van de Vlaamse ministers. Wat zou je willen veranderen? Welke beslissing stel je voor? Noteer je voorstel. Bespreek de haalbaarheid. onderwijs en vorming 29,91% welzijn, volksgezondheid en gezin 26,46% mobiliteit en openbare werken 9,26% kanselarij, bestuur, binnenlandse zaken en justitie 9,24% werk, economie, wetenschap, innovatie, landbouw en sociale economie 9,22% financiën en begroting 7,26% omgeving 5,83% cultuur, jeugd, sport en media 2,58% hogere entiteiten 0,24%
Behoeftes
1.Wat zijn behoeftes?
Een behoefte is een bewust of onbewust ervaren van een tekort, bijvoorbeeld de behoefte om een pizza te eten, de behoefte om een nieuwe smartphone te kopen ...
Elk mens heeft (oneindig veel) behoeften, maar niet alle behoeften zullen we kunnen bevredigen, doordat we onder meer een beperkt budget hebben. We hebben dus een keuzeprobleem of keuzeconflict Voortdurend moeten we kiezen wat we kopen en zo ontstaat er koopgedrag.
Welke behoeftes ervaar jij momenteel? Welke behoeftes zal je kunnen bevredigen en welke niet? Hoe komt dat? Bespreek.
OPDRACHT 16
We geven veel geld uit, soms te veel. Hoe kan het goedkoper? Kies twee van de onderstaande situaties en geef een goedkoper alternatief. Bespreek nadien met je klasgenoten.
Joepie! Het is je verjaardag. Dan mag jij kiezen van mama en papa wat en waar jullie iets eten. Je twijfelt tussen een pizza bij de Pizzahut of het leveren van pitta’s.
In de top 3 van ‘uitgaven van een gezin’ staat elk jaar weer de auto erg hoog genoteerd. De Belg betaalt zo bijna 3000 euro per jaar voor een eigen wagen.
Wil je ook die nieuwe film in de cinema zien? Hou rekening met de prijs. Een gezin van vier personen betaalt al snel 45 euro aan tickets en dan heb je de popcorn nog niet meegeteld.
2. Beïnvloedende
factoren
Ons koopgedrag wordt beïnvloed door verschillende factoren.
Denk even terug aan je laatste aankopen. Waarom deed je deze aankopen? Werd je hierbij beïnvloed door iets?
Persoonlijke omstandigheden
Voorbeelden van persoonlijke omstandigheden zijn jouw budget, jouw leeftijd, jouw humeur, jouw roots, jouw geloof …
Geef een voorbeeld van een aankoop die je onlangs deed omwille van persoonlijke omstandigheden.
Psychologische factoren
Door onze zintuigen (voelen, horen, zien, smaken en ruiken) nemen we bewust of onbewust prikkels waar, die we als positief of negatief ervaren, en waardoor we wel of niet overtuigd worden om iets te kopen.
Geef een voorbeeld van een aankoop die je onlangs deed onder invloed van psychologische factoren.
Sociale factoren
Door andere personen (je vrienden, familie, klasgenoten, idolen, vloggers die je volgt…) word je beïnvloed om iets al dan niet te kopen.
Geef een voorbeeld van een aankoop die je onlangs deed onder invloed van sociale factoren.
Door welke factoren laat jij jou het meest beïnvloeden? Is dat bij jouw klasgenoten ook het geval? Bespreek.
Ons koopgedrag wordt beïnvloed door drie factoren:
Ons koopgedrag wordt ook beïnvloed door reclame. Het doel van reclame is een goed of dienst aan te bevelen om de verkoop te laten toenemen.
Bekijk onderstaande reclamecampagnes en bespreek met je klasgenoten welke trucs de campagnes gebruiken om aan te zetten tot kopen en waar je die campagnes tegenkomt in het dagelijkse leven.
Reclame kan via verschillende media verspreid worden: televisie, krant, internet, telefoon, reclameborden … Media zoals Facebook, Twitter, apps, Instagram, vloggers … zijn momenteel erg in.
Waarom zou reclame nu meer via andere media verspreid worden dan vroeger? Bespreek en beargumenteer.
Reclame moet op korte tijd zo goed mogelijk een product voorstellen en werkt hiervoor met verborgen verleiders:
• logo
• slogan
• sfeer of imago
• humor
• bekende persoon
• verpakking
• acties, cadeaus, kortingen
• psychologische prijs
Probeer met je klasgenoten bij elke verborgen verleider een voorbeeld te zoeken en bespreek waar je dit voorbeeld tegenkwam in het dagelijkse leven.
