Participatiewiel: een andere manier van kijken Aanwijzingen voor gebruik door gemeenten
Participatiewiel: samenhang in beeld WWB Schuldhulpverlening
Wajong / WIA / WW / WIJ
AWBZ en zorgverzekeringswet
Betaald werk
Ondersteunende hulpverlening
Wsw
Eigen inkomen
Wet Participatiebudget
Scholingen stageachtige activiteiten
Opdoen van vaardigheden
Maatschappelijk bijdragen
Zelfstandig functioneren
Sociale contacten
Ondersteunend contact
Wpg
Maatschappelijk deelnemen Wmo
Vrijwillige inzet
Sociaalrecreatieve activiteiten
Wat is het participatiewiel? Het participatiewiel is een instrument voor participatiebevordering, speciaal gemaakt voor beleidsmakers en activeerders. Dit instrument brengt zes doelgebieden van de burgers in kaart: zelfstandig functioneren, sociale contacten, maatschappelijk deelnemen, maatschappelijk bijdragen, opdoen van vaardigheden en betaald werk. Het wiel helpt om inzicht te krijgen in de situatie, doelen te formuleren en een passend aanbod te creëren. Handig: het wiel laat in één keer de samenhang zien tussen de verschillende gebieden. Dat is de kracht van het participatiewiel. In deze handreiking worden aanwijzingen gegeven voor het gebruik van het participatiewiel zoals dit door MOVISIE is ontwikkeld. U leest meer over het ontstaan van het wiel en krijgt een toelichting op het gedachtegoed dat schuil gaat achter het wiel. Verschillende gemeenten hebben al met enthousiasme kennisgemaakt met het wiel. Met deze handreiking willen we het wiel ook bij u introduceren. Het kan u behulpzaam zijn bij het formuleren en uitvoeren van participatiebeleid. We hopen u met deze handreiking inspiratie te bieden en zo een bijdrage te leveren aan een compleet en samenhangend participatieaanbod in uw gemeente.
Het ontstaan van het participatiewiel Het stimuleren van meedoen aan de samenleving vindt plaats in tal van projecten en activiteiten. Het gaat om diverse groepen burgers die gemotiveerd worden te participeren. Hierbij zijn veel gemeentelijke afdelingen en maatschappelijke organisaties betrokken die participatiebeleid ontwikkelen en/of dit uitvoeren. Helderheid scheppen in dit complexe veld was voor MOVISIE de aanleiding het participatiewiel te ontwikkelen.
Meerdere gemeentelijke afdelingen werken aan participatiebevordering Participatiebeleid wordt door twee, drie of meer verschillende afdelingen binnen een gemeente uitgevoerd en valt ook vaak onder meerdere wethouders. De afdeling sociale zaken koopt veelal individuele trajecten in die uiteindelijk gericht moeten zijn op betaald werk. De afdeling welzijn of maatschappelijke ontwikkeling subsidieert allerlei organisaties die delen van het Wmo-beleid uitvoeren. Ook afdelingen wijkzaken en onderwijs (voor zover geen onderdeel van de eerder genoemde afdelingen) voeren beleid uit gericht op participatiebevordering. Vaak is het beleid van de verschillende afdelingen deels gericht op dezelfde groepen burgers.
Doelgroepen van participatiebevordering Participatiebevordering richt zich in de praktijk op een breed palet: economische participatie, maatschappelijke participatie, beleidsparticipatie en cliëntenparticipatie. Participatiebevordering richt zich op kwetsbare en weerbare burgers. Het gaat om het stimuleren van mensen actief te zijn in eigen wijk, stad of maatschappelijke organisaties. Het kan gaan om mensen met een complexiteit van problemen, die als onderdeel van hun hulpverlening werken aan hun zelfstandig functioneren of het verbeteren van sociale contacten. Het kan gaan om mensen die door omstandigheden in sociaal isolement zijn geraakt en mee willen gaan doen aan activiteiten buitenshuis. Het kan gaan om mensen die zich nuttig willen maken via vrijwilligerswerk, maar het moeilijk vinden om dat zelfstandig te realiseren. En het kan gaan om mensen die willen toewerken naar betaald werk. Vaak gaat het echter om een combinatie van die verschillende doelen.
