Hoe succesvol zijn de Huizen van de wijk? Toekomstgerichte beleidsevaluatie
Rapport Amsterdam stadsdeel Nieuw-West
BMC Onderzoek Oktober 2013 drs. A.W.C.A. Richt MBA drs. N. Kornalijnslijper Correspondentienummer: DH-2210-3561 Projectnummer: 026091
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
INHOUD SAMENVATTING ................................................................................................................................ 1 INLEIDING
................................................................................................................................. 3
HOOFDSTUK 1 HET CONCEPT HUIS VAN DE WIJK ..................................................................... 4 1.1. De eerste aanzetten ................................................................................................. 4 1.2. De nadere invulling .................................................................................................. 6 1.3. Wijkgericht werken en welzijn nieuwe stijl ................................................................ 7 1.4. De uitvoering ............................................................................................................ 8 1.5. Vier invullingen van het concept ............................................................................. 10 HOOFDSTUK 2 ONTWIKKELING................................................................................................... 15 2.1. Ontwikkeling ........................................................................................................... 15 2.2. Resultaten .............................................................................................................. 19 HOOFDSTUK 3 WELZIJN NIEUWE STIJL ELDERS ...................................................................... 23 3.1
Sociaal makelaar Utrecht ....................................................................................... 23
3.2
Kanteling Dordrecht ............................................................................................... 24
3.3. Wijkwinkel Den Haag ............................................................................................. 25 3.4. Buurtsteunpunten in 15 gemeenten........................................................................ 26 HOOFDSTUK 4 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN .................................................................. 29 BIJLAGE 1 VERANTWOORDING ................................................................................................... 32 BIJLAGE 2 GEÏNTERVIEWDEN ..................................................................................................... 34 BIJLAGE 3 KENMERKEN WIJKEN ................................................................................................. 35 BIJLAGE 4 PASSAGE CONTOURENBRIEF SOCIAAL DOMEIN ................................................... 36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Samenvatting Het stadsdeel Amsterdam Nieuw-West wil na 1,5 jaar de ontwikkeling van de nieuwe basisvoorziening Huis van de wijk evalueren. De basisvoorziening Huis van de wijk is een nieuwe invulling van het welzijnsbeleid, een nieuwe invulling van het subsidiebeleid en een nieuwe manier van omgaan met welzijnspartners. Alle negen wijken hebben een Huis van de wijk gekregen waar bewoners hun eigen activiteiten kunnen organiseren. Daarbij krijgen ze ondersteuning van een welzijnsorganisatie die ook het technisch beheer van het gebouw regelt. De negen Huizen zijn toebedeeld aan vier welzijnsorganisaties die specifieke voorstellen hebben gedaan voor de nadere invulling van hun werk in de Huizen en in de wijken. Er worden geen aparte werksoorten meer gesubsidieerd. Deze vier welzijnsorganisaties werken volgens de principes van welzijn nieuwe stijl en bepalen zelf hoe ontmoeting, activering en participatie worden gefaciliteerd en aangejaagd. De nieuwe manier van omgaan met welzijnspartners is gericht op het verder invullen en verbeteren van de basisvoorziening. Er zijn beperkte afspraken gemaakt over openingsuren en bezettingsgraad die in kwartaaloverleggen met de afzonderlijke aanbieders worden gevolgd. Via deze overleggen wordt ook gewerkt aan samenwerking binnen de wijk met andere professionals. Daarnaast bestaan er overleggen waarin de aanbieders worden gestimuleerd samen te werken met elkaar en het stadsdeel om zo verbetering te bereiken van de afzonderlijke voorstellen en daarmee een meerwaarde te bereiken voor het stadsdeel als geheel. De welzijnsaanbieders zijn door het stadsdeel gekoppeld aan wijken. De voorstellen van de aanbieders zijn kort beschreven en ook de wijze waarop de aanbieders daaraan invulling hebben gegeven. Daaruit blijkt dat niet alleen de voorstellen verschillend zijn maar ook de wijze waarop de aanbieders aankijken tegen een basisvoorziening als het Huis van de wijk. Je zou kunnen stellen dat er twee opvattingen zijn te onderscheiden die we aanduiden met de namen ‘Huis van de bewoners’ en ‘Huis van het stadsdeel’. Een stand van zaken na 1,5 jaar laat zien dat de basisafspraken worden gehaald (openingsuren en bezettingsgraad). Onderlinge vergelijking van de Huizen van de wijk, bijvoorbeeld op bereik van doelgroepen of aantal organiserende bewoners is niet mogelijk vanwege zeer beperkte registraties. Alle aanbieders hebben gewerkt aan hun eigen invulling. De ene aanbieder is daar verder mee gevorderd dan de andere. Ook de samenwerkingen in de wijk beginnen goed vorm te krijgen. De onderlinge samenwerking, het leren van elkaar en het partnerschap met het stadsdeel komt nu goed op gang. Aandacht van de aanbieders voor een missie voor de Huizen van de wijk geeft aan dat de doorontwikkeling een nieuwe fase ingaat. Om de doorontwikkeling te kunnen inspireren zijn er vier andere initiatieven van welzijn nieuwe stijl in andere steden beschreven. Twee initiatieven van gemeenten en twee
1/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
initiatieven die zijn gestart door particulier initiatief. Wat deze initiatieven gemeen hebben is dat ze gericht zijn op activering en participatie van kwetsbare bewoners. Aanbeveling 1: Het stadsdeel beoogt een ‘Huis van het stadsdeel’ te realiseren plus een ‘Huis van de bewoners’ met ruimte voor een eigen invulling van de bestaande exploitanten. Het is tijd voor een verdere uitwerking van de opdracht aan de exploitanten, waarbij de voorstellen van de exploitant worden verwerkt en resultaten worden geformuleerd die verband houden met het bevorderen van sociale samenhang. Denk daarbij aan afstemming van de inzet en het budget op de typering van de buurt en het benoemen van prestaties als 1. zichtbaar maken van bestaande netwerken en hiaten daarin, 2. verbeteren van de kwaliteit van de netwerken en 3. meer benutten van potentieel sociaal kapitaal (zie ook sociaal makelaar in Utrecht). Aanbeveling 2: Om zowel een ‘Huis van de bewoners’ als een ‘Huis van het stadsdeel’ te kunnen realiseren met het Huis van de wijk zullen exploitanten de behoefte hebben aan flexibel inzetbare capaciteit. Dit kan worden gerealiseerd met extra budget of door exploitanten te stimuleren een andere invulling te geven aan het bestaande budget. Aanbeveling 3: De Huizen van de wijk voldoen aan de geformuleerde eisen uit de beschikking en de uitvoeringsovereenkomst. In het kader van de doorontwikkeling wordt gewerkt aan een monitorsysteem om meer zicht te krijgen op de resultaten voor de bewoners. Als daarbij meer wordt geregistreerd over de activiteiten in het Huis van de wijk (doelgroepen, aantallen unieke bewoners) dan wordt het ook mogelijk om de Huizen onderling te vergelijken, waarmee een indicator wordt geïntroduceerd om de verschillende aanpakken van de exploitanten te meten. Aanbeveling 4: De aanpak van het stadsdeel past in discussies over bescheiden overheid, netwerken ontwikkelen en nieuwe burgerinitiatieven. Kanttekening is dat het bij ruimte geven aan burgerinitiatieven in het algemeen vaak gaat om het benutten van eigen kracht van sterke bewoners en niet om het ontwikkelen van eigen kracht van kwetsbare bewoners. Bovendien hebben zwakke wijken minder potentieel dan sterke wijken. Ruimte geven aan burgerinitiatieven gaat goed samen met een bewuste inzet van het eigen budget voor professionele ondersteuning voor de kwetsbare bewoners in plaats van voor alle bewoners (zie ook aanpak Dordrecht). Dan valt ook te overwegen of het budget per wijk moet worden vastgesteld. Aanbeveling 5: Het stadsdeel heeft ruimte gegeven aan de professionals. Het is van belang om in het te ontwikkelen monitorsysteem ook op te nemen hoe gebruikers en bewoners het Huis van de wijk waarderen. Daarmee kan het stadsdeel ook bepalen of er een goede match is gemaakt tussen de exploitanten en de wijken.
2/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Inleiding Het onderzoek betreft een toekomstgerichte beleidsevaluatie van de Huizen van de wijk in Amsterdam Nieuw-West. Met de introductie van het Huis van de wijk heeft het stadsdeel Amsterdam Nieuw-West een nieuwe invulling gegeven aan het subsidiebeleid en aan Welzijn nieuwe stijl. Er zijn zeven Huizen van de wijk gestart in 2012. Het stadsdeel Amsterdam Nieuw-West wil na 1,5 jaar de stand van zaken opmaken. De doelstelling voor Huis van de wijk is dat het succesvol is in het betrekken van een grote diversiteit aan wijkbewoners die blij zijn met het Huis van de wijk. Het Huis van de wijk levert een bijdrage aan de sociale en maatschappelijke verbinding in de wijk. Deze doelstelling is uitgewerkt in een onderzoeksopdracht om te evalueren met aandacht voor verschillende onderdelen. In tweede instantie zijn de onderzoeksvragen toegespitst op het proces van doorontwikkeling van het Huis van de wijk. Het gaat dan vooral om hoe de exploitanten van het Huis van de wijk hun professionele ruimte hebben genomen om in partnerschap met het stadsdeel het concept Huis van de wijk vorm te geven. Zie ook bijlage 1. Dit onderzoek geeft een momentopname weer. De ontwikkeling van het Huis van de wijk gaat door en het kan zijn dat een aantal constateringen over de huidige stand van zaken niet meer actueel is op het moment dat dit rapport verschijnt. De rapportage is gebaseerd op de gelezen documenten en gevoerde gesprekken met vier mensen van het stadsdeel en tien mensen van de Huizen van de wijk. Dit kwalitatieve onderzoek levert een beeld op van de ontwikkeling van het concept Huis van de wijk en hoe de vier welzijnsorganisaties daar invulling en uitvoering aan geven. Over de uitvoering wordt weinig geregistreerd en uitspraken over succes en falen blijven dan ook achterwege. De directies van de welzijnsorganisaties hebben inzage gehad in de bevindingen om fouten en misvattingen te corrigeren. De conclusies zijn gebaseerd op de bevindingen over de documenten, de inhoud van de gesprekken en onze expertise op het terrein van participatie, welzijn nieuwe stijl en de ontwikkelingen in het sociaal domein. De aanbevelingen zijn bedoeld om het stadsdeel te helpen bij de volgende stappen in de ontwikkeling van het Huis van de wijk. Hieronder is aangegeven hoe dit rapport is opgebouwd. Leeswijzer In hoofdstuk 1 wordt het concept Huis van de wijk beschreven. De context wordt geschetst waarin dit concept is ontwikkeld, alsmede de uitgangspunten. Ook wordt beschreven hoe de verschillende welzijnsinstellingen invulling hebben gegeven aan het concept. In hoofdstuk 2 wordt de ontwikkeling beschreven van de afgelopen 1,5 jaar Huis van de wijk, de resultaten en de wensen voor de toekomst. In hoofdstuk 3 worden vier andere invullingen beschreven van welzijn nieuwe stijl in andere steden met vergelijkbare sociale achterstanden. In hoofdstuk 4 worden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan.
3/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Hoofdstuk 1 Het concept Huis van de Wijk In dit hoofdstuk wordt het concept Huis van de wijk beschreven. We beschrijven de ontwikkeling met de voornemens en uitwerking bij de start en de invulling in de praktijk.
1.1.
De eerste aanzetten Herijking subsidiebeleid Na de fusie van de drie stadsdelen tot het stadsdeel Nieuw-West moest het subsidiebeleid van de drie oude stadsdelen worden geharmoniseerd tot één nieuw subsidiebeleid. Tegelijkertijd moest er bezuinigd worden omdat er eenmalige gelden uit de wijkaanpak en gebiedsgerichte intensivering wegvielen en een structurele korting op de uitkering uit het stadsdeelfonds werd doorgevoerd. Dit gebeurde tegelijk met de overheveling van meer taken op het terrein van participatie/inburgering, schuldhulpverlening, maatschappelijke opvang en preventieve jeugdzorg. Het stadsdeel stond voor de opdracht om meer taken met minder middelen uit te voeren. Het stadsdeel koos voor een totale herijking van het subsidiebeleid en een nieuwe aanpak. Daarbij werd aangekondigd dat alle subsidies per 1 januari 2012 werden gestopt. Het jaar 2011 is gebruikt voor een nieuw inhoudelijk kader voor subsidiëring. Als uitgangspunten werden vastgesteld: initiatieven die voor subsidie in aanmerking komen, moeten resultaatgericht en vraaggestuurd zijn, ze moeten eigen kracht stimuleren en ondersteuning op maat geven, ze moeten samenwerken en ze moeten behoren tot de basis- en plusvoorzieningen. Er worden basisvoorzieningen voorzien per wijk en per stadsdeel. Per wijk gaat het om een brede basisschool en een Huis van de Wijk1. Met de invoering van een basisvoorziening is ook het apart subsidiëren van werksoorten zoals sociaal-cultureel werk en opbouwwerk verleden tijd. De professionele inzet wordt geconcentreerd per wijk bij één aanbieder die de basisvoorziening moet gaan opzetten en leiden. Daarbij kan de aanbieder zelf voorstellen welke vaardigheden de professionals moeten inzetten. De uitwerking van de basisvoorziening Huis van de wijk is aangekondigd in de contourenbrief sociaal domein, die in oktober 2011 naar de stadsdeelraadsleden wordt gestuurd. Het concept Huis van de wijk is beschreven als aanwezige ruimte die bewoners kunnen gebruiken. Het professionele beheer en de ondersteuning zijn dienend aan de behoeften van bewoners en spreekuren van andere professionals zijn aanwezig voor het geval daar behoefte aan is. Het is geformuleerd als de beschikbaarheid van ruimte en ondersteuning aan bewoners die daar gebruik van willen maken. Zie ook bijlage 4.
