db-vl-1005

Page 1

00 Leuven mail

r van afgifte: 30

eemaandelijks

114de jaa

t. 2010 | tw rgang | sept. - ok

tijdschrift voor

de bewe

sco | Kantoo ging rond Don Bo

| P209042

5

s r e z j i w weg-


inhoud

kijk

Een salesiaanse Een

Hoofdredacteur

op de wereld op de salesiaanse wereld

Annemie Vandaele

Adviesraad

R. Burggraeve A. De Cocker A. De Cooman M. Den Haerynck E. De Ridder E. Haelvoet P. Stienaers F. Vanspauwen

Eindredactie en redactieadres  

Mark Den Haerynck Lenniksesteenweg 2 1500 Halle dbsocom@donbosco.be

Adreswijziging Don Bosco Vlaanderen  Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel  dedapper.marc@donbosco.be

Don Boscogewijs 6

Het noviciaat in Pinerolo

7

Il beniamino di Don Bosco

10

Monicursussen

22 Kinderrecht op vrije tijd en spelen

Terese Brughmans 12 Lode Bolckmans 16

Verantwoordelijke uitgever  

Jos Claes, provinciaal Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel jos.claes@donbosco.be

Pennenstreken

Lay-out en druk Drukkerij Van der Poorten nv Kessel-Lo De bijdragen verschijnen onder de verantwoordelijkheid van de auteur. Uw persoonlijke gegevens zijn voor u ter inzage. Ze worden nooit doorgespeeld en dienen enkel voor de verzending van Don Bosco Vlaanderen.  In Vlaanderen: www.donbosco.be www.zustersvandonbosco.be

In Europa: www.donbosco.net

In de wereld: www.sdb.org www.cgfmanet.org

Don Bosco Vlaanderen is een gratis blad. Giften zijn daarom steeds welkom op het onderstaande adres en rekeningnummer, met vermelding van ‘Don Bosco Vlaanderen’: Don Bosco Centrale vzw Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel Tel. 02 771 21 00 IBAN: BE96 0000 1112 6405 BIC: BPOTBEB1

Kruispunt

De Heer aan boord nemen

Over opvoeden 4

De biologische wijnbouwer en de salesiaanse opvoeder

14

Geef commentaar 15 Alleen ben je ni(x)ks 19 Wegwijzers

24

8 Adoptie uit liefde 11 De kleine prins

Foto voorpagina: Etienne Leconte


Annemie Vandaele Hoofdredacteur

| ingeblikt

Weg-wijzers Hoewel de gps ons wel eens het tegenovergestelde laat geloven, wegwijzers zijn zinvol en nodig, op zijn minst in het gewone verkeer, maar zeker ook in het menselijke. Al is het een gezonde realiteit dat ze komen en gaan, op de goede momenten de goede mensen aan je zijde, is een ware zegen. Om een voorbeeld dicht bij huis te nemen: Don Bosco. Wie zou hij geworden zijn zonder Don Calosso die hem als jonge knaap liet geloven in zijn droom? Wat zou er van zijn oratorio geworden zijn zonder zijn moeder, Mama Margherita, die hem voorleefde wat fijngevoeligheid en geloof kunnen inhouden, die overtuigd was van zijn kunnen en hem nabij bleef in het ideaal dat hij wilde realiseren? Wat zonder de zachtmoedigheid, die hij leerde bij Franciscus van Sales? En wat zonder Don Cafasso, zijn grote voorbeeld in levenswijsheid en -ervaring? Wanneer je zelf zo’n klein bloedje onder je hoede hebt, vraag je je het ook wel eens af: Wie zal hij tegenkomen op zijn pad? Wie zal voor hem van betekenis zijn? Zal hij zijn plaats vinden tussen leeftijdgenoten? Zal hij vrienden hebben die hem erkennen in wie hij is? En welke volwassenen zullen hem de weg wijzen? En dan kijk je toch ook met hoopvolle ogen naar het onderwijsveld waarin je kind voor een groot deel van zijn tijd zal terechtkomen. Dan hoop je vooral op

mensen die focussen op zijn talent, op iemand die hem net dat ene duwtje in de rug geeft, op mensen die zorg en respect opbrengen voor zijn eigenheid, die naast hem blijven staan als het moeilijk gaat, die hem in dialoog bijsturen en tegelijk op hun eigen onderwijzen of opvoeden durven reflecteren. Het klinkt logisch, maar vanzelfsprekend is het niet.

3

Hoe handig dus ook, een gps die de route op voorhand uitstippelt, geven we hem niet mee. Wel de hoop op tochtgenoten die hem niet het juiste pad tonen, maar mee zoeken naar een pad dat het zijne is. Het blijft een heuse opdracht voor elke ouder, onderwijzer en opvoeder dat na te streven. Op hoop van zegen dus maar voor zoveel kinderen en jongeren aan het begin van een nieuw schooljaar ... In het vorige voorwoord van Don Bosco Vlaanderen werd nog melding gemaakt van de commissie Adriaenssens. Bij het ter perse gaan van het blad was er van het ontslag van deze commissie immers nog geen sprake. Onze oprechte verontschuldigingen hiervoor.

ď °


door de ogen van de opvoeder |

Tekst: Kurt Smeets, namens Don Bosco Vorming en Animatie Foto’s: Eindredactie

De biologische wijnbouwer en de salesiaanse opvoeder

4

Opvoeden in Don Bosco’s geest kan maar gebeuren als we voeling hebben met zijn mensbeeld. In het opvoedingsproject wordt zijn visie getoetst aan de pedagogische ervaring van opvoeders en leerkrachten in salesiaanse voorzieningen en aan inzichten uit de menswetenschappen. Uit die vertaalslag treedt een mensbeeld naar voor dat jonge mensen beschouwt als totaalwezens waarin verschillende aspecten, sterke en zwakke, samenkomen. Omdat al die aspecten aandacht verdienen, wordt een integrale ontwikkeling van ieder kind vooropgesteld. Maar geen mens staat op zichzelf. Hoe een kind zich ontwikkelt, wat het aan praktische, verstandelijke en psychische bagage verwerft, dankt het aan de relaties die het onderhoudt met de omringende wereld. In deze bijdrage willen we daarom stilstaan bij de mens als relationeel wezen.

krachten die elk op hun manier in het leven staan. Zo wordt elk van ons door de jaren heen het knooppunt in een uitdeinend netwerk van relaties. Dat netwerk hangt niet ergens in het luchtledige, maar is vergroeid met het milieu waarin we opgroeien en de cultuur waarvan we deel uitmaken. Als goede wijn rijpen we in de grond van onze geschiedenis. Naar welke oorden het leven ons ook leidt, in die voedingsbodem wortelt onze stam. Ouders, leerkrachten en opvoeders zijn de levengevende mineralen die ons laten opgroeien, de voeten stevig in de aarde, de ogen naar de hemel gericht.

Afhankelijkheid en beheersing Een mens voelt zich pas mens als hij door anderen als mens wordt aangesproken. Hij dankt zijn bestaan aan zijn medemensen. Hij leert zichzelf ook maar kennen via anderen, want wie hij is, waar hij voor staat, heeft hij slechts in beperkte mate zelf in de hand. Als je nagaat welke

Als we onszelf de vraag stellen hoe we geworden zijn wie we nu zijn, dan komen we steeds weer uit bij het andere dan onszelf. Niet alleen erven we van onze ouders een genetische blauwdruk, op het moment dat we geboren worden, doet er ook al een verhaal over ons de ronde. In dat verhaal nemen we een plek in die gekleurd is door de dromen en verwachtingen van onze ouders en leren we onszelf kennen als zoon of dochter van, als broer of zus van ... We groeien op in een gezin met karakteristieke omgangsvormen en leefregels, we belanden in een klas waar we contacten leggen met kinderen uit andere gezinnen ens Geen m hzelf. en met andere achtergronic z p o staat den, we luisteren naar leer-

grond p arme wijn o s lf e e Z n goed kan ee pen. rij

normen en waarden belangrijk zijn in de cultuur waarin je bent opgegroeid, als je kijkt naar de mensen met wie je je omringt, als je stilstaat bij de manier waarop anderen reageren op wat je zegt en doet, kom je vaak meer over jezelf te weten dan wanneer je voor de vuist weg een beschrijving van jezelf zou geven. Dat leidt tot een zeker ongemak. Het besef dat we onze identiteit, onze eigenheid niet volledig in de hand hebben, lijkt afbreuk te doen aan ons gevoel van vrijheid. Maar die dubbelheid is misschien eigen aan iedere relatie, of het nu gaat om de relatie tot onszelf, dus onze identiteit, of om onze relaties met anderen, met de natuur en met de maatschappij.


mislukkingen veel groter. Het evenwicht Wie kost wat kost zijn identiteit wil bein de relaties is dan zoek. Ook een school heersen, ontdekt al vlug dat hij niet losdie te maken heeft met steeds meer raakt van een kern in zichzelf die hij zelf grensoverschrijdend gedrag, kan niet heeft gekozen, maar er voor kiezen meer en meer redie hem wel bepaalt. gels in te voeren en harder Jongeren die met even g n e r op te treden. De controle hun identiteit Ande rm aan o v e e wordt dan strenger en het experimenteren . m entiteit onze id gevoel van beheersing groen zich in verter. Maar ook in deze relatie schillende subtussen lerarenkorps en leerlinculturen begeven, blijven de kinderen van hun ouders. Hoe onafhankelijk een jongere zich ook voordoet, achter de uiterlijke tooi gaat een kind schuil dat hoopt erkend te worden en waardering te vinden. Net wegens die onuitwisbare loyaliteit wint ook in de bijzondere jeugdzorg het gezinsgericht werken steeds meer aan belangrijkheid. In onze relatie tot de natuur zien we iets gelijkaardigs. Zelfs al hebben we de natuur steeds beter leren beheersen, de opwarming van het klimaat herinnert ons aan onze afhankelijkheid van de natuur. Sterker nog, de technologische vooruitgang bood niet alleen nieuwe mogelijkheden, maar droeg zelf gen dreigt een aveook bij tot de milieuvervuiling, zodat we rechts effect: hoe nu worden uitgedaagd een nieuw evenstrenger de school wicht te vinden tussen mens en natuur. optreedt, hoe zwaarTelkens opnieuw zien we hetzelfde meder de inbreuken worchanisme aan het werk. Hoe feller we de den. Don Bosco begreep dat natuur of onze eigen identiteit trachten een gezinssfeer en een hartelijk te beheersen, hoe duidelijker het wordt dat we afhankelijk blijven van de natuur of van anderen die mee vormgeven aan wie wij zijn.

klimaat de beste remedie vormen tegen zo’n neerwaartse spiraal. In een huiselijke sfeer mag je jezelf zijn en is de afhankelijkheid, die eigen is aan iedere relatie, niet beangstigend. Of het nu gaat om de relatie tot jezelf, met anderen, de natuur of de samenleving, het evenwicht in deze verhoudingen stoelt op een gezond basisvertrouwen. Dat basisvertrouwen is ook het geheim van de biologische wijnbouwer die de natuur zo weinig mogelijk beheerst. Hij gelooft dat de oplossing voor de uitwassen van de natuur in de natuur zelf liggen. Daarom gaat hij schadelijke ziekten, insecten en onkruid niet met chemische producten te lijf - dat leidt op termijn tot flauwe, smaakloze wijn - maar probeert ze te voorkomen door gebruik te maken van de krachten die in de natuur zelf aanwezig zijn. Zijn jarenlange ervaring leert hem welke planten welke eigenschappen bezitten en hoe hij die best kan aanwenden. Misschien is dat ook het geheim van opvoeders en leerkrachten die in de geest van Don Bosco preventief blijven werken. Moeilijkheden kunnen bestreden worden door het tuchtreglement uit te breiden, maar het is ook mogelijk om net als de wijnbouwer te geloven in de krachten die bij jongeren zelf aanwezig zijn en die krachten te benutten. Dankzij dat vertrouwen in jonge mensen kan zelfs op arme grond een goede wijn rijpen.

