o c s o B n o D Vlaanderen schrift voor de
maandelijks tijd
ee v.- dec. 2011 | tw 5de jaargang | no
sco | Kantoor ging rond Don Bo
bewe
11
stil
van afgifte: 3000
09042
Leuven mail | P2
6
inhoud
kijk
Een salesiaanse Een
Hoofdredacteur
op de wereld op de salesiaanse wereld
Annemie Vandaele
Adviesraad
R. Burggraeve A. De Cocker A. De Cooman M. Den Haerynck E. De Ridder E. Haelvoet P. Stienaers F. Vanspauwen
Eindredactie en redactieadres
Mark Den Haerynck Stationsstraat 87 3150 Haacht dbsocom@donbosco.be
Jong en oud 4
Trouwen: een must?
8
Liefde met de L van Bijbel?
11
Een stoffig geloof?
Adreswijziging
Kruispunt
Don Bosco Vlaanderen Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel rita.sorgeloos@donbosco.be
Michel Zwaenepoel 6 An Vrijders 16
Verantwoordelijke uitgever
Mark Tips, provinciaal Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel mark.tips@donbosco.be
Pennenstreken
Lay-out en druk Drukkerij Van der Poorten nv Kessel-Lo De bijdragen verschijnen onder de verantwoordelijkheid van de auteur. Uw persoonlijke gegevens zijn voor u ter inzage. Ze worden nooit doorgespeeld en dienen enkel voor de verzending van Don Bosco Vlaanderen. In Vlaanderen: www.donbosco.be www.zustersvandonbosco.be
In de wereld: www.sdb.org www.cgfmanet.org
Don Bosco Vlaanderen is een gratis blad. Giften zijn daarom steeds welkom op het onderstaande adres en rekeningnummer, met vermelding van ‘Don Bosco Vlaanderen’: Don Bosco Centrale vzw Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel Tel. 02 771 21 00 IBAN: BE96 0000 1112 6405 BIC: BPOTBEB1
Don Boscogewijs
Dagboek van een uitgesproken mening
7
God als tuinman 14 Cocon 15
Spelen op school
12 OOOC De Waai op zoek naar identiteit 18
10
24
Stil Wereldjongerendagen
22 Familiedag VIA Don Bosco
Foto voorpagina: Sxc
Kruiswoordraadsel
20
Annemie Vandaele Hoofdredacteur
| ingeblikt
Stil De goudvis heeft de geest gegeven. “Hij is dood”, trachten we onze driejarige te verduidelijken. Een nieuwsgierige blik. “Als je dood gaat, dan stopt je hartje met kloppen en kun je niet meer bewegen.” Een nog nieuwsgieriger blik, gevolgd door een iets te lange stilte. “Dus … zouden we een putje in de grond kunnen graven, dan kan de vis er in rusten.” Een kleine hersenpan die een versnelling hoger schakelt en enthousiast de conclusie roept. “Aha, en als hij gerust heeft, dan kan hij weer bewegen.” “Neen, jongen, de vis kan nooit meer bewegen.” Opnieuw een lange stilte. Hoe ‘nooit’ is nooit in zo’n klein kinderhoofd? De papa schiet te hulp: “We stoppen het visje in de grond zodat zijn buitenkant kan rusten, maar zijn binnenkant gaat - net zoals bij mensen - naar de hemel.” Een hoofd dat vragend mijn richting uitdraait. Ik knik. Hij staart vragend voor zich uit, mijmert, wringt zijn brein in alle bochten en stort zich uiteindelijk gezwind op een doos speelgoed …
Twee uur later, met zijn eerste pannenkoek tussen de kiezen, duikt dan toch de verlossende vraag op: “Mama, papa, kun je in de hemel ook pannenkoeken eten?” Een gedeelde glimlach. “Dat denken we wel, en frietjes ook, ja, zéker frietjes.” Hij schaterlacht, eet zijn mond leeg, grijpt zijn schepje en brengt de goudvis zwijgzaam naar zaliger oorden.
Geen enkele gebeurtenis legt ons zo het zwijgen op, doet woorden zozeer verstommen als een levenseinde. Mensen die het drama op Pukkelpop deze zomer meemaakten, merken het vaak op: daar waar muziek hoorde te zijn, waar een feest moest zijn van jonge uitbundigheid, waar de wachters thuis hoorden te genieten van een gezellig avondmaal en een glas wijn, restte alleen een oorverdovende stilte. Al het andere was ook ongepast. De media die dat stille cordon probeerden te doorbreken en met veel getater zochten naar een zondebok, kregen via die andere, sociale media meteen een veeg uit de pan. Radiozenders en festivals lasten een minuut stilte in, in Hasselt werd een stille mars georganiseerd en ook het onderwijsblad Klasse riep alle scholen op om het schooljaar op 1 september te starten met een minuut stilte voor de slachtoffers. Nu, luttele herfstmaanden later, komt de leegte novembergewijs in veel binnenkamers weer bovengekropen, proberen jongeren - en al minder jongeren - zich hopelijk vast te klampen aan de solidariteit en de verbondenheid die er ook was, in vele, kleine, veelzeggende vormen. Want zou er een stilte zijn die stiller is dan de stilte van het gemis?
3
goed gelinkt |
Tekst: Roger Burggraeve, Annemie Vandaele Foto’s: Eindredactie, sxc
Over relaties-in-wording
Trouwen: een must? thuis deponeert, op een uitgelezen moment. Veel jongvolwassenen kiezen er ment een wasmachine cadeau doet en dan ook voor om voorbij de romantische daarmee impliciet de boodschap geeft: idylle van het begin een soort proefperiobouw maar aan een nieuwe thuis, leer op de in te lassen. Ze bekijken, terecht, of de elkaar terugvallen en samen verantwoorpuzzel in het dagelijkse samenleven voldelijkheid te dragen. Die groei tot een doende past om er uiteindelijk een vollenieuwe gemeenzaamheid is wat dig leven samen op uit te bouwen. Jurg Willi co-evolutie noemt. Vaak gaat het langs wegen n e n o w Concreet betekent het dat van geleidelijkheid, van Samen ns om te a k je je steeds fijner afstelt een vrij losse vorm van e biedt d n tot een ie op elkaar, dat er een grosamenwonen tot een ie. groe e relat v ie t a t te wederzijdse interesse vaste, duurzame vorm kwali en betrokkenheid is en dat met toekomstperspecDe idylle voorbij je van daaruit samen evolueert tief of een huwelijk-inHet huwelijk is een serieuze zaak, laat en ook individuele keuzes (zoals een bewording. Die tussenstap biedt een ons daar geen doekjes om winden. Elkaar roepskeuze en de praktische consequenuitgelezen kans om als koppel te groeien eeuwige trouw beloven, in goede en in ties ervan) kunt maken. en een kwalitatieve relatie kwade dagen, is een enorm engageop poten te zetten, om afspraken te leren Kiezen maken, conflicDag aan dag evolueert bij samenwoten uit te pranende koppels de kwaliteit van hun saten, te leren menleven. En hoewel velen zich bewust omgaan met zijn van hun kwetsbaarheid en een zeer elkaars verrealistische kijk op de dingen hebben, schil, ritme en toch is er bij elk koppel een fundamengevoeligheden, teel verlangen naar iets blijvends. En ook enzovoort. al verandert er feitelijk gezien niets tussen ongehuwd en gehuwd samenwonen, toch groeit er doorgaans ook de wens Een nieuw ‘wij’ naar een uitgesproken keuzemoment. Toch blijft dat samenwoDie keuze gebeurt vandaag vanuit een nen voor veel jongeren een groandere logica dan vroeger. Waar een hute stap. Het vraagt tijd en daadwelijk vroeger ook de mogelijkheid crekracht om vader en moeder te ëerde tot samenwonen of bijvoorbeeld de verlaten, om niet langer terug toelating verleende tot een seksuele rete vallen op thuis, maar een latie, is het nu een wezenlijke, expliciete nieuwe eenheid, een nieuw keuze voor elkaar, vaak in het perspectief ‘wij’ te vormen en van van een bestaand of meestal toekomstig daaruit verantwoordelijkt gezin. heid op te nemen. k dien De Ker gend Het zou niet de o meded n. eerste moeder zijn Voor de kerk z e t ij die haar dochter, die Die veranderde voorhuwelijkse realiteit elk weekend de was nog plaatst ons voor de vraag wat de huidige
Jaren geleden was het zonde, vandaag lijkt het al lang geen topic meer: jongeren die voor het huwelijk eerst een periode samenwonen. Een soort praktische wijsheid heeft er in onze samenleving voor gezorgd dat ongehuwd samenwonen de laatste decennia opgewaardeerd werd tot normaal, vanzelfsprekend én zinvol. Tijd dus om het thema in de laatste bijdrage van deze rubriek van naderbij te bekijken.
