Vlaanderen 117de jaargang | maart - april 2013 | tweemaandelijks tijdschrift voor de beweging rond Don Bosco | Kantoor van afgifte: 3000 Leuven mail | P209042
2
Op kousenvoeten
Hoofdredacteur
Steven Pinnoo
Adviesraad
Mark Den Haerynck Stationsstraat 87 3150 Haacht dbsocom@donbosco.be
Adreswijziging
Don Bosco Vlaanderen Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel centrale.propaganda@donbosco.be
Verantwoordelijke uitgever
kijk
op de wereld op de salesiaanse wereld
inhoud
R. Burggraeve H. Cauwenberghs A. De Cocker M. Den Haerynck D. Deraeve E. De Ridder E. Haelvoet B. Hoogwijs D. Schoofs F. Vanspauwen
Eindredactie en redactieadres
Een salesiaanse Een
Mark Tips, provinciaal Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel mark.tips@donbosco.be
Ingeblikt
3
Mag ik te gast zijn?
4
Een carrière van onberekende verantwoordelijkheidszin
6
(Christ De Ryck) Steen en brood
8
Leerlingen van Don Bosco op Turijnreis
9
Citaat
10
Slotviering 'Don Bosco komt naar ons'
11
Drukkerij Van der Poorten nv Kessel-Lo
Genegen.be
12
De bijdragen verschijnen onder de verantwoordelijkheid van de auteur.
Een sessie pressie
14
Jules
16
Don Bosco komt naar ons en zegent ons
17
Een 'krak' in nabijheid (Kristine Decroos)
18
De Boekenplank
20
In memoriam
21
De man van het jaar… en zijn strijd van elke dag
22
Ruggespraak
24
Lay-out en druk
Uw persoonlijke gegevens zijn voor u ter inzage. Ze worden nooit aan derden doorgegeven en dienen enkel voor de verzending van Don Bosco Vlaanderen. In Vlaanderen: www.donbosco.be www.zustersvandonbosco.be In de wereld: www.sdb.org www.cgfmanet.org Don Bosco Vlaanderen is een gratis blad. Giften zijn daarom steeds welkom op het onderstaande adres en rekeningnummer, met vermelding van ‘Don Bosco Vlaanderen’: Don Bosco Centrale vzw Fr. Gaystraat 129 1150 Brussel Tel. 02 771 21 00 IBAN: BE27 4272 1008 4573 BIC: KREDBEBB
Foto voorpagina: Etienne Leconte
Tekst: Steven Pinnoo Foto: Richard Audet
“Ha, jij kleine deugniet!”, roept mama boos wanneer ze Jefke met zijn handje in de koekjestrommel betrapt. Want snoepen mag niet zomaar, zonder vragen! En dan nog in de vasten! Een tijdje later schuifelt Jefke op zijn kousenvoeten naar mama… Zou ze nog boos zijn? Maar hij mag zich knus tegen haar aan nestelen. Van die ‘vasten’ snapt Jefke niet veel, maar van een nieuwe kans, van ‘nieuw leven’ weet hij alles – hij heeft het zo vaak nodig. Wij zijn allen ‘Jefkes’. We hebben allemaal wel onze koekjestrommel – oorverdovend motorgeronk of oogverblindende welnesskuur. En ook wij kunnen niet zonder nieuwe kansen.
| ingeblikt
Daarom durf ik dromen van gezinnen en scholen, van een samenleving waarin een nieuwe toekomst mogelijk is. Een nieuwe kans voor een kind dat het verknoeid heeft op school; voor de vader die een tijdje het kompas kwijt was maar die opnieuw kiest voor zijn gezin; voor de moeder die verslaafd was maar met therapie een nieuwe kans vraagt. Nieuw leven voor al die mensen die, zoals wij ook af en toe, op hun kousenvoeten afkomen en bijna niet durven vragen of er ook voor hen nog plaats is. Zich tenenkrullend tegen mama aanvleiend weet Jefke dat het niet bij een droom blijft, dat mama het waar maakt, dat hij bij haar thuis is. Laten we als beweging rond Don Bosco de handen in elkaar slaan om er zelf ook aan te beginnen – aan een samen-'leving' die een warm huis vormt voor al die mensen op hun kousenvoeten. Een samenleving waarin Pasen geen droom, geen verhaal van lang geleden is.