Participatiewiel: een andere manier van kijken – Aanwijzingen voor gebruik door gemeenten
2
Maatwerk lastig Uitgaan van de drijfveren en de kracht van het individu kan alleen als maatwerk daadwerkelijk geboden wordt. In de praktijk blijkt dit vaak lastig te realiseren, door, hoe afgezaagd ook, schotten op uitvoerend, beleidsmatig en wettelijk niveau: * De begeleiding bij activering wordt uitgevoerd door bijvoorbeeld re-integratiebureaus, vrijwilligerscentrales, welzijnsinstellingen en zorginstellingen. Elk van deze typen instellingen wordt anders gefinancierd en heeft andere afspraken over de manier van werken. * De beleidsmatige verantwoordelijkheid ligt bij afdelingen welzijn, sociale zaken en inburgering van de gemeente en voor wat betreft de AWBZ bij de provincie. Elk van deze afdelingen heeft eigen beleidsdoelstellingen en prioriteiten. * De financiering en wettelijke kaders zijn geregeld in de Wmo, het participatiebudget, de AWBZ, de Wet werk en inkomen en de Wet Publieke Gezondheid. Elk van deze wettelijke kaders kent eigen criteria, contra-indicaties en voorwaarden.
Consequentie voor burgers: complexiteit Hierboven staat in a nutshell de complexiteit beschreven waar burgers en activeerders mee geconfronteerd worden. In alle gemeenten is een uitgebreid aanbod aan activiteiten om mensen te ondersteunen en stimuleren. De toegankelijkheid van die ondersteuning is echter beperkt. Allerlei toegangscriteria versperren de weg. Dit komt enerzijds doordat de informatie niet op één plek beschikbaar is, maar verspreid over verschillende uitvoerders en beleidsdomeinen. Met name de scheiding tussen de welzijnskant en de inkomens/uitkeringskant is een groot en gekend probleem. Elk domein heeft een eigen logica. Anderzijds is het vaak door regelgeving of financieringsafspraken niet mogelijk om vanuit het ene domein aanbod in het andere domein in te zetten. Iemand die in begeleiding is bij de sociale dienst kan meestal alleen gebruik maken van de door de sociale dienst ingekochte trajecten. Als hij op het vlak van zelfstandig functioneren ondersteuning nodig heeft moet dat elders gezocht worden. En iemand zonder uitkering kan juist weer geen gebruik maken van het aanbod van de sociale dienst. Jammer, want maatwerk is noodzakelijk, maar moeilijk te leveren.
Het participatiewiel: overzicht in de complexiteit waarbij de burger centraal staat Om samenhang tussen dit aanbod inzichtelijk te maken heeft MOVISIE het participatiewiel ontwikkeld. Zo kunnen gemeenten hun burgers een compleet en samenhangend aanbod van participatiebevorderende maatregelen bieden. Hierbij staat het individu in het midden van het wiel en vormt dus de spil waar het wiel om draait.
De opbouw van het wiel: doelen, activiteiten en wetten De kern van het participatiewiel is de burger. Om deze burger heen zijn de zes doelen waar activering of participatiebevordering op gericht is in een cirkel gerangschikt. Het participatiewiel is gebaseerd op de gedachte dat alle doelgebieden voor iedere burger belangrijk zijn en dat kwetsbare mensen steun nodig hebben bij het realiseren van één of meerdere van die doelen. Deze steun kan tijdelijk of permanent zijn. De ondersteuning kan bestaan uit een combinatie van coaching of begeleiding, het doen van (meedoen aan) activiteiten en vaardighedentrainingen. De ondersteuning kan gericht zijn op individuen, maar ook op organisaties of op de gehele samenleving (bijvoorbeeld kwartiermaken). Deze activiteiten staan in de tweede cirkel van het wiel. In de buitenste cirkel van het wiel staan de verschillende wettelijke kaders waarmee activiteiten, ondersteuning en trainingen gefinancierd worden. Een indeling in doelen sluit het meest aan bij het proces van de burger, meer dan wettelijke kaders, uitkeringen, type beperkingen, uiteindelijke kansen op betaald werk of aanbieders van
Participatiewiel: een andere manier van kijken – Aanwijzingen voor gebruik door gemeenten
3
trajecten. Het maakt zichtbaar welk aanbod, ontwikkeld voor een bepaalde doelgroep of binnen een bepaald wettelijk kader, in te zetten is voor andere doelgroepen of te financieren is vanuit andere wettelijke regelingen.