1
Uit: Inhoudelijk Kader herijking subsidies maart 2011
4/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Er is gekozen voor een nieuwe manier van werken: een open procesbenadering. In een open procesbenadering opereren deelnemende partijen vanuit partnerschap en in gezamenlijkheid. Anders dan bij een project of bij programmasturing zijn er vooraf geen doelen benoemd die binnen een bepaald tijdsbestek moeten worden gerealiseerd. Er is sprake van een gezamenlijk idee waar al doende in de praktijk vorm aan wordt gegeven. Bij de basisvoorziening Huis van de wijk heeft de nadruk gelegen op het implementeren van de vraaggestuurde werkwijze en op onderlinge afstemming. Afspraken zijn gaandeweg gemaakt en vonden hun weerslag in de beleidsregel, de beschikking en de uitvoeringsovereenkomsten. Beleidsregel Huis van de wijk Met de beleidsregel Huis van de wijk 2012 heeft het stadsdeel doelen, resultaten en activiteiten omschreven die samen de grondslag creëren voor subsidieverstrekking. Deze beleidsregel is tot stand gekomen in samenspraak met alle welzijnsaanbieders die in 2011 actief waren in het stadsdeel. Het doel van de subsidie is het faciliteren en aanjagen van de functies ontmoeting, activering en participatie. De beoogde resultaten zijn dat meer bewoners meer actief zijn (toegespitst op acht onderdelen), professionals actief deelnemen aan uitwisseling en samenwerking met andere organisaties en dat professionals bewoners plus andere professionals faciliteren. We zien dat naast de beschrijving van resultaten die binnen het gebouw moeten plaatsvinden ook sprake is van gewenste activiteiten buiten het Huis van de wijk en van deelname aan het ´wijkoverstijgend overleg Huis van de wijk´. Dit gaat over de doorontwikkeling van het concept. De beleidsregel Huis van de wijk is in 2013 opnieuw geformuleerd. Bij de beoogde resultaten is vooral sprake van het technisch beheer van het gebouw (bezettingsgraad en openingsuren). Daarnaast is er sprake van keuze voor continuïteit en verdieping van bestaande subsidierelaties plus van investering in nieuwe structuren met bestaande aanbieders. In het doel van de subsidie zijn meer wijkgebonden zaken opgenomen zoals samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties en professionele zorgverlener, een verwijsfunctie voor welzijn/zorg, participatie- en leefbaarheidsvragen, een bijdrage leveren aan de objectieve en subjectieve veiligheid in de wijk en de gebruikers moeten een afspiegeling zijn van de diversiteit van de inwoners van het stadsdeel. Bij de voorwaarden is toegevoegd dat de subsidieontvanger moet rapporteren over de resultaten van een tevredenheidsonderzoek en de klachtenprocedure. In gesprekken van het stadsdeel met de exploitanten wordt nader invulling gegeven aan de rol en positie die het Huis van de wijk als basisvoorziening vervult in de wijk. Dit is niet vastgelegd in documenten maar onderdeel van het ontwikkelproces. Duidelijk is dat sociale samenhang bevorderd moet worden via een methode van vraaggestuurd werken. Daarbij bepalen de exploitanten als professionals in hoeverre zij de eigen kracht van bewoners kunnen benutten, de eigen kracht van kwetsbare bewoners kunnen ontwikkelen en het samenspel tussen sterke en kwetsbare bewoners vorm kunnen geven.
5/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
1.2.
De nadere invulling Op de beleidsregel Huis van de wijk heeft een aantal organisaties een beroep gedaan door een subsidievoorstel in te dienen. Het stadsdeel heeft de voorstellen van vier organisaties uitgekozen die voldeden aan alle gestelde criteria. Het stadsdeel heeft middels een zorgvuldige afweging de Huizen van de wijk toegekend aan deze vier organisaties. Daarbij is gekeken naar het specifieke aanbod van de organisatie en de specifieke kenmerken van de wijken en naar de voorstellen voor samenwerking. Dat heeft de volgende koppelingen opgeleverd: Eigenwijks, een organisatie met ruime opbouwwerkervaring in het stadsdeel heeft een samenwerking aangeboden met Dock en Sezo. Eigenwijks is gekoppeld aan de wijken Geuzenveld, Slotermeer Oost en Slotermeer West. SW-Sl, een organisatie die ook al actief was in het stadsdeel, biedt in samenwerking met Nisa4Nisa een nieuwe methodiek die wordt ingezet in Slotervaart Noord. Combiwel, een organisatie die ook al actief was in het stadsdeel heeft een aanbod gedaan samen met meerdere zorg gerelateerde organisaties. Combiwel is gekoppeld aan Slotervaart Zuid en Nieuw-West Midden. Impuls, een organisatie met ruime ervaring in buurthuiswerk in het stadsdeel is gekoppeld aan de wijken Osdorp West, De Aker en Sloten en Nieuw Sloten. Beschikking en uitvoeringsovereenkomst Een subsidiebeschikking is nodig om te voldoen aan de algemene subsidieverordening en de beleidsregel. In deze beschikking zijn vermeld de resultaatverplichtingen voor het aantal uren openstelling en de bezetting. Het toegekende budget is verdeeld in ruimtebieding en beheer waarin ook de kosten van de accommodaties zijn opgenomen en programmering en ondersteuning. Daarnaast zijn er uitvoeringsovereenkomsten opgesteld. De uitvoeringsovereenkomst geeft de mogelijkheid om in overleg met de exploitant specifieke afspraken te maken. Dit is in ieder geval nodig omdat de gebouwen specifieke afspraken vereisen. In de uitvoeringsovereenkomsten zijn vooral voorwaarden opgenomen rond beheer, programmering en ondersteuning, communicatie, rapportage en registratie. Bij programmering en ondersteuning moet de exploitant onder andere zorgen voor samenhang van het programma met andere buurtontmoetingsruimten. Bovendien moeten er afspraken worden gemaakt met professionele instellingen om deelname van kwetsbare groepen te stimuleren. Behalve de hoogte van het toegekende budget en enkele specificaties rond de gebouwen zijn de beschikkingen en uitvoeringsovereenkomsten van de vier aanbieders gelijk. Alleen de bijlagen verschillen. De bijlagen bestaan uit de ingediende voorstellen van de aanbieders. De voorstellen van de aanbieders zijn niet verwerkt in de beschikkingen en uitvoeringsovereenkomst zodat ze daar niet op afrekenbaar zijn. Het opnemen in de bijlage is bedoeld om de aanbieders wel te kunnen aanspreken op hun voorstellen2. In een procesbenadering past het niet om afrekenbare resultaten te benoemen, maar omdat het instrument Huis van de wijk is ondergebracht in het subsidiebeleid zijn er twee prestatie2
Uit: powerpoint Systematiek beschikking- uitvoeringsovereenkomst Huizen van de wijk subsidie 2013.
6/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
eenheden opgenomen (openingsuren en bezettingsgraad). Daarnaast leveren de aanbieders inspanningen om hun voorstellen uit te voeren. Dat is in onderling overleg afgesproken. Met de bewuste keuze voor vier exploitanten voor de Huizen van de wijk is ook gekozen voor vier manieren van werken voor negen verschillende wijken. Uit gesprekken is gebleken dat de verwachting van het stadsdeel was dat de samenwerking tussen deze vier aanbieders met hun partners zou leiden tot innovaties die het hele stadsdeel ten goede zouden komen.
1.3.
Wijkgericht werken en welzijn nieuwe stijl Vóór 2012 bestonden er veel subsidieregelingen, onder andere voor verschillende soorten welzijnswerk, de huisvesting van bewonersorganisaties en voor initiatieven van bewoners. De subsidie voor professioneel welzijnswerk was verdeeld over aanbieders van werksoorten. Zo was Eigenwijks actief in een groot deel van het stadsdeel op het terrein van opbouwwerk en Impuls was actief in een groot deel van het stadsdeel op het terrein van sociaal-cultureel werk. Integraal werken is gecombineerd met gebiedsgericht werken. Dat betekent dat één welzijnsaanbieder per wijk verantwoordelijk wordt voor sociaal-cultureel werk en opbouwwerk. Welzijn nieuwe stijl betekent grofweg dat sociaal-cultureel werk en opbouwwerk op een andere leest geschoeid moeten worden3. Het gaat niet meer om het aanbieden van activiteiten maar om het activeren van bewoners om zelf activiteiten te gaan organiseren. Het aanboren van de eigen kracht van mensen wordt door welzijnsorganisaties wel uitgelegd als dat ze moeten leren ‘op hun handen te zitten’ omdat ze wel moeten communiceren maar niet meer moeten doen wat bewoners zelf kunnen doen. Het gaat niet om de vraag: ‘wat kan ik voor u doen?’, maar om de vraag: ‘wat heeft u nodig om het zelf te kunnen doen?’. Eigen onderzoek Onze ervaring uit ander onderzoek is dat het begrip eigen kracht niet altijd even duidelijk is. Het ontwikkelen van eigen kracht wordt door gemeenten vaak verward met het benutten van eigen kracht. Uit onze Wmo-onderzoeken komt naar voren dat alle burgers al eigen kracht benutten. Als het beleid erop gericht is om meer eigen kracht in te zetten, gaat het er om of burgers nog meer in staat zijn om eigen kracht te ontwikkelen en te mobiliseren, zodanig dat zij daar zelf en hun omgeving voordeel van hebben. Gemeenten hanteren vaak de regel dat burgers hun eigen kracht moeten aanwenden en zelf zaken moeten regelen. Het accent is dan verschoven van ontwikkelen naar benutten van bestaande eigen kracht. Het gevolg van deze stelregel is dat alleen de sterke burgers gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die de gemeente biedt. Dat geldt ook voor nieuwe voorzieningen als informatie, advies en spreekuren die worden aangeboden. De kern van het ontwikkelen van eigen kracht van bewoners is niet dat bewoners moeten worden losgelaten maar dat bewoners op een andere manier moeten worden aangesproken. Uit participatieonderzoek van SGBO blijkt dat als mensen nauwelijks participeren doordat ze belemmeringen ondervinden, dat het meestal gaat om financiële problemen en om gezondheidsproblemen. Dat betekent dat als het prioriteit heeft om deze kwetsbare
3
Het heeft ook betrekking op maatschappelijk werk maar dat is niet ondergebracht bij de exploitanten van de Huizen van de wijk.
7/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
bewoners te ondersteunen zodat ze meer gaan participeren, dat er extra inspanningen moeten worden verricht. Juist bij wijkgericht werken kan goed worden aangesloten op de kenmerken en behoeften van iedere afzonderlijke wijk. De keerzijde daarvan is dat elke wijk moet putten uit zijn eigen krachten, of het nu gaat om buurtactiviteiten, het elkaar helpen, vrijwilligerswerk doen en dergelijke. De wijken die minder over deze krachten beschikken, komen daardoor meer op achterstand te staan. Zij slagen er immers minder in dan andere wijken om de kansen die de gemeentelijke wijkaanpak biedt, te benutten. Zeker in wijken waar veel doorstroom van bewoners is, ontstaat nauwelijks iets van een gemeenschapsleven omdat mensen elkaar daar amper leren kennen4. Het stadsdeel heeft in feite dit inzicht gebruikt door een bewuste match te maken tussen het aanbod van de welzijnsaanbieders op de kenmerken van de wijken. Het stadsdeel heeft ervoor gekozen om niet de voorstellen vast te leggen in een beschikking en uitvoeringsovereenkomst, maar de voorstellen te beschouwen als aanpakken en werkmethoden die in permanente onderlinge dialoog zouden kunnen leiden tot verbeterde aanpakken en voorzieningen in de praktijken van de nieuwe basisvoorziening Huizen van de wijk. Het stadsdeel heeft ook ambtenaren die in de wijken actief zijn en graag gebruikmaken van het Huis van de wijk. Ze willen aanhaken bij een professionele organisatie die voor de hele wijk werkt en een centrale ruimte beheert. Het past ook in de opvatting van integraal werken en er is rekening mee gehouden in het concept Huis van de wijk. Bij de invoering van het concept Huis van de wijk was het nog een los eind hoe de verhouding geregeld moest worden tussen de exploitanten van het Huis van de wijk en de wijkambtenaren en andere professionals in de wijk5. Ook dit moet gaandeweg vorm krijgen. 1.4.