Basisvertrouwen Als in alle relaties nu eens de nadruk ligt op afhankelijkheid, dan weer op beheersing, komt het er telkens op aan een evenwicht te vinden. Een kind dat in zijn afhankelijkheid gekwetst werd, enger zal zich wapenen tegen nieuwe Hoe str optreedt, l o o kwetsuren door relaties feller ken h een sc er de inbreu d r a te gaan manipuleren. Maar dat a . hoe zw aak worden v verdedigingsmechanisme maakt de kans op nieuwe kwetsuren en

ď °

5


een woord waard |

Tekst en foto's: Koen Timmermans

Het noviciaat in Pinerolo Salesiaan word je niet van vandaag op morgen. Er gaat een periode van vorming aan vooraf, een tijd om vertrouwd te geraken met de salesiaanse eigenheden. Tot die vorming behoort ook het noviciaat, dat jonge Vlaamse salesianen op vandaag volgen in Italië, samen met novicen uit andere Europese landen. Maar wat doe je in zo’n noviciaat en wat doet het met je? In dit ‘woord waard’ laten we graag Koen Timmermans aan het woord, salesiaan in opleiding en student theologie aan de K.U. Leuven, die drie jaar geleden samen met 25 anderen te gast was in het Europese noviciaat van Pinerolo:

6

“Als bij toeval ontmoet ik net deze dagen twee Maltese animatoren op het speelplein in Halle, die een Maltese medenovice van mij kennen. En net in deze periode begint op Colle Don Bosco de taalcursus Italiaans voor prenovicen die op 8 september hun noviciaat in Pinerolo starten. Om de sfeer van weleer opnieuw wat op te snuiven, haal ik de twee dvd’s vol foto’s en filmpjes van dat jaar in Pinerolo er bij, met het voornemen er een paar minuutjes naar te kijken en wat herinneringen op te halen ... de paar minuten worden al snel een hele voormiddag ... Het salesiaanse huis in Pinerolo ligt op een heuvel buiten het centrum van de stad, ‘Monte Oliveto’. Sinds de eerste helft van vorige eeuw is het Piëmontese noviciaat hier gevestigd. Honderden no-

vicen zetten hier hun eerste stappen op weg naar een leven als salesiaan van Don Bosco. Eind vorige eeuw kreeg de gemeenschap een internationaal karakter: novicen vanuit heel Europa namen deel aan dit vormingsjaar in voorbereiding op de eerste religieuze geloften. Het leven op Monte Oliveto is behoorlijk strak gestructureerd: er is tijd voor gebed, studie en lessen, apostolaat, arbeid, sport en ontspanning, persoonlijke tijd, gesprek ... en dat allemaal onder leiding van de novicemeester, bijgestaan door zijn socius en de ‘vaste gemeenschap’ van salesianen die er leeft. Het concrete leven in het noviciaat ziet er ongeveer als volgt uit: ‘s morgens is er het morgengebed, meditatie en een eucharistieviering. Na het ontbijt en wat huishoudelijk werk, is er dan tijd voor de lessen. Daarin worden de leefregel van de salesianen en verschillende aspecten van het religieuze leven van dichterbij bekeken. Na de middag volgt een uurtje sport en spel, waarna de novicen het park intrekken voor handenarbeid. Voor het avondmaal staat nog twee uur

n blik eft mij “Het he verruimd.” enorm

studietijd op het programma, gevolgd door het avondgebed met het avondwoordje en het avondmaal. De avonden zijn over het algemeen vrij en zijn ideale momenten om elkaar te ontmoeten, ontspannend maar ook ‘inhoudelijk’. Novicen zijn niet wereldvreemd. Wij gingen elke zondag naar Turijn om er te werken in verschillende oratorio’s en in de zomer begeleidden we een speelplein op Sicilië, tussen de armste kinderen. Het apostolaatwerk ziet er tegenwoordig blijkbaar wat anders uit, maar het is zeker niet afwezig, integendeel. De novicen worden van bij het begin ingeschakeld in het werk. Noviciaat doen in de buurt van Turijn is bijzonder: je bent er eigenlijk bij de bron. Een bezoek aan de plaatsen van Don Bosco, deelname aan de grote feesten in de basiliek van Maria Hulp der Christenen in Turijn, ontmoetingen met salesianen en jongeren uit de hele wereld die Turijn bezoeken ... Het heeft mijn blik ontzettend verruimd: Don Bosco is veel ruimer dan een beweging in ons kleine landje, het is een persoon die wereldwijd mensen verbindt. Ik bewaar aan dat ene jaar in Pinerolo de beste herinneringen en ik houd er een paar goede vrienden aan over, verspreid over heel Europa. En als ik in Turijn kom, dan probeer ik er steeds even binnen te springen!”


Tekst: Wim Collin Foto’s: Eindredactie, sxc

| afgestoft

Don Rua

Il beniamino di Don Bosco Brussel, Robert Schumanplein. Het is er een drukte van jewelste en dat op elk moment van de dag. Is het niet wegens de dagelijkse files, dan is het om veiligheidsmaatregelen van de één of andere Europese top. Aan dat plein staat het Berlaymontgebouw, een constructie van staal en glas, schitterend in de zon. Voor de deur wapperen een twintigtal Europese vlaggen. Je bent in het centrum van Europa. Je kunt je haast niet voorstellen dat hier ooit iets anders is geweest, en toch stond hier vroeger een klooster: het klooster van Berlaymont. 10 mei 1890. Het is warm aan het einde van de Wetstraat, het ene neoclassicistische gebouw leunt er tegen het andere, een kleine groep van belangrijk uitziende mensen staat voor de deur bij de Dames du Berlaymont. Zij hebben hier al een veertigtal jaar een pensionaat voor meisjes uit de gegoede burgerij en adel van België. In het midden van die groep kerkelijke en burgerlijke overheden bevindt zich een eenvoudige man, een glimlach op het gelaat, spierwit haar. Het is don Rua, op bezoek in België. Hij wordt door de Dames met grote eer ontvangen. Ze staan aan de deur te wachten, moeder overste voorop. Als don Rua binnenkomt, vallen ze op hun knieën en vragen zijn zegen. Ze hebben een grote bewondering voor hem, ze houden hem voor een andere, een tweede Don Bosco. Don Rua zal drie jaar later nog bij de zusters te gast zijn en dan, na de eeuwwisseling, ook nog in 1902 en 1904. Centraal in de gang hangt een afbeelding van Don Bosco. Don Rua komt zeker vijf keer in België, maar niet zomaar op doorreis. Hij heeft

goede banden met Mgr. Doutreloux, de bisschop van Luik, die bij Don Bosco nog was komen aandringen om salesianen naar België te sturen. Men zegt dat het Don Bosco’s laatste droom is geweest om zijn zonen naar België te zenden. Don Rua doorkruist het hele land en wordt door alles en iedereen ont-

Don Rua ging niet zomaar op bezoek bij de mensen, meestal heeft zijn bezoek een specifieke betekenis. Vaak is het als dank voor de ondersteuning van de werken van de salesianen in België of in het buitenland. Of hij gaat kijken hoe andere mensen omgaan met de sociale uitdagingen van die tijd - in 1891 verschijnt immers de grote encycliek Rerum Novarum. Of hij informeert zich over een studie die gemaakt is over een aantal inheemse volken in Latijns-Amerika, die bruikbaar zou kunnen zijn voor de salesianen ginder. Hij bezoekt ook weeshuizen en vakscholen in het hele Vlaamse land om te kijken hoe ze werken en functioneren en zo goede aspecten mee te nemen naar Valdocco ...

“De opvolger van de werken van Don Bosco is een rustig en vriendelijk man,” schrijft een krant, “eenvoudig en met delicate manieren. Alles van hem straalt zijn goedheid en vriendelijkheid uit ... Don Rua spreekt Frans met een licht Italiaans accent, Il beniamino di vangen. Zo is hij in LeuDon Bosco, de lieveling ven om te spreken Don Rua heeft een band met België: van Don Bosco.” Don Rua met de medestichhij komt er graag en is er bezoekt de huizen en werken ter van de Boegraag gezien. van de salesianen en zusters in renbond, Joris België, heeft gesprekken met medeHelleputte. In broeders, zorgt voor de opname van de Mechelen ontnieuwe kandidaten, neemt eerste gelofmoet hij Kardinaal Goossens, ten af, luistert naar oudere medebroeders. met wie hij een lang gesprek heeft over Hij is als een vader die op bezoek komt bij de mogelijke huizen van de salesianen in zijn kinderen. Don Rua heeft een band met zijn kerkprovincie. Hij gaat op bezoek bij België: hij komt er graag en vaak en is er adellijke families in Namen, Doornik, Lier, ook echt graag gezien. Kortrijk en Gent. In Antwerpen geeft hij een lezing aan de jezuïeten van het colAan het einde van één van zijn bezoeken lege. Hij trekt naar Limburg om in Hechzegt hij: “Onze geliefde vader Don Bosco tel te gaan kijken naar de grond waarop zou graag getuige geweest zijn van dit ze later het college gaan bouwen. Don bezoek. En ik ben er zeker van dat hij Rua spreekt tot de arbeidersverenigingen die getuige geweest is. Hij zou blij zijn in de industriestad Charleroi, in Doornik als wij en met ons, omdat de salesianen ontmoet hij een schare oud-leerlingen. vandaag Belgen geworden zijn, omdat ze En hij gaat naar Lippelo om de nieuwe ook hier goed doen voor kinderen en jonstichting van de zusters van Don Bosco te geren in nood.” bezoeken ...

7


goed-gezin-d |

Tekst: Hilde Pex Foto’s: Eindredactie, sxc

Adoptie - uit liefde Anderhalf jaar geleden mochten een juf van de school en haar man hun lang verwachte adoptiedochter verwelkomen. Op het kaartje dat ze naar aanleiding van haar komst schreven, stond: “Zij heeft je gedragen zolang ze kon, week na week ... uit liefde. Vele zorgende handen droegen je daarna belangeloos verder, maand na maand ... uit liefde. Wij dragen je nu verder zolang je dit nodig hebt, jaar na jaar, een leven lang ... uit liefde.”

8

Deze mooie en ontroerende woorden geven erkenning aan alle betrokkenen bij adoptie: het kind, de geboorteouders (ook afstandsouders genoemd), de mensen die het kind een tijd opgevangen hebben, en de adoptieouders. Zij zijn door de adoptie met elkaar verbonden, al is dat - op de band tussen het kind en de adoptieouders na - in de meeste gevallen alleen door gedachten en fantasieën over elkaar. In de meeste gevallen kennen de geboorteouders en de adoptieouders elkaar niet, al komt daar de laatste jaren in sommige landen verandering in. Elk van de betrokkenen heeft zijn of haar eigen gevoelens, ervaringen, vragen en verwachtingen. In deze bijdrage blijven we vooral stilstaan bij die van het (buitenlandse) adoptiekind.

