Isaac-chemie 3D - 2u - Module 6

Page 1


Waarom wordt een composthoop warm?

Ooit al eens in de nabijheid aan een composthoop gestaan? Dan heb je opgemerkt dat deze warm aanvoelt. Maar hoe komt dit?

In een composthoop komen van nature bacteriën en schimmels voor. Zij produceren warmte wanneer ze organisch materiaal gaan afbreken. Wanneer de composthoop een goede mix is van materialen en er voldoende zuurstof en vocht aanwezig is, werken de micro-organismen hard en produceren ze veel warmte. De micro-organismen breken de organische stoffen af tot kleine moleculen.

Welke materialen bevinden zich in een composthoop?

Welke organismen breken deze moleculen af?

Wat is de betekenis van de temperatuursverhoging?

Wat is warmte?

1 Fysisch en chemisch verschijnsel

1.1 Fysische en chemische verschijnselen

Uit het ISAAC-moment blijkt dat er bij een chemische reactie altijd gelijktijdig een energieverandering optreedt. Bovendien zijn er ook nog andere factoren die maken dat chemische reacties niet zo eenvoudig te verklaren zijn.

DOE DE TEST

Plaats achtereenvolgens een dikke ijzeren nagel en een reepje magnesiumlint met behulp van een klem in de vlam van een bunsenbrander.

BENODIGDHEDEN

Bunsenbrander

IJzeren nagel

Magnesiumlint

WAARNEMING

IJZEREN NAGEL

MAGNESIUMLINT

BESLUIT

Beide metalen reageren anders wanneer ze verwarmd worden in de vlam van een bunsenbrander.

Bij ijzer is het proces omkeerbaar, je kan een ijzeren nagel verschillende keren na mekaar verwarmen en afkoelen.

Bij magnesiumlint is het proces onomkeerbaar: je kan maar één keer het stuk magnesiummetaal in de vlam omvormen tot een wit poeder.

Je kan de waarneming uit de proeven opdelen in twee groepen:

• een chemisch proces

• een fysisch proces

Bij een fysisch proces veranderen de beginstoffen niet na het proces. Je kan de oorspronkelijke stoffen terugbekomen door het omgekeerde proces toe te passen.

Bij een chemisch proces worden de beginstoffen omgezet in nieuwe stoffen. De oorspronkelijke stoffen zijn na het proces niet meer terug te vinden. De oorspronkelijke stoffen zijn omgezet in andere stoffen met andere chemische en fysische eigenschappen.

De verandering die bij een chemisch proces plaatsvindt, noemen we een chemische reactie.

Keukenzout (NaCl)

Cola

Water (H2O)

Citroensap

Soda(Na2CO3)

Thee

Koolsap

Maatbeker (2x)

Proefbuis

Plastieken fles

1 Strooi een beetje keukenzout in een glas dat voor de helft gevuld is met Cola.

Waarneming:

Het is een fysisch / chemisch proces.

2 Breng in een kleine maatbeker keukenzout en een beetje water. Los het daarna op. Laat vervolgens het water verdampen.

Waarneming:

Het is een fysisch / chemisch proces.

Ballon
DOE DE TEST

3 Breng een beetje citroensap in een doorzichtige tas gevuld met thee (donkere oplossing).

Waarneming:

Het is een fysisch / chemisch proces.

4 Breng een beetje soda in rode koolsap.

Waarneming:

Het is een fysisch / chemisch proces.

5 Plaats een lege ballon over een lege plastieken fles. Houd de fles onder warm stromend water.

Waarneming:

Het is een fysisch / chemisch proces.

Plaats een kruisje in de juiste kolom.

Suiker lost op in koffie.

IJs smelt en vormt water.

Het zetten van koffie.

Aardappelen worden gaargekookt.

Water wordt gekookt.

Een blok hout wordt verbrand.

Fruit rot in de fruitmand.

Een ijzeren hek roest.

CHEMISCH PROCES FYSISCH PROCES

1.2 Waarnemen van chemische reacties

Je ziet hier afbeeldingen van enkele gekende chemische verschijnselen. Plaats de verschijnselen bij de zintuigelijke veranderingen die je kan waarnemen.

bruis bij het openen van een frisdrank

SMAAKVERANDERING

GEURVERANDERING

KLEURVERANDERING

GASONTWIKKELING

NEERSLAGVORMING

GELUIDSEFFECTEN

Je kan de vorming van nieuwe stoffen via een chemisch proces waarnemen met je zintuigen.

Dit kan gaan om geur-, smaak-, kleurverandering, een gasontwikkeling, warmteontwikkeling of een neerslagvorming.

Vele rottings- en gistingsprocessen zijn afbraakprocessen waarbij grotere moleculen worden omgezet in kleinere moleculen. Hierbij komen soms gassen vrij die een vieze geur hebben en bovendien giftig zijn. Dit is een natuurlijke waarschuwing om rot fruit en rot vlees niet als voedsel te gebruiken.

2 Energieomzettingen

We kennen al het onderscheid tussen een fysisch en een chemisch verschijnsel.

Is er energie nodig om een chemische reactie te laten plaatsvinden?

Komt er energie vrij bij chemische reacties?

Welke energievorm wordt gebruikt bij chemische reacties?

Hoe kunnen deze vormen van energie aangewend worden voor chemische verschijnselen?

Energie is een begrip dat dagdagelijks gebruikt wordt. Ook in de eerste graad maakte je al kennis met thermische energie, stralingsenergie, elektrische energie, kinetische energie, kernenergie en chemische energie.

2.1 Warmte

Warmte is een vorm van energie: we spreken ook wel van thermische energie

Een warme proefbuis duidt erop dat er tijdens het chemisch verschijnsel warmte is afgegeven aan de omgeving.

Een koude proefbuis duidt erop dat er tijdens het chemisch verschijnsel warmte is opgenomen vanuit de omgeving.

1 Meng in een proefbuis citroenzuur, uit zure snoephosties, met een beetje water. Voeg met een spatel een beetje bakpoeder toe. Voel aan de proefbuis.

Waarneming:

Tijdens het chemisch verschijnsel wordt er warmte opgenomen / afgegeven.

2 Voeg NaOH-oplossing toe aan een HCl-oplossing.

Waarneming:

Tijdens het chemisch verschijnsel wordt er warmte opgenomen / afgegeven.

3 Voeg bakpoeder toe aan een proefbuis waarin je enkele milliliters azijn hebt gegoten.

Waarneming:

Tijdens het chemisch verschijnsel wordt er warmte opgenomen / afgegeven.

DOE DE TEST

Bij elk chemisch verschijnsel treedt er een energie-effect op.