Ons koopgedrag wordt ook beïnvloed door reclame. Reclame moet op korte tijd zo goed mogelijk een product voorstellen en werkt hiervoor met verborgen verleiders zoals een logo, slogan, sfeer of imago, humor, bekende persoon, verpakking, acties, cadeaus, kortingen, psychologische prijs …
OPDRACHT 18
Bespreek welke extra’s onderstaande logo’s zo creatief maken.
VGoede doelen
1.Solidariteit op elk moment
Wat begrijp jij onder het begrip solidariteit? Bekijk de voorbeelden en maak een woord met de letters die horen bij de correcte voorbeelden van solidariteit. De letters staan in willekeurige volgorde.
CYouth For Climate heeft een platform opgestart waar iedereen kan meedenken, mee stemmen en handelen voor een beter klimaat.
ASave The Children is een internationale organisatie die kinderen helpt met medische verzorging, maar evenzeer met onderwijs en bescherming.
o
Tijdens een expeditie naar de Mount Everest komt een sherpa om het leven. De expeditieleden beslissen om de tocht stop te zetten. Ze helpen de familie van de verongelukte sherpa en bekostigen alle komende schooljaren van de drie kinderen van het gezin.
SIn sommige steden vind je sociale buurtwinkels. Je kan er niet alleen (aan voordeeltarief) winkelen, er is ook een ontmoetingsruimte, huiswerkbegeleiding en gratis koffie en thee. De winkels worden open gehouden door vrijwilligers.
iMeer dan 5 miljard dollar gaf het World Food Programme van de Verenigde Naties uit aan voedsel voor vluchtelingen en hulpbehoevenden in oorlogssituaties.
MEuropeanen die er warmpjes bijzitten gaan op vakantie in een golfhotel in Thailand. Om het golfterrein aan te leggen was er 1500 kg meststof, pesticiden en onkruidverdelgers nodig en evenveel water als 60 000 dorpelingen jaarlijks nodig hebben.
TEen trol (op het internet) is een persoon die bewust een bericht plaatst met als doel woede, irritatie of een scheldpartij uit te lokken. Dit bericht is vaak onjuist of bevat foute argumenten.
eHet filmpje dat Kevin postte waarin te zien is hoe hij een leerling pestte, haalde al veel likes. Ondanks het feit dat veel klasgenoten vinden dat dit niet kan, zwijgen ze hierover.
APoverello heeft meer dan tien opvanghuizen in ons land. Je kan er voor 1 euro een warme maaltijd krijgen en voor 20 cent een warme tas soep. Bij Poverello Brussel (in de Marollen) zijn er ook slaapplaatsen. ‘Poverello is er niet voor de arme mensen, maar wel voor de rijke mensen die willen delen’.
We bezitten de aarde niet, we lenen ze van onze kinderen.
De letters die je verzamelde zijn: Het woord dat je met de letters kan vormen is:
Solidariteit betekent dat een mens zich bewust is van samenhorigheid en bereid is de consequenties te aanvaarden.
1Samenhorigheid: we voelen ons verbonden met elkaar (het tegenovergestelde van egoïsme).
2
Consequenties aanvaarden: de keuze om solidair te zijn, brengt gevolgen met zich mee die we moeten aanvaarden.
OPDRACHT 19
Zoek in je onmiddellijke omgeving naar een mooi voorbeeld van solidariteit. Kleef hieronder een bijhorende afbeelding of vermeld de werking.
Ook in je school zijn er enkele initiatieven die de nadruk leggen op solidariteit. Noteer enkele voorbeelden.
2 Wat is een ngo?
België is een land met een sterk solidariteitsprincipe. Niet alleen de overheid besteedt veel aandacht aan solidariteit. Ook een niet-gouvernementele organisatie (kortweg ngo) doet dit.
Op deze dubbele bladzijde vind je enkele bekende ngo’s. Verbind elk logo met de juiste uitlegfiche. Kan je uit deze voorbeelden afleiden wat een ngo precies is?
Sinds 2017 is dit de nieuwe naam van de Vredeseilanden. Ze betekent ‘oogst’.
Enerzijds ondersteunt deze organisatie boeren om een betere oogst te hebben. Anderzijds oogst de organisatie heel wat nieuwe ideeën om onze wereldbevolking te voeden op een duurzame manier.
In het logo herken je een mannetje, dat geïnspireerd werd op de Vitruviusman van Leonardo Da Vinci.
Deze internationale organisatie zorgt ervoor dat meisjes en jongens de kans krijgen om naar school te gaan en om zelf keuzes te maken over hun leven en hun lichaam.
Je kan deze ngo steunen door Plan Ouder te worden. Het geld gaat niet rechtstreeks naar je Plan Kind, maar zal geïnvesteerd worden in de omgeving van je Plan Kind. Een school bouw je bijvoorbeeld niet voor één kind, maar voor een gemeenschap. Deze Belgische ngo
werd opgericht in 1964. Ze heeft als doel om lepra, tbc en leishmaniasis de wereld uit te helpen.
