Aan de slag met wijkeconomie

Page 1

AAN DE SLAG MET WIJKECONOMIE!

RAPPORTAGE // MAART 2013 0


Opdrachtgever

Provincie Drenthe

Opdrachtnemer

STAMM CMO

Postbus 954 9400 AZ Assen Telefoon 0592 394 400 Contactpersoon

Erwin Matijsen Onderzoeker-adviseur 06 835 690 63 ematijsen@stamm.nl

Datum

Maart 2013

1


1.

INLEIDING 1

De laatste jaren is wijkeconomie een steeds meer gehoorde term. In Wijkeconomie, een kansrijke strategie is wijkeconomie als volgt gedefinieerd: “Wijkeconomie is het volledig benutten van de economische potenties van een wijk en haar bewoners, waardoor een bijdrage wordt geleverd aan de economische vitaliteit en de leefbaarheid van een wijk.” Veel van de aandacht naar wijkeconomie gaat uit naar wijken in grote steden, zoals Amsterdam en Rotterdam. Wijkeconomie stopt daar echter niet. Ook op het platteland, in kleine dorpen en het buitengebied kan wijkeconomie een belangrijke rol spelen. Vooral in de kleine dorpen is het van belang een vruchtbaar ondernemersklimaat te creëren om wijken en dorpen te vitaliseren en nieuw leven in te blazen. Een gezond ondernemersklimaat in kleine dorpen bevordert namelijk de leefbaarheid in kleinere dorpen. In dit rapport willen we de (positieve) invloed van wijkeconomie op leefbaarheid in kleinere dorpen inzichtelijk maken via een mix van literatuur, onderzoek en voorbeelden uit de praktijk. Daarnaast willen we inzichtelijk maken hoe wijkeconomie gestimuleerd kan worden.

2. DE POSITIEVE EFFECTEN VAN WIJKECONOMIE OP LEEFBAARHEID De positieve effecten van wijkeconomie op de leefbaarheid in dorpen en op het platteland kunnen in een aantal categorieën geschaard worden en zijn te koppelen aan verschillende aspecten van leefbaarheid.   

Sociale binding Levendigheid Werkgelegenheid

SOCIALE BINDING Een belangrijk element van leefbaarheid op het platteland is de sociale binding: ontmoeten is 2 essentieel voor leefbaarheid. Ondernemers in het dorp kunnen op verschillende manieren een bijdrage leveren aan de sociale binding. Ten eerste vormen zij een ontmoetingsplaats voor klanten. Dit geldt met name voor de ondernemingen met een toonbankfunctie. Klanten komen naar bijvoorbeeld een winkel en maken daar met elkaar of met de ondernemer een praatje. Daarnaast vormen ondernemers vaak met elkaar een netwerk. Een tweede aspect van sociale binding is de binding met het dorp zelf. Ondernemers in het dorp zijn vaak betrokken deelnemers aan het maatschappelijke verkeer. Ze ondersteunen acties om de 1

In feite gaat het over wijk- en dorpseconomie. De meest gebezigde term hiervoor is echter simpelweg wijkeconomie. Voor de leesbaarheid en omdat het een ‘ingeburgerde’ term is, houden we ook de term wijkeconomie aan. Waar wijkeconomie staat kunt u ook dorpseconomie lezen. 2 Leefbaarheid is mensenwerk. Leefbaarheidsonderzoek Borger-Odoorn. STAMM, 2012.

2


omgeving schoon en veilig te houden, sponsoren lokale initiatieven en zetten hun 3 ondernemingskennis in bij andere activiteiten in de wijk. Het rapport Zzp’ers de toekomst voor een leefbare wijk? stelt bijvoorbeeld: “Zzp’ers dragen vooral bij aan de publieke ruimte door de directe omgeving van hun bedrijfspand schoon te houden. Daarnaast heeft ongeveer een kwart van de zzp’ers in de afgelopen 3 jaar geïnvesteerd in het opknappen van het pand uit zakelijke overwegingen. Met deze investeringen hebben zij bijgedragen aan het verbeteren van het fysieke aanzien van de wijk. Bij de meeste zzp’ers gaat het om een investeringsbedrag van minder dan €5.000,-. “ - Blz. 89 4