4
›
betekenis dan is van een kerkelijk huwelijk. Het aantal koppels dat ervoor kiest zijn jawoord te beantwoorden: ze dient geweldloos voor het altaar uit te zijn, gegrondvest op vertrouwen, er te spreken, is veel moet ruimte zijn voor elkaars verschil en minder dan vroeger, ze dient gebaseerd te zijn op trouw. maar de kwaliteit van hun keuze is sterker geworGoede links den. Twee zaken vallen op bij Mensen komen voort uit bindingen. hen die het wel nog doen. Ten eerste Ieder van ons heeft het leven lijkt de motivatie vaak geworteld in de raontvangen van een vader holebi’s al die jaren niet oppel k lk l e e dicaliteit van het engagement. Een buren een moeder. Daarna voor het homohuwente Bij ndame ts u f n e gerlijk huwelijk heeft voor veel koppels volgt een leven lang van lijk gestreden. Ook al is er e gen naar ie n la r minder ‘serieux’ en lijkt ook vrijblijvenzoeken naar de goede kiezen sommigen er ve ds. blijven der want met wederzijdse instemming links, naar kwalitatieve vorvandaag niet voor te is scheiden mogelijk. Een kerkelijk humen van verbondenheid, tushuwen, toch blijft het huwelijk stelt daarentegen principieel dat sen ouders en kinderen, leerkrachten welijk in de sociale en symbomen kiest voor elkaar in goede en kwade en leerlingen, ongehuwde en gehuwde lische orde van zeer grote betekenis. Het dagen, tot de dood mensen scheidt. Die partners ... Goede links voorkomen ‘debetekent immers dat mensen uitdrukkeklassieke formule wordt door heel veel link-wentie’! In deze rubriek hebben we lijk, voor de hele gemeenschap, een keukoppels nog gebruikt, net om de ernst een aantal beschouwingen en concrete ze maken voor elkaar en van daaruit vaak en de radicaliteit die erin doorklinkt. Ten impulsen willen geven om die vele relavoor kinderen. Elk kind heeft het recht op tweede zijn velen er zich van bewust dat tionele gegevenheden op een zinvolle een stabiele en duurzame band tushet niet is omdat je elkaar die manier vorm te geven, omdat net daar sen beide ouders en geen enbelofte doet, dat het autode kern ligt van elk - dus ook van elk salekel kind is erbij gebaat in een jk matisch ook zal werken. siaans - opvoeden. soort onzekere voorloweli Het hu agatel. Vaak stellen koppels zich pigheid ter wereld te b is geen de realistische vraag: zulkomen. De Kerk moet len we dit kunnen waardan ook niets afdoen van maken? En vanuit die vraag de katholieke idee dat een wordt hun keuze vaak ook in huwelijk onverbreekbaar is. Maar een religieus perspectief geplaatst. Bij tegelijk moet ze mededogend zijn, moet sommigen is dat niet meer dan een soort ze de wegen die tot een huwelijk leiden, sacramentele, rituele sfeer die toch een zoals ongehuwd samenwonen, positief vertolking is van wat de mens overstijgt. benaderen en moet ze vooral focussen Voor anderen houdt het een expliciete op de relatiekwaliteit. Want welke vorm vraag in om Gods zegen. een relatie ook aanneemt, of men gehuwd is of niet, holebi of niet, jong of oud, gescheiden of niet, steeds opnieuw Mededogen dient ze, conform de tweede tafel van de Het huwelijk is met andere woorden geen tien geboden, aan vier oeroude criteria bagatel. Als het dat wel was, dan hadden
5
een woord waard |
Tekst: Sabine Liekens Foto's: Eindredactie, sxc
Ten huize van Michel Zwaenepoel
6
Dat kloosters heel levendige gemeenschappen kunnen zijn, leerde ik door mijn geleidelijke kennismaking met de salesianen en de franciscanessen, die hier in de buurt huizen. Beide ordes zijn wereldwijd georiënteerd en er wordt permanent in bewogen en verhuisd door binnen- en buitenwaaiende confraters (en zusters) uit diverse horizonten. Dat levert telkens boeiende getuigenissen op over hoe engagementen, dichtbij en veraf, wegen gaan om de noodlijdende mens centraal te stellen, daar waar dat door plaatselijke besturen dikwijls wordt verwaarloosd.
Baard Pater Michel, 63 jaar, is er een enthousiasmerend voorbeeld van. Hij verbleef voor een sabbatjaar in de F. Gaystraat na veertig jaar missionair werk in Afrika - eerst enkele jaren in Rwanda, daarna nagenoeg ononderbroken in Lubumbashi. Michel houdt er lachend van zich ‘als missionaris met de baard’ te laten erkennen, maar blijft heel bescheiden. Hij groeide op in een klein boerderijtje in Vladslo, in een gezin met tien kinderen. Vader overleed op 56-jarige leeftijd. Van jongs af aan leerde Michel solidair met moeder, broers en zussen telkens na
jongens aat str de lie. an ami f
eveer zeventig Ong pro zijn ter ug cent bij hu v n
de school de handen uit de mouwen te steken om het bedrijf staande te houden en zo zelfstandig de kost te verdienen. Hij ging drie jaar naar het college in Diksmuide en volgde drie jaar A2 mechanica in Oostende, afstanden die hij dagelijks fietsend aflegde en wanneer het heel koud was met een krant en bruinpapier met kaarsvet op de borst.
Don Bosco Toen hij wou intreden, ontbrak hem de kennis van het Latijn. De opleidingsmogelijkheden beperkten zich tot de late roepingen van de salesianen in Kortrijk. Daar kwam hij in de ban van Don Bosco en diens engagement voor de jeugd, in het bijzonder zijn oratorio dat de verwaarloosde jongeren van het industrialiserende Turijn wil opvoeden tot een menswaardig bestaan. Michel werd getroffen door de jonge Bosco, die jeugdgevangenissen bezoekt, jongens ontmoet zonder werk en precies daar zijn roeping vindt, de jongeren van de stad verzamelt voor spel, gebed en geloofsopvoeding. Er was tegenstand voor het werk van Don Bosco, met zijn ‘luidruchtige gasten’, maar met creativiteit en geloof zette hij door, bleef hij preventief opvoeden tot eerlijke burgers en goede christenen en bleef het goede, dat in ieder jong hart is gezaaid, stimuleren. In de verwezenlijkingen (en ook mislukkingen) van Michel en zijn medebroeders en -werk(st)ers in Lubumbashi, is Don Bosco permanent herkenbaar. Hun inspiratie: het goede zien in de jon-
gens, liefde geven en blijven geven ondanks alles … laten weten dat ze door God bemind zijn en dus ook door mensen. De werkwijze: jongeren zelf hun richting laten zoeken door ze bv. veertien dagen te laten meewerken in verschillende afdelingen, gevolgd door een kleine test, ze laten meespreken zodat ze zelf hun eigen waarde ontdekken en inzien dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen leven en hun keuzes voor de toekomst.
Jongeren Het stemt Michel gelukkig dat ongeveer zeventig procent van de straatjongens, die langere of kortere tijd in hun centra leefden, terug met hun familie verzoend zijn en er hun thuis terugvonden. De andere dertig procent komen in het internaat terecht en probeert men naar huis te brengen. Voor enkele anderen lukt dat niet. Het stemt hem droevig dat sommigen achter de horizon verdwijnen. En toch blijft hij geloven in het eindeloze geduld, het vertrouwen en in de kracht telkens opnieuw te beginnen. Dit kan omdat hij zich gedragen weet door de salesiaanse familie, ook de Afrikaanse medebroeders en niet in het minst door Don Bosco zelf.
Terug Na veertig jaar was voor Michel herbronning welgekomen. In het Internationaal Instituut Lumen Vitae volgde hij een jaar lang cursussen en dialogeerde er met docenten en medestudenten. Hij was verheugd te ervaren dat er een nieuwe, vrije, blije wind waait tussen sprekers en studenten, die ook samen Kerk vormen en maken. Einde september vertrok hij opnieuw naar Lubumbashi, en van daaruit naar Goma, een plaats waar ongetwijfeld weer nieuwe uitdagingen wachten.
Tekst: Luc De Munter Foto's: Don Bosco Haacht
| de zijlijn
Spelen op school: in Haacht kan en mag het nog! Waaier Alhoewel onze campus uit zijn voegen barst en de speelvelden en de binnenruimten niet meegegroeid zijn, kan er in Haacht nog heel wat gespeeld en gesport worden. Bij de tweede en derde graad gebeurt dat op vrijwillige basis en kiezen de jongeren uit een waaier van sportieve en culturele middagactiviteiten. Bij de jongsten van de middenschool gaan we uit van een georganiseerd en actief middagspel, soms tegen de zitcultuur in. Per klas wordt er elke middag een half uurtje gespeeld, gesport of gesupporterd voor de klasploeg: over groepsdynamiek gesproken! De leerkrachten begeleiden de activiteiten en worden bijgesprongen door een dertigtal monitoren uit de derde graad. Zij kiezen ervoor om zich één middag per week in te zetten voor de speelplaatsanimatie.
M De M van
Enkele jaren geleden ontwierpen ze hun eigen embleem. De figuur is u allicht niet onbekend maar onderging toch enkele wijzigingen. De kleinsten staan middenin en worden begeleid door de groteren van
M
M
ASO en TSO/BSO. Je herkent ook de letter ‘M’ die verwijst naar middagspel, moni’s en middenschool. De moni’s beheren zelf ‘de kas’ en kunnen spelmateriaal aankopen. Zo wordt er nu volop ‘gevikingkubbt, gepetanqued, gefrisbeed, gefietsband en XLgemikadoot’. Tijdens de winterperiode pakken zij, samen met leerkrachten, uit met een resem keuzeactiviteiten die meestal zeer goed aanslaan bij het jonge volkje. Of wat dacht je van: djembé, badminton, dans, quiz, haken en breien, macramé, handbal, schaken en dammen, baseball, origami, zaalvoetbal, enz. In ruil voor hun inzet krijgen de moni’s een drankje bij onze wekelijkse werklunch, waar de gehele werking wordt doorgesproken en waar er voor bijna alle probleempjes een oplossing wordt gevonden. Jeugddienst Don Bosco springt ook bij met vorming rond speluitleg en omgaan met weerstanden bij moeilijke groepen.
M M
Bergkamp Voor de jongeren van het eerste jaar, voor een aantal leerkrachten-koks en voor moni’s met wat ervaring is er dan ook nog het bergkamp. Jaarlijks trekken we met ruim honderd jongeren de Zwitserse bergen in, waar we natuurlijk meer ruimte hebben om te spelen. De moniploeg zorgt er voor een geweldig programma, waarbij tochten en spelen elkaar afwisselen. Daar mogen ze zich nog eens vuil maken, ravotten, hun grenzen aftasten en samen plezier maken. Wij zijn ervan overtuigd dat de banden die ‘al spelend’ gesmeed worden, hun vruchten afwerpen in de relatie onder de jongeren en met hun begeleiders … maar we geloven ook in het motto dat ‘alles beter kan’ … en daar zijn we dit jaar weer aan begonnen.
