Wouw 3 - Thema 1 - Werkboek - inkijk methode by die Keure

Thema 1

Samen op de selfie! thema 2

Naam: naam: _____________________________________________

klas: _____________________ Klas:

Les

Dit beslis ik zelf

Inspanning en ontspanning 1

Kleur de hokjes groen van dingen die een inspanning vragen. Kleur de hokjes rood van dingen die je helemaal niet lastig vindt.

Teken ook zelf een voorbeeld. Inspanning:

Les 1

Ontspanning:

Moeten of mogen? Veel dingen doen we bijna elke dag. Je wast en verzorgt je. Je eet. Je ouders gaan werken. Je doet (samen) boodschappen. Je gaat naar school. Je maakt je huistaak. Je geeft je hond eten … Dat zijn dingen die we moeten doen. Als je alles gedaan hebt wat je moet doen, blijft er nog tijd over. We zijn dan vrij om die tijd in te vullen. Daarom noemen we die tijd 'vrije tijd'. Die vrije tijd vullen we met dingen die we kunnen of mogen doen. Omdat we zelf kunnen kiezen, is de vrije tijd bij iedereen wat anders. Je ouders doen andere dingen dan jijzelf. Ook je vrienden hebben niet allemaal dezelfde hobby’s. Niet iedereen heeft evenveel vrije tijd. Ook dat verschilt. Kijk maar in de familie van Charles.

Papa gaat naar de kookles.

Opa fietst wekelijks 50 km.

Oma bezoekt steden met vriendinnen.

Mama gaat naar de fitness.

Broer volgt notenleer in de muziekschool.

Ik ben in de jeugdbeweging.

Kleur de hokjes rood bij dingen die moeten. Kleur de hokjes groen bij dingen die mogen of kunnen.

Noteer telkens twee voorbeelden. Moet in het rode vak, mag in het groene. je tanden poetsen

buiten spelen

naar de sportclub gaan

gamen

TV kijken

opruimen

de vaatwasser legen

naar school gaan

fruit eten

huiswerk maken

op tijd naar bed gaan

een dessert eten

___________________________________________________

Les 1

Doe nu zoals Charles. Stel nu zelf jouw familie voor. Teken ze. Vul aan bij 1, 2 en 3: wat moet en wat mag?

5 3

1 2

Dit is __________________________________________________.

moet:

______________________________________________________________

vrije tijd:

______________________________________________________________

Heb je nog tijd? Vul ook nog aan bij 4, 5 en 6.

Les 1

Dit is __________________________________________________.

moet:

______________________________________________________________

vrije tijd:

______________________________________________________________

Mijn vrije tijd 6

Wat doe jij graag? Som drie dingen op, bijvoorbeeld een hobby. 1.

Wanneer heb jij vrije tijd? Kleur de vakjes oranje. Schrijf nummer 1, 2 en 3 uit oefening 6 in dit weekschema als dat lukt. maandag

dinsdag

woensdag donderdag

vrijdag

zaterdag

zondag

voormiddag middag namiddag na schooltijd /avond

Dit beslis ik zelf! 8

Kleur de in de juiste kleur: - groen wat jij mag beslissen. - oranje wat je ouders beslissen. - blauw wat jullie samen beslissen. de kleur van mijn nieuwe schoenen

wat ik kijk op tv

mijn hobby’s

mijn bedtijd

mijn kapsel

4 5

de inrichting van ons huis

het vertrekuur naar school

wanneer ik opsta in het weekend

het avondmaal

de trui die ik aantrek

11 12

mijn verjaardags cadeau

mijn lunch 14

mijn speelgoed

wat ik buiten speel

hoeveel snoep ik eet

welke boeken ik lees 16

hoeveel fruit ik eet

Les 1

Les

Mijn ruimte en die van iemand anders

Een groep vormen 1

Deze mensen vormen een groep. Waaraan kun je dat zien op de foto? Bespreek.

Markeer alle woorden die horen bij 'samen'. Mensen zijn graag bij elkaar. Ze weten ook dat je in groep veel sterker bent en meer kunt. Daarom maken ze groepen. We noemen dat bijvoorbeeld een club of een vereniging. Zo zoeken mensen elkaar op omdat ze dezelfde hobby hebben, of omdat ze samen iets willen bereiken. Ze komen regelmatig bijeen. Vaak hebben ze een lokaal, een vlag, een logo of een clublied.