Bij sommige chemische reacties wordt er warmte-energie gevormd. Dit noemen we een exotherme reactie.

Bij andere chemische reacties is er warmte-energie nodig. Dit noemen we een endotherme reactie.

Bij een chemisch verschijnsel is er warmteoverdracht (opname/afgifte) tussen de stoffen die het chemisch verschijnsel ondergaan en de omgeving. Het chemisch verschijnsel treedt op, gelijktijdig met de warmteoverdracht.

Oploswarmte is de energie die aan de omgeving wordt afgestaan of uit de omgeving wordt opgenomen bij het oplossen van een stof.

2.1.1 Processen die warmte produceren

Ook bij chemische verschijnselen is warmteoverdracht een noodzaak of resultaat om de chemische reactie te laten verlopen.

Mensen branden houtblokken om ruimten te verwarmen. Door de verbranding ontstaat warmte.

Energierepen, ook sportrepen genoemd, zijn basisproducten in het voedingspatroon van veel sporters. Je eet ze voordat je gaat sporten omdat de afbraak van glucose snel energie levert aan je spieren tijdens het sporten. Bij deze afbraak komt warmte-energie vrij.

Uit deze voorbeelden kunnen we besluiten:

• bij verbranding in een kachel wordt er warmte-energie afgegeven om de ruimte te verwarmen,

• energierepen verteren geeft energie aan de sporters om te bewegen.

2.1.2 Processen die warmte nodig hebben

De lage temperatuur in een koelkast zorgt ervoor dat ziekteverwekkende bacteriën en schimmels minder snel groeien en voedingsmiddelen langer bewaard blijven.

Als je groenten kookt, gaan de celwanden van de plantencellen kapot en mengt het zetmeel, uit de plantencel, zich met het kookwater. De celwanden van de plantencel bestaan uit lange koolstofketens (cellulose, pectine en hemicellulose). Er is warmte-energie nodig om die ketens stuk te breken. Zo ontstaat een zachte structuur en dan noemen we de groenten 'gaar'.

Bederven en verteren van voedsel is een chemisch proces waarbij voedselbestanddelen met behulp van warmte een chemische reactie ondergaan waardoor ze omgezet worden in afbraakproducten.

De hoeveelheid energie die je lichaam nodig heeft om voedsel te verteren, is veel kleiner dan de hoeveelheid energie die verteren van voedsel oplevert. Van de totale energie die je lichaam nodig heeft, wordt slechts 10% gebruikt voor het verteren en verwerken van voedsel.

Bij fysische processen is er een warmteoverdracht van en naar de omgeving.

WIST-JE-DAT

Kijk eens om je heen. Heel wat stoffen zijn brandbaar: papier, meubilair, kleding … Ook is er voortdurend zuurstof (20 %) aanwezig in de lucht. Nochtans is er een energie- of ontstekingsbron (een ontstoken lucifer, een kortsluiting, opladen van een smartphone) nodig zodat voorwerpen gaan branden. In gematigde streken is het vooral de ontstekingsbron die het risico op brand bepaalt.

Volgens de vuurdriehoek zijn er 3 voorwaarden voor verbranding: aanwezigheid van een brandbare stof, aanwezigheid van zuurstofgas, aanwezigheid van energie zodat de brandbare stof kan ontbranden.

Om een brand te blussen of te voorkomen volstaat het om één van de elementen uit de vuurdriehoek te isoleren. Zo kan je een brand blussen door: het afkoelen van de brandbare stof. Vb. water spuiten op gebouwen bij brand om te voorkomen dat ze branden, het afdekken van de brandbare stof. Vb. een branddeken.

Nochtans zijn deze 3 elementen niet voldoende om een verbranding te doen ontstaan.

Er is nog een vierde voorwaarde die mee verbranding veroorzaakt: de ontbrandingstemperatuur (papier 200 °C, lucifer 170 °C, teflon 700 °C). Dit is de temperatuur die nodig is om een stof spontaan te laten ontbranden. Stoffen kunnen opgedeeld worden volgens hun ontbrandingstemperatuur. Een stof is ontvlambaar als deze een vlampunt heeft op of beneden 55 °C. Het vlampunt is de laagste temperatuur waarbij een vloeistofdamp of gas met een uitwendige ontstekingsbron kan worden ontstoken tot een verbranding.

Stoffen worden volgens brandbaarheid ingedeeld in 5 groepen:

zeer licht ontvlambaar < 0 °C

licht ontvlambaar 0 – 21 °C brandspiritus ontvlambaar 21 - 55 °C petroleum brandbaar 55 – 100 °C dieselolie onbrandbaar > 100 °C teer

De brandbare stof moet boven de ontbrandingstemperatuur gebracht worden om te kunnen verbranden. Door de hoge temperaturen in Zuid-Europa tijdens de zomer, bevinden sommige stoffen zich rond de ontbrandingstemperatuur waardoor de kans op brand algemeen verhoogd wordt. Deze ontbrandingstemperatuur is mede de oorzaak voor het ontstaan van spontane bosbranden bij hogere omgevingstemperaturen.

2.2 Lichtenergie

Licht is een energievorm in de vorm van straling. Deze energievorm kan door deeltjes gebruikt of geproduceerd worden wanneer ze chemische reacties ondergaan.

2.2.1 Processen die licht produceren

Bij het verbranden van magnesiumlint met behulp van een bunsenbrander komt er lichtenergie vrij. Er ontstaat een hevig wit licht.

Dit is een voorbeeld van een exo-energetische reactie waarbij licht wordt afgegeven.

WIST-JE-DAT

Er zijn ook chemische reacties die licht uitstralen nadat de nieuwe chemische stoffen al gevormd zijn. Dit verschijnsel noemt men chemoluminescentie. De meest gekende toepassing hiervan zijn ‘glowsticks’. Door het buigen van het staafje breekt een tussenwand en komen er twee chemische stoffen met elkaar in contact. Er treedt een chemische reactie op en de gevormde stoffen zenden het zogenaamde ‘koude licht’ uit.

Ook in de biologie kennen we bioluminescentie. Diepzeevissen, gloeiwormen, eencelligen kunnen ‘s nachts de zee oplichten. Vele diepzeeorganismen zoals vissen, inktvissen, garnalen en anemonen doen aan bioluminescentie. Ze geven licht af om zich te verdedigen, prooien te lokken of om een partner te vinden.

De zwarte draakvis is een diepzeevis die gekend is voor het licht producerend orgaan dat gehecht is aan de kin. Aan het uiteinde van de lange baarddraad leven er miljoenen lichtgevende bacteriën. Dit orgaan kan bewegen voor zijn mond waardoor prooien aangetrokken worden naar het licht dat het produceert. Dit is niet het enige lichtgevende orgaan. Deze vis heeft ook lichtorganen op zijn buik, onder zijn ogen en vinnen die bij gevaar oplichten.