In 2009 werden in Vlaanderen 268 kinderen geadopteerdi, waarvan 244 adopties vanuit het buitenland. In vergelijking met 2008 is dat een stijging met 12 procent. De afgelopen jaren en decennia zijn dan ook heel wat gezinnen in Vlaanderen in aanraking gekomen met het adoptiegebeuren. Adoptie is een juridische maatregel die kinderen in nood de mogelijkheid biedt om op te groeien in een gezin. Hierbij is steeds het ‘subsidiariteitprincipe’ van toepassing: adoptie kan slechts in laatste instantie, wanneer alle andere mogelijke oplossingen ter plaatse uitgeput zijn.

Het uitgangspunt van het Haags Adoptieverdragii van 1993 is dat het kind voor zover mogelijk het recht heeft zijn of haar ouders te kennen en door hen te worden verzorgd. Het beklemtoont hiermee uitdrukkelijk hoe belangrijk het is dat het kind het beste bij de biologische ouders opgroeit, in het thuisland. Structurele maatregelen die dat ondersteunen en mogelijk maken, verdienen dan ook internationale en politieke aandacht. Het is niet omdat een kind is afgestaan, dat het een ongewenst kind is. Soms zijn de levensomAdo standigheden zo schrijnend dat de slec ptie hts kan geboorteouders geen andere uitinst in laat ste ant weg zien dan hun kind af te staan. ie. De pijn van de scheiding tekent hen levenslang, ook al komt hun verhaal niet zo vaak in beeld.

Adoptieouders Adoptieouderschap verschilt fundamenteel van biologisch ouderschap: je voedt het kind van andere ouders op. Het is belangrijk dat adoptieouders de achtergrond en de mogelijkheden van het kind respecteren en hun eigen mogelijkheden en verwachtingen hierop afstemmen. Wat ook de initiële aanleiding tot de adoptieaanvraag geweest is (zoals ongewenste kinderloosheid of het verlangen om te helpen ...), de belangrijkheid en het welzijn van het kind staan voorop.


Dat verklaart deels het lange traject dat kandidaat-adoptieouders moeten doorlopen, een voorbereidingstijd die vandaag gemakkelijk tot vier jaar kan oplopen. Dat weegt op ouders.

Adoptiekinderen Iedereen kent wel één of meer adoptiekinderen. Hun huidskleur is doorgaans het enige zichtbare verschil met andere kinderen. De b De andere verschilel en het angrijk len zitten van binnen het welz heid kind ijn v en kunnen tijdens de voo staan an rop groei en ontwikkeling . van het kind naar boven komen, maar niet bij iedereen op dezelfde manier en ook niet bij iedereen even intens. Zo kunnen pre- en postnatale gebeurtenissen hun invloed hebben op de ontwikkeling en persoonlijkheid van het kind. Zo is er de invloed van stress bij de geboortemoeder tijdens de zwangerschap, of ondervoeding of onvoldoende verzorging en hygiëne in de maanden na de geboorte, of vormen van lichamelijke en/of emotionele verwaarlozing. Onderzoek heeft aangetoond dat de periode tot zes maanden na de geboorte de belangrijkste is. Wanneer er een scheiding plaatsvindt tussen het kind en de belangrijkste ouder of opvoeder kan dit schade aanbrengen in het basisvertrouwen van het kind, schade die gevolgen kan hebben voor alle verdere relaties die het kind zal aangaan. Het was de Britse psychiater John Bowlby die het begrip ‘hechting’ ontwikkelde. Met hechting bedoelt hij een proces waarbij een persoon een duurzame emotionele relatie opbouwt met een andere persoon. We spreken van veilige hechting als een kind zich op zijn gemak voelt bij zijn of haar ouders, als het op hen durft te vertrouwen, bij hen steun en troost zoekt, zich bij hen veilig en beschermd voelt. Vanuit deze ervaring reageert het kind ook op anderen, zal het anderen vertrouwen en verwachten dat zij oog hebben voor hem of haar. Is dat niet het

geval, dan spreken we van een onveilige hechting. Een onveilig gehecht kind toont zich angstig, onzeker of afstandelijk. Het zit niet lekker in zijn of haar vel of is voortdurend boos. Met emoties weet het vaak geen raadiii. De hechtingstheorie is heel belangrijk binnen de adoptiewereld. Veel adoptiekinderen kenden in de eerste jaren van hun bestaan één of meer scheidingen: niet alleen de scheiding van de biologische ouder(s), maar meestal ook een scheiding van hun opvoeder(s) in een weeshuis of een tijdelijk opvanggezin.

Dubbele wortels Bijna alle geadopteerden zijn nieuwsgierig naar hun afkomst, maar lang niet iedereen gaat op zoek naar zijn of haar roots. Na een rootsreis moet er vaak nog heel wat verwerkt worden. Wat men vindt, beantwoordt bijvoorbeeld niet aan de dromen vooraf; men heeft niets gevonden; men vraagt zich af hoeveel contact men wil houden, enzovoort. Kinderen die voor hun adoptie in verschillende tehuizen verbleven, merken vaak dat informatie niet zorgvuldig bewaard werd en verloren is gegaan.

Spreekruimte Geadopteerde kinderen en jongeren hebben ruimte nodig om te denken en te spreken over hun afkomst, cultuur en uiterlijk. Ze willen hun vragen delen, erover spreken. Sommigen willen hun ouders sparen, ze vrezen dat ze hun pijn doen als

i Cijfers van Belga d.d. 25 mei 2010. ii Officiële benaming: Verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie iii R. Kobussen, Adoptie en hechting als proces. Informatie voor ouders (red: L. Sibbing-Willems), Wijk bij Duurstede, Uitgave Adoptie Nazorg, 2002, p. 4.

hec D hti e is b ngsthe e orie b lang ado innen rijk ptie de wer eld.

ze het over ‘ginds’ hebben. Soms bestaat het gevaar dat geadopteerden het gevoel hebben dat ze moeten kiezen tussen beide ouderparen. Dan gaan ze splitsen en alle positieve eigenschappen aan één paar ouders toeschrijven en alle negatieve aan het andere paar. Elk adoptiekind heeft in mindere of meerdere mate te kampen met tegenstrijdige gevoelens. Het is belangrijk dat zij zich in vertrouwen kunnen uitspreken bij iemand die er voor hen is, die hun gevoelens accepteert en er mee woorden aan geeft. Dat kunnen de adoptieouders zelf zijn, een meter of peter, een leerkracht of vertrouwenspersoon op school, een goede vriend of vriendin, of een leid(st)er van de jeugdbeweging ... Hun er-zijn en hun luisteren zijn van onschatbare waarde. Het weerspiegelt het ‘Ik zal er zijn’ van God, wereldwijd.

Religie en adoptie De katholieke kerk heeft een positieve houding tegenover kindgecentreerde adoptie, wanneer de biologische ouders en hun omgeving onvoldoende ontwikkelings- en ontplooiingskansen kunnen geven aan het kind. Tegelijkertijd ijvert ze ervoor om oplossingen en mogelijkheden te zoeken die maken dat gezinnen niet langer gebroken moeten worden. Het is vanuit een voorkeursoptie voor de armen en een evangelische bewogenheid voor een meer rechtvaardige wereld dat heel wat christelijke gezinnen één of meer kindjes opnemen in hun gezin, ook als ze zelf al eigen kinderen kregen.

9


plezierig engagement |

Tekst en foto’s: Jeugddienst Don Bosco, sxc

Jeugddienst Don Bosco

Zijn dat die van de monicursussen?

10

Ja, dat zijn we. Naast internationaal, activiteiten en zinspeling is vorming immers de vierde pijler van Jeugddienst Don Bosco. Een zeer stevige pijler overigens, waar jongeren vaak hun eerste echte boost krijgen om zich plezierig te engageren op speelpleinen, in internationale projecten, op de kampen en dat zowel binnen als buiten de Don Boscowereld. De cursussen van de Jeugddienst zijn alom vermaard en geprezen, geroemd om plezier, inhoud, creativiteit en begeleiding, “Allemaal zeer fijn, maar wat houdt dat dan precies in?”, hoor ik u denken.

Cursussen Om echt te begrijpen wat een cursus bij Jeugddienst Don Bosco inhoudt, moet je eigenlijk zelf mee geweest zijn. Je moet geslapen hebben in het internaat van Don Bosco Hechtel, ‘s ochtends door de sneeuw gewandeld hebben naar de douches in de Warande in Kortrijk, het vanzelfsprekend vinden dat Superette André een logisch cursusthema is of te hevig in een spel opgegaan zijn in het Oasecentrum in Dilbeek. Kortom, de enigen die je echt kunnen vertellen wat het is met Jeugddienst Don Bosco vzw op cursus te gaan, zijn de cursisten zelf. Onderstaand citaat uit een mail die ik enkele weken na de Bob’l-cursus ontving, zegt alles: “Ik heb zoveel meer geleerd dan spelletjes spelen met kinderen. Ik heb geleerd

hoe gemakkelijk het is om verkleed over straat te lopen, om jezelf te zijn, om kinderen en leeftijdsgenoten te doen lachen, maar ook om serieus en open te spreken over dingen die er écht toe doen. Getuige daarvan: een kurk en een klaverentien. Zij die zeggen dat er niets veranderd is die week, weten niet waarover ze spreken.” Elk jaar zijn er zo’n 300 cursisten uit heel Vlaanderen die dergelijke ervaring meemaken en door het enthousiasme van de instructoren worden meegezogen in die geniale Jeugddienst Don Boscosfeer. De grootste groep zijn jongeren tussen de 16 en de 19 die hun animator-attest willen behalen. Daarnaast zijn er ook nog de hoofdmoni- en instructorcursussen, Verdere Vorming en Bob’l, een cursus om kampen te begeleiden met kinderen en jongeren met een mentale, fysieke of emotionele beperking.

Ervaring, creativiteit en begeleiding Weinig woorden en veel actie, daar gaan we voor. Bij de Jeugddienst is overigens geen enkele cursus ‘standaard’. Dat wil zeggen dat de instructorenteams tijdens de voorbereiding zelf aan de slag gaan met thema’s als begeleiderhouding, spel en spelen, intensieve of conflictsituaties, groepsdynamica, en ga zo maar door. Het programma wordt daarenboven op de cursus zelf elke avond geëvalueerd en bijgesteld naar de noden van de 20 à 40 cur-

en, begrijp echt te zelf mee t e h jk Om eigenli moet je weest zijn. ge sisten die mee zijn. We stellen er ook prijs op om (zeker tijdens de cursussen hoofdanimator en instructor) de jongeren sterk individueel te begeleiden. Op die manier is de cursus op het lijf van zowel instructoren als deelnemers geschreven, waardoor ze samen een knotsgek en leerrijk parcours kunnen afleggen. Ieder op zijn eigen niveau en met z’n eigen doel. Uiteraard worden instructoren bij dit alles voldoende ondersteund door de Jeugddienst, die o.a. instructorenweekends voorziet, waarbij vorming, ontmoeting en inspraak centraal staan.

Vorming op maat Naast de cursussen geven we ook vorming op maat op vraag van externe organisaties (speelpleinen, jeugddiensten, scholen ...). Enkele van de meest gevraagde sessies zijn Tips & Tricks: nieuwe spelen maken en begeleiden, intercultureel leren, Creatief met methodieken en SVBET (Soms Valt Begeleiden Even Tegen).

Voor een volledig vormingsoverzicht: www.jeugddienstdonbosco.be.