En het rapport Cottage Industries stelt: “Een ruime meerderheid van de Cottage Industry ondernemers is actief betrokken bij activiteiten en/of organisaties in de lokale gemeenschap. Dit is vooral het geval in De Marne, waar 70% van de ondernemers actief is in de lokale gemeenschap.” - Blz. 13 LEVENDIGHEID Gerelateerd aan de sociale binding is de levendigheid. Ondernemers in het dorp, met of zonder toonbankfunctie, zorgen voor levendigheid en reuring. De ondernemer werkt in het dorp, ontvangt er klanten, loopt eens een rondje door het dorp, etc. Dit alles in tegenstelling tot mensen die ´s ochtends het dorp verlaten om te gaan werken en pas ´s avonds weer thuis komen. Uit het Handboek Wijkeconomie van Ministerie van Economische Zaken: “De levendigheid in de wijk wordt vergroot door bedrijven. Ook bevordert deze bedrijvigheid de mogelijkheden tot het opdoen van contacten, waardoor –eerder– lokale netwerken kunnen ontstaan. Sociale contacten binnen de buurt zijn van belang voor de ontwikkeling van mensen; het kan het sociaal kapitaal vergroten. Dit geldt niet alleen voor bedrijven met toonbankfuncties, waar mensen elkaar treffen, maar ook bedrijven aan huis kunnen door hun aanwezigheid en aanloop de levendigheid vergroten.” -Blz. 15 Een dorp waar iets gebeurt is voor veel mensen aantrekkelijker dan een slaapdorp. Ondernemers in de het dorp, van welke aard dan ook, kunnen zo bijdragen aan een positief imago van het dorp. WERKGELEGENHEID Ondernemers in het dorp zijn een bron van werkgelegenheid, met name voor mensen uit de omgeving. Een groot deel van de banen die worden gecreëerd door ondernemers in het dorp worden ingevuld door mensen uit het dorp. Uit De kracht van de wijk: “Het starten van een eigen onderneming wordt al heel lang gezien als een middel tot arbeidsparticipatie wanneer een reguliere toegang tot de arbeidsmarkt lastig is door 3

De kracht van de wijk. Rabobank, 2008 Cottage Industries zijn ondernemingen die minder dan 10 werknemers hebben, gevestigd in kernen kleiner dan 5.000 inwoners en meer dan 50% van hun omzet buiten de regio halen. Het zijn vaak zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). 4

3


bijvoorbeeld langdurige werkloosheid. […]Daarnaast is het midden- en kleinbedrijf een belangrijke werkgever voor buurtbewoners. De lokale arbeidsmarkt voorziet nog altijd in een groot gedeelte van de arbeidsbehoefte.” -Blz 50. Ondernemerschap in een dorp heeft niet alleen een directe invloed op werkgelegenheid. ‘Zien werken, doet werken’ en ‘werk trekt werk aan’ kan ook indirect invloed uitoefenen op werkgelegenheid.

3.

HET STIMULEREN VAN WIJKECONOMIE

Om te kunnen oogsten moet er eerst gezaaid worden. Om de positieve effecten van wijkeconomie te kunnen ervaren, is het nodig wijkeconomie te stimuleren. Dit kan via vijf pijlers. Deze pijlers staan 5 beschreven in het e-book Wijkeconomie, een kansrijke strategie . Elke pijler zal eerst aan de hand van een quote uit het e-book worden aangeduid. Vervolgens wordt per pijler een vertaalslag gemaakt naar de Drentse situatie.

PIJLER 1: DE ONDERNEMER “Wijkeconomie begint met het behouden en versterken van bestaande ondernemers. Dat klinkt als een open deur, maar de praktijk wijst uit dat in veel dorpen en wijken precies het tegenovergestelde gebeurt.” Dat er nog veel winst valt te behalen door bestaande ondernemers te ondersteunen, blijkt uit het aantal ondernemers dat stopt. In totaal starten er in 2011 2.907 ondernemingen (exclusief dochter- en nevenondernemingen) in Drenthe en zijn er 2.219 opheffingen. Uit onderzoek van de KvK blijkt dat de belangrijkste reden van opheffing leeftijd/pensioen is (54%). Tegelijkertijd laat het onderzoek zien dat vele ondernemers simpelweg stoppen, zonder het overwegen van overname. “Het is een bekend verschijnsel dat de ondernemers die hun bedrijf opheffen een verkoop niet eens overwegen:slechts één op de acht.” – p.11 Naast leeftijd/pensioen zijn redenen om te stoppen het niet-rendabel zijn (8%), ziekte/gezondheid (8%) en geen zin of energie meer hebben (9%). Ondersteuning via wijkeconomie kan een rol spelen om opheffing te voorkomen. .