In de module licht en straling ga je dieper in op de fysische wetten van licht en straling.

2.2.2 Processen die licht nodig hebben

In de eerste graad maakte je kennis met fotosynthese. Een chemisch proces waarbij lichtenergie nodig is om voedingsstoffen op te bouwen.

Planten gebruiken lichtenergie (zon) om aan fotosynthese te doen en zo voedingsstoffen op te bouwen. Ze produceren koolhydraten uit koolstofdioxide en water met behulp van zonlicht.

Fotosynthese is een chemisch proces waarbij licht nodig is om voedingsstoffen op te bouwen. Dit is een endo-energetische reactie.

Verkleuren van nieuwe overgordijnen gebeurt onder invloed van het zonlicht. De kleurstoffen in de vezels van de gordijnen gaan onder invloed van het licht afbreken in andere kleinere stoffen die geen kleur hebben. Zo bleken de gordijnen af. Het zonlicht is hier de boosdoener. Dit is ook een endo-energetische reactie.

Bij sommige chemische reacties wordt er lichtenergie gevormd. Je kan dit ook een exo-energetische reactie noemen omdat licht een energievorm is.

Bij andere chemische reacties is er lichtenergie nodig. Je kan dit ook een endo-energetische reactie noemen.

C6H12O6
CO2
H2O + mineralen
C6H12O6

2.3 Elektrische energie

2.3.1 Processen die elektrische-energie produceren

Ooit al eens geprobeerd om een smartphone op te laden met een citroenbatterij?

Technopolis test het voor je uit.

Elektrische stroom is een beweging van elektronen.

Het zink in de gegalvaniseerde spijker gaat chemisch reageren met het zure citroensap. Daardoor blijven er elektronen achter op de zinken spijker. De spijker geeft die elektronen door aan de geïsoleerde koperdraad waarmee het verbonden is. De elektronen stromen via de draad naar het kopermuntje, waar de elektronen worden opgenomen en koper chemisch reageert.

Zowel de spijker als het muntje zijn gedompeld in het zure citroensap. Als het lampje brandt, gaat er elektrische stroom door de draad. Deze citroenbatterij levert elektrische energie dankzij een chemische reactie.

Alle chemische batterijen leveren elektrische energie uit chemische reacties. Ze werken op basis van een energieomzetting. Algemeen geldt voor een batterij dat chemische energie wordt omgezet in elektrische energie. Wanneer een elektrische batterij elektrische energie produceert, dan zijn de chemische reacties in de batterij de oorzaak voor de energieproductie.

2.3.2 Processen die elektrische-energie nodig hebben

Om waterstof te maken is een grondstof nodig waarin H-atomen aanwezig zijn, bijvoorbeeld water. Vervolgens is er elektrische energie nodig om waterstofgas te maken. We noemen dit proces elektrolyse

Bij dit proces worden moleculen gesplitst in atomen, de atomen herschikken zich en er ontstaan nieuwe moleculen. Om de moleculen te splitsen in atomen is er elektrische energie nodig.

De oplaadbare batterijen, beter voor het milieu omdat ze de afvalberg verkleinen, kan je na het opladen opnieuw gebruiken. Dit herladen van een batterijen heeft elektrische energie nodig.

Bij sommige chemische reacties wordt er elektrische energie gevormd. Je kan dit ook een exo-energetische reactie noemen omdat elektriciteit een energievorm is.

Bij andere chemische reacties is er elektrische energie nodig. Je kan dit ook een endo-energetische reactie noemen.

3

Energiediagram

Bij alle reacties die tot nu toe besproken zijn, is er ofwel energie nodig ofwel komt er energie vrij. Dit kunnen we schematisch, met behulp van een assenstelsel, weergeven in een energiediagram.

Deze schematische weergave weerspiegelt het verloop van het chemisch proces. Op de y-as zetten we de energie-inhoud van de stoffen voor de reactie en na de reactie. Er is verschil in energie (∆E) tussen de reagentia (beginproducten) en de reactieproducten (eindproducten). De x-as is de tijd-as en geeft het reactieverloop weer.

3.1 Exo-energetische reacties

De afgestane energie wordt ook wel reactie-energie genoemd en voorgesteld door ∆E.

De verandering in chemische energie van de stoffen is:

∆E = Ereactieproducten – Ereagentia

Als ∆E < 0 (afgegeven energie) neemt de chemische energie van de stoffen af na de reactie en komt er tijdens de reactie energie vrij = exo-energetisch reactie.

energie-inhoud (E)

Ereactieproducten Ereagentia afgestane energie voor de reactie na de reactie

reactieverloop (t)

Bij een exo-energetische reactie komt er energie vrij. De energie-inhoud van de stoffen voor de reactie is groter dan de energie-inhoud na de reactie. Er ontstaat afgestane energie.

3.2 Endo-energetische reacties

De opgenomen energie wordt ook wel reactie-energie genoemd en voorgesteld door ∆E

De verandering in chemische energie van de stoffen is:

∆E = Ereactieproducten – Ereagentia

Als ∆E > 0 (opgenomen energie) dan is er energie nodig om de reactie te laten verlopen en de chemische energie van de eindproducten te laten toenemen = endo-energetische reactie.

energie-inhoud (E)

Ereactieproducten

Ereagentia opgenomen energie na de reactie voor de reactie

reactieverloop (t)

Bij een endo-energetische reactie is er energie nodig. De energie-inhoud van de stoffen voor de reactie is kleiner dan de energie-inhoud na de reactie.

Kruis aan welke kenmerken van toepassing zijn bij ieder verschijnsel.

1 Vlees verandert van structuur en begint te garen bij het bakken in de pan.

energie opnemen energie afgeven endo-energetisch exo-energetisch

warmte lichtenergie elektrische energie fysisch verschijnsel chemisch verschijnsel

2 Het verbranden van aardgas zorgt ervoor dat de pan opwarmt.

energie opnemen energie afgeven

endo-energetisch exo-energetisch

warmte lichtenergie elektrische energie fysisch verschijnsel chemisch verschijnsel

3 De accu van een wagen wordt opgeladen tijdens het rijden.

energie opnemen energie afgeven

endo-energetisch exo-energetisch

warmte lichtenergie elektrische energie fysisch verschijnsel chemisch verschijnsel

4 Een Mentos in Cola light laten vallen zorgt ervoor dat de cola er met een krachtige straal uitspuit.

energie opnemen energie afgeven

endo-energetisch exo-energetisch

warmte lichtenergie elektrische energie fysisch verschijnsel chemisch verschijnsel

4 Chemische reactiewetten

4.1 Wet van behoud van atomen

4.1.1 Notatie van een chemische reactie

Een gekende chemische reactie is verbranding: een brandstof gaat chemisch reageren met zuurstofgas waardoor verbrandingsproducten ontstaan.