dat de rtuigd meed e v o n erva d’ ges Wij zijn ie ‘al spelen fwerpen in a d t n n bande hun vruchte geren en me , n n jo e d e r wo er d iders. tie ond de rela hun begele
7
een (g)oude(n) gids |
Tekst: Bénédicte Lemmelijn Foto’s: Eindredactie, sxc
Liefde met de L van Bijbel
8
In de voorbije bijdragen bleek al hoezeer de Bijbel betrokken is op het menselijke leven. De mensen in de Bijbelse verhalen zijn mensen van vlees en bloed: mensen die diep verdrietig of opstandig kunnen zijn, maar ook evenzeer mensen die zich intens gelukkig, blij en ‘gezegend’ voelen. Als de Bijbel zo levensecht is, kan het niet anders dan dat het meest intense van alle menselijke gevoelens ook aan bod komt: de liefde. De liefde kan het menselijke leven immers fundamenteel tekenen, het kneden en vorm geven, het helemaal vullen en ver-vullen. Liefde overkomt mensen onvermoed en veelal ook onverdiend. Ze breekt omvormend en soms alles overheersend in ons leven binnen. Ze transformeert de toekomst en opent perspectieven op nieuwe wegen om ten slotte mensen boven zichzelf uit te tillen, in het bijna tastbaar aanwezig stellen van het transcendente of het goddelijke. In wat volgt wordt deze liefde in het kader van het Oude Testament belicht. Daarbij gaat het om liefde in de volle betekenis van het woord, niet om een afschaduwing, niet om de één of andere gespiritualiseerde vorm, wel om de werkelijk doorleefde, intense liefde. Naast de
talrijke gezegden uit de boeken Prediker, Wijsheid van Jezus Sirach en Spreuken, die zowel de liefde tussen man en vrouw als het ideaal van een harmonieus huwelijks- en gezinsleven prijzen, wijzen ook het prachtige verhaal van het boek Tobit en het befaamde boek Hooglied in de richting van de volwaardige appreciatie van menselijke liefde in al haar aspecten. Deze laatste bijdrage zal de liefde bespreken vanuit het boek Hooglied.
i vóór pleidoo tegen n e e en ed is Hoogli onele liefde liteit. a s r u e s p k e n ee oze s ll ie z n ee
Ontstaan en interpretatie van het boek Hooglied
Alleen in Hooglied 8,6 treft men mogelijk een expliciete verwijzing naar God Hoewel het boek Hooglied – letterlijk: aan. De laatste twee consonanten van het lied der liederen – traditioneel aan het Hebreeuwse woord sjalhevetjah zijn koning Salomo wordt toegeschreven, daeventueel een afkorting van de godsteert de afsluitende redactie ervan welnaam JaHWeH. Daarnaast heeft het feit licht uit de vierde of derde eeuw v.Chr. dat Hooglied zuivere liefdespoëzie lijkt te Dat men steeds moeilijkheden heeft gezijn, waarin erotisch taalgebruik allesbehad met dit werk, blijkt overduidelijk uit halve wordt geschuwd, zeker aanleiding de hoogoplopende discussies die er nog gegeven om de canoniciteit – het behoin de eerste eeuw n.Chr. binnen het joren tot de Bijbelse lijst van gezagvolle dendom en tot in de zesde eeuw n.Chr. boeken – in twijfel te trekken. Wat er ook binnen het christendom zijn gevoerd van zij, feit is dat zowel het jodendom als over de vraag of dit werk al dan niet een het christendom Hooglied uiteindelijk als plaats in de Bijbel moest krijgen. Het is deel van de ‘heilige Schrift’ beschouwen. namelijk markant dat God er geen enkele Lange tijd heeft men aangenomen dat keer ondubbelzinnig ter sprake komt. de reden daartoe te maken had met de allegorische wijze waarop men het werk las. Binnen het jodendom werden de jongen en het meisje gelezen als metafoor voor God en Israël en hun onderlinge liefdesrelatie. Het christendom heeft hierop voortgebouwd en heeft de verliefden als beeld voor Christus en de Kerk of Maria aangezien. toch e fd e li Hoewel de metaforische lezing ft de rd. ht hee Wellic laatste woo van Hooglied een waardehet volle invalshoek kan zijn, toch heeft men vooral sinds de zeventiende eeuw de oorspronkelijke betekenis en functie van het boek opnieuw weten te beklemtonen. Naar analogie met Egyp-
›
tische en Griekse parallellen is Hooglied oorspronkelijk een verzameling profane liefdesliederen, die de erotische liefde bezingen en waarin, naar alle waarschijnlijkheid, iedere verwijzing naar God ontbrak. Hooglied is erotische poëzie, waarin, weliswaar met beelden en metaforen, het totale bereik van de zintuiglijke liefde wordt bezongen. Enerzijds is dit inzicht een verworvenheid van de Bijbelwetenschap dat men nog bezwaarlijk naast zich neerleggen kan. Maar anderzijds noopt het feit dat Hooglied intrinsiek deel uitmaakt van de Bijbel als ‘heilige Schrift’, ertoe om het boek als deel van de Bijbel te beschouwen, waardoor het tegelijkertijd meer wordt dan louter profane liefdespoëzie. Het is in deze context dus belangrijk na te gaan of en op welke wijze Hooglied als deel van de joods-christelijke Bijbel iets te zeggen kan hebben voor mensen van de eenentwintigste eeuw.
‘Goddelijke’ liefde tussen mensen Door het feit dat een Bijbels boek de menselijke liefde bezingt, kan men onmogelijk beweren dat het fundament van de joods-christelijke traditie – misschien anders dan de doorwerking ervan – de erotisch-seksuele liefde als slecht of zondig zou aanzien. Door de opname in de Bijbel blijkt bovendien dat Hooglied geenszins ontheologisch is. Vooral recentelijk probeert men de theologie van Hooglied naar waarde te schatten, zonder daarbij te vervallen in de oude allegorische interpretatie. Verschillende elementen in Hooglied maken het plausibel dat volgens het boek de erotisch-seksuele liefde tussen man en vrouw als een terugkeer naar het ‘paradijs’ wordt geduid. Dit wordt duidelijk in verschillende frappante gelijkenissen tussen Hooglied en Genesis 2–3. Het paradijsverhaal in Genesis 2–3 eindigt wanneer God de mensen wegstuurt uit de tuin (Gn 3,23-24). Hooglied 4,12¬ 15 lijkt precies de herwinning van dat verloren paradijs in het vizier te hebben. Voorts kan ook Hooglied 7,11 een sleutelrol spelen bij de interpretatie van het boek als refererend aan de liefde die het herstel van het verloren paradijs mogelijk maakt. Hier roept het meisje uit: “Ik ben van mijn lief, en hij verlangt naar mij.” Daar-
e entisch testam levens- of d u o e D iet ur is n . literatu ereldvreemd w
Heeft Liefde het laatste woord?
door wordt de ongelijkheid tussen man en vrouw die na de ‘zondeval’ ontstond door het feit dat de vrouw haar man zou begeren en hij haar zou overheersen (Gn 3,16) weer ongedaan gemaakt. Het verlangen van het meisje en de jongen is in Hooglied wederzijds. Hierdoor wordt teruggekeerd naar de oorspronkelijke scheppingsvisie: God schiep de mens mannelijk en vrouwelijk. En tot slot wordt, zelfs als men elke expliciete verwijzing naar God in de tekst loochent, de liefde zelf als goddelijk aangezien. Daarmee getuigt Hooglied van het feit dat de lichamelijk-seksuele liefde ‘transcendent’ is of tenminste kan zijn. Ze overstijgt de mens. Hooglied is ervan overtuigd dat de liefde tussen mensen op een ‘goddelijke’ kracht teruggaat die dood en chaos overwint en die in het unieke van de partners tot manifestatie komt. Als dusdanig is Hooglied een pleidooi vóór een personele liefde en tegen een zielloze seksualiteit. Als manifestatie van de ‘goddelijke’ liefde krijgt de erotisch-seksuele liefde dankzij Hooglied niet alleen een plaats in de Bijbel, maar ook in de joods-christelijke traditie. Hooglied legt getuigenis af van de stellige overtuiging dat dankzij de seksualiteit het verloren paradijs kan worden herwonnen, het meest diepmenselijke een uitdrukking kan vinden en het goddelijke in onze werkelijkheid ‘tastbaar’ aanwezig kan blijken.
Mensen schrijven en denken steeds vanuit wie ze zijn, wat ze meemaken en voelen, wat ze ervaren. Ook over God en zijn betrokkenheid in ons bestaan is op die wijze geschreven, in beelden, vanuit zijn raakpunten met ons. Men kan immers maar over iets spreken en denken in zoverre het niet geheel vreemd is. Zo gaat het ook in de Bijbel. Over God en zijn wedervaren met de mensen, of misschien nog veeleer over ons en onze ervaringen met God, wordt verteld in verhalen en gedichten die elk op hun eigen wijze andere aspecten van God en de werkelijkheid op de voorgrond kunnen plaatsen. Daarbij wordt een beroep gedaan op gekende ervaringen. Hoe zou men het zich kunnen voorstellen dat God de mensen goed gezind is, als men niet weet wat ‘houden van’ is … Tegen die achtergrond heeft deze laatste bijdrage aangetoond dat de oudtestamentische literatuur geenszins levens- of wereldvreemd is. Integendeel, ze blijkt intrinsiek verankerd in het dagdagelijks leven en werken van mensen die zoeken en zuchten, pijn kennen en lijden, maar evenzeer in staat zijn zichzelf te overtreffen in alles vervullende, bijna transcendente liefde. En misschien is dat het overpeinzen waard: wellicht heeft de liefde toch het laatste woord. Wie meer wil lezen over deze en de andere bijdragen, kan terecht in: H. Ausloos & B. Lemmelijn, De bijbel: een (g)oude(n) gids. Bijbelse antwoorden op menselijke vragen, Leuven – Voorburg: Acco, 2005; 22006, 32009 (192 p. – ISBN 90-334-5955-8).
9
geblogd |
Tekst: Stefaan Waegemans Foto’s: Eindredactie, sxc
Dagboek van een uitgesproken mening Mijn laatste dagboekfragmentje voor Don Bosco Vlaanderen. Niet dat ik niet graag schrijf. Maar na al die woorden vraag ik me soms af wat ze zijn, die zwarte in letterreeksen geordende dots. Zijn ze niet al met genoeg? Moeten we er nog veel bijkweken? Of moeten we aan geboortebeperking doen voor woorden en de zwijgplicht invoeren?
10
Zoveel woorden in mijn brievenbussen. Vol actualiteit, informatie en al dan niet gefundeerde visies. Voor de jonge ouder, voor de geëngageerde leerkracht, voor de gesyndiceerde werknemer, voor de geïnteresseerde burger, voor de solidaire medemens, voor de didactisch verantwoorde coach, voor de belezen expert,
voor de vrijgevige goed-doel-sponsor, voor de meerwaardezoeker, voor de hevige supporter ...
Misschien moet ik daar geen woorden aan vuil maken. Niet te veel over schrijven en niet te veel over lezen.
Het verlangen om op verschillende vlakken goed te zijn in wat we zijn, levert stapels lezenswaardige woorden op. En dat is goed. Want woorden inspireren en ondersteunen, dagen uit en informeren, ze verbinden mensen over de hele wereld. Met woorden kun je spelen, plagen, troosten, opwekken en leven geven.