Wat lukt beter samen dan alleen? Geef een voorbeeld. ��

Noteer een goed voorbeeld van een klasgenoot. ��

Les 2

Afspraken op school en elders 4

Welke afspraak past waar? Kruis aan.

op school

in de omgeving van de school

Ruim hondenpoep met een zakje op.

Steek je vinger op als je het woord wil.

Gooi je papiertjes in de vuilnisbak.

Blijf op het voetpad.

Pluk geen bloemen.

Afspraken moeten nageleefd worden. Wie controleert de afspraak? Verbind. Kruis aan wie jou al controleerde. Het licht van je fiets werkt.

Op school mag je niet snoepen.

Je verlaat de wandelpaden niet.

Mijn jas hangt aan de kapstok.

In de buurt van de school rijd je maximum 30 km/u.

Kerf niet in de schors van bomen.

Les 2

Vul of kleur in.

Toilet

Bureau van de directeur

Restaurant

Parkeerterrein

Welke afspraak is nodig als je hier alleen bent?

❍ ❍ ❍ ❍ ❍

Ik vertel de waarheid.

Ik doe de deur op slot.

Ik spoel het toilet door.

❍ ❍ ❍ ❍

Ik eet met mijn mond toe.

Ik zeg ‘alsjeblieft’ en ‘dank je wel’.

Ik zeg ‘pardon’ bij een oprisping.

Ik eet met mes en vork.

Ik klop aan voor ik binnenga.

Ik onderbreek de directeur.

Ik ben beleefd.

Ik was mijn handen.

Ik doe het licht uit als ik klaar ben.

Ik mag verstoppertje spelen.

❍ ❍ ❍ ❍

Ik gooi mijn afval in de vuilnisbak. Ik kijk uit als ik mijn deur open.

Welke afspraak is nodig als je hier met meerdere kinderen bent?

❍ ❍ ❍ ❍ ❍

We vertellen de waarheid.

We doen de deur op slot.

We spoelen samen het toilet door.

❍ ❍ ❍ ❍

We eten met onze mond toe.

We zeggen ‘alsjeblieft’ en ‘dank je wel’.

We zeggen ‘pardon’ bij een oprisping.

We eten met mes en vork.

We kloppen aan voor we binnengaan.

We onderbreken de directeur.

We zijn beleefd.

We wassen onze handen.

We doen het licht uit als we klaar zijn.

We mogen verstoppertje spelen.

❍ ❍ ❍ ❍

We gooien ons afval in de vuilnisbak.

We kijken uit als we onze deur openen. We mogen niet in het midden van het rijvak wandelen. Noteer één afspraak:

❍ ❍ ❍

Noteer één afspraak:

_____________________________________________________________________________________

Ik mag niet in het midden van het rijvak wandelen.

Mijn voorbeeld:

_____________________________________________________________________________________

❍ ❍ ❍

_____________________________________________________________________________________

Wie controleert de afspraak?

_____________________________________________________________________________________

Les 2

Rechten en plichten 7

Vul in. Kies uit: moeten – mogen – plichten – rechten. Als we afspraken en regels maken, dan gaat het om dingen die we _____________________________________________________________________________ doen. Dat noemen we ________________________________________________________________________________________________________________. Maar er zijn ook dingen die we _____________________________________________________________________________ doen. We noemen dat ________________________________________________________________________________________________________________.

Je hebt het recht om vrij te spelen in het zwembad. Je hebt de plicht om een badmuts te dragen.

Recht of plicht? Kruis aan. recht

plicht

Op school mogen we een flesje water van thuis meebrengen. Als we ziek zijn, dan moeten onze ouders een briefje aan de juf of meester bezorgen. Op de speelplaats mag je zelf spelletjes verzinnen. Iedereen wacht als het verkeerslicht rood is. Na het middagmaal eet ik een dessertje.

Soms botst het 9

Bespreek. Wat gebeurt hier? Welke afspraak is nodig? Hoe reageer jij als een klasgenoot dit doet?

Les 2

Lees de artikels. Bespreek. Wat vind jij van deze acties? Deel je deze mening of niet?

WIJ WILLEN MEER TOILETTEN! In Rio de Janeiro, een stad in Brazilië, protesteren heel wat inwoners. Ze vinden dat er te weinig openbare toiletten in de stad zijn. Om dat duidelijk te maken hebben ze hun toilet gewoon op het strand gezet.