Tekst: Annemie Vandaele Foto’s: sxc

| de bril

De kleine prins Een contextuele kijk op opvoeding en onderwijs Een kleuterjuf vertelde ooit de volgende remake van een verhaal: “Ooit, lang geleden, kwam een klein kereltje uit de woestijn op onze planeet neergevallen. Hij was een prins, een kleine prins en de planeet waar hij vandaan kwam, was een heel bijzondere planeet. Op die planeet stond één bloem, een roos, die gelijk met de zon geboren was. De kleine prins was gek op zijn bloem. Hij gaf haar elke dag water, doodde iedere rups die in de buurt kwam, zette een stolp over haar wanneer de wind opzette en luisterde naar haar, ook als ze al eens klaagde of zuchtte of ronduit vervelend was. Die roos was niet zomaar een bloem, maar zíjn bloem en hij hield van haar. Eens de kleine prins op onze planeet geland was, vertelde hij honderduit over zíjn roos. Op een dag nam een verdwaalde man hem apart en zei: “Fijn te horen dat je zo goed voor je

bloem hebt gezorgd. Weet je, ook al ben je nu ver weg, de tijd die jij aan je roos besteed hebt, maakt haar belangrijk en net dát is wat - ook voor een bloem - wezenlijk is.”

De stolp En het verhaal van de juf ging nog verder. De mama van één van de kleuters was een paar weken eerder ziek geworden. Toen hij die avond thuiskwam, vroeg hij zijn vader: “Papa, heb jij een stolp, maar dan een hele grote, één waar mama in kan? Dan zet ik die over haar zodat ze beter wordt.” Zijn vader had geglimlacht. “Da's een goed idee, alleen kunnen we mama’s niet genezen met een stolp. Maar weet je wat? Maak een tekening van je mama met een grote stolp over haar en breng het haar, ze zal zich meteen een pak beter voelen.” En met een aai over zijn bol was de kleine prins ijverig aan de slag gegaan ...

Gezien worden Ouders hebben de opdracht zorg te dragen voor hun kinderen en in de meeste gevallen doen ze dat ook, met hart en ziel, dag aan dag. Ze mogen in die zorg dan ook gezien worden. Maar kinderen dragen ook zorg voor hun ouders. Nagy, de grondlegger van het contextuele denken, benadrukt elke keer dat kinderen geven aan recht t e h n hun ouders, op een be n en heb Kinder end te worde . al dan niet directe erk ienste d r e v n manier. Ze hain hu len goede punten op school, houden zich gedeisd of trekken de aandacht naar zich toe wanneer er een haar in de boter zit, kruipen

tegen hun ouders aan, helpen opruimen, enzovoort. Op latere leeftijd kiezen ze vaak een goede partner, zetten kinderen op de wereld en blijven doorgaans trouw aan de waarden die ze hebben meegekregen. Met andere woorden: elk kind geeft, of het nu jong of oud is, binnen de grenzen van zijn kunnen. Voor de contextuele denkers heeft elke volwassene die zich in een opvoedkundige relatie bevindt tot kinderen of jongeren ook de verantwoordelijkheid om hen te erkennen in die verdienste. Het is immers één van de grondslagen om verbindend te werken met kinderen en onder mensen.

Een pluim “Geef ze een pluim en ze krijgen vleugels”, zei Don Bosco vaak. Niet gezien worden in je geven, is wat mensen het meeste ontwricht. Maar gezien worden in wat je geeft, is wat mensen het meeste valideert, wat ervoor zorgt dat ze bestaansrecht verwerven en zichzelf naar waarde kunnen schatten. Waar die zelfwaardering er is, kunnen mensen voor zichzelf ook een ruimte en grenzen afbakenen, kunnen ze komen tot een evenwicht tussen dat wat ze zelf nodig hebben en wat ze willen en kunnen geven. Of hoe dat wat aanvankelijk onzichtbaar is, doorgaans inderdaad wezenlijk is. Een artikel gemist? Surf dan naar http://dbv-de-bril.blogspot.com/.

11


de spreekstoel |

Tekst: Annemie Vandaele, Terese Brughmans Foto’s: Terese Brughmans, mdb Heverlee

Een stoel voor wie spreekt vanuit een salesiaanse verantwoordelijkheid

De vlam brandend houden Terese Brughmans, coördinator van de Medewerkers van Don Bosco

12

Zestien was ze toen ze voor het eerst met Don Bosco in contact kwam. Sindsdien heeft ze er een heuse salesiaanse loopbaan opzitten, aanvankelijk in de Waalse provincie, later in verre oorden als Bolivia en Togo, tegenwoordig terug in Vlaanderen. Terese Brughmans is niet alleen mama, echtgenote, oud-verpleegkundige en -docente, creatieve, thuiswerkende duizendpoot, maar vooral ook kersvers coördinator van de Medewerkers van Don Bosco. Tijd dus voor Don Bosco Vlaanderen om geboeid te luisteren naar het hoe en waarom van dit engagement.

had haar man, Philippe, te leren kennen. Drie kinderen hebben ze intussen, een heuse Don Boscovriendenkring en sinds 2002 een engagement als koppel bij de Medewerkers van Don Bosco in Heverlee. In 2005 spraken ze samen hun belofte uit.

gen, Niet kla n de kar a a e e st. maar m at is de kun d , n trekke

Medewerker

Het leven van Terese liep niet over rozen, er was het verlies van groten en Nieuwsgierig kleinen die haar dierbaar waren, maar Terese: “Toen ik op mijn zestiende met desondanks bleef ze positief in het leven mijn ouders vanuit Antwerpen in Lourdes staan en steeds met vertrouwen kijken op vakantie was, maakte ik er kennis met naar een betere toekomst. Ook dat is een groep Don Boscojongeren uit Luik, voor haar Medewerker van Don Bosco die er veertien dagen op kamp was. Het zijn. Terese: “Het gaat uiteindelijk om concept was: vier dagen geloofsverdieeen levenshouding. Voor mij is Medeping, één week vrijwilligerswerk in het werker-zijn mee bouwen aan een betere ‘hospitaal’ en twee dagen ter afronding. wereld, in de geest van Don Bosco. Het In totaal ging ik twaalf keer mee, eerst als betekent anderen benaderen vanuit een deelnemer, later als animator. Beetje bij diep respect, vanuit diens beetje leerde ik de figuur van Don Bosmogelijkheden en krachtco kennen, zijn leven en n a v n punten, maar het is ook werk, zijn spiritualiteit ete We mo ren houden je verantwoordelijk voeen pedagogie, en steeds en le jonger ls ze zijn. len en engagementen werd ik nieuwsgieriger.” zoa nakomen. Ik probeer dat Haar engagement werd waar te maken in mijn directe leefmet de jaren dan ook omgeving en in ons gezin. Ook onze kinruimer: van vrijwilligsterverpleegderen proberen we een diep respect mee kundige in het internaat van de zusters in te geven voor al wat leeft, dankbaarheid Ganshoren, tot vrijwilligerswerk met Vivoor de vele kleine en fijne dingen, solides in Bolivia en Togo, deelname aan tal dariteit en inzet voor wie minder kansen van Videscongressen en uiteindelijk ook kreeg ... En tegelijk zetten we hen ertoe een Turijn-Assisireis, waar ze het geluk

aan om niet ‘goedgelovig’ of respectloos over zich heen te laten lopen, maar op tijd en stond het zand van hun schoenen te schudden en verder te gaan. Als medewerker probeer ik met beide voeten in het leven te staan en het stukje wereldbol van de mensen naast mij een beetje kleurrijker, mooier, vrolijker, positiever, salesiaanser te maken, zodat iedereen er uiteindelijk wortel kan schieten.”

Don Bosco Het was Don Bosco zelf die het idee van ‘cooperatori’ of lekenmedewerkers in het leven riep. Zijn moeder, mama Margherita, wordt dan ook als eerste Medewerker beschouwd. De doelstelling van de MDB - of medewerkers van Don Bosco - is daar waar ze zijn mee te leven en het grote werk van de opvoeding van jongeren mee te dragen. Terese: “Uiteindelijk moeten we van jongeren leren houden zoals ze zijn, dus ook van hun voorkeuren wanneer die verschillen van de onze, pas dan kunnen ze zich bemind weten én voelen.”


Centra

Koepel

“In Vlaanderen zijn er momenteel zes centra van Medewerkers van Don Bosco,” licht Terese toe, “één in Boxbergheide, Groot-Bijgaarden, Gent, Kortrijk, Hechtel en Heverlee, in totaal goed voor iets meer dan honderd leden. Elk centrum functioneert autonoom, met een voorzit(s)ter en gedelegeerde salesiaan en/of zuster van Don Bosco. De meeste centra zijn ook verbonden aan een huis van salesianen of zusters. Elke groep maakt een jaarprogramma op, afgestemd op de vragen en interesses binnen de groep. Doorgaans is het een gezonde mix van verdiepende en actieve momenten. Jaarlijks is er ook een ontmoetingsweekend voor alle Medewerkers uit Vlaanderen, waarbij ook de Medewerkers uit Nederland welkom zijn. Het biedt in de eerste plaats een gelegenheid tot ontmoeting, maar er wordt door één van de centra ook steeds een thema uitgewerkt met sprekers, getuigenissen, reflectiemomenten en uitwisselingen. Medewerkers die dit wensen en die de voorbereiding ertoe volgden, kunnen in een viering op zondag ook hun belofte uitspreken, hun woord van trouw aan Don Bosco.”

klinkt erin door: niet klagen, maar mee aan de kar trekken en je talenten in de Maar de structuren zijn tegelijk nog ruischaal leggen. De uitdaging van het coörmer dan dat. Zo is er in Vlaanderen een dinatorschap kwam op het goede overkoepelende provinciale raad met moment. Terese: “Als afgevaardigden uit de verschillende cencoördinator wil ik me tra. Het is de uitgelezen ijn is z re k r vooral inzetten om plaats om de werking e Medew uwen aan o e b d de beweging verder van de verschillende mee eld, in re wer Bosco. te e te laten groeien en b centra op elkaar af te n een van Do t s e e om een netwerk stemmen en elkaar te ing van communicatie uit te spireren. Terese: “Op verbouwen tussen de verschillende centra schillende niveaus werken en met andere geledingen binnen de we aan uniformiteit en samenhorigheid. Salesiaanse Familie. Op die manier hoop Zo heb ik recent een nieuw logo ontworik dat we ons als Medewerkersgroep verpen, maar willen we ook de leefregel van bonden, gedragen en gewaardeerd mode Medewerkers opnieuw onder de aangen weten. Het lijkt mij een uitdaging om dacht brengen of de voorbereiding van de die vlam, die Don Bosco zelf in het leven beloftes beter op elkaar afstemmen. Een riep, brandend te houden. Dat kan vooral goede, gestroomlijnde communicatie door zichtbaar te zijn, door mensen aan lijkt mij van uiterst groot belang. Zeker te spreken die zoeken naar een manier als je ook weet dat de Vlaamse Medewerom in hun eigen levens- en werksituatie kers op hun beurt onderdeel zijn van een verdieping te beleven en hun steentje groter internationaal geheel: de regio bij te dragen aan het opvoedingsproject Centraal- en West-Europa en de Wereldvan Don Bosco.” Het enthousiasme en de raad.” gedrevenheid waarmee Terese spreekt, belooft alvast veel goeds! Coördinator Binnen dat ruime geheel mag Terese sinds kort de titel van coördinator van de Interesse? Surf dan naar Vlaamse Medewerkers dragen. Zelf behttp://www.donbosco.be/index. schouwt ze het als een soort roeping om php?id=deelgroepen-medewerkers. mee vorm te geven aan wat Don Bosco ooit begon. Het adagio van haar vader