5

De vijfde pijler staat niet in het e-book beschreven. Deze werd eerder als uitvloeisel van de overige vier pijlers gezien. Alhoewel dit nog steeds geldt, is de arbeidsmarkt belangrijk genoeg om als aparte pijler beschouwd te worden. 4


Bron: Kamer van Koophandel

PIJLER 2: HET NIEUWE ONDERNEMEN “Iedere gemeenschap telt latente ondernemers. Sommigen zijn er al zijdelings mee bezig, anderen fantaseren erover of kunnen op een goed idee worden gebracht. Het aanwakkeren van de ondernemersgeest in dorpen en wijken speelt een belangrijke rol bij het stimuleren van wijkeconomie.� Ten opzichte van het Nederlands gemiddelde zijn er in Drenthe minder oprichtingen van nieuwe ondernemingen (of overnames van bestaande ondernemingen). Zie onderstaande figuur.

Bron: CBS

5


Het stimuleren van nieuw ondernemerschap is een belangrijke pijler van wijkeconomie: de (nieuwe) ondernemer is immers de basis van de wijkeconomie! Het stimuleren van nieuw ondernemerschap gaat tegenwoordig vaak over zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Zeker als het gaat over wijkeconomie, aangezien juist de kleine ondernemer 6 uitstekend in het dorp actief kan zijn en ook graag in het eigen dorp of gemeente blijft . Het stimuleren en ondersteunen van zzp’ers is daarmee een slimme zet in het stimuleren van wijkeconomie. 7

Veel zzp’ers ondervinden problemen bij het vinden van werkruimte . Een mogelijke oplossing hiervoor is creatief omgaan met bestemmingsplannen. Uit het rapport Cottage Industries: “Beschouw vrijkomende bebouwing niet alleen als woonruimte, maar ook als bedrijfsruimte en handel hiernaar door deze panden ook bij de afdeling economische zaken op de agenda te hebben als zijnde vestigingslocaties voor bedrijvigheid.” -blz. 44 Denk bijvoorbeeld aan een oude leegstaande school die dienst doet als werkplek of het verhuren van werkruimtes in een multifunctioneel centrum. Naast werkruimte is een goede internetverbinding van belang. Een zzp’er, vaak actief in de dienstverlenende sector, wil zowel thuis, bij de klant als op een tijdelijke werkruimte bij zijn digitale dossiers kunnen. Daarnaast kan wijkeconomie juist bestaan doordat het niet meer noodzakelijk is altijd fysiek bij de klant aanwezig te zijn. Een snelle internetverbinding is dan wel een randvoorwaarde. Het leggen van glasvezel is een goede manier om een snelle internetverbinding te krijgen en beter bereikbaar te zijn voor de omgeving. Een mooi voorbeeld hiervan is te vinden in Heeze-Leende. Hier is een coöperatie opgericht om glasvezel voor alle bewoners en bedrijven in Heeze-Leende te realiseren. Tot slot hebben zzp’ers vaak behoefte aan contacten waarmee ze ervaringen kunnen uitwisselen. Het faciliteren van ondernemersnetwerken kan hier uitkomst bieden. Het promoten van ondernemersnetwerken heeft als bijkomend voordeel dat potentiële ondernemers eerder gevonden worden. In de drie Noordelijke provincies neemt het aantal zzp’ers licht toe. In Groningen van 0,27% van de totale bevolking naar 0,29%, in Friesland van 0,32% naar 0,34% en in Drenthe van 0,28% naar 0,30%. Zie onderstaande figuur voor absolute aantallen.