BOEREN BLOKKEREN DE SNELWEG Alle koeien, varkens, kippen ... produceren samen veel mest. Boeren gebruiken die mest ook op het land. Dat vervuilt de grond, de lucht en het water op onze aardbol. De minister wil dat de boeren machines gebruiken om de mest minder schadelijk te maken. Maar de boeren gaan niet akkoord met de dure en strenge regels van de minister. De boeren blokkeren daarom de snelweg met hun tractoren.

WIE DRAAGT DE BROEK? Op de meeste Britse scholen moeten leerlingen een uniform dragen. Meestal kunnen ze kiezen tussen een uniform met een broek of met een rok. In sommige scholen zijn de rokjes nu afgeschaft. De directeur vindt dat er geen verschil tussen jongens en meisjes mag zijn. Iedereen moet een broek dragen. Veel meisjes vinden dat niet eerlijk. Ze moeten kunnen kiezen of ze een broek of een rok dragen. Als protest kwamen een heleboel meisjes toch naar school in hun rokje, maar ze mochten de school niet binnen.

Les 2

Samen of alleen 11

Kinderen en volwassenen zijn soms alleen. Soms is dat leuk, soms minder leuk. Wat vind jij? Kleur leuk

of minder leuk

. Beide kan ook!

Les 2

Iedereen heeft een plekje in de groep 12

Hoe werk jij samen met anderen? Kleur wat past voor jou. Dit lukt heel goed!

Dit lukt als ik er op let.

Dit lukt nog niet.

Dit weet ik niet.

Ik vind het leuk om samen te werken aan een opdracht.

Ik wil met iedereen samenwerken, niet alleen met mijn vrienden.

Ik durf vertellen wat ik wil. Ik durf hulp vragen.

Ik luister naar iedereen. Ik laat iemand uitspreken. Ik vraag wat zij graag willen.

Ik blijf beleefd, rustig en eerlijk, ook als het moeilijk gaat. Ik zoek mee naar oplossingen.

Ik kan mijn beurt afwachten als ik iets wil zeggen of doen.

Ik werk goed mee aan de opdracht. Ik hou me aan afspraken en regels.

Ik vertel graag aan andere kinderen hoe ze de opdracht moeten doen. Ik kan iets uitleggen aan iemand anders.

Ik weet snel hoe we samen aan een opdracht kunnen werken. Ik weet in welke volgorde we de opdracht moeten doen.

Ik sluit niemand uit. Ik help anderen als het niet goed lukt.

We zijn klaar met het groepswerk. Pas aan waar nodig door te omcirkelen wat nu past.

Les 2

Les 1

Ik ben online

Stel deze vragen aan je ouders of een andere volwassene.

Waarvoor gebruik je nu veel je telefoon?

Hoe oud was je toen je je eerste telefoon kreeg? Waarvoor gebruikte je die telefoon? 4

Waarvoor gebruik je nu veel een computer of tablet? 3

Had je een eigen computer of tablet toen je zo oud was als ik? Waarvoor gebruikte je die toestellen?

Hoeveel tijd besteed ik per dag/per week aan sociale media, internet, games …? Vind je dat ik daar veel of weinig mee bezig ben? 5

Hoeveel tijd besteed je per dag/per week aan sociale media, internet, games …?

Welke afspraken vind je voor mij belangrijk?

Bespreek samen met je ouders wat zij mogen lezen en bekijken. Kruis aan. berichtjes naar mijn vrienden

foto’s en filmpjes die ik maak

filmpjes die ik opzoek op het internet

berichtjes naar familie

informatie die ik opzoek op het internet

meespelen met mijn games Les 3

Taak 1: Zoeken op het net 2

Volg de stappen. Vul aan. Kleur. Lees de opdracht. > Kies een zoekmachine. > Vul de zoekwoorden in. > Tevreden over het resultaat? Het kan wel wat leuker op jullie speelplaats. Zoek enkele ideeën.

Volgende week ga je op bosklas. Juf vroeg dat iedereen een eigen weetje over het bos heeft.

Trefwoorden? ____________________________________________________________________________________ Trefwoorden? ____________________________________________________________________________________

________________________________________________________________________________________________________________

Tevreden?

Wat weet de zoekmachine NIET? Kruis aan. Hoe oud is mijn juf of meester?

Wat is het grappigste dat vandaag op school gebeurde?

Hoeveel kost een nieuwe glijbaan?

Hoe laat mag ik opblijven?