lt eren te Vlaand tra van n zes ce erkers. Medew TB

13


uitgelezen |

Toen het avond werd, daalden de leerlingen naar het meer af. Zij gingen scheep en zetten koers naar de overkant van het meer, in de richting van Kafarnaüm. Toen de duisternis reeds was ingevallen, was Jezus nog niet bij hen gekomen. Het weer werd woelig, want er stond veel wind. Na ongeveer twintig of dertig stadiën geroeid te hebben, zagen zij Jezus te voet over het meer tot vlak bij de boot komen en zij werden bevreesd. Maar Jezus sprak tot hen: “Ik ben het, wees niet bang.” Zij wilden Hem aan boord nemen, maar vlak daarop bereikte de boot de kust, waarheen ze op weg waren. (Joh 6,16-21) 14 Het zijn woelige tijden voor de Kerk, in Vlaanderen en elders. Het zijn ook vreemde tijden voor veel gelovige mensen: ze worden heen en weer geslingerd tussen zoveel impulsen, uitnodigingen, visies, opvattingen. Waar kun je vandaag nog veilig aanmeren of je leven op een rustige zee laten dobberen? Hoe weet je dat je veilig vaart en de goede richting kiest? Dat is zo in het leven van iedere dag, dat herken je ook in je gelovig bestaan. Je wil je leven wel richten op Jezus en zijn evangelie, maar er is zoveel tegenwind. Het kan ons misschien verbazen, maar de leerlingen van Jezus worstelden met diezelfde vragen en onzekerheden. Dat is wel verwonderlijk: met Jezus in hun onmiddellijke buurt zou je denken dat voor hen alles duidelijk was. Verhalen over de woelige zee en Jezus, weliswaar dichtbij maar toch niet in hun boot, vinden in die onduidelijke spanning hun voedingsbodem. Wat voor de leerlingen een gegeven was, is het ook voor ons. Wie heeft er geen dagen dat het avond is in zijn leven, dat er meer duisternis dan licht is, meer ongemak dan vrede? Wie beleeft geen ogen-

Tekst: Piet Stienaers Foto’s: Eindredactie, sxc

De Heer aan boord nemen blikken dat hij niet meer weet waarheen, wat doen, wat zeggen? Wie kan onbevangen beweren dat het geloof in alle omstandigheden een veilige en zekere haven voor hem is? De zekerheden zijn weg en vertrouwen in het - gelovig - leven is zoek. Op die ogenblikken verlang je naar de overkant waar - je weet wel - het gras altijd groener is, de bloemen mooier en de mensen zoveel liever. Had ik maar ander werk, klinkt het dan, of een mooier huis, of een sterkere gezondheid. Studeerden mijn kinderen maar wat gemakkelijker of hadden ze maar een betere partner ontmoet. Had ik maar te doen met sympathiekere collega’s op mijn werk en met een begrijpende directeur ... Je droomt van een ander leven, zoveel intenser en boeiender. Je projecteert een beter bestaan in andere mensen en andere omstandigheden. Maar vanzelf geraak je niet in een ander vaarwater. Vanzelf tekent zich geen beter leven en geen duidelijker geloof af. Het meer van je verwachtingen is woelig en de overkant zo wazig ver. In je dromen en verzuchtingen

kreeg dat andere leven een heel concrete invulling, maar de praktijk is wat anders. Er is nu eenmaal tegenwind. Die waait vanuit je eigen onmacht en angst. Je zou wel willen, maar je durft niet. Hij wordt ook aangewakkerd door te hoge verwachtingen van je omgeving. Die ziet in jou zoveel mogelijkheden, maar zelf voel je je vaak onmachtig en kwetsbaar. Velen moeten jaren roeien op de woelige baren van hun meer, door avond en duisternis heen, eer hun boot in veilige wateren komt en rustig verder vaart. Velen moeten jaren door het leven heen en weer geslingerd worden eer ze Jezus dicht bij hun boot ontwaren. Er moet zoveel gebeuren. Een alles overrompelende bevestiging kan soms helpen. Een tegenslag die de grondslagen van je bestaan op de helling zet, doet het soms ook. De veilige geborgenheid in het geloof - ‘Jezus aan boord nemen’ - is niet voor vandaag. En als het dan toch lukt, is zijn nabijheid nog altijd verrassend en bevreemdend: te voet over het water. Zelfs als je je overtuigd engageert in je geloof, heb je geen overschot. Zelfs als Hij spreekt en zich duidelijk kenbaar maakt, blijft de aarzeling Hem aan boord te nemen. Je weet immers nooit met Hem en de vertrouwde kust behoudt haar bekoring. Je haalt het immers ook wel zonder Hem, is een gangbare reflectie in je omgeving.

Vanzelf geraak je niet in een ander vaarwater.

Maar toch leeft er in ieder van ons dat diepe verlangen om Hem aan boord te nemen. Daarom ben je op weg over het meer van je leven, naar de overkant, waar je beste ik tot leven komt. Alleen als je Hem aan boord neemt en rust op hetzelfde tentzeil, bereik je die beloftevolle overkant.


Tekst: Dirk Nelissen Foto’s: Eindredactie, sxc

| broodje cursief

Geef commentaar op dit artikel Beste lezer Graag wil ik vandaag even wijzen op een hinderlijke trend in het medialandschap. Het gaat hier niet zomaar over een hype die snel zal overwaaien, in dit geval betreft het een blijvertje. Ik heb het over het geven van persoonlijke commentaar bij nieuwsartikels. Zowat ieder zichzelf respecterend medium - of het nu over een krant of dagblad gaat - heeft dezer dagen een digitale variant. Dat houdt in dat het heetvan-de-naald-nieuws meteen gepost moet worden. Onze Vlaamse media zijn hierin goed geslaagd. Tot zover zit alles snor. Tot er ooit een moment was waarop een zekere Frits, Frank en Frida een redactievergadering hadden bij een niet nader genoemd dagblad dat doorgaans het laagste nieuws brengt. We beschrijven de scène met de nodige vrijheid: Frits: “We moeten iets doen om de lezer meer te betrekken bij onze digitale media.” Frida: “Jaja, een fantastisch idee, maar heb je iets concreets?” Frank: “Wel, we zijn een krant van het volk, als we het volk nu eens laten reageren op onze schrijfsels! En ze moeten dat zeker anoniem kunnen doen, zodat de drempel niet te hoog ligt.” Frida: “Jaja, een fantastisch idee, leve de democratie!” Frits: “Gaan we dan geen ondeugende commentaren krijgen? En reacties op andere reacties enzovoort? Wie gaat dat controleren?”

Frank: “Een beetje vertrouwen in de mensheid, Frits, dat zijn problemen die zichzelf wel oplossen.” We zijn nu enkele jaren verder en deze trend is overgewaaid naar zowat alle digitale dag- en weekbladen. Het gevolg is dat Jan-met-de-pet of Mieke-met-hetmatotteke nu over zowat alles anoniem hun mening kunnen geven. Ja, u moet wel een naam hebben, maar dit is niet meer dan een zelf gekozen nickname. Ik daag u uit, kijk eens vijf minuten op een dergelijke site, het is niet fraai wat u daar leest. Iedereen mag zowat alles anoniem zeggen, wat uitnodigt tot vuilbekkende taal, verwijten die over en weer gaan, ondeugende uitspraken ... Een lukraak gekozen artikel kopt Staatsschuld stijgt boven 100%. U zou denken dat u toch wel enkele jaren economische studies moet gevolg hebben om deze titel juist te interpreteren, maar toch heeft dit neutrale artikel 89 reacties! En we hebben enkele kenners ter zake: - een zekere K. meldt ons: “Redenen: 1) zwakke regio Wallonië 2) teveel illegalen/immigratie 3) teveel belastingsfraude 4) teveel werklozen”; - de wereldbekende economicus Ice Snow

uit Gent weet het zeker: “Ben ik toch eventjes blij dat nva de meeste stemmen kreeg, die gaan dat wel oplossen (in de mate van het mogelijke).”; - Apenland België uit Deinze meldt dan weer: “En moeten wij,de gewone werkende mensen, nu juichen of wat? De incompetente bende zakkenvullers zouden heel hun wedde en pensioen moeten afgeven voor de putten die zij maken!” Zo kunnen we nog wel even doorgaan. Naar het schijnt vindt er wel een vorm van kwaliteitscontrole plaats: één op twintig reacties haalt de publicatie niet. Niets nieuws onder de zon, zegt u? Lezersbrieven bestaan toch al sinds jaar en dag? Maar de auteurs van die lezersbrieven staan meestal wel met naam en adres vernoemd, of zijn toch ten minste bekend bij de redactie. Als het anonieme luik wegvalt, dan reageren mensen meestal al iets fatsoenlijker. Digitaal fatsoen daarentegen gaat aan velen voorbij, misschien kan onze minister van onderwijs er wel een schoolvak van maken in de toekomst. Zeker omdat we vermoeden dat de gedrukte media niet meer zo heel erg lang zullen bestaan. Voel u vrij om commentaar op dit artikel te schrijven. Uw mening telt, net zozeer als die van mij, zolang het maar fatsoenlijk gebeurt. En als u me nu even wilt excuseren, ik heb net een paar leuke artikels gelezen waarover ik nog iets te vertellen heb!

15


te gast |

Tekst: Mark Den Haerynck Foto's: Mark Den Haerynck, familie Bolckmans

“De laatsten bij wie ik weg ga, zijn de salesianen”, zegt Lode Bolckmans, gepensioneerd senior account manager bij KBC

16

Als je als leek door de één of andere salesiaan wordt gecontacteerd voor een onderhoud, dan is er veel kans dat de vraag een dubbele bodem heeft. Het overkwam Lode Bolckmans jaren geleden, toen Fons Kerkhof, salesiaan, contact met hem opnam in zijn kantoor in Leuven. In de hoofdzetel van CERA was Lode (na de fusie met KBC) de senior account manager en sinds dat verleende advies in de beginjaren ‘80 heeft hij de salesiaanse wereld grondig leren kennen. In de stille aanwezigheid van zijn vrouw doet Lode zijn verhaal, een boeiend levensverhaal met verankerde wortels in de financiële wereld, maar gestoeld op een rechtlijnige levensvisie.

anneer and w at. m ie n w ga Vertrou m financiën het o

Roots De roots van Lode liggen in Wortel, een deelgemeente van Hoogstraten, dicht bij de Nederlandse grens. Hij is een boerenzoon en met twee broers en een zus die de boerenstiel zouden uitoefenen, was Lode de enige uit het gezin die ging voortstuderen. Het begon allemaal kleinschalig, in de gemengde lagere school, met één onderwijzeres voor zeven studiejaren. Na een jaartje op internaat in het kleinseminarie van Hoogstraten, en na drie zorgwekkende operaties aan het hoofd, waardoor hij twee jaar niet naar school kon gaan, kwam hij bij de Broeders van Liefde terecht in Turnhout, waar hij zijn middelbare studies beëindigde. Wellicht zat de sociale betrokkenheid al in zijn genen, want na

zijn humaniora trok Lode naar de sociale hogeschool in Leuven. Zijn stage liep hij bij de Boerenbond in Leuven, die hem daarna een job aanbood die zijn verdere loopbaan zou bepalen.

