7 minute read

F.- Geslachtsbepaling en geslachtsgebonden kenmerken

Uit de voorgaande oefeningen leren we dat zowel vader als moeder het genotype en dus Uit de voorgaande oefeningen leren we dat zowel vader als moeder het genotype en dus ook het fenotype van hun kind zullen bepalen. Hiervoor is het enkel belangrijk wie van hen ook het fenotype van hun kind zullen bepalen. Hiervoor is het enkel belangrijk wie van hen het dominante allel voor een kenmerk doorgeeft. Maar hoe zit het met het geslacht van het het dominante allel voor een kenmerk doorgeeft. Maar hoe zit het met het geslacht van het kind ? Wie van de ouders bepaalt of het een zoontje of een dochtertje wordt ? Laat ons dit kind ? Wie van de ouders bepaalt of het een zoontje of een dochtertje wordt ? Laat ons dit eens wat nader bekijken …eens wat nader bekijken … P: P: ♀ x ♂x ♂ XX XY XX XY

eicellen: ………… ………… zaadcellen: ………….. of ……………

Een eicel bevat dus steeds een X-chromosoom, maar een zaadcel kan een Xchromosoom of een Y-chromosoom dragen. Het geslacht is dus afhankelijk van het type zaadcel dat de eicel bevrucht. In theorie heeft een koppel dus 50% kans op het krijgen van een zoontje en 50% kans op het krijgen van een dochtertje. Op de geslachtschromosomen liggen niet alleen geslachtsbepalende genen. Andere genen die op de geslachtschromosomen gelegen zijn, zijn geslachtsgebonden genen. Bekende voorbeelden hiervan zijn hemofilie (aandoening waarbij het bloed niet stolt ten gevolge van het ontbreken van één van de stollingsfactoren) en daltonisme (roodgroenkleurenblind). Beide kenmerken zijn recessieve aandoeningen, gelegen op het Xchromosoom. chromosoom, maar een zaadcel kan een X chromosoom of een Y een zoontje en 50% kans op het krijgen van een dochtertje.

X Y X XX XY 50% 50%

Op de geslachtschromosomen liggen niet alleen geslachtsbepalende genen. Andere ge-

geslachtsgebonden genen

(aandoening waarbij het bloed niet stolt ten gevolge van het ontbreken van één van de stollingsfactoren) en groenkleurenblind). Beide kenmerken zijn gelegen op het X

Bij een man die op het X Bij een man die op het X-chromosoom het allel voor hemofilie heeft, komt het automatisch chromosoom het allel voor hemofilie heeft, komt het automatisch tot uiting; hij kan immers geen dominant allel hebben om dit te domineren. tot uiting; hij kan immers geen dominant allel hebben om dit te domineren. Symbolisch: Symbolisch: X XN: stelt het chromosoom voor met het allel voor de stollingsfactor (normaal) : stelt het chromosoom voor met het allel voor de stollingsfactor (normaal) Xn: stelt het chromosoom voor met het allel voor hemofilie : stelt het chromosoom voor met het allel voor hemofilie

Vul aan: Vul aan:

Bij de vrouw zijn er nu volgende mogelijkheden: Bij de vrouw zijn er nu volgende mogelijkheden:

Genotype Genotype fenotype fenotype

Bij de man zijn er slechts 2 mogelijkheden: Bij de man zijn er slechts 2 mogelijkheden:

Genotype Genotype fenotype fenotype

Voorbeeld: Voorbeeld:

Een man zonder hemofilie en een vrouw die draagster is voor hemofilie krijgen een kind. Een man zonder hemofilie en een vrouw die draagster is voor hemofilie krijgen een kind. Hoeveel kans is er dat dit kind hemofilie heeft? Hoeveel kans is er dat dit kind hemofilie heeft?

Vul aan: Vul aan: Genotype Genotype

P: P: man: X man: XNYN x vrouw: XNXn n

F F1:

Fenotype Meisjes: ……………………………………………….. ………………………………………………..

Jongens: ……………………………………………….. ………………………………………………..

Antwoord: …………………………………………………………………………………………..

Wist je dat Wist je dat ….. …..