Participatiewiel: samenhang in beeld Participatiewiel: samenhang in beeld WWB Schuldhulpverlening
Wajong / WIA / WW / WIJ
AWBZ en zorgverzekeringswet
Betaald werk
Ondersteunende hulpverlening
Wsw
Eigen inkomen
Wet Participatiebudget
Scholingen stageachtige activiteiten
Opdoen van vaardigheden
Maatschappelijk bijdragen
Zelfstandig functioneren
Sociale contacten
Ondersteunend contact
Wpg
Maatschappelijk deelnemen Wmo
Vrijwillige inzet
Sociaalrecreatieve activiteiten
Het wiel als metafoor Een wiel is een krachtige metafoor. Het wiel als beeld visualiseert de uitgangspunten van een integrale aanpak. In het hindoeïsme bijvoorbeeld wordt het wagenwiel als beeld voor het hele leven gebruikt. Iedere levensfase krijgt een plek. Een wiel kan draaien, komt in beweging en kent geen boven- en onderkant. Een wiel suggereert compleetheid en laat de volle omvang van het bestaan zien. Een wiel kent geen hiërarchie in doelen. De doelgebieden zijn evenredig belangrijk. Een wiel kent wel een middelpunt, en daar staat de cliënt. De doelen, activiteiten en wetten staan om het wiel heen gegroepeerd. Dit geeft weer dat deze hun bestaansrecht uitsluitend ontlenen aan het feit dat ze voor het individu ondersteunen in het optimaal maatschappelijk deelnemen.
Participatiewiel: een andere manier van kijken – Aanwijzingen voor gebruik door gemeenten
4
De elementen van het participatiewiel Bij zorg of hulpverlening gericht op zelfstandig functioneren gaat het om de ondersteuning en motivering bij de basiszorg voor de persoon zelf. Het gaat hierbij om persoonlijke verzorging, huishoudelijke taken, financiĂŤle en administratieve taken en de organisatie van het wonen. Het activerende aanbod op dit vlak is deels gericht op het regelen van adequate ondersteuning en zorg en deels op het motiveren en ondersteunen van mensen om zelf weer dingen terug in handen te nemen en zo weer meer greep op het eigen leven te krijgen. Zowel vanuit de AWBZ, de Zorgverzekeringswet als ook gedeeltelijk vanuit de Wmo (individuele voorzieningen) wordt ondersteuning geboden bij het realiseren van deze activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan de boodschappenbus, die mensen helpt zelfstandig boodschappen te doen en zo hun eigen huishouden te voeren. Ook schuldhulpverlening die geregeld is vanuit de Wwb kan ondersteuning bieden bij dit doel. Bij activering gericht op sociale contacten gaat het om het in contact brengen van kwetsbare mensen met andere mensen of hen te helpen bestaande contacten te intensiveren. Dit kan bijvoorbeeld door vriendschappelijk huisbezoek, telefooncirkels, maar ook via de open inloopfunctie van buurtcentra, bibliotheken en kerken. Collectieve voorzieningen in het kader van de Wmo ondersteunen veelal bij het realiseren van deze activiteiten. Daarnaast wordt ondersteuning geboden vanuit het participatiebudget, de Wet Publieke Gezondheid en in beperkte mate vanuit de Zorgverzekeringswet en AWBZ. Bij activering gericht op maatschappelijke participatie gaat het om de deelname aan activiteiten buiten het eigen huis en buiten de eigen sociale kring. Dit zijn voornamelijk sociaalrecreatieve activiteiten, bijvoorbeeld activiteiten met een recreatief, creatief, educatief of sportief karakter of activiteiten die liggen in het verlengde van de zorg voor eigen persoon en huishouden zoals begeleid winkelen. Vanuit de Wmo worden de meeste van deze activiteiten gefinancierd. Ook vanuit het participatiebudget bestaat de mogelijkheid zaken te financieren die bijdragen aan dit doel. Bij activering gericht op maatschappelijk bijdragen gaat het om activiteiten waarbij de betrokkene een actieve bijdrage levert aan de maatschappij en/of zich daarop toerust. Hieronder vallen scholing, vrijwilligerswerk en arbeidsmatige dagbesteding. Focus van de ondersteuning ligt bij het vinden van activiteiten die qua belasting, ondersteuning op de werkvloer en interesse passen bij de betrokkene. Deze activiteiten kunnen vanuit de Wmo en het participatiebudget worden gefinancierd. Bij het doel van opdoen van vaardigheden draait het om het gericht vergroten van de competenties door stages, cursussen en opleidingen. Deze kunnen gericht zijn op werk, vrijwilligerswerk of maatschappelijke competenties. Het participatiebudget, maar ook wetten als WAJONG, WIA, WW, WSW en WIJ zijn de financieringsbronnen voor dit doel. Bij eigen inkomen worden mensen toegeleid naar reguliere banen in reguliere organisaties ofwel naar gesubsidieerde banen. Het kan gaan om participatiebanen, aangepast of gesubsidieerd werk. Focus van de ondersteuning ligt bij het vinden van een passende baan, jobhunting en het uitbreiden van de werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt, ondersteuning door jobcoaching en financiĂŤle prikkels voor werkgevers om kwetsbare mensen in dienst te nemen. Het participatiebudget, maar ook wetten als WAJONG, WIA, WW, WSW en WIJ zijn de financieringsbronnen voor dit doel.
