Programma duurzaam gemeente rotterdam

Page 1

Investeren in duurzame groei Programma Duurzaam

Gemeente Rotterdam Programma Duurzaam

omslag Programma Duurzaam versie2.indd 1

Investeren in duurzame groei Programma Duurzaam

email: info@rotterdam.nl internet: www.rotterdam.nl

04-05-11 13:40


Investeren in duurzame groei Programma Duurzaam

Programma Duurzaam | pag 3


Programma Duurzaam | pag 4


Leeswijzer Voor u ligt het programma Duurzaam van het college van B&W van Rotterdam. De structuur van dit document is als volgt. Allereerst vindt u het voorwoord. In het inleidende hoofdstuk 1 beschrijven we de achtergrond van dit programma en de manier waarop het tot stand gekomen is. Hoofdstuk 2 gaat in op de noodzaak van een duurzame ontwikkeling voor onze stad. Hoofdstuk 3 behandelt onze ambities op het gebied van duurzaamheid. In hoofdstuk 4 staat beschreven wat we voorstellen te gaan doen met de verschillende partners in de stad en ook wat de eigen inzet van de gemeente is. In hoofdstuk 5 komen de randvoorwaarden voor de uitvoering van het programma aan bod, zoals de wijze van monitoring, de communicatie, de samenwerking met andere overheden en de financiĂŤle paragraaf. In kaders door het document heen vindt u beschrijvingen van organisaties die op hun eigen, unieke, manier werk maken van duurzaamheid en van inspirerende projecten die al in uitvoering zijn of nog op stapel staan, de icoonprojecten. Tot slot zijn enkele bijlagen opgenomen waarnaar we op diverse plaatsen in dit programma verwijzen.

Programma Duurzaam | pag 5


Programma Duurzaam | pag 6


Inhoudsopgave Voorwoord

9

1. De achtergrond van dit programma Duurzaam

11

2. Waarom duurzaamheid steeds belangrijker wordt

15

2.1 Internationale ontwikkelingen.................................................................................................................15 2.2 De Rotterdamse situatie vrĂĄĂĄgt om duurzaamheid................................................................................17

3. Ambitieus werken aan een schone, groene en gezonde stad

23

3.1 De Rotterdamse ambitie........................................................................................................................23 3.2 Concreet werk maken van de Rotterdamse opgaven............................................................................25

4.

Samen werken aan een duurzame wereldhavenstad

47

4.1 Inwoners van Rotterdam........................................................................................................................47 4.2 Haven, industrie en grote bedrijven.......................................................................................................51 4.3 Ondernemers, verenigingen en instellingen...........................................................................................54 4.4 Corporaties, beleggers en ontwikkelaars...............................................................................................57 4.5 Automobilisten, transporteurs, (openbaar)vervoerbedrijven en logistieke dienstverleners....................58 4.6 Scholen, beroepsopleidingen en kennisinstellingen..............................................................................62 4.7 Gemeentelijke organisatie en deelgemeenten.......................................................................................65

5. Over de grens samenwerken en praktische aspecten van de uitvoering

73

5.1 Over de gemeentegrenzen heen ..........................................................................................................73 5.2 Communiceren met en over de duurzaamste wereldhavenstad in zijn soort......................................... 74 5.3 Organisatie en financiĂŤn........................................................................................................................75 5.4 Meten en evalueren van de voortgang...................................................................................................78 Bijlage 1. Overzicht van activiteiten en resultaten.........................................................................................81 Bijlage 2. Visie Rotterdam 2042: Verbonden HavenStad..............................................................................87

Programma Duurzaam | pag 7


Programma Duurzaam | pag 8


Voorwoord Over dertig jaar zijn de kinderen van nu groot en volwassen. In welke wereld leven zij dan en hoe ziet onze stad Rotterdam er dan uit? In 2042 is Rotterdam een bruisende metropool, waarin haven en stad met elkaar zijn vervlochten. Schone productie en gezond wonen zijn weer elkaars naaste buur. De restwarmte van bedrijven maakt het klimaat in de stad behaaglijk; kennis en vakmanschap zorgen voor een welvarende economie. Stad en haven voeden elkaar vanuit een Achmed Aboutaleb

symbiotische relatie en laten elkaar groeien. Wat we nu nog “stad aan de rivier” noemen, is dan een samenstel van stromen en kringlopen van water, energie, grondstoffen, goederen en afval. Een netwerk van informatie en kennis, van synergie en daadkracht. Rotterdam geldt dan als het schoolvoorbeeld van ‘het goede leven’: in balans met de omgeving, sociaal ingesteld, met respect voor diversiteit, in goede gezondheid en zich permanent ontplooiend. Ten opzichte van nu is er een verdubbeling van het aantal

Alexandra van Huffelen

inwoners van de binnenstad en een minimalisering van de milieudruk. In 2042 is Rotterdam een stad met een hoge kwaliteit van bewust leven, wonen, werken en verplaatsen. In dit programma Duurzaam kijken we 30 jaar vooruit, één generatie verder. Dat sluit aan bij wat veel Rotterdammers als de belangrijkste drijfveer in hun leven zien: een betere toekomst voor hun kinderen en kleinkinderen, of voor de komende generaties. De wereld niet vermorsen, maar in goed beheer overdragen aan de mensen die na ons komen, dat is onze opgave. Die opgave bereiken we alleen door met z’n allen de schouders eronder te zetten, want we hebben met elkaar een toekomst te winnen. Door samenwerking kunnen we onze scope verbreden en hogere ambities stellen. En dat moet ook, want een echt duurzaam beleid is niet een beetje minder van alles, maar kiezen voor het allerbeste. In Rotterdam gaan we niet voor minder slecht, maar voor echt goed!’

Achmed Aboutaleb, Burgemeester Alexandra van Huffelen, Wethouder duurzaamheid, binnenstad en buitenruimte

Programma Duurzaam | pag 9


Programma Duurzaam | pag 10

Foto: Erno Wientjes i.o.v. Woonbron


1.

De achtergrond van dit Programma Duurzaam

Stevige ambities voor een duurzame stad Een schone, groene en gezonde stad. Dát is wat het college van B&W van Rotterdam wil realiseren. Een stad die economisch sterk is, waar bedrijven zich graag vestigen, ondernemers de ruimte krijgen en waar aantrekkelijk en hoogwaardig werk te vinden is. Een groene stad waar je met plezier woont en recreëert. Een gezonde stad met een goede luchtkwaliteit en weinig geluidsoverlast. En Foto: Jan van der Ploeg

een stad waar je tot goede leerprestaties komt en je je talent optimaal kunt ontwikkelen. Een stad met een hoge kwaliteit van leven. Dat is waaraan we in de periode tot en met 2014 hard werken. Duurzame ontwikkeling is daarin een cruciale factor. In de hele stad. We streven naar een goede balans tussen sociale (people), ecologische (planet) en economische (prosperity) belangen bij het nemen van beslissingen

generaties willen we dat onze stad een plek is waar het

en het uitvoeren van activiteiten – nu en in de toekomst.

prettig, veilig en gezond is om te wonen én waar de Rot-

Duurzame ontwikkeling betekent voor ons dat we willen

terdamse economie, met name de haven, kan floreren.

voorzien in huidige behoeften zonder dat dit ten koste

Dat is onze vertaling van een stad met een hoge kwaliteit

gaat van de mogelijkheden van toekomstige genera-

van leven.

ties van Rotterdammers. Rotterdam kiest daarom in dit waarmee we óók winst boeken op sociaal en econo-

Duurzaamheid is in Rotterdam een gezamenlijke uitdaging

misch terrein. Op korte én op lange termijn. We slaan

Duurzaamheid vinden we als college van het allergroot-

daarmee drie vliegen in één klap: ons milieu wordt er in

ste belang voor de ontwikkeling van onze stad. Daarin

tal van opzichten beter van, de economie vaart er wel

staan we niet alleen. Sterker: tal van partijen vinden

bij en Rotterdammers voelen zich prettiger en wonen,

dat al lang en dragen daaraan hard bij. Van individuele

werken, studeren en recreëren in een gezondere, meer

bewoners tot verenigingen en instellingen. Van scholen

kindvriendelijke omgeving. We geven dus volop ruimte

en woningcorporaties tot mkb-ondernemers en multina-

aan duurzaamheid, in al z’n hoedanigheden: we verlagen

tionals. Van vervoersbedrijven en medeoverheden tot

de uitstoot van CO2, dringen het energieverbruik terug,

aan automobilisten en kennisinstellingen. Een ‘bloem-

bevorderen schone energie en grondstoffen, stimuleren

lezing’ van deze initiatieven, initiatiefnemers en andere

de vermindering en het hergebruik van afval, dringen

betrokkenen is in kaders in dit programma opgenomen.

geluidhinder terug en verbeteren de luchtkwaliteit. En we

Ze maken duidelijk dat we duurzaamheid in Rotterdam

werken letterlijk aan meer groen en een grotere biodiver-

nu al zien én voelen als een gezamenlijke uitdaging en

siteit in de stad. Daarnaast gaan we onverkort door met

verantwoordelijkheid. Dat werkt ook door in de rol die we

het vergroten van de klimaatbestendigheid van de stad

als gemeente moeten oppakken. Die rol is er niet één

en de haven. Bescherming tegen overstromingen nu én

van ‘in alles vooropgaan’. Daarmee zouden we immers

in de toekomst zijn randvoorwaardelijk om Rotterdam een

tal van lopende initiatieven wel eens voor de voeten

duurzame deltastad te laten zijn. Ook voor toekomstige

kunnen lopen. De gemeentelijke rol zal er vooral een

programma voor ecologisch verantwoorde oplossingen

Programma Duurzaam | pag 11


duurzame economische ontwikkeling van de regio, zetten we voort. We bouwen daarbij door op de kennis, ervaring en resultaten van de afgelopen vier jaar. Maar in de jaren die voor ons liggen vragen we een nog prominentere rol van de samenwerkingspartijen in de stad. Vanuit onze rol zijn we als college voor het opstellen van dit programma op diverse momenten het gesprek

Foto: Hannah Anthonysz

aangegaan met de vele partijen in de stad. Met als centrale vragen: wat willen we met elkaar op het terrein van duurzaamheid bereiken en hoe kunnen we dat het beste doen? Daarvoor zijn er verschillende “Drijvende Krachten”-bijeenkomsten gehouden in het Drijvend Paviljoen in de Rijnhaven, hét icoon voor drijvend bouwen in Rotterdam. We zijn ook het gesprek aangegaan met medeoverheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. We constateerden dat we een groen hart van samenwerkingspartner zijn. Waar nodig zullen we

voor de stad met elkaar gemeen hebben. Een betere

partners faciliteren, voorwaarden scheppen en blokka-

basis kunnen we ons niet voorstellen!

des wegnemen, waar wenselijk de richting aangeven die onze publieke taak zullen we zorgen voor voorzieningen,

Meer dan zestig partijen droegen bij aan dit programma

de juiste infrastructuur om duurzaamheid te bevorderen

De uitkomsten van deze “Drijvende Krachten”-bijeenkom-

en handhaving waar dat nodig is. Rotterdam past deze

sten zijn medebepalend geweest voor het formuleren van

rol goed; we hebben dat bewezen in samenwerkingspro-

de ambities die we hebben vastgelegd in ons College-

gramma’s als Project Mainportontwikkeling Rotterdam

werkprogramma 2010-2014 “Werken aan talent en onder-

(PMR), het onlangs gestarte programma voor econo-

nemen”. En ze zijn verwerkt in het consultatiedocument

mische structuurversterking, Clean Tech Delta en het

dat aan dit programma ten grondslag ligt. Op dit consul-

Rotterdam Climate Initiative (RCI). Dit unieke partnership

tatiedocument is door meer dan zestig partijen - waaron-

waarin de gemeente, het Havenbedrijf, het bedrijfsle-

der de gemeenteraad - gereageerd en van aanvullingen,

ven verenigd in Deltalinqs en de DCMR Milieudienst

onderbouwingen, goede voorbeelden en commentaar

Rijnmond samenwerken aan een beter klimaat en een

voorzien. Organisaties als Stedin, de Kamer van Koop-

Foto: Freek van Arkel

ons gezamenlijk belang dient. En waar dat voortvloeit uit

Programma Duurzaam | pag 12


Foto: Roel Dijkstra

Hogeschool Rotterdam en ook woningcorporaties,

Iedereen moet z’n verantwoordelijkheid nemen en aan de slag!

bouwers, ontwikkelaars en vele andere partijen hebben

Nu komt het erop aan dit programma ook écht te laten

aangegeven actief te willen meewerken aan het realise-

werken. Ervoor te zorgen dat het niet bij mooie woorden

ren van de ambities. Daarnaast zijn er diverse nieuwe

en voornemens blijft. En dat verantwoordelijken voor

onderwerpen ingebracht en vroegen veel partijen om

onderdelen uit het programma hun verantwoordelijk-

nadere uitleg van de keuzes. Veel van de vragen betrof-

heid ook daadwerkelijk nemen. Het college zal zich

fen de langetermijninzet op luchtkwaliteit en de sociale

daarmee actief bezighouden. Over de uitvoering van de

winst die er te behalen is door te werken aan duurzame

onderdelen van het programma gaan en blijven we in

oplossingen. Daarnaast benadrukten meerdere personen

gesprek met de partners in de stad. En andersom mogen

en organisaties het belang van biodiversiteit, een goed

samenwerkingspartners ook het college aanspreken op

binnenklimaat, het betrekken van scholieren en studen-

haar verantwoordelijkheid. Door elkaar scherp te houden

ten bij duurzaamheid en de behoefte aan zichtbaarheid

wordt het écht een breed gedragen én breed uitgevoerd

van initiatieven op het gebied van duurzaamheid in Rot-

programma. Voelt iedereen zich betrokken, geïnspireerd

terdam. Het BurgerPanelRotterdam en het Rotterdams

en uitgedaagd. Ontstaat, méér dan een programma, een

Milieucentrum in het bijzonder vroegen aandacht voor het

gemeenschappelijke beweging. En boeken we meer re-

betrekken van de inwoners van de stad bij de uitvoering

sultaten dan we als gemeentelijke overheid of individuele

van het programma. Al die reacties hebben een plek

partij alléén ooit zouden kunnen behalen!

handel, R’damse Nieuwe, RET, Erasmus Universiteit,

gekregen in dit uiteindelijke programma. Samen vormen ze dit programma Duurzaam. Daarmee is dit programma meer dan ‘een stuk’ van het college. Dit programma is van álle Rotterdammers.

Programma Duurzaam | pag 13


Programma Duurzaam | pag 14


2.

Waarom duurzaamheid steeds belangrijker wordt

2.1 Internationale ontwikkelingen

teruggedrongen ten opzichte van 1990 2 . De European Climate Foundation 3 heeft inmiddels onderzocht dat dit niveau technisch haalbaar is en tevens: dat dit kan leiden

Veel vraagstukken zijn het gevolg van een gebrek aan duurzame oplossingen

tot een positief effect op de economie. In de Routekaart naar 2050 stelt de Europese Commissie werk te willen maken van de overgang naar een concur-

Veel van de grote vraagstukken waarvoor onze wereld

rerende CO2-arme economie. Om dat proces te versnel-

staat - en die vooral in steden steeds sterker spelen - zijn

len is een belangrijke rol weggelegd voor het Europese

terug te voeren op een gebrek aan duurzame oplossin-

emissiehandelssysteem; door te sturen op de prijs van

gen. Grondstoffen, schoon water, voedsel en makkelijk

koolstof lokt dit systeem investeringen in CO2-arme

winbare fossiele energiebronnen worden in snel tempo

technologieën uit. Voor het vervoerssysteem hamert

schaarser en duurder. Daarop moeten we nu al antici-

de Europese Commissie op de samenhang met andere

peren. Het Internationaal Energieagentschap laat in het

duurzaamheidsdoelstellingen, zoals het verminderen van

energierapport van 20101 zien dat de wereldwijde vraag

de afhankelijkheid van aardolie en een betere luchtkwa-

naar energie nog sterk zal stijgen en dat we daar met

liteit in steden. Dit kan een impuls geven aan de grote

de huidige voorraden fossiele brandstoffen niet (makke-

inspanningen die nodig zijn om elektrische voertuigen

lijk) in kunnen voorzien. Recentelijk nog werd de wereld

te ontwikkelen en te introduceren en om de ontwikkeling

geconfronteerd met de gevaren van kernenergie en de

van alternatieve brandstoffen te versnellen. Voor gebou-

risico’s van oliewinning op moeilijk bereikbare plaatsen

wen is het tussendoel dat alle nieuwe gebouwen vanaf

en in politiek instabiele regio’s. De snelgroeiende wereld-

2021 nagenoeg klimaatneutraal zijn. Daarnaast is vooral

bevolking - en toenemende concentratie ervan in steden

aandacht nodig voor de bestaande bouw. Als we erin sla-

- in samenhang met inefficiënt gebruik van grondstoffen

gen dáár het energieverbruik aanzienlijk te verminderen

en fossiele brandstoffen dwingen dan ook tot ingrijpende

beschermen we niet alleen (woon)consumenten tegen de

veranderingen in denken en doen. Vooral ook omdat de-

stijgende prijzen van fossiele brandstoffen, maar dragen

cennia van sterke groei van de uitstoot van CO2 hebben

we ook bij aan een betere volksgezondheid. De indus-

geleid tot nu al merkbare klimaatverandering.

trie moet er rekening mee houden dat na 2035 op grote

Nationale en Europese klimaatambities

Al deze voorbeelden maken duidelijk dat het langeter-

Wereldwijd hebben landen inmiddels afspraken gemaakt

mijnplan van de Europese Commissie in sterke mate de

over het verkleinen van de gevolgen van klimaatveran-

richting bepaalt van veel toekomstige ontwikkelingen.

dering via het terugdringen van de uitstoot van broeikas-

schaal CO2-afvang en -opslag (CCS) wordt ingevoerd.

door in beleid en regelgeving op basis van concrete

Voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering

doelstellingen op de korte termijn (o.a. 20% reductie van

De gemaakte (internationale) afspraken om de CO2-

CO2 in 2020 t.o.v. 1990). De Europese Commissie heeft

uitstoot terug te dringen zijn waarschijnlijk niet genoeg

voor 2050 een langetermijnkader geformuleerd waarin

om de fysieke gevolgen van klimaatverandering helemáál

de CO2-uitstoot in Europa met 80% tot 95% moet worden

te voorkomen. Vooral steden merken dit als het gaat om

gassen. In Europees verband werken deze afspraken

2 Routekaart naar één concurrerende koolstofarme economie in 2050, Europese Commissie, 2011 1 World Energy Outlook 2010, IEA, 2010

3 http://www.roadmap2050.eu/

Programma Duurzaam | pag 15


de leefbaarheid en veiligheid. Ze krijgen bijvoorbeeld te maken met een toenemende kans op overstromingen als gevolg van zeespiegelstijging en extremer weer. Door hierop nu al in te spelen, werken steden aan het behoud van het vertrouwen bij ondernemers om in deze steden te blijven investeren.

EU-milieunormen bepalen steeds meer wat er mag en kan Europese steden hebben ook sterk te maken met de overige milieunormen van de EU. Deze milieunormen, waaraan decennialang is gewerkt, behoren tot de strengste tegen klimaatverandering, maar hebben ook als doel de biodiversiteit in stand te houden en de luchtkwaliteit en gezondheid te verbeteren. Ook dragen ze eraan bij dat we verstandiger omspringen met natuurlijke hulpbronnen.

Foto: R.Keus

van de wereld. Ze zijn niet alleen ingegeven door de strijd

Deze EU-milieunormen bepalen dan ook steeds meer wat er mag en kan. Dat geldt in nog sterkere mate voor

mende concentratie van mensen en economische acti-

Nederland, door de directe koppeling tussen nationale

viteit in steden trekt immers een grote wissel op de leef-

ruimtelijke wetgeving en door Europese milieuwetgeving

baarheid in die steden en de gezondheid van mensen.

bepaalde normen en grenswaarden. Overigens: ook al

Verstedelijking vraagt overheden dan ook veel aandacht

vormen de bescherming van het milieu en het verbete-

te besteden aan het werken aan een schone lucht en

ren van de leefomgeving het belangrijkste doel van deze

energiezuinige huisvesting, een doordachte ruimtelijke in-

normen, ze dragen óók bij aan economische groei omdat

richting, zo min mogelijk geluidsoverlast en een gezonde

ze innovatie en ondernemingsgeest stimuleren.

leefomgeving. Alleen zo houden we het leven in de stad

Steden en stedelijke regio’s spelen een steeds belangrijkere rol

prettig, betaalbaar en gezond.

Habitat 4 zien dat er een grote wisselwerking is tussen

Duurzaamheid biedt economische kansen en grote sociale meerwaarde

de gevolgen van verstedelijking en de effecten van het

Duurzaamheid, in al zijn verschijningsvormen, wint snel

klimaatvraagstuk. Die wisselwerking bedreigt nu al de

terrein. Economisch is het wereldwijd een zeer snel

ecologische, economische en sociale stabiliteit. Vandaag

groeiende sector waarin veel kennisontwikkeling plaats-

de dag leeft meer dan de helft van de wereldbevolking in

vindt. Innovaties zijn er aan de orde van de dag. Steeds

en om steden. In Europa doet die trend zich nog sterker

sterker dringt daarnaast het besef door dat duurzaamheid

voor: naar verwachting zal in 2020 80% van de Europea-

ook sociaal van groot belang is. Denken in termen van

nen in een stedelijk gebied wonen. Een groot deel van de

duurzaamheid en de relatie met gezondheid, armoede-

CO2-uitstoot - wereldwijd tot 70% - is dan ook gerelateerd

bestrijding, welbevinden en leerprestaties betekent dat

aan economische activiteiten in steden. Bovendien liggen

er veel aandacht moet zijn voor het terugdringen van ge-

veel steden aan het water en in laaggelegen deltagebie-

luidsoverlast, voor veel groen in en om de stad, voor een

den, met toenemende risico’s op overstromingen. Ook

schone buitenlucht en een gezond binnenklimaat. Inves-

al richten internationale klimaatafspraken zich vooral op

teren in energiezuinige gebouwen is ook van belang om

landelijke overheden, het zijn dus vooral de steden die

de woonlasten op langere termijn beheersbaar te houden.

de bepalende rol (moeten) spelen bij de aanpak van het

Een betaalbare woning is immers steeds meer: een ener-

energie- en klimaatvraagstuk.

giezuinige woning! Kortom: het ontwikkelen en vermarkten

Tegelijk doet zich een andere tendens voor. De toene-

van duurzame oplossingen biedt aanknopingspunten voor

De Verenigde Naties laten in een rapport van UN-

ondernemerschap, kennisontwikkeling, werkgelegen4 Global Report on Human Settlements 2011 - Cities and Climate Change, UN Habitat, 2011

heid en reïntegratie. En kan zo bijdragen aan een betere sociale cohesie.

Programma Duurzaam | pag 16


2.2 De Rotterdamse situatie vráágt om duurzaamheid

mogelijk te maken. De Stadsvisie 5 stelt niet zonder reden dat een goede milieukwaliteit en gezondheid voor Rotterdam onontbeerlijk zijn. Als stad hebben we gekozen voor een verdere verdichting, door werken en wonen dichter

De specifieke Rotterdamse situatie geeft éxtra aanlei-

bij elkaar te brengen. Het verder blijven werken aan een

ding om duurzaamheid hoog op de agenda te houden.

dergelijke ‘compacte’ stad heeft gunstige effecten, zoals

Als laaggelegen delta- en havenstad is Rotterdam extra

minder mobiliteit. Duidelijk is wel dat we dit hand in hand

kwetsbaar voor wisselende en extreme rivierwaterstan-

moeten laten gaan met het verbeteren van de leefom-

den, meer regenval en een stijgende zeespiegel. Dat

geving. Verdichting kan, met andere woorden, alléén als

maakt anticiperende maatregelen voor stad en haven

ook aan de eisen van meer groen, een schone lucht en

essentieel. Het Rijnmondgebied wordt in het tweede Nati-

minder geluid wordt voldaan, nog afgezien van een zo

onale Deltaplan daarom gezien als sleutelgebied. Rot-

efficiënt mogelijk energieverbruik.

terdam behoort nu tot de veiligste havens ter wereld. Dat termijn maatregelen nodig waarmee we nu al rekening

Tal van partijen verduurzamen vanuit een intrinsieke motivatie

moeten houden bij de ruimtelijke ontwikkelingen.

Werken aan economische groei, intensivering van het

willen we graag zo houden. Daarom zijn op middellange

Duurzaamheid is een grote kans voor de Rotterdamse haven

ruimtegebruik in de haven en verdichting van de stad en tegelijk werken aan een verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving: dat is de gecombineerde doelstel-

Economisch blijft de haven voor Rotterdam enorm

ling waaraan we hard werken. En dat kan een enorme

belangrijk. Veel van deze havenactiviteiten zijn energie-

economische impuls betekenen. Het bewijs daarvoor is

gerelateerd: van de petrochemie en de overslag tot het

in de afgelopen jaren al geleverd door bedrijven als Dura

transport en de productie. Tegelijk wordt de uitstoot van

Vermeer, General Electric en Kema: bedrijven waarvoor

CO2 meer en meer aan banden gelegd. De noodzaak

de duurzaamheidsfocus van Rotterdam een doorslagge-

groeit met de dag om meer economische activiteit samen

vend vestigingsmotief was. En door reeds in Rotterdam

te laten gaan met minder grondstoffen, minder afval,

gevestigde bedrijven als Croon Elektrotechniek, Eneco,

minder geluid en minder uitstoot van schadelijke stoffen.

Greenchoice, OVG en Unilever die duurzaamheid tot

Verduurzaming van de Rotterdamse haven is dan ook

ondernemingsstrategie hebben gemaakt. Daarin staan

om tal van redenen zeer gewenst. Er is veel te winnen

deze bedrijven in een lange traditie. Rotterdammers,

door de schaalvoordelen van het industriële complex te

zowel bewoners als ondernemers, hebben zich altijd

benutten. Bovendien is er tussen bedrijven sprake van

al maatschappelijk zeer betrokken getoond. Daarvan

een sterke onderlinge verwevenheid en afhankelijkheid.

getuigen vele voorbeelden uit bijvoorbeeld de jaren van

Vanuit de historie is er in het havengebied al veel erva-

de wederopbouw. Ook nu zien we dat in tal van sectoren

ring met het samen laten gaan van economische groei

een dergelijke betrokkenheid aan de dag wordt gelegd.

en het terugdringen van luchtverontreiniging. Energie-

Bij veel van deze Rotterdamse partijen is sprake van

besparing, afvang en opslag van CO2 en het bevorderen

een grote intrinsieke motivatie om te verduurzamen. De

van duurzame energie en biomassa als grondstof zetten

gemeente speelt hierbij een belangrijke rol, maar hoeft

juist in de haven, door de schaal van de activiteiten die

daar dus zeker niet overal het voortouw in te nemen. Dat

daar plaatsvinden, veel zoden aan de dijk. Los hiervan is

is typisch Rotterdams te noemen.

berekend dat de verwachte verdubbeling in economische alleen mogelijk is als de haven zich maximaal inspant om

Gezondheid verbeteren door betere luchtkwaliteit, minder geluidhinder en meer groen

te verduurzamen. De manier waarop werkt het Havenbe-

Op sommige kenmerken zijn we allesbehalve trots. Zo

drijf in zijn Havenvisie 2030 verder uit.

kenmerkt onze stad zich door een in verhouding slech-

(haven)activiteiten en intensiever gebruik van de ruimte

Verdichting kan alleen door verduurzaming

tere gezondheidssituatie dan gemiddeld in Nederland. Rotterdammers hebben een aanzienlijke achterstand

Ook voor het stedelijk gebied geldt de noodzaak van

in levensverwachting (1,3 tot 1,6 jaar) ten opzichte van

verduurzaming om nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen

het Nederlandse gemiddelde. Circa 10% tot 12% van 5 Stadsvisie Rotterdam, http://www.rotterdam.nl/stadsvisie

Programma Duurzaam | pag 17


deze achterstand in gezondheid is terug te voeren op

en New Orleans vragen onze stad bijvoorbeeld mee te

de matige luchtkwaliteit. Andere verklaringen zijn een

denken over het ontwikkelen van water- en adaptatieplan-

ongezondere leefstijl en (vooral) verschillen in opleidings-

nen. Deze (inter)nationale profilering van Rotterdam als

niveau en inkomen. Voor deze laatste oorzaken zoeken

daadkrachtige en innovatieve wereldhavenstad heeft een

we oplossingen via andere programma’s, zoals het pro-

sterk aanzuigende werking op (economische) activiteiten

gramma Binnenstad, programma Regionale en Stedelijke

en initiatieven op het gebied van energie, duurzaamheid

Economie, programma Arbeidsmarkt en programma

en watermanagement.

Samen Werken aan een Goede Gezondheid. Vanuit het van de gezondheid van de Rotterdammer door meer

De tien duurzaamheidsopgaven voor Rotterdam

groen te realiseren, via het terugdringen van geluidhinder

Het wereldwijd gegroeide belang van duurzaamheid én

en via het verbeteren van de luchtkwaliteit. Hoewel de

de specifieke Rotterdamse situatie maken duidelijk waar

Rotterdamse luchtkwaliteit in de afgelopen decennia fors

de grote kansen en uitdagingen liggen voor onze stad.

is verbeterd en zich inmiddels nagenoeg overal binnen

Wat dit voor de komende periode betekent, hebben we

de geldende normen bevindt, blijft dit een bron van zorg.

vertaald in tien opgaven. Dit zijn de opgaven waarop wij

Het verband tussen gezondheidsklachten en een minder

ons met het programma Duurzaam in de periode tot en

goede luchtkwaliteit blijkt immers keer op keer. Recent

met 2014 richten:

programma Duurzaam dragen we bij aan het verbeteren

nog toonde onderzoek het zeer schadelijke effect aan van zwarte rook: het fijnste deel van fijnstof. De uitstoot

1. Vooroplopen bij het verminderen van de CO2-uitstoot.

hiervan vindt voornamelijk plaats door wegverkeer (met

2. Verbeteren van de energie-efficiëntie.

name vrachtverkeer), scheepvaart en industrie. Willen

3. Omschakelen naar duurzame energie en biomassa

we de luchtkwaliteit verder verbeteren dan zullen we dat

als grondstof.

vooral moeten doen door ons op deze bronnen te richten.

4. Bevorderen van duurzame mobiliteit en transport.

Wegverkeer en industrie zijn óók de voornaamste bron-

5. Verminderen van geluidsoverlast en bevorderen van

nen voor geluidhinder in de stad. Echt stil zal het nooit

schone lucht.

worden in de stad. Wel kan en moet het aantal mensen

6. Groener maken van de stad.

dat last heeft van geluid fors omlaag om het woonplezier

7. Vergroten van duurzame investeringen en bevorderen

te verbeteren en om gezondheidsschade te voorkomen. Dit willen we vooral doen via maatregelen die óók goed

van duurzame producten en diensten. 8. Vergroten van het draagvlak voor duurzaamheid en

zijn voor de luchtkwaliteit en die tegelijk óók bijdragen

verankering van duurzaamheid in onderwijs en onder-

aan het terugdringen van de uitstoot van CO2.

zoek.

Steeds meer steden maken dezelfde keuze als Rotterdam

9. Voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering. 10. Bevorderen van duurzame gebiedsontwikkeling.

Rotterdam staat natuurlijk niet alleen in zijn vraagstuk-

Als gemeente zélf hebben we uiteraard een voorbeeld-

ken, afwegingen en keuzes. Net als onze stad kiezen

functie en een grote eigen verantwoordelijkheid. Duur-

steeds meer steden ervoor te investeren in duurzame

zaamheid moet in onze ogen voortdurend en steeds

ontwikkeling, met Hamburg, Kopenhagen, Oslo, Stock-

vanzelfsprekender verweven zijn met onze dagelijkse

holm en Vancouver als voorbeelden van steden die voor-

werkzaamheden en processen. En als gemeente moeten

oplopen in het verbeteren van de kwaliteit van leven in

we dit actief uitdragen en in praktijk brengen. Onder meer

de stad via een integrale aanpak. Binnen de C40 Large

door zelf groene stroom en groen gas te gebruiken, het

Cities Climate Leadership Group (ondersteund door het

wagenpark te verduurzamen, een duurzaam stadskan-

Clinton Climate Initiative) maken we als stad Rotterdam

toor te laten bouwen én (in 2015) 100% duurzaam in te

deel uit van een groep grote wereldsteden die samen-

kopen. Daarmee willen we anderen stimuleren hetzelfde

werken aan bestrijding van en aanpassing aan klimaat-

te doen en het draagvlak voor duurzaamheid vergroten.

verandering. Rotterdam geldt hier als voorbeeldstad met zijn grote haven, integrale klimaataanpak en ervaring op het gebied van watermanagement. Buiten Europa zijn diverse deltasteden geïnteresseerd in de kennis en aanpak van Rotterdam. Steden als Ho Chi Minh City, Jakarta

Programma Duurzaam | pag 18


Wethouder Jeannette Baljeu (haven, economie, verkeer en vervoer)

“Het mes snijdt aan twee kanten: met duurzaamheid zijn ook bedrijfseconomische voordelen te halen” “In de afgelopen jaren heb ik gemerkt dat bij bedrijven het

ties af te dekken. Zeker bij de écht nieuwe initiatieven als

bewustzijn is gegroeid dat economische kracht en duurza-

CO2 -opslag ligt er wel een taak voor de diverse overheden

me groei beter met elkaar in balans moeten zijn. Denken in

om bij te dragen aan een goede businesscase.”

termen van duurzaamheid is veel vaker een vast onderdeel “Komende jaren willen we als college ook in de stad zelf

omdat men inziet dat het mes aan meerdere kanten snijdt:

een grote slag maken. Het bewustzijn in de haven, bij de

energie-efficiëntie bijvoorbeeld is niet alleen goed voor het

industrie en bij grote organisaties in de stad hebben we in

milieu, maar ook bedrijfseconomisch zijn er steeds grotere

de afgelopen jaren zien groeien. Nu is het zaak om ook de

voordelen. Dat voordeel is niet altijd alleen op eigen kracht

‘gewone’ Rotterdammers mee te krijgen. Dat is, denk ik,

te halen, door samenwerking binnen een keten lukt dat

vooral ook een kwestie van laten zien wat er kan. Elek-

vaak veel beter. Het gaat erom te werken aan een goed

trisch vervoer is daarvan een goed voorbeeld. Via duur-

verbonden systeem binnen het hele haven-industriële

zame mobiliteit, vooral in het openbaar vervoer, boeken

complex. Het Havenbedrijf zoekt bijvoorbeeld altijd naar

we winst met de luchtkwaliteit, de geluidsoverlast én de

de ontbrekende schakels in de productieketen waardoor

CO2 -uitstoot. En zien is geloven. We zetten daar dan ook

het ene bedrijf gebruik kan maken van wat het andere

stevig op in. Het mooie van dit programma Duurzaam is

bedrijf over heeft. Via een dergelijke benadering ontstaat

ook dat we er als verschillende wethouders heel concreet

veel meer efficiëntie in een hele productieketen. Een goed

mee aan de slag kunnen, ieder op z’n eigen terrein. Waar

voorbeeld daarvan is de uitwisseling van restwarmte. Onze

we gezamenlijk naar zoeken en streven is een goede ba-

rol, samen met het Havenbedrijf, is daarbij vooral om de

lans tussen economische dynamiek enerzijds en een hoge

massa in beweging te krijgen. Dat kan bijvoorbeeld door de

kwaliteit van de leefomgeving anderzijds. Dat kan heel

voorlopers in de schijnwerpers te zetten. Ook voeren we,

goed samengaan. Duurzaamheid biedt bovendien voor

vooral ook binnen RCI-verband, een actieve lobby richting

veel bedrijven ook enorme kansen voor innovatie én kan

Den Haag en Europa om belemmeringen weg te nemen en

een substantiële bijdrage leveren aan de werkgelegenheid.

onder meer het risico van financieringen bij grote innova-

Ook dat is natuurlijk heel welkom in deze tijd.”