6 7

Zzp-ers in beeld. Kamer van Koophandel, 2012 Zzp-ers in beeld. Kamer van Koophandel, 2012 6


Bron: CBS

PIJLER 3: COLLECTIEF ONDERNEMERSCHAP “Een van de meest interessante strategieën voor het stimuleren van wijkeconomie is het organiseren van collectief ondernemerschap. Dorps- en wijkcooperaties en community businesses kunnen taken van gemeenten overnemen. Vaak voor lagere kosten.” Er zijn meerdere vormen van collectief ondernemerschap, voorbeelden hiervan zijn onder andere dorps- of wijkcoöperaties en de community business. Deze vormen van collectief ondernemerschap worden niet persé geleid door vrijwilligers, maar er kan ook sprake zijn van een loonlijst. Vier voordelen van collectief ondernemerschap zijn: - Ze geven de gemeenschap een actievere rol in haar eigen leefbaarheid; - Ze genereren werk; - Een goedlopende coöperatie of community business kan haar taken met minder geld 8 uitvoeren dan een gemeente of provincie. - Ze genereren inkomsten en tegelijkertijd wordt er geïnvesteerd in de lokale gemeenschap. Het bekendste voorbeeld van collectief ondernemerschap is te vinden in Engeland, Locality. Dit is een nationaal netwerk van 700 organisaties die geleid worden door de gemeenschap. Het bekendste voorbeeld is de Hudswell Community Pub. In Nederland heeft het Landelijk Steunpunt Aandachtswijken een soortgelijk experiment naar bewonersbedrijven opgestart. BewonersBedrijven zijn bedrijven van, voor en door bewoners. Verspreid in het hele land zetten bewoners ondernemingen op met als doel de buurt economisch, fysiek en sociaal te helpen. De BewonersBedrijven krijgen daarvoor een startkapitaal en het is daarbij het streven dat deze bedrijven zoveel mogelijk hun eigen geld gaan verdienen en daarmee losser komen te staan van subsidies en hun verstrekkers.

8

Wijkeconomie. Een kansrijke strategie. STAMM, 2012 7


Het animo voor het experiment naar Bewonersbedrijven was groot en op 20 september (2012) hebben de eerste zes kandidaat BewonersBedrijven hun plan gepresenteerd aan de beoordelingscommissie en groen licht gekregen. De belangrijkste principes van een bewonersbedrijf zijn: - Het bewonersbedrijf werkt aan economische, fysieke en sociale ontwikkeling van een gebied waarin bewoners zichzelf herkennen; - Het bewonersbedrijf is onafhankelijk, zelfvoorzienend en winst vloeit terug naar de wijk en komt niet bij private personen terecht; - Het bewonersbedrijf is geïnitieerd door (komt voort uit) bewoners, is in bezit van bewoners en wordt bestuurd door bewoners; - Het bewonersbedrijf is gericht op samenwerking met bewonersverenigingen, lokale overheid, instellingen en bedrijven. Een regionaal voorbeeld van collectief ondernemerschap is te vinden in Valthermond. Daar heeft dorpsbedrijf in wording De Ommezwoai het initiatief genomen het zwembad over te nemen en te exploiteren. Op acht november 2012 heeft de gemeenteraad van Borger-Odoorn het plan goedgekeurd.

PIJLER 4: REGIONAAL SAMENWERKEN “Om wijkeconomie te laten slagen, zijn verbindingen met de buitenwereld nodig. Elkaar aanvullen in partnerschappen leidt tot een positieve dynamiek, voor zowel de regio als de wijkeconomie.” Een lokale ondernemer opereert niet in een vacuüm. In veel gebieden zijn op economisch gebied regionale samenwerkingsverbanden, zoals bijvoorbeeld de regio Groningen-Assen. Met zijn 450.000 9 inwoners en 230.000 banen een belangrijke economische motor van het Noorden . Om wijkeconomie te stimuleren is oog voor het grotere verband dus belangrijk. De lokale economie kan een positieve bijdrage leveren aan de regionale (top)sector. Uit Eindrapport Cottage Industries: “Cottage Industry ondernemers kunnen met hun ondernemende mentaliteit, actieve bijdrage aan het dorpsleven, ervaringen en contacten ver buiten de eigen regio een nieuw elan aan de krimpregio geven en helpen de sociale cohesie te versterken. Hiermee dragen zij niet alleen bij aan een verbetering van het woon- en vestigingsklimaat in de krimpregio, maar tevens aan die in het hele Noorden.” - Blz. 14 Op lokaal en regionaal niveau spelen kleinere zelfstandige (familie)bedrijven dus een belangrijke rol bij het stimuleren van de lokale / regionale economie. Zeker als het gaat om de toekomst van een winkelcentrum, inrichting van de opbaren ruimte, nieuwe bedrijfslocaties of campagnes om een plaats beter op de kaart te zetten. Ook vindt veel vernieuwing en innovatie plaats op regionale / lokale 10 schaal: 87.5% van de patenten aangevraagd tussen 2000 en 2006 kwamen uit het MKB . Andersom geldt hetzelfde: de regionale (top)sector kan het lokale ondernemerschap versterken. De aantrekkingskracht van de regionale (top)sector beperkt zich niet tot bedrijven die zich in de regio 9