De uitvoering Er is in de beleidsregel voorzien dat er negen Huizen van de wijk worden ingericht in de negen onderscheiden wijken6. Er zijn vier organisaties geselecteerd die samen zeven Huizen van de wijk hebben ingericht7. Dat zijn Impuls en Eigenwijks die beiden al jaren in dit stadsdeel actief waren en Combiwel en Samen Wonen Samen Leven (SW-SL). Wijkanalyse Het stadsdeel heeft de exploitanten toegewezen aan wijken en wil samenwerken met de exploitanten op basis van een wijkanalyse. Om de keuze van het stadsdeel te verhelderen gebruiken we een grove typering van de wijken door te kijken naar twee beschikbare kenmerken. Het gaat om de kenmerken percentage niet westerse allochtonen en percentage minima huishoudens. De negen wijken hebben een rangorde gekregen per kenmerk. Nummer 1 staat voor de wijk met de hoogste score en nummer 9 staat voor de wijk met de laagste score. Deze scores zijn opgenomen in tabel 2. Voor meer kenmerken van de wijken zie bijlage 2.
4
Uit: aanbevelingen bij participatieonderzoek, SGBO 2012 Uit: resterende opgaven Huis van de wijk nov. 2011. 6 Slotervaart Zuid, Slotervaart Noord, Slotermeer Oost, Slotermeer West, Geuzenveld, Nieuw-West Midden, Osdorp West, De Aker en Sloten/Nieuw Sloten. 7 De wijken Slotermeer Oost en Slotermeer West zijn samengevoegd net als de wijken Osdorp West en De Aker. 5
8/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Tabel 2 Scores* van enkele kenmerken per wijk wijk 1 2 3 4 kenmerk % niet westers allochtoon 6 5 2 1 % minima huishoudens 6 3 2 1
5
6
7
8
9
2 5
7 7
4 3
9 8
8 9
*1 = hoogste %, 9 = laagste % Legenda: wijk 1 Slotervaart Zuid, wijk 2 Slotervaart Noord, wijk 3 Slotermeer Oost, wijk 4 Slotermeer West, wijk 5 Geuzenveld, wijk 6 Nieuw-Midden west, wijk 7 Osdorp West, wijk 8 De Aker, wijk 9 Sloten/Nieuw Sloten
Als we de scores koppelen aan de aanbieders die deze wijken gaan bedienen met een Huis van de wijk dan krijgen we de verdeling zoals in tabel 3. Tabel 3 Scores wijken per aanbieder Aanbieder Wijken Eigenwijks
Impuls SW-SL Combiwel Impuls
Slotermeer Oost Slotermeer West Geuzenveld Osdorp West Slotervaart Noord Slotervaart Zuid Nieuw-West Midden De Aker Sloten en Nieuw Sloten
Score nw Score allochtoon minima 2 2 1 1 2 5 4 3 5 3 6 6 7 7 9 8 8 9
Eigenwijks bedient de wijken met de hoogste percentages allochtonen en minima gezinnen, te weten de wijken Slotermeer Oost, Slotermeer West en Geuzenveld. Impuls bedient de wijk Osdorp west die in de middenmoot scoort en bedient ook de twee wijken met de laagste scores De Aker en Sloten en Nieuw Sloten. SW-SL bedient de wijk Slotervaart Noord die in de middenmoot scoort. Combiwel bedient de wijken Slotervaart Zuid en Nieuw-West Midden die laag scoren. Daarnaast werkt het stadsdeel met aandachtsgebieden en dat zijn buurten binnen de wijken die extra aandacht krijgen. Uit tabel 4 blijkt dat bijna elke wijk wel 1 of meer aandachtsgebieden heeft. Dat betekent dat alle exploitanten te maken hebben met bewoners in aandachtsgebieden en ook met professionals die opdrachten uitvoeren in de aandachtsgebieden.
9/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Tabel 4 aandachtsgebieden per wijk Wijk 1 Slotervaart Zuid 2 Slotervaart Noord 3 Slotermeer Oost 4 Slotermeer West 5 Geuzenveld 6 Nieuw-West Midden 7 Osdorp west 8 De Aker 9 Sloten en Nieuw Sloten
Aandachtsgebieden Delflandplein en Staalmanplein Jacob Geelbuurt, OvertoomseVeld Slotermeer Oost Slotermeer West Geuzenveld Zuid Wildemanbuurt, SuHabuurt, Reimerswaalbuurt De Punt, Zuidwest kwadrant -----
Alle exploitanten kennen de sociale kaart in hun wijken, spreken met veel bewoners en halen ‘de agenda van de wijk’ op. De agenda van de wijk zijn de kwesties die leven in de wijk en waar de exploitanten aandacht aan geven. De agenda van de wijk wordt ook opgehaald door wijkambtenaren. De informatie die de exploitanten zelf ophalen is voor hen belangrijker als leidraad voor hun werk dan de beschikbare statistische gegevens. Bezetting De Huizen van de wijk zijn in januari 2012 gestart. De beheerfunctie en de ondersteuningsfunctie zijn verschillend ingevuld. In tabel 5 is de bezetting van de Huizen van de wijk weergegeven. Tabel 5 Bezetting Huizen van de Wijk Organisatie Team per Huis van de wijk Impuls 1 activiteitenmakelaar, 1 bewonersondersteuner, 1 gastvrouw, manager deels vrijgemaakt voor beide huizen Eigenwijks 1,1 fte opbouwwerk, 0,3 fte assistentie opbouwwerk, 2,5 fte beheer en 3 vrijwilligers aan de balie Combiwel ongeveer 2 fte participatie en activering, 1 parttime zakelijk leider, manager 20 uur vrijgemaakt voor beide huizen SW-SL 3 fte voor empowerment, activering, participatie en coördinatie, vrijwilligers voor gastvrouwfunctie en beheer 1.5.
Vier invullingen van het concept Voor de invulling van de concepten hebben we professionals en directies van de vier organisaties in augustus 2013 gesproken. Onderstaand geeft de stand van zaken weer op dat moment. Impuls Impuls heeft in zijn voorstel opgenomen dat voor De Aker het accent komt te liggen op kinderen, het samenbrengen van bewoners en het bieden van ondersteuning. Voor Sloten en Nieuw Sloten komt het accent te liggen op jongerenwerk, horeca activiteiten en social return. In beide gebouwen zal worden samengewerkt met diverse (vrijwilligers)organisaties. Impuls wil in beide gebouwen een commerciële horecafunctie realiseren.
10/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Over de uitvoering heeft Impuls het volgende aangegeven: Impuls heeft drie professionals aangesteld om het Huis te runnen en verbindingen te leggen met de buurt. Hiermee zijn de wensen zoals genoemd in de contourenbrief en de beschikking naar eigen zeggen letterlijk uitgevoerd. Impuls deed voorheen sociaal-cultureel werk in dezelfde gebouwen in Osdorp/de Aker en Sloten. Dat maakt het lastiger om een nieuw concept van werken door te voeren. Een nieuwe reactie van vertrouwde mensen op dezelfde vragen van vertrouwde bewoners in vertrouwde gebouwen roept makkelijk weerstand op. Impuls merkt dat de nieuwe werkwijze plus het omgaan met weerstanden, vooral in de wijk Sloten, meer opbouwwerkkwaliteiten vergt. De kern van het concept zit voor Impuls in de ontmoeting van verschillende bewonersgroepen en daarvoor heeft Impuls goedopgeleide gastvrouwen in het gebouw nodig. De Huizen van de wijk van Impuls geven extra aandacht aan kinderen en hun ouders en aan mensen met een beperking. In Huis De Aker (wijk 7 en 8) ligt het accent op het binnenhalen en aan elkaar verbinden van rijk en arm. In Huis BelgiĂŤ (wijk 9) ligt het accent op activering van ouderen en volwassenen die gewend zijn om te consumeren tot meer zelf doen en voor elkaar doen. Impuls gelooft dat de inzet van professionals een belangrijke voorwaarde is om bewoners te ondersteunen, om preventief te kunnen werken en te kunnen bemiddelen bij dreigende conflicten. Eigenwijks Eigenwijks heeft in zijn voorstel opgenomen dat Eigenwijks een samenwerking aangaat met Sezo (maatschappelijke dienstverlening) en Dock (jongerenwerk) voor de realisatie van de agenda van de wijk. Eigenwijks biedt een uitgewerkte methode om de agenda van de wijk jaarlijks tot stand te brengen. Dit is voor Eigenwijks de kerntaak van het Huis van de wijk. Daarnaast is er sprake van een gezamenlijke signalerings- en analysefunctie die ook gekoppeld is aan de sociale helpdesks. De ambitie van Eigenwijks is om het Huis van de wijk te laten uitgroeien tot het sociale knooppunt van de wijk. Over de uitvoering heeft Eigenwijks het volgende aangegeven: Eigenwijks vult het concept Huis van de wijk in als opbouwwerk nieuwe stijl waarbij ook de verantwoordelijkheid voor een gebouw moet worden gedragen. Het accent ligt op de betekenis van wat er in het Huis gebeurt voor de wijk. Eigenwijks wil dat het herkenbaar is en dat er uitwisseling plaatsvindt tussen wat er binnen het gebouw gebeurt en daarbuiten. Eigenwijks zag zich voor de opgave gesteld om in Geuzenveld een nieuw concept neer te zetten in een bestaand gebouw met bestaande huurders. Dat vond Eigenwijks pittig maar het heeft volgens Eigenwijks wel tot meerwaarde voor de buurt geleid. Er zijn relaties gelegd tussen alle gebruikers en wat hun activiteit kan betekenen voor de buurt. Echt opbouwwerk betekent voor Eigenwijks onafhankelijke bewonersondersteuning. De organisatie richt zich op de behoeften van bewoners en op datgene waar bewoners hun eigen tijd en energie in willen steken. Ongeacht of dat binnen of buiten het Huis gebeurt. Eigenwijks benoemt armoede als een van de knelpunten en de behoefte aan hulp bij het invullen van formulieren. Eigenwijks pleit voor een Huis van de wijk met een positieve uitstraling en niet een verzamelplaats van professionals met spreekuren over problemen.