Foto: Hannah Anthonysz

van de bedrijfsvoering. Er zijn grote stappen gemaakt, ook

Programma Duurzaam | pag 19


Wethouder Hamit Karakus (wonen, ruimtelijke ordening en vastgoed)

“Als gemeente moeten we het voortouw nemen in het aantonen van de creatieve mogelijkheden” “Het andere knelpunt vormen de koopwoningen. Ook daar

agenda. Bij de ambities die we dat jaar hebben verwoord in

zou het energieverbruik meegenomen moeten worden bij

de Stadsvisie realiseerden we ons al dat dit een belangrijk

het bepalen van de hypotheekhoogte. Maar banken zijn

issue zou worden. Wil je de stad verdichten, dan ontkom je

huiverig. Het vraagt ook creativiteit en flexibiliteit. Dan kan

er namelijk niet aan dat op een duurzame manier te doen.

er veel. Kijk naar de manier waarop we als gemeente onze

Anders stuit je op den duur op onoplosbare problemen.

zwembaden nu hebben aanbesteed. Ook die constructie

We zijn al snel met de diverse marktpartijen om tafel gaan

was nieuw voor marktpartijen, het was nog niet eerder

zitten om daar bindende afspraken over te maken. Dat is

gedaan, maar we doen het nu wél. En het scheelt ons wel

voortvarend opgepakt. Los van de maatschappelijke en

enórm in de energielasten. Een ander voorbeeld is de wijze

emotionele kant heeft duurzaamheid immers ook een za-

waarop we ons stadskantoor nu ontwikkelen tot duur-

kelijke aspect. Afspraken over 50% minder energieverbruik

zaamste van Nederland in zijn soort. Ook daar gaan we

voor nieuw te bouwen kantoorpanden konden we maken

voorop. Als gemeente moeten we het voortouw nemen in

omdat er gewoon een markt voor is. Er is dus geld mee

het aantonen van dit soort creatieve mogelijkheden. Laten

te verdienen. Dat kan óók in de woningmarkt. De kunst is

zien hoe het óók kán! Zo zijn we nu ook in de Rijnhaven

wel het zo te organiseren dat eigenaren en investeerders

aan het onderzoeken of we er een complete drijvende wijk

er ook echt van mee profiteren als ze bij huurwoningen in

kunnen laten bouwen, compleet met straten, plantsoenen

energiebesparende maatregelen investeren. Dat voordeel

en sportvelden. Door een dergelijk project interesseer je

komt nu alleen bij de huurder terecht. Daardoor pakken we

bedrijven, daag je uit tot innovaties. Zo trek je innovatieve

in de bestaande woningvoorraad nu maar 2000 panden

bedrijven aan en werk je aan een economische kansen

per jaar aan, wat makkelijk 8 tot 10.000 woningen kan

voor de stad. We zitten als gemeente ook zeer regelmatig

zijn. Maar daar is wel andere regelgeving voor nodig. We

aan tafel met marktpartijen om samen na te denken over

maken ons daar hard voor, maar het vraagt een nieuw

waar we tegenaan lopen, om oplossingen te bedenken,

systeem waarin energielasten worden meegenomen in de

afspraken te maken. Sommigen zeggen dat dat uniek is

puntenberekening voor huurwoningen. En dat heeft wat

voor Rotterdam. Voor mij is het vooral heel logisch. Ik zou

voeten in de aarde.”

niet anders willen.”

Foto: Hannah Anthonysz

“Duurzaamheid staat al sinds 2007 prominent op onze

Programma Duurzaam | pag 20


Programma Duurzaam | pag 21

Foto: Hannah Anthonysz

Foto: Hannah Anthonysz


Foto: Marc Heeman

Programma Duurzaam | pag 22


3.

Ambitieus werken aan een schone, groene en gezonde stad

3.1 De Rotterdamse ambitie

De langetermijnambitie voor geluid is dat in 2025 30%

Onze ambitie is, kort en krachtig, om van Rotterdam de

minder mensen dan in 2007 last hebben van geluid. Voor

duurzaamste havenstad in zijn soort te maken: schoon,

luchtkwaliteit geldt dat we een bredere aanpak ontwikke-

groen en gezond. Zoals we in het inleidende hoofdstuk

len gericht op structurele verbetering, met name met het

stellen, streven we naar een betere balans tussen sociale

oog op het bereiken van een betere gezondheidsituatie.

(people), ecologische (planet) en economische (prosperi-

Op de korte termijn willen we werken aan het oplossen

ty) belangen. Dat willen we doen via ecologisch verant-

van de knelpunten in de stad. Hierover hebben we inmid-

woorde oplossingen waarmee we óók winst boeken op

dels afspraken gemaakt in het kader van het Nationaal

sociaal én economisch terrein. Zo werken we samen met

Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).

tal van partners aan een stad waar het prettig, veilig en gezond toeven is én waar de Rotterdamse economie kan

Verder hanteren we als uitgangspunt dat elke ruimte-

floreren. Hoe Rotterdam er dan uiteindelijk uit kan zien,

lijke verandering moet leiden tot een verbetering van de

is voor ons uitgewerkt door het Dutch Research Institute

kwaliteit van de leefomgeving. Op die manier dragen we

for Transitions (Drift), instituut van de Erasmus Universi-

niet alleen bij aan het voorkomen van nieuwe knelpunten

teit en Doepel Strijkers Architects. Dat toekomstbeeld is

op het gebied van luchtkwaliteit en geluidsoverlast, maar

opgenomen in het kader op pagina 12.

waarborgen we ook dat de leefomgeving bijdraagt aan een aantrekkelijkere stad en een betere gezondheid van

Bij het realiseren van onze ambitie hebben we helder voor

de Rotterdammers.

ogen welke kansen en uitdagingen er op dit gebied liggen voor Rotterdam. Daar horen ook doelen en ambities bij, waarmee we richting geven aan onze inspanningen.

Duurzaamheid raakt uiteraard ook de klassieke milieutaken (zoals externe veiligheid, waterkwaliteit

Boven alles geldt dat we onverkort vasthouden aan de

en rioolwaterzuivering). Het (huidige) beleid op deze

hoofddoelstelling van het Rotterdam Climate Initiative:

dossiers zetten we voort; vanuit het programma

in 2025 is de CO2-uitstoot ten opzichte van 1990 gehal-

Duurzaam zijn hiervoor geen extra ambities nodig.

veerd en is Rotterdam 100% klimaatbestendig. Voor de korte termijn leveren we met de uitvoering van dit programma een belangrijke bijdrage aan het realise-

Met deze ambities en targets werken we samen met

ren van de volgende collegetargets:

bewoners, bedrijven en instellingen aan de oorzaken en

1. Aan het einde van de collegeperiode is in Rotterdam

de gevolgen van de klimaatverandering. Zo werken we

en de haven voor minimaal €350 miljoen in duur-

voortvarend aan het totale duurzaamheidsdossier.

zaamheid geïnvesteerd. 2. 15.000 Rotterdammers hebben aan het einde van

Tegelijk zien we het als een mooie uitdaging om duur-

de collegeperiode in hun woning een geluidbelasting

zaamheid in deze collegeperiode een ‘normale’, vanzelf-

als gevolg van verkeerslawaai die minimaal 3 decibel

sprekende plaats te geven in de andere collegeprogram-

lager ligt dan in 2010.

ma’s. Slagen we daarin, dan is een programmatische

3. Aan het einde van deze collegeperiode is het areaal groen en water toegenomen in de tien buurten die in

inzet op duurzaamheid in een volgende collegeperiode op deze manier niet meer nodig.

2010 het minst groen waren.

Programma Duurzaam | pag 23


Door zijn unieke aanpak is Rotterdam nu al een inspi-

duurzame steden die hoge prestaties op het gebied van

rerend voorbeeld voor andere steden. Om dit te onder-

duurzaamheid laten zien, werken aan ambitieuze duur-

strepen willen we in 2014 in aanmerking komen voor de

zaamheidsdoelstellingen en als inspiratie voor andere

European Green Capital Award, een Europese titel voor

steden dienen.

Een glimp van de toekomst Hoe ziet de stad Rotterdam eruit als onze duurzaamheidsambities gerealiseerd zijn? Het is maar lastig voor te stellen. Daarom schetsten het Dutch Research Institute for Transitions (Drift), instituut van de Erasmus Universiteit, en Doepel Strijkers Architects op uitnodiging van het college, als een soort geschreven ‘artists impression’, samen een beeld van het Rotterdam van de toekomst. Hieronder vindt u een samenvatting van Rotterdam 2042: Verbonden HavenStad. De volledige tekst is opgenomen in bijlage 2. Rotterdam 2042: Verbonden HavenStad

Het haven-industrieel complex heeft zich tussen 2011

Rotterdam in 2042 is een bruisende metropool, waarin

en 2042 ontwikkeld tot een industriële ecologie. Deze

haven en stad met elkaar vervlochten zijn door stromen:

is erop gericht zo schoon mogelijk te produceren door

zowel fysiek als virtueel. Fysieke stromen als energie,

maximaal hergebruik van grondstoffen en materialen

materialen, goederen, water en mensen en virtuele stro-

en met gebruikmaking van technieken gebaseerd op

men als kennis, informatie en geld. Beide stromen zor-

natuurlijke processen. De haven is volledig gebaseerd

gen voor een continue, dynamische uitwisseling tussen

op allerlei vormen van bio-grondstoffen. De transitie van

haven en stad. De reststromen van de één vormen de

petrochemie naar een duurzame bio-economie (‘bio-

voeding voor de ander: industriële restwarmte voedt de

based economy’), zoals destijds beschreven in de Port

gebouwen in de stad, kennis en werknemers ontwikkelen

Compass, is vrijwel voltooid. Stadshavens Rotterdam

de haven, grondstof- en goederenstromen doorkruisen

is uitgegroeid tot een manifest knooppunt dat haven en

de stad en leveren economische meerwaarde op voordat

stad met elkaar verbindt. In dit oude havengebied konden

ze doorstromen naar het achterland. Water wordt binnen

de nieuwste systemen voor het sluiten van kringlopen als

de stad vastgehouden en gefilterd en vervoert nieuwe

eerste grootschalig aangelegd worden, terwijl gelijktijdig

grondstofstromen weer terug naar de haven.

andere experimenten in samenhang konden worden opgezet. Vrijbuiters en pioniers uit de hele wereld zijn

Rotterdam in 2042 is een echte havenstad, en niet meer

begonnen met de herontwikkeling van de oude havenge-

‘een stad met een haven’. Haven en stad voeden elkaar

bieden en hebben dat stap voor stap uitgebouwd.

vanuit een symbiotische relatie en laten elkaar bloeien.

Het herorganiseren van het gebruik aan hulpbronnen,

In 2011 zijn de transities van zowel stad, de stadshavens

het upcyclen van afval en het sluiten van kringlopen voor

als haven een versnelling ingegaan met het programma

grondstoffen, materialen en energie hebben geleid tot

Duurzaam, de duurzaamheidsstrategie van de stads-

fors minder vervuiling, transport en energiegebruik en tot

havens en de nieuwe havenvisie Port Compass. Deze

een hogere leefbaarheid en omgevingskwaliteit. Een tref-

programma’s versnelden een omslag in denken en

fend voorbeeld hiervan is de verdubbeling van het aantal

werken aan stedelijke, economische en sociale duur-

inwoners van de binnenstad en de tegelijk gerealiseerde

zaamheid. De grootschalige ruimtelijke transformatie

halvering van de milieudruk. Er zijn vrijwel geen schade-

die daardoor werd gerealiseerd, vloeide voort uit een

lijke emissies meer, de stad is 100% klimaatbestendig,

aantal breedgedragen richtinggevende principes: schone

de luchtkwaliteit is goed en de geluidsoverlast is door de

energie en het sluiten van kringlopen van energie, water,

technische ontwikkelingen in het vervoer minimaal. Door

afval en materialen; groene economische groei; hoge

de state-of-the-art duurzame omgeving, met alle voor-

kwaliteit van bewust leven, wonen en verplaatsen. Met de

zieningen op loopafstand, willen veel mensen in de stad

geslaagde transities in haven en stad heeft Rotterdam de

wonen, werken en recreëren. Leven in Rotterdam geldt

80% CO2-reductiedoelen van de EU acht jaar eerder dan

nationaal en internationaal als het schoolvoorbeeld van

afgesproken bereikt, en dat terwijl de opgave hier met de

‘het goede leven’: in balans met de omgeving, sociaal

aanwezige industrie extra groot was.

ingesteld, met respect voor diversiteit, in goede gezondheid en zich ontplooiend.

Programma Duurzaam | pag 24


3.2 Concreet werk maken van de Rotterdamse opgaven Opgave 1. Vooroplopen bij het verminderen van de CO2-uitstoot

Het belangrijkste en overkoepelende doel van RCI is het

Wat willen we bereiken? We willen de uitstoot van CO2 in 2025 met de helft teruggebracht hebben ten opzichte van het niveau 1990. De CO2-uitstoot in 2025 moet dus hooguit 12 Mton worden. Dit is 27 tot 34 Mton lager dan het niveau bij ongewijzigd beleid en zonder klimaataanpak. De door het RCI nagestreefde CO2-reductie in 2015 is 4,2 Mton.

versnellen van de transitie naar een CO2-arme economie om daarmee een concurrentievoordeel te creëren.

Hoe gaan we het doel bereiken? Voor het verminderen van de CO2-uitstoot richten we

De economie in de Rijnmond draagt circa 8,5% bij aan

onze aanpak op drie sectoren: de industrie, de gebouwde

het bruto binnenlands product. In verhouding daarmee

omgeving en de sector verkeer en vervoer.

is de bijdrage in de Nederlandse CO2-uitstoot van circa 16% is de CO2-intensiteit van onze economie hoog. En

Het Rotterdamse cluster van petrochemie en energie is

dit percentage zal in Rotterdam nog verder stijgen als we

belangrijk voor de Rotterdamse en Nederlandse eco-

geen werk maken van de vermindering van CO2-emissie.

nomie. Tegelijkertijd zijn deze activiteiten zeer CO2-

Bij een zelfstandige ontwikkeling zonder dat we op CO2-

intensief en dragen ze voor een relatief groot deel bij

reductie gerichte maatregelen nemen is de verwachting

aan de Nederlandse CO2-uitstoot. Daarmee is dit gebied

dat de CO2-uitstoot in 2025 stijgt naar 39 tot 46 Mton CO2.

ook kwetsbaar wanneer CO2 een hoge prijs krijgt of aan

Daarmee zou de koolstofuitstoot nagenoeg verdubbelen

strikte banden wordt gelegd. Via RCI willen we daarom

in plaats van halveren (het RCI-doel) ten opzichte van de

bijdragen aan de omschakeling naar een werkelijk duur-

24 Mton in 1990. Deze stijging komt grotendeels door de

zaam industrie- en energiecluster. Via een hoge energie-

groeiende bedrijvigheid die samenhangt met de komst van

en productefficiëntie en de aanleg van een infrastructuur

Maasvlakte II én door de ingebruikname van twee nieuwe

voor uitwisseling van restenergie en CO2 wordt het moge-

elektriciteitscentrales op Maasvlakte I.

lijk om op een verantwoorde manier te blijven produceren. Daarmee maken we Rotterdam tevens aantrekkelij-

Momenteel komt 88% van de CO2-uitstoot in Rotterdam

ker als vestigingsplaats én verkleinen we de bijdrage aan

voor rekening van de industrie en energieopwekking in

klimaatverandering. Tegelijkertijd ontwikkelen we écht

het havengebied. 7% van de uitstoot is afkomstig van

duurzame vormen van energieopwekking en industriële

verkeer en vervoer, 5% komt uit de gebouwde omgeving.

activiteiten. Hierin staan het gebruik van biomassa, wind-

Dit laatste percentage is relatief laag, doordat het elektri-

en zonne-energie centraal en vindt onderzoek plaats

citeitsverbruik in de gebouwde omgeving wordt meege-

naar mogelijke vormen van duurzame energie die de

nomen bij de uitstoot van de sector industrie. Dáár vindt

Rotterdamse bodem biedt.

immers de bij elektriciteitsopwekking gepaard gaande uitstoot van CO2 plaats. Uitgangspunt van RCI is dat al deze

De reductiebijdrage die de sector industrie levert, is

drie sectoren streven naar een halvering van de uitstoot.

essentieel om de halveringsdoelstelling te realiseren.

Figuur 1. Monitoring van uitstoot t/m 2009 en een schatting van de toekomstige uitstoot (zonder klimaatbeleid) op basis van de CO2-Verkenning 2010 (DCMR 2010 en ECN 2010)

Programma Duurzaam | pag 25


Die bijdrage moet dan bestaan uit een combinatie van

nagenoeg voldoende voor de beoogde halvering van de

energie-efficiëntie verbeteringen, biomassatoepas-

CO2-uitstoot in 2025 t.o.v. 1990. De overige ruim 1 Mton

singen en CCS. Via afvang en opslag van CO2 kunnen

reductie moet komen uit de sectoren gebouwde omge-

we relatief snel een forse verbetering bereiken. Of het

ving en verkeer en vervoer.

mogelijk is om deze maatregelen in de gewenste omvang te realiseren is echter afhankelijk van vele factoren.

De CO2-uitstoot van de sector gebouwde omgeving was

Zo zijn we afhankelijk van nationale en internationale

1.305 kiloton in 1990. Het doel voor 2025 is een uitstoot

klimaatafspraken, financiële en juridische ondersteuning

van 650 kiloton. Zonder aanvullende maatregelen voor

van de gekozen maatregelen door hogere overheden

2025 komen we uit op 1.160 kiloton. Kortom: deze sector

(Rijk en EU) en ook van de inrichting van het emissiehan-

moet nog 510 kiloton aan reductie bijdragen. Die moet

delssysteem voor CO2 en de daaruit volgende prijs voor

vooral komen van de inzet van corporaties, warmteleve-

CO2-uitstootrechten.

ring en de reductie door midden- en grootverbruikers van energie (kantoren, zorginstellingen, etc.) in de stad. Alles

De haalbare besparing van CO2-uitstoot via CCS is 17,5

bij elkaar kunnen we zo 400 kiloton extra reduceren,

Mton in 2025. Samen met het potentieel voor energie-

bijna voldoende dus om tot een halvering van de CO2-

efficiëntie bij de industrie (4 Mton) en dat voor groene

uitstoot te komen. We onderzoeken voor het resterende

grondstoffen in de chemie en biomassa voor bijstook (4,5

deel aanvullende besparingen door verdere verduurza-

Mton) is er in het haven- en industriecomplex in 2025 dus

ming van het warmtenet en energiebesparing bij bestaan-

een besparing mogelijk van in totaal 26 Mton CO2. Dit is

de gebouwen.

Figuur 2. Effect maatregelen RCI 2015 (DCMR, 2011)

Figuur 3. Effect maatregelen RCI 2025 (DCMR, 2011)

Programma Duurzaam | pag 26


Voor de sector verkeer en vervoer is het behalen van de beoogde halvering helaas niet realistisch. De verwachting is zelfs dat de CO2-uitstoot van deze sector in de

Elf bedrijven werken samen aan Rotterdams CCS-netwerk

periode tot 2025 nog sterk zal toenemen. Voor de sector verkeer en vervoer is het doel 725 kton in 2025 en is de

CO2-afvang en –opslag (CCS) vormt een belangrijke

prognose van de CO2-uitstoot zelfs 2.600 kton zónder kli-

pijler onder de ambitieuze klimaataanpak van het Rot-

maataanpak. Er is dus een reductie van 1.875 kton nodig.

terdam Climate Initiative. In de regio Rijnmond wordt

Het verwachte effect van het stimuleren van biobrand-

hard gewerkt aan de grootschalige opslag van CO2 onder

stoffen en elektrisch vervoer en de komst van steeds

de bodem van de Noordzee. De aanwezigheid van lege

zuiniger motoren is met 600 kiloton niet voldoende om

olie- en gasvelden net uit de kust, én de concentratie van

een halvering binnen deze sector te bereiken. Dit bete-

energie-intensieve industrie maken deze regio bij uitstek

kent dat we met het Rijk en met steun van de inwoners

zeer geschikt voor deze techniek. Diverse bedrijven

en lokale ondernemers op zoek gaan naar extra oplos-

maken dit zichtbaar. Het Rotterdam Afvang en Opslag

singen. Onderdeel hiervan is onderzoek naar toepassing

Demonstratieproject (ROAD) bijvoorbeeld is een van de

van waterstof voor distributie in de stad door middelgrote

grootste demonstratieprojecten ter wereld voor CCS. En

vrachtwagens en voor het vervoer op haventerminals.

OCAP levert al enige jaren CO2 afkomstig van de Shell Raffinaderij aan de glastuinbouw in het Westland. Elf Rotterdamse bedrijven werken aan de ontwikkeling van een gezamenlijk, regionaal CCS-netwerk: op de ‘Rotterdam CO2 Common Carrier Pipeline’ (R3CP) die is verbonden met potentiële offshore-opslaglocaties kunnen grote emitters in de regio worden aangesloten. Het RCI verwacht dat dit netwerk bijdraagt aan een gunstig investeringsklimaat in de haven en aan een geschikte infrastructuur voor overslag, transport en verwerking van CO2. De schaalvoordelen van het gezamenlijke netwerk zorgen voor versnelling van de ontwikkeling van CCS-technieken en lagere kosten voor marktpartijen die hun CO2 willen afvangen en transporteren. Het netwerk bevestigt de koploperpositie van het RCI en zijn partners binnen de ontwikkeling van CCS wereldwijd. Hans Schoenmakers (ROAD): “CCS is voor Rotterdam niet alleen een belangrijke technologie voor het realiseren van de klimaatdoelstellingen, maar is ook van belang voor de duurzame economische ontwikkeling van de Rotterdamse regio.” Kerngegevens Betrokken partijen: RCI, E.ON Benelux, Electrabel Nederland/GDF-SUEZ, Havenbedrijf, OCAP, Gasunie, Stedin, Air Products, Air Liquide, Shell, Vopak, Antony Veder, Maersk, TAQA. Doel: CO2-reductie, economische versterking regio, hergebruik CO2 voor tuinders en gas- en oliewinning.

Programma Duurzaam | pag 27


Opgave 2. Verbeteren van de energieefficiëntie

kton. Het tussendoel voor 2015 is om in de gebouwde omgeving 100 kton CO2-reductie te realiseren.

Een belangrijk Europees en nationaal klimaatdoel is om te komen tot een besparing van 20% van het huidige

Hoe gaan we het doel bereiken?

jaarlijkse verbruik van primaire energie tegen 2020.

De grote concentratie van logistieke en industriële ac-

Het verwezenlijken van dit doel maakt het mogelijk de

tiviteiten in het Rotterdamse havengebied biedt unieke

gevolgen voor de klimaatverandering en de afhankelijk-

kansen om landelijke en lokale ambities met elkaar te

heid van ingevoerde fossiele brandstoffen te verminde-

verbinden via een pragmatische aanpak. We richten ons

ren. Maar er pleit nog meer voor het verbeteren van de

niet alleen op de individuele bedrijven, maar kijken vooral

energieprestaties van producten, gebouwen en diensten.

naar kansen door samenwerking tussen bedrijven. De in

Zo versterkt het de concurrentiekracht van de industrie,

2025 te behalen reductie van 4 Mton CO2-uitstoot is te

levert het een bijdrage aan de ontwikkeling van nieuwe

bereiken langs drie lijnen:

technologieën en stimuleert energiebesparing de werk-

1. Door omvangrijke vervangings- en innovatieinveste-

gelegenheid. Met de gerealiseerde besparingen kunnen we bovendien de investeringen in vernieuwende technologieën terugverdienen en de kosten van energie voor huishoudens en bedrijven omlaag brengen.

ringen bij bedrijven (1,0 Mton CO2-reductiepotentieel). 2. Via co-siting, ketenvorming, ontwikkeling van warmteen stoomnetwerken (2,0 Mton CO2-reductiepotentieel). 3. Door technologische innovaties in de processen van bestaande bedrijven (1,0 Mton CO2-reductiepotentieel).

Wat willen we bereiken? We nemen het besparingsdoel van 20% in 2020 over. Vooral de industrie zal hieraan een grote bijdrage moeten

In de stad liggen de mogelijkheden bij winkels, bedrijven

leveren. Het doel is om de verbetering van de energie-

en instellingen die energiebesparende maatregelen tref-

efficiëntie bij industriële bedrijven in het havengebied

fen en daar bij voorkeur verder in gaan dan het wettelijk

dusdanig te stimuleren dat zij hiermee in 2025 4 Mton

minimum voorschrijft. Daarnaast bij woningcorporaties

CO2-uitstoot kunnen vermijden. Daarvoor is het wel nodig

die investeren in het energiezuiniger maken van hun

dat bedrijven hun energie- en productefficiëntie elk jaar

bezit en daarover afspraken maken met hun huurders.

verbeteren met zo’n 2% per jaar. Het tussendoel voor

En bij bedrijven en consortia van bedrijven, financiers en

2015 is om hiermee 900 kton CO2-reductie te realiseren.

uitvoerders die eigenaren en huurders met overtuiging en resultaatafspraken kunnen ‘ontzorgen’ bij het energie-

Voor de gebouwde omgeving (zie ook de vorige para-

zuiniger maken van huizen. Maar bij ook de gemeente

graaf) is het doel eveneens om de uitstoot van CO2 in

die bij haar eigen gebouwen en bij de openbare verlich-

2025 te halveren t.o.v. 1990. De reductieopgave is 510

ting energiebesparing realiseert. Via het aanleggen van koudenetten en het uitbreiden van het warmtenet zullen we een grote stap kunnen maken. Streven is dat in de periode tot 2015 alle nieuwbouw (woningen en kantoren) op het warmtenet worden aangesloten en daarnaast ook 4.000 bestaande woningen. Op basis van de huidige inzichten kunnen we met de aangegeven maatregelen in de gebouwde omgeving 400 kton besparen. Omdat de reductieopgave 510 kton is, moet er dus nog een aanvullende besparing van 110 kton

Foto: Ben Wind Fotografie

worden behaald in de gebouwde omgeving. De komende

periode onderzoeken we de mogelijkheden om dit ‘gat’ te dichten. We verwachten dat dit haalbaar is met het verder verduurzamen van het warmtenet en via de door het Rijk beoogde schaalvergroting in de energiebesparing bij gebouwen. Hierbij kijken we ook naar de mogelijkheden om het elektriciteitsgebruik terug te dringen. Minder elektriciteitsgebruik vertaalt zich niet direct in een

Programma Duurzaam | pag 28


CO2-reductie binnen de gemeentegrenzen van Rotter-

Hoe gaan we het doel bereiken?

dam, maar is uiteraard net zo essentieel voor de aanpak

We geven invulling aan onze rol als Bioport van Europa

van het energie- en klimaatvraagstuk. Én heeft positieve

door de handel en overslag in biomassa makkelijker te

economische en sociale effecten.

maken, door te bevorderen dat energiebedrijven bio-

Opgave 3. Omschakelen naar duurzame energie en biomassa als grondstof

massa als brandstof gaan gebruiken in kolencentrales en biomassa-energiecentrales, door het lokaal gebruik van biobrandstoffen te stimuleren en door onderzoek, pilots

Uiteindelijk willen we een energie- en grondstoffenhuis-

en bedrijvigheid op het gebied van groene chemie te

houding realiseren met een fors lagere CO2-intensiteit.

faciliteren in Rotterdam.

Niet alleen omdat dit tot een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen leidt, maar ook omdat dit ons minder

Naast het stimuleren van biomassatoepassingen richten

afhankelijk maakt van (ingevoerde) fossiele brandstoffen.

we ons ook op het vergroten van de hoeveelheid wind-

Windenergie, zonne-energie en energie uit biomassa

energie in Rotterdam en onderzoeken we de mogelijkhe-

bieden een goed alternatief voor energie uit fossiele

den om investeringen in zonne-energie te versnellen. Het

brandstoffen. Biomassa, mits duurzaam geproduceerd,

Rotterdamse havengebied is nu al een groot windpark

kan ook ingezet worden als groene grondstof in de

met een opgesteld vermogen van 151 MW. Dit is in 2020

chemie om zo fossiele grondstoffen te vervangen bij het

verdubbeld: dan staat er in het openbare gebied van

maken van producten en als basis voor transportbrand-

de haven 300 MW. Daarnaast willen we met bedrijven

stoffen. Vooral de biomassatoepassingen hebben grote

samenwerken om op hun eigen terreinen ook windmo-

economische kansen. Biomassa zorgt ervoor dat we een

lens te plaatsen. En onderzoeken we de mogelijkheid van

continue en betrouwbare voorziening van energie en

het plaatsen van windmolens in Hoek van Holland en in

chemie kunnen bieden aan de haven, de regio, Neder-

Rozenburg. Inschatting is dit tot 50 MW aan extra door

land en Noordwest-Europa. Dat deed Rotterdam vanaf

wind opgewekt vermogen leidt.

het begin van de 20e eeuw; die rol willen we blijven spelen. Daarom investeren we in nieuwe ontwikkelingen en ontwikkelen we ons tot “Bioport”.

Op het gebied van zonne-energie en kleinschalige windenergie zijn vooral daken van bedrijfspanden en collectieve installaties in de gebouwde omgeving kansrijk. Veel

Wat willen we bereiken?

Rotterdammers willen hiermee (gezamenlijk) aan de slag.

We willen bereiken dat het aandeel duurzame energie

Momenteel zijn er echter nog veel (wettelijke) belem-

en grondstoffen flink groeit. Dit doen we in lijn met de

meringen. Doel is dat we voor 2012 uitsluitsel hebben of

gemaakte afspraken in het - ook door Rotterdam onder-

Rotterdammers bij investeringen in collectieve installaties

tekende - Covenant of Mayors om in 2020 dit aandeel

voor duurzame energieopwekking van dezelfde belas-

20% te laten zijn.

tingvoordelen kunnen profiteren als wanneer ze investeren in duurzame energieopwekking thuis.

Doel is ook om vanaf 2025 elk jaar 3 miljoen ton bioaan een reductie van 4,5 Mton CO2. Verder willen we in

Opgave 4. Bevorderen van duurzame mobiliteit en transport

de periode tot 2025 een start maken met de vergroening

Rotterdam moet een bereikbare stad zijn op een duurza-

van de chemie. Dit is echter een zaak van lange adem,

me manier. De keuzes die in de Stadsvisie gemaakt zijn

die naar verwachting pas ná 2025 tot significante hoe-

voor de stad zijn uit het oogpunt van mobiliteit bij uitstek

veelheden vermeden CO2-uitstoot zal leiden.

keuzes voor duurzaamheid. Het is daarvoor nodig om

massa bij te stoken in de energiecentrales. Dit staat gelijk

transport en mobiliteit slimmer te organiseren. MomenVoor windenergie is ons doel om in 2025 350 MW aan

teel groeit de behoefte aan mobiliteit nog steeds. Zeker

windvermogen binnen de Rotterdamse gemeentegren-

in een steeds stedelijker wordende omgeving schiet het

zen te hebben opgesteld. Het tussendoel voor 2015 is

wegennetwerk daarvoor te kort. Rotterdam wordt hier-

dat opwekking en gebruik van hernieuwbare energie een

door steeds slechter bereikbaar. Daarnaast is er sprake

CO2-reductie van 600 kton oplevert.

van een groeiend milieubewustzijn en de wens om in een gezonde, schone en aantrekkelijke stad te wonen en te werken. Dat terwijl we ook actief willen bijdragen aan de verdere groei van de haveneconomie.

Programma Duurzaam | pag 29


Wat willen we bereiken?

Hoe gaan we het doel bereiken?

De uitdagende opgave is om een duurzaam (gebruik van

Om dit alles te realiseren volgen we drie sporen:

het) mobiliteitssysteem te realiseren. Dit houdt in: beper-

1. Het ‘schoon’ gebruik van het mobiliteitssysteem, voor

ken van het aantal gereden (vracht)autokilometers, stimu-

zowel personen- als goederenvervoer. Dit houdt in

leren van het gebruik van de meeste schone vormen van

dat we gaan investeren in de aanleg van fietspaden

mobiliteit en terugdringing van de hinder die het gebruik

en stallingsplaatsen voor fietsen in de binnenstad.

van niet-duurzame mobiliteit oplevert.

Verder stimuleren we maatregelen op het gebied van mobiliteitsmanagement. En realiseren we een

De doelen die we hierbij hanteren voor 2025 6 zijn:

systeem voor dynamisch verkeersmanagement. Het

• Een toename van het openbaarvervoergebruik met 40%.

beperken van het aantal vrachtautokilometers willen

• Een afname van het aantal geluidsgehinderden met

we bereiken door allerlei vormen van efficiënte logis-

30% t.o.v. 2008.

tiek, waaronder de Binnenstadservice. Daarnaast

• Een toename van het fietsverkeer met 30%. • Het reduceren van ‘sluipvrachtverkeer’ door de stad tot nul.

stimuleren we de verduurzaming van de binnenvaart en zeescheepvaart. 2. Schone en stille voertuigen. We gaan hiervoor in-

• Een stijging van het aantal voetgangers met 10% op nader te bepalen plekken.

vesteren in het ‘schoon’ maken van het gemeentelijk wagenpark door verdere introductie van elektrische en hybride voertuigen. Ook stimuleren we de aan-

De doelen voor 2014 zijn:

schaf en gebruik van elektrische fietsen en elektri-

• Minder autoverkeer in de spits naar werkplekken in

sche scooters, onder meer door een sloopregeling

het centrum, de Kralingse Zoom, Alexander en bedrij-

voor (benzine)scooters. En we realiseren een oplaad-

ven in het havengebied.

infrastructuur voor elektrische voertuigen. Samen

• Meer gebruik van fiets, deelauto’s en bevorderen van efficiënte binnenstedelijke distributie. • Gelijkmatigere doorstroming van het verkeer van en naar het centrum.

met diverse marktpartijen realiseren we daarnaast een aantal innovatieve projecten op het gebied van elektrisch vervoer. 3. Schone brandstoffen. Op het gebied van “alternatie-

• Minder (doorgaand) verkeer in de Binnenstad.

ve” brandstoffen richten we ons op het toepassen van

• Forse groei van elektrisch vervoer.

biodiesel bij vrachtverkeer. Specifiek voor de binnen-

• Praktijkervaring met schone brandstoffen bij vracht-

vaart onderzoeken we de toepassing van vloeibaar

verkeer en binnenvaart.

aardgas.