Taak 2: Communiceren via het net 4

Ouders vinden het soms leuk om foto’s van hun kinderen te delen op sociale media, bijvoorbeeld met familie en vrienden. Welke foto’s mogen ze delen van jou? Welke soort foto’s heb je liever niet? Kleur wat past.

Les 3

Niet iedereen vindt het leuk als je zomaar een foto verspreidt. Dat mag ook niet. Is het ok of niet ok? Kruis aan. Verbind met de juiste uitleg. Je juf of meester zet niet zomaar foto’s van jou op de schoolwebsite. ok

niet ok

In het winkelcentrum loop je een bekende Vlaming voorbij. Je neemt snel een foto. Je stuurt de foto door naar je beste vrienden. ok

niet ok

Je mag geen foto’s nemen van beroemde mensen in hun vrije tijd.

Je ouders geven toestemming om foto’s te maken en te delen.

Bespreek in jullie groep een eigen voorbeeld.

Meestal maak je veel plezier als je online met elkaar praat. Maar soms gaat het fout. Kinderen maken elkaar boos, verdrietig of bang. Als dat vaker gebeurt, noemen we het cyberpesten.

Wat gaat hier fout? Verbind. Emma (8 jaar) deelt een TikTok-account met haar broer Emiel (14 jaar). Emma post gekke filmpjes van haar kat. De vrienden van Emiel sturen lelijke berichten, zoals ‘Waar blijft het volgende filmpje van je babyzus met haar stomme kat?’

Pesten met beelden

Op het verjaardagsfeest van oma neemt Sien foto’s. Sien vindt het leuk om foto’s te bewerken. Ze geeft haar neef een nieuw gezicht: grote oren, een dikke neus, konijnentanden … Ze verstuurt de foto via Whatsapp naar het groepje ‘familie’.

Pesten met woorden

Bespreek in jullie groep een eigen voorbeeld.

Les 3

Vul in of kruis aan.

Luna stuurt een bericht: “LOL! xD kwn, d8 ht eig ook. Drm datk stuur… <3” Wat wil ze zeggen? _________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ Naar wie stuurt ze het bericht? naar haar beste vriendin naar haar grootouders Hoe weet je dat? ______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Lees de tips. Maak een top drie van de tips die jullie heel belangrijk vinden. Noteer nummer 1, 2 en 3 in de hokjes. Stuur niet alle foto’s en filmpjes door. Bekijk eerst goed wat iedereen mag zien. Denk goed na wie jouw vrienden worden om te chatten. Zijn ze in het echte leven ook jouw vrienden? Je mag pas een YouTube–account hebben als je 13 jaar geworden bent. Vertel nooit je echte naam en leeftijd aan vreemde mensen. Laat je ouders meekijken. Zo kan je veilig online leren en spelen.

Taak 3: Gamen 11

Lees de tekst. Stel een vraag waarop het antwoord terug te vinden is in de tekst.

Slim spelen Gamen is spelen. En kinderen houden van spelen. Wetenschappers vertellen dat je slimmer wordt van games. Kinderen die 1 uur per dag gamen, voelen zich beter. Ze gaan ook beter om met problemen dan kinderen die helemaal niet gamen. Het gaat mis als ze meer dan drie uur per dag spelen.

Vraag: __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Gamen is top! Je zoekt zelf uit hoe het spel werkt en wat de regels zijn. Valsspelen is moeilijk en je kan geen ruzie maken met het spel. Bovendien leer je mooie dingen maken. Je kan puzzelen, bouwen, muziek of kunstwerkjes maken. Die kan je trots tonen aan anderen. Tenslotte leer je geduldig zijn. Soms kan het even duren voor je in een volgende level belandt of voor het mooiste kunstwerkje klaar is.

Les 3

Waarheid, durven of doen? Kruis aan wat bij jou past. Sommige kinderen gamen te veel. Ze worden lui of doen vervelend. Dan zijn goede afspraken nodig. Welke afspraak heb je nodig als je overdrijft? Noteer.

Waarheid

Durven

Doen

Ik word boos als ik moet stoppen met gamen.

Ik speel stiekem spelletjes.

Ik speel spelletjes met geweld: vechten, vloeken ….

❍ Ja, dat is waar.

❍ Neen, ik word niet boos.

❍ Neen, dat doe ik nooit.

❍ Neen, ik speel zulke games niet.

❍ Anders:

______________________________________________________________________

Afspraak:

______________________________________________________________________

Kinderen vinden het leuk om dingen na te spelen in het echte leven. Of ze doen de challenges van bekende vloggers na. Wat vinden jullie? Markeer één of twee woorden. Draai de ramen van de auto open. Mik je voetbal door het raam.

doen! - gevaarlijk - spannend - grappig - stom

Bouw met blokken het kasteel van de koning na. Zorg voor een doolhof van gangen. De vijand mag je niet vinden.

leerrijk - saai - makkelijk - keileuk - moeilijk

Maak een reuzegrote colafontein. Vul een bad met cola. Voeg veel muntsnoepjes toe.

vies - grappig - saai - leerrijk - onmogelijk

Bedenk zelf een challenge. Noteer. Wat vinden je klasgenoten van jullie idee? ______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

niet ok

______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Les 3

Les

Waar kom ik vandaan?

Wie wil jij zijn? 1

Wie wil jij graag zijn als je iemand anders was? Vul in. Mijn avatar. Teken je nieuwe ‘ik’ Wat is jouw nieuwe naam? ____________________________________________________________________________________________

In welk huis woon je? ____________________________________________________________________________________________

Met wie woon je in het huis? ____________________________________________________________________________________________

Als je iemand anders wordt, wie of wat zou je missen? ____________________________________________________________________________________________

Meisjes en jongens 2

Lees de uitspraken over jongens en meisjes. Duid aan: klopt of klopt niet. Op onze school en in onze klas ... zijn leerkrachten strenger voor jongens. mogen alleen meisjes vegen in de klas. mogen jongens en meisjes de planten water geven. mogen jongens en meisjes stapels schriften uitdelen. moeten jongens in de turnles alles opruimen. Bedenk zelf een voorbeeld. Laat iemand anders beoordelen: klopt of klopt niet. __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Les 4

klopt

klopt niet

Wat doen jongens/mannen Omkring het symbool.

? Wat doen meisjes/vrouwen

? Of beiden

koekjes bakken

kleren ontwerpen

voetballen

je baard laten knippen

zwanger zijn

een muur schilderen

met een buggy rijden

het gras maaien

patiënten verzorgen

een vliegtuig besturen

Noteer iets dat je zelf graag doet. _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Les 4

Waar woon je? 5

Kruis het vakje aan als je dit beeld al eens zag in jouw buurt.

Les 4

een woonwijk

een appartementsblok

een rijwoning

een dorpskom

een industriegebied

een natuurgebied

een speeltuin

een dakloze

een woonboot

een woonwagen

een stadspark

een halfopen bebouwing

Met wie woon je onder hetzelfde dak? Als twee mensen elkaar heel graag zien, maken zij plannen voor de toekomst. Sommigen trouwen, anderen gaan samenwonen. Sommigen willen ook graag ouder worden van een zoon of een dochter. Dat kindje willen zij opvoeden. In ieder gezin gebeuren leuke en minder leuke dingen. 6

Lees de verhalen bij de foto’s. Onderstreep groen wat leuk is (voordeel). Onderstreep rood wat minder leuk is (nadeel). Arthur (8 jaar) woont bij zijn papa. Toen Arthur vijf was, zijn zijn papa en mama gescheiden. Hij vindt het beter zo, omdat het niet leuk was. Papa en mama maakten vaak ruzie. Mama woont nu 100 km verder met haar nieuwe vriend. Om de twee weken gaat Arthur een weekend naar mama. Dan doen ze leuke uitstapjes!

Olivia (9 jaar) heeft nog een zusje dat Lina heet (3 jaar). Ze wonen samen met mama en papa in de stad. Lina is een stuk jonger dan Olivia. Ze luistert niet altijd naar papa en mama. Ze is soms wild en doet dingen die niet mogen. Dan wordt mama of papa boos. Olivia kan haar zusje echter niet missen, want ze spelen en knutselen graag samen.

Sinds enkele maanden heeft Victor (8 jaar) een nichtje erbij. Tante Sofie en haar vriendin Laura hebben een baby. Hij vindt tante Sofie en Laura superleuk, want ze verwennen hem ook nog steeds! Victor is apetrots wanneer hij met kleine Rosa in de kinderwagen mag rijden. Hij kijkt er elke keer naar uit om te zien hoe ze is gegroeid. Victor weet niet of ze later samen zullen spelen. Misschien kan hij babysitten.