Met meer dan 1200 medewerkers zetten ze zich in 16 landen in: dokters, verpleegkundigen en logistieke en administratieve medewerkers.
Je kent de organisatie misschien door de verkoop van stiftjes?
Handel is een krachtige hefboom voor duurzame ontwikkeling.
Maar heel wat producenten in het Zuiden krijgen geen eerlijke kans op de wereldmarkt. Deze organisatie geeft hen dat wel, door samen te werken met de lokale boeren en hen een eerlijke prijs te geven voor hun producten.
De naam van de organisatie is de afkorting van Oxford Committee for Famine Relief.
Samen met zo’n 130 lokale organisaties in Afrika, LatijnsAmerika, Israël en Palestina strijdt deze Vlaamse ngo tegen armoede en ongelijkheid. Drie thema’s zijn hierbij belangrijk: recht op voedsel, duurzaam beheer van natuurlijke rijkdommen en inspraak en vrede.
In het logo herken je vier werkende mensen die samen een wereldbol vormen.
Vooral rond 11 november voert deze Vlaamse ngo campagne tegen onrecht. Maar ook tijdens de andere maanden bundelen ze de krachten van tientallen organisaties en tienduizenden vrijwilligers.
Iedereen (in Noord, Zuid, Oost en West) moet immers een menswaardig leven kunnen leiden. In het Zuiden zorgen ze voor een tolerante maatschappij tegen ongelijkheid.
Deze ngo is de grootste humanitaire organisatie ter wereld. Ze werd opgericht door een Zwitserse bankier die het kruis van de Zwitserse vlag koos als logo.
Deze organisatie verleent humanitaire hulp aan slachtoffers van natuurrampen en gewapende conflicten.
Ze zorgen in Vlaanderen ook voor ziektevervoer, hulp bij rampen en evenementen en je kan er ook terecht voor een opleiding.
Deze internationale ngo is het kinderfonds van de VN. Ze ziet erop toe dat de kinderrechten overal ter wereld worden nageleefd.
Samen met zusterorganisaties helpen ze kinderen in situaties van ziekte, geweld, armoede en discriminatie.
De naam van de organisatie is de afkorting van United Nations International Children’s Emergency Fund.
Deze internationale organisatie zorgt met honderden projecten in tientallen landen voor de slachtoffers van oorlogen, rampen en epidemieën.
In 1999 won de organisatie de Nobelprijs voor de Vrede. Het gekregen geld werd onmiddellijk gebruikt voor betaalbare medicijnen voor de armste bevolkingsgroepen in de wereld.
Deze vzw bestaat ondertussen al meer dan 50 jaar en bestrijdt de armoede in eigen land. Maar liefst 1 op 7 mensen hier in België leven in armoede. Daar willen zij iets aan doen. Ze doen dit door heel wat kleinschalige projecten te ondersteunen, campagne te voeren tijdens de Advent en acties op te zetten waarmee ze geld inzamelen voor hun werking. Een van hun acties ken je misschien: Soep op de stoep.
Tijd voor groepswerk. Verdeel de klas in groepjes van drie of vier leerlingen.
• Kies een ngo.
• Ga op zoek naar informatie (historiek, foto's, statistieken) over de ngo.
• Welke activiteiten (of acties) spreken jullie aan? Wat is het doel van de ngo?
• Giet alles in een presentatie die jullie brengen voor de klasgenoten.
Fact check
REVISITED
We nemen nog even de stelling van de Fact Check onder de loep.
'Elk bedrijf moet winst maken.’
• Toen dacht ik dat de stelling was.
Nu denk ik dat de stelling is.
Juist Fout
• Staaf je antwoord met twee nieuwe argumenten.
Argumenteren, hoe doe je dat
Soms kom je in situaties terecht waarin je de ander wilt of moet overtuigen van jouw standpunt Dit doe je door goede argumenten te geven.
1
Je neemt een standpunt in: Ik vind dat… Ik denk dat… Volgens mij…
ARGUMENT 1:
2
Je legt uit waarom je iets vindt: want… omdat… aangezien… = Argumenteren
ARGUMENT 2:
Puzzel
Vul het kruiswoordraadsel in en vorm met de ingekleurde letters een nieuw begrip.