Een mogelijke brandstof is methaangas ook wel gekend als aardgas. Hieronder zie je een schematische voorstelling voor de verbranding van aardgas.

We gaan deze schematische voorstelling analyseren:

Welke moleculen zijn aanwezig voor en na de reactie?

voor: na:

Hoeveel atomen van elke soort zijn er aanwezig voor en na de reactie?

Kan je een verklaring bedenken voor dit chemisch verschijnsel?

We kunnen deze voorstelling ook schrijven met het chemisch tekenschrift: CH4 + 2 O2 → CO2 + 2 H2O We noemen deze notatie de reactievergelijking

De wet van behoud van atomen

Gedurende een chemische reactie geldt de wet van behoud van atomen.

Wanneer een chemische reactie plaatsvindt, dan: - worden er geen atomen gevormd, - verdwijnen er geen atomen, - worden de atomen herschikt, - en ontstaan er nieuwe stoffen.

De gebruikte stoffen noemt men ook wel de uitgangsstoffen of reagentia De gevormde stoffen noemt men de reactieproducten.

Het totaal aantal atomen van de reagentia = het totaal aantal atomen van de reactieproducten.

CH4 2 O2 CO2 2 H2O reagentia reactieproducten

In de reactievergelijking noteren we een eenrichtingspijl (→) die de overgang aanduidt tussen reagentia en reactieproducten.

We hebben al gezien dat magnesiumlint in een vlam van een bunsenbrander met zuurstofgas hevig reageert. Er ontstaat een wit poeder en licht.

Dit gaan we nu voorstellen met een chemische reactievergelijking.

De reagentia zijn Mg en O2 en het gevormde reactieproduct is MgO (magnesiumoxide).

Tel het aantal atomen voor en na de reactie.

Mg → Mg

We merken op dat het aantal atomen voor en na de reactie niet overal evenveel is. Om dit op te lossen, passen we het aantal moleculen aan door een coëfficiënt of voorgetal te plaatsen. Dit zijn getallen die we in de reactievergelijking plaatsen voor de stoffen zodat voldaan is aan de wet van behoud van atomen.

Gezien voor de reactie 2 zuurstofatomen aanwezig zijn, moet dit na de reactie ook zo zijn. We plaatsen een coëfficiënt 2 voor Magnesiumoxide.

Mg + O2 → 2 MgO

De toegevoegde index 2 geldt voor alle atomen van het gevormde magnesiumoxide. Het reactieproduct bestaat dus uit 2 magnesiumatomen én 2 zuurstofatomen. Aangezien er voor de reactiepijl evenveel atomen aanwezig moeten zijn, plaatsen we een voorgetal 2 bij magnesium.

2 Mg + O2 → 2 MgO

Probeer in volgende applet de reactievergelijking van een smos sandwich in evenwicht te brengen door de coëfficiënt(en) aan te passen. Ga daarna over naar de tweede applet om dit toe te passen op moleculen. Plaats als hulpmiddel de atomenbalans aan.

4.1.2 Soorten chemische reacties

In het eerste deel hebben we gezien dat er tijdens een chemische reactie nieuwe stoffen ontstaan door atomen te herschikken. Zo kunnen stoffen enerzijds ontleed worden en anderzijds gevormd worden.

Analyse of ontleding

Wanneer een stof ontleed wordt in andere nieuwe stoffen spreken we van een analysereactie. De energievorm die nodig is, geeft mee de naam aan het chemisch proces. Analysereacties zijn altijd endo-energetisch.

licht → fotolyse warmte → thermolyse elektrische energie → elektrolyse

Synthese of samenstelling

Wanneer een nieuwe stof gevormd wordt uit verschillende andere stoffen spreken we van een synthese

De energievorm die nodig is of vrijkomt, geeft mee de naam aan het chemisch proces.

licht → fotosynthese warmte → thermosynthese elektrische energie → elektrosynthese

We spreken van analyse wanneer een stof AB ontleed wordt in nieuwe stoffen

A en B.

AB → A + B

We spreken van synthese wanneer nieuwe stoffen A en B chemisch reageren tot de vorming van AB.

A + B → AB

Gaat het om synthese of analyse?

Verbrand een hoeveelheid suiker (C6H12O6) met behulp van een bunsenbrander.

BENODIGDHEDEN

Suiker

Bunsenbrander

Vuurvaste proefbuis

Klem

STAPPENPLAN

1 Breng een kleine hoeveelheid suiker, brandstof, in een vuurvaste proefbuis.

2 Breng de proefbuis met behulp van een tang of klem in de vlam van een bunsenbrander.

WAARNEMING

Suiker (C6H12O6) ondergaat een analyse / synthese waarbij koolstof (C) en water (H2O) gevormd wordt.

Noteer de reactievergelijking met de juiste coëfficiënten.

4.2 Wet van behoud van massa

De reactie van kopersulfaat (CuSO4) met Natriumhydroxide (NaOH).

Uit de proef kunnen we besluiten dat de som van de massa van de reagentia gelijk is aan de massa van de reactieproducten. Er gaat geen massa verloren en er is geen extra massa gevormd.

De wet van behoud van massa

De totale massa van de reagentia is gelijk aan de totale massa van de reactieproducten. Deze wet was vroeger bekend als de wet van Lavoisier.

Wil je meer te weten komen over Antoine-Laurent Lavoisier? Ga dan naar de chemische tijdlijn op Polpo .

Bekijk de tekening.

Wanneer men 4,8 g magnesium verbrandt, blijft er een wit poeder achter: magnesiumoxide.

Dit poeder heeft een massa van 8,0 g.

Welke stof(fen) zijn reagentia?

Welke stof is het eindproduct?

Bron: studyboard Toelatingsexamen Arts-Tandarts

Hoe kan de massa van het eindproduct groter zijn dan de massa van het beginproduct?

Schrijf de reactievergelijking met de juiste coëfficiënten.

4,8 g
8,0 g

4.3 Wet van behoud van constante massaverhouding

4.3.1 Formulering

2 Mg + O2 → 2 MgO 4,8 g 3,2 g 8,0 g

De verhouding van de massa van de reagentia is 4,8 g 3,2 g = 1,5

Willen we nu 24 g (5 ∙ 4,8 g) magnesiummetaal laten reageren dan hebben we (5 ∙ 3,2 g) = 16 g zuurstofgas nodig.