hemofilie bekend staat als de koninklijke ziekte omdat zoveel van de afstammelingen van hemofilie bekend staat als de koninklijke ziekte omdat zoveel van de afstammelingen van de Engelse koningin Victoria (1819 de Engelse koningin Victoria (1819 –– 1901) 1901) en haar man prins Albert van Saksen-en haar man prins Albert van Saksen-Coburg CoburgGotha (1819-1861) er aan leden ?Gotha (1819-1861) er aan leden ? Victoria had een X-Victoria had een X-chromosoom met het onvolwaardig hemofilie chromosoom met het onvolwaardig hemofilie-gen. Zij heeft dat doorgegen. Zij heeft dat doorgegeven aan haar zoon Leopold en aan twee van haar dochters: Alice en Beatrice. Alice geven aan haar zoon Leopold en aan twee van haar dochters: Alice en Beatrice. Alice droeg het gen via haar dochter Alexandra, de latere tsarina van Rusland, over aan haar droeg het gen via haar dochter Alexandra, de latere tsarina van Rusland, over aan haar kleinzoon de kleinzoon de tsarevitch tsarevitch Aleksej Aleksej. . Via Beatrice kwam de ziekte in het Spaanse koningshuis Via Beatrice kwam de ziekte in het Spaanse koningshuis terecht. terecht. Als eerste werd Leopold ziek. Hij bloedde in 1884 op 31-jarige leeftijd dood aan een knie-Als eerste werd Leopold ziek. Hij bloedde in 1884 op 31-jarige leeftijd dood aan een knieblessure. Drie mannelijke kleinkinderen ondergingen hetzelfde lot op de leeftijden van 2, 23 blessure. Drie mannelijke kleinkinderen ondergingen hetzelfde lot op de leeftijden van 2, 23 en 32 jaar. Meisjes werden niet ziek, wel waren sommigen draagster van de erfelijke afwijen 32 jaar. Meisjes werden niet ziek, wel waren sommigen draagster van de erfelijke afwijkingen. kingen. De meest bekende koninklijke hemofiliepatiënt is de Russische troonopvolger Alexei RomaDe meest bekende koninklijke hemofiliepatiënt is de Russische troonopvolger Alexei Romanov (tsarevitch nov (tsarevitch Aleksej Aleksej), zoon van Nicolaas II en Alexandra Feodorovna en achterkleinkind ), zoon van Nicolaas II en Alexandra Feodorovna en achterkleinkind van koningin Victoria. In zijn vroege kinderjaren vertoonde hij een verhoogde neiging tot van koningin Victoria. In zijn vroege kinderjaren vertoonde hij een verhoogde neiging tot bloeden, wat volgens sommige historici de loop van de geschiedenis heeft beïnvloed. Om bloeden, wat volgens sommige historici de loop van de geschiedenis heeft beïnvloed. Om zijn aandoening te genezen vroeg zijn moeder namelijk advies aan gebedsgenezer Grigori zijn aandoening te genezen vroeg zijn moeder namelijk advies aan gebedsgenezer Grigori Raspoetin. Raspoetin. Raspoetin begon zich in staatsaangelegenheden te mengen nadat de tsaar Raspoetin begon zich in staatsaangelegenheden te mengen nadat de tsaar zich in augustus 1915 naar het front begaf als opperbevelhebber. Daardoor groeide de verzich in augustus 1915 naar het front begaf als opperbevelhebber. Daardoor groeide de verontwaardiging onder het Russische volk over de invloed van de koninklijke familie, wat als ontwaardiging onder het Russische volk over de invloed van de koninklijke familie, wat als medeoorzaak van de Russische revolutie wordt gezien. Alexei stierf niet aan zijn ziekte, hij medeoorzaak van de Russische revolutie wordt gezien. Alexei stierf niet aan zijn ziekte, hij werd in 1918 samen met de rest van zijn familie door de bolsjewieken geëxecuteerd in Jewerd in 1918 samen met de rest van zijn familie door de bolsjewieken geëxecuteerd in Jekaterinenburg. katerinenburg.

HEMOFILIE nakomelingen koningin Victoria van Engeland nakomelingen koningin Victoria van Engeland

Koningin Victoria (1819-1901) X

Prins Albert van Saksen-Coburg-Gotha (1819-1861)

Prinses Alice (1843-1878) X X

Leopold hertog van Albany Leopold hertog van Albany Prinses Beatrice Prinses Beatrice (1853-1884) (1857 (1857-1944)-1944) X X X X Lodewijk IV Lodewijk IV Helena van Waldeck Helena van Waldeck Prins Hendrik van Prins Hendrik van groothertog van Hessen groothertog van Hessen Pyrmont Pyrmont Battenberg Battenberg

Irene van Irene van Frederik Alix van Princes Alic Victoria-Eugenie Leopold Maurice van Leopold Maurice van

Hessen Hessen van Hessen Hessen van Albany van Battenberg Mounbatten Battenberg Mounbatten Battenberg (1866 (1866-1953) -1953) (1870-1873) (1872 (1872-1918) (1883-1981)-1918) (1883-1981) (1887-1969) (1887-1969) (1889 (1889-1922) (1891-1922) (1891-1914) 1914)

X X X X X X X X Prins Hendrik Prins Hendrik tsaar tsaar Alexander Alexander Alfonso XIII Alfonso XIII van Pruisen van Pruisen Nicolaas II Nicolaas II Hertog van Athione Hertog van Athione van Spanje

Waldemar Hendrik van Waldemar Hendrik van Tsarevich Tsarevich Rupert Rupert Prins Alfonso Prins Alfonso Gonzalo Gonzalo van Pruisen Pruisen van Pruisen Pruisen Alexei Alexei Cambridge van Asturias van Spanje Cambridge van Asturias van Spanje (1889 (1889-1945) (1900 1945) (1900-1904)-1904) (1904 (1904-1918)-1918) (1907 (1907-1928) (1907 1928) (1907-1938) (1914 1938) (1914-1934) 1934)

Opdracht: Oefeningen op geslachtsgebonden erfelijkheid 1. Waar of niet waar: een geslachtsgebonden kenmerk zoals hemofilie erft over van 1. Waar of niet waar: een geslachtsgebonden kenmerk zoals hemofilie erft over van vader op zoon en van moeder op dochter. Leg uit. vader op zoon en van moeder op dochter. Leg uit.

2. 2. Een vrouw met hemofilie krijgt een ééneiige tweeling. De vader is gezond. Lijden Een vrouw met hemofilie krijgt een ééneiige tweeling. De vader is gezond. Lijden deze kinderen aan hemofilie? deze kinderen aan hemofilie?

Gegeven: hemofilie: ….. gezond: …..

P: ………. X ……….

F1:

Verwachte fenotypes: ………………………………………………………………. ……………………………………………………………… Antwoord: Antwoord: ……………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………

3. 3. Volgende stamboom geeft de overerving weer van een bepaalde afwijking. Volgende stamboom geeft de overerving weer van een bepaalde afwijking.

Erft de afwijking dominant over? Motiveer. Erft de afwijking dominant over? Motiveer.

Kan het allel voor het afwijkend kenmerk gelegen zijn op het X Kan het allel voor het afwijkend kenmerk gelegen zijn op het X-chromosoom? chromosoom? Individuen met de afwijking Individuen met de afwijking

This article is from: