1 minute read
2.4 Het lymfevatenstelsel
Het lymfevatenstelsel speelt een rol bij zowel de aangeboren immuniteit als de specifieke immuniteit (zoals te zien is in het schema op pagina 5).
Het lymfevatenstelsel is opgebouwd uit een vertakt netwerk van lymfevaten, talrijke lymfeknopen, en organen zoals de milt, appendix en amandelen.
De lymfevaten transporteren een vloeistof die lymfe genoemd wordt, vergelijkbaar met de interstitiële vloeistof rond de lichaamscellen (weefselvocht).
De twee belangrijkste functies van het lymfevatenstelsel zijn:
• Weefselvocht terugbrengen naar de bloedsomloop
Op die manier wordt de samenstelling van het bloed constant gehouden (homeostase).
• Het bestrijden van infecties.
Omdat de lymfevaten verspreid zijn over het lichaam, en er overal lymfeknopen voorkomen, kan het lymfevatenstelsel de toegangswegen naar de belangrijke organen beschermen. De lymfeknopen bevatten immers een opeenhopingen van lymfocyten.
Ontstaan van lymfe en afvoer via het lymfevatenstelsel: vocht met onder andere zuurstof en voedingsstoffen rode bloedcel witte bloedcel uitstroom van bloedplasma als de bloeddruk hoger is dan de osmotische waarde van het bloed vocht met onder andere zuurstof en voedingsstoffen terugstroom van weefselvloeistof als de bloeddruk lager is dan de osmotische waarde van het bloed
• Ter hoogte van de weefsels wordt plasma uit de haarvaten geperst door de bloeddruk (en het verschil in osmotische druk). Deze vloeistof komt dan terecht in de interstitiële ruimte rond de lichaamscellen.
• Dit laat uitwisseling toe van voedingsstoffen en afvalstoffen tussen haarvaten en omliggende weefsels.
• Het grootste deel van dit weefselvocht keert terug naar de haarvaten.
• Het overtollige vocht, nu lymfe genoemd, wordt afgevoerd via kleine lymfevaten die uitmonden in grotere lymfevaten.