Ingetuimeld De beginjaren van zijn loopbaan gingen gepaard met veel studeren en het afleggen van examens, waardoor hij op korte tijd inspecteur werd bij de CERA-bank. Zijn ervaring met financiën en boekhouding stond toen nog in de kinderschoenen. Maar met een eigen opleiding binnen de bank kwam hij hogerop, werd inspecteur met een verantwoordelijkheid voor het uitbouwen van het kantorennet, de administratie, de boekhouding en de organisatie ervan. Die job deed hij meer dan vijftien jaar. Ten slotte hebben ze hem naar Leuven gehaald om verantwoordelijke te worden van de dienst coördinatie grote cliënten. In dat kader is hij in contact gekomen met de salesianen en begint zijn verhaal bij het allereerste telefoontje voor het inwinnen van advies. De vraag was eenvoudig: welke voorwaarden biedt de bank aan de Inrichtende Macht van het Don Bosco Onderwijscentrum voor leningen en beleggingen? De voorwaarden voldeden blijkbaar en Lode geraakte van dan af gebeiteld in de salesiaanse wereld. Hij werd het aanspreekpunt voor heel wat financieel advies, tot en met sponsoring voor de vele activiteiten die de salesianen op touw zetten.

Geëngageerd Af en toe mengt de vrouw des huizes zich heel kort in het gesprek met een aanvul-


ment te halen uit de ling of een correctransacties die ze met tie. Na vijfenveertig t verstar g in n o u doet. Voorkom zelf jaar huwelijk is ze Coco lam. en legt fouten.” Zo pleit Lode het gewoon geraakt voor een ruim aanhaar man te volgen, tal leden in algemene ook al is de uithuizigvergaderingen en raden van bestuur van heid vaak groot. Drie vzw’s. In een vzw heeft 50 % +1 van de keer zijn ze verhuisd omwille van zijn leden de macht in handen. Ervaringen job, en ook al is Lode nu met pensioen, hij leerden hem dat in vzw’s met bv. drie zit nog altijd in alle mogelijke raden van leden de neiging groot kan zijn om zich het bisdom Antwerpen, is betrokken bij te gaan gedragen als privé-eigenaars van de Norbertijnen van Tongerlo, en is graag het pand, door huurgelden te vragen en bij de salesiaanse familie. Daarnaast heeft ten slotte het pand te koop aan te biehij nog grote aandacht voor zijn drie reeds den. Zowel voor schoolgebouwen als in gesettelde kinderen en vier kleinkinderen. de rusthuissector zijn daar voorbeelden Hoe maak je dan een keuze? “Ik moet eervan. Een gelijkaardig advies geeft hij voor lijk toegeven dat, als ik ergens stop, ik beleggingen. Kiezen voor veilige prohet minst graag uit de salesiaanse wereld ducten, met zekerheid over behoud van zou stappen”, zegt Lode met veel overkapitaal en rendement, is zijn advies; je tuiging, en hij onderstreept het met een niet laten beïnvloeden door speculaties. voorbeeld. Toen hij werd gevraagd om in En bij wijze van geruststelling en als positieve realisaties, om te zeggen en te de Inrichtende Machten van het bisdom goede leerling van de klas, weet hij dat tonen wie ze zijn en wat ze doen. Het is Antwerpen belangrijke taken op zich te de Don Boscoportefeuille veilig is omdat fout wanneer we de neiging zouden hebnemen en daarbij dacht dat hij een keuze die open en zorgzaam wordt beheerd. De ben in een cocon te kruipen. Cocooning zou moeten maken, was zijn antwoord: manier waarop wordt gewerkt met een verstart en legt lam. Niet alleen de Kerk “De laatsten bij wie ik weg ga, zijn de projectenfonds en een zorgfonds, is een moet het hoofd buigen, maar de hele salesianen.” Waarom? “Ze zijn als familie voorbeeld van goed beleid. maatschappij, en in de eerste plaats de geworden, met een sfeer die me bevalt en juridische wereld. Historisch gezien heeft dat wil ik niet loslaten. De hartelijke en allereerst justitie te weinig aandacht beauthentieke manier waarmee de salesiWees niet bang steed aan problemen die nu in de vuurlianen in het leven staan, de fijne manier Wanneer je in gesprek bent met een onnie liggen. Ze werden genegeerd o.a. om waarop ze met elkaar omgaan als mens derlegd financier, en de nasleep van de families niet in opspraak te brengen. Ook en als priester, roept bewondering op. financiële crisis bij iedereen nog in de klehet gerecht heeft de impact van dergelijAls leek kun je alleen dankbaar zijn een ren zit, kan de vraag niet ontbreken welk ke misdrijven op kinderen ondermaats inbeetje tot die familie te mogen behoren.” advies Lode heeft voor de Don Boscobewegeschat en zo ook gehandeld. Pedofilie is ging, in een tijd waar de kerk zwaar onder een zwaar misdrijf, dat zware straffen verdruk staat. Hij veralgemeent de vraag en Financiën antwoordt, maar met het gebeuren rond trekt ze open. Hij is duidelijk: “Wees niet Als het gesprek ons bij de financiële webisschop Van Gheluwe heeft het gerecht bang, doe dapper voort en laat de goede reld brengt, zijn de eerste woorden van niet alleen de daders willen treffen, maar warme wind waaien over Gods akker. Nu Lode duidelijk: “Ik zeg altijd, als het over heeft ze ook de kans gezien om de Kerk is het even stormwind, maar ook die zal financiën gaat, vertrouw niemand, maar als instituut te treffen en de bevolking op zich spoedig neerleggen en wegtrekken. wees zelf betrouwbaar.” De reden waareen negatieve wijze te beïnvloeden.” Het is in deze tijd meer dan nodig dat om hij die uitspraak zo kordaat doet, is de positieve boodschap blijft klinken, en wat hij zag gebeuren met sommige perLode Bolckmans is een omdat de Don Boscobeweging soneelsleden en kantoordirecteuren in gedreven verteller en een blijde en opde bank, maar ook nu nog met verantzijn verhaal is meer timistische boodwoordelijken in scholen en parochies, feuille oporte eleid. c s o B dan de moeite waard schap heeft, moet die in de fout gingen omdat ze werden b De Don n een goed a v om er naar te luistet die gehoord worden. beïnvloed door de gelden die ze mochten getuig ren en er rekening Meer dan ooit moet beheren. En ofschoon hij zelf zijn leven mee te houden. Maar de Kerk zich aan de lang een leidinggevend bankier was, zegt terwijl zijn vrouw nogmaals koffie inbuitenwereld tonen hij zonder blozen: “Wees op uw hoede schenkt, meldt de voicerecorder dat het en zeggen wat goed is, in openheid voor mooipraters. Banken zijn alleen uit geheugen vol is. In mijn geheugen staat en respect voor iedereen. De media zijn op de maximalisatie van hun winsten, Lode gegrift als een man die mij heeft gesterke opiniemakers, en precies daarom gedreven door streefcijfers en bonussen. raakt. Met heel veel dank en waardering. moeten ook de salesianen daar gebruik En dat kan alleen ten koste van de cliënt. van maken en naar buiten treden met Een bank tracht het maximale rende-

17


in het spoor van Don Bosco

Alfons Meuvis Roeping Als twaalfjarige las en herlas ik het Liefdewerk van Don Bosco. Het boeide me. Ik kende Mgr. Cagliero en Fagnano. Don Rabagliati bracht me binnen in het leprozendorp Agua di dios. Ik droomde van de Borreros, de Chavantes, Vuurland. In al die veelheid hoorde ik Jezus en Don Bosco. Op een groot blad tekende ik in Chinese inkt mijn idool: Don Bosco met de baret. Van moeders kant vooral zijn wij een mooie familie. Met acht meisjes waren ze en alle acht lieten ze in de oorlog hun zonen humaniora studeren, Latijn en Grieks, in de hoop van ... en vijf zonen werden uiteindelijk tot priester gewijd.

18

Hechtel Zo kwam ik in ons huis van Hechtel, een instituut voor priester- en missionarisroepingen. Daar zag ik de salesianen aan het werk, Don Bosco aan het werk, boeiende, bruisende jonge mannen ... wat een leven. Uit dankbare eerbied noem ik de namen van drie overledenen: Marcel Vinck, Odon D’Hose, Roger Vanseveren,

ze staan symbool voor de hele groep. Zo begeleidde Hechtel honderden priesters en vijf bisschoppen. Het was voor mij dan ook een genade om in 1948 in die jonge congregatie in te treden: de regel bestuderen, het geestelijk leven, de spiritualiteit van Don Bosco, zijn methode van opvoeden. In de filosofie stonden we met enkelen om half vier al op om de Memorie Biografiche te lezen in het Italiaans, en dan nog twintig koeien te melken en op tijd in de mis en de meditatie te zijn.

Terug Na mijn studies en priesterwijding was ik klaar voor Congo, maar de provinciaal zei: “Het schooljaar begint en in Hechtel hebben ze geen leraar wiskunde en wetenschappen.” Ik ben er dertig jaar gebleven. Prachtige tijd: algebra, ontploffingen in het labo, dissectie van kikkers en konijnen, natuurexploratie. Daarnaast de opdracht in het internaat: familiegeest scheppen, opvoeden in de geest van Don Bosco, traditie bewaren, eucharistie ver-

in het spoor van

Tikken tegen de maan “In je hoofd kun je alles. Fietsen naar de maan, op de wolken staan. Strelen met je handen los, lopen door een donker bos. Vechten als een tijger, dansen met een elf. Afscheid nemen zonder tranen, alles gaat vanzelf” (T. Olthuis). Vijftig kindergedichten, verzameld uit Vlaanderen en Nederland, en even zoveel sprekende illustraties, dat is in

een notendop de inhoud van Tikken tegen de maan, een gloednieuwe uitgave van de stichting Ons Erfdeel. Dit boek, samengesteld door Joke Van Leeuwen, biedt kinderen en volwassenen een unieke kans om bij moeilijke en minder moeilijke thema’s stil te staan en er woord en beeld aan te geven. Een aanrader voor meelezende ouders of voor de lagere en middenschoolbibliotheek.

zorgen, avondwoordjes geven, sport en spel, scholencompetities, kogels zoeken op het militair domein ... en natuurlijk de vakantiekampen in Italië of Oostenrijk, een mooie traditie.

Fietstochten En elk jaar was er een grote fietstocht voor enkele dapperen: langs de Hadrianus-wall naar Schotland en de westelijke Hybriden, tweemaal over de Atlas in Marokko, over Finland naar de Noordkaap, viermaal naar Turijn en Lourdes, Turkije en zoveel meer. Moedige jongens, trouw in training en vriendschap, keurig in houding en gedrag. Ja, ook op fietstocht blijf je salesiaan en priester van Don Bosco.

Nu Op vandaag blijf ik me verdiepen in het erfgoed van Don Bosco, nu bijvoorbeeld in drie boeken over don Albera, tweede opvolger van Don Bosco. De spiritualiteit van Don Bosco en de eerste salesianen blijft fris, boeiend en inspirerend.


Tekst en foto’s: Caroline Standaert

| Don Bosco inspireert

Reflecties bij de dagelijkse praktijk van een salesiaanse godsdienstleerkracht

Alleen ben je ni( )ks goede intenties ten spijt komt deze werklast - op enkele uitzonderingen na - vooral op de schouders van godsdienstleerkrachten terecht. Het is belangrijk om onze andere collega’s niet af te schrikken en hen ervan te overtuigen dat lid zijn van de PAG vooral ook deugd doet en een meerwaarde is. De hitte van de eerste vakantiedagen was veelbelovend en deugddoend, maar toch waren we op dat moment al hard aan het voorbereiden voor dit schooljaar. Het letterlijke en figuurlijke uittekenen van het nieuwe pastorale jaarthema Kom op... kijk, doe mee en ga ervoor! werd een ver-rijkende ervaring, een boost voor een heel werkjaar, een krachtig signaal.