Misschien dat de stilte me dan kan leren hoe mijn woorden mogen zijn. Eigen woorden die, diep bedolven onder al die andere, zwijgend wachten, tot ze weer onuitgesproken mogen zijn wat ze zijn.
Maar geen woorden zonder stilte. Stilte die elke overbodige herhaling weg gomt. Stilte die ruimte geeft. Zoals de witruimte onder een titel of rond een gedicht. Stilte die ...
Ik ben uitgesproken. (eventjes toch) Hopelijk vult de redactie de overvloedige witruimte niet met een sprekende afbeelding.
Tekst: Ria Grommen Foto’s: Eindredactie, sxc
| met de jaren
Een stoffig geloof of doorleefde spiritualiteit? Als de media vandaag iets van Kerk of geloof in de aandacht (moeten) brengen, wordt dit steevast begeleid met beelden vanuit een bijna lege kerk en een overwegend ouder publiek. Voor één keer mogen mensen met grijze haren wel wat langer op het scherm … Je krijgt vrome oude vrouwtjes te zien die zich zoet houden met kaarsjes branden of ernstige bejaarde mannen die niet alleen secuur in het boekje lezen, maar ook strikt volgens het boekje willen leven. Maar doen die beelden wel recht aan de geloofsbeleving vandaag én doen ze wel recht aan ouderen? Is het wel allemaal zoals het lijkt?
Stilstaan Toegegeven, die beelden komen natuurlijk van ergens. Ook in eigen kring kennen wij allen ouderen aan wie het nieuwe denken over geloof en Kerk, over God en werkelijkheid is voorbij gegaan, mensen die niet van hun stuk lijken te brengen door kritische vragen vanuit de wetenschap of vanuit de confrontatie met andere religies, noch door ingrijpende levenservaringen. Het lijkt of de tijd voor die mensen is blijven stilstaan met een geloof en geloofsrituelen die stoffig geworden zijn. Verstarring in denken en doen ligt altijd op de loer in een mensenleven. Daarvoor hoef je niet op leeftijd te zijn. Maar hoe ouder je wordt, hoe groter het risico. Angst voor diepe onzekerheid, isolement en te weinig openheid maken heel snel een karikatuur van je. Toch mag je niet te snel oordelen. Die trouw aan oude verwoordingen en oude rituelen kan immers ook een levendige en levensnabije geloofshouding verbergen. Veel ouderen zijn door alles wat ze meegemaakt hebben, andere mensen geworden. Ze zijn in hun hart veranderd, ‘bekeerd’. Ze zijn op hun levensweg op hun machteloosheid en eindigheid gestoten. Ze hebben
ontdekt dat alles in een mensenleven wel waardevol is, maar ook relatief. Zo is in hen een echt zich toekeren naar God gegroeid. De Godsrelatie is voor hen belangrijker geworden dan de geloofsinhoud. Ze kleurt hun leven. God is niet - zoals het Verder gaan lijkt - de magiër Wat een verademing l e w Is het oals die voor hen alles is het als je ouderen mag z l a allema jkt? moet regelen en ontmoeten die de weg verder zijn get li e h die met kaarsjes gaan, die inderdaad gebotst zijn op de moet omgekocht onvolkomenheid van wat religies over worden. Hij is Degene dat Mysterie van het leven aanreiken, die groter is dan hun hart maar die ook ontdekt hebben dat die been dan alles wat hun mensenbestaan perktheid inherent is aan het mens-zijn, uitmaakt, en aan Wie zij zich willen toeook aan hun eigen bestaan, die daardoor vertrouwen. Hun kaarsje is hiervan de mild geworden zijn voor wat men indertijd uitdrukking. Voor hen is het duidelijk dat gezegd en gedaan heeft zonder rigide te die God een Mysterie is, niet in woorden verdedigen wat niet te verdedigen is. Ouof systemen te vatten. Daarom grijpen ze deren die evenwel durven doorstoten naar - in alle eenvoud - terug naar oude beelwaar het echt om gaat, op zoek gaan naar den en oude rituelen. Ze herontdekken er de horizon van ons bestaan, die de oude de diepere betekenis van. Hun eenvoud is bronnen opnieuw gaan bestuderen maar niet de eenvoud van wie niet beter weet, ook willen weten hoe denkers van deze tijd maar de eenvoud van wie, door het leven de wereld interpreteren, die open staan gelouterd, nederig geworden is. Als een voor een nieuwe taal en nieuwe gebaren, kind, zegt het evangelie. Ricoeur spreekt die andere mensen willen ontmoeten, van de tweede naïviteit. vaak uit heel verschillende omgevingen Andere ouderen slaan evenwel echt een en met heel verschillende levensverhalen, andere weg in dan het geloof als de geom samen met hen geloof en leven te loofspraktijken van hun jeugdjaren blijkverkennen. Zulke ouderen vind je overal: baar geen antwoord meer bieden op wat in Bijbelgroepen, op vormingsdagen, in het leven hun nu aanreikt. Zij gaan op klassiek parochiewerk, maar ook in interzoek naar iets anders, iets nieuws. Velen religieuze dialoog enz. Je vindt ze vooral onder hen zijn onder invloed van de heerop plekken waar het leven echt in de ogen sende cultuur vooral onverschillig geworgekeken wordt zoals aan het ziekbed van den of willen zich bevrijden van allerlei medemensen, of in vrijwilligershulp aan opvattingen en verboden die hun leven armen of gewoon op wandel – of vaker zo lang ingeperkt hebben. Zij bestrijden nog fietsend - in de natuur. Je vindt ze in de God en de Kerk van hun jeugd. Zij bevele families waar ze rustig en ontvankestrijden echter vaak vooral hun eigen verlijk het gesprek met de jongere generatie starde en muffe beeld van God en Kerk. aangaan over wat belangrijk is en waar Zij zijn blijven staan op het punt waar zij echt leven te vinden is. Ouderen met een afgehaakt hebben. geloof dat niet beknot, maar leven geeft!
11
te gast |
Tekst: Jan Artois Foto’s: OOOC De Waai
Hartelijkheid
Een dynamisch proces op zoek naar identiteit In het OOOC De Waai in Eeklo
12
Niet elke hulpverleningsvorm in Vlaanderen vermeldt in zijn opdracht- en missieverklaring dat er vanuit een christelijke bewogenheid op een salesiaanse manier aan hulpverlening wordt gedaan. Dat in de ziel van het OOOC De Waai het christelijke en het salesiaanse, bij wijze van spreken, zit ingebakken, hoeft weinig betoog voor wie de geschiedenis van dit centrum en de inspirerende kracht van de stichters kent. De vraag hoe en of dit nog verder kon aansluiten bij de bezieling van de hedendaagse hulpverleners die er werken, leek ons een mooie uitdaging.
Gedrevenheid
Geschiedenis In het verleden (2005) werd er binnen ons centrum al een zoektocht gerealiseerd naar de salesiaanse sporen binnen de werking van het Centrum. De opmaak van een basisnota “OOOC De Waai … een salesiaans huis” was in 2006 hiervan het resultaat. Die nota werd opgebouwd vanuit vijf basispijlers, die als volgt werden weergegeven: Ons centrum biedt : • een welzijnsproject met een christelijke identiteit, • assistentie als ondersteunende nabijheid, • het aanreiken van perspectief vanuit een pastorale visie, • een preventiegevoelige aanpak, • een entiteit als geëngageerde gemeenschap. Met die pijlers ging men dan ook een aantal keren als personeelsgroep binnen de werking aan de slag gegaan, waarbij eenieder zijn engagement kon toetsen aan de uitgangspunten.
Identiteit In 2008 besloten we als centrum hierin nog een stukje verder te gaan. We stelden ons de vraag welke pijlers (later sferen genoemd) er zouden zijn indien de bezieling van de groep medewerkers als uitgangspunt zou genomen worden? Welke weerklank zou dit geven op de ziel van het centrum, die geënt is op een christelijke identiteit. We nodigden Piet Raes, filosoof en stafmedewer-
ker van het Vlaams secretariaat van het katholieke onderwijs en auteur van het boek Katholiek of kwaliteit (inzake de identiteit van het katholieke onderwijs), uit om ons van enige toelichting te voorzien en samen, in een workshop met alle personeelsleden, te zoeken naar een methodiek om dit proces op gang te trekken. Naast een aantal mogelijkheden tot het aangaan van een methodisch proces kwamen we tot het volgende uitgangspunt: “De kracht van een identiteit – een visitekaartje - is vaak afhankelijk van de verhouding tussen de ziel van het centrum en de bezieling van de mensen die er werken. Identiteit moet zo gezien worden als een belofte, een soort intentieverklaring die niet eenzijdig van bovenaf, maar eveneens van onderuit vorm krijgt. Hoe meer we dit zouden kunnen uitdiepen, vanuit een breed gedragen kader, hoe sterker we zouden staan als centrum binnen het maatschappelijke gebeuren.”
Onderzoek Met deze stelling in ons achterhoofd zijn we het proces aangegaan en stelden we in eerste instantie een peiling op voor de hele personeelsgroep, waarbij onder meer volgende vragen werden gesteld: Hoe willen wij binnen ons centrum concreet met elkaar omgaan? Wat doe je,
›
wat zeg je, waaraan wil je herkend worden? Hoe wil je met cliënten omgaan? Waar haal je de inspiratie om in ons centrum te werken? Welke waarden en normen staan daarbij centraal? Welke waarden zouden centraal moeten staan binnen de werking van ons centrum? … Van elke medewerker kregen we antwoorden waarbij de formuleringen getuigden van een sterk engagement van eenieder binnen dit proces. Voor de mensen die aan de ‘kar trokken’ van dit proces, was dit een signaal om er echt voor te gaan.
Antwoorden Op basis van de antwoorden kwamen we tot een opsomming van een negentigtal waarden, uitgangspunten en overtuigingen. Tijdens een daaropvolgende personeelsvergadering werden
volgende overleg, een compilatie opgemaakt met als resultaat een tiental uitgangspunten/ stellingen.
Vrijwilligers Vervolgens werd er een oproep gelanceerd om een groep van vrijwilligers samen te stellen. Deze groep, ‘goestinggroep’ genaamd, nam de uitdaging aan deze compilatie diepgaander te bekijken en de betekenis ervan te doorgronden. Tevens engageerde de groep zich tot het begeleiden van het deelproces; om vanuit het resultaat van de peiling, te komen tot een visitekaartje dat onze identiteit zou kunnen omvatten. Na een aantal overlegmomenten, tijdens de middagpauzes, met een broodje en op ontspannen wijze, kwam deze groep tot vier kernwoorden/sferen die garant staan voor en kleur geven aan de identiteit van ons centrum. Die vier sferen (gedrevenheid, hartelijkheid, respect, samen) werden ter goedkeuring voorgelegd aan de totale personeelsgroep, die zich unaniem kon vinden in deze kernwoorden.