Participatiewiel: een andere manier van kijken – Aanwijzingen voor gebruik door gemeenten
5
Participatiewiel en participatieladders Veel gemeenten en met name de afdelingen sociale zaken, ordenen hun activerings- en arbeidstoeleidingsaanbod met behulp van zogenaamde participatieladders. De analyse van verschillende van deze ladders door de RWI was een belangrijk startpunt voor de ontwikkeling van het wiel. Vooral voor cliënten en cliëntenorganisaties heeft een ladder een negatieve normatieve lading: een ladder suggereert dat de hoogste treden meer waardevol zijn dan de lagere. Een ladder zou suggereren dat men zich maar op één trede tegelijk kan bevinden en maakt daarmee het denken in combinaties van aanbod op verschillende treden onmogelijk. Een wiel heeft deze negatieve lading niet en ondersteunt de visie dat elke burger op zijn eigen manier maatschappelijk kan participeren en zich daarin kan ontwikkelen. Het participatiewiel deelt geen mensen in, maar wordt daarentegen gebruikt om aanbod te ordenen op basis van het doel waar het op gericht is. De recent door Regioplan en VNG ontwikkelde participatieladder heeft tot doel het resultaat van de inzet van participatiebevorderende maatregelen op individueel niveau te meten. Op cliëntniveau geeft de ladder inzicht in de vorderingen die iemand maakt. Op geaggregeerd niveau wordt zichtbaar welk effect verschillende beleidsmaatregelen en activiteiten die ingezet worden bij cliënten hebben. De uitgangspunten en doelen van het wiel en de ladder zijn niet wezenlijk verschillend. Het wiel kan op beleids- en organisatieniveau samenhang in beeld brengen ten behoeve van maatwerk voor de cliënt. Het effect van dit maatwerk kan vervolgens op de participatieladder gemeten worden. MOVISIE en de VNG werken samen om de instrumenten in de praktijk optimaal in te zetten.
Het wiel in uw gemeente Het participatiewiel is nu ongeveer een jaar in gebruik. MOVISIE merkt dat het wiel op verschillende manieren gebruikt wordt, namelijk voor: * het ontwikkelen van visie en beleid; * het ordenen van aanbod en organiseren van samenwerking; * het bieden van maatwerk aan cliënten. Hieronder treft u een aantal mogelijkheden voor het gebruik van het participatiewiel aan, geïllustreerd aan de hand van praktijkvoorbeelden uit het land.