Les 4

Twee jaar geleden werd oma ziek. Het werd voor opa te zwaar om alleen voor oma te zorgen. Nu wonen Mats en Alice (9 jaar) bij hun papa en mama in een kangoeroewoning. Boven woont het gezin van vier. Beneden wonen oma en opa. Elke dag na school gaan de kinderen langs voor een vieruurtje. Er is altijd wel iemand die met hen kan spelen. Soms bemoeit oma zich wel eens. Dat vindt papa dan weer niet zo leuk. Maar dat gaat snel weer over.

Noteer in een zin. Met wie woon jij onder hetzelfde dak? _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Wat is daar een voordeel van? _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Wat is daar een nadeel van? _______________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Les 4

Met wie wonen we in ons land? Mensen wonen samen in landen. In ons kleine land zijn we met meer dan 10 miljoen. Er zijn veel grotere landen waar veel meer mensen wonen, maar wij hebben wel een grote verscheidenheid. Het lijkt wel op een berm vol mooie veldbloemen. Het is hier dan ook fijn om te wonen en te leven. Als we slim afspreken, leren en genieten we van elkaar!

Hoe komen we aan dat bonte boeket van mensen in ons land? Lees de verhalen en markeer waarom mensen in ons land zijn. Link het daarna met de passende afspraak.

Iedereen behoort tot een volk. Dat bepaalt voor een deel je uiterlijk. Wij komen uit Korea. Mijn ouders werken hier in een bedrijf en wij zitten hier op school.

Hmm lekker, papa heeft Chinees eten meegebracht. Hij bestelt daar graag. Papa zegt dat het er heel netjes is omdat de kok alle afspraken volgt.

De nummerplaten van wagens uit andere landen vallen op door hun andere kleur. Mensen bezoeken ons land, werken hier of zijn op doorreis.

Op ons bedrijf werken we samen. Dat geeft het beste resultaat. We houden ons ook allemaal aan de afspraken. Zo blijft het hier voor iedereen veilig!

Ons land trekt grote groepen van mensen aan die hier graag blijven of willen wonen. Vaak hebben die dezelfde gewoontes. We noemen dat een cultuur. Dat merk je in wat we eten, hoe we ons kleden, in wat we geloven …

Op onze snelwegen rijden veel auto’s uit andere landen. Die chauffeurs moeten onze afspraken in het verkeer volgen. Wij zijn ook welkom in hun land, als we hun verkeersregels volgen. Zo kunnen we allemaal overal naar op reis!

Les 4

Les

Gewoon anders

Mensen met een handicap 1

Lees de verhalen van deze mensen. Eline is slechtziend. Ze heeft vooraan in de klas een speciale bank. Ze krijgt les op een scherm waarop alles heel groot staat. Daarvoor werd een speciaal programma voor de computer gemaakt.

Sylvie en Magalie zijn geboren met het syndroom van Down. Zij hebben een verstandelijke handicap. Ze leren minder snel. Zij gaan niet naar een gewone school. Tijdens de week worden ze opgevangen in een leefgroep. Onder begeleiding doen zij allerlei activiteiten of uitstappen. Dat vinden ze heel leuk. In het weekend gaan ze naar huis.

Steeds meer mensen met een handicap sluiten zich aan bij een sportclub. Die mensen noemen we dan ‘G-sporters’. Tennissen of basketballen kan perfect vanuit een rolstoel. Wielrennen kan met een speciale fiets. Er zijn ook voetbalclubs voor mensen met het syndroom van Down. In het jaar van de Olympische Spelen worden ook de Paralympische Spelen gehouden voor mensen met een beperking.

Les 5

Sofie Cox neemt deel aan wedstrijden voor rolstoeldansen en ze rolstoeltennist keigoed. Ze heeft al heel wat prijzen gewonnen!

Bieke gaat elke maand met de vereniging voor blinde mensen op stap. Dat doet ze vrijwillig. Deze maand gaan ze naar de kermis. Bieke helpt blinde mensen de weg te vinden, een kaartje te kopen, plaats te nemen op de attractie … Ze is blij dat de mensen een leuke namiddag beleven door haar hulp!

Les 5

Veel zaken zijn aangepast voor mensen met een handicap, ook dichtbij in de buurt. Kruis aan waarover je wil spreken en bespreek.

Les 5

Als je zelf veel kunt doen zonder hulp, dan ben je heel zelfstandig. Mensen met een handicap gebruiken hulpmiddelen om zelfstandiger te zijn. Kruis aan. Met dit hulpmiddel kun je beter ...