We bekomen 40 g (24 g + 16 g) eindproduct.

Als je gebruik maakt van 5,0 g magnesiummetaal en 3,2 g zuurstofgas dan zal (5,0 – 4,8) g = 0,2 g magnesiummetaal overblijven en niet reageren omdat alle zuurstofgas opgebruikt wordt.

De wet van constante massaverhouding

Wanneer twee of meer stoffen met elkaar reageren, gebeurt dat telkens met een constante massaverhouding. De wet kreeg zijn naam van zijn bedenker Louis Joseph Proust en is een van de basiswetten voor de stoichiometrie.

Louis Joseph Proust ( 1754- 1826 ) staat ook bekend om zijn ‘wet van de constante samenstelling’ of ‘de wet van Proust’. In elke molecule komen de elementen voor in een constante massaverhouding. Als die massaverhouding tussen de elementen wijzigt, dan heb je ook een andere stof.

Voorbeeld: in water (H2O) is de massaverhouding 8:1. Dit betekent de massa van O altijd 8 keer groter is dan de massa van H.

Deze wet geeft samen met de wet van behoud van massa (Lavoisier) inzicht in het berekenen van de massahoeveelheden die nodig zijn bij een chemische reactie.

WIST-JE-DAT

4.3.2

Redenering

Als we 1,00 g zwavel en 1,75 g ijzerpoeder laten reageren, zijn beide stoffen na verhitting volledig weg gereageerd en wordt er 2,75 g ijzersulfide gevormd.

Als je 4,00 g zwavel wil laten reageren, moet je dus 7,00 g ijzer toevoegen opdat alle zwavel wegreageert.

Vervolledig de tabel.

5 Toepassingen

5.1 Exo-energetische reacties

Beton

Beton is een sterk bouwmateriaal dat ontstaat door een chemische reactie. Het bestaat uit een kunstmatig steenachtig materiaal. Beton is een mengsel van het bindmiddel cement met toeslagmateriaal zoals zand, grind of steenslag waaraan water is toegevoegd. Beton ontstaat wanneer cement reageert met water tot de vorming van een netwerk van hydraten. Deze hydraten geven door de netwerkvorming de sterkte aan beton. Bij de vorming van hydraten komt zeer veel warmte vrij (exoenergetische reactie). Men zal daarom bij grote constructies het nodige beton in meerdere keren gieten zodat de warmte gecontroleerd kan afgevoerd worden. Zo kunnen de constructies niet beschadigd worden door te snelle warmteafvoer waardoor er scheuren in het beton ontstaan.

Uit een Australisch onderzoek blijkt dat je beton sterker en duurzamer kan maken door koffiegruis te gebruiken. De productie van cement stoot veel CO2 uit. Wanneer koffiegruis op een vuilnisbelt terecht komt en verrot, komt het zware broeikasgas methaan vrij. Door het koffiegruis te verwerken worden twee problemen aangepakt.

Ongecontroleerde explosies

Op zaterdag 13 mei 2000 werd de stad Enschede in Nederland opgeschrikt. Een opslagruimte met vuurwerk vatte vlam en ontplofte uiteindelijk. Er vielen heel wat doden en gewonden, en 200 woningen werden verwoest. De ontploffing was de grootste explosie in Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog. De ramp heeft in Nederland geleid tot nieuwe regelgeving en regelhandhaving voor de opberging van vuurwerk en andere ontplofbare stoffen.

In het havengebied in Beiroet (Libanon) vond, dicht bij het stadscentrum, een krachtige explosie plaats op 4 augustus 2020. Al zeven jaar was 2750 ton ammoniumnitraat (NH4NO3) onveilig opgeslagen in een loods. Deze stof is zeer onstabiel en het chemisch uiteenvallen, ontbinden, van deze stof heeft de explosie veroorzaakt.

Het pantheon in Rome is de grootste betonnen koepel ter wereld.
WIST-JE-DAT

Gecontroleerde explosies

In België kennen we DOVO, de ontmijningsdienst van het leger. Zij vernietigen vooral obussen uit de Eerste Wereldoorlog. Meer dan 100 jaar na de eerste wereldoorlog is het einde van deze ontploffingen nog niet in zicht. Landbouwers vinden nog bijna elke dag gevaarlijke munitie in de velden van West-Vlaanderen. DOVO benadrukt dat, bij het vinden van een projectiel, je best de lokale politie verwittigt. Die nemen dan contact op met de ontmijningsdienst.

Chemische industrie

De chemische industrie maakt gebruik van chemische exo-energetische syntheseprocessen om nieuwe producten te bekomen die ons leven aangenamer maken.

Waterstofgas als brandstof voor auto’s

Men is in de circulaire chemie op zoek naar alternatieve brandstoffen voor benzine, kerosine en diesel. Bij verbranding van deze klassieke brandstoffen ontstaat er koolstofdioxide en dat is schadelijk voor het milieu. Waterstofgas als brandstof voor automotoren gebruiken, is volop in een experimenteel stadium en levert een positief effect op het beperken van de uitstoot van CO2. Het waterstofgas reageert, in een speciaal daarvoor ontworpen brandstofcel in de auto, samen met zuurstofgas uit de omgevingslucht tot de vorming van water. Daarbij wordt elektrische energie geproduceerd die wordt gebruikt om de elektromotor aan te drijven en de accu op te laden.

Productie meststoffen

Het Haber-Bosch-proces wordt gebruikt om ammoniak (NH3) te produceren uit stikstofgas (N2) en waterstofgas (H2).

N2 + 3 H2 → 2 NH3

Dit is een exotherme reactie die gebeurt bij hoge temperaturen en druk. Dit syntheseproces is essentieel voor de productie van meststoffen die bestaan uit ammoniumverbindingen.

De grote productie aan meststoffen heeft in de afgelopen 70 jaar bijgedragen aan onze welvaart, er kon meer voedsel geproduceerd worden doordat meststoffen een betere opbrengst van groenten leverde. Momenteel zijn er teveel meststoffen in de bodem en moeten we veel milieubewuster met deze problematiek omgaan. Dit probleem komt nog terug in de volgende jaren.

waterstoftank motor batterij brandstofcel

5.2 Endo-energetische reacties

Bij de tandarts

Wanneer je naar de tandarts gaat om een gaatje op te vullen, wordt de uv-lamp of uithardingslamp gebruikt. Dit licht is voor onze ogen niet zichtbaar. Het uv-licht wordt gebruikt om nieuwe tandvullingen snel te laten uitharden. Het snel hard worden van het tandvulmateriaal is een endotherme reactie.