6 Zie ook Collegevisie Duurzame Mobiliteit, brief aan de gemeenteraad met kenmerk 08/1470, 2008

De geplande maatregelen zijn nog niet voldoende om de toename van CO2-uitstoot door de groeiende mobiliteit op te vangen. Bij onze zoektocht naar extra oplossingen betrekken we de recent gepubliceerde vervoerstrategie 2050 van de Europese Commissie als inspiratiebron. Uitgangspunten van deze vervoerstrategie zijn: • Een vermindering van de CO2-uitstoot door vervoer met 60% in 2050. • Geen auto’s meer in steden die op conventionele brandstoffen rijden. • Een verschuiving van 50% van het middellange passagiers- en goederenvervoer over de weg naar het spoor en het water. • Een vermindering van de uitstoot van de scheepvaart met minstens 40%.

Programma Duurzaam | pag 30


Elektrisch Vervoer Centrum brengt elektrisch vervoer dichterbij

Elektrisch Scooterparadijs Rotterdam wordt hét Elektrisch Scooterparadijs. Samen

Zomer 2011 opent het Elektrisch Vervoer Centrum (EVC)

met de Hogeschool Rotterdam onderzoekt de gemeente

zijn deuren, vlak naast het Centraal Station Rotterdam.

de mogelijkheden om het gebruik van elektrische

Bedrijven en consumenten kunnen hier terecht met al

scooters in de stad te stimuleren. Een tiental openbare

hun vragen over elektrisch vervoer en kunnen zelf erva-

fietsenstallingen is al voorzien van laadpunten voor

ren hoe het is om met een elektrische auto of scooter te

elektrische fietsen en scooters. En sinds mei 2010 testen

rijden, door bijvoorbeeld een proefrit te maken door de

vierhonderd inwoners en werknemers van Rotterdam

stad. Ruim dertig publieke en private partijen gaan zich

veertig weken lang hoe het is om je met een elektrische

inzetten voor het centrum.

scooter door de stad te verplaatsen. De ‘e-scooters’ worden gratis ter beschikking gesteld door het Vervoer

Paul Hoffschult van Het Nieuwe Rijden: “Wij denken

Coördinatie Centrum Rijnmond (VCCR). Het devies hier-

dat dit initiatief elektrisch vervoer een concrete stap

bij is dat proberen ook overtuigt.

verder brengt en verbinden graag onze naam aan dit project.”

Frank Rieck (Hogeschool Rotterdam): “Elektrisch vervoer zorgt voor een schonere lucht en minder

Kerngegevens

verkeerslawaai. Als er gebruik wordt gemaakt van

Betrokken partijen: Green Mobility, gemeente Rotterdam,

groene stroom, levert het bovendien een aanzienlijke

Het Nieuwe Rijden en dertig andere publieke en private

bijdrage aan de Rotterdamse klimaatdoelstelling.”

partijen. Doel: stimuleren elektrisch vervoer en daarmee bijdragen

Kerngegevens

aan CO2-reductie, verbeteren luchtkwaliteit en terugdrin-

Betrokken partijen: gemeente Rotterdam, Hogeschool Rot-

gen geluidhinder.

terdam, VCCR. Doel: mobiliteit verduurzamen, CO2-reductie, verlagen fijnstof, verminderen geluidoverlast.

Programma Duurzaam | pag 31


Opgave 5. Verminderen van geluidsoverlast en bevorderen van schone lucht

Niet alleen de kwaliteit van de lucht bĂşiten moet goed zijn, maar ook bĂ­nnen. In dit kader zijn vooral schoolgebouwen en woningen van belang. In het bijzonder

Voor driekwart van de Rotterdammers speelt milieu een

(sociale) huurwoningen. Op dit moment voldoen nog niet

belangrijke rol bij de waardering van het woongenot.

alle schoolgebouwen aan de uitgangspunten van een

Zo overweegt eenderde van de in de Omnibus enquĂŞte

gezond binnenmilieu. Door hieraan te werken dragen we

van 2010 ondervraagde Rotterdammers een verhuizing vanwege milieuhinder. Hierbij gaat het vooral om luchtkwaliteit en geluidsoverlast. Meer dan 108.000 Rotterdammers hebben last van het geluid van wegverkeer, railverkeer, industrie en vliegtuiggeluid, zo laat de geluidkaart Rotterdam 2007 zien. Met 88.000 mensen die last hebben van wegverkeer vormt wegverkeerslawaai veruit de voornaamste bron. Een hoge geluidbelasting heeft negatieve gezondheidseffecten, zoals slaapstoornissen, stress, concentratiestoornissen en het verergeren van hart- en vaatziekten. Ook de slechte luchtkwaliteit heeft negatieve gezondheidseffecten. Circa 60.000 mensen wonen op dit moment binnen 50 meter van een drukke binnenstedelijke of provinciale weg of binnen 100 tot 300 meter van de snelweg. Dit zijn gebieden met een relatief slechte luchtkwaliteit. Uit het onderzoek van GGD en Erasmus MC uit 2008 naar de benodigde inspanningen om de gezondheidsachterstand van Rotterdam ten opzichte van Nederland weg te werken volgt dat de relatief slechte luchtkwaliteit in Rotheid kan verklaren. Het verminderen van geluidsoverlast en het blijvend verbeteren van de luchtkwaliteit draagt bij aan het realiseren van een voldoende goede gezondheid van de Rotterdammers.

Programma Duurzaam | pag 32

Foto: R.Keus

terdam circa 10% tot 12% van de achterstand in gezond-


ook bij aan betere leerprestaties en aan het verminderen

maatregelen die zo zijn gekozen dat ze niet alleen bijdra-

van ziekteverzuim van leraren.

gen aan het oplossen van knelpunten op het gebied van luchtkwaliteit, maar ook aan andere doelen. Zoals het

Wat willen we bereiken?

terugdringen van de uitstoot van CO2, het bevorderen van

Op het gebied van geluid hebben we een duidelijk doel

de gezondheid en het verbeteren van de bereikbaarheid.

geformuleerd: 15.000 Rotterdammers hebben in 2014 in

Dit doen we voor een groot deel door het schoon gebruik

hun woning een geluidbelasting als gevolg van verkeers-

van het mobiliteitssysteem te stimuleren, schone en

lawaai die minimaal 3 decibel lager ligt dan in 2010. De

stille voertuigen te stimuleren en met de inzet op schone

langetermijnambitie is dat in 2025 30% minder Rotter-

brandstoffen (zie ook opgave 4). Daarnaast hebben we

dammers last ondervinden van geluid ten opzichte van

gerichte acties op ondermeer de luchtkwaliteit van de

2007. De helft van deze ambitie kunnen we halen door

binnenstad (milieuzone) en onderzoeken we de mogelijk-

inspanningen van gemeentelijke kant. De andere helft

heden voor gedifferentieerd parkeren.

verwachten we doordat anderen inspanningen leveren, zoals de Europese Unie, het Rijk, de stadsregio Rotter-

De maatregelen die we nemen ter verbetering van de

dam, bewoners en bedrijven.

luchtkwaliteit dragen eraan bij dat de grenswaarden voor luchtkwaliteit in 2015 niet meer worden overschreden.

Op het gebied van luchtkwaliteit is ons doel op de korte

Hiervoor is het noodzakelijk dat ook het Rijk en regionale

termijn dat we voldoen aan de wettelijke normen voor fijn-

overheden hun deel van de voorgenomen maatregelen

stof in 2011 en stikstofdioxide in 2015. Met het oog op de

uitvoeren. Voor het halen van de doelstellingen in 2015

lange termijn gaan we aan slag met het structureel verbe-

moeten van meerdere kanten dus alle zeilen worden

teren van de luchtkwaliteit, vooral om zo de gezondheid

bijgezet. De aanpak van geluidsoverlast in de komende

te verbeteren.

periode bestaat vooral uit het aanbrengen van stil asfalt en het isoleren van gevels. En we gaan in gesprek met

Op het gebied van de kwaliteit van het binnenmilieu ligt

het Rijk over de aanleg van geluidschermen.

onze prioriteit bij schoolgebouwen en gebouwen voor kinderopvang. Onze langetermijnambitie is dat al deze

In aanvulling op het verbeteren van de buitenluchtkwa-

gebouwen ĂŠn alle huurwoningen in 2025 voldoen aan de

liteit richten we ons op het verbeteren van het binnen-

uitgangspunten van een gezond binnenmilieu.

klimaat op scholen, kinderopvanglocaties en sociale huurwoningen. Dit doen we samen met respectievelijk de schoolbesturen en corporaties.

Hoe gaan we het doel bereiken? De verbetering van de luchtkwaliteit pakken we aan met

Programma Duurzaam | pag 33


Opgave 6. Groener maken van de stad

met de stadsregio Rotterdam, de provincie Zuid-Holland

Met meer groen in en om de stad dragen we bij aan

en natuurbeschermingsorganisaties) aan de ontwikkeling

een groot aantal centrale doelstellingen van Rotterdam.

van ecologische routes en groengebieden rond de stad

Zo kunnen we met meer groen in de stad regenwater

bevorderen we zowel de recreatiemogelijkheden als de

opvangen en wateroverlast voorkomen (groene daken en

biodiversiteit.

groene gevels). Met de inzet van bomen, struiken, planten, groene gevels, geveltuinen en groene daken maken

Wat willen we bereiken?

we de stad aantrekkelijker en kunnen we de gevolgen

Op het gebied van het groener maken van de stad is ons

van temperatuurstijging beperken, waardoor hittestress

doel dat in 2014 de hoeveelheid groen en water is toege-

(gezondheidseffecten en eerder overlijden) vermindert.

nomen in de tien buurten die in 2010 het minst groen zijn.

Gezondheid bevorderen we ook doordat nabijheid van

Ook willen we meer bomen in de stad. Ons doel is jaar-

en zicht op groen stress vermindert en doordat bomen

lijks 2.000 extra bomen te planten in 2011 en 2012. We

en struiken verkeerslawaai en hinderlijke geluiden van

willen meer groene daken en gevels in de stad; 160.000

industrie maskeren. Tot slot dragen groene daken niet

m2 in 2014. Daarnaast willen een grotere betrokkenheid

alleen bij aan meer waterberging in de stad, maar zijn ze

van Rotterdammers bij groen bereiken.

ook energiebesparend en verlengen ze de levensduur Voor de langere termijn willen we dat ‘groen’ een stan-

van daken.

daard onderdeel is van de instrumenten waarmee doelen Sommige stedelijke groengebieden kunnen dienen als

op het gebied van ondermeer gezondheid, geluid, kli-

productiegebied voor gezond en duurzaam geproduceerd

maat, wateropgave en luchtkwaliteit worden gerealiseerd.

voedsel. En door het bevorderen van groen in de open-

Daarmee laten we zien dat ook een sterk verstedelijkte

bare ruimte en op daken en gevels maken we ook Rotter-

en industriĂŤle omgeving goed samengaat met een grote

dam als woonstad aantrekkelijker. Door verder te werken

biodiversiteit.

aan kwalitatief goed groen en (in nauwe samenwerking

Programma Duurzaam | pag 34


Veel bewoners en ondernemers dragen al bij aan het realiseren van onze groenambities. Onder de noemer stadslandbouw zijn in Rotterdam bijvoorbeeld al groepen bewoners en ondernemers bezig met het opzetten van initiatieven. Organisaties als Eetbaar Rotterdam, Transition Towns en Rotterdamse Oogst zijn hiervan aansprekende voorbeelden. Deze organisaties combineren de behoefte aan gezond en duurzaam geproduceerd voedsel samen met andere behoeften. Zoals duurzaam beheerde landschappen om de stad en stedelijke groengebieden. En het betrekken van (in het bijzonder jonge) Rotterdammers bij het produceren van voedsel via natuur- en milieueducatie. Stadslandbouw is dus een prima middel om andere doelen te bereiken. Ook zijn er in diverse buurten door bewoners al groene initiatieven gerealiseerd. Met als inspirerend voorbeeld de buurttuin “Schat van Schoonderloo” in Delfshaven. Ook zijn bewoners en ondernemers, ondersteund door onze subsidieregeling voor groene daken, al aan de slag Foto: Jan van der Ploeg

met het aanleggen van groene daken en groene gevels.

Landbouw in de stad Drijvende tuinen, moestuindaken, zelfvoorzienende horecagelegenheden en innovatieve gebouwen op basis van gesloten kringlopen. Dat is de droom van Eetbaar Rotterdam, een netwerk van betrokken Rotterdammers die zich

Hoe gaan we het doel bereiken?

inzetten om de voedselketen beter zichtbaar te maken in

Met dit programma zetten we onze aanpak van de

de stad. De vereniging ziet kansen voor stadslandbouw

afgelopen jaren voort om meer groen, maar bovenal

als handelsmerk van Rotterdam; door stadslandbouw

meer groen op de juiste plek toe te passen in de stad. De

onderdeel te laten uitmaken van de plaatselijke ruimte-

focus ligt op ‘versteende’ plekken in de stad. Meer dan

lijke ordening en ondernemende bewoners de ruimte te

ooit vragen wij bewoners, ondernemers, instellingen en

geven projecten te realiseren waarin de voedselkring-

deelgemeenten bij te dragen aan het verwezenlijken van

loop centraal staat. Eetbaar Rotterdam verzamelt en

deze ambitie. Ook met waterschappen werken we samen

verspreidt kennis over stadslandbouw, onder andere via

aan het groener maken van de stad, met name bij het

haar website met inspirerende stadslandbouwprojecten

realiseren van meer groene daken en groene gevels om

in Rotterdam en ver daar buiten.

zo alternatieve waterberging te creëren in de stad. Paul de Graaf (Eetbaar Rotterdam): “Als voedsel dichter bij huis groeit, krijgen de stadsbewoners de mogelijkheid het voedselproductieproces te zien en te ervaren.” OVG voelt zich mede verantwoordelijk voor het aantrekkelijker en duurzamer maken van Rotterdam en

Kerngegevens

heeft aangeboden om een bijdrage te leveren aan het

Betrokken partijen: Eetbaar Rotterdam, bewoners van de

groener maken van de stad. Samen met OVG onder-

stad Rotterdam.

zoeken we de mogelijkheden om meer groen toe te

Doel: vergroten van kennis bij stadsbewoners over land-

voegen aan de Wilhelminapier.

bouw en voedsel.

Programma Duurzaam | pag 35


Opgave 7. Vergroten van duurzame investeringen en bevorderen van duurzame producten en diensten

Onderzoek van Roland Berger (1) laat zien dat zoge-

Wereldwijd laten duurzame bedrijven een sterke eco-

tot aan 2030 wereldwijd meer dan 20 miljoen nieuwe

nomische groei zien. Ons streven is om een flink deel

banen zullen genereren. In 2008 werd wereldwijd

van deze groei in Rotterdam te realiseren. Clusters met

voor het eerst meer geïnvesteerd in nieuwe duur-

grote kansen voor investeringen zijn bijvoorbeeld groene

zame energiecapaciteit dan in traditionele bronnen

chemie en energie, CCS, water- en deltatechnologie,

(€ 10 mrd). In een studie van Buck Consultants (2)

maar ook de ontwerp-, installatie- en bouwsector en

is de verwachting onderbouwd dat de werkgelegen-

duurzame mobiliteit. Vanuit dit programma Duurzaam

heid in duurzame energie tot 2030 in de wereld groeit

én het programma Regionale en Stedelijke Economie

met 2,2% tot 9,5% per jaar. Naar verwachting is er

en de Clean Tech Delta willen via deze clusters werken

daarentegen een terugloop van werkgelegenheid in

aan een verdere duurzame economische versterking van

traditionele energiesectoren met 1% tot 2,7% per jaar.

Rotterdam.

De huidige ontwikkelingen in het Midden-Oosten en in

noemde clean tech-investeringen naar verwachting

Japan zullen de vraag naar duurzame energiebronnen verder vergroten. Steeds meer bedrijven zien commerciële kansen in duurzaamheid. Zo is in Rotterdam bijvoorbeeld VOPAK één van de bedrijven die een rol willen spelen bij de op- en overslag van CO2 waarmee, vanuit haar bestaande expertise op tankterminal-gebied, nieuwe groeimarkten worden aangeboord. Daarbij wordt nauw samengewerkt met het Havenbedrijf, Air Liquide, Stedin, OCAP en Maersk. Ook KEMA, General Electric en Siemens zijn voorbeelden van partijen die in Rotterdam grote groeikansen zien op dit gebied. De Boston Consulting Group (3) concludeert in een studie dat “sustainability will become increasingly important to business strategy and management over time, and the risks of failing to act decisively are growing”. Unilever is één van de vooroplopers op dit gebied. Topman Paul Polman zegt daarover in een interview met ANP over Unilevers duurzaamheidsstrategie (7/4/2011): “De consument vraagt het, de overvloed aan natuurlijke grondstoffen verdwijnt en de wereldbevolking groeit sterk. Op dit moment verbruiken we al drie keer de aarde. De noodzaak is er dus om duurzamer te werk te gaan, willen we de steeds verder groeiende bevolking kunnen voeden”. In hetzelfde interview wordt ook een financieel analist van de ING aangehaald: “Nu is water nog gratis, over tien jaar zeker niet meer. ‘Business as usual’ zal door de schaarste niet meer mogelijk zijn.” Foto: Sebastiaan Knot

Bedrijven die dit als eerste begrijpen en maatregelen

treffen, kunnen hier flink van profiteren. In opdracht van RCI heeft de Boston Consulting Group (4) een inschatting gemaakt van de directe

Programma Duurzaam | pag 36


economische impact van de projecten die in Rotterdam op

direct ruim 1.000 en tijdelijke werkgelegenheid is per jaar

het gebied van verminderen van de CO2-uitstoot worden

maximaal 940 banen. Tot aan 2025 is het totale werk-

uitgevoerd. Tussen 2011 en 2025 zal naar schatting voor

gelegenheidseffect van het werken aan de wateropgave

€ 11,3 miljard moeten worden geïnvesteerd. Binnen het

van Rotterdam gemiddeld per jaar maximaal 3.140

huidige kader van wet- en regelgeving en met de huidige

extra banen. In een studie van de Rotterdam School of

prijs van CO2 binnen het huidige emissiehandelssysteem

Management (RSM) (6) wordt op basis van interviews

en met de huidige (energie)prijzen en is hiervan nu al €

onder bedrijven in de regio en experts geconcludeerd

3,5 miljard economisch rendabel uit te voeren. Het is de

dat Rotterdam wordt gezien als één van de vaandeldra-

opgave voor de gemeente en de Rotterdamse partners

gers van Nederland Waterland: “met een concentratie

om met provincie, Rijk en EU ook de andere investeringen

van kennisinstellingen. Interessante ontwikkelingen

mogelijk te maken. Een groot deel van de investeringen

op het gebied van adaptatie (vraag vanuit de publieke

zijn nodig voor pijpleidingen, netwerken en installaties.

èn private sector) en goede internationale contacten.”

Gemiddeld per jaar zijn met deze investeringen en met

Veel van de geënquêteerde bedrijven verwachten dat

de daaruit voortkomende operationele werkzaamheden

klimaatadaptatie leidt tot nieuwe banen. Bedrijven die

bijna 3.400 banen gemoeid. In de periode 2011- 2015 is dit

hiermee raakvlakken hebben, zijn in de Rotterdamse

aantal groter: ruim 4.500 extra banen per jaar. Met De kli-

regio bovengemiddeld vertegenwoordigd. RSM schat

maatopgave voor Rotterdam betreft ook het beperken van

in dat in de bouw, bij architecten, ingenieursbureaus,

de schade als gevolg van een veranderend klimaat. Onder

verzekeraars en ICT bedrijven nu ongeveer 3.600 ar-

de noemer Rotterdam Climate Proof wordt hieraan vanuit

beidsplaatsen in de regio verband houden met klimaat-

het programma Duurzaam gewerkt. Rotterdam is hierin

adaptatie. Arbeidsplaatsen bij kennisinstellingen en

proactief en loopt voor op andere kwetsbare deltasteden in

overheden zijn hierbij niet mee gerekend.

de wereld. Wanneer Rotterdam louter passief aan stedelijk water- en rioolbeheer zou doen en zich enkel zou beper-

Bronnen:

ken tot de wettelijke taken, dan zal dat op middellange ter-

1. Roland Berger Strategy Consultants, “Op weg naar de Dutch Cli-

mijn juist leiden tot economische schade en een verkeerde perceptie van Rotterdam als wereldhaven. Een passieve houding ten aanzien van stedelijk waterbeleid is daarom geen optie. Op grond van een studie van Ecorys (5) kan geconcludeerd worden dat het klimaatbestendig maken van Rotterdam in 2025 tot aan dat jaar naar schatting tussen de € 4 en € 5 miljard aan investeringen zal vergen. Het

mate Delta”, Rotterdam 2009 2. Buck Consultants International, “Marktpotentie van Duurzaamheid”, Rotterdam 2010 3. B oston Consulting Group, “The Business of Sustainability”, Boston 2009 4. B oston Consulting Group, “CO2 Besparingsmaatregelen in Rotterdam, Economisch en Technisch Potentieel”, Amsterdam, 2011

gaat dan om maatregelen op het gebied van buitendijks

5. Ecorys, “Quick-scan Economische Spin-off RCP”, Rotterdam, 2010

bouwen, versterking van de primaire dijken, waterberging,

6. Rotterdam School of Management, “Verdienen aan Klimaatverande-

stadsklimaat en lokale bereikbaarheid. De belangrijkste in-

ring”, Rotterdam 2011

vesteringen zullen, zoals het er nu uitziet, moeten worden ingevuld door de overheid, naar schatting zo’n 80%. Mogelijk kunnen publiek-private samenwerkingsconstructies een groter aandeel particuliere investeringen bewerkstelligen. Ecorys heeft tevens berekend wat de directe en indirecte werkgelegenheidseffecten zijn van het werken aan de wateropgave van Rotterdam. Directe effecten zijn direct gekoppeld aan de te plegen investeringen, de indirecte effecten betreffen spin-off effecten als gevolg van inkoop en uitbesteding door partijen die direct werken aan de realisatie van de maatregelen. Hierbij is ook het profileren van Rotterdam als duurzaamste wereldhavenstad van belang. Direct genereert dit tot maximaal 1.200 banen per jaar, in-

Programma Duurzaam | pag 37


Hoe gaan we het doel bereiken?

randvoorwaarden te creëren die zorgen voor een

Het stimuleren van duurzaam ondernemen, produceren

structurele innovatieaanpak en versterking van de

en consumeren willen we op de volgende manieren gaan

kansrijke sectoren. Voorbeeld hiervan is onze deel-

doen:

name aan het innovatiefonds ICOS Cleantech Early

Stage Fund II (ICF II).

We ondersteunen de communicatie van bedrijven en organisaties die koplopers zijn op het gebied van

Om de concurrentiekracht van bestaande bedrijven in Rotterdam te vergroten bevorderen we dat bedrij-

stimuleren in hun voetspoor te treden.

ven, kennisinstellingen en beroepsopleidingen zich

We stimuleren de markt voor duurzame producten

meer richten op innovaties en kennisontwikkeling op

en diensten. Onder meer door het stimuleren van de

het gebied van duurzaamheid, en betrekken hierbij

vraag naar duurzame producten en diensten via het

ook cradle-to-cradle principes.

duurzame inkoopbeleid van de gemeente. •

duurzaam ondernemen. Hun ‘verhaal’ kan anderen

Door meer op duurzaamheid gerichte acquisitie (‘red carpet treatment’) willen we bereiken dat meer bedrij-

We positioneren onze stad als proeftuin voor relevante pilots en voorbeeldprojecten.

We richten ons op het sluiten van kringlopen. We

ven die duurzaamheid als core business hebben zich

stimuleren nuttige toepassingen van restwarmte. We

in Rotterdam gaan vestigen.

maken afspraken over duurzaam slopen en maken

We werken aan de verdere ontwikkeling van het

een start met een betere scheiding en hergebruik

We willen dat er meer geïnvesteerd wordt in duur-

Nederlands Watercentrum.

van afval. •

We continueren onze inspanningen om Rotterdam

zaamheid in Rotterdam. Dit bevorderen we onder

internationaal te profileren als daadkrachtige en in-

meer via de continuering van de samenwerking met

novatieve wereldhavenstad.

het bedrijfsleven via o.a. RCI, convenanten met wo-

ningcorporaties en ontwikkelaars, het uitvoeren van

Met deze inzet en het creëren van een aantal specifieke

voorstudies, gerichte lobby’s richting Den Haag en

randvoorwaarden voor investeringen willen we ons doel

Brussel, handhaving en kennisoverdracht.

bereiken. Met het creëren van die specifieke randvoor-

Samen met de kansrijke sectoren (groene chemie

waarden denken we onder meer aan:

en energie, CCS, water- en deltatechnologie, de

CCS demonstratieproject(en).

ontwerp-, installatie en bouwsector en duurzame

Productie-, op- en overslagcapaciteit voor biobrand-

mobiliteit) en de kennisinstellingen gaan we het stimuleringsbeleid verder vormgeven. Dit doen we

stoffen. •

in samenwerking met het programma Regionale en Stedelijke Economie en Clean Tech Delta. Doel is

Het nuttig toepassen van stoom, restwarmte en koude.

Wind- en zonne-energieprojecten realiseren

Programma Duurzaam | pag 38


energiezuinigheid van de bestaande bouw en het

Energiebesparing van gemeentelijke gebouwen en

Opgave 8. Vergroten van het draagvlak voor duurzaamheid en verankering van duurzaamheid in onderwijs en onderzoek

voorzieningen realiseren.

Om een duurzame ontwikkeling te realiseren moeten we

Adaptief bouwen (groene daken, waterpleinen, aan-

niet alleen investeren in het vinden en in uitvoering bren-

gepast bouwen).

gen van duurzame oplossingen, maar ook in draagvlak

MKB stimuleren.

• Oplaadvoorzieningen voor elektrische voertuigen

voor de oplossingen en in enthousiasme voor duurzaamheid. Een belangrijk instrument hierbij is het verankeren

aanleggen.

van duurzaamheid in de educatie van jongeren. Dit vergroot het inzicht en kennis om verantwoorde keuzen

Innovatieve, duurzame metamorfose voor Stadshavens Rotterdam

als burger en professional te maken. Wanneer duurzaamheid integraal onderdeel uitmaakt van opleidingen en leidraad is voor onderwijs en onderzoek vergroot dit bovendien de mate waarin we in staat zijn grote strategi-

In het hart van Rotterdam vindt een duurzame metamor-

sche opgaven van de stad structureel met onderzoek en

fose plaats van 1.600 hectare voormalig havengebied.

kennisopbouw te ondersteunen.

In Stadshavens, van oudsher het economisch centrum van de stad, ontwikkelt Rotterdam een hoogwaardig

Wat willen we bereiken?

vestigingsklimaat voor maritieme dienstverleners, voor

Ons doel voor 2025 is dat duurzaamheid integraal deel

innovatieve (maak)bedrijven en voor kennisinstituten

uitmaakt van opleidingen en leidraad is voor onderwijs

(Clean Tech Delta). Deze grootschalige, binnenstede-

en onderzoek. In 2015 hebben we met de beroepsop-

lijke gebiedsontwikkeling beoogt naast het versterken

leidingen, hogescholen en universiteit afspraken over

van de innovatiekracht van de regionale economie ook

duurzaamheid gemaakt en worden deze ook uitgevoerd.

de aantrekkelijkheid van het leefklimaat te vergroten. In Stadshavens komt de Clean Tech Delta tot stand: een

Hoe gaan we het doel bereiken?

samenwerkingsverband van bedrijven, kennisinstellingen

Samen met basisscholen voeren we het natuur- en

en overheden in de regio Rotterdam-Delft dat innovatieve

milieueducatieprogramma uit. Scholieren en studenten

en schone technologie stimuleert en daadwerkelijk in de

van het voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en

praktijk brengt. Deelgebieden RDM/Heijplaat en Merwe-

kennisinstellingen brengen we in contact met bedrijven,

Vierhavens bieden een ideale proeftuin om innovaties

medeoverheden en instellingen met als doel ze te laten

op het gebied van Clean Tech in een werkend gebied te

werken aan concrete duurzaamheidsvraagstukken uit

realiseren en etaleren.

de Rotterdamse praktijk. We maken afspraken met de beroepsopleidingen en de kennisinstellingen over het

Clean Tech is de verzameling van technologieën

verduurzamen van de curricula. We gaan een strategi-

gericht op: energie-efficiëntie, transitie naar niet

sche kennisagenda opzetten zodat we een betere basis

fossiele energieopwekking, klimaatbestendig maken

hebben om de kloof tussen onderzoek en de Rotterdam-

van de bebouwde omgeving, duurzaam gebruik van

se praktijk te verkleinen. De opgaven uit het programma

grond- en afvalstoffen en nieuwe vervoersconcepten.

Duurzaam fungeren als basis voor deze agenda.

Kerngegevens Betrokken partijen: ARCADIS, Eneco, Erasmus Universiteit Rotterdam, Hogeschool Rotterdam, Hoogheemraadschap Delfland, Gemeente Delft, Gemeente Rotterdam, TU Delft, TNO, Van Gansewinkel Groep en Vestia. Doel: energie-efficiëntie, klimaatbestendig maken van bebouwde omgeving, transitie naar niet-fossiele energieopwekking, duurzaam gebruik van grond- en afvalstoffen, nieuwe vervoersconcepten.

Programma Duurzaam | pag 39


Duurzame Diergaarde

Duurzaamheid beter zichtbaar op Erasmus Universiteit

De koeling van het pinguïnverblijf vindt plaats met energie afkomstig van maar liefst 3.400 zonnepanelen. De

De Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) kenmerkt zich

giraffen- en krokodillenverblijven zijn aangesloten op een

door een moderne kijk op de wetenschap en de maat-

houtsnipperkachel en het nieuwe, ui-vormige Savan-

schappij. Het onderwerp ‘duurzaamheid’ komt in vrijwel

nehuis is volgens de principes van ‘cradle-to-cradle’

alle opleidingen ruim aan de orde. Veel verschillende

gebouwd. Duurzaamheid is al jarenlang één van de

mensen binnen de universiteit houden zich bezig met de

speerpunten van Diergaarde Blijdorp, maar de ambities

brede thematiek van innovatie duurzaamheid. Hierdoor

van Blijdorp gaan verder: binnen een paar jaar wil de

is het intern maar ook extern niet altijd duidelijk welke

dierentuin alle benodigde energie zelf, op een duurzame

activiteiten er worden ontplooid. Het nieuwe programma

manier, opwekken. De dierentuin onderzoekt op dit

ESPRIT (Erasmus Sustainability Program InitiaTive) wil

moment de mogelijkheden van een vergistingsinstal-

een einde maken aan dit versnipperde beeld en beleid.

latie voor de productie van biogas. De installatie wordt

ESPRIT heeft als doel: een betere zichtbaarheid voor

gevoed met mest, takken, blad, enzovoorts. De bedoeling

externe partijen, een betere onderlinge afstemming en

is om het vergistingsproces zichtbaar te maken voor de

meer mogelijkheden voor fondsenwerving. Concreet

bezoekers. Dit dient niet alleen een educatief doel, maar

betekent dit dat de faculteiten nauwer gaan samenwer-

motiveert bezoekers (zo’n 1,5 miljoen per jaar) ook zelf

ken, de EUR een ‘minor Duurzaamheid’ ontwikkelt en het

actief bij te dragen aan een beter milieu.

aantal bestaande opleidingen op het gebied van duurzaamheid wordt uitgebreid. Hierbij werkt de EUR nauw

Marc Damen (Diergaarde Blijdorp): “Het zou gewel-

samen met de TU Delft.

dig zijn als Blijdorp zelf voldoende biogas zou kunnen produceren met het eigen restafval. Het ideale

Als onderzoekers de handen ineen slaan krijgen ze

concept is helemaal ‘cradle-to-cradle’: de hoefdieren

meer voor elkaar: meer multidisciplinair onderzoek,

eten groenvoer dat op eigen terrein wordt gekweekt,

meer innovatie, meer zichtbaarheid voor hun oplos-

de mest wordt omgezet in biogas, dat weer dient

singen en meer financiën om ze te realiseren.

voor verwarming en elektriciteit.” Kerngegevens Kerngegevens

Betrokken partijen: Erasmus Universiteit Rotterdam, TU

Betrokken partijen: Diergaarde Blijdorp, gemeente Rot-

Delft.

terdam, provincie Zuid-Holland, AgentschapNL.

Doel: versterken van onderwijs en onderzoek naar in-

Doel: energiebesparing, kostenbesparing, duurzame

novatieve duurzaamheid.

energieproductie, vergroten bewustzijn voor milieu en klimaat d.m.v. educatie en voorlichting.

Programma Duurzaam | pag 40


Heijplaat proeftuin voor duurzaamheid

Eneco en WNF werken samen aan duurzame energie

Het monumentale RDM-terrein op Heijplaat is sinds 2009 de vestigingslocatie van de Hogeschool Rotterdam en

Energiebedrijf Eneco en het Wereld Natuur Fonds

het Albeda College. Op de RDM-Campus werken onder-

werken nauw samen aan de verduurzaming van de

wijs, wetenschap en bedrijven samen aan duurzame en

energievoorziening. Als eerste energiebedrijf ter wereld

innovatieve oplossingen op het gebied van bouwen, mo-

ontving Eneco de Climate Saver-erkenning van het WNF.

biliteit en energie. Het vooroorlogse tuindorp Heijplaat is

‘Climate Savers’ nemen volgens het WNF het voortouw in

daar een ideale proeftuin voor. Bewoners en woningcor-

de transitie naar een ‘low-carbon economy’. Ze laten zien

poratie Woonbron werken hier samen met de gemeente,

dat het verminderen van CO2-uitstoot en economische

de deelgemeente Charlois en de Hogeschool Rotterdam

groei hand in hand kunnen gaan. Zo is een van Eneco’s

aan een klimaatneutrale en klimaatbestendige woonwijk.

doelstellingen om over drie jaar 20% van de elektriciteit

Daarbij kunnen ze een beroep doen op de kennis van

op duurzame wijze te produceren. Samen zetten Eneco

het Innovatie Centrum Duurzaam Bouwen (ICDuBo), dat

en WNF in dat kader acties op om mensen bewust te

sinds 2010 ook op Heijplaat is gevestigd. Het onafhanke-

maken van het belang van energiebesparing en groene

lijke kenniscentrum wil duurzame en innovatieve toepas-

energie. Bijvoorbeeld door het ontwikkelen van innova-

singen in de gebouwde omgeving bevorderen. En richt

tieve energieconcepten voor de stad van de toekomst.

zich op kennisdeling en samenwerking tussen overheid,

In Rotterdam zijn er vergevorderde plannen voor een

kennisinstellingen en bedrijfsleven. Bij het ICDubo is een

pilot-project met als doel duurzame energie dichter bij

aantal interessante voorbeeldprojecten te zien, zoals

de consument te brengen, door samen energie te gaan

een duurzaam klaslokaal en warmte- en koudeopslag

opwekken. Zo kan iedereen een duurzame energieprodu-

met een boring naar 35 meter diepte. Zo komt alles op

cent zijn.