11/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Een positieve uitstraling kan bijvoorbeeld worden bevorderd door een uitbater aan te trekken die horeca exploiteert in het Huis van de wijk. Eigenwijks wil bewonersstructuren opzetten die kunnen rekenen op locaties met professionele ondersteuning. Eigenwijks gelooft dat onderlinge hulp vanzelf ontstaat als bewoners eerst worden ondersteund bij wat hen bezig houdt. Daarvoor is tijd nodig. Eigenwijks rekent erop dat er een ontwikkeling van meerdere jaren nodig is in het Huis van de wijk. Combiwel Combiwel heeft een voorstel gedaan in alliantie met de organisaties GGZ In Geest, De Regenboog Groep/Amsterdamse Vriendendiensten, Zwind/CivicNieuwWest en HVOQuerido. Het consortium heeft een samenwerkingsovereenkomst gesloten om elkaars kennis en netwerk te combineren en om elkaars maatschappelijk vastgoed beter te benutten. Voor Slotervaart Zuid komt een thematisch accent te liggen op werkprojecten. Het gaat vooral om dagbesteding en arbeidstoeleiding vanuit HVO-Querido, waarbij Combiwel het netwerk en de ervaring met buurtactiviteiten zal inzetten. In Nieuw-West Midden komt het thematisch accent te liggen op activering en een steunpunt informele zorg. Bij activering gaat het om toeleiding naar vrijwilligerswerk en naar werk. De Regenbooggroep heeft verschillende beschutte werkprojecten en maatschappelijk werk. Bij het opstellen van de beschikking en de uitvoeringsovereenkomst is er sprake van uitvoering door Combiwel en niet door het consortium. Over de uitvoering heeft Combiwel het volgende aangegeven: Combiwel is een nieuwkomer die in Nieuw-West Midden op een nieuwe plek kon beginnen en in Slotervaart Zuid een bestaand buurthuis heeft overgenomen. Combiwel had een lastige start in het bestaande buurthuis. Combiwel ziet het Huis van de wijk als een centraal punt voor alle bewoners, een soort dorpsplein. Daar moet informatie te vinden zijn over zorg, dagbesteding en ontmoeting. Van daaruit worden bewoners geactiveerd of actief gehouden. Het huis is van de bewoners en daarom moet de verantwoordelijkheid voor het openen en sluiten en het ontvangen van bezoekers bij bewoners liggen. Stap voor stap worden de taken verlegd van professionals naar bewoners. Zij gaan steeds meer zelf verantwoordelijkheid dragen voor het runnen van het gebouw door steeds meer wederkerigheid te introduceren voor het gebruik van de gratis ruimten. Het streven van Combiwel is dat er geen professionele inzet meer nodig is voor het regelen, alleen nog voor het bewaken van de balans tussen sterke en zwakke bewoners, jong en oud, gezond en ziek en verschillende culturen. Dat betekent dat de aandacht meer gericht gaat worden op bewoners die extra ondersteuning nodig hebben. Het streven is te komen tot een mix van bewoners die uit zichzelf komen en bewoners die met extra ondersteuning worden bereikt. Combiwel kan een handvol problemen benoemen in de wijken en richt zich vooral op de groepen bewoners die nu al bereikt worden. Dat zijn jongeren, ouderen en niet westerse mannen. Combiwel is gericht op samenwerking met andere partners om gecombineerde welzijn-zorg ondersteuning op te zetten ten behoeve van de kwetsbare wijkbewoners. Samenhang in de buurt creĂŤren kan voor Combiwel ook zonder het gebouw van Huis van de wijk, maar wel in samenwerking met andere maatschappelijke partners. Nu kan Combiwel
12/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
daar weinig in laten zien vanwege de beperkte beschikbaarheid van opbouwwerk voor het Huis van de wijk. SW-SL SW-SL heeft samen met Nisa for Nisa (N4N)8 een voorstel ingediend voor de wijk Slotervaart Noord. Beide organisaties zijn al actief in Slotervaart Noord op het terrein van informele zorg en in het bereiken van kwetsbare bewoners, vooral allochtone vrouwen. Het voorstel is de uitwerking van het concept De Buurtzaak. De functies die worden vervuld zijn: ontmoeting, empoweren, activeren en participeren, buren helpen buren, acute nood en het toegankelijk maken van voorzieningen van zorg en welzijn. De Buurtzaak wil continuïteit bieden, een veilige en geborgen plek voor een ‘carrière’. Er is aandacht voor instroom, doorstroom en uitstroom. Genoemd is een broedplaatsfunctie waarbij organisaties en instellingen hun eigen identiteit behouden en zich verder kunnen ontwikkelen in samenwerking met partners in De Buurtzaak. Over de uitvoering heeft SW-SL het volgende aangegeven: SW-SL is ook een nieuwkomer die een wijk heeft overgenomen, niet een gebouw. In het gebouw dat SW-SL heeft gekozen als Huis van de wijk heeft zij te maken gekregen met claimgedrag van bewonersgroepen en bewonersorganisaties. Dit was de reactie op het wegvallen van aparte huisvestingssubsidies en het ontbreken van een cultuur van samenwerking en afstemming tussen bewonersorganisaties aan de ene kant en professionals die door het stadsdeel worden aangestuurd aan de andere kant. SW-SL heeft een uitgewerkte visie en methode om participatie te bevorderen. Deze participatie leidt weer tot nieuwe initiatieven. SW-SL spreekt dan ook niet van gebruikers maar van partners in het Huis van de wijk. Het proces dat leidt tot participatie wordt aangejaagd door het principe van wederkerigheid en door de samenwerkingsformule 1+1=3. In het Huis van de wijk is vanaf de eerste dag volgens deze methode gewerkt. Dat betekent dat eerst wederkerigheid is geïntroduceerd. Met dit principe wordt doorbroken dat mensen in het verleden steeds afhankelijker zijn gemaakt van professionals. Bewoners gaan steeds meer taken gezamenlijk oppakken, vanuit een coöperatieve gedachte. Ze doen het op basis van een gemeenschappelijk belang en met een gemeenschappelijke inzet waardoor gedeeld eigenaarschap groeit en sociale samenhang wordt versterkt. Het onderhoud en beheer van het gebouw wordt nu al als vrijwilligerswerk gedaan door bewoners. Later komen daar de programmering en de financiën bij. Als er nieuwe stappen worden gezet komt 1+1=3 in werking. Dat betekent dat bewoners die iets voor zichzelf doen, worden verleid om iets te delen met een andere groep. Dat begint met kennis maken, kan leiden tot iets samen doen en tot het overnemen van elementen uit elkaars activiteiten. Dan is er sprake van 3. SW-SL wil sterke en zwakke bewoners verbinden. De zwakke bewoners worden bereikt. SWSL gaat zich inzetten om de hoogopgeleide bewoners en de autochtone ouderen ook te bereiken. Volgend jaar gaat SW-SL waarschijnlijk verhuizen naar een ander, groter en goedkoper gebouw. Daar wil SW-SL het Huis van de wijk verder ontwikkelen tot een sociale broedplaats, een centrum met maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. Zij denkt aan 8
Een zelfstandige vrouwenorganisatie in Slotervaart die sinds 2000 werkt aan de emancipatie van de niet-westerse vrouw en de integratie in de Nederlandse samenleving.
13/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
bedrijven en coรถperaties die onderling samenwerken en voor de buurt van belang zijn. Een centrale ingang en een ontmoetingsruimte met horeca hoort daarbij. Het beheer en de catering van het hele gebouw met alle huurders worden dan verzorgd door de coรถperaties van bewoners en de bedrijven bieden stageplekken en banen. Het management van het Huis van de wijk bestiert dan de hele buurtcommunity en richt zich op alles wat collectief gebruikt kan worden, plus trainingen en het ondersteunen van bewonersinitiatieven. In dit hoofdstuk is aan de orde geweest dat wat er is vastgelegd als resultaatafspraken en randvoorwaarden voor de Huizen van de wijk bewust beperkt is geweest om ruimte te laten aan het proces van ontwikkeling voor het Huis van de wijk. De voorstellen van de aanbieders zijn belangrijk in het proces van ontwikkeling. Het proces bestaat uit overleggen en bijeenkomsten. Er zijn overleggen met de aanbieders afzonderlijk over hun Huizen van de wijk en de samenwerking in de wijk en er zijn bijeenkomsten en overleggen met de aanbieders gezamenlijk over het concept Huis van de wijk. Het overleg met de aanbieders gezamenlijk heeft nog niet geleid tot een stuk over de relatie tussen het Huis van de wijk, het bevorderen van sociale samenhang in de wijk en het werk van de ambtenaren die actief zijn in de wijk. Uit de gesprekken is gebleken dat er verschillende verwachtingen bestaan bij de betrokken partijen over de richting waarin het concept Huis van de wijk zich zou moeten ontwikkelen. De ontwikkeling van de afgelopen 1,5 jaar en de verwachtingen voor de toekomst worden besproken in het volgende hoofdstuk.
14/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Hoofdstuk 2 Ontwikkeling In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkeling en de stand van zaken op dit moment. De vraag hoe succesvol de Huizen van de wijk zijn levert positieve ervaringen op en doorkijkjes naar de toekomst.
2.1.
Ontwikkeling Bij de invulling van het Huis van de wijk als basisvoorziening wilde het stadsdeel zoveel mogelijk ruimte geven aan de exploitanten om samen met elkaar en het stadsdeel dit nieuwe concept in te vullen. Dit past bij nieuwe ideeën over besturen. Niet van boven opgelegd om greep te herstellen op de sociale werkelijkheid, aangeduid met ‘gulzig bestuur’, maar ruimte geven aan nieuwe initiatieven die vanuit de praktijk van samenwerking ontstaan. Er wordt wel gesproken over ‘bescheiden bestuur’ maar dat vergt ook een nieuwe visie op zorg en zorgarrangementen met als uitgangspunt dat mensen wederzijds afhankelijk zijn9. Het stadsdeel is een ontwikkelproces gestart vanuit partnerschap dat via een open dialoog wordt gestuurd. Overleggen Het kwartaaloverleg is ingesteld om de afspraken uit de beschikking en de uitvoeringsovereenkomst te kunnen sturen. Dit past in het subsidiebeleid. Het gaat om gesprekken met de exploitanten afzonderlijk over hun Huizen van de wijk. Er zijn vier exploitanten, dus er zijn 16 kwartaaloverleggen per jaar. Om het technische en sociale beheer te kunnen sturen, zijn scorekaarten ontwikkeld. Dat zijn formulieren waarop de exploitanten aangeven hoe het staat met de openstelling, programmering, bezetting, ruimtebieding, beheer, communicatie, gebruikersgroepen, vrijwilligers, bereik en samenwerking met professionele partners. Deze scorekaarten worden door de exploitanten ingevuld, besproken en openbaar gemaakt op de website van de exploitant. Het wordt gezien als een continu proces van verantwoording afleggen over de afspraken in de beschikkingen en uitvoeringsovereenkomsten. In deze overleggen komen ook aan de orde de zaken die spelen in de wijken, zoals de samenwerking met het stadsdeel en alle partijen die het beleid van de gemeente uitvoeren in de wijken. De betrokken ambtenaren die actief zijn in de wijk zitten bij dit overleg. Uit de verslagen is op te maken dat er verwachtingen zijn richting de exploitanten over bijdragen aan de uitvoering van beleid in de wijk die de exploitant niet altijd kan of wil waar maken. Soms is er een verschil in capaciteit of in methodiek. Er worden wel steeds meer werkafspraken gemaakt. Uit de gesprekken is gebleken dat het stadsdeel veronderstelt dat de professionele ondersteuning van bewoners voor het technische en sociale beheer van het gebouw langzaam kan worden verminderd. Dan komt er capaciteit vrij om in te zetten voor andere aan de wijk gerelateerde zaken.
9
Uit: Participatiesamenleving vraagt om bescheiden bestuur, W. Trommel, sociale vraagstukken 21/9/2013
15/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Daarnaast heeft het stadsdeel overleggen ingesteld met de directies van de exploitanten gezamenlijk om te praten over doorontwikkeling van het concept Huis van de wijk. Sinds kort heten die overleggen doorontwikkelingsoverleggen. De kwartaaloverleggen zijn duidelijk gerelateerd aan de beschikking en de uitvoeringsovereenkomst. Alle betrokken partijen zijn tevreden over deze overleggen, ook al is er weleens ruis over wie wat zou moeten doen in de wijk. De doorontwikkelingsoverleggen moeten nog duidelijker vorm krijgen. Ze hebben pas twee keer plaatsgevonden. De meerwaarde van samenwerking is lastig om concreet te maken want aan de ene kant worden exploitanten gestimuleerd hun eigen invulling te geven aan het concept en tegelijkertijd wordt er verwacht dat ze samenwerken en van elkaar leren. Om het beeld scherper te stellen analyseren we wat het Huis van de wijk als basisvoorziening kan zijn. Basisvoorziening nu Een basisvoorziening is een voorziening die minimaal noodzakelijk wordt geacht en die een bodem vormt waarop andere zaken kunnen aansluiten. We zien twee opvattingen en die werken we als analysemodel verder uit. De twee opvattingen zijn: 1. Het Huis van de wijk is een gebouw, een huis waar bewoners zich veilig voelen en zichzelf kunnen ontwikkelen. Dit noemen we in dit rapport het ‘Huis van de bewoners’. Het ‘Huis van de bewoners’ wordt gekenmerkt doordat er alleen initiatieven worden uitgevoerd die door bewoners zijn georganiseerd met desgewenst een beetje begeleiding door de exploitant. 2. Het Huis van de wijk is een gebouw dat fungeert als een netwerk, een knooppunt waaraan ander beleid kan worden verbonden. We noemen dit in dit rapport het ‘Huis van het stadsdeel’. Het ‘Huis van het stadsdeel’ wordt vooral gekenmerkt door het gegeven dat dankbaar gebruikgemaakt wordt van de aanwezigheid van een gebouw met een exploitant om nieuwe, beleidgestuurde initiatieven te koppelen aan de bestaande initiatieven in het Huis van de wijk. In de beleidsregel Huis van de wijk is de eerste opvatting van een basisvoorziening geregeld en wordt er gerefereerd aan samenwerking in de wijk. Dat laatste past bij de tweede opvatting van een basisvoorziening. Beide opvattingen kunnen als complementair worden gezien maar ook als tegenstrijdig. In de gesprekken met ambtenaren en professionals werd duidelijk dat beide opvattingen van een basisvoorziening worden gehanteerd en ook dat er verschillende accenten worden gelegd. Voor sommigen is het een glijdende schaal van het ‘Huis van bewoners’ naar het ‘Huis van het stadsdeel’ en voor anderen zijn het tegenstrijdige opvattingen. We hebben de uitersten van beide opvattingen op een rij gezet in tabel 6.