Op kousenvoeten
3
Don Bosco, en nu? | Tekst: Bart Decancq Foto's: Eindredactie Vandaag Don Bosco zijn
De toevloed van jongeren uit de omliggende streken van de hoofdstad Turijn confronteerde de stad met een nieuw soort jongeren: jonge seizoenarbeiders die in de stad geld moesten verdienen en geluk vinden, maar ook zij die er al jaren woonden en door de ouders aan hun lot waren overgelaten. Een onontkoombaar appel gaat uit van die jonge mensen op de straten van Turijn. In zijn brieven en geschriften noemt Don Bosco ze ‘de arme en verlaten jeugd’. Ontwortelde jongeren die geconfronteerd worden met de grootstad en haar uitdagingen en verleidingen. Soms nog kinderen die leven met angst en in achterdocht. In steeds veranderende omstandigheden is het Giovanni duidelijk dat hij deze jongeren niet verder kan helpen zonder er zelf bij betrokken te geraken. Hij moet neerknielen om hen rechtop te helpen. In een samenleving
die hen bekijkt als een verloren generatie zoeken ze bij Don Bosco onderdak. Hij geeft hun het gevoel dat ze iets kunnen betekenen voor anderen en in het oratorio vinden ze een plek waar ze gekend en gewaardeerd worden. Die jonge mensen maken het voor hem zonneklaar dat ‘achter het verloren schaap aangaan’ de kern van zijn roeping is. Al die zaken leert hij hun. Bij de jongeren leven en hun leven delen is voor de jonge priester de kern van zijn geestelijke ervaring. Ik zou het de ‘spiritualiteit van de gastvrijheid’ willen noemen en denk daarbij aan wat Henri Nouwen over gastvrijheid schreef. In het huis of in het oratorio van Don Bosco moet de jonge gast met zijn eigen verhaal kunnen binnenkomen. Zoals God in het leven van Maria, zoals Jezus met zijn verhaal in haar leven kon binnenkomen. Stapsgewijs ontwikkelt zich bij Don Bosco een stijl,
Mag ik te gast zijn?
Het oratorio is een plaats die uitnodigend is maar die ook veilige grenzen kent.
4
“Als God is wat jij doet, dan willen we ermee te maken hebben!”
een spirit, een omgeving waar ze de moed vinden zich te ontwapenen. Zoals Jezus aan Zacheüs vraagt: “Mag ik te gast zijn in uw huis?” Mensen die bang zijn voor elkaar, zien moeilijk elkaars kwaliteiten. In deze vriendelijke, open ruimte is er een nieuwe relatie mogelijk. In dat huis biedt hij een ruimte waar veranderingen kunnen plaatsvinden. Giovanni Bosco is niet de priester die in de eerste plaats heel wat van zijn ideeën en opvattingen aan hen kwijt wil. Hij voelt dat die jonge mensen nood hebben aan iemand die luistert naar hun verhaal. Hij durft kwetsbaar te zijn, laat hen met hun verhaal in zijn leven, in zijn huis binnen. Hij spreekt voor hen woorden die leven uitdrukken, die toekomst bieden en uitzicht. Ze ontdekken raakpunten met hun eigen levenservaringen. Het oratorio is een plaats die uitnodigend is maar die ook veilige grenzen kent. Het is de omgeving waar ze zichzelf mogen zijn, zonder het risico te lopen te worden afgewezen. Integendeel, hij haalt het beste in hen naar boven en bevestigt hen in hun groei, in hun zoeken naar antwoorden op vragen die het leven aan iedereen stelt. Die jonge priester is er steeds meer van overtuigd dat elke gast een belofte in zich draagt, dat die belofte in een gastvrij huis aan de oppervlakte kan komen. Maar hij laat ook toe dat die jonge mens zijn diepste geheim mag bewaren. Hij is de gastheer die zijn gast kan laten vertrekken als het tijd is om te gaan. Gaandeweg ontdekken ze dat er een ziel steekt in dat oratorio, in die school, in dat huis van Don Bosco. Het lijkt wel of ze hem zeggen: “Als God is wat jij doet, dan willen we ermee te maken hebben!” Sympathisanten uit de buurt, collega-priesters sprin-