Heijplaat samen: kennisontwikkeling, praktijkonderzoek (samen met de bewoners) en uithangbord voor duurzame

Hans Kursten (Eneco): “Eneco en het WNF willen met

innovaties.

deze samenwerking een voorbeeldfunctie vervullen als aanjager voor de verduurzaming van onze ener-

Onder het motto Research, Design & Manufacturing,

gievoorziening.”

werken onderwijs en bedrijven op Heijplaat samen aan duurzame en innovatieve oplossingen op het

Kerngegevens

gebied van bouwen, mobiliteit en energie.

Betrokken partijen: Eneco, Wereldnatuurfonds. Doel: energievoorziening verduurzamen, CO2-reductie, natuurbescherming, innovatie energievoorziening.

Kerngegevens Betrokken partijen: ICDuBo, Hogeschool Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam, Albeda College, e.a. Doel: innovatie, educatie, bevorderen en stimuleren van duurzame toepassingen in gebouwde omgeving.

Programma Duurzaam | pag 41


Opgave 9. Voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering

heid van diverse adaptatiemaatregelen. Deze bevorderen

Het klimaat verandert. Dat heeft ook voor Rotterdam

bouwen en aan waterpleinen). Ook dragen zij direct

gevolgen. De regenbuien worden nu al heviger waardoor

bij aan het terugdringen van het waterbergingstekort.

er meer wateroverlast in de stad ontstaat. Op termijn zul-

Drijvend bouwen is een voorbeeld van adaptief bouwen

len we als laaggelegen deltastad tevens te maken krijgen

dat bij uitstek past bij Rotterdam. We werken samen met

met een zeespiegelstijging en een rivierstand die soms

bedrijven en kennisinstellingen aan kennisontwikkeling

heel hoog is en soms heel laag. Ook de temperatuur in

en aan concrete experimenten (o.a. in de Nassauhaven).

de stad zal stijgen waardoor steeds meer mensen last

We onderzoeken waar drijvende woningen ontwikkeld

krijgen van hittestress.

kunnen worden, met focus op Stadshavens Rotterdam.

daarnaast de noodzakelijke innovatie (denk aan drijvend

De ervaringen met deze innovatieve, duurzame bouwOm de klimaatverandering niet als een bedreiging maar

vorm wordt (door de bedrijven) verder vermarkt. Water-

als een kans te zien heeft Rotterdam het programma Rot-

pleinen zijn in Rotterdam ontwikkeld met als doel om

terdam Climate Proof gestart. Blijvende bescherming en

overtollig regenwater een tijdelijke (aantrekkelijke) plek

bereikbaarheid van de regio Rotterdam staan hier cen-

in de openbare ruimte te geven waar het geen overlast

traal. Het programma is volledig gericht op extra kansen

vormt. Rotterdam heeft al wateroverlast en tegelijkertijd

voor een aantrekkelijke stad om te wonen, te recreëren,

verandert het klimaat, regent het vaker en zijn de buien

te werken en te investeren. Toonaangevend onderzoek,

heviger. Omdat Rotterdam niet overal voldoende ruimte

innovatieve kennisontwikkeling en daadkrachtige uitvoe-

heeft om regenwater op te vangen en vast te houden zijn

ring resulteren in sterke economische impulsen. Samen

slimme oplossingen zoals waterpleinen nodig.

met vooraanstaande partners wordt Rotterdam dé innovatieve waterkennisstad van de wereld en inspirerend

Tot slot is in 2014 bereikt dat bedrijven en kennisinstel-

voorbeeld voor andere deltasteden.

lingen de Rotterdamse kennis en ervaring op het gebied van water en adaptatie internationaal uitdragen zodat de

Wat willen we bereiken?

Rotterdamse economie en kennisinfrastructuur versterkt

Ons doel is dat Rotterdam in 2025 100% klimaatbesten-

worden. Het netwerk Connecting Delta Cities kan hier

dig is. In 2014 hebben we de Rotterdamse Adaptatie

een uitstekende rol in spelen.

Strategie opgesteld, vastgesteld en is de uitvoering gestart.

Ook op nationaal niveau wordt met het Deltaprogramma gewerkt aan een klimaatbestendig Nederland. Dit

Hoe gaan we het doel bereiken?

programma zal in 2014 leiden tot een aantal ‘deltabe-

Klimaatadaptatie is een zaak van de lange adem. De

slissingen’ door het kabinet die van invloed zijn op de

inspanningen op het gebied van adaptatie in de peri-

ruimtelijk-economische ontwikkelingsrichting van de regio

ode tot 2014 richten zich daarom op het opstellen en in

Rijnmond-Drechtsteden. Rotterdam is intensief betrok-

uitvoering brengen van de strategie waarmee we in 2025

ken bij dit programma. Hierin vindt uitwisseling plaats van

zorgen dat Rotterdam klimaatbestendig is: de Rotter-

Rotterdamse en nationale kennis over klimaatadaptatie

damse Adaptatie Strategie (RAS). Op dit moment worden

en worden strategieën op één lijn gebracht.

de aard en grootte van de verwachte problemen door de klimaatverandering in Rotterdam in beeld gebracht. Dit

Al deze activiteiten leiden in 2014 tot een adaptatiestra-

geeft ons inzicht in effectieve en toepasbare maatrege-

tegie die in de organisatie verankerd is. Met aanspre-

len. De status van hotspot binnen het landelijk onder-

kende voorbeelden van adaptatiemaatregelen in de stad

zoeksprogramma Kennis voor Klimaat draagt hieraan bij.

en samenwerkende bedrijven en kennisinstellingen die

Eén van de belangrijke aandachtspunten voor Rotterdam

(innovatieve) initiatieven nemen om Rotterdam klimaat-

is de veiligheid van het buitendijks gebied, waar in de

bestendig te maken. Het Nederlands Watercentrum zal

regio Rijnmond-Drechtsteden 60.000 mensen wonen en

hierin een spilfunctie vervullen en bijdragen aan het

werken. Met Rijk en regio wordt hiervoor een veiligheids-

imago van Rotterdam als internationale deltastad. Uitvoe-

toetsing ontwikkeld.

ring van deze strategie zal in 2025 leiden tot een klimaatbestendige stad en haven.

Tegelijkertijd zijn er in 2014 relevante (pilot)projecten uitgevoerd waardoor we meer weten over de haalbaar-

Programma Duurzaam | pag 42


Foto: Sebastiaan Knot

Nederlands Watercentrum versterkt Rotterdamse positie op waterkaart

Opgave 10. Bevorderen van duurzame gebiedsontwikkeling Nieuwe ontwikkelingen en herstructureringen in de stad bieden een goede gelegenheid om duurzaamheid con-

Het Nederlands Watercentrum in Rotterdam is de inter-

creet en tastbaar te maken. Stadshavens Rotterdam en

nationale etalage en ontmoetingspunt voor de watersec-

Heijplaat, het gebied Rotterdam Central District rond het

tor in Nederland. De keuze voor de havenstad is logisch:

Centraal Station en Hart van Zuid zijn hiervoor aanspre-

Rotterdam profileert zich met durf, doorzettingsvermogen

kende voorbeelden. Bij deze gebiedsontwikkeling ontstaan

en eigen initiatief op het snijvlak van klimaatadaptatie en

kansen om meerwaarde te creëren voor zowel de stad

innovatie. Het NWC heeft in 2010 zijn eerste visitekaartje

en het desbetreffende gebied als voor Rotterdammers

al afgegeven met de opening van het Drijvend Paviljoen

en partijen zoals ontwikkelaars, corporaties, bouwers en

in de Rijnhaven; een markant voorbeeld van klimaatbe-

beleggers. Deze kansen ontstaan wanneer het lukt om

stendig bouwen in buitendijks gebied en etalage voor

samen met de betrokken partijen in het gebied de unieke

innovaties in water- en deltatechnologie.

locatiekenmerken en (bouw)ontwikkelingen op elkaar af te stemmen vanuit het perspectief van duurzaamheid. Derge-

Het Nederlands Watercentrum wordt hét verzamel-

lijke afstemming en samenwerking kan bijvoorbeeld leiden

punt van kennis en ervaring op gebied van water-

tot winst op het gebied van afval, biodiversiteit, buiten-

management. Een sector die de komende decennia

ruimte, energie-efficiëntie, duurzame energie, duurzame

mondiaal nog belangrijker wordt.

mobiliteit en openbaar vervoer, geluid, groen, luchtkwaliteit en waterberging.

Kerngegevens Betrokken partijen: Arcadis, DHV, Dura Vermeer, Evides,

Voor veel duurzaamheidsthema’s is een gebiedsgerichte

Ahoy, Hogeschool Rotterdam, TU Delft en de gemeente

insteek noodzakelijk om ook écht voortgang te kunnen

Rotterdam.

boeken. Vooral wanneer er geen sprake is van nieuwe

Doel: vergroten van kennis en ervaring over water-

(bouw)ontwikkelingen in een gebied. Binnen onze stad

management. Klimaatbestendig bouwen en innovatie

hebben de deelgemeenten hierbij een centrale rol. Bij-

stimuleren.

voorbeeld om draagvlak te creëren onder de inwoners. De deelgemeenten zijn tenslotte het eerste aanspreekpunt voor Rotterdammers en ze voeren de regie in de wijken. Wat willen we bereiken? Ons doel is een zo hoog mogelijke duurzaamheidsprestatie te bereiken als we gebieden ontwikkelen. Zowel bij

Programma Duurzaam | pag 43


nieuwe ontwikkeling als bij herstructurering maken we

Bij elke ontwikkeling in de stad gaan we op ook zoek

de doelen en ambities van het programma Duurzaam

naar fysieke mogelijkheden binnen de projecten om de

leidend. Ons streven is dat elke ruimtelijke verandering

relatieve gezondheidsachterstand van de Rotterdammer

moet leiden tot een betere leefomgeving. En daarmee tot

te verbeteren. Vooral door verbetering van de luchtkwa-

economische waarde.

liteit en vermindering van geluidsoverlast. Duurzame gebiedsontwikkeling en het Kader Leefomgevingskwaliteit,

Hoe gaan we het doel bereiken?

KLOK, worden een integraal onderdeel van de gemeen-

De belangrijkste gebieden in de stad waar we kansen

telijke uitvoeringspraktijk.

zien voor duurzame gebiedsontwikkeling zijn de Bin-

Samen met de deelgemeenten werken we aan een

nenstad, Stadshavens Rotterdam en Rotterdam-Zuid. De

gebiedsgerichte vertaling van de doelstellingen van het

uitgangspunten die we hebben vastgelegd in REAP, de

programma. Met hen gaan we op zoek naar manieren

Rotterdamse Energieaanpak, vormen hiervoor de basis.

om, via het creëren van draagvlak bij bewoners en lokale

In deze aanpak staat uitwisseling van energiestromen

bedrijven, investeringen in bijvoorbeeld groen, energie-

centraal. Samen met de marktpartijen gaan we hier aan

besparing, duurzame energieopwekking van de grond te

de slag om op gebouw- én op gebiedsniveau te werken

krijgen. Pilotgebied hiervoor is Heijplaat.

aan een schone, groene en gezonde stad. Heel concreet doen we onder meer door slim te plannen waardoor we met minder energie kunnen volstaan, door warmte- en koudenetten aan te leggen en door meer (innovatieve)

Koudenet houdt Rotterdam Central District koel

vormen van waterberging aan te leggen. Drijvend bouwen is een andere mogelijkheid; vooral Stadshavens Rot-

Eneco onderzoekt de mogelijkheden om ‘Rotterdam Cen-

terdam leent zicht hier uitstekend voor. Klimaatbestendig-

tral District’ uit te rusten met een energiezuinige koeling.

heid bouwen we in binnen de Rotterdamse planvorming.

Uitgangspunt van dit collectieve koudenet is dat koude wordt onttrokken aan de Nieuwe Maas. Een nadeel van traditionele klimaatinstallaties is dat ze warmte uitblazen om te kunnen koelen. Dit is een van de belangrijkste oorzaken van smogvorming en hitte-eilandeffect in de zomer. Eneco wil in het Rotterdam Central District bewoners en bedrijven zoveel mogelijk comfort bieden, en tegelijkertijd de CO2-uitstoot beperken. Kerngegevens Betrokken partijen: Eneco, DWA, ontwikkelaars Doel: verbeteren comfort (met name in zomer), vergroten duurzame energieproductie, voorkomen hitte-eilandef-

Foto: David Rozing

fect, beperken CO2-uitstoot.

Programma Duurzaam | pag 44


Foto: R. Keus

Programma Duurzaam | pag 45


Foto: Marc Heeman

Programma Duurzaam | pag 46


4.

Samen werken aan een duurzame wereldhavenstad

Alle geformuleerde opgaven, doelen en ambities maken

kan zijn. Periodiek bepalen we of de uitgezette koers

tevens duidelijk dat de uitvoering van dit programma

nog steeds verstandig is, of dat er bijsturing nodig is.

alleen mogelijk is als we nauw samenwerken met de

Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij veranderingen in

partners in en om de stad. Samenwerking is in dit pro-

wet- en regelgeving of bezuinigingen bij het Rijk. Bijstu-

gramma Duurzaam dan ook een sleutelbegrip waarbij

ring kan zich vertalen in het aanpassen van activiteiten,

gedeelde verantwoordelijkheid centraal staat. In dat ka-

het schrappen van activiteiten en het introduceren van

der zullen we ook zoveel mogelijk aansluiten bij huidige

nieuwe activiteiten.

initiatieven van bewoners, bedrijven en instellingen. Op die manier bereiken we simpelweg meer en boeken we betere en snellere resultaten. De gemeente bevordert

4.1 Inwoners van Rotterdam

deze initiatieven en samenwerking tussen deze partijen,

Voor het programma Duurzaam vormt de bewuste keus

maakt concrete afspraken met partijen, creëert rand-

van Rotterdammers om duurzaam te werken en te leven

voorwaarden voor investeringen, haalt blokkades weg en

een belangrijke drijfveer en succesfactor. We constateren

neemt infrastructurele maatregelen. Daarnaast lobbyen

dat het voor steeds meer inwoners inmiddels niet meer

we voor betere regelgeving en zullen we zowel handha-

de vraag is óf er duurzamer en gezonder gewoond, ge-

ven en aanspreken op gemaakte afspraken als stimule-

werkt, verplaatst en geconsumeerd moet worden, maar

ren, aanmoedigen en aanjagen. Natuurlijk: garanties dat

hóe. Juist dat laatste blijkt nog niet zo eenvoudig. Door

op deze wijze alle doelen ook daadwerkelijk gerealiseerd

juridische hobbels, lastige financieringsmogelijkheden,

worden hebben we niet. We denken wel dat het de beste

onbekendheid met wat er kan en wat het oplevert, blijkt

voorwaarden voor succes creëert. Uiteindelijk is het

het moeilijk ook echt tot handelen over te gaan. Ook zijn

noodzakelijk dat de samenwerking met de partners in

duurzame producten en diensten vaak niet of moeilijk

de stad ook daadwerkelijk leidt tot onder meer minder

verkrijgbaar. Het blijft hierdoor vaak bij ideeën en voorne-

CO2-uitstoot, meer investeringen in duurzaamheid en een

mens. Terwijl Rotterdammers zelf veel kúnnen doen om

ander gedrag. Tijdens de uitvoering van het programma

de stad schoner, groener en gezonder te maken. In het

meten en evalueren we daarom de voortgang en bereikte

bijzonder door:

(tussen)resultaten periodiek.

• Hun huis te isoleren en energie te besparen. • Zelf of samen met anderen te investeren in duurzame

Voor deze aanpak hebben we de partners waarmee we de samenwerking zoeken als volgt gegroepeerd:

energieopwekking, in een groen dak of een groene gevel.

Inwoners van Rotterdam.

Haven, industrie en grote bedrijven.

Ondernemers, verenigingen en instellingen.

• Duurzame keuzes te maken als consument

Corporaties, beleggers en ontwikkelaars.

• Streekproducten te kopen.

Automobilisten, transporteurs, (openbaar) vervoerbe-

• Meer te fietsen en elektrische auto’s, fietsen en scoo-

Scholen, beroepsopleidingen en kennisinstellingen.

Gemeentelijke organisatie en deelgemeenten.

• Met hun straat, vereniging, of school energie te be-

drijven en logistieke dienstverleners.

sparen.

ters en het openbaar vervoer te gebruiken. • Zorgvuldiger met afval om te gaan. We willen de Rotterdammer die wil meewerken aan een

Per groep geven we aan wat we voorstellen om ge-

duurzamere stad zó helpen dat wij én zij van woorden

zamenlijk te gaan doen, wat we hier van personen en

naar daden komen en resultaten boeken. We richten ons

organisaties verwachten en wat de gemeentelijk rol hierin

hierbij op het wegnemen van praktische obstakels (zoals

Programma Duurzaam | pag 47


• Samen met consortia aan de slag om huiseigenaren en verenigingen van eigenaren te benaderen met het aanbod om via geïntegreerde pakketten van energiebesparing woningen energiezuiniger te maken (activiteit 2). Voor deze activiteit zoeken we de aansluiting met de blok-voor-blok aanpak van het Rijk. Deze aanpak richt zich op het versnellen van energiebesparing in de bestaande bouw. Hiermee gaan we tevens invulling geven aan de uitvoering van de motie Klimaat op Maat. Bij het benaderen van de verenigingen van eigenaren sluiten we aan bij de werkzaamheden van VVE-010. • Het stimuleren van de aanleg van groene daken en groene gevels (activiteit 3). Het subsidieprogramma Groene Daken dat we hiervoor hebben, loopt nog tot eind 2014. • Bij het groener maken van de stad rekenen wij op (financiële) bijdragen van burgers en bedrijven. We starten pilots met publiek-private samenwerking. Hierin wordt minimaal één lokaal ondernemersfonds betrokken (activiteit 4). • Huishoudens met lage inkomens worden benaderd door energieadviseurs, waarbij we Rotterdammers betrekken met een afstand tot de arbeidsmarkt (activiteit 5). • Samen met de G4 organiseren we een gezamenlijke belemmerende regels, lastige financieringsmogelijkhe-

inkoop van (groene) elektriciteit en gas voor huishou-

den), het maken van afspraken met groepen bewoners

dens met lage inkomens. Hieraan koppelen we (posi-

en woningcorporaties, het bepleiten van regelingen (bij het Rijk en de EU) en op het aanleggen van infrastructuur

tieve) prikkels voor energiebesparing (activiteit 6). • Kansrijke initiatieven van Rotterdammers op het ge-

(laadpunten voor elektrische voertuigen, verbeteren van

bied van duurzaamheid ondersteunen met een fonds

fietsroutes, aanleg warmtenet) en het ondersteunen van

voor burgerinitiatieven en het organiseren van ‘meet

kansrijke initiatieven van Rotterdammers op het gebied

and green’-sessies voor inwoners en ondernemers

van duurzaamheid.

van de stad (activiteit 7). • Met de bewoners van Heijplaat gaan we aan de slag

In de voorgaande periode hebben we ons vooral gericht

om samen met hen een strategie uit te werken om

op het geven van informatie over milieu en klimaat (websi-

Heijplaat klimaatneutraal en klimaatbestendig te ma-

tes DCMR, RCI en Rotterdam.nl), voorlichting over ener-

ken (activiteit 8). Hierbij betrekken we de mogelijkheid

giebesparing en subsidieverstrekking (o.m. voor groene

om een pilot uit te voeren op het gebied van zelfleve-

daken). Ook hebben we het werk en de projecten van het

ring van zonne-energie en een pilot met smart grids

Rotterdams Milieucentrum (RMC) ondersteund. Onder meer vanwege een groot besef onder Rotterdammers dat

(activiteit 9). • We gaan meer voorzieningen voor fietsers realiseren:

het anders moet, is er - zo tonen ook enquêtes aan - een

we gaan het aantal stallingen in de binnenstad uitbrei-

steeds grotere bereidheid tot het maken van duurzame

den met 1.000 plaatsen (activiteit 10). Als onderdeel

keuzes. Nu vraagt men om handelingsperspectief. Om de

hiervan gaan we naar specifieke oplossingen zoeken

Rotterdammer te stimuleren met ons de doelstellingen te

voor de stallingsproblemen bij de locaties Coolsingel/

bereiken gaan we voor en met Rotterdammers in ieder

Beurstraverse, station Blaak en het Schouwburg-

geval de volgende activiteiten uitvoeren:

plein. We willen het fietsen ook bevorderen door een langeafstands-fietsroutes aan te leggen, zoals De

• Het stimuleren van energiebesparingcompetities tussen straten en buurten (activiteit 1).

Hofpleinroute tussen Den Haag en Dordrecht (activiteit 11). Speciaal om het fietsverkeer richting het

Programma Duurzaam | pag 48


centrum te stimuleren willen we daarnaast een aantal ontbrekende schakels in de hoofdroutes van het fietsroutenetwerk gaan aanpakken (activiteit 12).

Stadspark Schoonderloo: van, voor en door bewoners

• Het aantal elektrische fietsen en elektrische scooters willen we de komende jaren verder uitbreiden. Om

Bewoners van de wijk Delfshaven sloegen de handen

dit te bereiken investeren we in infrastructuur (acti-

ineen en transformeerden een braakliggend terrein,

viteit 13) (een dekkend netwerk van oplaadpunten),

bestemd voor woningbouw, in een groene oase: de

in een sloopregeling om benzinescooters snel door

schat van Schoonderloo. De buurt ontwierp het park

elektrische scooters te vervangen (activiteit 14) en

en beheert het groen van hun ‘schat’.

in communicatie (om marktpartijen en bewoners te enthousiasmeren). Dit laatste doen we samen met het

Ruth Schov, actief lid van de Vereniging De Schat

Elektrisch Vervoer Centrum.

van Schoonderloo: “Wij vinden ‘groen’ een basisvoorwaarde voor een pret-

Daarnaast voeren we meer activiteiten uit die direct of

tig leven. De buurtbewoners willen een leefbare buurt

indirect duurzame resultaten opleveren voor de inwoners

en daar hoort groen bij. Het initiatief van de buurt om

van deze stad. Naast de hierboven opgenomen activitei-

dat kleine lapje grond te veranderen in een park, heeft

ten zijn dit bijvoorbeeld ook:

gezorgd voor een enorm saamhorigheidsgevoel. Het is

• De investeringen in meer groen in de stad, in het

nu dé ontmoetingsplek van de buurt. De inrichting en het beheer van het park doen wij als buurtbewoners zelf.

bijzonder in stenige wijken. • Het beschikbaar stellen van verbruikscijfers voor elek-

Daarbij staat samenwerking voorop. We willen zoveel mogelijk gebruik maken van ieders talenten en mogelijk-

triciteit, aardgas en warmte. • De investeringen in het voorkomen van geluidhinder,

heden; dus ook een duurzame manier van met mensen

het investeren in gevelisolatie van woningen en het

omgaan. Waar nodig, krijgen we hulp van de ‘huisbaas’,

verbeteren van de luchtkwaliteit.

de deelgemeente Delfshaven. De ‘schat’ is er voor de

• De afspraken met corporaties over energiebesparing

hele buurt. Het heeft een open en uitnodigende sfeer.

en daarmee gepaard gaande woonlastenreductie in

Duurzaamheid is een van de drie pijlers van het park: we

de sociale woningvoorraad.

streven een maximale levensduur na bij de inrichting, het

• De beoogde samenwerking met scholen, beroepsop-

proces van tuinieren en gebruik van het park.”

leidingen en kennisinstellingen. • De inzet op een toename aan investeringen in duurzaamheid in stad en haven en de daarbij behorende

Foto: Jan van der Ploeg

werkgelegenheid.

Programma Duurzaam | pag 49


Duurzaamste VvE van Nederland

Samenwerking op straatniveau Rotterdam is een van de actiefste steden in Nederland

Bij de renovatie van het appartementen- en winkel-

in de Nationale Klimaatstraatfeestcampagne. In 2011

complex op de Nieuwe Binnenweg speelt duurzaam-

deden in Nederland bijna 5.100 straten mee aan deze

heid een belangrijke rol. De Vereniging van Eige-

energiebesparingscompetitie. De best scorende Kli-

naren koos voor ledverlichting, een groen dak en

maatstraten krijgen een Klimaatstraatfeest. Nummer 1 in

binnenkort een aansluiting op het warmtenet.

Rotterdam is de Schieveenstraat. De straat is met 64.802 punten twaalfde in Nederland, onder meer door allerlei

Wietze Gorter, tuinarchitect en voorzitter van de VvE

duurzame acties. Zo ging een Kinderklimaatteam langs

Nieuwe Binnenweg:

de deuren om lege batterijen, oud papier en elektrische

“Uitgangspunt van ons renovatieplan is duurzaamheid.

apparaten in te zamelen. De vijf beste straten in Rot-

Het begon met een uitgekiend lichtplan aan de voorge-

terdam krijgen een bijzondere straattheatervoorstelling

vel. Het was niet alleen energiezuinig, maar ook gewoon

aangeboden. Het Klimaatstraatfeest sluit goed aan de

mooi. Bovendien geeft het omwonenden een gevoel van

campagne opZUINIG! van het Rotterdams Milieucentrum

veiligheid. De bewoners waren hier erg enthousiast over.

(RMC). Via deze campagne krijgen bewoners prakti-

Hierna ontstond grote betrokkenheid voor andere duur-

sche handvatten om energie en water te besparen in

zame initiatieven. Bij volgende grote renovatiewerkzaam-

eigen huis en straat. Zo organiseert het RMC de cursus

heden hebben we bewust gekozen voor duurzame oplos-

Milieucoach. Bewoners worden opgeleid om voorlichting

singen. Naast het milieu-aspect, zijn energiebesparing en

over energie- en waterbesparing te geven. Ook komt de

comfort minstens zo belangrijk. Een groen dak ziet er niet

‘GroeneKlusjesMan’ langs met tips over energiebespa-

alleen mooi uit, het zorgt voor de opname van overtollig

rende maatregelen.

regenwater, het isoleert goed in zomer en winter, en het neemt stof en geluid op. Bij onze duurzame plannen heb-

Emile van Rinsum (RMC): “Het Klimaatstraatfeest

ben we aangeklopt bij de gemeente, en niet voor niets.

stimuleert energiebesparing op een leuke en sociale

Daar waar nodig, konden we rekenen op financiële steun

manier. Het versterkt het ‘straatgevoel’ en maakt dat

en deskundig advies.”

bewoners extra energiebesparende maatregelen treffen.” Kerngegevens Betrokken partijen: Landelijke klimaatcampagne HIER. NU, Rotterdams Milieucentrum (RMC) en gemeente Rotterdam. Doel: CO2-reductie, energiebesparing, kostenbesparing, bevorderen bewustzijn voor energiebesparing en duur-

Foto: Jan van der Ploeg

zaamheid.

Programma Duurzaam | pag 50


4.2 Haven, industrie en grote bedrijven

heeft weer positieve effecten op de luchtkwaliteit in de meestal - benedenwinds gelegen stad.

De Rotterdamse haven, het industriële complex en grote

Rotterdam zoekt hierin ook nadrukkelijk de samenwer-

bedrijven in en om Rotterdam vormen ook in de toekomst

king met het Rijk en de EU voor financiering van innova-

een zeer belangrijke economische factor. Daarnaast

ties en op gang brengen van de transitie. Samen bekijken

zijn ze onmisbaar bij het realiseren van de duurzaam-

we hoe onrendabele toppen voor bedrijven die hun nek

heidsambities van Rotterdam. Terwijl er sprake was van

uitsteken gefinancierd zouden kunnen worden en hoe

een sterke groei van haven en industrie zijn hier in de

daarbij risico’s het beste kunnen worden verdeeld. Hierbij

afgelopen jaren de grote slagen gemaakt op het gebied

gaat het ook om het aanpassen van wet- en regelgeving

van het verbeteren van de luchtkwaliteit, vermindering

als dat nodig is om de beweging mogelijk te maken.

van geluidsoverlast, verhoging van de energie-efficiency, het opwekken van schone energie en het gebruik van

Door de omvang van deze sectoren zijn de mogelijke

biomassa. Deze lijn van gelijktijdige economische groei

besparingen en verminderingen zeer aanzienlijk. Over

en verdere verduurzaming willen we graag continueren.

deze gebiedsgerichte aanpak zijn inmiddels afspraken

Daarom willen we eraan bijdragen deze sectoren verder

gemaakt met de partners binnen RCI. Daarnaast zijn in de

te versterken, maar dan wel zo ‘schoon’ mogelijk. Dit kan

voorgaande periode al diverse samenwerkingsafspraken

vooral als men in deze sectoren verder werkt aan:

gemaakt tussen bedrijven en plannen voorbereid voor

• Vergroten van de energie-efficiency van de processen.

bijvoorbeeld de aanleg van infrastructuur voor hergebruik

• Investeringen in ketens voor uitwisseling van (rest-)

van stoom door bedrijven. Via meer dan dertig workshops is voorlichting gegeven aan medewerkers en beslissers

energie. • Investeringen in technische ontwikkeling en toepassingen van groene grondstoffen voor de chemie.

van bedrijven over mogelijkheden voor energiebesparing via techniek, proces en gedrag. Ook is een windconvenant

• Investeringen in duurzame energieopwekking.

afgesloten dat voorziet in minimaal een verdubbeling van

• Terugdringen van de uitstoot van vervuilende stoffen

de capaciteit van 150 naar ruim 300 MW in 2020 in het ha-

en vermindering van industrielawaai.

vengebied op openbaar terrein. Diverse mijlpalen maken

• De handel in en het gebruik van duurzame biomassa.

daarnaast duidelijk hoe de verduurzaming vorm krijgt. Van

• Samenwerking aan het realiseren van een CO2-infra-

de realisatie van testlocatie Plant One, waar innovatieve

structuur.

technieken voor energiebesparing in de procesindustrie op

• CO2 afvangprojecten.

ware schaalgrootte (dus niet laboratoriumschaal) kunnen worden getest en de levering van CO2 aan tuinders in het

De verdere verduurzaming van het haven- en industrie-

Westland, tot de komst van vier biobrandstoffabrieken en

complex levert een belangrijke extra economische impuls

toekenning van diverse omvangrijke Europese subsidies

voor de stad op. Dit verduurzamen zal vooral door het

voor projecten in het kader van CCS. In internationaal

bedrijfsleven en het Havenbedrijf zélf opgepakt moeten

verband heeft Rotterdam 55 wereldhavens in het World

worden. De gemeente heeft hierin vooral een stimulerende

Ports Climate Initiative bijeengebracht en zijn er afspraken

en faciliterende rol: we willen belemmeringen voor deze

gemaakt om de uitstoot van havenactiviteiten en scheep-

verduurzaming zoveel mogelijk wegnemen, partijen bij

vaart aan te pakken.

elkaar brengen, en waar wenselijk een gebiedsgerichte aanpak mogelijk maken. De grote concentratie van logis-

Inzet van de gemeente

tieke en industriële activiteiten in het havengebied leent

Om de haven, industrie en grote bedrijven te stimuleren

zich bij uitstek voor een dergelijke aanpak. De afgelopen

het doel te bereiken stellen we voor om nadere afspraken

jaren laten zien dat het voor bedrijven zeer lastig is om

te maken over energie- en productefficiency (activiteit 15).

op eigen kracht energiebesparingsdoelen te halen. Door

Daarbij willen we met bedrijven businesscases opstellen

slimmer samen te werken - bijvoorbeeld door samen

voor het nuttig toepassen van restwarmte en stoom (ac-

duurzame energieopwekking te realiseren en bijvoorbeeld

tiviteit 16) en over de toepassing van smart grids door de

warmte- of koudeoverschotten te delen – worden deze

bedrijven in het distripark Maasvlakte (activiteit 17). Samen

doelen wél haalbaar. Dit leidt niet alleen tot besparing op

met het Warmtebedrijf werken we aan een concreet voor-

het energiegebruik maar ook tot een forse vermindering

beeldproject voor de uitwisseling van warmte tussen bedrij-

van de uitstoot van CO2 en andere vervuilende stoffen. Dat

ven in de haven en de stad (activiteit 18). Met de bedrijven

Programma Duurzaam | pag 51


De bestaande milieugebruiksruimte moeten we daarom zo efficiënt mogelijk benutten. Bijvoorbeeld op het gebied van geluid. Samen met de bedrijven gaan we onderzoeken hoe, en met welke innovaties, verdere intensivering van bedrijvigheid samen kan gaan met het verminderen van de benodigde geluidruimte (activiteit 24). Het realiseren van al deze plannen vraagt inzet, betrokkenheid en bemoeienis van een groot aantal partijen. Naast het Havenbedrijf, DCMR, Deltalinqs en grote bedrijven in het haven-en industriegebied zijn dat ook de landelijke overheid, de provincie Zuid-Holland en de EU. Als college zullen we hierin een bindende en stimulerende rol hebben.

ECT: marktgedreven naar duurzame innovatie Containeroverslagbedrijf ECT - met drie terminals in de Rotterdamse haven - reduceert zijn CO2-uitstoot Foto: Huntsman

met twintig procent tussen 2009 en 2012. De nieuwe Euromax Terminal Rotterdam is zo duurzaam mogelijk en het bedrijf heeft een nieuwe achterlandverbinding ontwikkeld die het wegverkeer ontlast. Rob Bagchus, Chief Public Affairs en Public

in de haven onderzoeken we verder de mogelijkheden van

Relations Officer van ECT:

uitwisseling van grond- en reststoffen (activiteit 19).

“Rotterdam is een dichtbevolkt gebied met veel activiteiten; dan heb je een grote verantwoordelijkheid. Daar-

Voor de gemeente is daarnaast een belangrijke rol weg-

naast nemen wij als bedrijf ook zelf onze verantwoorde-

gelegd voor het aantrekken van Europese subsidie(s) en

lijkheid, en klanten vragen het van ons. Dat zijn drijfveren

het voeren van de lobby voor aanpassing van belemme-

om te werken aan duurzaamheid. Het mooie aan duur-

rende wet- en regelgeving op het gebied van duurzame

zaamheid is dat milieu-, maatschappelijk en economisch

energie, biomassa en vooral CCS. In het verlengde

voordeel hand in hand gaan. We houden onze proces-

hiervan voeren we samen met de bedrijven ons biomas-

sen continu tegen het licht – overal waar het slimmer,

saprogramma uit (activiteit 20), en dragen we bij aan het

efficiënter en duurzamer kan, doen we dat. Eigenlijk is

verder ontwikkelen van een goede infrastructuur voor

het niet nieuw voor ons; we doen dat al heel lang. Zo is

CO2-transport (activiteit 21). Het Rotterdam Opslag en

ECT’s laatste aanwinst, de Euromax Terminal Rotterdam,

Afvang Demonstratieproject (ROAD) fungeert hierbij als

de duurzaamste en efficiëntste terminal ter wereld. Bij

stimulerend voorbeeld. Tot slot werken we aan het verder

de bouw daarvan hebben we ingezet op ‘duurzaam wat

uitvoeren van het windconvenant; dat moet resulteren

duurzaam kan’. We bieden ook nieuwe diensten aan:

in een verdubbeling van de capaciteit van windenergie

bijvoorbeeld European Gateway Services: een verbinding

in het havengebied (activiteit 22). Ook maken we werk

met terminals in het achterland. Tussen de diepzeeter-

van het plaatsen van windmolens op bedrijventerreinen.

minals en deze achterlandterminals garanderen wij een

De toepassing van zonne-energie door het plaatsen van

goede verbinding - vooral via spoor en binnenvaart.

zonnepanelen op bedrijfsdaken en leidingstraten gaan

En we blijven kijken naar nieuwe verbeteringen, zowel

we onderzoeken (activiteit 23).

in en om de terminal als van en naar het achterland. Die veranderingen worden meer gedreven door de markt dan

De verwachte verdubbeling in economische (haven-)activi-

door de overheid.”

teiten en intensivering van het ruimtegebruik is alleen haalbaar als we ons maximaal inspannen voor verduurzaming.