16/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Tabel 6 Analytisch onderscheid van twee opvattingen van Huis van de wijk “Huis van de bewoners” “Huis van het stadsdeel” Ruimte bieden Knooppunt of netwerk Eigen activiteiten van bewoners Ruimten voor spreekuren professionals + eigen activiteiten van bewoners Vraaggestuurd (bewoners) Aanbodgestuurd (beleid) Bottom up werken Top down werken Gratis Gratis of gehuurd Uitstraling: voor alle bewoners Uitstraling: voor bewoners met vragen/ problemen Eigen kracht benutten Eigen kracht ontwikkelen Bezettingsgraad halen Mix van doelgroepen, thema’s bewaken Activiteitenoverzicht Spreekuren, informatie Scorekaarten Wijkoverleg Oppakken agenda van de wijk Oppakken beleidsprioriteiten op basis van wijkanalyse Basis is contract met exploitant Basis is verwachtingen van stadsdeel aan exploitant Werkwijze exploitant is leidend Onduidelijk: geen partnerschap, geen opdrachtgever-opdrachtnemerrelatie Aanspreken bewoners op eisen aan Kwetsbare bewoners steunen en activiteiten en verantwoordlijkheden in activeren huis Ondersteunen bewonersinitiatieven in Ondersteunen doelgroepen, thema’s of huis wegnemen belemmeringen Gebruikersoverleg Overleg aangesloten maatschappelijke partners Agenda vertalen naar activering Beleidsprioriteiten omzetten in aanpak Administratie regiegroepen Ondersteuning regiegroepen Signaleren aan Samen Doen Samenwerking met Samen Doen
De meerwaarde van het analytisch onderscheid in tabel 6 is dat zichtbaar wordt dat het grootste verschil tussen beide opvattingen is of het stadsdeel mag sturen wat er in het Huis van de wijk gebeurt of dat het een vrijhaven moet zijn voor actieve bewoners, die bewaakt wordt door de exploitant van het Huis van de wijk. Dit lijkt een vreemde vraag want meestal is sociaal beleid van lokale overheden gericht op sturen op doelgroepen en thema’s die extra aandacht behoeven en op het wegnemen van belemmeringen om te kunnen participeren. Het stadsdeel voert ook specifiek beleid op doelgroepen en thema’s en daarbij wordt samenwerking met het Huis van de wijk verwacht. De procesbenadering voor het Huis van de wijk impliceert dat er een nadere invulling moet komen die werkende weg, in goed onderling overleg bereikt zal worden. De basis daarvoor zijn de voorstellen van de exploitanten en die voorstellen passen binnen het subsidiekader. Zowel de voorstellen als het subsidiekader geven alleen richting voor de invulling per exploitant per Huis van de wijk. Daarbij is rekening gehouden met de kenmerken van de wijk.
17/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Een richting voor de gezamenlijke afstemming is nog niet geformuleerd. Hoe de samenwerking moet zijn met de professionals die het specifieke beleid van het stadsdeel uitvoeren moet gaandeweg invulling krijgen. Hierdoor is er ruimte gelaten voor beide opvattingen van een Huis van de wijk. De exploitanten maken hun eigen praktijk. Daarbij leveren alle exploitanten veel inzet om met de beperkte capaciteit die beschikbaar is te reageren op alle aanspraken van het stadsdeel en van andere professionals. Sommige exploitanten werken van harte mee aan alle samenwerkingen en sommige exploitanten willen eerst duidelijkheid over waar de regie ligt bij de samenwerking. De belangrijkste verschillen die naar voren zijn gekomen rond de samenwerking met andere partijen zijn: • De capaciteit is ingezet voor het ondersteunen en versterken van activiteiten van bewoners en voor het technisch en sociaal beheer van het gebouw. Er is te weinig capaciteit om flexibel in te zetten. • Maatschappelijke organisaties vinden het vanzelfsprekend om gebruik te maken van ruimten of professionele capaciteit van de Huizen van de wijk. Het dringt de Huizen van de wijk regelmatig in de verdediging om de regie te houden over het Huis van de wijk. • Ambtenaren die actief zijn in de wijk hebben de taak problemen te signaleren en knelpunten op te lossen en proberen daarbij soms ook opdrachten te geven aan het Huis van de wijk in plaats van via overleg samen te werken. Uit de praktijk blijkt dat het stadsdeel beide opvattingen van een basisvoorziening wil realiseren. Het beslag dat beide opvattingen leggen op professionele capaciteit en de overige inzet in de wijk wordt overgelaten aan de exploitanten. In dit spanningsveld zijn de ontwikkelingen zover dat er uitzicht is op een optimaal maatwerk per wijk. Maar nog niet duidelijk is of het stadsdeel met doorontwikkeling de invulling per wijk bedoelt of een invulling voor het stadsdeel. Basisvoorziening in de toekomst De vier exploitanten zijn samen met het stadsdeel begonnen aan het avontuur van doorontwikkeling. De exploitanten vragen wel aan het stadsdeel waartoe de samenwerking moet leiden. Ze willen een missie voor de Huizen van de wijk. Inmiddels werken de exploitanten zelf aan de formulering van een missie voor de Huizen van de wijk. Het stadsdeel wil nieuwe innovatieve werkvormen bevorderen met de beleidsregel Huis van de wijk en heeft daarop de huidige exploitanten geselecteerd. Wat de exploitanten van elkaar kunnen leren in hun eigen praktijken zijn onderdelen van het werk zoals het ophalen van de agenda van de wijk en de ondersteuning van de regiegroepen. Verder kan er expertise worden gedeeld, maar daarbij is direct de vraag of daarmee gezamenlijk iets kan worden opgebouwd. Die vraag gaat over de toekomst. Die toekomst is vaag maar er zijn wel ontwikkelingen zichtbaar, vooral de decentralisaties die nu al richting kunnen geven aan de ontwikkeling. En ook het veranderen van de huidige stadsdeelraden speelt daarbij een rol. De exploitanten krijgen voor de Huizen van de wijk telkens een contract voor één jaar. Onder deze omstandigheden is de vraag gerechtvaardigd wat samenwerking gaat opleveren en of de organisaties niet beter zichzelf en hun aanpak kunnen profileren?
18/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Op dit moment wordt er door de vier exploitanten gewerkt aan een gezamenlijk plan voor een stedelijk proefproject van € 1 miljoen. Dat geeft de exploitanten een kans om samen te werken, van elkaars expertise te leren en richting stadsdeel een stevige partner te zijn.
2.2.
Resultaten Begin 2013 is een evaluatie opgesteld over 2012, het eerste jaar van het Huis van de wijk. In deze notitie zijn de aanloopproblemen beschreven en de vorderingen in het proces van ontwikkeling en verantwoording afleggen. Er zijn geen cijfers genoemd maar de conclusie is dat de ontwikkeling zoals bijgehouden met scorekaarten goed verloopt. De vier exploitanten zijn gestimuleerd hun eigen invulling te geven aan het concept Huis van de wijk en dat is ook gebeurd. Na discussie over definities van openingsuren blijkt uit de scorekaarten dat de openingsuren en de bezettingsgraad worden gehaald. De scorekaarten werken als een goed instrument om de ontwikkelingen te volgen en bespreekbaar te maken. De conclusie is dan dat volgens de regels van het subsidiebeleid de Huizen van de wijk succesvol zijn. Een conclusie over het proces van doorontwikkeling valt niet te geven omdat er geen maatstaven zijn opgesteld om dat te kunnen beoordelen. Als we iets willen zeggen over het bereik van verschillende bewonersgroepen via activiteiten in het Huis, lopen we op tegen de zeer beperkte registraties. Er worden wel activiteitenoverzichten gemaakt en aan het eind van een activiteit wordt het aantal deelnemers doorgegeven aan de exploitant, maar verder wordt er geen administratie bijgehouden. Dit is zo afgesproken in overleg met het stadsdeel om het proces van doorontwikkeling niet te belasten met administratieve rompslomp. Het resultaat in de wijk is voor het stadsdeel belangrijker dan het resultaat op papier. Er wordt momenteel gewerkt aan het opzetten van een effectrapportage. Hoewel de subsidie per jaar wordt verleend en de contracten voor een periode van een jaar worden opgesteld, is het vanaf de start de bedoeling geweest om meerdere jaren met de huidige exploitanten in zee te gaan. De eerste twee jaren zijn bedoeld om het concept nader in te vullen en niet zozeer om exploitanten af te rekenen op hun resultaten. Door de kwartaaloverleggen heeft de invulling per wijk stevig vorm gekregen, waarbij duidelijk is geworden in hoeverre de aanpak van de exploitant meer richting een ‘Huis van de bewoners’ is gegaan of meer richting een ‘Huis van het stadsdeel’. Over resultaten van de doorontwikkeling kan nog weinig worden gezegd. De exploitanten kunnen wel goed aangeven waar ze staan en waar ze heen willen. Impuls Impuls geeft aan dat in de Aker bewoners zelf hun activiteiten doen. Deze bewoners gebruiken de professionals meer dan voorheen voor ondersteuning. Bewoners zijn trots op wat ze zelf voor elkaar krijgen. Het werkt beter dan het oude cursusbureau van Impuls en er zijn nu andere bewoners die deelnemen aan activiteiten dan voor 2012. Dat is volgens Impuls een succes van de nieuwe werkwijze met een goede gastvrouw. In België ziet Impuls dat er geen grote groep gebruikers is en dat het lastig is om voor elkaar te krijgen dat bewoners verantwoordelijkheid nemen. Impuls heeft de overtuiging dat er meer doelgericht geïnvesteerd zou moeten worden in de professionalisering om de ambities volledig waar te maken. Impuls probeert naar eer en geweten invulling te geven aan de opdracht, maar de
19/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
inkleuring van het horecaconcept raakt daarbij op de achtergrond, ook omdat het niet in de opdrachtformulering is vermeld. Impuls constateert dat er samen met het stadsdeel nog gezocht wordt naar een evenwicht tussen enerzijds de verleende opdracht om het Huis van de wijk naar eigen inzicht vorm te geven en anderzijds aanvullende vragen of wijziging van de opdracht door het stadsdeel op te pakken. Een voorbeeld hiervan is de Bewonersgestuurde Wijkontwikkeling. In gezamenlijke besprekingen met het stadsdeel over de doorontwikkeling van de Huizen van de wijk is dit een terugkerend thema. Impuls wil graag tot een goede afstemming komen over de relatie tot Samen Doen, wat ook een centraal punt in de wijk is en ziet graag dat er meer integraal gewerkt wordt, zowel door Impuls als door het stadsdeel. Eigenwijks Eigenwijks is tevreden over de ruimte die is gekregen van het stadsdeel en ook tevreden over haar eigen invulling. Eigenwijks vindt dat ze dicht in de buurt is gebleven van het ingediende plan. Zij richt zich op het proces van bewonersondersteuning en dat vergt tijd. In PlusPunt en in Multibox ontstaat langzaam het besef in de buurt dat het Huis van hen is. Actieve bewoners gaan kritischer kijken naar activiteiten en hoe anderen omgaan met het Huis. Vroeger was dat iets van de beheerder. Mensen nemen verantwoordelijkheid. Als eigenaarschap tot stand is gebracht, volgt participatie vanzelf, is de visie van Eigenwijks. Het zwaartepunt van werken ligt voor Eigenwijks in de buurt. Als een initiatief meer professionele ondersteuning nodig heeft, probeert Eigenwijks die bewoners te verleiden om naar het Huis te komen, want daar is vaker professionele ondersteuning aanwezig. Het is fijn om een pand te hebben en dan moet het wel een prettige uitstraling hebben, zoals van een kroeg of een winkel. Eigenwijks vindt het lastig om met andere organisaties om te gaan die louter beleidsopdrachten uitvoeren die niet aansluiten bij de agenda van de wijk. De boodschap aan de stadsdeelraad is om te komen met een heldere visie op de rol en positie van de Huizen van de wijk. Eigenwijks adviseert om daarbij de succesvolle elementen te benoemen uit de aanpakken van de verschillende exploitanten en dat overeind te houden. Eigenwijks pleit ervoor dat bewoners niet de dupe mogen worden van de verschillende aanpakken van de exploitanten. SW-SL SW-SL meldt meerdere successen. Er wordt steeds meer onderling samengewerkt door bewoners (informele zorg) en organisaties. Er zijn nieuwe initiatieven ontwikkeld, zoals Het Odensehuis en de Ruilwinkel. Een succes was ook de nieuwjaarsreceptie 2013 die door bewonersgroepen samen is georganiseerd zonder ondersteuning van beroepskrachten. Succesvol waren ook de discussies die in het begin zijn gevoerd over overbelasting van de voorvrouwen en voormannen, want het heeft de meeste organisaties gestimuleerd om hun achterbannen in te zetten. Uiteindelijk zijn er twee bestaande groepen afgehaakt (een wijkoverstijgende organisatie en een groep autochtone bewoners). Een hobbel ziet SW-SL in het verbinden van sterke en zwakke bewoners omdat de hoogopgeleide, sterke bewoners nog niet worden bereikt. Een andere hobbel betreft de beperkte ruimte in het huidige Huis en de grote vraag naar ruimte, vooral in het weekend. Voor sommige groepen huurt SW-SL daarom in het weekend ruimte elders. SW-SL streeft naar partnerschap met het stadsdeel en de exploitanten volgens het principe: het stadsdeel heeft het geld en wij hebben de expertise. SW-SL wil in gezamenlijkheid per
20/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
jaar op managementniveau beslissen over de inzet van de gelden van het stadsdeel, zodat SW-SL kan anticiperen op beleid. Nu is voor SW-SL onduidelijk hoe het Huis van de wijk en de toekomstplannen van SW-SL zich volgens het stadsdeel moeten verhouden tot de sociale broedplaatsen. Een knellende vraag is ook of andere partijen een claim kunnen leggen op het Huis van de wijk of dat de exploitant daarover gaat. SW-SL is met Samen Doen een structurele samenwerking aangegaan. Aan de stadsdeelraad wil SW-SL meegeven om het concept te laten groeien over een langere periode dan alleen 2014 en om partnerschap met exploitanten en ambtenaren door te zetten. Combiwel Combiwel is tevreden omdat al meer dan 30 bewonersgroepen zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun activiteit in de huizen. Deze groepen hebben een eigen sleutel gekregen en daarmee geeft Combiwel vertrouwen. Daar is wel ruzie tussen groepen aan vooraf gegaan en een training voor gebruikersgroepen is in de maak. Combiwel is tevreden dat een kleine interventie van een beroepskracht soms het verschil maakt tussen pestgedrag of samenwerken. Voor het bewaken van de balans tussen sterke en zwakke bewoners, jong en oud, gezonde en zieke mensen en mensen van verschillende culturen ziet Combiwel een permanente rol voor professionals. Combiwel combineert het Huis van de wijk met andere zorggerelateerde projecten in het stadsdeel, waarmee ze kwetsbare burgers wil bereiken. Knelpunten zitten in de samenwerking met gemeentelijke diensten. Combiwel heeft er last van dat wijkambtenaren zowel opdrachtgever als uitvoerder kunnen zijn en daardoor niet altijd willen samenwerken. De boodschap aan de stadsdeelraad is dat het stimuleren van eigen kracht overeind moet blijven en dat dat betekent dat het stadsdeel meer moet vertrouwen op de exploitant van het Huis van de wijk en ruimte moet bieden. Daarbij wijst Combiwel op de ‘schaalkleinte nadelen’ waar de exploitanten last van hebben. Combiwel pleit voor meer integraal werken en efficiënter en effectiever werken. De reacties van de exploitanten maken duidelijk dat er sprake is van versterking van de eigen kracht van bewoners. In onze woorden is er sprake van overdracht van programmering aan bewoners bij Impuls, er ontstaat eigenaarschap bij bewoners die door Eigenwijks worden bediend, er is sprake van overdracht van beheer aan geactiveerde kwetsbare bewoners bij SW-SL en er is sprake van overdracht van beheer aan sterke bewoners bij Combiwel. Het uitvoeren van de accenten uit het eigen voorstel is vrijwel overal zichtbaar. De exploitanten willen samenwerken maar niet bij alle exploitanten is goed duidelijk wat de inzet is van de doorontwikkeling. SW-SL heeft hier een helder beeld bij. Deze organisatie geeft aan dat een presentatie aan het stadsdeel over de aanpak en filosofie van SW-SL in het voorjaar 2011 (het concept van De Buurtzaak) het stadsdeel heeft geïnspireerd hoe de uitvoering van de beleidsregel Huis van de wijk er uit zou kunnen zien. SW-SL heeft haar methode van werken vanaf dag 1 toegepast en dat leidt binnenkort tot een sociale broedplaats waar het Huis van de wijk onderdeel van is. Ook Eigenwijks heeft een eigen methode van werken die is toegepast. Daar is het technisch en sociaal beheer van een gebouw bij gekomen waar Eigenwijks de voordelen van inziet. Impuls en Combiwel hebben beide te maken gehad met wisseling in medewerkers.