gen bij waar ze kunnen. Er groeit een gemeenschap van mensen die zich herkennen in deze manier van omgaan met jongeren, die het specifieke charisma van Don Bosco ervaren en herkennen. Anderen kunnen zich niet vinden in zijn stijl, zijn aanpak ligt hen niet, ze geloven niet in zijn manier van werken. Met het nodige organisatietalent en een soort diplomatieke gave weet hij zijn oratorio op de kaart van Turijn te zetten. In zijn zoektocht naar steun vinden we heel wat brieven en geschriften waarbij hij teruggaat op die ervaring van het oratorio van Valdocco. Op die plaats en tijdens de eerste decennia van zijn werken met de jeugd vinden we op de duidelijkste, de meest typische en intense wijze het originele charisma terug. Don Bosco staat met een open hart, nadenkend, biddend voor God, te midden van de jongeren. Hij leeft vanuit Jezus’ Geest zodat de dagelijkse realiteit erdoor verandert. Ook jonge mensen willen op die weg doorgaan omdat ze ervaren hoe zijn volgelingen, zijn medewerkers overkomen als geroepenen, als geboeiden die elke dag weer voor het evangelie willen geboren worden. Geen mensen die het met een soort knechtenmentaliteit gemakkelijker vinden om hun opdracht slaafs te vervullen, eerder dan zich aan de Heer te binden. Don Bosco weet dat zijn gemeenschap niet lauw mag worden met betrekking tot het doel dat zij zich stellen, want dan dreigen de leden van elkaar te vervreemden. Dan spreken de leden niet langer over het beste antwoord dat zij kunnen geven op Gods roep. Dan praten ze alleen nog over zichzelf, over hun problemen, over structuren en bezittingen. Zoals elke gelovige moet ook de priester Bosco zijn eigen geloofsverstaan, zijn eigen religieuze beleving in elke levensfase opnieuw doorworstelen. In zijn vele geschriften ontdekken we zijn geloofservaring. Hij vertelt hoe God hem geleid heeft in zijn keuzes, in zijn beslissingen op belangrijke kruispunten in zijn leven. Hij brengt die ervaring in communicatie met zijn medewerkers, met de mensen die in dezelfde geest een antwoord willen geven op de uitdagingen van de tijd. 5
te gast | Tekst en foto’s: Mark Den Haerynck DBV plaatst iets of iemand voor het voetlicht
Hij woont in de achtertuin van Don Bosco Sint-DenijsWestrem, in de schaduw van de technische school die voor hem bijna een eeuwigheidswaarde kreeg door zijn vele dienstjaren. Christ De Ryck, met pensioen gegaan in 2005, is de man waarbij Don Bosco Vlaanderen de microfoon bovenhaalde om hem voor onze ‘Te gast’-rubriek zijn verhaal te laten doen. Met 47 dienstjaren op de teller heeft hij immers met weinig woorden een lang herinneringsverhaal.
Elektricien Van opleiding is Christ elektricien, maar omdat zijn vader tegenover de school aan de Kortrijksesteenweg een benzinestation uitbaatte, kon hij zijn diploma niet onmiddellijk verzilveren. Hij werd pompbediende. Na zijn legerdienst is het echter allemaal begonnen. De salesianen kwamen tanken aan de pomp, ook meneer Van Waeyenburg, omdat hij de boodschapper van dienst was. De school was in volle ontwikkeling met een nieuwbouw die met vooral eigen middelen tot stand kwam, en meneer Van Waeyenburg zag in de jonge pompbediende een handige hulp om de elektriciteitswerken te helpen uitvoeren. We spreken van 1958 en dat jaar is dus niet alleen belangrijk wegens de wereldtentoonstelling, maar ook omdat Christ een vast werk kreeg. Hij werd onderhoudsman bij Don Bosco.
allereerste kus gaven. De gevolgen bleven niet uit, ze leefden nog lang en kregen vier kindjes.