Duidelijke koers en visie Zoals eerder aangegeven omvat participatie een breed terrein aan beleidsafdelingen die zich allemaal op hun eigen wijze bezighouden met dit thema. In veel gemeenten heerst het adagium ‘Iedereen doet mee’ (zie ook Divosamonitor 2009 Meer dan ooit, p. 31). Lang niet altijd is deze kreet concreet ingevuld. Wanneer, zoals nu, het economische tij keert en de werkloosheid stijgt, bestaat de neiging in te zetten op snelle uitstroom uit de uitkering en verschuift investering in de meest kwetsbare doelgroepen naar de achtergrond. Divosa constateert in haar monitor dat de koers die gemeenten varen niet altijd even stabiel is. Zij pleit ervoor dat gemeenten een participatieambitie formuleren die past bij de middelen die de gemeente beschikbaar heeft, zodat afgewogen keuzes gemaakt kunnen worden (Divosa, 2009:32). Het participatiewiel kan gemeenten helpen deze koers te bepalen en een gemeentebrede visie op participatie te ontwikkelen. Iedere beleidsafdeling kijkt op zijn eigen manier naar participatie en het wiel helpt om deze diversiteit aan invalshoeken bespreekbaar te maken en overzichtelijk in kaart te brengen. Hierbij staat de burger centraal, als spil in het participatiewiel. Het wiel maakt in één oogopslag helder welke participatiewetten elkaar raken en overlappen. De Wmo en het participatiebudget raken elkaar zelfs op vijf van de zes doelen in het wiel. Dit maakt duidelijk dat samenwerking tussen gemeentelijke afdelingen veel oplevert, bijvoorbeeld het voorkomen van dubbel aanbod en
Participatiewiel: een andere manier van kijken – Aanwijzingen voor gebruik door gemeenten
6
hiaten in het aanbod. Het wiel is een eyeopener voor de noodzaak van samenwerking. Daarnaast kan wellicht dubbele financiering van activiteiten voorkomen worden en levert het inzicht uiteindelijk besparingen op. Visievorming en afstemming vinden plaats in een contact tussen de verschillende beleidsmedewerkers van de diverse afdelingen. Startvraag is wat de stad kwetsbare burgers wil bieden en of het aanbod dat er nu ligt daarvoor voldoende is. Ook kan worden besproken op welke manier verbindingen gelegd kunnen worden tussen het beleid en de uitvoering van de verschillende afdelingen. Het participatiewiel maakt de breedte van het begrip participatie duidelijk en maakt duidelijk op welke manier de verschillende beleidsafdelingen daaraan een bijdrage leveren. Het overzicht dat ontstaat door het inventariseren en afstemmen van verschillende beleidsafdelingen, kan resulteren in inzicht in het aanbod binnen de gemeente. Bij het inkopen van trajecten en het subsidiëren van instellingen kan een gemeente hierdoor heel gericht sturen op compleetheid van het aanbod door te focussen op hiaten in het aanbod en dubbelingen te voorkomen. Ook kan de gemeente sturen op samenhang, bijvoorbeeld door expliciet in inkoop- of subsidievoorwaarden richting uitvoerende organisaties te benoemen dat samenwerking vereist is.
Het wiel in Hengelo De gemeente Hengelo heeft het participatiewiel ontdekt tijdens de introductie van het project Duizend en één Kracht. Dit project, dat zich richt op de activering van allochtone vrouwen naar vrijwilligerswerk, vormde voor de gemeente de aanleiding om in kaart te brengen wat er voor deze doelgroep al aan aanbod bestond. Op die manier werd voorkomen dat er een nieuw project gestart zou worden, zonder aan te sluiten bij dat wat er in de stad al was. De verschillende activiteiten die de gemeente uitvoert of subsidieert op het brede terrein van participatie werden geïnventariseerd en geordend aan de hand van de spaken in het participatiewiel. Hierbij is breder gekeken dan alleen aanbod voor de doelgroep allochtone vrouwen. De uitkomst van de inventarisatie is besproken in een gemeentebrede bijeenkomst waarbij alle betrokken beleidsafdelingen vertegenwoordigd waren. Dit leverde interessante inzichten op. Overlap in activiteiten werd zichtbaar en men kreeg inzicht in de activiteiten van andere beleidsafdelingen. Mogelijkheden voor afstemming kwamen dichterbij, waardoor nieuwe gesprekken op gang zijn gekomen. Momenteel wordt aan dit traject een vervolg gegeven door het ontwikkelen van een integrale visie op participatie voor alle Hengelose burgers. Het doel hiervan is te komen tot een compleet en samenhangend activeringsaanbod in de stad. Het wiel heeft in Hengelo gediend als ordeningsinstrument voor de veelheid aan activiteiten die de gemeente kent. Daarnaast dient het als vliegwiel om de gemeentebrede visie op participatie vorm te geven en het gesprek hierover op gang te brengen. “Het wiel hangt bij menig Hengelose ambtenaar boven het bureau en dat biedt leuke gesprekken”, aldus de beleidsmedewerker die het wiel introduceerde.