De G van Groep PAG staat voor Pastorale Animatie Groep. Op een katholieke school is pastoraal bewogen zijn een conditio sine qua non. Een goede PAG heeft oog voor het kleine, voor vernieuwing, voor verdieping en herbronning, niet zeemzoeterig, maar wel in het nabij-zijn van leerlingen en collega’s. Animatie is in dit kader een middel en geen doel. Maar laat ik het hier vooral hebben over de G van Groep. Welke groep wil de PAG zijn? Wat is de verhouding tussen PAG en godsdienstleerkrachten? In de wiskunde is een groep een verzameling die zowel een operationele als een relationele structuur heeft. De PAG is een ware verzameling van bij elkaar horende elementen - individuen, met zowel een operationele als een relationele structuur. In het operationele zijn PAG’s vaak sterk. Het zijn vooral doeners. En daar wringt het schoentje voor velen. Alle

Een imagoprobleem? Veel PAG’s zitten bijgevolg met een imagoprobleem. Daar is werk aan de winkel. Een sterke PAG zou moeten bestaan uit een bonte groep prettig gestoorde collega’s. ‘Prettig gestoord’ omdat ze naast hun vele andere taken ook de PAG-werking willen versterken. ‘Een bont gezelschap’ omdat een PAG een gezonde mix zou moeten zijn van godsdienstleerkrachten en collega’s van de algemene vakken en praktijkvakken. Een enthousiaste PAG geeft kracht en werkt aanstekelijk. Bij de uitwerking van het nieuwe jaarthema konden we bijvoorbeeld rekenen op tal van collega’s. De collega’s van de houtafdeling namen het houten reclamepaneel met speelse twist voor hun rekening. Een creatieve en artistieke collega uit de grafische afdeling corrigeerde het ontwerp op beginnersfouten en nam de kunstzinnige schilderwerken in de grote vakantie op zich. Bij een jong talent en godsdienstleerkracht konden we terecht voor de praktische uitwerking van de interactieve voorstelling. De letterzetting en de bestelling van het nodige materiaal nam een administratieve medewerker van de mediatheek voor zijn rekening. De coördinatie, het uitdenken en uitzetten van de grote lijnen van het pastorale jaarthema was dan weer voor ons. Het lijkt wel een

stapliedje. ‘Ach, zo moet het zijn, zo kan het beter, alweer een nieuwe meter op weg naar de top’ ... van de berg in de droom van Don Bosco.

X-factor Een goede PAG is meer dan extra werk en tijd. Het is vooral veel X-factor. Samen met velen werken aan onze pastorale opdracht geeft VOL-DOEning. ‘Vol’ omdat het met geen woorden te omschrijven valt. ‘Doe’ning omdat het nog altijd moet gedaan worden. Niet de X van nix, maar de X van eXtra, het extraatje van goed gevoel, nieuwe collega’s-vrienden, een sterke innerlijke kracht, enz. Wellicht is het die X-factor waar Don Bosco van droomde. Het is zoals met de kip en het ei. Wat was er eerst? De relationele of de operationele band bij de PAG-adders? Het antwoord is in dit geval niet relevant. Waar het echt om draait, is dat we samen voor de X-factor gaan. Dat is de droom van Don Bosco. Het komende jaar zullen we met de PAG trekken ... Kom op, kijk, doe mee en ga ervoor! We zijn veel rijker dan we denken en PAG-adder zijn doet deugd.

Het Ros Beiaard Tot slot nog dit. Een PAG is pas daadkrachtig door de diversiteit en de grootte van het draagvlak binnen het lerarenkorps. Alleen zijn we immers ni(x)ks, maar samen kunnen we alles dragen. Je kunt het vergelijken met het Dendermondse Ros Beiaard, het loodzware houten paard dat om de tien jaar uitgaat, gedragen door tal van mannen, wiens neuzen in dezelfde richting kijken en die in cadans samenstappen. Een prachtige metafoor voor een PAG in het voetspoor van Don Bosco.

19


sprokkel |

Tekst en foto’s: Mark Den Haerynck

Missionarissen Gedreven door passie en overtuiging

20

Einde juli, midden in de zomervakantie, is de parking van de missieprocuur in Boortmeerbeek veel te klein. De laatste zaterdag van de julimaand is in dat Don Boscohuis iedereen welkom die een hart heeft voor de missies. Op de eerste plaats zijn dat de medebroeders die in het huis van Boortmeerbeek verblijven. Vandaag zijn zij het onthalend en organiserend team. Zij hebben hun zendingsleven achter de rug, want voor sommigen laat de gezondheid het niet meer toe om terug te keren. Opvallend en overduidelijk is wel dat ze allemaal nog dat sterk kloppend hart hebben voor al wat missie is. Tijdens de zomervakantie komen nogal eens missionarissen met vakantie. Samen met hun familie genieten ze dan van de groepsdynamiek die uitgaat van de jaarlijkse missionarissendag. De grote opkomst (om en bij de tweehonderd aanwezigen) is het bewijs van het missionair elan in Vlaanderen. Ook Nederland heeft een sterke missionaire traditie en zij die in dat thuisland op vakantie waren, hadden eveneens de Moerdijk overgestoken. Een opvallende gast was Paul Breyne, gouverneur van West-Vlaanderen. Het is bekend dat hij een groot hart heeft voor missionarissen en op geregelde tijdstippen een trip maakt naar het Afrikaanse continent.

Ontmoeten, danken en feesten Zo’n missionarissendag is vooral een ontmoetingsdag, met veel tijd om bij te praten, te luisteren en te ontmoeten. Maar het is ook danken en samen bidden. De ruime kerk van Haacht Station liep om 16 uur behoorlijk vol voor een dankviering die in het teken stond van don Rua. Als eerste opvolger van Don Bosco heeft hij de missiedroom, die Don Bosco typeerde, gerespecteerd en veel medebroeders naar de missies laten vertrekken. De directeur van het huis, Adriaan De Cooman, herinnerde aan het gesprek dat Don Bosco had met don Rua, hoe hij zijn hand nam en als het ware in twee verdeelde met de woorden: “Jij en ik zullen alles delen.” Don Rua heeft in een uiterste trouw de droom van Don Bosco gerealiseerd. Hij heeft structuur gegeven aan de jonge congregatie die Don Bosco had gesticht. Hij heeft de droom van Don Bosco met zijn veelheid aan initiatieven in goede banen geleid. Hij heeft in een ascetische trouw het werk van Don Bosco toekomst en visie gegeven. Zo heeft hij ook het zendelingenwerk naar vreemde continenten gestimuleerd. En ook al is het zieltjes winnen niet meer van deze tijd, het missiewerk blijft een actuele behoefte. Vandaag missionaris zijn, is beantwoorden aan de levensnoodzakelijke

evangeliserende boodschap: de drang om de vreugdevolle ervaring van een God die liefde is, wereldwijd te gaan delen.

Evangeliseren “Uw boodschap dragen wij door de wereld wijd”, was de samenzang die de voorbije jaren telkens in de missionarissenviering weerklonk. Missie was veraf, maar heeft het Europa van bij ons niet een even grote evangelische nood? Evangeliseren is niet alleen een opdracht om buiten de eigen landsgrenzen te realiseren. “Kom en volg mij op de weg, gehoorzaam aan de Schriften”, was het slotlied van de viering. Terecht. Paulus had zijn overtuiging al meegedeeld in de eerste lezing: “Dat ik het evangelie predik, is voor mij niets om me op te beroemen: ik kan niet anders.” Vanuit die bewogenheid gingen vele missionarissen naar verre landen. En met passie blijven ze vaak vertellen over hun pionierswerk en geven ze het beste van zichzelf, om het nooit moe te worden.


in memoriam René Aelbrecht, sdb

Bertha Vandecruys, zdb

° 03/05/1927 + 23/05/2010

° 26.01.1921 + 30.06.2010

René werd geboren in Brussegem op 3 mei 1927. Vader bebouwde het land, moeder beredderde het huishouden en hield een landelijk café open. Hun trots waren hun zes kinderen. René was de vierde in de rij. De woorden van Jezus: “Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden”, vielen bij hem in goede aarde. Dat woord wilde hij als priester beleven. Via de leiding van de BJB kwam hij in contact met de salesianen van Don Bosco in Groot-Bijgaarden. In 1946 trok hij naar de afdeling Late Roepingen in Kortrijk en in 1950 trad hij in het noviciaat van de salesianen van Don Bosco in. Zijn filosofische studies deed hij in Farnières, hij studeerde agronomie en was een jaar assistent in de landbouwschool. In 1956 ving hij in Oud-Heverlee zijn theologische studies aan. In die periode was hij pastoraal actief in de Chiro, op het speelplein en in de kaderschool Don Bosco. Op 1 mei 1960 werd hij tot priester gewijd. Na zijn priesterwijding was hij enthousiast leraar en animerend assistent in de school en het internaat in Don Bosco Hechtel. Van 1966 tot 1968 mocht hij het woord van Jezus, dat zijn persoonlijk leven en zijn omgang met mensen inspireerde, in Hoboken als onderpastoor verkondigen. Vanaf 1968 was hij in Kortrijk leraar en assistent. In 1984, bij zijn pensionering, gooide hij het over een heel andere boeg en werd hij er econoom. Wat hem beter lag en hij nog liever wilde, was van 1987 tot 1993 als een goede herder pastoor zijn in Hoboken. Toch werd Kortrijk weer zijn thuishaven van 1993 tot 1999, waar hij naast pastoor ook econoom was. Dichter bij de familie en in eigen streek was hij sinds 1999 in Groot-Bijgaarden, met God en mensen begaan als parochiehulp in de Savioparochie en als vicaris in de gemeenschap. In zijn persoonlijke relatie met God, Liefde met een hoofdletter, legde hij een stevige basis voor zijn omgaan met mensen. Met zijn gemoedelijke nabijheid en menselijke betrokkenheid op wie ziek of gezond was, oud of jong, maakte hij de liefde van God voelbaar. In wat hij deed, was hij altijd gericht op het geluk van mensen. In zijn voorgaan in de eucharistieviering, zowat overal in de federatie, wilde hij God dichter bij zijn mensen brengen en zijn mensen dichter bij God. Heel dicht bij God verblijft hij sinds zijn overlijden op 23 mei 2010.

Bertha werd geboren in Peer op 26 januari 1921, als achtste in een boerengezin met negen kinderen. Thuis leerde ze hard werken en bidden. Op 31 januari 1939 werd zij postulante in Kortrijk bij de zusters van Don Bosco en op 5 augustus 1941 sprak zij in Groot-Bijgaarden haar eerste geloften uit. Z. Bertha was een harde werker: onvermoeibaar heeft ze zich ingezet in alle gemeenschappen waar ze kwam. Vele jaren heeft zij gewerkt als verpleegster, naaister of kosteres. Van 1951 tot 1953 was zij missionaris in Congo, maar om gezondheidsredenen werd ze verplicht terug te keren. Ze was een graag geziene zuster, met een groot en gevoelig hart, schalkse humor en een blij karakter. Ze kon moeilijk stilzitten, altijd zag ze ergens werk liggen en wou ze er iets aan doen. Zorgen voor de anderen was haar passie. Z. Bertha wist zich gedreven door de Heer om al haar innerlijke gaven en talenten te gebruiken voor het algemeen welzijn van kinderen en medezusters. De laatste jaren werd ze wel stil en geleidelijk aan verloor ze elke mogelijkheid tot contact. We moesten haar stilaan loslaten en toevertrouwen aan Maria’s zorg en de zorg van haar medezusters. Zij is stil en bijna onopvallend overleden in Kortrijk, op 30 juni 2010.