Gewaardeerd Christ was in loondienst, maar het vertrouwen in hem was zo groot dat hij zelfstandig aankopen mocht doen, bestellingen plaatsen en de kassa beheren. Dat wederzijds vertrouwen is vandaag nog altijd het beste deel dat hij in de herinnering bewaart. Hij kreeg het vertrouwen en hij gaf ook vertrouwen. Zo functioneerde hij en niet als een eight to five-job, maar onberekend, met ontelbare overuren, met weekendwerk en op alle mogelijke momenten. Christ deed zijn werk als een
Een carrière va verantwoordel Christ De Ryck, met 47
1958 Nog om een andere reden blijft 1958 in zijn geheugen als een geblokletterd jaar nazinderen. Datzelfde jaar had de eerste Fancy Fair plaats in Don Bosco. Christ herinnert zich de dag na zijn afzwaai bij het leger, hoe hij zich die zaterdag moest reppen om de voorbereiding van het feestweekend te kunnen klaren. Die bouwkermissen hebben in Sint-Denijs-Westrem een historische waarde en Christ herinnert zich namen zoals Jacques Raymond, The Shadows, The Strangers. Het was een vroege uitgave van de tegenwoordige steakfeesten, eetkermissen en mosselfeesChrist kreeg ten, allemaal om de financiële middelen te het vertrouwen vergaren voor de uitbouw van de school. en hij gaf ook Dat 1958 een goed jaar was, hoor je bevesvertrouwen. tigd door Diana, de vrouw van Christ, want het is op die eerste Fancy Fair dat ze hun 6
Tot op vandaag hoort hij mensen vragen: “Ken je me nog, want ik heb nog zwemles van u gekregen?”
zelfstandige, met veel zin voor verantwoordelijkheid en zelfdiscipline. De controle aan de ingang van het schoolrestaurant deed hij plichtsgetrouw. De internen kende hij allemaal en het wachten in de rij gaf hem de gelegenheid om met de leerlingen een band op te bouwen waaruit vertrouwen sprak. Als mede-opvoeder aan de zijlijn ademde Christ het vertrouwen uit dat aan de basis ligt van de salesiaanse opvoedingsmethode. Dat loonde, want wie geeft, krijgt veel terug. En als er één ding is dat hem vandaag nog altijd een warm hart bezorgt, dan is het vooral de waardering die hij kreeg om zijn integratie in het raderwerk van school, internaat en klooster.
n onberekende ijkheidszin dienstjaren op de teller
Zwembad
De tijd van het zwembad aan het sportcomplex was een bijzondere tijd, vooral omdat Christ de uitbating kreeg toevertrouwd, samen met zijn vrouw Diana. Het waren jaren waarin ze schouder aan schouder hetzelfde werk deelden. Na Halle zou Sint-Denijs in 1968 zijn zwembad krijgen. Daarvoor zette vooral Theo Janssens er het volle gewicht van zijn schouders tegenaan. Het is de tijd waarin vriendschap is gegroeid, waarin Christ een netwerk aan relaties heeft uitgebouwd, want tot op vandaag hoort hij mensen vragen: “Ken je me nog, want ik heb nog zwemles van u gekregen?” Alle basisscholen uit de wijde omgeving, zeventien in totaal, kwamen zwemmen in Don Bosco. Daarnaast was ’s avonds het zwembad gereserveerd voor groepen van KWB en KAV. Christ volgde een cursus zwembadbeheerder en redder en werd een gediplomeerd zwemleraar. In die tijd was aan het zwembad ook een bar verbonden en op de vraag of hij ook late uurtjes heeft gekend, komt er alleen een monkel op zijn gezicht. Natuurlijk werd het dikwijls laat, want als iedereen thuis onder de wol kroop, was er in het zwembad nog werk aan de winkel voor opkuis en onderhoud, het regelen van de verwarming en het meten van het chloorgehalte.