Energy storage

Het opladen van een oplaadbare batterij is een endo-energetisch proces waarbij elektrische energie wordt omgezet in chemisch energie.

Bij het opladen van een oplaadbare batterij, zoals lithium-ion batterijen, wordt een stroombron gebruikt tijdens het laadproces. De elektrische energie afkomstig van de stroombron wordt bij het opladen omgezet in chemische potentiële energie van de reactieproducten.

Bij ontladen doet de opgeladen batterij dienst als energiebron en levert deze zelf elektrische energie in een stroomkring. Hierbij wordt de opgeslagen chemische energie aangewend als elektrische energie. Als de batterij ontladen is, kan ze terug opgeladen worden.

Chemische

industrie

De chemische industrie maakt gebruik van chemische endo-energetische syntheseprocessen om nieuwe producten te bekomen die ons leven aangenamer maken.

Aluminium wordt door elektrolyse uit zijn erts(bauxiet) gehaald

Het erts bauxiet (Al2O3) wordt omgezet in aluinaarde, een meer zuivere vorm van aluminiumoxide. Dit wordt onderworpen aan een elektrolyseproces zodat de enkelvoudige stoffen Al (aluminium) en O2 (zuurstofgas) gevormd worden.

2 Al2O3 (bauxiet) + elektrische energie → 4 Al + 3 O2

gasreinigingsinstallatie silo aluinaarde aluinaarde emissie

anode anode

elektrolyseoven

elektrische energie

vloeibaar aluminium

verticale gietmachine walsplakken eindproducten persstaven

Zuiver aluminium (perstaven, walsplakken) worden omgevormd tot vele praktische toepassingen:

• verpakkingsfolie,

• speelgoedauto’s,

• transportmiddelen: auto, vliegtuig, ruimtevaartuig, trein, fiets, schip ...,

• huishoudapparatuur: pannen, bestek, zool van strijkijzers …,

• kampeeruitrusting,

• auto-onderdelen: autovelgen.

IJzer wordt in een hoogoven met warmte uit zijn erts gehaald

Een hoogoven is een installatie waarin ijzererts en koolstof door temperatuursverhoging in vloeibare toestand gemengd worden. Ze worden sterk verhit, en door deze temperatuursverhoging ontstaan een aantal chemische reacties tussen ijzererts en koolstof waarbij ijzermetaal ontstaat. Van alle bekende metalen wordt ijzer het meest gebruikt, vooral in de vorm van staal.

2 Fe2O3 (ijzererts) + warmte-energie → 4 Fe + 3 O2

IJzer kan in de chemische industrie vrij gemakkelijk geproduceerd worden. Vanwege zijn fysische eigenschappen wordt het gebruikt als:

• staal: legering van ijzer en koolstof Het is een sterk materiaal voor auto’s, schepen, bruggen en grote constructies,

• weekijzer: zuiver ijzer heeft magnetische eigenschappen en wordt daarom gebruikt in transformatoren,

• gietijzer: gesmolten ijzer wordt in een vuurvaste vorm gegoten bij vervaardigen van vuurvaste kookpotten,

• smeedijzer: ambachtelijk vervaardigd door een smid in een smederij.

constructie

erts wordt naar de hoogoven gebracht
hoogovengas wordt afgevoerd
ringleiding voor hetelucht slakken
vloeibaar ruwijzer water
rookgas
windverhitter gas wordt afgekoeld gietijzer

Katalytisch kraken in de petrochemie

Katalytisch kraken, is een proces gebruikt in de aardolie-industrie waar grote koolstofmoleculen uit aardolie gesplitst worden in lichtere kleinere moleculen. Het is een endotherme reactie met behulp van warmte. De warmteinbreng zorgt voor het breken van de chemische bindingen in de grote koolstofverbindingen en leidt tot de productie van lichtere producten die kunnen gebruikt worden in de synthese van nieuwe stoffen.

Kraken of ‘cracking’ Petroleum is het Engelse woord voor ruwe aardolie. Petro betekent ‘steen’ en oleum betekent ‘olie’. In de loop van miljoenen jaren zijn plantenresten in de bodem door hoge druk en warmte omgezet in aardolie. In de onderstaande tekening zie je wat er met ruwe aardolie gebeurt in een fractioneertoren. Dit is een destillatiekolom waarin de aardolie gescheiden wordt in kleine en grote fracties. De kleine fracties hebben een laag kookpunt en stijgen het snelst. De kleinere moleculen worden via een chemisch proces ‘cracking’ nogmaals gesplitst in nog kleinere moleculen van 2 tot 3 C-atomen. Deze zeer kleine moleculen zijn de basisproducten voor syntheses.

asfalt, teer

destillatietoren

Productie van H2 als energiebron uit duurzame energie

Windmolens en zonnepanelen leveren elektrische energie. Deze elektrische energie kan gebruikt worden om water om te zetten in zuurstofgas (O2) en waterstofgas (H2). Dit proces is elektrolyse en heeft energie nodig (endo-energetische reactie). Het geproduceerde waterstofgas wordt opgeslagen en verder verdeeld aan bedrijven die dit waterstofgas kunnen aanwenden als brandstof voor motoren.

Een schematische voorstelling:

1 de productie van waterstofgas gebeurt met behulp van duurzame elektrische energie = endo-energetisch,

2 het gebruik van waterstofgas als brandstof voor motoren = exo-energetisch. Hierbij komt water vrij. Het is een duurzaam proces omdat er geen CO2 uitstoot is.

proces (1)

(2)

Als waterstofgas met duurzame energie geproduceerd wordt, spreken we over ‘groene waterstof’. Er is ook nog ‘grijze, blauwe en roze waterstof’ maar daarover meer in thema 6.

WIST-JE-DAT

Verkeerdelijk denkt men soms dat heatpacks en coldpacks warmte afgeven of warmte onttrekken omdat er in het pack een chemische reactie plaatsvindt.

Heat packs: warmte wordt gevormd uit een fysische reactie (stollen). Een heat pack of hot pack bestaat uit een plastic zakje met daarin een oververzadigde oplossing en een metalen muntje. Wanneer je het muntje indrukt, zal de vloeistof uitkristalliseren. Hierbij komt warmte vrij waarmee je je kan verwarmen. Hot packs worden vaak gebruikt door bergbeklimmers om bijvoorbeeld hun voeten warm te houden. Na 15 seconden is de vloeistof veranderd in een half-harde vulling. De packs geven een half uur warmte af nadat ze geactiveerd zijn. Dit is de tijd die nodig is om de vloeistof helemaal te laten stollen.