Programma Duurzaam | pag 52


Havenstrategie en gemeentelijk beleid versterken elkaar “Een bloeiende haven maakt dat de Rotterdamse duurzaamheidsambities makkelijker zijn te realiseren.” Zo vat Pieter van Essen, projectdirecteur RCI namens het Havenbedrijf Rotterdam NV, de relatie tussen stad en haven kernachtig samen. Het duurzaamheidsbeleid van gemeente en haven sluiten dus naadloos op elkaar aan. Het Havenbedrijf zette het afgelopen jaar de toekomstvisie op papier. In Port Compass 2030 staat hoe de markt zich de komende decennia ontwikkelt en hoe de haven daarop anticipeert. Er zijn vier scenario’s uitgewerkt: van behoudende tot stormachtige groei. Van krimp is in géén van de varianten sprake. Daarbij neemt het belang van de energieen oliesector toe. “Al was het maar omdat Europa slechts beperkt beschikt over eigen grondstoffen,” zegt Pieter van Essen. CO2 is een gewoon product Met de groei van de haven zijn de Rotterdamse inspanningen erop gericht de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Hoe draagt het Havenbedrijf daaraan bij, in de wetenschap dat het havengebied nu al circa 90% van de uitstoot voor haar rekening neemt? “We willen de uitstoot van CO2 zoveel mogelijk voorkomen en terugdringen,” stelt Van Essen. “Bijvoorbeeld door emissie-eisen te stellen aan Maasvlakte 2 en bij gronduitgifte in te spelen op de veranderende energiemix. Denk aan de verwachte sterke groei van elektrisch vervoer in de komende jaren – de gemeente legt daar ook veel nadruk op. Er komen nieuwe elektriciteitscentrales op de Maasvlakte om in de toenemende energievraag te voorzien. De productie vindt naast gas en kolen ook plaats met biomassa. Biomassa is ook speerpunt van het gemeentelijk beleid. Dat sluit goed aan bij de havenactiviteiten, want het dat moet allemaal aangevoerd, op- en overgeslagen worden. Bij de centrales vangen we de CO2 vervolgens af voor hergebruik in het Westland of opslag onder zee. Dat betekent investeren in CO2-transportleidingen die toegankelijk moeten zijn voor verschillende aanbieders en afnemers. En er zal een terminal komen zodat CO2 ook per tanker kan worden vervoerd. Daarmee is CO2 voor ons dus een gewoon product. Net als biomassa en andere grondstoffen. Zo ontwikkelt de haven zich, werken we samen met de gemeente en neemt de uitstoot van CO2 per saldo af.” Flexibel inspelen op veranderende energiemix Een ander voorbeeld van hoe de strategie van het Havenbedrijf en het gemeentelijk duurzaamheidsbeleid elkaar versterken is op het gebied windenergie. De gemeente wil het opgesteld vermogen verdubbelen tot 2020. Het Havenbedrijf werkt daaraan vanzelfsprekend mee. “In het havengebied moet er voor 300 MW aan windturbines staan,” aldus Van Essen. Ook op het gebied van LNG – vloeibaar aardgas – speelt dit. “Het belang van aardgas neemt de komende decennia verder toe,” zegt Van Essen. Dit jaar opent in Rotterdam de eerste LNG-terminal van Nederland. LNG is een relatief schone brandstof, en het Havenbedrijf wil daarom proberen om de binnenvaartsector zo ver te krijgen dat zij LNG gaat gebruiken als vervoerbrandstof. Van Essen: “Hierin trekken wij samen op met de gemeente; we starten gezamenlijk een pilot. Want om schippers zo ver te krijgen dat ze LNG gebruiken, moet het concurrerend zijn. Hoe krijg je dat voor elkaar? Daarbij spelen er zaken op het gebied van veiligheid en regelgeving. Want je wilt niet dat een schip met LNG mag varen tot de grens, en dan niet verder kan omdat de wetgeving elders anders is.” Zo’n project kost volgens Van Essen veel tijd, maar het heeft grote voordelen voor de emissies. Niet alleen in Rotterdam overigens, maar ook in het omringende gebied waar de schepen doorheen varen. “Zo’n project is echt uniek,” stelt hij. “Dat vind je nergens anders in de wereld. We willen echt een spilfunctie vervullen in de Nederlandse ambitie om uit te groeien tot dé energierotonde van Europa. We willen voorop lopen en flexibel kunnen inspelen op veranderingen. Dat is de rode draad van de havenvisie en dat sluit naadloos aan op het Rotterdamse duurzaamheidsbeleid.”

Programma Duurzaam | pag 53


Deltalinqs Energy Forum: samen werken aan energie-efficiency in de haven

4.3 Ondernemers, verenigingen en instellingen Verduurzaming biedt op diverse manieren kansen voor

Het Deltalinqs Energy Forum (DEF) stimuleert energiebe-

ondernemers. Allereerst is verduurzaming bedrijfseco-

sparing en innovaties in industriële processen en instal-

nomisch steeds aantrekkelijker door de stijgende prijzen

laties. Met het programma wil ondernemersorganisatie

van grondstoffen en (fossiele) brandstoffen. Duurzaam

Deltalinqs de energie-efficiency in de Rotterdamse haven

produceren wordt daardoor relatief goedkoper en de

en industrie verbeteren en de CO2-uitstoot verminde-

markt voor duurzame producten en diensten groeit

ren. Doel is duurzaam ondernemen te versterken én

bovendien snel. Ondernemers kunnen zich daarnaast in

de internationale concurrentiepositie van Rotterdam te

positieve zin van concurrenten onderscheiden door het

verbeteren.

leveren van duurzame producten en diensten en door

De drie pijlers van het kennisplatform zijn: bevorderen

maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Grote

van energie- en productefficiency, het vergroten van

(en kleine) Rotterdamse bedrijven pakken dit inmiddels

het aandeel duurzame energie en grondstoffen, en de

serieus op. Deels vanuit een maatschappelijke betrok-

uitvoering van CCS-projecten. Daarnaast verkent DEF

kenheid, maar vooral ook omdat hiermee simpelweg geld

de economische kansen van ketenvorming, als onderdeel

te verdienen is. Hierdoor draagt deze groep aanzienlijk

van het CoSiR–programma (Co-Siting Rijnmond). Dit

bij aan het realiseren van onze ambities. Vanuit het pro-

heeft al geleid tot een wereldprimeur in Rotterdam: een

gramma Duurzaam sluiten we dus aan bij het momentum

gezamenlijk stoomnetwerk voor bedrijven in de Botlek.

dat bij veel bedrijven en in veel branches al aanwezig is.

Bedrijven die hogedrukstoom produceren of over hebben,

Ook bij verenigingen en instellingen is verduurzamen na-

leveren de stoom aan het Stoompijpnetwerk. Andere be-

drukkelijk aan de orde. Vanuit de intrinsieke motivatie om

drijven in de omgeving nemen stoom af van dit nieuw aan

hierin de eigen verantwoordelijkheid te nemen en daar-

te leggen netwerk. Dat scheelt jaarlijks 400.000 ton CO2–

naast ook door de sterk stijgende kosten van energie.

uitstoot. En vanuit het CoSiR-programma heeft DEF een nieuwe, duurzame keten ontwikkeld voor de verwerking

Met het programma hebben we een aantal sporen

van biologisch zuiveringsslib. Op een centrale locatie

waarlangs we de beweging rond duurzaam ondernemen,

wordt het slib uit installaties voor afvalwaterverwerking

produceren en consumeren stimuleren.

verwerkt tot bioslib, dat weer dient voor de productie van biogas. Zo gaan milieu en economie hand in hand.

Er is steeds meer vraag naar duurzame producten en diensten, maar het aanbod is nog beperkt. Daarom willen

Cees Jan Asselbergs (Deltalinqs): “Er is veel te winnen

we deze markt stimuleren, door zowel de vraag verder

door de schaalvoordelen van het Rotterdamse industriële

aan te wakkeren als bedrijven aan te sporen tot het

complex te benutten. Met de innovatieve aanpak voor

vergroten van het aanbod. In dat licht gaan we duurzame

ontwikkeling van de Stoompijp Botlek, realiseert Rotter-

producten en diensten bevorderen via het inkoop- en

dam het samengaan van economische groei, verhoogde

aanbestedingsbeleid van de gemeente. We willen berei-

efficiency, verbeterde luchtkwaliteit en terugdringen van

ken dat meer Rotterdamse bedrijven zich gaan richten

CO2.”

op het produceren van duurzame producten en/of het leveren van duurzame diensten en dat meer bedrijven die

Kerngegevens

duurzaamheid als kernactiviteit hebben zich in Rotterdam

Betrokken partijen: Deltalinqs, Rotterdam Climate Initia-

gaan vestigen. Uit onderzoek blijkt overigens dat een

tive.

aanzienlijk deel van de bedrijven in de Rotterdamse regio

Doel: energie-efficiency, CO2-reductie, kostenreductie,

deel uitmaken van de ‘productieketen van klimaatadapta-

productiviteitsverhoging, MVO, kennisdeling, advisering

tie’, denk aan ingenieursbureaus, architectenbureaus en

en facilitering aangesloten bedrijven.

(water)bouwbedrijven. Dit biedt goede aanknopingspunten voor economische versterking en innovatie. We bevorderen investeringen in energiebesparing van winkels, bedrijven, instellingen en verenigingen. Voor de grootverbruikers zullen we dat grotendeels via handha-

Programma Duurzaam | pag 54


ving doen. Voor kleinverbruikers (o.a. verenigingen en

rende maatregelen te vergemakkelijken. Bijvoorbeeld via

stichtingen) verwachten we meer van stimulering.

een revolverend fonds of via het bieden van garanties. We ondersteunen de Diergaarde Blijdorp bij de uitvoering

En we richten ons op het sluiten van kringlopen. Op het

van hun energieplan (activiteit 27).

gebied van afval is nog veel winst te boeken. In directe zin door bijvoorbeeld goede waterzuivering en betere

Met bedrijven die innovaties in de praktijk willen uittesten

afvalscheiding en -hergebruik, maar ook in de keten van

gaan we aan tafel om te horen wat zij daarvoor van de

producenten van verpakking tot de inzamelaar van rest-

gemeente nodig hebben. Hierbij werkt het programma

afval en de verwerkers van reststromen. Hierbij betrek-

Duurzaam samen met programma Regionale en Stede-

ken we ook cradle-to-cradle principes.

lijke economie en Stadshavens Rotterdam en de Clean Tech Delta. Op die manier snijdt het mes aan twee

Inspanningen

kanten. De ondernemer kan een belangrijke stap zetten

Bedrijven en organisaties die koplopers zijn op het

naar het ‘marktrijp’ maken van zijn product en Rotterdam

gebied van duurzaam ondernemen ondersteunen we

wordt een ‘living showcase’. Een ontwikkeling als de

met het actief communiceren van hun ervaringen en

RDM-campus is hiervan al een goed voorbeeld. Voor in-

boodschap (activiteit 25). Een voorbeeld hiervan is dat

dustriële innovaties biedt Plant One in de Botlek demon-

de Kamer van Koophandel al sinds 2001 werkt volgende

stratiefaciliteiten. Ook werken we aan een innovatiefonds

de principes van duurzaam ondernemen, en een voor-

en onderzoeken we de mogelijkheid om uitzonderlijk

beeldrol kan en wil vervullen richting het Rotterdamse

goede ideeën op het gebied van duurzaamheid van

bedrijfsleven.

Rotterdamse ondernemers actief te ondersteunen. Deze economische instrumenten werken we in de komende

Om meer energiebesparing te bereiken bij bedrijven en

periode verder uit (activiteit 28).

instellingen zetten we de branchegerichte aanpak uit de afgelopen jaren voort (activiteit 26). Concreet is ons doel

Onderdeel van de ‘living showcase’ is de rol van Stads-

dat in 2014 bij 900 (van de 1.200 te benaderen) bedrij-

havens Rotterdam als co-locatie van een Europees

ven energiebesparende maatregelen met een terug-

Knowledge Innovation Community Climate (KIC-Climate).

verdientijd van maximaal vijf jaar zijn genomen. In de

Doel van dit KIC-Climate is om via Europese samenwer-

afgelopen twee jaren hebben de gemeente en de DCMR

king en schaalvergroting klimaatinnovaties te realiseren

gezamenlijk het stimuleringsprogramma opgezet. Dat

die het bedrijfsleven in staat stellen om klimaatoplossin-

begint nu haar vruchten af te werpen. Voor de komende

gen versneld te vermarkten.

jaren liggen er nog vele kansen die met de huidige opzet verzilverd kunnen worden. Om dit te bereiken willen we

Specifiek voor de watersector werken we verder aan de

de succesvolle workshops ten behoeve van de branches

(inter)nationale profilering van de Rotterdamse aanpak

voortzetten. Daarnaast willen we (markt)partijen, zoals

op het gebied van klimaatadaptatie. We organiseren een

installateurs en financiers, met de bedrijven in contact

evenement voor professionals waarin de Rotterdamse

brengen om maatregelen te realiseren en eventuele

aanpak en resultaten op het gebied van klimaatadaptatie

knelpunten aan te pakken. Ook zal energiebesparing en

centraal staan (activiteit 29). En we dragen de ervaringen

duurzaamheid (vooral duurzame producten) een speer-

van Rotterdam op het gebied van duurzaamheid en water

punt zijn in de aanpak van winkelgebieden in Rotterdam.

uit in het buitenland, leidend tot nieuwe opdrachten en

Daarmee willen we bereiken dat de benaderde bedrijven

nieuwe omzet voor (Rotterdamse) bedrijven (activiteit

uiteindelijk gemotiveerd raken om méér te doen dan wat

30).

wettelijk is verplicht. Dit doen we zoveel als mogelijk samen met andere partijen die dit ook als doel hebben.

Met bedrijven en kennisinstituten uit de watersector en

Bijvoorbeeld de ‘stoere vrouwen’ die laten zien dat je met

betrokken overheden maken we afspraken over vorm, in-

je aankoopgedrag invloed kan uitoefenen op de markt

houd en financiering van het Nederlands Watercentrum.

voor duurzame alternatieven en eerlijke producten.

De gemeente (activiteit 31) en in het bijzonder de Clean Tech Delta gaan dit faciliteren. Hiermee fungeert het Ne-

Specifiek voor verenigingen en stichtingen (bijvoorbeeld

derlands Watercentrum als een van de bouwstenen van

sportverenigingen, theaters en musea) onderzoeken we

het cluster water- en deltatechnologie.

de mogelijkheden om de financiering van energiebespa-

Programma Duurzaam | pag 55


Kamer van Koophandel biedt podium voor duurzame initiatieven

Wattnou: pionier in duurzame winkelstraat Energie verspillen is zonde. Dat weten ze bij Wattnou

De Kamer van Koophandel zet zich actief in om

maar al te goed. In de energiebesparingswinkel aan de

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) te

Nieuwe Binnenweg is alles te vinden op het gebied van

stimuleren bij ondernemers in Rotterdam. Ze biedt

energiebesparing. Van ledverlichting, een zeer groot

koplopers op het gebied van duurzaamheid een po-

assortiment spaarlampen tot tochtstrips en waterbespa-

dium en ondersteunt bij de realisatie van duurzaam-

rende douchekoppen. Ook kan je er terecht om aan de

heidsinitiatieven.

keukentafel laagdrempelig grote en kleine energievragen te bespreken. Dat energiebesparing loont, bewijzen de

Anneloes Brand, beleidsadviseur KvK:

energiescans die Wattnou uitvoert bij klanten. De scan

“Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is een van

brengt de besparingsmogelijkheden in beeld en rekent uit

de tien speerpunten van de KvK. En duurzaamheid

hoeveel de besparing opbrengt. Dit deed Wattnou al voor

maakt uiteraard onderdeel uit van goed MVO-beleid. We

twintig winkeliers in het kader van het project ‘Dubbele

merken dat de laatste jaren steeds meer ondernemers

winst aan de Nieuwe Binnenweg’. De energiewinst zat

vragen hebben over duurzaamheid, in de breedste zin

voor de ondernemers vooral in energiezuinige verlichting.

van het woord. Ze horen er veel over, ze hebben het

Daarmee is de Nieuwe Binnenweg hard op weg om de

gevoel ‘we moeten wat met duurzaamheid’, maar ze we-

meest duurzame winkelstraat van Rotterdam te worden.

ten niet zo goed wat. En daar komt onze rol om de hoek kijken. We opereren als een spin in het web. We kunnen

Frank Belderbos (projectmanager Revitalisering

ondernemers in aanraking brengen met aansprekende

Nieuwe Binnenweg): “De energiebesparingswinkel

voorbeelden van duurzaam ondernemen, kennisdeling

Wattnou was de pionier voor duurzaamheid in de

bevorderen en waar nodig faciliteren. Natuurlijk hebben

de Nieuwe Binnenweg. We zien nu dat meer onder-

we zelf ook een belangrijke voorbeeldfunctie. Zo wer-

nemers met een duurzaam profiel kiezen voor deze

ken we zelf al sinds 2001 volgens de principes van Het

winkelstraat als vestigingslocatie.”

Nieuwe Werken. Wij geloven hier sterk in en dragen dit Kerngegevens

alleen bij aan een goede balans tussen werk en privé,

Betrokken partijen: Wattnou, Make&Co, gemeente Rot-

maar ook aan een vermindering van fileproblemen, een

terdam, Rotterdam Climate Initiative, DCMR Milieudienst

betere bereikbaarheid en daarmee ook minder uitstoot

Rijnmond.

van CO2. Alle kleine beetjes helpen, en iedereen kan

Doel: energiebesparing, kostenbesparing, maatschappe-

daar aan bijdragen.”

lijk verantwoord ondernemen.

Foto: R. Keus

uit naar ondernemers. Het Nieuwe Werken draagt niet

Programma Duurzaam | pag 56


4.4 Corporaties, beleggers en ontwikkelaars

ING, Maarsen Groep, Multi Vastgoed, OVG en Vestia/ Estrade. Deze inmiddels bijna zestig bedrijven willen een bijdrage leveren aan het concreet en meetbaar maken

De vastgoedsector is een onmisbare partij om de Rotter-

van duurzaamheid bij nieuwbouw, bestaande bouw en

damse duurzaamheidsambities te realiseren. Duurzaam-

gebiedsontwikkeling in Rotterdam. Samen leveren ze een

heid - energiezuinigheid in het bijzonder - speelt een

belangrijke en concrete bijdrage aan het realiseren van de

snel groeiende rol in de algehele exploitatiekosten van

Rotterdamse ambities op het gebied van duurzaamheid.

panden. Een duurzaam pand heeft meerwaarde en kan op grotere belangstelling rekenen van huurders. Mede

Voor gebouwgebonden energie streven we naar een CO2-

daardoor zijn corporaties, beleggers en ontwikkelaars

reductie van 30% in 2020 ten opzichte van 2010. Voor

meer en meer bereid om bij te dragen aan het realiseren

nieuwbouw geldt nu al de gezamenlijk uitgesproken ambi-

van onze doelen. Deze insteek staat centraal in onze

tie van halvering ten opzichte van het Bouwbesluit 2006.

samenwerking met ontwikkelaars, bouwers, beleggers,

Met de hierbij betrokken partijen hebben we afspraken

corporaties en particuliere verhuurders.

gemaakt om duurzaamheid integraal en ambitieus op te pakken conform (inter)nationaal geaccepteerde maatsta-

De duurzaamheidsuitdaging is vooral groot voor bestaan-

ven zoals BREEAM. In de komende periode geven we hier

de panden. De transformatie van de bestaande voor-

uitvoering aan (actiepunt 35). Naast CO2-reductie gaat het

raad zal in de komende periode, méér dan nieuwbouw,

om een veelheid aan duurzaamheidsaspecten: energie,

de agenda bepalen. Hoe de herontwikkeling duurzaam

water, adaptief bouwen, slopen, afval, gezondheid, lucht-

plaats kan vinden en gefinancierd kan worden is ook in

kwaliteit, landgebruik, groen, buitenruimte, mobiliteit en

dit programma een belangrijk vraagstuk. Creatieve con-

transport en (bouw)management. Iedere partij met wie we

cepten kunnen hier een grote rol in vervullen. Onze eigen

afspraken maken levert (ten minste) één concreet project

ervaringen met het afsluiten van energieprestatiecontrac-

dat bijdraagt aan een duurzamer Rotterdam. Een geza-

ten voor de zwembaden verbreden we daarom naar de

menlijke marktstuurgroep begeleidt en rapporteert over

corporaties, beleggers en ontwikkelaars (activiteit 32).

de gemaakte afspraken. De gemeente ondersteunt deze samenwerking tussen marktpartijen in de uitvoering.

Corporaties Met de Rotterdamse corporaties werken we samen (ac-

Warmte- en koudeaansluitingen

tiepunt 33) om ook in de sociale woningvoorraad tot een

Binnen de samenwerking met corporaties, beleggers en

halvering van de CO2-uitstoot te komen. Ook voor deze

ontwikkelaars gaat veel aandacht uit naar het vergroten

samenwerking zoeken we aansluiting bij de Blok-voor-

van het aantal nieuwe en bestaande gebouwen in de stad

Blok aanpak van het Rijk. We hebben afspraken gemaakt

dat is of wordt aangesloten op restwarmte (activiteit 36).

om in de periode tot 2015 10% CO2-uitstootreductie te

Samen met corporaties, ontwikkelaars en warmteleve-

realiseren. Met de corporaties hebben we ook afspra-

ranciers gaan we alle geplande nieuwbouw aansluiten op

ken gemaakt over het stimuleren van warmtelevering uit

‘warmte’ in plaats van op aardgas. Met corporaties, vereni-

restwarmte, het gebruik van groene stroom door huur-

gingen van eigenaren en energiebedrijven werken we sa-

ders, het bevorderen van een gezond binnenklimaat, het

men aan het aansluiten van 4.000 bestaande woningen op

zoveel mogelijk toepassen van FSC-hout, toepassing van

het warmtenet. We onderzoeken ook wat de haalbaarheid

groene daken en duurzaam slopen. De gemeente helpt

is van collectieve koudenetten. Voor de binnenstad werken

bij het in kaart brengen van de energieverbruikgegevens

we aan een masterplan voor de ondergrond, om zo regie

en onderzoekt de mogelijkheden om de ontwikkeling van

te houden op de mogelijkheden die de bodem biedt voor

smart grids te versnellen. Hierbij werken we samen met

dit type energie-toepassingen (activiteit 37). We ontwik-

Stedin, Eneco en Nuon (activiteit 34). De corporaties

kelen een visie op koudelevering aan gebouwen (activiteit

monitoren de inspanningen en behaalde resultaten en

38) en werken samen met onder meer Eneco aan een

vermelden deze in hun jaarverslag.

haalbaarheidsstudie naar een koudenet in de binnenstad (activiteit 39). Samen met marktpartijen onderzoeken we

Ontwikkelaars en beleggers

tot slot de mogelijkheden van vergroening van het warm-

We werken samen met bedrijven die in onze stad vast-

tenet op basis van geothermie, restwarmte, biomassa en

goed ontwikkelen, beheren of erin investeren. Het gaat

warmte uit asfalt (activiteit 40).

daarbij onder meer om AM, Blauwhoed, Dura Vermeer,

Programma Duurzaam | pag 57


4.5 Automobilisten, transporteurs, (openbaar)vervoerbedrijven en logistieke dienstverleners

zorgen voor minder geluid- en stankoverlast en er wordt straks meer gefietst in Rotterdam. Bedrijven gaan gebruikmaken van slimme vervoersconcepten en reduceren zo het aantal in de stad gereden kilometers. Verkeersgeleiding zorgt voor betere doorstroming en minder gere-

Rotterdam wil ook in de toekomst goed bereikbaar zijn.

den kilometers. De gemeente Rotterdam geeft zelf het

Maar dan wel op een duurzame manier. Een belangrijk

goede voorbeeld met schone voertuigen en duurzaam

deel van de uitdagingen op het gebied van luchtkwaliteit,

mobiliteitsmanagement. Ook op het water gaan schepen

CO2-uitstoot en geluidhinder heeft direct te maken met

minder vervuilende stoffen uitstoten door het toepas-

verkeer op de weg en vervoer over water. Verwachting

sen van schonere brandstoffen, zuiniger motoren en het

is dat de mobiliteitsvraag de komende jaren sterk zal

gebruik van walstroom. Havenbedrijf en de Koninklijke

groeien. Om die vraag zo duurzaam mogelijk op te van-

Nederlandse vereniging van Reders (KNVR) hebben een

gen, volgen we meerdere sporen. Dankzij technologische

belangrijke rol bij het verder stimuleren van milieuverant-

ontwikkelingen (schonere motoren, stillere en efficiëntere

woorde zeevaart.

banden) is er al veel progressie om de vervoerssector schoner, stiller en efficiënter te maken. Dit is – vooral

Voor de stad is een belangrijke rol weggelegd voor

door de verder groeiende mobiliteit - echter onvoldoende

openbaar vervoer. Met de RET werken we aan het beter

om al onze ambities op het gebied van luchtkwaliteit,

inzetten van openbaar vervoer om het vervoersysteem

CO2-uitstoot en geluidhinder waar te maken.

te verduurzamen. Ons doel daarbij is onder meer om een betere afstemming tussen duurzame vervoerwijzen

Het totale pakket aan maatregelen op het gebied van

bereiken. Denk aan de fiets als voor- en natransport

mobiliteit levert wel een aanzienlijke bijdrage aan het

naar ov-haltes en stations; maar ook aan het parkeren

realiseren van de luchtkwaliteitsdoelen: het aantal elek-

van auto’s aan de rand van de stad en verder reizen met

trische voertuigen neemt sterk toe, elektrische scooters

openbaar vervoer en het in één pakket aanbieden van gebruik van deelauto’s, fietsen en openbaar vervoer. Met de RET onderzoeken we ook de mogelijkheid om nieuwe pilots op te starten in het kader van het programma Rotterdam Elektrisch (zie ook activiteit 44). De komende periode werken we verder aan het slimmer organiseren en schoner en stiller maken van transport en mobiliteit in onze stad. Dit doen we in ieder geval door samen met automobilisten, transporteurs, (openbaar) vervoerbedrijven en logistieke dienstverleners de volgende activiteiten uit te voeren:

Slimmer organiseren van transport en mobiliteit Het zoveel mogelijk voorkomen van (auto)mobiliteit willen we bereiken via het slimmer organiseren van mobiliteit en aanreiken van goede alternatieven (activiteit 41). Bijvoorbeeld via de VerkeersOnderneming en het programma

Foto: Hannah Anthonysz

SlimBereikbaar, waarbij we samenwerken met Kamer

van Koophandel en VNO-NCW. Dit programma biedt een breed palet aan alternatieven als carpoolen, gebruik van elektrische fietsen en telewerken om te komen tot een structurele gedragsverandering. Verder bevorderen we het aanbod en gebruik van deelauto’s en het gebruik van de logistieke diensten zoals de Binnenstadservice. We investeren in een betere routegeleiding voor bezoekers

Programma Duurzaam | pag 58


aan de binnenstad zodat bestuurders minder kilometers

wordt toegepast als brandstof voor binnenvaartschepen

rijden om op hun bestemming te komen (activiteit 42).

(activiteit 49). In dat kader doen we onderzoek naar de

Stimuleren elektrisch vervoer: Rotterdam Elektrisch

veiligheidsaspecten van LNG bij de binnenvaart en gaan we het mogelijk maken dat vier schepen die regelmatig de Rotterdamse haven aandoen voor een periode van enkele

Onder de noemer ‘Rotterdam Elektrisch’ gaan we ons

jaren gebruik gaan maken van LNG. Het Deltalinqs Energy

als stad sterk inzetten voor het stimuleren van elektrisch

Forum doet onderzoek naar toepassing van waterstof voor

vervoer. We onderzoeken de mogelijkheid om via de

distributie in de stad door middelgrote vrachtwagens en

introductie van gedifferentieerd parkeren schone auto’s

vervoer op haventerminals (activiteit 50).

te stimuleren (activiteit 43). Hiervoor is wel nodig dat de experimenteerwet Gedifferentieerd Parkeren wordt aangenomen. Samen met (markt)partijen gaan we diverse

Binnenstadservice: schoner en stiller

initiatieven ondersteunen op het gebied van elektrisch vervoer. (activiteit 44). Voor de komende periode zijn

Binnenstadservice Rotterdam verzamelt op een

dit onder meer het opzetten van het Elektrisch Vervoer

centraal distributie- en overslagpunt op bedrijventer-

Centrum, de introductie van elektrische deelauto’s door

rein Noord-West goederen die bestemd zijn voor win-

Greenwheels, experimenten met elektrische auto’s bij

keliers in de binnenstad. Twee keer per dag bezorgt

Politie Rotterdam Rijnmond en het afronden van het

BS Rotterdam op een schone manier én kosteloos

onderzoek naar de vervanging bij de RET van bussen die

de gebundelde goederen bij de zestig aangesloten

gebruikmaken van traditionele brandstoffen door (hybride)

winkeliers in het centrum.

elektrische bussen. Om het gebruik van elektrische auto’s te stimuleren gaan we de aanleg van een oplaadinfra-

Wouter Blok,voorzitter stichting Binnenstadservice

structuur ondersteunen. Dit doen we onder meer door een

Rotterdam:

financiële bijdrage te leveren aan de eerste 1.000 oplaad-

“De meeste winkeliers hebben regelmatig beperkte

punten in Rotterdam (activiteit 45) en door aanleg van een

zendingen. Hierdoor komt het vaak voor dat de vracht-

oplaadinfrastructuur op te nemen bij de bouw van nieuwe

wagens die hen bevoorraden, niet optimaal beladen

parkeergarages (activiteit 46).

zijn. Er is daardoor sprake van een groot aantal ‘kleine’ leveringen op verschillende tijdstippen van de dag, door

Optimalisatie grondstromen

verschillende leveranciers. Het gevolg: slechte bereik-

Samen met andere overheden en marktpartijen gaan

baarheid van de binnenstad, onveilige situaties, geluido-

we onderzoeken hoe we het (vervuilende) transport van

verlast, luchtvervuiling, files enzovoort. Met de Binnen-

zand, grond en andere materialen kunnen verminderen

stadservice dragen we bij aan een bereikbare, schone,

(activiteit 47).

leefbare binnenstad, die daardoor ook economisch beter functioneert. Hiervoor gebruiken we de meest duurzame

Schonere brandstoffen

transportmiddelen, die we zo efficiënt mogelijk inzetten.

Naast het schoner maken van het mobiliteitsysteem sti-

Onze elektrische bestelwagen en bestelwagen op aard-

muleren we het gebruik van schone brandstoffen. Volledig

gas komen bijvoorbeeld niet leeg terug. We nemen ook

elektrisch rijden is voor het vrachtverkeer in de komende

retourstromen mee, zoals piepschuim, pallets of andere

jaren maar zeer beperkt mogelijk. Daarom is het gebruik

verpakkingsmaterialen. Deze verwerken we vervolgens

van alternatieve en hernieuwbare brandstoffen noodzake-

weer op een duurzame manier. Ook bieden we de aan-

lijk. Een praktijkproef met biodiesel op basis van restvet-

gesloten winkeliers de mogelijkheid voor tijdelijke opslag

ten (activiteit 48) moet de haalbaarheid van grootschalige

van hun goederen, of het om- en verpakken van goede-

inzet van deze brandstof aantonen. Vaak zijn ook andere

ren waarna ze direct bij de consument worden geleverd

soorten biobrandstof inzetbaar voor het vrachtverkeer.

of in gedeelten naar de winkeliers gaan. Binnenstadser-

Samen met het Havenbedrijf, biobrandstofproducenten,

vice Rotterdam krijgt nu nog subsidie van de gemeente,

vrachtwagenleveranciers en vervoerders werken we aan

maar op termijn is het de bedoeling dat leveranciers zelf

verdere toepassing van dergelijke biobrandstoffen.

gaan betalen voor de ‘last mile’. Onze service scheelt hen ook veel tijd, en dus geld.”

Samen met het Havenbedrijf en het bedrijfsleven gaan we een proef uitvoeren waarbij vloeibaar aardgas (LNG)

Programma Duurzaam | pag 59


Greenwheels start proef met elektrische deelauto’s Ruim vijftien jaar geleden begon Greenwheels in Rotterdam met het toen nog onbekende fenomeen autodelen. Inmiddels zijn de rode Greenwheelsauto’s een bekend verschijnsel in de meeste steden Foto: Robin Utrecht Fotografie

van Nederland. Dit jaar gaat een pilot met 25 elektrische deelauto’s van start. Jan Borghuis, directeur en oprichter Greenwheels: “Elektrisch vervoer is ideaal in de stad. Een gemiddelde rit van de Greenwheels-automobilist is namelijk kort: 90 procent van de ritten kan op één acculading worden gereden. Een elektrische deelauto combineert de voordelen van elektrisch vervoer en autodelen. Denk aan schone lucht, en stil en zuinig rijden. Daarnaast neemt een deelauto minder ruimte in beslag en bovendien draagt

RET: enkeltje duurzaamheid

het bij aan bewust autogebruik. Kortom, het is beter voor het milieu en je hebt toch de vrijheid om te rijden. In de

Openbaar vervoer draagt al bij aan schonere lucht:

vier grote steden van Nederland gaan dit jaar elektrische

mensen die de tram, bus of metro nemen, zitten im-

Peugeot iOn’s rijden die op 25 locaties kunnen opladen.

mers niet in een auto om zich te verplaatsen en dat

Zo’n 20.000 automobilisten die bij Greenwheels zijn

scheelt CO2-uitstoot. Maar de Rotterdamse RET gaat

aangesloten, doen mee aan de proef. We willen met

veel verder en zoekt milieu- en energiebesparing

deze pilot op grote schaal ervaring opdoen met elektrisch

over de volle breedte van de bedrijfsvoering.

vervoer in de stad en duurzame mobiliteit in de praktijk stimuleren.