VERWACHT JANUARI 2011 EEN NIEUW DON BOSCOBOEK Lees er alles over in ons novembernummer!

21


verbonden |

Tekst: Marc Van Laere Foto’s: DMOS-COMIDE, sxc

Kinderrecht op vrije tijd en spelen ooit wakker lag? Maar eerst verder met het goede nieuws: het is een unieke realisatie van het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind dat het door zowat alle landen ter wereld geratificeerd is. Enkel Somalië en de Verenigde Staten staan een reële universele erkenning van het Verdrag nog in de weg. De States van Obama vinden totnogtoe dat de bepalingen van het Verdrag in strijd zijn met zowel het Wat je buiten de klas leert ouderlijk gezag als met de soevereiniteit Spelen is niet alleen leuk, je léért ook door van het land. Dat de doodstraf voor minte spelen. Daar heb je geen leerkrachten derjarigen door dit Verdrag ook wiskunde, aardrijkskunde of Frans onmogelijk wordt, speelt voor voor nodig. Zelfs bij katten Washington ook zeker mee. is dat al goed te zien. een En dat in het land van Als een jong katje niet all k is n le e o o t Sp r é ‘Hope and Glory’. speelt, leert het lé leuk, je spelen. te België tekende wél. En technieken om te door voor de Belgische ontjagen. Zo gaat dat wikkelingssamenwerking ook met kinderen. zijn de rechten van het kind, en Door te spelen, leer je dus ook het recht op spel en vrije tijd, dingen die je later nodig hebt. sinds 2005 een transversaal thema. Dat Je leert problemen op te lossen en te debetekent dat er in de toekomst met dit len met andere kinderen. Kinderen moerecht rekening moet worden gehouden ten daarom tijd hebben om te spelen. Dit bij het uitstippelen van alle ontwikkegeldt voor alle kinderen, dus ook voor lingsprogramma’s en projecten. Daar zet kinderen waarvan de ouders in Ecuador, DMOS-COMIDE met zijn Don BoscopartBangladesh of Oeganda met hooguit 2 ners in het Zuiden graag zijn schouders euro per dag moeten rondkomen. onder. Ontroerend mooi specificeert artikel 31 van het Kinderrechtenverdrag: “Het kind heeft recht op rust en vrije tijd, om te Shotten aan de voet van de spelen en om deel te nemen aan kunst vulkaan en cultuur. De overheid zorgt ervoor dat Junior, elf jaar, heeft nog nooit van het ieder kind gelijke kansen heeft om dit Kinderrechtenverdrag gehoord. Hij recht te realiseren en bevordert recreawoont in het Congolese Goma, aan de tieve, artistieke en culturele voorzieninvoet van de vulkaan Nyiragongo, die in gen voor kinderen.” Op Nelson Mandela 2007 uitbarstte en de stad voor de helft na herinnert u zich in Afrika wellicht ook overstroomde met lava. Hij volgt met geen Afrikaanse president die daarvan zeventien buurjongens het wereldkamIn 1989 werd in New York het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind aangenomen. In dat Kinderrechtenverdrag staan 54 artikelen waarin afspraken over de rechten van kinderen en jongeren tot achttien jaar zijn opgeschreven. Artikel 31 verkondigt het recht op vrije tijd en spelen. Daar kan toch niemand tegen zijn?

22

pioenschap voetbal in Zuid-Afrika op het scherm van oompje Cyprien. Vanavond, na de match Brazilië - Ivoorkust gaan ze verder oefenen op het veld. Wie weet, zoekt Congo sterspelers voor een volgend wereldkampioenschap. Maar daarvoor moet je wel kéigoed zijn. En wat meer geluk hebben. En niet van Goma zijn. En geen vader hebben die al enkele jaren ‘op reis’ is, geen moeder die op de wijkmarkt het gezinsinkomen bijeensprokkelt. Geen oom die bij de rebellen vocht. En ook iets meer te eten hebben dan twee maaltijden (één keer rijst, één keer maniok, op zondag een stuk vlees) per dag. In Congo en vele andere landen in het Zuiden is de armoede op het platteland, in stadswijken en in vele huisgezinnen te groot om maar te denken aan een ‘winkel voor informatieve spelen’. Al goed dat er kan gedamd worden, naar TV gekeken of gevoetbald op een niet al te hobbelig veldje. Overleven gaat voor een groot deel van de mensheid nog altijd voor. Slenteren, rondhangen en daarnaast ‘van kattenkwaad tot erger’ zijn er de aanlokkelijkste activiteiten voor tieners en lagereschoolkids. Of er zijn die vele andere en dringender huistaken dan rekenoefeningen of Franse woordjes leren:


an alië sta n Som rkenning e S V e De iversele verdrag een un derrechten t Kin van he in de weg.

water halen, de geitenkudde hoeden, vegen, op de kleintjes of moeders winkeltje passen. Huiswerk, meestal voor de meisjes dan nog, hoort bij de dagtaak van zovele kinderen wereldwijd.

Het oorkussen van de duivel

scholen, jeugdcentra, tehuizen voor straatkinderen in deze ‘geest van het artikel 31’ uit het Kinderrechtenverdrag. Naast de aandacht voor een toegankelijk en kwalitatief goed beroepsonderwijs ligt het accent op naschoolse activiteiten die jongeren buiten het onderwijsprogramma versterken. Het zijn ook de activiteiten die maken dat -naast het goede onderricht- bezoekers vaak de indruk krijgen dat Don Boscohuizen bruisen, sprankelen en léven. Niet ten onrechte. Op de speelplaatsen, basket- en volleybalterreinen verschijnen na de middag de groepjes jongens en meisjes die er zich uitleven. Tornooien, kampioenschappen, maar ook fanfares, toneelgroepen en circustroepen maken het schoon weer bij Don Bosco. In enkele landen vinden die activiteiten hun hoogtepunt in de vermaarde ‘Salesiaanse Spelen’.

In de 19de eeuw was het voor Don Bosco duidelijk dat kinderen en jongeren niet alleen op school, thuis of zelfs in de kerk werden opgevoed. Hij vond ook speelplaatsen ideale plekken voor jongeren om relaties te leren leggen, anderen nabij te zijn, in een ontspannen sfeer. De confrontatie met de jongeren in de arme wijken en gevangenissen van Turijn, deed hem beslissen in Valdocco een eigen ‘oratorio’ uit te bouwen, een speel- en ontmoetingsruimte die op maat van de jongeren gesneden was. Een wandeling buiten de muren met gevangenen (mét toestemming van de directeur), speelpleinen, Meer uit het hart dan j e u g d b ew e g i n g e n , uit het hoofd o c s o nB Ook Do atsen ideale sport en spel, muZo vertelt de 14-jarige peelpla ziekgroepen, theGiulia in het Don Bosvond s erplekken. le ateropvoeringen: kot, een open studenze werden mede het tenhuis van Louvain-lahart van het opvoeNeuve: “Elke vrijdag openen dingssysteem van Don Bosde zusters van Don Bosco hun huis co. Antieke en gelovige wijsheid als ‘een voor ons. Tussen half vijf en half tien mogezonde geest in een gezond lichaam’ en gen wij er zomaar binnen en buiten lopen. de waarschuwing dat ‘ledigheid het oorWij zijn soms met 20, al eens met 30. We kussen van de duivel’ is, kregen in Don spelen, we sporten, we maken eten klaar. Boscoscholen en jeugdcentra een veelWe sluiten af met een bezinning, maar ik kleurige en dynamische invulling. kan je verzekeren: supertof.” Vier zusters, Als Belgische ngo van Don Bosco onderachttien studenten en een aantal scholiesteunt DMOS-COMIDE de vele beroepsren die zoals Giulia op maandag, dinsdag

en donderdag na school mogen binnenlopen, oudere tieners op vrijdag. En op zondag is er de jeugdbeweging. Daarnaast: de kleine (verjaardagen) en grote (Don Bosco en Maria Mazzarello) feesten die georganiseerd worden. Zo krijgen Belgische jongelui een idee van wat slimme mensen de integrale opvoedingsstijl bij Don Bosco noemen. In het Zuiden van de planeet is dat niet anders. In het Midden-Amerikaanse El Salvador worden Samuel en Felipe opgevangen bij Don Bosco. Voorheen waren ze straatjongens, vrijgevochten van alle regels tenzij van die van de sterkste. En als het leven iets te zwaar werd, was er nog hun flesje snuiflijm. Tot ze op de plaza Fabiola en William ontmoetten, twee opvoeders van Don Bosco, die bijna elke dag verschenen met een doos Mikado en een damspel. De eerste stappen om met deze eenvoudige spelen ándere regels, ook in het samenspelen, te leren aanvaarden. Wie meer wil, meer kan, nodigen Fabiola en William uit om naar ‘Don Bosco’ te komen. Voor een eenvoudige maaltijd, om samen naar een film te kijken en om de kranigsten in een eenvoudige beroepsscholing te helpen stappen. Amigo para siempre (voor altijd vrienden) heet het project. Zo belandden Samuel en Felipe in een sportopleiding gedurende één jaar. Ze leerden er uurroosters respecteren, vrienden en leerkrachten waarderen. Als ze het een jaar volhouden en hun familie het goed vindt, mogen ze naar de Hogar om verder te leren, ook uit boeken en in ateliers. Zoals lagereschoolkinderen en tieners in onze eigenste omgeving de mooiste herinneringen vooral halen uit hun vrije tijd (hoe hard leerkrachten en ouders daar ook om zuchten), zo zijn ook Pepe, Ravi en Gisèle in Tegucigalpa, Tamil Nadu en Pointe Noire. Zij stralen in hun T-shirts van Don Bosco in regenboogkleuren, ze tellen de uren van de schoolvoormiddag af tot het handbaltornooi dat begint als de ergste warmte voorbij is en ze spreken af om samen met een pak anderen naar The Lord of the Rings te gaan kijken die ze vanavond in feestzaal Laura Vicuña van de zusters tonen. Artikel 31 van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind? “Nooit van gehoord”, zouden ze in je gezicht lachen.

23


ruggespraak |

Tekst: Firmin Vanspauwen Foto’s: Eindredactie, sxc

De Vlaamse minister van Mobiliteit heeft, in een databank, de verkeersborden in kaart gebracht. Het zijn er teveel. In het enorme bos van borden zijn de bomen niet meer te zien. Staan op ons levenspad ook niet teveel wegwijzers? Ouders, school, religie, sociale netwerksites, reclame, het internet, de media, carrièrehonger, materialisme, macht, geld …

24

Die veelheid aan richtinggevers wijst ons misschien weg, weg van de essentie van het leven. Zien we in het immense aanbod de wegwijzers nog die ons tonen waar het in het leven echt om gaat? Bij het begin van het nieuwe schooljaar kan het voor leerkrachten en opvoeders een uitdaging zijn om jongeren kritisch te leren omgaan met dat overaanbod, om hen te laten aanvoelen welke wegwijzers de beste route aangeven. De school kan zo een navigator zijn voor zoekende jonge mensen, een veilige haven voor verdwaalden, een wegwijzer die mee zorgt dat jongeren goed aankomen op hun levensbestemming.

Wegwijzers


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.