Door de vrijgekomen warmte gaat de heat pack opwarmen tot 55 °C (exo-energetisch). Zo zijn heat packs geschikt om spierpijn te verhelpen.

Cold packs: ook hier maken we gebruik van een fysisch verschijnsel. Een instant cold pack of ice pack wordt gebruikt om te koelen. Het wordt vaak ingezet voor het ontzwellen van letsels aan ledematen, ontwrichtingen en kneuzingen. Via het ontzwellen (door afkoelen) wordt de pijn verlicht. Een instant cold pack werkt als volgt: in de ene zak zit water, in de andere zak zit ammoniumnitraat, calciumammonium-nitraat of ureum. Eens de waterzak gebroken wordt door erin te knijpen, zal het water de vaste stof oplossen in een endo-thermische reactie, die de warmte van het gekwetste lichaamsdeel absorbeert en zo afkoelt.

H2O

6 Verder oefenen

Fysisch en chemisch verschijnsel

Wat is het verschil tussen een fysisch en chemisch verschijnsel?

Omcirkel welke zintuigelijke waarneming informatie geeft over de reactie.

Kleding waarvan de kleuren vervagen onder invloed van het zonlicht

Bruin worden van je huid in de zon

Smelten

Een ei koken

Rotten van fruit

Natte latexverf die droogt op een geschilderd oppervlak

Vuurwerk afsteken

Plaats een kruisje als het gaat om een chemisch of fysisch verschijnsel?

CHEMISCH FYSISCH

Kleding waarvan de kleuren vervagen onder invloed van het zonlicht

Het bruin worden van je huid in de zon

Het condenseren van waterdamp

Smelten

Een ei koken

Water koken

Extraheren

Het gaarkoken van groenten

Een plant die groeit in de tuin

Natte latexverf die droogt op een vers geschilderd oppervlak

Het drogen van was aan de drooglijn

Energieomzettingen

Vuurwerk is een verzamelnaam voor voorwerpen gevuld met brandbare, ontplofbare en lichtgevende mengsels van chemische stoffen die meestal bij feestelijke gelegenheden worden ontstoken. Wanneer deze stoffen zeer snel verbranden (ontploffen) geven ze opvallende effecten zoals vonkend licht, knallende geluiden, rook en beweging. In vuurwerk wordt buskruit (een ontplofbaar mengsel van zwavel, houtskool en kaliumnitraat) vermengd met zouten. Deze zouten zijn verantwoordelijk voor de kleureffecten van het vuurwerk.

Na de ontploffing worden gasvormige producten CO2 en N2 gevormd naast kaliumsulfaat en kaliumcarbonaat.

Geef twee wetenschappelijke namen voor vuurwerk afsteken:

Bekijk het filmpje over vuurwerk:

Welke chemische stof wordt als brandstof aan vuurwerk toegevoegd?

Welke kleuren ontstaan in vuurwerk bij gebruik van volgende elementen? Plaats hun systematische naam en atoomnummer erbij.

SYMBOOL KLEUR SYSTEMATISCHE NAAM ATOOMNUMMER

Verbind met de overeenkomstige reactie.

fotosynthese

glimwormen

magnesium brandt met lichtgevende vlam stollen

reactieproducten bevatten meer energie als de reagentia

chemische energie naar lichtenergie

exo-energetisch verschijnsel

endo-energetisch verschijnsel

lichtenergie naar chemische energie

exo-energetische reactie

Plaats een kruisje als het gaat om een endo- of exo-energetisch reactie.

ENDOENERGETISCH

EXOENERGETISCH

Kleding waarvan de kleuren vervagen onder invloed van het zonlicht

Het bruin worden van je huid in de zon

Het condenseren van waterdamp

Smelten

Een ei koken

Water koken

Extraheren

Het gaarkoken van groenten

Een plant die groeit in de tuin

Natte latexverf die droogt op een vers geschilderd oppervlak

Het drogen van was aan de drooglijn

Energiediagram

Beantwoord met juist of fout. Verbeter indien fout.

Bij een exo-energetische reactie hebben de eindproducten een lagere energie-inhoud dan de beginproducten.

Een andere naam voor exo-energetische reactie is een endotherme reactie.

Alle analysereacties zijn endotherm.

Alle verbrandingsreacties zijn exotherm.

De reactieproducten geven energie af in een exotherme reactie.

De eindproducten hebben een hogere energie-inhoud als de beginproducten in een exotherme reactie.

De productie van ijzer uit ijzererts is een exotherm proces.

De verbranding van magnesium is een exotherm proces.

Teken het juiste energiediagram om volgende reacties voor te stellen.

Verbranden van aardgas (methaangas)

Reagentia:

Reactieproducten:

Soort reactie: exotherm / endotherm

Elektrolyse

Reagentia:

Reactieproducten:

Soort reactie: exotherm / endotherm

Chemische reactiewetten

Verbind met het overeenkomstige begrip.

Nieuwe stoffen A en B gaan chemisch reageren tot de vorming van AB.

Bij een reactievergelijking worden er geen atomen gevormd of verdwijnen er geen. De atomen herschikken zich.

Stoffen reageren met elkaar in een constante massaverhouding.

Een stof AB wordt ontleed in nieuwe stoffen A en B.

De totale massa van de reagentia = de totale massa van de reactieproducten.

Balanceer de volgende reactievergelijkingen.

analyse synthese wet van behoud van atomen wet van behoud van massa wet van behoud van constante verhouding

Bestudeer volgende reactievergelijkingen. Is de bedoelde reactievergelijking een analyse of synthese? Kruis aan.

ANALYSE SYNTHESE

Fe + S → FeS

2 H2 + O2 → 2 H2O

Balanceer de volgende reactievergelijkingen.

NaCl → Na + Cl2

P4 + O2 → P2 O5

CuO + HCl → CuCl2 + H2O

H2SO4 + NaOH → Na2SO4 + H2O

Aluminiummetaal (Al) reageert met dichloor (Cl2) met de vorming van aluminiumtrichloride (AlCl3).

Schrijf de reagentia en de reactieproducten in een reactievergelijking.

Tel het aantal atomen voor en na de reactie en maak de vergelijking kloppend. Al → Al Cl → Cl

Maak gebruik van de hulpkaart ‘reactievergelijking oplossen’.

Herschrijf de volgende zinnen als een reactievergelijking en zorg dat deze ook in evenwicht is met het aantal atomen voor en na de reactie.

Distikstofpentoxide (N205) lost op in water en vormt met water een nieuwe molecule salpeterzuur (HNO3).