Werkgroep
Respectvol er, via overleg in verschillende groepjes, een aantal uitgangspunten en overtuigingen naar voren geschoven. De salesiaans animerende kern heeft dan, op een
Samen
Rond elke sfeer werd dan een werkgroep opgericht, waarbij ieder personeelslid zich bij één kon aansluiten. De medewerkers waren in de mogelijkheid om, in hun desbetreffende groep, hun keuze toe te lichten. Het kader van het visitekaartje was met zijn vier kernwoorden weliswaar enigszins klaar. Wel bleef de vraag bestaan hoe we dit zouden visualiseren en dus duidelijk maken aan bezoekers en cliënten. Een van de doelstellingen gedurende het proces was namelijk het voornemen dat we het visitekaartje visueel zouden maken en desgevallend zouden verbinden met symbolen. Elke werkgroep doorliep een denkproces, betreffende zijn vooropgestelde sfeer, in
het kader van het ontwikkelen van een symbool, een kunstwerk. Na heel wat voorbereidingen werd er begin juni een DOE-dag (lees: voormiddag) georganiseerd waarbij elke werkgroep letterlijk aan de slag ging om zijn kunstwerk in onze kloostertuin te realiseren. De basis werd toen gelegd en momenteel zijn we de afwerking en omkadering aan het finaliseren.
Visitekaartje Uiteindelijk zal voortaan elke bezoeker, cliënt en/of sympathisant in onze vernieuwde inkomsthal aanwijzingen zien om, indien ze dat wensen, kennis te maken met de kern van onze identiteit. Iedereen wordt tevens in de mogelijkheid gesteld om een wandeling te maken voorbij de kunstwerken die deze sferen visualiseren. De werken nodigen uit om er even bij stil te staan en geven tevens ruimte voor eigen interpretatie. Wij gaan volgend werkjaar alvast aan de slag om die beweging voor ons allen te maken. De kracht van dit proces zit ook in het feit dat, vanaf heden, elke medewerker aan iedere bezoeker of cliënt dezelfde uitleg kan verschaffen betreffende onze identiteit, ons visitekaartje.
13
uitgelezen |
Tekst: Eric Haelvoet Foto’s: Eindredactie, sxc
God als tuinman En nadat Jezus de mensen opdracht had gegeven op het gras te gaan zitten, nam Hij de vijf broden en de twee vissen (Mt 14,19).
Belangrijk is dat Gód voor die tuin zorgt: de mens hoeft er niets voor te doen.
14
Had je ook het geluk de mooie Floraliën te bewonderen in Flanders Expo in Gent? Ik mocht genieten van de laatste twee edities. Te midden van zoveel heerlijke bloemenpracht was er telkens ook een afdeling tuinen. De ene tuin kon mij al meer bekoren dan de andere, maar ze waren alle heel aangenaam. Kunstwerken! Mensen vinden het belangrijk een tuin of tuintje te hebben en besteden er veel aandacht aan. Mensen die in een appartement of studio wonen, brengen vaak zoveel mogelijk groen in hun dagelijkse leefomgeving. Sommigen hebben een heerlijke ‘hangende tuin’, boven op hun woning. Elke stad heeft een park of verschillende parken. In de Bijbel vinden we de tuin vrij vaak terug, zelfs op zeer belangrijke momenten. De pas geschapen mens wordt door de Schepper in de Tuin van Eden geplaatst (Genesis 2, 8-9). Er staan allerlei bomen met heerlijke vruchten. Die tuin ligt in het oosten, dus de goede richting, daar waar de zon opgaat. Er ontspringt een rivier in die tuin. Water betekent wel wat in een land met zoveel droogte. Tijdens de zomer regent het daar nog steeds zes maanden lang niet! Belangrijk is dat Gód voor die tuin zorgt: de mens hoeft er niets voor te doen. Hij mag in eerste instantie genieten.
In Ezechiël 34, 11-15 belooft God dat Hij zelf als goede herder voor zijn schapen zal zorgen, want de religieus-politieke leiders verknallen het keer op keer. Hij zal zijn schapen naar groen grasland en grazige weiden leiden om er te rusten. In Matteüs 14,19 laat Jezus de mensen op het gras zitten. Jezus is immers die Goede Herder, in wie God zelf zijn schapen hoedt en voedsel geeft. Voedsel in overvloed. Ook hier moeten de mensen zelf niets doen: ze ontvangen en mogen genieten. Na het laatste avondmaal en de lange afscheidsrede gaat Jezus naar een tuin, aan de overkant van de Kidronbeek (Johannes 18,1). Jezus wordt begraven in een tuin (Johannes 19, 41). In die tuin ontmoet Maria uit Magdala op de eerste dag van de week de verrezen Heer en meent ze dat Hij de tuinman is (Johannes 20,15). Het kan geen toeval zijn dat Johannes driemaal het woord ‘tuin’ gebruikt. Het valt op: bij het begin van het lijdensverhaal en op het einde. En na Jezus’ dood alweer de tuin met een tuinier. Als een mooie inclusie, ook met het begin van Genesis. Op een heel sobere manier wordt de Tuin van Eden opgeroepen. Er is nog meer. Zowel bij Matteüs als bij Marcus zegt de verrezen Heer dat Hij
hen zal ‘voorgaan’ naar Galilea (Marcus 16,7 en Matteüs 28,7). Het werkwoord ‘voorgaan’ komt uit de taal van de herders. Het is de herder die zijn schapen voorgaat, naar grazige weiden leidt, hen voedt en laat rusten. Hij zorgt voor hen, vooral voor de zieke schapen. Hij gaat het verloren schaap opzoeken. Zo is Jezus heel zijn openbaar leven lang voorgegaan. Hij noemt zichzelf dan ook de goede herder (Johannes 10,11). De goede herder offert zich op voor het welzijn van zijn schapen. Hij vergeet zichzelf volkomen en is er helemaal voor zijn dieren. Wat doet me dit aan Don Bosco denken. Zo offert Jezus ook zichzelf op voor de mensen, voor ons. Daarom zegt Hij in de Hof van Olijven tot zijn Vader: ‘Uw wil geschiede, niet de mijne’ (Marcus 14,36). Terwijl Hij dit bidt, laat Hij zijn leerlingen ‘zitten’, net zoals de mensen tijdens de broodvermenigvuldiging in het gras moesten gaan zitten. Jezus zal als de goede herder zijn schapen in het leven binnenvoeren. In het volle leven. In het leven, zoals God het oorspronkelijk heeft bedoeld. Uiteindelijk in de werkelijkheid, die helemaal door God is doordrongen. In die toestand, die wij ‘hemel’ noemen. Het woord ‘tuin’ is zo krachtig en suggestief en bovendien positief, dat het kan dienen om het eeuwige leven aan te duiden. God, die in Jezus Christus de echte tuinier is, zal ons eenmaal binnenleiden in de heerlijke tuin van het eeuwige leven.
Tekst: Loes Foto’s: Eindredactie, sxc
| broodje cursief
Cocon Stilte!!! De leraar draait zijn volumeknop maximaal open. Zijn diepe bassen beuken op de trommelvliezen van de leerlingetjes. De schrikreflex legt hun eigen geluidsproductie op slag stil. Was het maar altijd zo gemakkelijk om hinderlijk lawaai een halt toe te roepen. Het is niet te geloven wat er op een doorsnee dag allemaal je oren binnenroffelt. Wekkers rinkelen, kinderen krijsen, mensen tateren, bevelen en zeuren, telefoons jengelen hun riedels, honden blaffen, treinen denderen, auto’s ronken, vliegtuigen brommen, kerkklokken luiden, sirenes loeien, deuren knallen, radio’s schallen, bestek klettert, de dampkap ratelt, het douchewater klatert … en zo gaat dat eindeloos door. Zelfs ’s nachts valt de mallemolen niet stil. Het verkeer blijft draaien, de klok rond. Er is altijd wel iemand die een plasje moet of snurkend de stoom van de voorbije dag aflaat. Katers janken naar de maan en geile kikkers kwaken. Tegen zonsopgang kraaien de hanen tegen elkaar op en kwinkeleert het gevleugeld volkje. Altijd in fortissimo. Stilte, echte stilte, ik kan er soms vurig naar verlangen. Een paar keren per jaar haal ik de rugzak boven en vlucht een week of twee naar een nauwelijks bewoonde regio. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat mag dan de benenwagen bollen over groene vlaktes en heuvels, woeste rotsen, verlaten stranden of zompige moerassen. Het is een zalving voor de vermoeide geest. Je krijgt weer voeling met jezelf als onderdeel van de natuur. De geluiden van de stad ervaar je als lawaai, maar de decibels van krekels en nachtegaal als hemelse muziek. De zee met haar nooit aflatend ruisen overspoelt je met golven van geborgenheid.