21/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Daarnaast heeft Impuls nog te maken gekregen met kwesties rond activering van bewoners en Combiwel stond voor de taak om het Huis van de wijk in te vullen zonder het consortium. De exploitanten zoeken nog naar een goede verhouding ten opzichte van andere wijkgeoriĂŤnteerde professionals. De exploitanten vragen om een visie op de rol en positie van de Huizen van de wijk, om tijd voor een langdurige ontwikkeling van het concept, om meer integraal werken, om partnerschap en om meer erkenning van de eigen kracht van de exploitant.
22/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Hoofdstuk 3 Welzijn nieuwe stijl elders In dit hoofdstuk worden voorbeelden beschreven van welzijnswerk nieuwe stijl in andere steden. De voorbeelden zijn gezocht in grote steden met wijken met grote sociale achterstanden. De voorbeelden zijn ook uitgezocht op bijzondere invulling van welzijn nieuwe stijl. Er zijn twee voorbeelden van een sterke sturing door de overheid waarbij het bevorderen van sociale samenhang centraal staat. En er zijn twee voorbeelden gekozen van particulier initiatief die laagdrempelige ontmoetingen initiĂŤren waarbij de vragen van de doelgroep leidend zijn voor het aanbod. In alle voorbeelden gaat het om het bevorderen van eigen kracht met een beperkte inzet van professionals. 3.1
Sociaal makelaar Utrecht Een voorbeeld van sterke sturing door de gemeente is Utrecht. Wijkgericht werken was al gemeengoed. Het welzijnsaanbod was per werksoort georganiseerd. Vanaf 2009 is de gemeente Utrecht in gesprek gegaan met de welzijnsinstellingen over Welzijn nieuwe stijl. In 2011 zijn er knopen doorgehakt en vanaf 2012 is een nieuwe werkwijze ingezet. Vanaf augustus 2013 wordt de nieuwe werkwijze uitgevoerd. Dat betekent dat er nog geen gegevens bekend zijn over de uitvoering. We beschrijven hier de uitwerking van het nieuwe welzijnsbeleid. Utrecht introduceert de sociaal makelaar. Opbouwwerkers en sociaal-cultureel werkers worden omgeschoold tot sociaal makelaar. Zij stimuleren de leefbaarheid en sociale samenhang in buurten. Zij waarderen, enthousiasmeren en ondersteunen het zelforganiserend vermogen van buurten en bewonersgroepen. Zij brengen personen en groepen bij elkaar zodat eigen kracht en talent gebundeld worden. Zij hebben een faciliterende rol maar werken ook proactief als mensen snelle interventie nodig hebben of veiligheids- of leefbaarheidsproblemen om ingrijpen vragen. Als spil in het maatschappelijk middenveld is de sociaal makelaar voortdurend aan het makelen en schakelen tussen bewoners, bewonersgroepen, maatschappelijke organisaties en professionals in de hulpverlening en de zorg. Sociaal makelaars werken vanuit een accommodatie. Het sociaal beheer van de accommodaties (gastheerschap en begeleiding van vrijwilligers) is een kerntaak van het welzijnswerk. Het technisch beheer wordt ondergebracht bij een accommodatiebedrijf. De programmering wordt gemeld aan een Makelpunt dat verder verantwoordelijk is voor de bezettingsgraad van het gebouw. De professionele inzet van sociaal makelaars is afhankelijk van de typering van de buurt. In sterke buurten wordt geen professionele inzet gegeven, in gemiddelde buurten wordt een beperkte inzet gegeven en in zwakke buurten wordt een sterk proactieve inzet geleverd. Er zijn 20 zwakke buurten gedefinieerd voor 2012. Het werk is via aanbesteding gegund aan vier wijkwelzijnsorganisaties die verantwoordelijk zijn voor het sociaal beheer van de aangegeven accommodaties. Deze organisaties leveren ook sociaal makelaars en verzorgen kinderwerk (inclusief speeltuinen). De prestaties die worden verwacht van de sociaal makelaars zijn: 1. Zichtbaar maken van bestaande netwerken en hiaten daarin, 2. Verbeteren van de kwaliteit van de netwerken en 3. Meer benutten van potentieel sociaal kapitaal.
23/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
We zien hier dat een basisvoorziening wordt gerealiseerd waarbij de exploitanten opdracht krijgen voor specifieke inzet in specifiek benoemde buurten. De accommodatie staat ten diensten van de bewoners en de professionals. De professionals worden niet belast met accommodatiebeheer, alleen met ontvangst en ondersteuning. De opgave voor de exploitant is te vergelijken met het realiseren van een ‘Huis van het stadsdeel’. Daarbij worden resultaatafspraken gehanteerd die betrekking hebben op de ontwikkeling van sociale samenhang in de wijk. Een ‘Huis van de bewoners’ wordt daarbij ook gerealiseerd, deels los van het ‘Huis van het stadsdeel’ (via Makelpunt) en passend binnen dezelfde opdracht aan de exploitanten. 3.2
Kanteling Dordrecht Een tweede voorbeeld van sterke sturing door de gemeente is Dordrecht. Dordrecht is een 100.000+ gemeente met ruim 20% niet westerse allochtonen en een krachtwijk. In Dordrecht is het welzijnsbeleid ‘Wmo-proof’ gemaakt. Dat betekent dat de uitvoeringspraktijk van het welzijnswerk is veranderd van aanbodgericht naar vraaggericht. Het uitgangsprincipe van de oude Welzijnswet met het bieden van basisvoorzieningen voor het welbevinden van burgers is losgelaten. Het woord welzijn wordt niet meer gebruikt. De Wmo is bedoeld voor maatschappelijke ondersteuning van kwetsbare burgers en dat betekent voor Dordrecht dat ondersteuning door de gemeente is beperkt tot deze doelgroepen en dat er eerst en zoveel mogelijk geïnvesteerd moet worden in de eigen kracht van de burger en de samenleving. Dat betekent dat er ook een beroep wordt gedaan op maatschappelijke organisaties om een bijdrage te leveren. De kwetsbare burger wordt meegenomen in alle beleidstukken van de gemeente (inclusief beleid) en in het Wmo-beleid worden specifieke voorzieningen geboden (individuele voorzieningen). Het dienstverleningsaanbod van de welzijnsinstellingen was versnipperd (naar werksoorten) en in overleg met de instellingen is besloten tot vergaande samenwerking. Vanaf januari 2013 wordt het welzijnsaanbod aangeboden via een instelling: MEEDrechtsteden. Er wordt ondersteuning geboden op individueel niveau, buurt- en wijkniveau. Het gaat om buurtbemiddeling, ouderenadvies, ondersteuning bij een verstandelijke of lichamelijke beperking, chronische ziekte, een vorm van autisme, ontwikkelingsachterstand of niet aangeboren hersenletsel. Daarnaast is er een vacaturebank voor vrijwilligers en begeleiding en ondersteuning bij de wijkkranten. Er wordt gewerkt vanuit wijkaccommodaties. Het aantal wijkaccommodaties is teruggebracht tot zes. Daarvan zijn er vijf van de gemeente en is er een van een zorgaanbieder. De accommodaties zijn ingericht als leer-werkbedrijven met ruimte voor laagdrempelige activiteiten, georganiseerd door burgers zelf en door MEEDrechtsteden die ook een praktijkbegeleider inzet. Verhuur van ruimten wordt geregeld door de gemeente via een online makelpunt. De volgende stap is dat er sociale wijkteams worden gevormd waarbij er naast de disciplines die MEE-Drechtsteden in huis heeft ook andere aanbieders deelnemen, zoals het algemeen maatschappelijk werk, schuldhulpverlening, zorgaanbieders en de zorgverzekeraar. Deze omschakeling is gepaard gegaan met forse bezuinigingen. De bewoners zijn vanaf het begin betrokken geweest bij dit traject. De gemeente heeft de opgaven en de problemen in de wijken besproken. De bewoners hebben een bijdrage geleverd aan de oplossingen. De inkrimping van accommodaties is gebeurd nadat alle bestaande activiteiten een nieuw onderkomen hebben gevonden.