Pedro Peters, algemeen directeur RET:

Door autodelen zo aantrekkelijk mogelijk te maken, over-

“Als bedrijf willen we wát we doen, zo duurzaam mogelijk

tuig je mensen van de voordelen. Bijvoorbeeld door het

doen. Voor de toekomst van de stad is dat cruciaal. Een

aantal autodeelplaatsen te vergroten en gebruikers de mo-

mooi voorbeeld is onze nieuwe remise in de Beverwaard.

gelijkheid te bieden gratis te parkeren. Daar hebben we de

We doen daar alles duurzaam als dat technisch en finan-

ondersteuning van de gemeente hard bij nodig. Maar, daar

cieel haalbaar is. Zoals dubbel grondgebruik door een

staat tegenover dat wij een uitstekende oplossing bieden

parkeerplaats voor 500 auto’s op het dak. En het wassen

voor een aantal stedelijke problemen zoals ruimtegebrek,

van de trams en het spoelen van de wc’s met regenwater.

files, geluidoverlast, fijnstof en parkeerdruk.”

Maar we hebben ook speciale heipalen gebruikt voor warmte- en koude-uitwisseling met de grond. In de zomer van 2011 neemt de RET de nieuwe, duurzame remise in gebruik. Natuurlijk spelen er ook economische motieven. We betalen per jaar 16 miljoen euro aan stroom, dus het is logisch dat we ook naar besparingen zoeken. Besparingsmaatregelen kunnen bijvoorbeeld zitten in het opwekken en gebruiken van stroom die vrijkomt als een metro of tram afremt. Belangrijke inspiratiebron voor ons zijn de ambities van het Rotterdam Climate Initiative.”

Programma Duurzaam | pag 60


Foto: Hannah Anthonysz

Programma Duurzaam | pag 61


4.6 Scholen, beroepsopleidingen en kennisinstellingen

Maar eerst en vooral zijn onderwijsinstellingen voor ons natuurlijk de ingang om de jonge Rotterdammer te bereiken. Om te beginnen met de jongste generatie. Speciaal voor kinderen op basisscholen loopt vanuit de gemeente

Investeren in draagvlak voor duurzaamheid begint met

een natuur- en milieueducatieprogramma en is er een

het verankeren van duurzaamheid in de educatie van

uitgebreide ondersteunende infrastructuur bestaande uit

jongeren. Dit vergroot het inzicht en kennis om nu en in

kinderboerderijen, centra voor natuur- en milieueducatie

de toekomst verantwoorde keuzen als burger en pro-

en educatieve tuincomplexen met kindertuintjes. Hier-

fessional te maken. De essentiële partners om deze

mee bereiken we een groot deel van de Rotterdamse

opgave van onze duurzaamheidsagenda uit te voeren

basisscholen. Uitgangspunt is dat we door kinderen in

zijn uiteraard zijn de basisscholen, scholen voor voort-

aanraking te brengen met groen en natuur bijdragen aan

gezet onderwijs, het beroepsonderwijs, hogescholen en

betere leerprestaties en ook: dat kinderen beter in hun

universiteiten.

vel zitten. Het blijkt bovendien dat volwassenen die op jonge leeftijd natuur- en milieueducatie hebben genoten

Aan de basis hiervan staat dat de schoolgebouwen en

meer waarde hechten aan natuur, milieu en duurzaam-

onderwijscomplexen ook zelf voldoen aan duurzaam-

heid en beter in staat zijn daarnaar te handelen.

heidsambities die we aan de stad stellen. Dit betekent dat we actief aan de slag gaan ervoor te zorgen dat school-

Samen met de scholen van voortgezet onderwijs, het

gebouwen en campussen een gezond binnenklimaat

beroepsonderwijs en de kennisinstellingen willen we het

hebben en zo veel mogelijk gevestigd zijn op locaties met

volgende realiseren:

een goede luchtkwaliteit. Daarnaast willen we stimuleren

• We willen scholieren, studenten en onderzoekers

dat onderwijsorganisaties duurzaamheid in hun eigen

gezamenlijk en interdisciplinair laten werken aan in-

bedrijfsvoering opnemen.

novatieve oplossingen voor duurzaamheidsvraagstukken die wij, de gemeente, het bedrijfsleven en andere partijen als urgent beschouwen. • We willen duurzame ontwikkeling meer integreren als leidraad in onderwijs en onderzoek. • We willen bereiken dat we beter dan nu in staat zijn om grote strategische opgaven van de stad structureel met onderzoek en kennisopbouw te ondersteunen. Om dit te bereiken gaan we samen met de scholen, beroepsopleidingen en kennisinstellingen het volgende doen: Herijking programma Natuur-en Milieu Educatie In de komende periode gaan we het programma voor natuur- en milieueducatie opnieuw bekijken en toetsen aan de meest recente ontwikkelingen en inzichten (activiteit 51). Kern is een overgang van natuur- en milieueducatie naar duurzaamheidsparticipatie. Hierbij zetten we kinderboerderijen, natuurtuinen en milieucentra in als centra om educatie en participatie op het gebied van duurzaamheid te versterken. In de vorm van een duurzaamheidscoalitie willen we meer samenwerking bereiken tussen de verschillende organisaties op het gebied van natuur, milieu en duurzaamheid. Hierbij gaan we ook het bedrijfsleven betrekken.

Programma Duurzaam | pag 62


Frisse Scholen

Doorlopende leerlijn

Niet alle schoolgebouwen in Rotterdam voldoen aan de

Op initiatief van de docentenopleidingen van de hoge-

uitgangspunten van een gezond binnenmilieu. Vanuit de

school Rotterdam wordt er samen met de scholen en de

‘Regeling verbetering binnenklimaat huisvesting primair

gemeente een Rotterdamse doorlopende leerlijn voor

onderwijs 2009’ zijn in 2010 en deels in 2011 maatrege-

duurzaamheid ontwikkelt. Het ideaalbeeld is dat leer-

len getroffen waarmee het binnenklimaat in vijftig scholen

lingen in elke fase van het onderwijs een programma

is verbeterd. In de periode tot en met 2014 voeren we

duurzaamheid krijgen dat aansluit en voorbouwt op de

samen met de schoolbesturen deze verbeteracties uit

vorige fase. De gemeente is partner in het traject om hier

(activiteit 52). Deze zijn gericht op het verbeteren van het

een projectorganisatie voor in te richten (activiteit 54).

binnenklimaat en het energiezuinig maken van de overige scholen. We geven een binnenmilieuadvies aan alle

Strategische kennisagenda

scholen met natuurlijke ventilatie, passen het programma

Om de grote strategische opgaven van de stad struc-

en ambitieprofiel ‘Frisse Scholen’ toe bij alle nieuwbouw

tureel met onderzoek en kennisopbouw te ondersteu-

en renovaties en maken afspraken met schoolbesturen

nen gaan we een strategische kennisagenda opzetten.

over onderhoud en beheer van installaties in schoolge-

Duurzaamheid is een van de vijf thema’s op deze agenda

bouwen die van invloed kunnen zijn op het binnenmilieu.

waarmee we de kennisorganisatie van de gemeente

Bij het verder verduurzamen van het gemeentelijk vast-

verder vorm gaan geven (activiteit 55). Dit doen we om

goed (zie ook 4.7.1) nemen we ook de schoolgebouwen

onze beleidsprogramma’s beter te kunnen onderbouwen,

mee in het vervolg van het programma “Rotterdamse

de uitvoerende taken efficiënter te verrichten en om de

Groene Gebouwen”.

onderzoek- en onderwijsprogramma’s van kennisinstellingen beter te laten aansluiten op de opgaven uit de Rot-

Scholen voor duurzaamheid

terdamse praktijk. De kennisagenda is leidend in onze

Voor scholieren van het voortgezet onderwijs hebben

positionering in de diverse kennisnetwerken en geeft

we het project Scholen voor Duurzaamheid. Leerlingen

richting en focus in de zoektocht naar provinciale, rijks-

uit het voortgezet onderwijs geven in het kader van dit

en/of Europese cofinanciering voor innovatieve projecten

project advies over actuele duurzaamheidsvraagstukken

en kennistrajecten.

van Rotterdamse bedrijven. In de komende periode gaan we samen met de deelnemende bedrijven onderzoeken

Verduurzamen curricula beroepsonderwijs en kennisin-

of we dit project kunnen voortzetten en of we het ook

stellingen

geschikt kunnen maken voor studenten van beroepsop-

Duurzaamheid willen we meer als leidraad laten fungeren

leidingen (activiteit 53).

in onderwijs en onderzoek. In het vervolg op de succes-

RDM Campus

volle samenwerking met het opzetten en uitvoeren van

Programma Duurzaam | pag 63


een duurzaamheidsagenda met de Hogeschool Rotter-

Voor studenten vinden we het belangrijk dat ze de kans

dam (via het convenant tussen RCI en de Hogeschool)

krijgen om gezamenlijk en interdisciplinair te werken

en de Erasmus Universiteit (onder meer via het project

aan innovatieve oplossingen voor urgente duurzaam-

Greening the Campus) gaan we daar actief mee aan de

heidsvraagstukken. De komende periode geven we deze

slag. Initiatiefnemer is de Erasmus Universiteit Rotter-

samenwerking met studenten verder vorm in het kader

dam in samenwerking met de TU Delft. Wij dragen hier

van onze strategische kennisagenda (actiepunt 59). We

onder meer aan bij door vanuit de Rotterdamse praktijk

vinden wel dat de beroepsopleidingen en kennisinstel-

concrete vraagstukken aan te dragen en met de scholen

lingen hier meer het voortouw in moeten nemen. Hierbij

voor beroepsonderwijs en kennisinstellingen afspraken

betrekken we ook de vraag of en op welke wijze we onze

te maken over verduurzamen van de curricula (activiteit

samenwerking met samenwerkingsverbanden als Aida

56). Dit doen we niet alleen om de uitvoering van onze

en KISSZ voortzetten.

strategische kennisagenda door de kennisinstellingen te borgen. We merken ook dat studenten enthousiast raken als dat ze merken dat ze een concrete bijdrage kunnen leveren aan milieu en sociale problemen in de buurt én

Naoorlogse school krijgt duurzame metamorfose

daarvan direct het effect zien. Het schoolgebouw van De Wilgenstam is 56 jaar oud, Kennis voor klimaat

ongeïsoleerd en voldoet niet meer aan de eisen van

Een bijzonder element van de kennisagenda op het

deze tijd. Duurzame oplossingen staan centraal bij

gebied van duurzaamheid is onze bijdrage aan het

de renovatie. De basisschool in Schiebroek krijgt

onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat (activiteit

een nieuwe isolerende schil, een decentraal CO2-

57). Binnen dit nationale onderzoeksprogramma worden

gestuurd ventilatiesysteem en lokale energieopwek-

kennis en diensten ontwikkeld die nodig zijn om de inves-

king met behulp van WKO-installatie, zonnepanelen

teringen in ruimte en infrastructuur die de komende 20

(en windenergie).

jaar zijn voorzien te beoordelen op klimaatbestendigheid en zonodig aan te passen. In het deelprogramma Hotspot

Peter Bergen, directeur OBS Wilgenstam:

Regio Rotterdam werken we samen met kennisinstellin-

“Het gebouw is energieverslindend en heeft een zeer

gen en het bedrijfsleven. De focus ligt hier op vraagstuk-

slecht binnenklimaat. Samen met een bevriend architect

ken op het raakvlak van het klimaatbestendig maken van

is, na een duurzame renovatie van ons andere gebouw,

Rotterdam en tegelijkertijd de stad en haven optimaal

de school gaan dromen: stel dat we veel geld zouden

aantrekkelijk te maken voor werken en wonen. Samen

hebben, hoe zouden we dit gebouw dan willen verbou-

werken we aan het in beeld brengen van de effecten van

wen? En toen bleek er ineens ook geld beschikbaar.

klimaatverandering op de binnenvaart, het identificeren

Onze droom bleek uit te komen. Straks hebben we zeer

van kansen voor veilige en multifunctionele dijken in Rot-

laag energieverbruik, en de weinige energie die we nodig

terdam, het stedelijk hitte-eiland effect in Rotterdam en

hebben, wordt lokaal opgewekt. Ook het binnenklimaat

de kwetsbaarheid van buitendijkse gebieden in relatie tot

wordt heel aangenaam. Maar misschien nog wel het

klimaatverandering.

meest belangrijk; we willen met dit project onze leerlingen bewust maken van duurzaamheid. We willen dat ze

Stimuleren van samenwerking tussen bedrijfsleven en

zich medeverantwoordelijk voelen voor het gebouw, en

scholen, beroepsopleidingen en kennisinstellingen

dat ze zich realiseren dat je niet alleen een gebouw moet

Op de arbeidsmarkt en binnen het bedrijfsleven is steeds

aanpassen, maar ook je gedrag. Het is de bedoeling dat

meer vraag naar kennis en kunde op het gebied van

de leerlingen het schoolplein duurzaam gaan inrichten,

duurzaamheid. Daarom willen we ‘contextrijk leren’ en

met een groene tuin. Ook bestaat het plan om de buurt

partnerships tussen bedrijfsleven en (met name) be-

te betrekken bij deze duurzame renovatie. We hopen dat

roepsopleidingen stimuleren. Concreet voorbeeld hiervan

de gemeente inziet hoe uniek dit project is als inspirerend

is onze steun aan het Centrum voor Innovatief Vakman-

leermiddel voor leerlingen en wijkbewoners. We kunnen

schap in Onderhoud Mobiliteit (CIVOM) en het Koude-

wel een steuntje in de rug gebruiken.”

Warmtecentrum van Zadkine (activiteit 58).

Programma Duurzaam | pag 64


4.7 Gemeentelijke organisatie en deelgemeenten

Deze ‘interne’ onderdelen komen aan bod in 4.7.1. De gemeente staat niet alleen voor de taak om duur-

Goed voorbeeld doet goed volgen. We krijgen meer par-

zaamheid te integreren in de eigen bedrijfsvoering. We

tijen in beweging als ook de eigen inzet van de stad op

zijn vanuit ons publieke taak ook verantwoordelijk voor

het gebied van duurzaamheid overtuigt. Sterker: dit pro-

het inzamelen van restafval en voor de inrichting en

gramma ontleent z’n legitimiteit mede aan de gemeente-

beheer van de buitenruimte. Daarnaast zijn we een cen-

lijke inzet op het verduurzamen van de bedrijfsvoering.

trale partij bij gebiedsontwikkelingen in de stad. Met het

Deze voorbeeldfunctie is niet alleen van symbolische

programma focussen we ons op:

waarde. Door de omvang van de gemeentelijke vastgoed-

• Duurzame gebiedsontwikkeling en een gebiedsge-

portefeuille en het grote inkoop- en aanbestedingsvolume

richte benadering.

betekent het een flinke stimulans voor verduurzaming van

• Aanpak van geluidhinder en luchtkwaliteit.

Rotterdam.

• Het groener maken van de stad. • Afval.

Met de activiteiten die we vanuit dit programma uitvoeren

• Energie-efficiënte openbare verlichting.

willen we bereiken dat duurzaamheid een standaard onderdeel wordt van de gemeentelijke bedrijfsvoering. We

Deze ‘externe’ onderdelen komen aan bod in 4.7.2.

richten ons hierbij op: • Verduurzaming van het gemeentelijke vastgoed.

Daarnaast is het de taak van de gemeentelijke organisa-

• Integreren van duurzaamheid bij het gemeentelijk

tie om duurzaamheid in de lijnorganisatie en de ove-

facilitair bedrijf.

rige collegeprogramma’s te verankeren. Dit moet ertoe

• Duurzaam inkopen.

bijdragen dat een programmatische inzet op duurzaam-

• Verduurzaming gemeentelijk wagenpark.

heid in een volgende collegeperiode niet meer op deze

Programma Duurzaam | pag 65


manier nodig is. Maar standaard onderdeel uitmaakt van de gemeentelijke uitvoeringspraktijk. De gemeentelijke organisatie wordt meer gericht op het faciliteren van

Gemeente maakt haar vastgoed slim zuiniger en comfortabeler

(lopende) initiatieven van de partners in de stad. Hier hoort een andere rol bij. Een rol waarbij de gemeentelijke

Een duurzame en kostenefficiënte vastgoedportefeuille.

organisatie zich vooral als samenwerkingspartner op stelt

Dat is het streven van de gemeente voor haar bestaande

en minder gericht is op ‘in alles vooropgaan’.

gebouwen. De variatie binnen deze portefeuille is groot: van sporthallen, scholen, kantoren, theaters tot zwembaden. Elk gebouw vraagt dan ook om een specifieke

4.7.1 Verduurzamen van de gemeentelijke bedrijfsvoering Verduurzaming gemeentelijk vastgoed

aanpak om te komen tot duurzame en kostenefficiënte oplossingen. Om de komende jaren de 1.500 gemeentelijke panden te verduurzamen is het programma ‘Rotterdamse Groene Gebouwen’ gestart. Inmiddels is een start gemaakt het aanpakken van de eerste reeks gebouwen: negen gemeentelijke zwembaden, grootverbruikers van

Het nieuw te bouwen Stadskantoor gaan we zo duur-

energie en water. De energiebesparende maatregelen

zaam mogelijk herontwikkelen. Binnen de kaders op het

worden getroffen volgens het zogeheten ‘Building Re-

gebied van stedenbouw, architectuur, duurzaamheid en

trofit concept’. De zwembaden worden gemoderniseerd

financiën gaat het gebouw ten minste voldoen aan de

zonder dat het de gemeente meer kost. Een private partij

standaard BREEAM Excellent, een internationaal er-

– Strukton in dit geval – schiet de investeringen voor en

kende standaard voor de duurzaamheid van gebouwen.

voert renovaties/besparingen door. De opbrengst van

Niet eerder behaalde een binnenstedelijk project deze

die besparingen vloeit weer terug naar dit bedrijf. De

kwalificatie. Daarnaast maken we met het Stadskantoor

gemeente gaat het slimme principe van ‘building retrofit’

een start met het nieuwe huisvestingsconcept dat tot

ook toepassen bij andere duurzame renovaties.

minimaal 20% minder energieverbruik zal leiden. De verduurzaming van de negen zwembaden moet Om de komende jaren de vastgoedportefeuille van de

leiden tot een daling van het energieverbruik met

gemeente te verduurzamen en de CO2-uitstoot sterk te

34% in de komende tien jaar, wat neerkomt op een

verminderen hebben we het programma ‘Rotterdamse

bedrag van liefst 3,4 miljoen euro. Dit leidt tot een

Groene Gebouwen’ gestart. Doel is marktpartijen te

CO2-reductie van bijna 2.000 ton per jaar en een

selecteren met wie we een prestatiecontract afsluiten

verbetering van de water- en luchtkwaliteit van de

over het onderhoud en energiezuinig maken van ons

zwembaden. Daarnaast besteedt de gemeente hier-

vastgoed. Hierbij werken we nauw samen met het Clinton

mee het beheer en onderhoud van deze zwembaden

Climate Initiative. Begin 2011 hebben we zo een contract

voor de komende tien jaar uit wat een besparing

afgesloten voor negen gemeentelijke zwembaden (acti-

oplevert van 1,1 miljoen euro.

viteit 60). De geselecteerde marktpartij draagt zorg voor uitvoering van de energiebesparende maatregelen, geeft

Kerngegevens

garanties over de energiebesparing en zorgt voor de fi-

Betrokken partijen: Gemeente Rotterdam, Rotterdam

nanciering. Uitgangspunt is dat verlaging van de energie-

Climate Initiative.

en waterlasten de investering en onderhoudskosten dekt.

Doel: besparen van energie, CO2-reductie, lagere on-

In de tweede helft van 2011 bepalen we of, en zo ja: voor

derhoudskosten, hoger comfort door slimme duurzame

welke gebouwen (o.a. schoolgebouwen) we een tweede

ingrepen, ontzorgen gemeente.

aanbesteding gaan organiseren (activiteit 61). We delen onze ervaringen met de private sector en corporaties.

Programma Duurzaam | pag 66


In Rotterdam gaan we dit beleid uitvoeren en de markt aanspreken op hun verantwoordelijkheid (activiteit 63). • We gaan ons meer richten op duurzaamheid in inkooptrajecten onder de Europese aanbestedingsgrens (activiteit 64). Deze meervoudig onderhandse aanbestedingen bieden tevens de mogelijkheid de Rotterdamse en regionale economie een impuls te geven. • We gaan verkennen hoe we meer aan zowel de voorkant (ontwerpen, gebiedsontwikkeling, bedrijfsvoering) als aan de achterkant (hoe duurzaam zijn de daadwerkelijke leveringen, diensten en werken ze in de praktijk?) de mate van duurzaamheid kunnen vaststellen (activiteit 65).

Verduurzaming gemeentelijk wagenpark In de periode 2006-2010 is 75% van het gemeentelijk

Integreren van duurzaamheid bij het gemeentelijk facilitair bedrijf

wagenpark ‘verschoond’ naar minimaal Euro 4. Voor de komende periode streven we ernaar dat minimaal 25% van het gemeentelijk wagenpark in 2014 elektrisch of

Met onze energieleverancier Greenchoice werken we

hybride is (activiteit 66). Roteb lease is hierbij de centrale

samen aan het verbeteren van de gemeentelijke inkoop

partij. In totaal gaat het om ongeveer 350 voertuigen,

van elektriciteit en gas. Onderdeel van de afspraak is dat

waaronder sowieso honderd elektrische scooters ter

Greenchoice risicodragend deelneemt in de ontwikkeling

vervanging van gewone scooters en auto’s. De eerste

van deze dienstverlening en een deel van haar voordeel

twintig elektrische auto’s zullen onderdeel zijn van het

gebruikt om binnen de gemeentelijke organisatie het

proeftuinproject 75-EV-RO waarin we samenwerken met

verbruik van energie terug te dringen. Voor de volgende

Stedin en Eneco.

aanbesteding van elektriciteit en gas willen we de levering van elektriciteit en gas koppelen aan een jaarlijkse vermindering van het energieverbruik (activiteit 62). Rotterdam is als klant groot en interessant genoeg voor

4.7.2 Borging van duurzaamheid in de

marktpartijen om op deze manier samen naar duurzame

gemeentelijke uitvoeringspraktijk

oplossingen te zoeken. Wat hier ontwikkeld wordt, kan elders in Nederland vermarkt worden. We gaan om deze reden ons verder als proeftuin voor duurzame dienstverlening opstellen.

Duurzame gebiedsontwikkeling en een gebiedsgerichte benadering Duurzaamheid draagt bij aan de kwaliteit van leven in de

Duurzaam inkopen

stad. Nieuwe ontwikkelingen (inclusief hergebruik, trans-

De afgelopen periode is veel aandacht besteed aan duur-

formatie en herstructurering) bieden een aangrijpingspunt

zaam inkopen: van groene stroom, het nieuw te bouwen

om dit te realiseren. Zo maken we duurzaamheid concreet

Stadskantoor tot kopieermachines en warmedranken-auto-

en tastbaar bij nieuwe ontwikkelingen. We hanteren de

maten. De komende jaren gaan we door met het opnemen

volgende algemene principes als uitgangspunt:

van duurzaamheidsaspecten in de aanbestedingen. We

• Elke ontwikkeling moet leiden tot een meer kindvrien-

hebben als doel om in 2015 100% duurzaam in te kopen.

delijke, groene, schone en gezonde leefomgeving.

Daarnaast gaan we ons in het bijzonder voor een paar zaken extra inspannen:

toekomstbestendigheid.

• We willen geen zaken doen met leveranciers die niet hun ketenverantwoordelijkheid nemen voor internatio-

• Elke ontwikkeling moet leiden tot waardecreatie en • Elke ontwikkeling moet leiden tot minimaal 50% CO2 reductie en 100% klimaatbestendig in 2025.

nale arbeidsnormen (zoals kinderarbeid). De interna-

Bij dit alles geldt dat we samenwerken met de markt en

tionale sociale criteria maakten tot nu toe geen deel

bewoners en afrekenbaar zijn en communiceren over de

uit van de duurzaamheidscriteria van AgentschapNL.

ambities en de resultaten.

Programma Duurzaam | pag 67


Ook in gebieden zonder veel (bouw)ontwikkelingen liggen

Aanpak geluidhinder en luchtkwaliteit

overigens veel kansen. Via een gebiedsgerichte benade-

Een groot deel van de maatregelen om de geluidhinder te

ring pakken we deze samen met de deelgemeenten op.

verminderen en de luchtkwaliteit te verbeteren pakken we vooral op in samenwerking met de partners in de stad:

We zetten hierbij in op:

inwoners, de transporteurs, et cetera. Een aantal acties

• Het opnemen van duurzaamheid in de instrumenten

ligt primair op het bord van de gemeente:

en werkwijze bij stedelijke ontwikkeling. Onderdeel hiervan is het formuleren van een duurzaamheids-

Aanleg stille wegdekken

paragraaf bij ruimtelijke plannen (activiteit 67).

De belangrijkste bijdrage aan doelstelling de geluidover-

Speerpunten hierbij zijn de Binnenstad, Stadshavens

last te verminderen komt van stille wegdekken. De aanleg

Rotterdam en Rotterdam-Zuid.

hiervan koppelen we aan het reguliere onderhoudspro-

• Een in de organisatie geborgde aanpak voor klimaat-

gramma van gemeentelijke wegen met een maximumsnel-

adaptief (her)ontwikkelen van bestaande en nieuwe

heid van 50 km/u en hoger (activiteit 76). Hiermee kunnen

gebieden: de Rotterdamse Adaptatie Strategie (RAS)

we op de lange termijn het aantal mensen dat last heeft

(activiteit 68). Onderdelen hiervan zijn:

van verkeerslawaai met ongeveer 20% verminderen.

- Het realiseren van meer waterbergende capaciteit, die tevens bijdraagt aan de kwaliteit van de buiten-

Geluidsanering gevels en geluidschermen

ruimte. We onderzoeken en realiseren innovatieve

In de komende tijd saneren we ruim 300 woningen die

vormen van waterberging; waterpleinen (activiteit

aan drukke wegen liggen en niet voldoende gevelisolatie

69) zijn hiervan voorbeelden.

hebben om het binnen voldoende stil te hebben (activiteit

- Het realiseren van gebouwen en buitenruimte die

77). Aan deze aanpak draagt het Rijk financieel bij via

bestand zijn tegen de gevolgen van klimaatver-

het ISVIII. In Rozenburg pakken we samen met Prorail

andering (adaptief bouwen). Bijvoorbeeld drijvend

500 woningen aan om de geluidbelasting als gevolg van

bouwen in de Nassauhaven (activiteit 70), adap-

verkeer over de Calandbrug te verlagen (activiteit 78). Bij

tieve woningen op Heijplaat (activiteit 71) en een

het Rijk bepleiten we de aanleg van een geluidscherm

beleidskader buitendijks bouwen (activiteit 72).

voor de A16 en de A20 (activiteit 79).

- Het ruimte bieden voor het beproeven van innovatieve vormen van bouwen en bescherming

Actieplan geluid

tegen het water, bijvoorbeeld een proeflocatie voor

In het kader van de Rotterdamse aanpak geluidhinder

innovatieve waterkeringen; dit als voorbereiding

laten we nieuwe geluidkaarten opstellen, evenals een

op praktijktoepassing in Stadshavens Rotterdam.

nieuw actieplan geluid 2013-2018 (activiteit 80).

• Onderzoek in Hoek van Holland en op Rozenburg naar de mogelijkheden voor windenergie (activiteit 73). • Afronden van onderzoek in Pernis naar het concept

Aanpak luchtkwaliteit en verkeer voor lange termijn In de periode na 2015, wanneer het Nationaal Samen-

‘duurzame weg’ (activiteit 74). Afhankelijk van de

werkingsprogramma Luchtkwaliteit is afgerond, gaan we

uitkomsten van dit onderzoek en mogelijkheden voor

verder met acties om de kwaliteit van de lucht te verbe-

financiering gaan we dit concept promoten.

teren. Niet zozeer om aan de normen te voldoen, maar

• Uitvoering van het actieprogramma Milieu Overschie,

vooral: om de gezondheid te verbeteren. Hierbij betrek-

samen met deelgemeente Overschie (activiteit 75).

ken we de Vervoerstrategie 2050 van de Europese Com-

Hierin werken we samen aan een betere score op

missie. Deze dient als inspiratiebron voor het opstellen

milieukwaliteit binnen Overschie en aan een beter

van scenario’s voor de Rotterdamse praktijk. Onderdeel

imago voor de deelgemeente wat betreft milieu.

van de aanpak luchtkwaliteit en verkeer op de lange ter-

• Samenwerking in Charlois met de deelgemeente, het

mijn is het formuleren van een visie gericht op bestaande

Havenbedrijf, Woonbron, Hogeschool Rotterdam en

milieubelaste gebieden. Daarnaast gaan we maatregelen

de bewoners van Heijplaat aan een klimaatneutraal

ontwikkelen en uitvoeren met een focus op blootstel-

en klimaatbestendig Heijplaat (zie ook activiteit 8).

ling aan luchtverontreinigde stoffen die de gezondheid het meest negatief kunnen beïnvloeden (ultrafijn stof en zwarte rook). Ook willen we op zoek gaan naar extra oplossingsrichtingen gericht op het volledig realiseren van de beoogde halvering van de CO2-uitstoot in de

Programma Duurzaam | pag 68


Foto: Roel Dijkstra

sector Verkeer en Vervoer (activiteit 81). Hierbij werken

legd (activiteit 85). Samen met de scholen, bewoners en

we samen met het programma Samen Werken aan een

mede-overheden gaan we op zoek naar geld voor het ont-

Goede Gezondheid.

wikkelen en aanleggen van meer groene schoolpleinen.

Milieuzone Binnenstad

Verder ondersteunen we initiatieven op het gebied van

De bestaande milieuzone in de binnenstad willen we in

stadslandbouw en het vermarkten van regionale produc-

stand houden en mogelijk uitbreiden met de categorie

ten. Vanuit de gemeente dragen we hieraan bij door de

lichte bedrijfsvoertuigen. Dit onderzoeken we samen

markt in Rotterdam voor de afzet van streekproducten te

met vervoerders en verladers en met de winkeliers in het

vergroten door de inkoop van de gemeentelijke organisatie

centrum (activiteit 82).

aan te passen (activiteit 86) en doordat we particuliere ini-

Het groener maken van de stad

tiatieven op het gebied van stadslandbouw vooruit helpen (activiteit 87). Dit doen we onder meer door aan te geven

Om de stad groener te maken planten we in 2011 en

waar we in Rotterdam stedelijke voedselproductie wel

2012 jaarlijks gemiddeld 2.000 bomen (activiteit 83). In

en niet zien zitten en door ons in te zetten voor het (voor

samenwerking met buurtbewoners maken we tien ‘ste-

zover nodig en mogelijk) aanpassen van belemmerende

nige’ plekken in de stad groener (activiteit 84). Hiermee

regelgeving. Waar mogelijk willen we afnemers en produ-

versterken we ook de ecologische structuur in de stad.

centen van voedsel in en rond de stad bij elkaar brengen.

Een bijzondere manier om stenige plekken te vergroenen

Afval

is om dit bij schoolpleinen te doen, samen met omwonen-

Op het gebied van afvalinzameling is in de afgelopen jaren

den en scholieren. Niet alleen bevordert deze werkwijze

al veel winst geboekt. Overal in de stad zijn ondergrondse

de cohesie in de buurt; schoolpleinen zijn plekken waar

afvalcontainers geplaatst. De hoeveelheid restafval per

kinderen veel tijd doorbrengen en daarom bij uitstek ge-

huishouden is met 730 kg per huishouden per jaar wel

schikt om er een groene speelomgeving van te maken. In

relatief hoog. In de hele afvalketen is nog winst te boe-

totaal zijn eind 2011 twaalf groene schoolpleinen aange-

ken. Producenten van verpakkingen, verwerkers en de

Programma Duurzaam | pag 69


inzamelaar(s) van restafval zouden beter moeten samen-

geïnvesteerd in duurzame openbare verlichting. We zijn

werken om zo te komen tot een optimaal hergebruik van

overgestapt op energiezuiniger wit licht en op door-

grondstoffen. De gemeente sluit hierbij aan met een betere

gaande wegen dimmen we de verlichting in de nachtelijke

methodiek en techniek van inzamelen. Vooral nascheiding

uren (tussen 23.00 en 05.00 uur). Bij het bepalen hoeveel

willen we op een hoger plan brengen als scheidingsmetho-

licht nodig is een bepaalde straat houden we landelijke

de voor het Rotterdamse huisvuil. Dit met uitzondering van

richtlijnen aan. Er wordt niet minder, maar zeker ook niet

die afvalstromen waarvoor bronscheiding beter is, zoals

meer licht geplaatst dan volgens de richtlijnen noodza-

bijvoorbeeld papier, glas en textiel. De reden dat we vooral

kelijk is. Bij het vervangen van lampen gebruiken we

voor nascheiding kiezen is dat dit voor onze stad goedko-

lampen met een verlengde levensduur. Ook passen we

per, effectiever, efficiënter en milieuvriendelijker is dan zelf

armaturen toe die zo min mogelijk lichtvervuiling veroor-

afval scheiden. Doel is dat we uiterlijk in 2013 starten met

zaken door naast de weg ook de hemel te verlichten. In-

nascheiding van het Rotterdams huisvuil om zo hergebruik

novaties in de openbare verlichting volgen we op de voet.

mogelijk te maken en dat we er vervolgens aan gaan wer-

Op diverse plaatsen in de stad doen we ervaring op met

ken om dit hergebruik te bevorderen (actiepunt 88). Het

nieuwe technologie zoals LED; hiermee experimenteren

afval dat overblijft en niet hergebruikt kan worden, wordt

we nu bijvoorbeeld in onze proeftuin op de Kop van Zuid

in de Afvalverbrandingsinstallatie Rozenburg verbrand. De

(W.G. Witteveenplein).

warmte die daarbij vrijkomt zetten we in voor het verwarmen van de gebouwen in de stad en voor het opwekken

Ondanks de toename van het aantal lampen met 16% in

van elektriciteit.

2010 t.o.v. 2005 is het energiegebruik voor de openbare

Energie-efficiënte openbare verlichting

verlichting in deze periode met 15% afgenomen. De komende jaren gaan we op dezelfde voet door met het

Duurzaamheid is één van de pijlers van het Lichtplan

verhogen van de energie-efficiëntie van onze openbare

Rotterdam. De afgelopen jaren heeft Rotterdam veel

verlichting (activiteit 89).

Programma Duurzaam | pag 70


Foto: Esther Kokmeijer

Programma Duurzaam | pag 71


Foto: Ben Wind Fotografie

Programma Duurzaam | pag 72


5.

Over de grens samenwerken en praktische aspecten van de uitvoering

Bij uitvoering van het programma Duurzaam staat Rotter-

gemeenschappelijke beweging naar breed gedragen en

dam niet alleen. Rotterdam opereert in een regionale, na-

breed uitgevoerde duurzame ontwikkeling. Regionaal is

tionale, Europese en mondiale context. Op tal van fronten

de samenwerking gericht op het realiseren van concrete

is nauwe samenwerking nodig met anderen om de eigen

projecten. We doen dit onder meer binnen de stads-

ambities te kunnen realiseren. En anderen kunnen niet

regio Rotterdam wanneer het gaat om bijvoorbeeld de

om Rotterdam heen om hĂşn doelen te halen. Daarnaast

aanbesteding van het openbaar vervoer, het maatrege-

is Rotterdam sterk afhankelijk van nationale en Europese

lenpakket duurzame mobiliteit, windenergie, warmte- en

richtlijnen, normen en wetten. In paragraaf 6.1 van dit

koudelevering en de aanpak van de luchtkwaliteit. Ook

hoofdstuk schetsen we enkele voorbeelden van de wijze

op het gebied van groen is deze samenwerking relevant.

waarop dit gestalte krijgt.

