ECONOMIE
Mathieu Segers & Bart van Riel Dr. M. Segers, Universiteit Utrecht & dr. B. van Riel, SER en Erasmus Universiteit Rotterdam.
De weeffouten in de EMU Achteraf kan worden vastgesteld dat de ernstige problemen waarmee de eurozone te maken heeft, voor een belangrijk deel op weeffouten in de Economische en Monetaire Unie zijn terug te voeren. Veel minder duidelijk is welke die weeffouten zijn en hoe ze zijn ontstaan.
l ruim voor de val van de Berlijnse muur op 9 november 1989, had bondskanselier Helmut Kohl nieuwe impulsen aan het EMU-project gegeven. De presentatie van het unanieme rapportDelors had de EMU dat voorjaar in het brandpunt van de belangstelling gebracht, maar in Parijs vreesde men dat dit momentum zou wegebben door de ontwikkelingen in Oost-Europa. De bondskanselier ontplooide initiatieven om die Franse zorgen weg te nemen. Waarom?
A
Europese Politieke Unie Er dreigde een weinig aanlokkelijk defensief voor de Duitse Europapolitiek. Het lag voor de hand dat de ontwikkelingen in Oost-Europa de Duitse eenwording spoedig actueel zouden maken. Dat zou gepaard gaan met een roep om nieuwe zelfbinding als bewijs voor de Duitse loyaliteit aan de Europese vrede en stabiliteit. Wanneer dat zou samenvallen met het Franse voorzitterschap van de Europese Gemeenschap, in de tweede helft van 1989, zou Kohl met betrekking tot de EMU danig onder druk gezet kunnen worden. Het was daarom zaak de EMU-ontwikkelingen meer naar Bonn toe te trekken nu dat nog kon, te meer omdat de EMU in de binnenlandse politiek geen populair thema was. De D-mark was heilig. De Fransen moesten derhalve overtuigd worden van Kohls oprechte intenties, zonder dat dit binnenslands argwaan zou wekken.1 Deze analyse kwam uit de koker van Joachim Bitterlich, Kohls adviseur in Europese aangelegenheden. Mede met het oog op binnenlandse gevoelens, had hij een superoffensief element in zijn plan inge1 2
2
J. Bitterlich (1998), Schwierige Nachbarschaft am Rhein, Bonn: Bouvier, p. 113. M. Segers & F. van Esch (2007), Behind the Veil of Budgetary Discipline: The Political Logic of Budgetary Rules in EMU and the SGP, Journal of Common Market Studies, 45, 5, p. 1101.
bouwd voor extra toenadering tot Parijs. De surprise van Bitterlich heette Europese Politieke Unie. Een toekomstvisioen, dat in Duitsland op breed enthousiasme kon rekenen, zeker als het aan meer rechten en bevoegdheden voor het Europees Parlement werd gekoppeld. Daarmee zou in de toekomst de Duitse publieke opinie kunnen worden bespeeld. Maar zij niet alleen. Ook de EMU-sceptische Bundesbank kon zo enigszins worden geapaiseerd. In Frankfurt achtte men de EMU namelijk alleen mogelijk in de vorm van de bekroning van een proces van dwingende economische convergentie (de Krönungstheorie): eerst economische convergentie dan pas EMU, niet andersom. Kort en goed, de EMUpartners dienden de Duitse financieel-economische best practices over te nemen voordat er van een EMU sprake kon zijn. De EMU zou Duits zijn of niet zijn. Hier paste de Europese Politieke Unie in het verhaal van de financieel-economische elite. Iets dergelijks zou immers onmisbaar zijn om de gewenste economische convergentie ook daadwerkelijk te kunnen afdwingen.2 Bitterlich dacht anders. Het ging hem om de tactische betekenis van de Europese Politieke Unie voor binnenlands gebruik. Hij werkte de Europese Politieke Unie niet eens uit. De gebrekkige definiëring daarvan in het verdrag van Maastricht was daarvan een direct gevolg. Frans-Duitse basisdeal Op 27 november stuurde Kohl Mitterrand een brief. Deze bevatte een voorstel voor een gezamenlijk Frans-Duits EMU-tijdspad, dat na de top van Straatsburg (het sluitstuk van het Franse EG-voorzitterschap in december) van kracht kon worden. Het Duitse voorstel was erop gericht de onomkeerbare stappen te zetten die Mitterrand zo graag wilde. OP ENBAAR BEST UUR NOVE M BE R 2012