Het roesten van ijzer (Fe) gebeurt onder invloed van dizuurstof (O2) uit de lucht. Er wordt dan een roodbruine stof gevormd die we roest of ijzer(III) oxide (Fe2O3) noemen.

Waterstofgas (H2) en stikstofgas (N2) reageren samen en vormen ammoniakgas (NH3).

Bij de verbranding van fossiele brandstoffen komt SO2 vrij. Dit bindt zich samen met zuurstofgas (O2) tot zwaveltrioxide (SO3). Zure regen (H2SO4) ontstaat wanneer het water in de lucht zich verbindt met die zwaveltrioxide (SO3). Deze zure regen zit dan opgelost in waterdruppels en valt neer op gebouwen die, door het corosieve effect van deze zure regen, beschadigd worden.

bomen gedood door zure regen

Bestudeer volgende reactievergelijkingen. Is de bedoelde reactievergelijking een analyse of synthese? Kruis aan.

ANALYSE

SYNTHESE

NH4Cl → NH3 + HCl

LiCO3 → CO2 + Li2O

Vul bij elk verschijnsel het bijbehorende begrip in.

analyse, synthese, exo-energetisch, endo-energetisch, fysisch verschijnsel, endotherm, exotherm

Ammoniakgas bereiden in het Haber-Bosch procedé:

Een auto rijdt met waterstofgas:

Opnemen van warmte tijdens een reactie:

Samengestelde stoffen worden omgezet in enkelvoudige stoffen:

Een vijver die bevriest in de winter:

Magnesiumlint verbrandt met een lichtgevende vlam:

Bekijk onderstaande tekening. Je ziet een balans in evenwicht.

9 gram aluminium en 8 gram zuurstof 17 gram aluminiumoxide

Geef in woorden weer wat er hier gebeurt.

Waarom blijft de balans in evenwicht?

Welke massa water heeft gereageerd met 40,3 g MgO als er 58,3 g Mg(OH)2 gevormd wordt ?

Stel de reactievergelijking op.

Koolstof reageert met zuurstofgas tot vorming van koolstofdioxide. Schrijf de reactievergelijking.

Als je 6,0 g koolstof laat reageren met 20,0 g zuurstofgas, dan blijft er na de reactie 4,0 g zuurstofgas over.

Welke massa koolstofdioxide is er dan gevormd?

Bekijk onderstaande schematische voorstelling. Noteer de bijhorende reactievergelijking en pas de coëfficiënten aan zodat de reactievergelijking in balans is.

In grotten worden langzaam druipstenen gevormd. Regenwater dat de grotten langzaam binnen sijpelt, bevat de oplosbare stof Ca(HCO3)2. In de grot gaat het water langzaam verdampen en het oplosbare Ca(HCO3)2 wordt omgezet in het onoplosbare CaCO3 (bestanddeel van druipstenen), koolstofdioxide (CO2) en water (H2O).

Vervolledig de reactievergelijking:

Ca(HCO3)2 → CaCO3 + CO2 + H2O

Bestudeer volgende reactievergelijking.

Plaats de correcte coëfficiënten om te voldoen aan de wet van behoud van atomen.

CO2 + H2O → C6H12O6 + O2

Gaat het hier om een synthese of analyse?

Is dit een endo- of exo energetische reactie?

Speel het spel en breng de reactievergelijking in evenwicht. Je kan kiezen tussen 3 verschillende niveaus.

Uit welk materiaal is de auto opgebouwd?

Wat is er gebeurd met de auto?

Wat zou hiervan de oorzaak kunnen zijn?

Noteer de reactievergelijking en breng deze in evenwicht.

Het ijzer ondergaat een analyse / synthese reactie. Er wordt roest (Fe2O3) gevormd.

Ken je nog dergelijke voorbeelden uit het dagelijkse leven?

Ken je middelen of producten die dit proces tegen gaan?

Ballon opblazen

ORIËNTATIE

ONDERZOEKSVRAAG

Welke chemische reactie ontstaat bij het samenvoegen van bakpoeder en azijn?

HYPOTHESE

VOORBEREIDING

BENODIGDHEDEN

Materiaal

Erlenmeyer

Ballon

Stof

Bakpoeder (NaHCO3)

Azijn (CH3COOH)

VEILIGHEID

Zoek de H- en P-zinnen op van de stoffen.

PROEFOPSTELLING

WERKWIJZE

1 Schep bakpoeder in een ballon.

2 Voeg azijn toe aan een erlenmeyer.

3 Plaats de ballon over de erlenmeyer en laat het bakpoeder in de azijn vallen.

UITVOERING

WAARNEMING

Wat neem je waar?

VERWERKING

Schijf de coëfficiënten in de reactievergelijking.

NaHCO3 + CH3COOH → CH3COONa + CO2 + H2O

REFLECTIE

Welk gas vult de ballon?

BESLUIT

Geef een antwoord op de onderzoeksvraag.

REFLECTIE

Was mijn hypothese correct?

Hoe verliep de uitvoering van de proef?

STUDIEWIJZER

ik kan het! paginanummer

Het verschil tussen een fysisch en chemisch verschijnsel benoemen en herkennen. 4-6

Een chemische reactie waarnemen. 7

Een chemische reactie die energie nodig heeft verwoorden en herkennen. 8-13

Een chemische reactie die energie produceert verwoorden en herkennen. 8-13

De verschillende energievormen in chemische reacties opsommen en herkennen. 8-13

Het energiediagram van een chemische reactie kunnen aflezen en interpreteren. 14-15

Het verschil tussen een analyse en synthese verwoorden. 18-19

Een analyse en synthese herkennen. 18-19

Bij een reactievergelijking de reagentia en reactieproducten benoemen. 16-20

Bij een reactievergelijking de juiste coëfficiënten plaatsen zodat de reactievergelijking voldoet aan de wet van behoud van atomen. 16-20

De verhouding tussen de massa van reagentia berekenen. 21-22

Aan de hand van gegevens over een reactievergelijking een exo- en endo-energetische reactie herkennen. 23-29

Colofon

Auteurs Ann Gilis – Noortje Duysters

Eerste druk 2024

SO 2024/325

Bestelnummer 65 900 0911 (module 6 van 6)

KB D/2024/0147/247

NUR 126

Thema YPMP3

Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge

ISBN 978 90 4865 006 4 Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Dit product is gemaakt van materiaal afkomstig uit goed beheerde, FSC®-gecertificeerde bossen en andere gecontroleerde bronnen.

RPR 0405 108 325 - © die Keure, Brugge

Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No parts of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. De uitgever heeft naar best vermogen getracht de publicatierechten volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die niettemin menen nog aanspraken te kunnen doen gelden, kunnen dat aan de uitgever kenbaar maken.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.