In nauwe samenwerking met de stadsregio Rotterdam, de Provincie Zuid-Holland en natuurbeschermingsorga-

Daarnaast geven we in dit hoofdstuk een beeld van de

nisaties zorgen wij voor de ontwikkeling van ecologische

communicatieve (5.2), organisatorische en financiĂŤle (5.3)

routes en groengebieden rond de stad.

aspecten van het programma Duurzaam, en de wijze waarop de voortgang en resultaten meten (5.4).

Regionaal/Nationaal In het kader van het Nationaal Deltaplan werken we

5.1 Over de gemeentegrenzen heen Regionaal

samen met alle relevante partners uit de regio RijnmondDrechtsteden en het Rijk aan de regionale uitwerking van de ruimtelijke en waterstaatkundige consequenties van de klimaatverandering.

Duurzame ontwikkeling kent geen grenzen. Afstem-

Nationaal

ming en samenwerking met partijen buiten de directe

Politieke besluitvorming in Den Haag over de Rotterdam-

omgeving is belangrijk, biedt kansen en versterkt de

se CCS demonstratieprojecten, bijstook van biomassa,

Programma Duurzaam | pag 73


energiebesparing in de industrie, de stimulering van grootschalige duurzame energieproductie, zelflevering van zonne-energie en over het meetellen van warmtelevering bij normeringen voor nieuwbouw en bestaande gebouwen bepaalt in belangrijke mate of we onze doelstellingen kunnen realiseren. Samenwerking met het Rijk is ook essentieel om de kansen op het gebied van biomassatoepassingen voor energieproductie, transportbrandstoffen, chemie, hoogwaardiFoto; Marion Baas

ge batterijproductie en -recycling en elektrisch vervoer te realiseren. Dit vraagt om een integrale overheidsbenadering om innovaties in Rotterdam te faciliteren en hindernissen, zoals strijdige regelgeving en contraproductieve belastingen, weg te nemen. De samenwerking met het Rijk krijgt onder meer vorm via de Green Deal en de voorgenomen aanpak van de Topsectoren. We zien vooral bij de sectoren chemie, water, energie en transport kansen voor samenwerking. In het bijzonder bij de watersector hebben we grote ambities.

5.2 Communiceren met en over de duurzaamste wereldhavenstad in zijn soort

De Nederlandse watersector wil haar exportpositie versterken door in eerste instantie haar kennis en projecten

Samen werken we aan het bereiken van de Rotterdamse

letterlijk in de etalage te zetten. Zij hebben hiervoor Rot-

duurzaamheiddoelen en maken we duurzame resultaten

terdam als vestigingslocatie gekozen.

zichtbaar. Bijvoorbeeld via een duurzaamheidsroute door de stad. Meer en meer profiteren we van de economi-

Europees

sche meerwaarde van de duurzaamste wereldhavenstad

In het bijzonder op het gebied van luchtkwaliteit, trans-

in zijn soort. Het merk RCI blijft de afzender van alle

port, energie- en klimaat en geluid hebben we een

communicatie-uitingen hierover. Uitgangspunt is dat

actieve Brusselse lobby. Water staat sinds kort ook de

communicatie in gezamenlijkheid plaatsvindt met con-

Europese agenda. Gelet op het belang van dit onderwerp

crete uitvoeringsprojecten.

voor Rotterdam, volgen we dit nauwlettend. Het is essentieel om in de consistente boodschap over

Mondiaal

de Rotterdamse aanpak van duurzaamheid een aantal

In internationaal verband zijn we als ‘affiliate city’ onder-

elementen telkens terug te laten komen. Afhankelijk

deel van de C40, een netwerk van de grootste steden ter

van doelgroep en context kan de focus variëren. Hierbij

wereld dat ondersteund wordt door het Clinton Climate

werken we met een kernboodschap die RCI-breed kan

Initiative. We participeren ook internationaal in Con-

worden gebruikt en niet alleen de gemeente en de stad

necting Deltacities, een Rotterdams initiatief waarin de

betreft maar duidelijk en meer promotioneel de aanpak

deltasteden ter wereld kennis en best practices uitwis-

en ambitie van de stad én de haven verwoordt:

selen en aan gezamenlijke instrumentontwikkeling doen. Hoofdonderwerp is klimaatadaptatie. Concrete samen-

Als daadkrachtige en innovatieve wereldhavenstad neemt

werkingsovereenkomsten zijn er met Ho Chi Minh City,

Rotterdam samen met bewoners, bedrijven en instel-

Jakarta en New Orleans. Ook dit netwerk wordt gesteund

lingen haar verantwoordelijkheid voor een duurzame

door het Clinton Climate Initiative.

toekomst. Door zowel de oorzaken als de gevolgen van de klimaatverandering aan te pakken, de luchtkwaliteit te verbeteren en de geluidsoverlast te beperken, werkt Rotterdam met RCI voortvarend aan het totale duurzaamheiddossier. Door deze unieke aanpak is Rotterdam een inspirerend voorbeeld voor andere steden. De ambities

Programma Duurzaam | pag 74


en resultaten op het gebied van milieu, klimaat, energie, biodiversiteit en water dragen bij aan een groene,

5.3 Organisatie en financiën

schone, gezonde en economisch sterke stad en maakt

Organisatie

van Rotterdam de duurzaamste wereldhavenstad in zijn

Het programma Duurzaam is een breed programma met

soort.

raakvlakken met veel, zo niet alle beleidsterreinen van de gemeente Rotterdam. Om de gewenste resultaten

Het programma Duurzaam is het inhoudelijk kader van

te bereiken zijn veel inspanningen van ‘derden’ nodig.

de communicatie over en met duurzaam Rotterdam: alle

Partijen in de stad die aan zet zijn om een bijdrage te le-

communicatie-inspanningen richten zich uiteindelijk op

veren worden daar dan ook op aangesproken en worden

het uitdragen, versterken en versnellen van de doelstel-

waar nodig en mogelijk ondersteund in de uitvoering. De

lingen en ambities. Centraal in de communicatiestrategie

activiteiten uit het programma zijn voor een groot deel

over duurzaam Rotterdam staan drie kernwaarden die

hier op gericht (zie bijlage 1).

de basis vormen voor de uitwerking naar doelgroepen, doelstellingen en middelen. Dit zijn:

De praktische uitvoering van het programma en het

1. Dialoog met bewoners, bedrijven en instellingen.

rapporteren over de voortgang ervan is een taak van het

2. Actie, door het zichtbaar ontsluiten van Rotterdamse

programmabureau Duurzaam. Dit programmabureau

klimaatinformatie en actief aanbieden van handelings-

omvat 23 FTE en omvat ook de coördinatie van de regu-

perspectieven.

liere milieutaken van de gemeente. De uitvoering van de

3. Profileren van Rotterdam als duurzaamste wereldhavenstad in zijn soort. We verbreden de profilering van

individuele activiteiten is en blijft de verantwoordelijkheid van de ‘gewone’ gemeentelijke organisatie.

Rotterdam daarmee van klimaatstad naar duurzaamste wereldhavenstad.

Overige taken van het programmabureau zijn: • Faciliteren van het samenwerkingsverband RCI. • Onderhouden van de netwerken met de belangrijkste (gemeentelijke) uitvoerders van de activiteiten uit het programma en met de andere collegeprogramma’s. • Borgen van duurzaamheid in alle facetten van de gemeentelijke organisatie (de diensten), bij deelgemeenten en bij de relevante (publieke en private) partners buiten de gemeente. • Onderhouden en ontsluiten kennisnetwerken en netwerken relevant voor de uitvoering van het programma. • Aanjagen, faciliteren, regisseren, verbinden • Organisatie van communicatie en participatie rond programma Duurzaam. Daarnaast is in het programmabureau Duurzaam de opdrachtgeversrol van de gemeente bij de DCMR ondergebracht.

Financiën Voor de uitvoering van het programma Duurzaam maken we gebruik van een aantal financieringsbronnen. Naast

Foto: Ben Wind

de reguliere middelen voor onder meer de uitvoering van

de afvaltaken, het programma natuur- en milieueducatie en de investeringen in en onderhoud van groen betreft het hier de impuls voor duurzaam zoals vastgelegd in het collegewerkprogramma, de restanten van RCI en RCP en de (grotendeels gelabelde) budgetten beschikbaar voor

Programma Duurzaam | pag 75


luchtkwaliteit, geluidhinder, bodem en vergunningverlening en -handhaving. Eind 2011 is bekend welk deel van de 4e tranche luchtgelden beschikbaar komt. Mogelijk gaat het hierbij om € 13 mln. Dit is echter nog onzeker. Het betreft hier de volgende budgetten:

Budget

2011

2012

2013

2014 Tabel 1 Overzicht beschik-

Duurzaamheid (gemeente)

€ 6.000

€ 7.000

€ 8.500

€ 9.500

Restanten RCI en RCP (gemeente)

€ 5.000

€ 1.800

Kapitaallasten RCP (gemeente)

€ 657

€ 1.330

€ 1.653

€ 1.653

Algemene middelen Milieu (gemeente)

€ 17.100

€ 17.100

€ 17.100

€ 17.100

Doeluitkering bodem (Rijk)

€ 1.401

€ 1.401

€ 1.401

€ 1.401

ISVIII, bodem milieu (Rijk)

€ 2.900

€ 2.900

€ 2.900

€ 2.900

ISVIII, bodem plan (Rijk)

€ 1.300

€ 1.300

€ 1.300

€ 1.300

Luchtgelden (Rijk)

€ 20.800

€ 10.800

€ 1.800

Externe veiligheid (via provinciaal programma EV)

€ 100

€ 100

€ 100

bare budgetten voor de uitvoering van programma Duurzaam 2011-2014 (bedragen * 1.000,-)

De begrote besteding van de impuls voor duurzaamheid is

Foto: Hannah Anthonysz

als volgt:

Programma Duurzaam | pag 76

€ 100


15, 16 & 18

Opgave 3. Omschakelen naar duurzame energie en biomassa als grondstof

9

17, 20, 22 & 23

Opgave 4. Bevorderen van duurzame mobiliteit en transport

10, 11, 12, 13 & 14

3,4

60, 62 & 88

4.400

€ 4.500

83

4.500

€ 3.500

66

600

€ 1.500

€ 500

58

63, 64, 65 & 89

€ 2.500

39

51, 53, 54, 55, 56 & 59

86

€ 2.500

57

68, 69, 70, 71 & 72

€ 4.000

67

€ 3.500

Opgave 9. Voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering

3

35, 3

Opgave 10. Bevorderen van duurzame gebiedsontwikkeling

8

35, 37, 38, 39 & 40

€ 4.500

€ 8.000

83, 84, 85 & 87

52

35

€ 9.000

17.500

€ 500

25, 28, 29 & 31

€ 4.500

61

66, 74, 77, 78, 79, 80, 81 & 82

42

1, 5 & 7 Opgave 8. Vergroten van draagvlak voor duurzaamheid en verankering van duurzaamheid in onderwijs en onderzoek

Totaal:

47

41, 43, 44, 45, 46, 48, 49 & 50

Opgave 7. Vergroten van duurzame investeringen en bevorderen duurzame producten en diensten

36

24

Opgave 5. Verminderen van geluidsoverlast en bevorderen van schone lucht

Opgave 6. Groener maken van de stad

26 & 27

Totaal:

6

CO2-reductie in 2025 (Mton)

Opgave 2. Verbeteren van de energie-efficiëntie

33, 35 & 40

Gemeentelijke organisatie en de deelgemeenten

21

Scholen, beroepsopleidingen en kennisinstellingen

2

Automobilisten, transporteurs, (openbaar) vervoerbedrijven en logistieke dienstverleners

Opgave 1. Vooroplopen bij het verminderen van de CO2uitstoot

Corporaties, beleggers en ontwikkelaars

* 1.000,-)

Ondernemers, verenigingen en instellingen

impuls duurzaam (bedragen

Haven, industrie en grote bedrijven

Inwoners van Rotterdam

Tabel 2 Begrote besteding

€ 2.000

Programma Duurzaam | pag 77

€ 2.000

€ 4.000

€ 5.000

€ 31.000


Middelen voor de activiteiten die behoren bij de opgaven

ting, luchtkwaliteit en duurzame investeringen) de actuele

4, 5 en 6 komen vooral uit de luchtgelden, ISVIII en de

situatie en zetten we deze af tegen de targets voor die

reguliere begrotingen (o.a. voor groen).

thema’s.

De algemene middelen milieu, de budgetten voor bodem

Programmamonitoring

en de middelen voor externe veiligheid worden verant-

Ook brengen we via de bestuursrapportages de voort-

woord via het deelprogramma Milieu. De luchtgelden

gang van het programma in beeld. Het gaat hierbij om

worden via het deelprogramma RAP/RAL besteed en

de rapportage over de voortgang van de collegetargets

verantwoord.

en de rapportage over de voortgang op de in het programma benoemde activiteiten en eventuele voorstellen

Bijdragen derden aan samenwerkingsprogramma’s RCI

voor koerswijzigingen, vertaald in het aanpassen van

en luchtkwaliteit

activiteiten, het schrappen van activiteiten en het introdu-

Daarnaast zijn er bijdragen van derden aan activiteiten

ceren van nieuwe activiteiten. Een opsomming van deze

die in RCI verband worden uitgevoerd. Hierbij gaat het

activiteiten is opgenomen in Bijlage 1.

om: • Bijdrage van bedrijven die deelnemen aan het Delta-

Prognoses

linqs Energy Forum aan de uitvoering van activiteiten

Om in beeld te krijgen of de benoemde activiteiten nog

binnen het onderdeel energie- en productefficiëntie

voldoende zijn om de targets te halen worden prognoses

van € 200.000.

gemaakt van de verwachte autonome ontwikkelingen

• Bijdrage van externe partijen (GCCSI, European Sci-

en het effect daarvan op de belangrijkste thema’s. Dat

ence Foundation en Rotterdamse bedrijven) aan de

maakt duidelijk of extra inspanningen nodig zijn om

uitvoering van CCS-activiteiten van € 2.155.000.

toekomstige normen (bijv. voor NOX) en doelstellingen te

• Bijdrage Havenbedrijf (out of pocket en in uren) van

halen. Voor CO2 stellen we elke vier jaar zo’n prognose op. De eerstvolgende prognose wordt in 2015 opgesteld.

€ 1.730.000. • Bijdrage Havenbedrijf aan uitvoering eigen luchtkwaliteitsprogramma (o.a. walstroom, groen vlootplan,

Geluidsmeting

stimuleringsregeling binnenvaart en uitrol NOx-ma-

De geluidsituatie actualiseren we om de vijf jaar. De

nagement) van € 4.440.000.

huidige aanpak geluidhinder is in 2009 opgesteld aan de

• Bijdrage stadsregio Rotterdam aan fietsinfrastructuur,

hand van de prognoses voor 2020. Op basis van de in 2012 nieuw op te stellen geluidbelastingkaart zullen we

SlimBereikbaar en luchtkwaliteit. • Bijdrage waterschappen aan vergroten capaciteit voor waterberging en groene daken en groene gevels.

5.4 Meten en evalueren van de voortgang

onderzoeken of aanpassing van onze aanpak geluidhinder nodig is. Meting luchtkwaliteit Jaarlijks wordt via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit de actuele luchtkwaliteit bepaald en op basis van de verwachte ontwikkelingen (tot aan

Het programma werkt alleen als het leidt tot tastbare

2020) getoetst aan de wettelijke normen voor stikstofdi-

en concrete resultaten én als de bedoelde effecten ook

oxide en fijnstof. Op basis van deze gegevens bepalen

daadwerkelijk optreden. De vragen of het programma op

we of we nog op koers liggen om in 2015 tot een situatie

koers ligt om de targets en doelstellingen te halen en of

te komen zonder knelpunten op het gebied van luchtkwa-

er voldoende zicht is op verwachte ontwikkelingen moet

liteit.

tijdens de uitvoering van het programma beantwoord worden. Dit doen we als volgt: Effectmonitoring Om de effecten van het programma Duurzaam te monitoren stellen we jaarlijks een effectrapportage op. Daarin tonen we aan de hand van indicatoren voor de belangrijkste thema’s (groen, CO2-reductie, adaptatie, geluidbelas

Programma Duurzaam | pag 78


Foto Beelden van Enith

Programma Duurzaam | pag 79


Programma Duurzaam | pag 80


Bijlage 1

Overzicht van activiteiten en resultaten

Inwoners van Rotterdam Activiteit

Resultaat

1

Energiebesparingscompetities stimuleren tussen straten en buurten

500 energiebesparingcompetities

2014

2

Bevorderen dat consortia huiseigenaren een aanbod doen voor het energiezuiniger maken van woningen

Afspraak met minimaal 1 consortium voor benaderen minimaal 10% van de particuliere Rotterdamse woningen leidend tot 30% tot 50% CO2-reductie per woning.

2012

3

Stimuleren van groene daken en gevels

160.000 m2 aan groene daken en gevels

2014

4

Het betrekken van burgers en bedrijven bij het groener maken van de stad. Hierin wordt minimaal één lokaal ondernemersfonds betrokken

Pilots met publiek-private samenwerking op het gebied van groen

2014

5

Vervolg in 2010 gestart traject gericht op geven energieadvies aan huishoudens met lage inkomens

20.000 huishoudens benaderd

2012

6

Huishoudens met lage inkomens een inkoopvoordeel bieden en helpen bij energiebesparing

Aanbesteding voor gezamenlijke inkoop van (groene) elektriciteit en gas voor minima

2011

7

Ondersteunen kansrijke initiatieven van Rotterdammers

Minimaal 2 "meet and greensessies" en een fonds voor burgerinitiatieven

2014

8

Samen met bewoners van Heijplaat aan de slag om een strategie uit te werken om Heijplaat klimaatneutraal en klimaatbestendig te maken

Afspraakkader over realiseren klimaatneutraal en klimaatbestendig Heijplaat en maatregelen in uitvoering

2012

9

Uitvoeren van een project met toepassen van smart grids bij huishoudens en een project waarin huishoudens de mogelijkheid krijgen om te investeren in een collectief zonneenergie systeem (zelflevering)

Een omvangrijke praktijkproef met smart grids en een praktijkproef met zelflevering van zonne-energie op Heijplaat

2014

10

Het creëren van nieuwe stallingsplaatsen voor fietsen in de binnenstad

1.000 nieuwe stallingsplaatsen

2014

11

Aanleg van lange afstandfietsroute

Lange afstandfietsroute naar Den Haag en Dordrecht

2014

12

Aanleg van nieuwe fietspaden

fietspaden toegevoegd aan de hoofdroutes van het fietsroutenetwerk in de stad

2014

13

Stimuleren van aanschaf en gebruik van elektrische fietsen en elektrische scooters

Een dekkend netwerk van laadinfrastructuur voor elektrische fietsen en scooters en minder geluidhinder van (benzine-)scooters

2014

14

Programma Rotterdam Elektrisch Scooterparadijs, waaronder sloopregeling voor benzinescooters

Vervanging van minimaal 4.000 benzine scooters door elektrische scooters

2014

Haven, Industrie en grote bedrijven

Activiteit

Resultaat

15

Afspraken maken met bedrijven over verhogen energie- en productefficiency

Afspraken met RCI-partners en bedrijven over verhogen energie- en productefficiency bij bedrijven met gemiddeld 2% op jaarbasis

2011

16

Bevorderen dat de businesscase voor de "stoompijp Botlek" wordt uitgewerkt

Een businesscase voor de uitwisseling van stoom en warmte in de Botlek

2012

Programma Duurzaam | pag 81


17

Bevorderen van smart grid toepassingen op de Maasvlakte

Toepassing van smart grids door de bedrijven in het distripark Maasvlakte

2012

18

Voorbeeldproject uitwisseling warmte haven en stad

Levering van warmte uit de haven aan de stad

2013

19

Onderzoek naar mogelijkheden van uitwisseling van gronden reststoffen.

Onderzoeksrapportage

2013

20

Uitvoering van het biomassa-programma op basis van position paper "Biomassa in de Rotterdamse Haven"

Afspraken met RCI-partners en bedrijven over stimuleren biomassa-toepassingen, leidend tot 0,6 Mton CO2-reductie in 2015

2014

21

Bevorderen van de realisatie van een infrastructuur voor afvang, transport, opslag en hergebruik van CO2

Afspraken met RCI-partners en bedrijven over CO2-afvang, transport en opslag leidend tot 2,5 Mton CO2-reductie in 2015

2014

22

Uitvoering windconvenant Rotterdamse Haven

Besluitvorming over locaties leidend tot minimaal 150 MW extra windenergie in 2020

2014

23

Onderzoek naar toepassen van windenergie en zonne-energie op respectievelijk bedrijfsterreinen en bedrijfsdaken

Onderzoeksrapportage en uitvoeringsprogramma

2012

24

Onderzoek naar de mogelijkheden om verdere intensivering van bedrijvigheid samen te laten gaan met het verminderen van de benodigde geluidruimte

Onderzoeksrapportage en afspraken met bedrijfsleven

2014

 Ondernemers, verenigingen en instellingen Activiteit

Resultaat

25

Communicatie van bedrijven en organisaties ondersteunen die koplopers zijn op het gebied van duurzaam ondernemen

Een zichtbaar Rotterdams netwerk van koplopers op het gebied van duurzaam ondernemen

26

Bedrijven via een branchegerichte aanpak stimuleren tot het investeren in energiebesparende maatregelen

Bij 900 van de 1200 benaderde bedrijven zijn de energiebe- 2014 sparende maatregelen genomen met een terugverdientijd van 5 jaar

27

Voorstel uitgewerkt om stichtingen en verenigingen (bijvoorbeeld sportverenigingen) te ondersteunen (bijvoorbeeld via een garantiefonds) die (te) weinig mogelijkheden hebben om investeringen in energiebesparing gefinancierd te krijgen

Besluitvorming over ondersteuning van stichtingen en verenigingen bij het gefinancierd krijgen van energiebesparende maatregelen. En ondersteuning van Stichting Diergaarde Blijdorp bij uitvoering energieplan

2012

28

Set van economische instrumenten uitwerken om duurzame bedrijven te stimuleren en te acquireren

Randvoorwaarden (o.a. op duurzaamheid gerichte acquisitie van bedrijven, (innovatie)fondsen, garantieregelingen) voor economische stimulering duurzame bedrijven

2013

29

(Inter)nationale profilering van de Rotterdamse aanpak op het gebied van klimaatadaptatie

Evenement voor professionals waarin de Rotterdamse aanpak en resultaten op het gebied van klimaatadaptatie centraal staan

2012

30

(Inter)nationale profilering van de Rotterdamse aanpak op het gebied van duurzaamheid waaronder European Green Capital Award, netwerk Connecting Delta Cities

Internationale bekendheid van Rotterdam op het gebied van 2011-2014 duurzaamheid en water, leidend tot nieuwe opdrachten en nieuwe omzet voor (Rotterdamse) bedrijven

31

Facilitering Nederlands Watercentrum

Afspraken met watersector en bedrijven over vorm, inhoud en financiering Nederlands Watercentrum in Stadshavens Rotterdam

2014

2014

 Corporaties, beleggers en ontwikkelaars Activiteit

Resultaat

32

Delen van de ervaring met afsluiten energieprestatiecontrac- Uitwisselingsbijeenkomsten voor professionals ten (Rotterdamse Groene Gebouwen) met de private sector en corporaties

2011

33

Uitvoering geven aan de afspraken met corporaties over 10% CO2-uitstoot in 2014

Jaarlijkse voortgangsrapportage over inzet betrokken corporaties en geboekte voortgang

jaarlijks

34

Bevorderen dat informatie wordt verstrekt over energieverbruik en uitvoeren onderzoek naar smart grids

Toegankelijk overzicht verbruikgegevens elektriciteit, gas en warmte en een onderzoekrapportage smart grids

2013

Programma Duurzaam | pag 82


Jaarlijkse voortgangsrapportage over inzet betrokken organisaties en gerealiseerde projecten

jaarlijks

35

Uitvoering geven aan de afspraken met ontwikkelaars, beleggers, bouwers en beheerders over duurzaamheid in nieuwbouw, bestaande bouw en gebiedsontwikkeling

36

Aansluiten van nieuw te bouwen en bestaande gebouwen op Toename van het aantal gebouwen aangesloten op warmte. 2014 restwarmte i.p.v. aardgas Alle geplande nieuwbouw wordt aangesloten en 4.000 bestaande woningen

37

Masterplan voor de ondergrond

Masterplan voor de ondergrond van de Binnenstad

2012

38

Opstellen van een visiedocument op het leveren van koude aan gebouwen

Visiedocument koudelevering

2012

39

Uitvoeren van een haalbaarheidsstudie naar een koudenet in Haalbaarheidsstudie en besluitvorming over vervolgtraject de binnenstad

2012

40

Onderzoek naar verdere vergroening van het warmtenet op basis van geothermie, restwarmte en biomassa

2012

Onderzoekrapportage

Automobilisten, transporteurs, (openbaar) vervoerbedrijven en logistieke dienstverleners Activiteit

Resultaat

41

Ontwikkeling en uitrol van een set instrumenten (SlimOntwikkeling en uitrol aanpak om alternatieven te bieden voor solistisch (vracht)autogebruik, met een focus op mobilit- Bereikbaar, bevorderen aanbod en gebruik deelauto's, Binnenstadservice, Europees project Ecostars en vervoer eitsmanagement van en naar de binnenstad over water) ten behoeve van mobiliteitsmanagement van en naar de binnenstad

2014

42

Realiseren van een systeem voor dynamisch verkeersmanagement.

Verbeteren doorstroming verkeer en vermindering van onnodige autokilometers

2012

43

Voorbereiding van een experiment met gedifferentieerd parkeren

Collegebesluit over uitvoeren van een experiment met gedifferentieerd parkeren

2014

44

Uitvoeren van innovatieve projecten op het gebied van elektrisch vervoer (Rotterdam Elektrisch)

Een portfolio van innovatieve projecten op het gebied van elektrisch vervoer. Waaronder elektrische bussen, taxi’s, deelautos, bezorgscooter en Elektrisch Vervoer Centrum

2014

45

Realiseren van oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen

1.000 oplaadpunten voor in Rotterdam geregistreerde elektrische voertuigen

2014

46

Opstellen van een programma van eisen voor laadinfrastruc- Nieuwe parkeergarages worden zo ontworpen dat ze tuur in nieuwe parkeergarages voorbereid zijn op de komst van elektrische voertuigen ("EV-Ready")

2014

47

Uitvoeren van een onderzoek naar mogelijkheden om het transport van grond en andere materialen te optimaliseren

Onderzoeksrapportage naar optimalisatie grondstromen

2012

48

Uitvoeren van een praktijkproef met de inzet van biodiesel op basis van restvetten

Uitsluitsel over geschiktheid van grootschalige toepassing van biodiesel op basis van restvetten

2012

49

Uitvoeren van een praktijkproef met de inzet van vloeibaar aardgas bij binnenvaartschepen

Een praktijkproef met de toepassing van vloeibaar aardgas bij vier binnenvaartschepen

2012

50

Onderzoek naar toepassing van waterstof voor distributie in de stad door middelgrote vrachtwagens en voor vervoer op haventerminals

Onderzoeksrapportage en besluitvorming over ondersteuning Rotterdams waterstofnetwerk

2013

Scholen, beroepsopleidingen en kennisinstellingen

Activiteit

Resultaat

51

Toetsen van het programma Natuur- en Milieueducatie aan recente ontwikkelingen en inzichten

Nieuw beleidskader Natuur- en Milieueducatie (samen met deelgemeenten)

2011

52

Uitvoeren acties gericht op het verbeteren van het binnenklimaat en het energiezuinig maken van scholen

Binnenmilieuadvies aan alle scholen met natuurlijke ventilatie. Nieuwbouw en renovaties voldoen aan ambitieprofiel “frisse scholen”. Afspraken met de schoolbesturen over verbeteren binnenmilieu door beter onderhoud en beheer van installaties in schoolgebouwen.

2014

53

Betrekken van scholieren van voortgezet onderwijs en MBO bij actuele duurzaamheidsvraagstukken van bedrijven

Overeenkomst met scholen en bedrijven over continueren en uitbreiden van het project Scholen voor Duurzaamheid

2011

Programma Duurzaam | pag 83


54

Ontwikkelen van een doorlopende leerlijn voor klimaat en energie

Een doorlopende leerlijn voor klimaat en energie

2012

55

Opstellen van een (gemeentelijke) strategische kennisagenda duurzaamheid

Een strategische kennisagenda duurzaamheid

2012

56

Bevorderen dat de kennisinstellingen duurzaamheid integreren in onderwijs en onderzoek

Overeenkomsten met kennisinstellingen

2014

57

Deelname aan onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat

Regiospecifiek, klimaatgerelateerde onderzoeksrapportages over kennis en diensten die nodig zijn om de Regio Rotterdam klimaatbestendig te maken en houden

2012

58

Stimuleren samenwerking bedrijfsleven en beroepsopleidingen op het gebied van duurzaamheid

Een opleidingscentrum waarin samenwerking bedrijfsleven en beroepsopleiding vorm krijgt

2011

59

Studenten betrekken bij de uitvoering van strategische kennisagenda duurzaamheid

Afspraken met kennisinstellingen over inzet van studenten voor uitvoering strategische kennisagenda duurzaamheid

2012

 Gemeentelijke organisatie en deelgemeenten

Activiteit

Resultaat

60

Uitvoering programma Rotterdamse Groene Gebouwen

Uitvoering contract voor 9 zwembaden

2011

61

Uitvoering programma Rotterdamse Groene Gebouwen

go/no-go voor een tweede aanbesteding

2011

62

Koppeling aanbesteding elektriciteit en gas aan energiereductie

aanbesteding energiecontract aangrijpen om te sturen op jaarlijkse vermindering van het energieverbruik

2013

63

Marktpartijen aanspreken op verantwoordelijkheden m.b.t. internationale arbeidsnormen

Opname van internationale sociale criteria bij aanbestedingen

2014

64

Uitbreiding van het aantal aanbestedingen waar duurzaamheidsaspecten in opgenomen worden

Opname van duurzaamheid in inkooptrajecten onder de Europese aanbestedingsgrens

2013

65

Onderzoek naar de mogelijkheden om mate van duurzaamheid beter vast te kunnen stellen bij aanbestedingen

Onderzoeksrapportage en implementatie

2014

66

Schoon maken van het gemeentelijk wagenpark door verdere introductie van elektrische en hybride voertuigen en standaard toepassen van De Nieuwe Band

Minimaal 25% van het eigen voertuigpark is elektrisch of hybride. 100% van de voertuigen zijn voorzien van stille, zuinige en veilige banden

2014

67

Integreren duurzame gebiedsontwikkeling (inclusief kader leefomgevingskwaliteit) in ruimtelijke projecten

Duurzaamheidsparagraaf bij alle ruimtelijke plannen, leidend tot een verbetering van de leefomgevingskwaliteit

2011-2014

68

Opstellen en in de uitvoering borgen van een Rotterdamse Adaptatie Strategie

In uitvoering gebrachte Rotterdamse Adaptatie Strategie, leidend in de praktijk tot meer waterbergende capaciteit, voorbeelden van adaptief bouwen en een proefproject voor innovatieve waterkeringen

2014

69

Waterpleinen realiseren

4 waterpleinen

2014

70

Adaptief bouwen stimuleren

Drijvende woningen in de Nassauhaven

2014

71

Adaptief bouwen stimuleren

Adaptieve woningen op Heijplaat

2013

72

Adaptief bouwen stimuleren

Beleidskader buitendijks bouwen

2013

73

Onderzoek naar de mogelijkheden voor windenergie in Hoek Besluitvorming over windenergie in Hoek van Holland en van Holland en Rozenburg Rozenburg

2012

74

Afronding lopend onderzoek naar het concept Duurzame weg in Pernis

Onderzoeksrapportage en afspraken over eventueel vervolgtraject

2012

75

Uitvoering actieprogramma Milieu Overschie

Een betere score op milieukwaliteit binnen Overschie en een beter imago voor de deelgemeente wat betreft milieu

2014

76

Aanleggen van stille wegdekken op momenten van vervanging van gemeentelijke wegen

30 kilometer stil wegdek

2014

77

Gevelsanering van woningen in geluidbelaste gebieden

Sanering van 300 woningen aan drukke wegen

2014

78

Gevelsanering van woningen in Rozenburg

Sanering van 500 woningen in Rozenburg (door Prorail)

2014

79

Lobby richting Rijk voor geluidschermen A16 en A20

Besluitvorming over geluidschermen A16 en A20

2014

80

Opstellen van een nieuw actieplan geluid

Actieplan geluid

2013

Programma Duurzaam | pag 84


81

Opstellen lange termijn aanpak luchtkwaliteit en verkeer

Lange termijn aanpak luchtkwaliteit en verkeer

2012

82

Voortzetting milieuzone kernwinkelgebied en besluitvorming over uitbreiding naar categorie

Besluit over uitbreiding milieuzone met lichte bedrijfsauto's

2012

83

Bomen planten

4.000 bomen

2012

84

Stenige plekken in de stad groener maken

10 stenige plekken zijn groener gemaakt

2014

85

Schoolpleinen en speelplekken in de stad groener maken

12 groene schoolpleinen en afspraken over vervolg

2012

86

Vergroten markt voor afzet van streekproducten

Opname streekproducten in aanbod gemeentelijke kantines 2014

87

Faciliteren van initiatieven op het gebied van stadslandbouw

Concrete projecten op het gebied van stadslandbouw

2014

88

Nascheiding van Rotterdams huisvuil en formuleren aanpak hergebruik

Aanbesteding nascheiding restafval en aanpak hergebruik in uitvoering

2013

89

Verhogen energie-efficiĂŤntie openbare verlichting

Hogere energie-efficiĂŤntie van de openbare verlichting, leidend tot afname van 15% in 2014 t.o.v. 2010

2014

Programma Duurzaam | pag 85


Programma Duurzaam | pag 86


Bijlage 2

Rotterdam 2042: Verbonden HavenStad

1

Het transitiebeeld 2042

doorkruisen de metropoolregio Rotterdam Den-Haag en

Rotterdam in 2042 is een bruisende metropool, waarin

leveren economische, ecologische en sociale waarde op.

duurzame verbindingen als blauw-groene draden door

Regionale duurzame voedselketens zorgen voor arbeids-

haven en stad lopen. Het is een echte havenstad (in

plaatsen, herstellen de relatie tussen mensen en voeding

plaats van een stad met een haven) waarin haven en

en dragen bij aan de gezondheid. Het water wordt binnen

stad vanuit een symbiotische relatie elkaar voeden en

de stad vastgehouden en gefilterd en vervoert tevens de

laten bloeien. Haven en stad zijn verbonden door stro-

grondstof- en afvalstromen weer terug naar de haven.