Participatiewiel: een andere manier van kijken – Aanwijzingen voor gebruik door gemeenten
7
Met maatschappelijke organisaties in gesprek Gemeenten voeren niet alleen regie, maar geven participatiebevordering vorm in nauw samenspel met de maatschappelijke organisaties in hun gemeente. Het wiel maakt inzichtelijk waar uitvoerende organisaties zich met hun activiteiten positioneren. Een gemeente kan aan de organisaties in haar werkgebied vragen duidelijk te maken welke producten of diensten de organisatie kan leveren op welke doelgebieden van het wiel. Ook kunnen de producten en diensten over de breedte van het wiel beschreven worden voor een specifieke doelgroep. Beide mogelijkheden maken het voor de gemeente inzichtelijk welke zaken zij bij de betreffende organisatie kan inkopen. Een inventarisatie en positionering van het aanbod binnen een gemeente kan ook op collectieve wijze vorm krijgen. Een voorbeeld hiervan is een werkconferentie met alle organisaties in de gemeente die zich met participatiebevordering bezig houden. Dit zorgt voor onderlinge kennismaking met elkaar en elkaars aanbod en visie en legt meteen een goede basis voor samenwerking. Incidentele of structurele vormen van afstemming kunnen er voor zorgen dat organisaties elkaar beter weten te vinden en afstemming tot stand komt.
Veldhoven vliegert! Veldhoven heeft het participatiewiel gebruikt om te komen tot een beleidsvisie op meedoen. Samen met maatschappelijke organisaties is een conferentie “Veldhoven Vliegert“ uitgevoerd. Met het traject en de conferentie streeft de gemeente ernaar initiatieven en instrumenten te ontwikkelen en zodanig de regie te voeren dat alle inwoners van Veldhoven volwaardig meedoen aan de Wmo. Het overkoepelende doel is een middellange-termijn visie op het versterken van de civil society. Op de conferentie Veldhoven vliegert, werden gezamenlijk met maatschappelijke organisaties en vertegenwoordigers van burgers dromen geformuleerd en ambities vormgegeven. Het vervolg is nu dat deze visie is uitgewerkt in concrete plannen die met medewerking en instemming van alle betrokken partijen worden uitgevoerd. In die zin is dit niet alleen een manier om tot visie en beleid te komen, maar geeft het ook vorm aan de wens van de gemeente Veldhoven om de uitgangspunten van de Wmo serieus te nemen.
De vraag in kaart Veel gemeenten zijn op zoek naar de burger en haar wensen. Niet altijd is duidelijk wat de burger nodig heeft en welk type aanbod het beste past bij de vraag. Door de burger te bevragen op de verschillende doelen die in het wiel gesteld zijn en te achterhalen wat de burger nodig heeft om die doelen te behalen, kan inzicht verkregen worden in de ondersteuningsbehoeften. In samenwerking met de organisaties die deze ondersteuning uitvoeren kan de gemeente op deze manier vraag en aanbod beter op elkaar laten aansluiten en komt een compleet en samenhangend activeringsaanbod dichterbij.
MOVISIE kan gemeenten ondersteunen bij het vormgeven van het beleid en de uitvoering op het brede terrein van participatie en activering. Wilt u meer weten, kijk dan op www.movisie.nl/activering of bel met Marjet van Houten (senior adviseur MOVISIE) op 030 789 20 74 om door te praten over de mogelijkheden van het wiel in uw gemeente.
Participatiewiel: een andere manier van kijken – Aanwijzingen voor gebruik door gemeenten
8
MOVISIE werkt aan een krachtige samenleving MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling. We bieden toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid. In ons werk staan vijf actuele thema’s centraal: huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet. We investeren in de kracht en de onderlinge verbinding van burgers. We doen dit door maatschappelijke organisaties, overheden, maatschappelijk betrokken bedrijven en burgerinitiatieven te ondersteunen, te adviseren én met hen samen te werken. Lokaal of landelijk, toegesneden op het vraagstuk en de organisatie. Zo kunnen deze organisaties en hun professionals hun werk voor de samenleving zo goed mogelijk te doen.
MOVISIE * Postbus 19129 * 3501 DC Utrecht * T 030 789 20 00 * F 030 789 21 11 www.movisie.nl * info@movisie.nl