Alsof je mag schuilen in de baarmoeder van de aarde. Het meest indrukwekkende zijn de zeldzame momenten van haast volmaakte stilte. Op een boogscheut van St.-Tropez, binnen de muren van een oud kartuizerklooster, ligt een kleine bidkapel waarin de stilte zo intens is dat je je in het luchtledige van de ruimte waant. Ooit kreeg ik de kans er een kwartiertje neer te knielen. Nooit eerder heb ik zo’n alles overweldigend gevoel van rust ervaren. Ik begreep zowaar wat iemand ertoe kan bewegen om kluizenaar te worden. De dag nadien arriveerden we op het eindpunt van onze trektocht: een vakantiecentrum waar het gonsde van bedrijvigheid. Het contrast met de herrievrije week was zo pijnlijk dat wij er spoorslags weer vandoor gingen. Op zo’n moment wens je dat je met een megafoon kunt omroepen: “STILTE!”, waarop alle kabaal prompt stopt. Of beter nog, dat er knopjes op je oren zouden staan, waarmee je ze simpelweg kunt uitzetten. Mijn collega Ria heeft zo’n knopjes. Van bij haar geboorte was Ria slechthorend. In de drukte van het kroostrijke gezin bleef dat heel lang onopgemerkt. Op school ging zij door voor ‘traag en wat minder begaafd’, maar met de hulp van
haar onafscheidelijke tweelingzus wist zij zich vrij aardig te redden. Tot ze in het middelbaar uit elkaar werden gehaald en duidelijk werd hoeveel er aan haar voorbijging. “Stel je voor dat er een dik pak watten in je oren zit,” zegt ze als ik vraag naar haar verhaal. “Je hoort constant een luid gesuis. Je spitst je oren om andere geluiden op te vangen. Je ziet de mond van je gesprekspartner bewegen, probeert de woorden van zijn lippen af te lezen en de betekenis te raden uit gebaren, mimiek en lichaamstaal. In een groep voel je je buitengesloten. De opmerkingen flitsen heen en weer, er wordt gelachen en je weet niet waarom. Je merkt het niet eens als iemand je buiten je gezichtsveld aanspreekt. En dan krijg je hoorapparaatjes ... Een onvermoede wereld gaat open. Vol verbazing ontdek je dat kleren ritselen als je beweegt. Voetstappen verklappen dat er iemand nadert en een auto hoor je al van ver aankomen. Je neus snuiten, maakt een vreselijk kabaal. Je moet een massa geluiden leren herkennen: een kraan die loopt, het ruisen van de wind, vogels, een bromvlieg, geroezemoes, hondengeblaf … Je wordt er in het begin zo moe van dat je af en toe het knopje indrukt en vlucht in je veilige cocon van stilte. Ook later kies je soms voor de stand ‘uit’ om tot rust te komen.” Ik knik begrijpend. Een geluiddichte cocon, daar droom ik ook van. Maar ik wil er eentje die je net als je oog moeiteloos kunt luiken en in één opslag weer openen. En waarin je nooit onverwacht gevangen wordt gehouden door een lege batterij …
15
de spreekstoel |
Tekst: Annemie Vandaele Foto’s: An Vrijders
Een stoel voor wie spreekt vanuit een salesiaanse verantwoordelijkheid
An Vrijders Directeur van basisschool Don Bosco Groot-Bijgaarden
16
Ze is mama van drie dochters en een zoon, werkte jarenlang in het kleuter- en lager onderwijs in Opwijk en botste drie jaar geleden op een vacature voor een directeur in de basisschool van GrootBijgaarden. Sindsdien zwaait ze er met frisse geest en veel enthousiasme de plak. De hoogste tijd dus voor Don Bosco Vlaanderen om in de Brusselse rand neer te strijken en An Vrijders voor de microfoon te laten plaatsnemen.
Kleur Wie An op een maandagochtend opzoekt, moet zich eerst een weg banen tussen horden vol schooltassen en goedgemutste kleuters. Hoewel het takenpakket van een directeur basisonderwijs enorme proporties aanneemt, neemt ze met een verrassende rust tijd voor wie haar kantoor
leren rlingen e le n le We wil respectvol aan. om m te g eren o d n a t me
binnenvalt. “Bij het begin van de dag voorzie je een planning, maar je weet nooit waar de dag eindigt”, vertelt ze, “en net dat maakt de job zo uitdagend en afwisselend.” De basisschool in Groot-Bijgaarden telt intussen 19 klassen. Tegen het einde van het schooljaar zullen er 264 lagere schoolkinderen en 163 kleuters schoollopen. Zestig procent van de leerlingen is bovendien van allochtone herkomst, voor An een grote uitdaging: “Het aantal allochtone leerlingen is op korte tijd enorm gestegen, in die zin is onze school een weerspiegeling van de buurt geworden. Enerzijds betekent dat voor alle betrokkenen, en zeker voor leerkrachten, zoeken naar een nieuw evenwicht, maar tegelijk is die diversiteit een enorme kans, zeker voor de
zorg ken op t. We mik open klimaa en e p o en kinderen. In zo’n multiculturele context willen we leerlingen bewust leren om respectvol met anderen om te gaan. Dat krijgen leerlingen niet altijd van thuis uit mee. Wij leggen er graag de nadruk op en proberen het als team voor te leven.”
Open An benadrukt tijdens het gesprek hoe dankbaar ze is om het team waarmee ze dagelijks mag werken. Het gaat daarbij zowel om leerkrachten, het zorgteam, de turnjuffen, de administratie, enz. Ook al is er een vrij klein verloop binnen het team, toch worden ook nieuwe leerkrachten goed opgevangen. De PAG organiseert voor hen een doop, waarin ze opdrachten krijgen van allerlei aard, kennismaken met een Don Boscoschool, enz. An: “Ik kan rekenen op een heel sterk team, dat veel overlegt, samenwerkt en nauw aan elkaar hangt. Dat is de sterkte van de school, zij maken uiteindelijk ook de school. De leerkrachten steken heel veel tijd en energie zowel in leerlingen als in ouders.” De open cultuur die er heerst, is voor An zeer kenmerkend voor een, of toch zeker deze Don Boscoschool: “De juffen kennen de kinderen zeer goed, er is altijd iemand aan
›
m Het tea hool. c s e d maakt
Nieuw
de schoolpoort en er is vooral een zeer open klimaat. Als er iets gebeurd is, dan wordt er tijd en ruimte gemaakt om erover te spreken. Die openheid ademen onze leerlingen hier in en nemen ze vaak over.”
Zorg In de lagere school is ‘zorg’ een belangrijk thema. An licht het voor ons toe: “We hebben op onze school een sterk uitgebouwd zorgbeleid. Er is een zorgcoördinator en ook per graad is er een zorgjuf. Als er iets is, worden alle partijen betrokken,
zijn er gesprekken, ook met de ouders en wordt alle nodige hulp ingeschakeld. Ouders moeten het gevoel hebben dat ze steeds bij de school en bij de leerkrachten terechtkunnen.” Dat zorgbeleid wordt gewaardeerd. Op de vraag wat haar draaiende houdt, is dat meteen ook het punt dat An aanstipt: de positieve feedback van ouders, van het team en van de leerlingen.
Campus
ood Er is n eter b n aan ee gsbeleid. in v ij inschr
Scholen gooien vandaag meer en meer de deuren open. Ook in de lagere school van Groot-Bijgaarden is dit het geval. Er wordt langs vele wegen gezocht naar samenwerking, in de eerste plaats met de aangrenzende secundaire school. Voor een preventieadviseur, de boekhouding, het vele kluswerk en hun masterplan bouw kan de lagere school rekenen op ondersteuning van de secundaire school. Tegelijk lopen leerlingen van de secundaire school stage in de basisschool, sluit het secundair aan bij een pedagogische studiedag over smartboards of maken ze er gebruik van de turnzaal. Ook met de Savio kleuterschool iets verderop groeit de samenwerking, wat uitmondde in een heus campuscomité.
Het directeurschap brengt telkens nieuwe uitdagingen met zich. De basisschool in Groot-Bijgaarden wil haar masterplan bouw realiseren, wat onder andere de bouw van een sporthal samen met de secundaire school inhoudt, de renovatie van de refters, een nieuwe luifel op de speelplaats, extra sanitair, enz. Maar An Vrijders heeft nog aandachtspunten: “We willen de administratie verder op punt stellen, de samenwerking met de campus uitbreiden en een paar extra pedagogische accenten leggen. De muzische vorming willen we uitbouwen, maar ook leerlijnen en hoekenwerk bijvoorbeeld verder uitwerken over de leerjaren heen.” Een doorn in het oog blijft voor An het inschrijvingsbeleid. Er zou een wettelijke regeling moeten komen die naast de voorrangsregel voor broers en zussen ook een soort geografische voorrangsregel voorziet. “Mensen die in de buurt komen wonen, maken door tal van redenen nu vaak geen kans om hun kinderen hier in hun buurtschool in te schrijven en dat is bijzonder jammer.”
Zingen In een bruisende school als de lagere school in Groot-Bijgaarden kan het bijna niet anders dan dat er ook een pastoraal accent door de hele werking heen geweven wordt. Zo zullen de pastorale animatiegroepen van de verschillende campussen in de toekomst zoveel mogelijk samenwerken, maar heeft ook elke klas bijvoorbeeld een Don Boscohoek die geregeld wordt aangehaald en is er vier keer per schooljaar een eucharistieviering. En de moslimkindjes? “Die zingen gretig de liedjes mee!”
17
jong geleerd |
Tekst: Wouter Tenbergen Foto's: Jeugddienst Don Bosco
Gelovig verbonden Wereldjongerendagen in Madrid Van 8 tot en met 22 augustus vonden in Spanje de Wereldjongerendagen plaats. Meer dan anderhalf miljoen jongeren kwamen er samen in een sfeer van vertrouwen, vreugde en vrede om na te denken over gelovig-zijn vandaag en om hun geloof samen te vieren. Ook Jeugddienst Don Bosco trok met zeventien deelnemers langs Santander en Bilbao naar Madrid, waar ze aansloten bij de zeshonderd Vlamingen die deelnamen aan de Wereldjongerendagen. Een van hen, Wouter, leerling van Don Bosco Woluwe, schreef volgend verslag:
18
bezinning. Tijdens ons verblijf in Bilbao gingen we naar Guernica, waar we het museum van de vrede bezochten. We zagen er prehistorische grotten en hebben er gezwommen in de rivier.