Regio Groningen-Assen ontdekken! Vergeet de kleintjes niet. Het MKB in de Drentse economie. E. Wever, 2012.

10

8


willen vestigen. Werknemers willen misschien wel in het rustige buitengebied wonen en daar genieten van wat de kleinschalige, lokale ondernemer hem te bieden heeft.

PIJLER 5: ARBEIDSMARKT De vijfde pijler is de arbeidsmarkt. Voor wijkeconomie is het van belang om mensen/jongeren in de regio te behouden, zodat deze vitaal blijft. Belangrijk hierbij is de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. “Hoe beter het onderwijs en de arbeidsmarkt op elkaar aansluiten, hoe beter mensen zijn opgeleid en hoe gemakkelijker men kan doorstromen naar (ander) werk.� In de onderstaande grafiek wordt het percentage aangegeven dat aangeeft of de opleiding voldoende basis was om te starten op de arbeidsmarkt. Hieruit komt naar voren dat nog steeds een groot percentage, ongeveer 40%, aangeeft dat de opleiding niet goed aansloot op wat er werd verwacht op de arbeidsmarkt. Percentage gediplomeerden dat aangeeft dat de opleiding voldoende basis was om te starten op de arbeidsmarkt

Bron: MinOCW.

Een goede aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt is belangrijk, omdat het mismatches en ook werkloosheid kan voorkomen. Voor het bedrijfsleven liggen hier duidelijke kansen en ondernemers kunnen hier een grote rol in spelen. Enerzijds zou het onderwijs zich meer moeten richten op de behoeften van het bedrijfsleven, zoals meer beroepsgerichte opleidingen waar vraag naar is aan te bieden. Anderzijds zou het bedrijfsleven zich meer kunnen richten op het onderwijs. Een intensieve samenwerking tussen universiteiten, hogescholen en bedrijven kan hiervoor zorgen. Bedrijven zouden bijvoorbeeld voordat studenten zijn afgestudeerd al kunnen beginnen met werven door stages aan te bieden.

9


In het Duitse Landkreis Leer is zo’n initiatief genomen, namelijk de Groeiregio Ems-Achse. Dit is een gezamenlijk initiatief van ondernemingen, gemeenten, politiek, onderwijsinstellingen, uitzendbureaus, handelskamers en beroepsverenigingen. Bevordering van de economische regio moet worden bereikt door het versterken van de economische groei en het creëren van werkgelegenheidskansen. Alle mogelijkheden om meer geschoolde werknemers in de regio te krijgen moeten worden benut, er moet gezorgd worden dat de potentials binnen de regio blijven en terugkeer van potentiele werknemers 11 moet worden bevorderd en vergemakkelijkt. De groeiregio Ems-Achse heeft een aantal projecten opgezet om de educatieve migratie te verminderen en geschoolde werknemers te werven. Dit zijn onder andere de projecten ZukunftsAchse en Jungs-Achse.

4.

TOT SLOT

Het stimuleren van wijkeconomie heeft een positieve uitwerking op een dorp. Het versterkt de sociale binding, het creëert levendigheid en werkgelegenheid en draagt bij aan een positief imago van het dorp en de regio. Door het ondernemerschap (bestaand, nieuw en collectief) te ondersteunen, regionaal samen te werken en de arbeidsmarkt te activeren wordt wijkeconomie gestimuleerd. Aandacht voor deze vijf pijlers draagt bij aan het vitaliseren van kleine dorpen. Wanneer begint u met wijkeconomie?

11

http://www.stamm.nl/actueel/conferentie100procentondernemend/ presentatie H Berkels. 10


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.