1

men: zowel fysieke als virtuele stromen. Fysieke stromen als energie, materialen, goederen, water en mensen en

Rotterdam is hiermee een van de meest duurzame

virtuele stromen als kennis, informatie en geld worden

havensteden ter wereld. Sinds 2010 zijn de transitie van

continu uitgewisseld. De restproducten van de één

zowel haven als stad een versnelling ingegaan met het

vormen de voeding voor de ander. Industriële restwarmte

stedelijke duurzaamheidsprogramma, de Stadshaven-

voedt de woningen in de stad, biomassa uit het West-

visie 2 en de nieuwe havenvisie Port Compass 2030 3 .

land en vlas en hennep uit de Hoekse Waard worden

Deze programma’s markeerden een omslag in denken

grootschalig gebruikt als basisgrondstof voor industriële

en werken aan stedelijke, economische en sociale

productie in de haven en voor isolatie van gebouwen in

duurzaamheid. De gemeente Rotterdam legde met deze

de stad. Kennis en werknemers ontwikkelen de haven,

stukken de basis voor een nieuwe rol van de overheid,

stad en de stadshavens. Grondstof- en goederenstromen

die vooral gericht was op het faciliteren van initiatieven uit de markt en het opschalen van de ontwikkelingen

1 Deze visie is gebaseerd op allerlei wetenschappelijke inzichten, ideeën van koplopers uit de duurzaamheidswereld, innovatieve plannen en projecten in haven en stad en een flinke dosis eigen creativiteit. Het is met nadruk een maatschappelijke visie, een mogelijke richting, waarvan wij de bouwstenen overal om ons heen zien. Dat deze niet geheel uit de lucht gegrepen is proberen we te illustreren met verwijzingen naar lopende initiatieven in de stad en aan het einde geven we een aantal verwijzingen naar (wetenschappelijke) bronnen die ons inspireerden.

door nieuwe coalities tussen gemeente, marktpartijen en

2 1600 ha, Creating on the edge, projectbureau Stadshavens Rotterdam, mei 2008 3 Port Compass 2030, havenbedrijf Rotterdam NV, zomer 2011

Programma Duurzaam | pag 87


inwoners. Nadat Rotterdam in 2014 de European Green

Nieuwe ondersteunende duurzame diensten hebben

Capital Award won, bleef de havenstad het internatio-

gezorgd voor diverse vormen van werkgelegenheid voor

nale voorbeeld van een industrieel-stedelijke Delta die

zowel hoog-, midden- als laagopgeleide Rotterdammers.

zichzelf telkens opnieuw wist uit te vinden op het gebied

Met de constante innovatie op het gebied van natuur,

van duurzaamheid.

klimaat en techniek zijn onderwijs-, en onderzoeksprogramma’s in de regio Rotterdam-Den Haag wereldwijd

De grootschalige ruimtelijke transformatie die de volgen-

toonaangevend. De integrale samenwerking tussen be-

de decennia op deze manier werd gerealiseerd, werd ge-

leid, praktijk en wetenschap heeft tot werkelijk duurzame

dreven door een aantal breed gedragen richtinggevende

ontwikkeling en groei van alle sectoren geleid.

principes: schone energie en het sluiten van kringlopen van energie, water, afval en materialen; groene econo-

De ROC’s, hogescholen en universiteiten hebben samen

mische groei; hoge kwaliteit van bewust leven, wonen

met het bedrijfsleven en corporaties, groene beleg-

en verplaatsen. Met de geslaagde transities in haven en

gingsfondsen en lokale MKB’ers na het deelprogramma

stad heeft Rotterdam de 80% CO2 reductiedoelen van de

Hotspot regio 5 het eerste Europese Maatschappelijke

EU al in 2042 bereikt, en dat terwijl de opgave hier met

Vennootschap opgericht. Hiermee ontstond een mas-

de aanwezige industrie extra groot was.

sief onderwijscluster, dat een springplank bood voor duizenden jongeren uit de regio, die scholingstrajecten

De belangrijkste drijvende kracht achter de versnelde

en huisvesting op maat konden combineren met werk in

ontwikkeling van de havenstad was de bundeling van

de opkomende economische clusters in haven en stad.

de energie van bewoners, bedrijven en andere belang-

De hogescholen en het Zadkine-college namen al in

hebbenden in het gezamenlijk en versneld duurzaam

2011 het voortouw door onderwijsclusters op te richten

ontwikkelen van stad en haven. Zo was er veel ruimte

voor de duurzame arbeidsmarkt met de oprichting van

voor bottom-up initiatieven zoals informeel zelfbeheer,

kenniscentra op het gebied van wijkontwikkeling, mobi-

ontwikkeling van duurzame infrastructuren op lokaal

liteit en warmte/koude opslag. De hoogwaardige maak-,

niveau en diverse vormen van participatieve bouw4 . Om

en kennisindustrie omtrent duurzame innovatie creëerde

het mede-eigenaarschap onder bewoners en bedrij-

veel (groene) arbeidsplaatsen op verschillende niveaus:

ven te stimuleren zijn er nieuwe financiële, sociale en

dakdekkers, slopers, installateurs, materiaalbewerkers,

beleidsmatige structuren ontwikkeld. Rotterdam benutte

energieadviseurs, maar ook nieuwe ambachten zoals

hierin haar rol als experimenteerruimte en verbinder: niet

daktuinmannen, groenbeheerders, stadsboeren, groen

alleen bood het plek aan bedrijven, overheden en andere

energetici en mobiliteitsmakelaars. Bovendien begon

steden om nieuwe oplossingen te ontwikkelen, maar

Rotterdam de kennis en ervaring die werd opgedaan met

tegelijk exporteerde Rotterdam de ontwikkelde kennis en

de overschakeling naar grootschalige inzet van zon-,

ervaringen.

wind- en bio-energie te exporteren op het moment dat de meeste systemen gerealiseerd waren.

In Rotterdam was deze gezamenlijke stadsontwikkeling mogelijk omdat organisaties als de Erasmus Universiteit,

Met de vele onderwijsmogelijkheden gelieerd aan de

het Boijmans en de Kunsthal, Eneco, Greenchoice, Van

praktijk werden de schooluitval en werkloosheid onder

Gansewinkel, Unilever en OVG al langere tijd intensief

jongeren in Rotterdam teruggebracht tot vrijwel nul. In de

aan de stedelijke ontwikkeling bijdroegen en gaandeweg

regio werken jongerengemeenschappen interactief en in

ook hun internationale netwerken in stelling brachten.

samenwerking met gelijkgestemde groepen over de hele

Met nieuwe business modellen die de maatschappelijke

wereld aan complexe vraagstukken voor Delta-gebieden 6

meerwaarde van sociaal-ecologsche initiatieven in Euro’s

op het gebied van klimaat, energie, zorg, water en ver-

vertaalde, leverde de inzet van bewoners en bedrijven op

voer. Tal van intensieve experimenten werden opgezet in

dit gebied nu ook werkelijk inkomsten. Dit stimuleerde de

de oude stadswijken op Zuid en bij de ontwikkeling van

langdurige betrokkenheid en het gevoel van verantwoor-

de Stadshavens. Dit vormde een belangrijke factor in

delijkheid voor de ontwikkeling van stad en haven alleen

de verduurzaming en verdichting van de binnenstad, de

maar meer. 5 http://knowledgeforclimate.climateresearchnetherlands.nl/rotterdam 4 DGO 12:21 Provincie Zuid Holland, Global Archs, www.sev.nl

6 www.cleantechdelta.nl, http://www.clintonfoundation.org/whatwe-do/clinton-climate-initiative/

Programma Duurzaam | pag 88


STEDELIJKE STROMINGEN LINEAIR

INVOER BRONNEN

UITVOER BRONNEN STEDELIJKE SYSTEMEN & PROCESSEN

goederen voedsel

niet organisch afval organisch afval rioolwater

water

emisie

energie materialen

afvalstoffen

pendelaars

pendelaars

migranten

migranten

STEDELIJKE STROMINGEN KRINGLOOP

UITVOER BRONNEN

INVOER BRONNEN goederen

voedsel

STEDELIJKE SYSTEMEN & PROCESSEN

niet organisch afval

organisch afval

water

rioolwater

energie

emisie

materialen

afvalstoffen

pendelaars

pendelaars

migranten

migranten

grondstoffen warmte grijs water

figuur 1: Circulair metabo-

biomassa

lism- REAP+

hergebruikt materialen

DOORVOER RE/UP CYCLE

HEDENDAAGSE STEDEN

INVOER BRONNEN

UITVOER BRONNEN STEDELIJKE SYSTEMEN & PROCESSEN

LEEFBAARDHEID

AFVAL & EMISSIES

TOEKOMSTIGE STEDEN

UITVOER BRONNEN

VERMINDERD GEBRUIK BRONNEN VERBETERDE STEDELIJKE SYSTEMEN & PROCESSEN

GROTERE LEEFBAARDHEID

figuur 2: Verhoogde leefbaarheid door optimalisatie van stedelijke processen (gebaseerd op schema VERMINDERDE AFVAL & EMISSIES

Programma Duurzaam | pag 89

Newman)


grootschalige renovatieprogramma’s die Rotterdam-Zuid

vervoersbewegingen in het OV sterk toegenomen en het

energieneutraal hebben gemaakt en de ontwikkeling van

autoverkeer afgenomen.

de drijvende stad in het Stadshavensgebied. Leven, wonen en werken in Rotterdam in 2042 staat Het herorganiseren van het gebruik aan hulpbronnen,

gelijk aan ‘het goede leven’: in balans met de omgeving,

het upcyclen van afval en het sluiten van kringlopen voor

sociaal ingesteld, met respect voor diversiteit, in goede

grondstoffen, materialen en energie heeft geleid tot fors

gezondheid en zich ontplooiend. Rotterdammers hebben

minder vervuiling, transport en energiegebruik. Deze

tegenwoordig een bovengemiddeld hoge levensverwach-

winst leidt direct en indirect tot een hogere leefbaarheid

ting door de combinatie van een goed leefklimaat, veel

en omgevingskwaliteit. Er zijn vrijwel geen schadelijke

vormen van onderwijs, gezonde voeding, veel beweging

emissies meer, de stad is 100% klimaatbestendig, de

en sterke sociale netwerken.

luchtkwaliteit is goed en de geluidsoverlast is door de technische ontwikkelingen in het vervoer minimaal. De inwoners kunnen zonder consequenties voor hun gezondheid bij de snelweg wonen en zelfs daar horen ze voornamelijk vogels wanneer ze lekker in de tuin zitten.

De transitie naar een duurzame stad: het goede leven

Veel mensen willen nu juist weer in de stad wonen door

De ecologie is in de Rotterdamse stad gekropen de af-

de duurzame leefomgeving waar een veelheid aan voor-

gelopen decennia. Daken zijn vergroend, vele gebouwen

zieningen op loopafstand zijn. Minimale afstanden tussen

zijn voorzien van kameleongevels die energie opwekken

wonen en werken, voorzieningen en recreëren zijn nu het

en de lucht zuiveren, en stadslandbouw is een wezenlijk

belangrijkste uitgangspunt bij de stedelijke ontwikkeling.

onderdeel van het stadsbeeld. Het groen is verweven met een blauwe structuur: blauwe daken (daken met

Rondom de knooppunten van weg, water en OV zijn

pv-panelen), blauwe pleinen (waterpleinen), drijvende

dichte clusters van wonen werken en specifieke voor-

wijken en volop ontwikkeling langs de boorden van de

zieningen ontstaan. Juist de dichtheid en de diversiteit

Maas en havens. Door de duurzame verdichting van de

aan programma zorgt voor voldoende contacten, per-

binnenstad is hier levendigheid, leefbaarheid en een echt

soonlijke mogelijkheden voor ontplooiing en een binding

stedelijk hart ontstaan. Het inwoneraantal is verdubbeld

met de buurt. Fietspaden en wandelroutes zijn dan ook

terwijl de milieudruk is gehalveerd. De binnenstad is een

de dominante infrastructuren in de stad. Doordat het

kwaliteitsplek geworden waar bewoners, bedrijven en

OV-netwerk is uitgebreid met onder andere een de snelle

bezoekers verblijven, ontmoeten en vermaakt worden 8 .

Randstadmetro en een metroverbinding op Zuid , zijn de

In het openbare gebied zijn door gemeenschappelijke

7 Halte Zuid, onze lijn, Gemeente Rotterdam, okt 2009

8 Binnenstadsplan 2008-2020 , dS+V, apr 2008

7

Programma Duurzaam | pag 90


initiatieven van stedelingen vormen van stadslandbouw,

voedsel. Een van de eerste aanzetten voor deze nieuwe

mooie openbare ruimte of duurzame energievoorzie-

ecologie was de inzet op het nascheiden van afval. Toen

ningen ontwikkeld. Zij werden bijvoorbeeld ge誰nspireerd

dit functioneerde werden terugwerkend hele productke-

door de initiatieven van Creatief Beheer9 of de bewoners

tens fundamenteel verduurzaamd zodat afvalstromen nog

van de Schoonderloostraat in Delfshaven . Ze hebben

slechts hoogwaardige en herbruikbare materialen bevat-

hun eigen openbaar gebied heroverd, waardoor hun

ten. Zo ontstonden kwalitatief hoogwaardige stromen van

huizen in waarde stegen, een diversiteit aan openbare

stoffen en energie die op allerlei manieren bijdragen aan

ruimtes gezamenlijk ontworpen en onderhouden werd en

de economie. Dit gebeurt afwisselend op straat-, buurt-,

de sociale onveiligheid af nam. Eindelijk is ook de Maas

wijk- en stadsniveau, via een cascade van schaalniveaus

een bindende factor geworden tussen Rotterdam-Zuid en

en kringlopen11. Door de kleinschalige herontwikkeling

Noord, Oost en West. De brede rivier geeft de stad een

van lokale duurzame gebieden is een stedelijk weefsel

indrukwekkende en eigen ruimtelijke kwaliteit, maar voor-

ontstaan dat bestaat uit een diversiteit aan goede woon-

ziet ook in nieuwe mogelijkheden voor recreatie, wonen,

milieus met passende voorzieningen en openbare ruimte.

transport en mobiliteit.

Ieder kan zijn droomplek in de stad realiseren, omdat

10

er vele mogelijkheden zijn voor collectief en particulier In achterstandswijken zijn ecosystemen en decentrale

opdrachtgeverschap. Door de omgevingskwaliteit en de

duurzame energiesystemen een verbindende schakel

directe relatie met de natuur maken Rotterdammers pro-

voor sociale en fysieke verandering geworden. Initiatieven

ductief en recreatief gebruik van de openbare ruimte en

en beleid gericht op stedelijke ontwikkeling zijn geba-

voelen zich verbonden met hun buurt of wijk12 . De wijze

seerd op de werking van de natuur; het (zoveel mogelijk)

waarop Rotterdam de fysieke en sociaal-economische

sluiten van kringlopen op verschillende schaalniveaus van

opgave wist te verbinden en in te zetten voor de omslag

energie, grondstoffen, bouwmaterialen, afval, water en 9 http://www.creatiefbeheer.nl/ 10 De schat van Schoonderloo, http://www.schatvanschoonderloo. nl/dedroom.htm

11 Agropolis een symbiose tussen stad en land, innovatienetwerk mei 2005 12 Stadsvisie Rotterdam 2030, dS+V, nov 2007

Programma Duurzaam | pag 91


naar een duurzame stad is internationaal trendsettend.13

De directere samenhang tussen de inrichting van de

Het vervoer is volledig overgeschakeld op biobrandstof-

woonomgeving en de burger heeft veel nieuwe vormen

fen, hybride of elektrisch en een variëteit aan schone en

van ondernemerschap opgeleverd. Hierdoor ontstaan

stille vervoersmiddelen is voorhanden: van flexifuel auto’s

lokaal diverse nieuwe economische markten, lokale

tot elektrische scooters, van hybride tuk-tuks en taxi’s tot

zorgvoorzieningen en sterke sociale cohesie en zelforga-

segways en van gemeenschappelijke fietsen tot elek-

nisatie op lokaal niveau14 . De bewoners worden door de

trische watertaxi’s. Mobiliteitsmakelaars en slimme ICT

nieuwe participatiemogelijkheden maximaal gestimuleerd

oplossingen brengen bewoners effectief en schoon van

om zichzelf te ontplooien en te ontwikkelen; zelfredzaam-

deur tot deur, waardoor privé-bezit van auto’s nagenoeg

heid wordt op alle mogelijke manieren gesteund.

verdwenen is. Slimme koppelingen met de gebouwen en slimme energienetten maken mogelijk dat de voertuigen binnen een gebied gebruikt kunnen worden als buffer bij piekmomenten in de lokale elektriciteitsnetten. Een fors deel van het vervoer vindt plaats over het water, tal van

De transitie naar een duurzame haven: The green portal to Europe

aanlegplaatsen zorgen voor snelle en effectieve verbin-

De omslag die de haven heeft doorgemaakt is zo moge-

dingen. De bestaande infrastructuur is daarmee voor

lijk nog indrukwekkender. Door de positie als een van de

een groot deel ontlast en veranderd in groene corridors.

meest veilige en duurzame in de wereld, heeft de haven

Meervoudige maaivelden met daaronder parkeervoorzie-

zijn oorspronkelijke glans als mondiale tophaven terug-

ningen en bijpassende woningtypologieën creëren vele

gewonnen. Dit kwam, naast de expertise op klimaatadap-

autoluwe gebieden waar kinderen veilig buiten kunnen

tatie en watermanagement vooral door de transitie van

spelen. Zelfs de fameuze Coolsingel is een groene wan-

de havenactiviteiten naar een functionerende industriële

delpromenade geworden waar toeristen van over de hele

ecologie. Deze transitie was erop gericht zo schoon

wereld als ook Rotterdammers zelf dagelijks flaneren.

mogelijk te produceren door maximaal hergebruik van

13 Pact op Zuid, 2006, Kwaliteitssprong op Zuid, 2011

14 http://www.rotterdampioneers.nl/, http://rotterdam.the-hub.net/, http://www.transitiontownrotterdam.nl/, http://www.ourcommonfuture.nl, http://www.rotterdam2040.nl/, http://www.arminiusmanifest.nl/, http://www.rotterdamcommunity.nl/

LINEAIRE ECONOMIE

INVOER

EXTERN PRODUCERENDE BEDRIJVEN

UITVOER LOKALE ECONOMIE SOCIALE WAARDE

MULTISTORE

KRINGLOOP ECONOMIE

INVOER

LOKAAL PRODUCERENDE BEDRIJVEN € € € €

figuur 3. Economie - geSOCIALE WAARDE

€ €

UITVOER LOKALE ECONOMIE

€ €

TRANSPORT KOSTEN & EMISSIE

Institute for Applied Material

€ €

Programma Duurzaam | pag 92

baseerd op schema door Flow Management (IfaS),

TRANSPORT KOSTEN & EMISSIE

2010


grondstoffen en materialen, en technieken gebaseerd

materialen, technologische bio-innovatie als opleidingen

op natuurlijke processen. Het heeft ertoe geleid dat er

zijn gehuisvest. Een multifunctioneel havenlandschap,

bijna geen schadelijke emissies zijn. De haven van Rot-

getransformeerd van een petrochemisch post-apocalyp-

terdam is na de realisatie van de eerste grootschalige

tisch naar een groen industrieel landschap, levert een

bio-raffinage in de wereld, de proeftuin geworden van het

scala aan producten en diensten voor de maatschappij.

baanbrekende onderzoek op het gebied van plantaardige

Net als in de stad is zo goed als alle transport geautoma-

productieketens van de Wageningse Universiteit en het

tiseerd of schoon. Het afvoerputje van Europa waar de

Energie Centrum Nederland. Dit heeft geleid tot een ster-

haven de grootste vervuiler was, is getransformeerd tot

ke band met het Westland waar zeer gericht biomassa

de bron van nieuwe energie en duurzame welvaart voor

wordt geproduceerd voor hoogwaardige toepassing in de

Rotterdam, de Randstad en Noordwest Europa.

biochemie. De transitie van petrochemie naar een duurzame bio-economie (‘biobased economy’), zoals destijds

In de combinatie haven en Westland is het antwoord op

beschreven in de Port Compass is vrijwel voltooid.

voedselproductie en de productie van hoogwaardige bioproducten gevonden. Een gedeelte van het Westland

De groene Rotterdamse haven vormt het hart van de

drijft in de haven, waar grote hoge gestapelde kassen

Nederlandse en Noordwest Europese bio-economie. Rot-

grondstoffen voor chemicaliën, bioplastics of biobrand-

terdam was een van de eerste havens in de wereld die

stoffen produceren. Het andere gedeelte bestaat uit

transformeerde richting biobased, renewable en groene

gesloten kassen waar via hoogstaande techniek (hydro-

chemie. Biomassa wordt gebruikt voor transport (bio-

ponics), effectieve productie van biologische producten

brandstoffen), elektriciteit (houtsnippers), energie (groen

mogelijk is. De vergevorderde ontwikkeling van de voed-

gas, algen), chemie (bioplastics, kunststoffen en harsen),

selproductie zorgt ook voor voldoende exportproducten,

en landbouw (bio-energie en reststromen). De voedselin-

die in gekoelde containers direct vanaf het Westland

dustrie en farmaceutische bedrijven halen eerst de hoog-

worden vervoerd. De bebouwing van de buitengebie-

waardige fracties uit de gewassen en wat overblijft wordt

den is, door de groene verdichting van de stad en de

gebruikt voor de chemie, staalproductie en veevoer. Alle

compactheid van de industriële productie in de haven,

reststromen worden gebruikt en opnieuw ingezet voor

zelfs teruggedrongen. In het groene hart is een land-

energie en in de industriële productie. Dat betekent dat

schappenpark ontwikkeld, waar de geschiedenis van de

het onderscheid tussen product, co-product, restproduct

Nederlandse landbouw, inpolderen en waterbeheer voor

en afval is verdwenen.

het internationale en regionale publiek tentoongesteld worden en vele vormen van recreatie en verblijf mogelijk

De Rotterdamse haven is daarnaast een moderne

zijn. Veel stedelingen hebben in dit vergroende natuurge-

emissie-marktplaats geworden, waar zowel het verhan-

bied een autarkisch weekendverblijf.

delen CO2 en reststromen, upcycling van grondstoffen en

Programma Duurzaam | pag 93


De transitie van de Stadshavens: The Green Machine

bood. Het hele buitendijkse gebied is inmiddels ‘klimaatproof’, deels door ophogingen en deels door adaptieve woon- en werkvormen (op het land en op het water).

Het belangrijkste knooppunt in het verbinden van de

Speerpunten van de nieuwe industrie in Rotterdam zijn:

transities in haven en stad en het realiseren van de

drijvend en waterproof bouwen, groene dak- en gevel-

Verbonden Havenstad was het Stadshavensgebied; dit is

ontwikkeling, duurzame energie, biomassa als grondstof

het nieuwe kloppende hart van de havenstad geworden.

voor een groene chemie in de haven, elektrisch vervoer,

In dit oude havengebied konden de nieuwste systemen

brede dijkontwikkeling, de zandmotor, groene diensten en

voor het sluiten van kringlopen als eerste grootschalig

duurzame kennis. Deze maak- en kennisindustrie rondom

aangelegd worden, terwijl gelijktijdig andere experimen-

duurzame innovatie heeft veel hoogopgeleide kenniswer-

ten in samenhang werden opgezet. Vrijbuiters en pioniers

kers aangetrokken. Zij hebben in de Stadshavens de ge-

uit de hele wereld zijn begonnen met de herontwikkeling

schikte ruimte en voorzieningen gevonden voor diverse

van de oude havengebieden en hebben dat stap voor

vormen van produceren, werken, wonen en recreëren.

stap uitgebouwd. Het upcyclen van elektronisch afval is een groot succes geworden en de Stadshavens vormen

Door gerichte sturing en investeringen is een mondiale

het knooppunt van de wereldhandel op dit gebied. Door

Trade Zone (handelszone) ontstaan voor bedrijven die

de regionale ontwikkeling van de ondergrondse infra-

Rotterdam hebben gekozen als toegangspoort naar de

structuur vormt het Stadshavensgebied als het ware de

hele wereld15 . De producten en kennis die voortkomen uit

draaischijf tussen haven en stad en pompt als hart de

de ‘Clean Tech’ industrie worden mede ontwikkeld door

levenssappen rond van de groenblauwe havenstad.

internationale bedrijven. In plaats van een markt in het buitenland te creëren is de buitenlandse markt ter plekke

Een nieuwe maak- en kennisindustrie rondom klimaat-

ontwikkeld in het gebied. Buitenlandse bedrijven zijn in

adaptatie, stedelijke deltatechnologie en duurzaam wa-

steeds grotere getale naar de Stadshavens gekomen om

terbeheer is ontstaan in de Stadshavens; de Clean Tech

te participeren in kennis- en productontwikkeling, zodat

Delta. Rotterdam heeft, samen met Delft, Den Haag en

die innovatieve kennis en producten in de eigen landen

Dordrecht, systematisch geïnvesteerd in de ontwikkeling

toegepast konden worden. Dit was als het ware een

van deze industrie. Daarmee hebben deze deltasteden

inverse handelsmissie, waarbij de mondiale markt naar

tijdig ingespeeld op het veranderende klimaat en proble-

Rotterdam is gehaald.

men die werden veroorzaakt door hitte in de stad, zeespiegelstijgingen en hogere rivierstanden. Zij beseften al vroeg dat een duurzamere omgang met de ruimte, het

15 gelijk aan het ‘greenzone’ concept, EDBR 2010 ; een economische zone waarin een hoogwaardig serviceconcept voor de buitenlandse bedrijven, die investeren in schone technologie.

DE URBANISTEN

water en het klimaat een vereiste was en tegelijk kansen

Programma Duurzaam | pag 94

Klimaatbestendig woon, werk en productielandschap


Stadshavens is niet alleen het innovatieve centrum voor

voor initiatieven in stad en haven in de gewenste richting.

de Clean Tech Delta en de nieuwe maak- en kennisin-

Onderdeel hiervan is ook dat gaandeweg barrières voor

dustrie, maar ook een hoogwaardig vestigingsgebied.

gewenste innovaties worden weggenomen.

Met behoud van het stoere havenkarakter zijn bijzondere woonmilieus ontstaan aan en op het water, waar

Het lijkt duidelijk dat de in Rotterdam gestelde ambities

tienduizenden mensen op af zijn gekomen. Hier werden

en doelen op het gebied van duurzaamheid een meer

de eerste grootschalige vormen van stadslandbouw16

fundamentele verandering in stad en haven vereisen die

ontwikkeld waarbij veel van de langdurig werklozen in de

ook nog eens relatief snel tot stand moet komen. Het

stad bij konden dragen aan de stedelijke voedselvoor-

impliceert zowel een massale en samenhangende inzet

ziening en tegelijk gezond bezig zijn en sociale bijdrage

op innovatie als een gerichte strategie ten aanzien van

leveren. Veel uit de stad vertrokken Rotterdammers zijn

het omvormen van bestaande instituties, beleid, routines,

teruggekeerd naar het nieuwe stadshart van Rotterdam

financiële kaders en infrastructuren. Juist de extra snel-

of wonen in de drijvende wijken. Hier leven bloeiende

heid en richting (en dus coördinatie) die een dergelijke

gemeenschappen op het water, die zich op kleine schaal

omslag vereisen, vragen om een slimme manier van

organiseren en veel activiteiten samen doen zoals geza-

sturen en organiseren. De inzet op een nieuwe rol van de

menlijk duurzame energie opwekken, voedsel produce-

gemeente ten aanzien van een versnelling van duur-

ren maar ook hun eigen zorg17 en sociale leven orga-

zaamheid is hiervan onderdeel.

niseren. Het getransformeerde Stadshavensgebied als bestendig stedenbouwkundig concept is toonaangevend

Selectie van relevante bronnen voor verdere verdieping

in de wereld. Honderdduizenden toeristen, bijvoorbeeld

• BLOOMBERG, 2010. Global trends in Sustainable

fysiek en sociaal duurzaam, energieneutraal en klimaat-

Brazilianen, Chinezen, Indiërs en Japanners, komen

Energy investment 2010. New York: United Nations

jaarlijks kijken naar de stedenbouwkundige en bedrijfs-

Environment Programme and New Energy Finance,

kundige innovaties. Rotterdam heeft de interesse en het vertrouwen van bewoners, bezoekers, bedrijven en

2010. • BULKELY, H. and BETSILL, M., 2005. Rethinking

investeerders, doordat het de veiligste havenstad is in het

Sustainable Cities: Multilevel Governance and the

Delta gebied dat koploper is op het gebied van transities

‘Urban’ Politics of Climate Change. Environmental Politics, 14(1), pp. 42-63.

naar duurzaamheid.

• DE GRAAF, R. and VAN DE VEN, F., 2006. The Clo-

Proloog

sed City as a strategy to reduce vulnerability of urban

Nu, in 2011, zijn op allerlei terreinen de tekenen van verandering waar te nemen en zijn onderdelen van een duurzame toekomst van haven en stad al zichtbaar. De

areas for climate change, Innovations in coping with water and climate risks 2006, IWA. • DEMPSEY, N., BRAMLEY, G., POWER, S. and

uitvergroting van allerlei initiatieven en ideeën in deze

BROWN, C., 2009. The social dimension of sustaina-

visie biedt hopelijk een inspirerend en richtinggevend

ble development: Defining urban social sustainability.

perspectief dat richting en snelheid kan geven aan de aanwezige initiatieven en nieuwe ideeën en acties kan

Sustainable Development, pp. n/a-n/a. • DOBBELSTEEN A. van den; ‘Towards closed cycles

uitlokken. De gewenste transities van haven en stad, nog

– New strategy steps based on the cradle to cradle

even los van de vraag wat nu de gewenste richting is, zijn

approach’, in: Proceedings of the Passive and Low

echter niet vanzelfsprekend: ze vereisen een langdurige, gezamenlijke en proactieve inzet. Een duurzaamheids-

Energy Architecture • DUBBELIN M, De duurzame stad is van alle tijden,

visie en de transitiebeelden voor Rotterdam zijn dan

http://www.duurzaamgebouwd.nl/20090821-de-duur-

ook niet zozeer een doel op zich, maar moeten vooral

zame-stad-is-van-alle-tijden

een vertrekpunt bieden voor een breed maatschappe-

• ERNSTSON, H., VAN DER LEEUW, S., REDMAN, C.,

lijk vernieuwingsproces. Deze visie probeert op deze

MEFFERT, D., DAVIS, G., ALFSEN, C. AND ELMQ-

manier ook bij te dragen aan de doelstellingen van het

VIST, T., 2010. Urban transitions: on urban resilience

duurzaamheidsprogramma dat beoogt ruimte te creëren

and human-dominated ecosystems. AMBIO: A Journal of the Human Environment, 39(8), pp. 531-545

16 http://www.stadslandbouw.wur.nl/NL/, http://www.eetbaarrotterdam.nl/ 17 http://www.transitiearena.nl/arena/10/22/3/10/get.aspx

Programma Duurzaam | pag 95


• ELKINGTON, J., 2006. Governance for sustainability. Corporate governance, 14(6), pp. 522-529. • EUROPEAN CLIMATE FOUNDATION, 2009. Road-

Bioscience, 7(2), pp. 105-117. • TILLIE N., DOBBELSTEEN A. van den, DOEPEL D., JAGER W. de, JOUBERT M. & MAYENBURG D.;

map 2050: A Practical Guide to a Prosperous, Low-

Towards CO2 Neutral Urban Planning – Introducing

Carbon Europe. The Hague, Brussels: European

the Rotterdam Energy Approach & Planning (REAP);

Climate Foundation.

in Journal of Green Building, vol 4, No. 3, 2009 (103-

• FOLKE, C., 2006. Resilience: The emergence of a perspective for social-ecological systems analysis. Global environmental change, 16, pp. 253-267. • GRIN, J., ROTMANS, J., SCHOT, J., WITH, I.C., LOORBACH, D. and GEELS, F.W., 2010. Transitions

112) • VAN DEN BERGH, J. C. J. M., BRUINSMA,F.R., ed, 2008. The Transition to Renewable Energy: Theory and Practice. Cheltenham: Edward Elgar. • VERSTEGEN, 2003; Urban Metabolism Desk Study:

to Sustainable Development; New Directions in the

Study on Urban Environments, Well-being and He-

Study of Long Term Transformative Change. New

alth, in: Royal Commission of Environmental Pollution, London: RECP, 2003

York: Routledge. • IEA, 2008. World Energy Outlook. International

• WHEELER, S., Sustainable Urban Development: A Literature Review and Analysis, Berkley: University of

Energy Agency. • KATES, R. W., CLARK, W. C., CORELL, R., HALL, J. M., JAEGER, C., LOWE, I., MCCARTHY, J. J.,

California, 1996 • WALKER, B., ANDERIES, J.M., KINZIG, A.P. and

SCHELLNHUBER, H. J., BOLIN, B., DICKSON, N.

RYAN, P., 2006. Exploring Resilience in Social-

M., FAUCHEUX, S., GALLOPIN, G. C., GRUBLER,

Ecological Systems. Collingwood Victoria, Australia:

A., HUNTLEY, B., JAGER,J. and JODHA, N. S.,

CSIRO Publishing.

KASPERSON, R. E., MABOGUNJE, A., MATSON, P., MOONEY, H., MOORE, B., O’RIORDAN, T. EN SVEDIN,U., 2001. Environment and development Sustainability science. Science, 292(5517), pp. 641642. • LOORBACH, D., 2010. Transition Management for Sustainable Development: a Prescriptive, ComplexityBased Governance Framework. Governance, 23(1), pp. 161-183. • McDONOUGH, W. & BRAUNGART, M.; Cradle to Cradle - Remaking the Way We Make Things; NorthPoint Press, 2002 • RAVETZ, J. and ROBERTS, P., 2000. City-region 2020: integrated planning for a sustainable environment. London: Earthscan. • ROLAND BERGER, 2009. Clean Economy, Living Planet; building the Dutch clean energy technology industry. • ROTMANS, J., KEMP, R. and VAN ASSELT, M., 2001a. More evolution than revolution: Transition management in public policy. Foresight, 03(01), pp. 15-31. • ROTMANS, J., KEMP, R., VAN ASSELT, M., GEELS, F., VERBONG, G. and MOLENDIJK, K., 2001b. Transitions & Transition management: The case for a low emission energy supply. Maastricht: ICIS. • SANDERS, J., SCOTT, E., WEUSTHUIS, R. and MOOIBROEK, H., 2007. Bio-Refinery as the BioInspired Process to Bulk Chemicals. Macromolecular

Programma Duurzaam | pag 96


Investeren in duurzame groei Programma Duurzaam

Gemeente Rotterdam Programma Duurzaam

omslag Programma Duurzaam versie2.indd 1

Investeren in duurzame groei Programma Duurzaam

email: info@rotterdam.nl internet: www.rotterdam.nl

04-05-11 13:40


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.