24/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
In Dordrecht is een grote beleidswijziging doorgevoerd: de basisvoorziening is afgeschaft. Het bevorderen van leefbaarheid en sociale samenhang is een zaak geworden voor alle burgers en alle maatschappelijke organisaties. Het welzijnswerk wordt toegesneden op zelfredzaamheid en participatie van kwetsbare burgers. Dat leidt tot specifiek aanbod dat via wijkaccommodaties wordt aangeboden. Deze wijkaccommodaties zijn nog niet de knooppunten voor specifiek beleid, maar die ontwikkeling komt er aan. De Dordtse invulling is vergelijkbaar met het ‘Huis van het stadsdeel’, waar bovenop een ‘Huis van de bewoners’ mogelijk is via ondersteuning van vrijwilligers. Die ondersteuning is bij dezelfde aanbieder ondergebracht. De zorg voor kwetsbare bewoners staat voorop, andere bewoners zijn welkom. 3.3
Wijkwinkel Den Haag Een voorbeeld van een particulier initiatief is de wijkwinkel van het Rode Kruis. Sinds 2011 is het district Den Haag van het Nederlandse Rode Kruis een wijkwinkel gestart in Den Haag Zuidwest, een krachtwijk. Met deze winkel wil het Rode Kruis de maatschappelijke relevantie van haar werk vergroten door hulpverlening dichtbij de doelgroep en in de wijk aan te bieden. Daar worden producten en diensten aangeboden voor de meest kwetsbaren. Deze producten en diensten zijn op een vraaggestuurde manier tot stand gekomen. Het is een laagdrempelige voorziening waar mensen terechtkunnen met vragen en voor persoonlijke en goedkope zorg en ondersteuning. Hierbij leveren vrijwilligers een grote inbreng. De belangrijkste producten en diensten zijn: eerste hulp bij administratie, trainingsaanbod (omgaan met financiën, EHBO, veiligheid in en om huis), naaiatelier, mobiel telefoneren voor senioren, vrienden maken, kenniscentrum. De werkwijze bestaat uit vier stappen: 1. Mensen moeten zich welkom voelen. De ruimte is ingericht voor ontmoeting van deelnemers en bezoekers. 2.Tijdens de gesprekken wordt vertrouwen opgebouwd. Als mensen zich gehoord voelen, kunnen de werkelijke problemen naar voren worden gebracht. 3. Hulp bieden kan bestaan uit een Rode Kruis activiteit of uit het doorverwijzen naar een andere organisatie. Bij doorverwijzen wordt erop toegezien dat het contact tot stand komt. 4. Het Rode Kruisaanbod is gericht op tijdelijke en kortdurende ondersteuning. Daarna wordt de bezoeker gekoppeld aan een vrijwilliger of doorverwezen naar een professionele organisatie. Met deze aanpak wordt zelfredzaamheid bevordert, sociale cohesie versterkt en een bijdrage geleverd aan effectieve en goedkope zorg. De directe kosten voor de wijkwinkel bestaan uit personeelslasten (twee parttime professionals, drie stagiaires maatschappelijk werk en drie vrijwilligers) en huur van het pand, in totaal ruim € 81.000. Er is een maatschappelijke kosten/baten-analyse toegepast op dit initiatief. Daaruit bleek dat elke geïnvesteerde euro de maatschappij € 5 oplevert. In 2012 had de wijkwinkel 100 cliënten in traject. Dit initiatief voorziet in laagdrempelige toegang voor kwetsbare bewoners. De winkel is voor iedereen toegankelijk. De winkel heeft een aanbod van activiteiten en levert ondersteuning aan individuele wensen. Op basis van individuele wensen worden er nieuwe groepsactiviteiten aangeboden. Het kan niet worden gezien als een ‘Huis voor de bewoners’ omdat georganiseerde bewoners er niet hun eigen activiteiten kunnen uitvoeren. Het is geen knooppunt voor beleid van de gemeente en lijkt dus niet op een ‘Huis van het stadsdeel’. Het is wel een punt dat doorverwijst en overdraagt aan andere organisaties. De wijkwinkel biedt
25/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
een ontmoetingsplek met een helder aanbod en dat is aantrekkelijk voor kwetsbare bewoners. 3.4
Buurtsteunpunten in 15 gemeenten Een ander voorbeeld van particulier initiatief zijn de buurtsteunpunten van het Leger des Heils. Het Leger des Heils heeft sinds 2008 17 buurtsteunpunten geopend in 15 gemeenten10 die vernoemd zijn naar majoor Bosshardt. Het was een van haar idealen om een ruimte te hebben waar mensen kunnen binnenlopen voor een kop koffie en een praatje. De ‘Bij Bosshardt’ buurtsteunpunten zijn ontmoetingsplekken die tot doel hebben buurtbewoners met elkaar in contact te brengen en eenzaamheid te verminderen. Ze zijn gesitueerd in wijken en buurten met een relatief grote sociale achterstand. Iedereen uit de wijk is welkom. Iedere buurtbewoner kan en mag iets bijdragen. Er wordt gezocht naar mogelijkheden om eenvoudige problemen samen op te lossen. De medewerkers van het Leger des Heils gaan ook op pad om mensen in de buurt te ontmoeten. Zij nodigen hen uit voor een bezoek aan het steunpunt en als ze mensen al een tijd niet hebben gezien dan zoeken ze hen op. Deze positieve aandacht is het speciale van deze buurtsteunpunten. Dit bevordert dat mensen ook positief aandacht geven aan elkaar en elkaar gaan helpen bij het benutten van de mogelijkheden die er zijn of worden aangedragen. Zo wordt er gebouwd aan een eigen maatschappelijk steunsysteem in de buurt. De Vrije Universiteit heeft in september 2011 onderzoek gedaan naar de bezoekers van deze steunpunten. Er is gesproken met 17% van de unieke bezoekers van 13 steunpunten (178), vooral vrouwen (70%) en gemiddeld 56 jaar. Bijna de helft is gescheiden of heeft de weduwstaat. Uit het onderzoek bleek dat voor 60% van de bezoekers eenzaamheid een probleem is (30% in de Nederlandse bevolking) en een kwart gaf aan geen vrienden of kennissen te hebben. Ruim de helft komt twee keer per week langs of vaker. Bijna de helft voelt zich er meer bij horen of minder eenzaam door de bezoeken aan het buurtsteunpunt. Een meerderheid heeft nieuwe contacten opgedaan of gaat nu vaker de deur uit. Dit initiatief is aantoonbaar een laagdrempelige ontmoetingsplek voor kwetsbare bewoners. Er wordt koffie en aandacht geboden. Vaak worden er ook activiteiten aangeboden maar activering is geen doel. Het accent ligt op sociaal contact, welbevinden en informele hulp. Het is niet vergelijkbaar met een ‘Huis van de bewoners’ want er wordt geen gelegenheid geboden aan georganiseerde bewoners om activiteiten te doen. Het is ook niet vergelijkbaar met een ‘Huis van het stadsdeel’ omdat het geen knooppunt is voor gemeentelijk beleid. Het is een vorm van opvang waarbij ook wordt doorverwezen. Vergelijking met Huis van de wijk We doen de vier beschreven voorbeelden ongetwijfeld onrecht aan als we ze willen vergelijken met het Huis van de wijk. Maar op hoofdlijnen kunnen we uit de beknopte beschrijvingen wel belangrijke verschillen zien. De voorbeelden uit Utrecht en Dordrecht gaan over gemeentelijk beleid en daar valt op dat in de eerste plaats een ‘Huis van het stadsdeel’ wordt gerealiseerd via professionele inzet. Er is ook ruimte voor een ‘Huis van de bewoners’. Aantrekkelijk in de ontwikkeling in Utrecht is dat de gemeente bepaalt in welke buurten extra inzet geleverd moet worden en daar worden de middelen voor inzet van capaciteit van de 10
Er zijn er drie in Amsterdam.
26/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
exploitant op aangepast. Activering en ondersteuning van actieve bewoners in de wijkaccommodatie ligt in het verlengde van de opdracht in de wijk. Opmerkelijk bij de ontwikkeling in Dordrecht is dat het oude welzijn eerst is afgeschaft, dat professionele aandacht alleen wordt gericht op kwetsbare bewoners en vrijwilligers en dat er verantwoordelijkheid wordt gelegd bij alle maatschappelijke organisaties. Nu is er sprake van doorontwikkeling naar knooppunten van beleid en daarbij worden ook andere maatschappelijke organisaties betrokken, ook organisaties die eigen budget meebrengen. De andere twee voorbeelden gaan over laagdrempelige ontmoetingsplekken, maar die zijn niet te vergelijken met een ‘Huis van de bewoners’ omdat er geen ruimte wordt geboden aan georganiseerde bewoners om hun eigen activiteiten te doen. In de wijkwinkel worden vragen van individuele bewoners opgepakt in een nieuw aanbod van de wijkwinkel. In de buurtsteunpunten worden soms sociaal-culturele activiteiten aangeboden om de ontmoeting te faciliteren. Aantrekkelijk is dat deze beide initiatieven zijn bedoeld voor kwetsbare bewoners en dat ze ook daadwerkelijk kwetsbare bewoners weten te bereiken. In tabel 6 zijn de belangrijkste kenmerken van deze vier voorbeelden bij elkaar gezet.
27/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Tabel 6 kenmerken van voorbeelden welzijn nieuwe stijl Naam Uitvoering
Sinds wanneer Waar
Initiatief Doel
Utrecht Sociaal makelaar 4 welzijnsorganisaties Augustus 2013
Dordrecht Kanteling
Den Haag Wijkwinkel
15 steden Buurtsteunpunten
MEE-Drechtsteden
Rode Kruis
Leger des Heils
Januari 2013
2011
2008
Gemiddelde en zwakke buurten (20) Gemeente Stimuleren leefbaarheid en sociale samenhang
Hele stad bediend door 6 wijkaccommodaties Gemeente Uitvoeren compensatiebeginschel, gericht op kwetsbare bewoners Aanbod van activiteiten, begeleiding, ondersteuning voor kwetsbare bewoners Positief vanwege gelegenheid bieden en ondersteuning vrijwilligerswerk
Krachtwijk Zuidwest
Wijken met grote sociale achterstand
Rode Kruis Verbetering zelfredzaamheid
Leger des Heils Eenzaamheid bestrijden
Hulp en ondersteuning bieden (trajecten, cursussen), vraaggericht
Ontmoetingsplek en positieve aandacht geven
Wel laagdrempelige ontmoeting, niet bedoeld voor eigen activiteiten van georganiseerde bewoners Geen knooppunt, wel doorverwijzen en overdragen
Wel laagdrempelige ontmoeting, niet bedoeld voor eigen activiteiten van georganiseerde bewoners
Inzet
Eigen kracht en talent bundelen, makelen en schakelen
T.o.v. Huis van de bewoners
Positief vanwege Sociaal beheer accommodaties
T.o.v. Huis van het stadsdeel
Positief want knooppunt in zwakke buurten, daar proactief werken met organisaties en professionals in hulpverlening en zorg
28/36
Positief: nog geen knooppunt voor aanvullende beleidsprioriteiten maar is in ontwikkeling
Geen knooppunt, wel doorverwijzen
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Hoofdstuk 4 Conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk worden op basis van bevindingen uit dit onderzoek en op basis van de expertise van BMC conclusies getrokken over het concept van het Huis van de wijk. Er worden aanbevelingen gedaan voor de ontwikkeling van de basisvoorziening. Conclusies over de afgelopen twee jaar Conclusie 1: Het stadsdeel heeft bewust gekozen voor een vernieuwende werkwijze om het concept Huis van de wijk door te ontwikkelen, namelijk in partnerschap met de geselecteerde exploitanten en zonder al te strikte afspraken om zo de exploitanten ruimte te geven om hun expertise te benutten. Zonder vastgelegd doel en zonder randvoorwaarden kon deze nieuwe basisvoorziening van onderop worden ontwikkeld met ruimte voor de inbreng van de professionals. Het stadsdeel is tevreden over de invulling van partnerschap; er komt een eerlijke uitwisseling op gang. Het stadsdeel realiseert zich dat integraal werken een opgave is voor het stadsdeel en is blij dat er nu signalen komen van de exploitanten als er iets niet helemaal goed verloopt. Bij een traject zonder einddoel hoort een lerende houding en het stadsdeel is bereid om te leren. Hoewel de exploitanten samen met het stadsdeel het avontuur zijn aangegaan, heeft het even geduurd voordat er samenwerking op gang kwam. De exploitanten werken nu aan de formulering van een missie voor de Huizen van de wijk. Een geformuleerde missie markeert een nieuwe fase in de doorontwikkeling; een missie geeft richting. Een voorwaarde voor partnerschap is langdurig commitment. De intentie om drie jaar de subsidieverlening te handhaven en feitelijk te werken met contracten per jaar is geen langdurig commitment. Bovendien gaat het in deze samenwerking niet om partijen die elkaar aanvullen zoals in een ketensamenwerking, maar om concullega ’s. Dat betekent dat de gewenste samenwerking vooral kan worden gestimuleerd door een gezamenlijk belang te definiÍren. Conclusie 2: Het stadsdeel had gehoopt dat de ontwikkelingen in zijn geheel sneller zouden gaan. Sommige exploitanten hebben tijd nodig gehad voor inwerken (Combiwel) en omschakelen (Eigenwijks, Impuls). De kwartaaloverleggen met nadruk op het sociaal en technisch beheer en de inpassing in de wijk hebben bij de exploitanten veel aandacht gekregen. De bespreekpunten spitsten zich toe op verschillende visies op regie voeren en samenwerken met andere professionals in de wijk. Het stadsdeel had hoge verwachtingen van de voorstellen, vooral van de combinaties met andere organisaties die de welzijnsinstellingen hebben genoemd in hun offertes. De resultaten daarvan zijn nog niet zo duidelijk zichtbaar. De afspraken uit de beschikking en uitvoeringsovereenkomsten worden behaald en daarmee hebben de exploitanten aan hun verplichtingen voldaan. Als de kern van de voorstellen van de exploitanten worden opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst is
29/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
voor alle partijen duidelijk dat dit gerealiseerd moet worden. Bovendien kunnen dergelijke overeenkomsten onderlinge samenwerking bevorderen. Als het stadsdeel de meest waardevolle aspecten opneemt in de overeenkomsten kan dat als uitgangspunt worden genomen in de verdere doorontwikkeling. Aanbevelingen voor de toekomst De ontwikkelingen rond de decentralisatie, de aandacht voor een missie voor de Huizen van de wijk en deze evaluatie zijn voor het stadsdeel aanleiding na te denken over ‘een stip op de horizon’ voor de toekomst van de Huizen van de wijk11. Er wordt gedacht aan een ‘Huis van de bewoners’ plus een ‘Huis van het stadsdeel’. Daar is nog niet veel in veranderd. Er wordt nu duidelijker benoemd dat het niet alleen om welzijn gaat maar om welzijn en zorg. Het gaat om aangrijpen en aanhaken op allerlei ontwikkelingen die op de wijk afkomen en waar het Huis van de wijk een rol in kan vervullen, denk aan dagbesteding in het Huis van de wijk en aan samenwerking met Samen Doen. Het streven is dat professionele inzet voor het runnen van het Huis kan worden verminderd als sterke bewoners zich meer gaan ontfermen over kwetsbare bewoners. Het besef leeft dat er nog jaren professionele inzet nodig is voordat het zover is, maar ook dat er nog meer bezuinigingen gaan komen. Het stadsdeel verwacht veel van burgerinitiatieven die spontaan ontstaan naast het Huis van de wijk en ook door inzet van het Huis van de wijk tot stand kunnen komen. Denk hierbij aan broedplaatsen in de wijk. Wat de samenwerking tussen de exploitanten moet opleveren, is nog niet bepaald en wordt afhankelijk gesteld van de behoeften in de wijk. Dat betekent dat het onderwerp van overleg blijft tussen betrokken professionals in de wijk. Er wordt gestreefd naar het laten bestaan van extra inzet van het stadsdeel of de stad voor aandachtsgebieden. Aanbeveling 1: Het stadsdeel beoogt een ‘Huis van het stadsdeel’ te realiseren plus een ‘Huis van de bewoners’ met ruimte voor een eigen invulling van de bestaande exploitanten. Het is tijd voor een verdere uitwerking van de opdracht aan de exploitanten, waarbij de voorstellen van de exploitant worden verwerkt en resultaten worden geformuleerd die verband houden met het bevorderen van sociale samenhang. Denk daarbij aan afstemming van de inzet en het budget op de typering van de buurt en het benoemen van prestaties als a. zichtbaar maken van bestaande netwerken en hiaten daarin, 2. verbeteren van de kwaliteit van de netwerken en 3. meer benutten van potentieel sociaal kapitaal (zie ook sociaal makelaar in Utrecht). Aanbeveling 2: Om zowel een ‘Huis van de bewoners’ als een ‘Huis van het stadsdeel’ te kunnen realiseren met het Huis van de wijk zullen exploitanten de behoefte hebben aan flexibel inzetbare capaciteit. Dit kan worden gerealiseerd met extra budget of door exploitanten te stimuleren een andere invulling te geven aan het bestaande budget.