Horizontaal
1 niet-gouvernementele organisatie
5 product dat je niet kan vastnemen
7 je ziet het overal (krant, tijdschrift, televisie …) en het heeft als doel dat je een goed of dienst aankoopt
9 verzamelnaam voor het geld dat je gezin verdient
11 zo is een goed dat je meerdere keren kan gebruiken
12 eerlijke handel (in het Engels)
13 verzamelnaam voor het geld dat je gezin uitgeeft
14 United Nations International Children Emergency Fund
Codewoord
Verticaal
2 product dat je kan vastnemen
3 de manier waarop jij bepaalde goederen en diensten koopt
4 bewust of onbewust ervaren van een tekort
6 bedrijf dat producten aankoopt en doorverkoopt
8 werkwoord dat mooi samenvat wat een bedrijf doet
10 deze wereldwinkels zorgen onder andere voor een rechtvaardig loon voor de producenten
Betekenis codewoord
De finale
In deze syntheseopdracht maak je met je klas een tijdelijke minionderneming en probeer je met een zelfgekozen product zo veel mogelijk winst te maken, om vervolgens deze winst te schenken aan een zelfgekozen goed doel. Volg hierbij onderstaand stappenplan.
Taakverdeling
Iedereen moet overal wat meehelpen, maar het is wel handiger om de klas op te splitsen in verschillende groepjes die elk een taak op zich nemen. Namelijk:
Marketeers
Taak: een logo, slogan en reclamecampagne bedenken.
TIP Houd rekening met de geziene leerstof.
Productiemanagers
Taak: leveranciers zoeken die het product of de ingrediënten voor het product aanbieden aan een goede prijs en een goede kwaliteit en eventueel het product samenstellen.
Opgelet: het is de bedoeling dat we zoveel mogelijk maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Secretarissen
Taak: bij elke vergadering een verslag maken dat goed bijhoudt wie wat doet en wanneer.
CEO’s
Taak: erop toezien dat iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt en alles in goede banen leiden.
CFO’s
Taak: nagaan wat de inkomsten en uitgaven (zullen) zijn en erop toezien dat er zeker winst zal zijn.
2 3 4
Marktonderzoek
Het is belangrijk dat je vooraf onderzoekt welk product je best verkoopt en aan welke voorwaarden het product moet voldoen om goed te verkopen. Hiervoor houd je een onderzoek bij de (potentiële) consumenten, meestal in de vorm van een enquête.
TIP Gebruik de hulpbladen die je terugvindt op Polpo.
Productie en verkoop
Start met het produceren en verkopen van de producten. Hier zullen de groepjes zich op hun eigen taak moeten richten.
TIP Gebruik de hulpbladen die je terugvindt op Polpo.
Evaluatie
Houd een evaluatie in groep, maar ook een zelfevaluatie. Ook van je leerkracht kan je een evaluatie verwachten. TIP Gebruik de hulpbladen die je terugvindt op Polpo.
Good to know
Ik kan de kringloop van bedrijven en gezinnen schematisch voorstellen.
Ik kan de regels van argumenteren op een correcte manier toepassen.
Ik begrijp hoe je winst kunt berekenen.
Ik begrijp wat productie, handels- en dienstverlenende ondernemingen zijn en ken het verschil tussen profit- en non-profitorganisaties.
Ik begrijp dat een bedrijf verschillende afdelingen heeft die elk verschillende activiteiten hebben.
Ik begrijp wat maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent en wat de link met de drie P’s is.
Ik ken het verschil tussen een lange en een korte keten.
Ik ken de vier manieren waarop een gezin een inkomen kan verdienen.
Ik ken het verschil tussen een zelfstandige en een werknemer.
Ik begrijp dat de uitgaven van een gezin verdeeld kunnen worden op basis van vier categorieën.
Ik kan evalueren of koopgedrag wel of niet verantwoord consumeren is.
Ik begrijp de begrippen behoefte, keuzeprobleem, keuzeconflict en koopgedrag.
Ik weet dat de overheid op verschillende niveaus actief is.
Ik ken enkele inkomsten en uitgaven van de overheid.
Ik weet wat belastingen zijn en ken het verschil tussen een aanvullend en vervangingsinkomen.
Ik ken de taken van de overheid.
Ik begrijp dat er drie factoren zijn die ons koopgedrag beïnvloeden.
Ik begrijp dat reclame een invloed heeft op ons koopgedrag en ken een aantal verborgen verleiders.
Ik ken het begrip solidariteit.
Ik begrijp wat een niet-gouvernementele organisatie is aan de hand van de kenmerken.
Auteurs Filip Geeurickx, Pascal Holvoet en Tina Lava
Bestelnummer 908080110-2 ISBN 9789048651672 Nur 136 en 138 Thema YPJ4ZBEBE
Eerste editie KB D/2020/0147/72
Illustrator What's in a name? Vormgeving Stelvio D'Houst
Verantwoordelijke uitgever N.V. die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge, België RPR 0405 108 325
9 789048640539
Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Dit product is gemaakt van materiaal afkomstig uit goed beheerde, FSC®-gecertificeerde bossen en andere gecontroleerde bronnen.