Madrid
Nadien trokken we naar Madrid, waar een temperatuur van 37° C ons opwachtte. Eenmaal aangekomen op onze slaapplaats, ging het meteen richting Madrid voor de openingsviering. Toen we uit het treinstation kwamen, werden we meteen opgenomen in de gezellige sfeer en de mensenmassa, die geweldig aan het feesten was. De openingseucharistie was Vooraf zeer speciaal en je voelde je ten zeerste “De Wereldjongerendagen waren een verbonden omdat je daar met meer dan verrijking. Na 25 uren op de bus, kwamen een miljoen voor hetzelfde aanwezig we aan in de Don Boscoschool in Santanwas. Nadien volgden nog drukke dagen. der, waar we enkele dagen zouden verWoensdagochtend hadden we catechese blijven. Santander ligt in Noord-Spanje met alle zeshonderd Vlamingen rond het aan de baai van Biskaje. Hier hebben we thema ‘geloven’. Die werd gegeven door tijd gemaakt voor verschillende inhouéén van de Vlaamse bisschoppen. Achdelijke momenten, waarin we spraken teraf was er een eucharistieviering met over de diepere zaken van het geloof. We alle aanwezige priesters (een twintigtal hebben ook een groot stadsspel gespeeld en alle Vlaamse bisschoppen). Nadien rond stierengevechten, verschillende trokken we naar Madrid voor de Don Bokeren een speelpleinwerking opgestart scodag. Alle jongeren die iets te maken op het strand en een Spaanse eucharishadden met Don Bosco, waren hier aantieviering bijgewoond. Nadien trokken wezig en er ontstond een ruilactie van we tachtig kilometer oostwaarts langs souvenirs zodat je van de meeste lande kust, naar Bilbao, waar we opnieuw den een aandenken had. ’s Avonds was verbleven in een salesiaanse school. De er een avondwake met Don Chávez, de avondbezinning werd telkens verzorgd Algemeen Overste van de salesiadoor iemand anders van de groep, nen. De volgende ochtend was zo kreeg je van verschillende er weer de catechese met kanten inbreng. En elke rme o n e n dag startte men ook s ee Het wa rrijking. met een moment van ve
alle Vlamingen, gevolgd door een biechtmoment. Nadien ging Mgr. Leonard voor in de eucharistie. ’s Middags waren er op verschillende plaatsen in Madrid festivals en bezienswaardigheden. ’s Avonds kwam de paus aan. De volgende ochtend (vrijdag) was er de laatste catechese en eucharistie met alle Vlamingen. Nadien konden we vrij in Madrid rondlopen en ’s avonds was er de kruisweg. Zaterdagochtend hadden we nog even vrij en konden we een museum bezoeken of naar het stadion van Real Madrid gaan. Na een korte siësta begonnen we met heel de groep aan de pelgrimsroute die ons leidde naar het vliegveld, waar de slotviering zou plaatsvinden. Na een wandeling van 14 kilometer in 46 graden Celsius bereikten we de ingang, die tot onze grote verbazing gesloten was. Na lang wachten barstte er een kort maar hevig omweer uit en konden we uiteindelijk de wei op. De avondwake verliep verder en werd afgesloten met een adembenemend vuurwerk. De volgende ochtend was er de slotviering met de paus, waarna we moe maar voldaan terug naar huis keerden.
Tot slot Ik blik met een goed gevoel terug op de Wereldjongerendagen. Ze waren voor mij een plaats om het geloof voor een groot stuk te versterken. Met jongeren van over de hele wereld over geloof kunnen praten, is onbeschrijfelijk. Het gevoel van verbondenheid was zeer sterk.”
Tekst: Philip Tregunna Foto's: Jeugddienst Don Bosco
| sprokkel
Sjoefoemi Van 16 tot 18 september was het, na lang uitkijken, zover: SJOEFOEMI. Dit jaar werd het weekend ingekleed in het thema sch(r)aaldieren en (mar)garnalen, toepasselijk gezien de bestemming van het weekend Bredene was. Ook dit jaar waren alle zeven Don Bosco vakantiewerkingen van de partij: speelpleinwerking Oud-Heverlee, speelpleinwerking Groene Zone uit Heverlee, speelpleinwerking Halle, de Mirkens afkomstig uit Helchteren, speelpleinwerking Heidevreugde uit Genk, vakantiewerking Imago uit Hechtel en speelplein Kinderland uit Kortrijk. Allemaal samen goed voor maar liefst 330 deelnemers, Op vrijdagavond werd van start gegaan met een individueel spel tegen de tijd waarbij allerlei absurde voorwerpen verzameld moesten worden. Deze konden in de lokale superette, voor de gelegenheid omgedoopt tot de KWALDI, ingewisseld worden voor een raadsel. De snelste/ slimste onder ons kregen een luxueuze privérit naar ‘De horizon’, de weekendverblijfplaats. De rest mocht deze afstand overbruggen met de minder luxueuze kusttram. Bij aankomst werd ons onmiddellijk een heerlijke hotdog en de weekenddans voorgeschoteld. Geheel in het thema werd gedanst op How much is the fish. Na een kort avondwoordje mochten we allemaal uitgeput in ons bed kruipen,
liepen, groeven, bliezen en rolmops aten alsof hun leven ervan afhing. Don Bosco speelplein Halle luidde als eerste de overwinningsbel en werd de terechte winnaar van de Sjoefoemi competitie, editie 2011!
om te dromen van een dag vol vis, zee en strand. Na een stevig ontbijt mocht ieder speelplein op zaterdagvoormiddag zijn eigen ding doen. Na het middageten was het grote moment aangebroken: de competitie met als inzet DE beker. Met als slagzin One cup to rule them all werden we aangemoedigd ons beste beentje voor te zetten. In het eerste deel van de competitie mocht elk speelplein individueel aantonen hoe sterk ze waren in zeven verschillende opdrachten, en dit op zowel fysisch als mentaal vlak. Om te beslissen wie er nu de felbegeerde beker verdiende, werd in het tweede deel van de competitie een eindspel met hoog Expeditie Robinsongehalte gespeeld. Het werd een uiterst spannende race waarbij alle speelpleinen
Uitgehongerd van de extreme inspanningen mochten we ’s avonds aanschuiven voor een heerlijke barbecue. Eens de magen gevuld waren, werden de laatste voorbereidingen getroffen voor dé topavond. Ieder speelplein mocht zich nog een laatste keer bewijzen, dit maal op entertainergehalte. Het werd een amusante opeenvolging van dansjes en toneeltjes, beoordeeld door een uiterst kritische jury. Nadat ieder speelplein zijn prijs in ontvangst genomen had, kon het feest beginnen. Een dolle fuif waarbij de nieuwste hitjes afgewisseld werden door cursusdansjes! Na een moeizaam opstaan, kon er op zondagvoormiddag gekozen worden uit verschillende workshops: van breien tot jumpen, van schermen tot het wereldhandelsspel, van Afrikaanse dansen tot capoeira, keuze genoeg! Nadat het laatste middagmaal, een lekkere spaghetti, verorberd was, werd alles opgeruimd en konden we moe maar tevreden terugkeren naar huis met als algemene conclusie: het was schraal, het was marginaal, maar het was vooral GENIAAL!
Belangrijke data: 25/10: JDB Praatcafé @ Jeugddienst – thema Afrikareizen: open praatavond voor iedereen. 30/10-04/11: cursus Animator Vremde 05/11: Eetavond Jeugddienst Don Bosco @ Don Bosco Oud Heverlee 19/11: Startdag Kampen 26-31/12: cursus Animator @ Oud Heverlee 26-31/12: cursus Verdere Vorming @ Sint Denijs Westrem
19
test je kennis |
Auteur: M. Biesmans Afbeeldingen: sxc
1
2
3
4
5
6
7
1
8
9
10
10
2
9
5
3 4
6
5 6 1
4
7 8 7
3
9
2
10
20
8
Dagscheurkalender: 1
Horizontaal 1. oprecht 2. toiletartikel 3. familielid – zekere loofboom - namelijk 4. zoon van Abram en Hagar – stad in Frankrijk 5. jongedochter – grote roeiboot 6. zoldering van losse balken en rondhout – noordwest 7. de stad Jeruzalem 8. literatuur – aanspreektitel 9. ledig – geur – europium 10. soort van tropische gierzwaluw
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Vertikaal 1. direct 2. lekkernij – rivier in Oostenrijk 3. landbouwwerktuig – activiteit van de geitenboer 4. Franse ontkenning – artikel – réponse payée 5. hectoliter – voegwoord – kanaal tussen de Middellandse Zee en de Rode Zee 6. zeer klein visje – nog niet gebruikt 7. jong dun takje – Russische brandewijn 8. ten laatste – gezinslid – neon 9. bewerk met naald en draad – vreemde munt 10. toestand van vervuldheid – tijdvak van honderd jaren
Surf voor de oplossingen naar www.donbosco.be.
in memoriam Michel Martens, sdb ° 15.03.1921 + 16.08.2011 Michel was een medebroeder die bij velen bekend stond om zijn eenvoud van leven. Hij is opgegroeid te midden van een kroostrijk gezin. Groot was de vreugde van de ouders toen ze mochten zien dat drie van hun kinderen naar het klooster gingen. Michel was één van hen. Hij begon zijn noviciaat in 1957, en zette zich in voor de congregatie als coadjuteur. Hij verzorgde met hart en ziel de propaganda in Oud-Heverlee en Woluwe. Bij het verschijnen van elk nummer zorgde hij voor de verzending: adressen afdrukken, afstempelen en naar het sorteercentrum van Brussel Zuid brengen. En als dat goed verlopen was, kon hij daar oprecht blij om zijn. Hij heeft dat vele jaren gedaan. Toen hij naar Limburg kwam, bleef hij nog contact houden met een aantal van zijn vroegere weldoeners. Maar Michel was ook een salesiaan met een gevoelig hart voor de jongeren. Van Don Bosco had hij de slogan “loop naar de pomp” onthouden, wat zoveel betekent als ga daarheen waar de jongeren zich ophouden. Zo was Michel veel aanwezig op de speelplaats in Don Bosco Helchteren. Onopvallend liep hij tussen de jongeren om een vriendelijk woordje te zeggen of gewoon om een snoepje uit te delen. Hij heeft geen moeizame oude dag gekend. Een moment van ongesteldheid kwam hij niet te boven, en als een zacht briesje is hij ingeslapen in zijn vertrouwde zetel. Samen met de zovele leerlingen van Don Bosco Helchteren, met de leerkrachten en de directie van de school bewaren we van Michel de indruk van een gelovig man, salesiaans bewogen, met een open hart voor de jongeren, zoals Don Bosco het graag zag.
21
Sprokkels
OBC De Waai breidt uit Het salesiaans observatie- en behandelingscentrum De Waai in Eeklo plant vanaf de zomer van 2012 een grootse uitbreiding. Op dit moment richt De Waai zich tot jongeren met emotionele en gedragsstoornissen en hun context. Achtendertig jongeren tussen 12 en 18 jaar kunnen tijdelijk in het centrum verblijven, waar ze een intensieve, interdisciplinaire behandeling krijgen. Het OBC was al verscheidene jaren vragende partij voor een aanzienlijke uitbreiding. Jaar na jaar was er een toenemende druk van wachtlijsten allerhande. Overheden drongen aan om de werking ook voor meisjes open te stellen en geconfronteerd met vaak ernstige kwetsuren bij adolescente cliënten, groeide de noodzaak om al op jongere leeftijd te kunnen interveniëren in gezinnen.