11
Uit: presentatie: Huis van de wijk; Scenario’s doorontwikkeling tot aan de stip op/aan de horizon.
30/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Aanbeveling 3: De Huizen van de wijk voldoen aan de geformuleerde eisen uit de beschikking en de uitvoeringsovereenkomst. In het kader van de doorontwikkeling wordt gewerkt aan een monitorsysteem om meer zicht te krijgen op de resultaten voor de bewoners. Als daarbij meer wordt geregistreerd over de activiteiten in het Huis van de wijk (doelgroepen, aantallen unieke bewoners) dan wordt het ook mogelijk om de Huizen onderling te vergelijken, waarmee een indicator wordt ge誰ntroduceerd om de verschillende aanpakken van de exploitanten te meten. Aanbeveling 4: De aanpak van het stadsdeel past in discussies over bescheiden overheid, netwerken ontwikkelen, nieuwe burgerinitiatieven. Kanttekening is dat het bij ruimte geven aan burgerinitiatieven in het algemeen vaak gaat om het benutten van eigen kracht van sterke bewoners en niet om het ontwikkelen van eigen kracht van kwetsbare bewoners. Bovendien hebben zwakke wijken minder potentieel dan sterke wijken. Ruimte geven aan burgerinitiatieven gaat goed samen met een bewuste inzet van het eigen budget voor professionele ondersteuning voor de kwetsbare bewoners in plaats van voor alle bewoners (zie ook aanpak Dordrecht). Dan valt ook te overwegen of het budget per wijk moet worden vastgesteld. Aanbeveling 5: Het stadsdeel heeft ruimte gegeven aan de professionals. Het is van belang om in het te ontwikkelen monitorsysteem ook op te nemen hoe gebruikers en bewoners het huis van de wijk waarderen. Daarmee kan het stadsdeel ook bepalen of er een goede match is gemaakt tussen de exploitanten en de wijken.
31/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Bijlage 1 Verantwoording In dit hoofdstuk is beschreven hoe de onderzoeksvragen luiden en hoe het onderzoek is uitgevoerd. Onderzoeksvragen rond Huis van de wijk Het stadsdeel heeft de volgende doelstelling en onderzoeksvragen geformuleerd: De doelstelling voor Huis van de wijk is dat het succesvol is in het betrekken van een grote diversiteit aan wijkbewoners die blij zijn met het Huis van de wijk. Het Huis van de wijk levert een bijdrage aan de sociale en maatschappelijke verbinding in de wijk. Deze doelstelling is in eerste instantie uitgewerkt in de volgende onderzoeksopdracht: Evalueer het Huis van de wijk (2012 – juli 2013) met aandacht voor: • een eenvoudige reconstructie van de aannamen die ten grondslag liggen aan het Huis van de wijk (de beleidstheorie); • de successen (resultaten en kosten); • het falen (resultaten en kosten); • beoordeling op basis van doelstellingen uit vastgesteld beleid en de opdracht; • vergelijking op hoofdlijnen met andere initiatieven welzijn nieuwe stijl uit andere, vergelijkbare steden; • aandacht besteden aan de ervaringen van betrokken wijkbewoners zonder een apart onderzoek onder bewoners uit te voeren. In tweede instantie is de onderzoeksopdracht toegespitst op het proces van doorontwikkeling van het Huis van de wijk. Het gaat dan vooral om hoe de exploitanten van het Huis van de wijk hun professionele ruimte hebben genomen om in partnerschap met het stadsdeel het concept Huis van de wijk vorm te geven. Aanpak onderzoek De doorlooptijd voor het onderzoek was in eerste instantie een maand in de zomerperiode. Het onderzoek is gebaseerd op documenten en data die voorhanden zijn. Er zijn geen nieuwe cijfers verzameld. De insteek van het onderzoek is vooral kwalitatief. De volgende aanpak is afgesproken: Op basis van gesprekken met betrokken ambtenaren, managers/coördinatoren en directeuren van de uitvoerende organisaties plus enkele bewoners zal een beeld worden geschetst van de Huizen van de wijk. Invullingen van welzijn nieuwe stijl uit andere gemeenten worden beschreven. Er zal afstemming plaatsvinden met een ander lopend onderzoek naar de taakverdeling tussen professionals en vrijwilligers als gevolg van welzijn nieuwe stijl. Samen met bevindingen uit eigen participatieonderzoek zal dit geheel leiden tot conclusies en aanbevelingen.
32/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Aanpassing onderzoek Het bleek nog lastiger om dit onderzoek uit te voeren in augustus dan van te voren al was voorzien. Het betreft de afspraken en de documenten. Er zijn afspraken gemaakt voor interviews net voor en net na de vakanties van betrokkenen. Voor het contact met betrokken bewoners was bemiddeling door de welzijnsorganisaties nodig. Het resultaat was dat eind augustus wel met alle professionals is gesproken, maar niet met betrokken bewoners uit alle gebieden van de vier welzijnsorganisaties. De documenten die bij de start van dit onderzoek zijn aangeleverd, bleken niet volledig te zijn. De gesprekken met ambtenaren leverden nieuwe documenten op. Hierdoor kon pas op het laatst een totaalbeeld gevormd worden. Toen het totale beeld gevormd was, werd duidelijk dat de ervaringen van bewoners uit de regiegroepen niet de meest geschikte ervaringen zijn voor een evaluatie van het Huis van de wijk. De regiegroepen zijn pas een jaar na de start van de Huizen van de wijk ingesteld en functioneren pas een kleine zes maanden. De regiegroepen maken ook nog geen deel uit van de opdracht aan de exploitanten voor het Huis van de wijk. De afstemming met het lopende onderzoek naar de taakverdeling tussen professionals en vrijwilligers had grotendeels ook betrekking op de regiegroepen. Door deze gang van zaken is besloten niet meer apart aandacht te besteden aan de ervaringen van wijkbewoners in dit onderzoek. Dit is meegedeeld aan de bewoners met wie al gesprekken waren gevoerd. Toen werd ook duidelijk dat door de geformuleerde onderzoeksvragen het proces van doorontwikkeling van het concept Huis van de wijk niet goed uit de verf kon komen. De onderzoeksvraag is daarop aangepast. Rapportage De rapportage is gebaseerd op de gelezen documenten en gevoerde gesprekken met ambtenaren en professionals. Dit kwalitatieve onderzoek levert een beeld op van de ontwikkeling van het concept Huis van de wijk en hoe de vier welzijnsorganisaties daar invulling en uitvoering aan geven. Over de uitvoering wordt weinig geregistreerd en uitspraken over succes en falen blijven dan ook achterwege. De directies van de welzijnsorganisaties hebben inzage gehad in de bevindingen om fouten en misvattingen te corrigeren. De conclusies zijn gebaseerd op de bevindingen over de documenten, de inhoud van de gesprekken en onze expertise op het terrein van participatie, welzijn nieuwe stijl en de ontwikkelingen in het sociaal domein. De aanbevelingen zijn bedoeld om het stadsdeel te helpen bij de volgende stappen in de ontwikkeling van het Huis van de wijk.
33/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Bijlage 2 Ge誰nterviewden Dit rapport is gebaseerd op gesprekken met: Age Niels Holstein, ambtenaar stadsdeel Nieuw-West Ahmed Afkerin, medewerker Eigenwijks Carla Bakhuis, medewerker Impuls Conny Valkhoff, ambtenaar stadsdeel Nieuw-West Dick Glastra van Loon, directeur Eigenwijks Eefke Westdorp, medewerkester Combiwel Fatiha Errafay, medewerkster SW-SL Hans Krikke, directeur SW-SL Jesse Bos, wethouder stadsdeel Nieuw-West Loes Verplanke, onderzoeker Universiteit van Amsterdam Nanko Horstmann, directeur Combiwel Rozella Oostveen, manager Combiwel Sylvia de Goede, medewerker Combiwel Walter Swaans, directeur Impuls Yvonne Cornelisse, manager wijken stadsdeel Nieuw-West
34/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Bijlage 3 Kenmerken wijken
35/36
TOEKOMSTGERICHTE BELEIDSEVALUATIE HUIS VAN DE WIJK
Bijlage 4 Passage contourenbrief sociaal domein Uit: contourenbrief sociaal domein oktober 2011 “Huis van de wijk” Stadsdeel Nieuw-West is ingedeeld in negen wijken. In iedere wijk wordt een “Huis van de wijk” de centrale basisvoorziening voor ontmoeten, activeren en participeren. Een “Huis van de wijk” biedt faciliteiten aan bewoners om zélf activiteiten te ontwikkelen en uit te voeren. Bewoners, zowel individueel als in georganiseerd verband, kunnen hier terecht voor inloop en ontmoeting, vergaderen, gezamenlijk koken en andere activiteiten die door bewoners worden georganiseerd. Op deze manier wordt het aanwezige talent in de buurt aangeboord en in zijn kracht gezet. Daarnaast kunnen bewoners gebruikmaken van een laagdrempelig dienstverlenend aanbod van informatie en advies op diverse terreinen. Er is dus geen standaardaanbod van sociaal cultureel werk door de professionele welzijnsinstellingen zoals we dat tot nu toe gewend zijn. De werkwijze van het “Huis van de wijk” is daarmee een belangrijke beleidswijziging. Er is in de wijk een speciaal team, bestaande uit een breed sociaal werker en een gastheer/vrouw. De sociaal werker informeert, ondersteunt, begeleidt bewoners of verwijst mensen door, indien nodig. De gastheer of gastvrouw voert het beheer, kan vertrouwenspersoon zijn en verwijst door. Beiden hebben goede kennis van de sociale kaart in de buurt en het stadsdeel. Het karakter van het beheer en de exploitatie van de Huizen van de wijk verschilt per wijk, afhankelijk van de uitvoerende instelling en de behoefte. Daarnaast is er ruimte voor spreekuren van andere professionals, zoals van gezinscoaches, als dat aansluit op de behoefte en vragen van bewoners. Kort gezegd is het “Huis van de wijk” een belangrijke voorziening om het versterken van de eigen kracht van bewoners te faciliteren. Zij kunnen daarbij worden ondersteund door de aanwezige professionals. Eigen kracht en eigen initiatief van bewoners staan hierbij voorop. Speerpunten: 1. In 2012 is voor alle bewoners in de negen wijken in Nieuw-West een “Huis van de wijk” beschikbaar, waar de werkzaamheden en activiteiten worden afgestemd op de situatie en behoeften in de wijk. 2. Bewoners zijn de leidende factor. Zij bepalen zelf een groot deel van wat in het “Huis van de wijk” gebeurt.
36/36