❍ naar muziek luisteren ❍ lezen ❍ zonder hulp op stap gaan ❍ schrijven ❍ TV kijken

Les 5

Bejaarde mensen 4

Lees de verhalen van deze mensen.

spelen elke Marc en Lut elletjes amiddag sp woensdagn . inkinderen met hun kle en jong, Dat houdt h zeggen ze. De oma en opa van Charlotte zij n nog heel fit. Af en toe dansen ze in de woonkam er op hun favoriete liedjes .

n elke maand af met Louis en Fientje spreke ken een tea-room en hun vrienden. Ze bezoe koffietjes met een drinken de hele middag taartje.

Paulo en Nadia hebben dagelijks contact met hun vrienden en familie. Ze mailen, chatten en videobellen.

Als bejaarde mensen ouder worden, hebben ze het soms moeilijk om zich te verplaat sen. Ze ontmoeten minder vaak andere mensen. Veel bejaarden zijn dan ook eenzaam . De kans is ook groot dat ze vrienden verliezen, omdat ze elkaar niet meer zien of omdat ze sterven.

Les 5

ag org elke d van thuisz rs aan, e st lp p e o h n n n: allee e n, kome o e d n o n e w n n te en. En ndig elf ku lijven won om zelfsta iet meer z b t n is n rd u o se h w n n r e e e eig ie m eilijk en in hun e dingen d Als het mo en bejaard elpen bij d n h n e u k Z . o k Z e o ... op bez armaken k! n, eten kla l belangrij zich wasse Dat is hee . e tj a ra p een ze maken

in een n. Ze wonen ve lij b is u h ze niet r in hun bij alles wat en niet mee n n e n lp o ku h n e ge d en n ze ejaar aargemaakt Daar worde Sommige b rgcentrum. ten wordt kl e zo t e n ch e H . e To f n . o n se is ge tvan rusthu rden gewas r bezoek on f nnen. Ze wo Ze kunnen e s. g uis, tuintje o n h meer zelf ku la n t u h m missen pper ko e ka Z . e n D . fij d . n zo ie t nzaam opged den het nie is het wel ee mige bejaar zoek komt, e b it o vinden som o n a oral als er bijn huisdier. Vo

Les 5

Als je zelf veel kunt doen zonder hulp, dan ben je heel zelfstandig. Bejaarde mensen gebruiken hulpmiddelen om zelfstandiger te zijn. Kruis aan. Met dit hulpmiddel kan je beter ...

Les 5

❍ eten en drinken ❍ jezelf verzorgen ❍ lezen ❍ naar muziek luisteren ❍ zonder hulp op stap gaan

Mijn favoriete selfie! Waarom? Schrijf enkele woorden op die je wilt onthouden.

_________________________ _________________________ _________________________ _________________________ _________________________ _________________________ _________________________ _________________________ _________________________ _________________________ _________________________ _________________________ _________________________ _________________________ _________________________ _________________________

Les 5

Wat weet ik nu? Is het een plicht of een recht? Kruis aan.

plicht

recht

Auto’s rijden in ons land rechts van de weg. In mijn vrije tijd mag ik televisie kijken. Mijn boek moet binnen drie weken terug naar de bieb. Ik moet mijn huistaak maken. 2

Is dit ok of niet ok? Kruis aan. Indien de situatie niet ok is, kruis dan de reden aan.

Je mag geen foto’s nemen van beroemde mensen in hun vrije tijd. ok

niet ok

Je ouders geven toestemming om foto’s te maken en te delen. Pesten met beelden. Pesten met woorden.

Je mag geen foto’s nemen van beroemde mensen in hun vrije tijd. ok Je juf of meester zet zomaar foto’s van jou op de schoolwebsite. niet ok

Je ouders geven toestemming om foto’s te maken en te delen. Pesten met beelden. Pesten met woorden.

Kruis de voorbeelden aan die deze mensen hulp bieden.

❍ brailleschrift ❍ een traplift ❍ een aangepast toilet ❍ ribbelstroken op de weg

Herdruk 2021/428 Bestelnummer 60 1010 541 ISBN 978 90 4863 770 6 KB D/2020/0147/111 NUR 193 Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge, België © Copyright die Keure, Brugge - RPR 0405 108 325

❍ brailleschrift ❍ een traplift ❍ een aangepast toilet ❍ ribbelstroken op de weg

9 789048 637706