1 | Bouw van de cel
Het beeld dat je hier ziet is een lichtmicroscopische opname van een plantencel. De Nederlander Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723) wordt beschouwd als de uitvinder van de microscoop. Met vergrotingen tot 270 maal kon hij voor het eerst bloedcellen en bacteriĂŤn waarnemen. In 1665 introduceerde de Engelsman Robert Hooke (1635-1703) het begrip cel als de kleinste basiseenheid van een organisme. Om eveneens een beeld te krijgen van de organellen op subcellulair niveau, was het wachten op de ontwikkeling van de elektronenmicroscoop rond 1930 door de Duitsers Ernst Ruska (1906-1988) en Manfred von Ardenne (1907-1997). Het is aan deze evolutie in de microscopie dat we onze huidige kennis en inzichten te danken hebben. Dit hoofdstuk is volledig gewijd aan de bouw van biologische cellen. Hoe bakenen ze hun grenzen af? Welke kleinere structuren zijn er aanwezig, hoe zijn deze opgebouwd en welke rol spelen ze? Hoe worden stoffen uitgewisseld met de omgeving? Kortom, een eerste diepgaande kennismaking met de kleinste eenheid van het leven!