Intern onderzoek wees uit dat een uitbreiding met zestien plaatsen het maximaal haalbare en leefbare was op de campus van de Waaistraat. Samen met de raad van bestuur werd de keuze gemaakt om de werking open te stellen vanaf de leeftijd van zes jaar en te voorzien in een gemengd aanbod voor elke leeftijdscategorie. Er kwam een vergunning voor zestien extra plaatsen, wat de totaalcapaciteit op 54 zal brengen. Het vernieuwde hulpverleningsaanbod
van OBC De Waai zal, na finaliseren van de bouwwerken, bestaan uit drie clusters: twee gemengde leefgroepen (20 plaatsen) voor kinderen lagere schoolleeftijd, twee leefgroepen (20 plaatsen) voor jongens vanaf twaalf jaar en een leefgroep (14 plaatsen) voor meisjes ouder dan twaalf jaar. Tegen de zomer van 2012 zullen de bouwwerken starten. In de tweede helft van 2013 zou (een stuk van) de nieuwbouw geoperationaliseerd moeten worden.
verbonden |
Tekst: Yannick Guldentops Foto’s: Eindredactie, VIA Don Bosco
Familiedag VIA Don Bosco
22
Hongersnood in de Hoorn van Afrika, heropbouw na de aardbeving in Haïti, geweld onder straatkinderen in Zuid-Amerika … Het Zuiden is niet meer weg te denken uit onze wereld. Vaak is de beeldvorming echter erg negatief. Gelukkig gebeurt er ook veel goeds en voelen vele mensen hier zich nauw betrokken met de mensen aan de andere kant van de wereld. Achter die solidariteit zit heel vaak de werking van een ngo. Ngo’s zorgen ervoor dat de hulp aan het Zuiden structureel gebeurt en duurzaam is. M.a.w. dat het geld in het Zuiden goed besteed wordt in projecten en programma’s op lange termijn binnen een duidelijke toekomstvisie. Bovendien bewaakt een ngo dat het engagement en de steun van vele mensen voor het Zuiden niet stilvalt als
De
die mensen wegvallen. Tot slot geven ngo’s ook een stem aan de mensen van het Zuiden in het Noorden, zodat we niet alleen spreken over, maar ook met het Zuiden. Want juist deze mensen moeten hun eigen toekomst bouwen, wij kunnen enkel meebouwen.
Toch worden in de media heel veel vragen gesteld bij de werking van ngo’s, soms terecht maar vaak ook voorbarig. Wil jij de werking van een ngo van binnenuit leren kennen? Dat kan op de familiedag van VIA Don Bosco. “VIA wie?” Inderdaad, de naam VIA Don Bosco klinkt niet bekend in de oren. Misschien doet DMOS-COMIDE wel een belletje rinkelen. Meer dan veertig jaar lang steunde deze Belgische ngo van Don Bosco de salesianen en zusters van Don Bosco en onze E missionarissen in het Zuiden. OMID C S Vanaf november wordt DMOSO o DM osco! g e n z COMIDE herdoopt tot VIA Don n e isch IA Don B ren op o ber g l e Bosco. B vie em tV
word samen g 26 nov co we da illen op zater Don Bos . w t a e G D in IEDA naf 14u s-Woluw L I M ht va FA 2011 Lambrec t Sin
Naar aanleiding van onze naamsverandering worden alle sympathisanten, vrijwilligers en nieuwsgierigen van harte uitgenodigd op zaterdag 26 november 2011 vanaf 14 uur tijdens onze familiedag. Die dag kan iedereen kennismaken met de werking van een ngo en de mensen achter de ngo die dag in dag uit werken om jongeren in het Zuiden een betere kans op een goede toekomst te bezorgen. Ontdek hoe onze medewerkers samen met de scholen van Don Bosco in België ijveren om van de leerlingen echte wereldburgers te maken. Bekijk van dichtbij hoe onze werking in elkaar steekt en hoe wij jongeren in het Noorden en het Zuiden beter willen wapenen tegen de toekomst. Profiteer van de ervaringen die onze medewerkers tijdens hun vele reizen hebben opgenomen en doorprik de hardnekkigste clichés over het Zuiden.
Wereldmarkt Op een leuke wereldmarkt stellen onze medewerkers van Noord en Zuid zichzelf en hun programma’s en activiteiten voor. Aan de hand van filmpjes, foto’s en ander beeldmateriaal ziet u de uitdagingen en soms zelfs problemen tussen VIA Don Bosco en haar partners. Wat VIA Don Bosco uniek maakt, is het feit dat we naast de programma’s die door de overheid gesteund worden, heel wat projecten hebben - we noemen ze onze microfilantropische projecten - die
›
dens voor de familie en workshops voor de jongsten plaats. De dag wordt afgesloten met een groots slotevenement omstreeks 16.30 u. Iedereen is welkom vanaf 14u in Don Bosco Sint-Lambrechts-Woluwe, Stokkelsesteenweg 270, 1200 SintLambrechts-Woluwe. Er is ruim voldoende parkeerplaats voorzien. De school is vlot bereikbaar met metro 1 Stokkel en de bussen 28 en 36 (eindhalte).
Wat doet VIA Don Bosco?
door particulieren of kleinere organisaties ondersteund worden zonder medefinanciering door de overheid. Achter elk van die projecten staat een groep enthousiaste mensen die hun solidariteit met het Zuiden concreet gestalte willen geven. Op onze wereldmarkt bieden wij de kans aan enkele van die projecten om zichzelf en hun werking voor te stellen. De microfilantropische projecten kunnen gaan van het steunen van een familie, het ondernemen van een sponsortocht tot ondersteuning geven aan een onderwijsinrichting of school. Daarnaast wordt jong en oud meegenomen op een muzikale wereldreis tijdens verschillende percussieworkshops. Er worden verschillende muzikale optredens voorzien. Daarnaast geeft de kritische comedian Pie Tshibanda zijn unieke kijk op ontwikkelingssamenwerking weer. In de bar kun je bijpraten met andere sympathisanten en vrijwilligers of word je vergast op enkele leuke anekdotes over werken bij VIA Don Bosco.
Don Boscodans De namiddag wordt omstreeks half vijf afgesloten met een interactief slotmoment. Tijdens dit grote slotevenement wordt dan de nieuwe naam met logo en filosofie bekendgemaakt en wordt de première van de Don Boscodans gegeven. Deze dans symboliseert het idee dat Noord en Zuid met elkaar verbonden zijn en van elkaar kunnen leren op een leuke, interactieve manier. De wereldmarkt is doorlopend open vanaf 14u. Tussendoor vinden ook optre-
VIA Don Bosco, het vroegere DMOS-COMIDE, gaat ervan uit dat ontwikkeling een complex proces is, zowel voor individuen als voor samenlevingen. De vraagstukken en uitdagingen waarmee ontwikkeling ons confronteert, hebben geen pasklare antwoorden of snelle oplossingen. Toch zijn we van een aantal dingen zeker: • Ontwikkeling - zowel voor individuen als voor de maatschappij - is pas mogelijk als het aanbod van onderwijs en vorming ruim genoeg, voldoende toegankelijk en van goede kwaliteit is. • Als aangeboden onderwijs en vorming aan kwetsbare groepen geen reële kans bieden op sociale en economische integratie en opwaartse mobiliteit, dan loopt het mank met ontwikkeling. Bestaande maatschappelijke ongelijkheden worden dan slechts gereproduceerd, in plaats van weggewerkt. • Als aangeboden onderwijs en vorming onvoldoende aandacht hebben voor sociale binding en menselijke relaties, dan wordt ontwikkeling gehinderd. Wie je kent, is namelijk minstens zo belangrijk als wat je kent. Het opbouwen van sociaal kapitaal is dubbel zo belangrijk voor kwetsbare groepen, omdat het hun kans op slagen in de maatschappij sterk verhoogt. • VIA Don Bosco gelooft dat iedereen recht heeft op een opleiding die hem of haar voorbereidt op zelfstandigheid, vrijheid, verantwoordelijkheid en sociale verbondenheid ... en zo op een volwaardige plaats in de maatschappij. Voorlopig is dat recht niet overal verzekerd - al helemaal niet in het Zuiden. • VIA Don Bosco ondersteunt dan ook, in meer dan veertig ontwikkelingslan-
den, centra die kansarme jongeren en jongvolwassenen pantseren met de professionele, technische, menselijke en sociale vaardigheden, de knowhow en de houdingen die nodig zijn om in de samenleving actief mee te kunnen doen. • In de eerste plaats zet VIA Don Bosco in op centra die mikken op verbeterde maatschappelijke integratie via de arbeidsmarkt, omdat werk zowel een antwoord kan bieden op economische armoede als op sociale precariteit. • VIA Don Bosco informeert en sensibiliseert daarnaast Belgische jongeren, hun opvoeders en leerkrachten rond Noord-Zuidverhoudingen. We bieden hun ook mogelijkheden om zich actief in te zetten voor een rechtvaardige en solidaire wereld. Omdat echte betrokkenheid maar zal ontstaan en bestaan wanneer er sprake is van wederkerigheid, gebeurt dat in samenspraak met de partners in het Zuiden. • Zowel in het Zuiden als in het Noorden kiest VIA Don Bosco resoluut voor partnerorganisaties, die geloven in het idee van integrale vorming. Want dat is vorming, die gericht is zowel individuele als maatschappelijke ontwikkeling, op betrokkenheid en gelijkwaardigheid.
23
ruggespraak |
Stil
Tekst: Firmin Vanspauwen Foto’s: Eindredactie, Sxc
Dreigende kolkende wolken raasden met hoge snelheid over de festivalweide van Pukkelpop. De dag werd nacht, het feest een nachtmerrie. Hagel geselde alles en iedereen, de wind rukte takken van bomen, joeg tenten tegen de vlakte. En toen, toen de storm ging liggen werd het stil, akelig stil. De natuur had gesproken, had de mens met harde taal weer bewust gemaakt van hoe nietig, kwetsbaar en vergankelijk zijn leven is.
24
Als stille getuigen liggen nu her en der gevelde bomen. De herfst kleurt hun kruin niet meer in rode, gele en bruine tinten. Vijf jonge mensen zullen geen kleur meer geven aan wie hun lief was. Ze lieten hun leven in die vreselijke storm. Andere jongeren worden keihard met zware letsels en trauma’s geconfronteerd. Noodgedwongen moeten ze leren omgaan met verminkingen en beperktheden. Om hun lot te aanvaarden hebben ze rondom hen nood aan liefdevolle mensen die hen onvoorwaardelijk steunen. Uit de ingetogen stilte putten mensen weer samen kracht om verder te gaan. De stilte na de storm verplicht ons tot reflecteren over de zin van het leven, geeft ons het besef van wat in het leven echt belangrijk is.