Postpensioen Tot zijn 65ste deed Christ zijn werk met veel overgave, o.a. ook de verhuur van het internaat tijdens de vakanties. Toen hij aan stoppen dacht, kwam echter die verhuurmogelijkheid in het gedrang omdat er geen opvolger was. Omdat Christ en Diane vanaf de pensionering hun eigen vakanties buiten het seizoen konden regelen, heeft hij nog zeven jaar dat werk op zich genomen. Concreet betekent dat geen vakantie hebben als iedereen dat wel heeft, en altijd gereedstaan om de groepen te ontvangen, prijsovereenkomsten voor logies en eetmalen te regelen, en de ‘bumper’ zijn als er al eens iets fout loopt. Dat heeft hij ondertussen ook losgelaten, maar naar het buitenland op reis gaan zal hem niemand afnemen. Het is een hobby die hun kijk op de wereld heeft verbreed. Al sinds 1976 trekken Christ en Diana ieder jaar ergens heen. En altijd met de caravan, waarbij destijds geen Ijzeren Gordijn hen kon tegenhouden. Ze hebben veel gezien, in Marokko, Tsjechië, Portugal, Spanje, Finland, Letland, vier keer naar Hongarije gereisd, Polen en nog andere landen. En altijd kwamen ze graag terug naar de Leebeekstraat, want ook daar kunnen ze zomers genieten omdat het Maaltepark hun eigen grote achtertuin is. Of hoe het leven een doorsnee is van geven en krijgen. 7
Uitgelezen | Tekst: Eric Haelvoet Foto: Jeffrey van Rossum (sxc) Vervuld van de Heilige Geest trok Jezus weg van de Jordaan en geleid door de Geest zwierf Hij veertig dagen rond in de woestijn, waar Hij door de duivel op de proef werd gesteld. Al die tijd at Hij niets en toen de veertig dagen verstreken waren, had Hij grote honger. De duivel zei tegen Hem: “Als U de Zoon van God bent, beveel die steen dan in een brood te veranderen.” Maar Jezus antwoordde: “Er staat geschreven: ‘De mens leeft niet van brood alleen.’” (Lc 4,1-5)
Steen en brood We zijn nogal wat bezig met ons geld. Een grote brok van onze tijd wordt besteed aan een baan, een onderneming… om brood op de plank te hebben en er liefst nog wat luxe bovenop. Er zijn tal van faillissementen met grote werkloosheid als gevolg. Een nieuwe job zoeken is een heel avontuur en valt soms ferm tegen. De wind zit tegen. En eens we voldoende geld hebben, worstelen we met de zorg om ons geld goed te besteden. Bij fouten op dit terrein slaan we ons de vuist tegen het hoofd. Geld en kopzorgen: een vaak gezien koppel. De zorg voor het materiële is van alle tijden. Dat is normaal: er is materie nodig voor ons bestaan. We moeten dus niet te snel de tekst van Lucas spiritualiseren. We blijven best met de voeten op de grond. En toch is er een grote verleiding. De zorg voor het materiële kan als een woekerplant de andere planten verstikken, ook planten die meer waarde hebben. Is dat niet het centrale thema in deze tekst? De Tegenstrever treedt op. Jezus werd na zijn doopsel nog maar net door de Vader zijn welbeminde Zoon genoemd, vervuld van de Heilige Geest, of diezelfde Heilige Geest leidt Hem de woestijn in. De woestijn: de plaats waar de mens op materieel vlak het allerminste vindt. Jezus lijdt dan 8
ook honger. Veertig dagen: tot de menselijke limiet. En juist in die grenservaring komt de Tegenstrever. De uitnodiging is heel simpel en bijzonder concreet: “Verander deze steen in een brood.” Wat een verleiding. In een steenwoestijn de stenen in brood veranderen! Bakkers aller landen: dáár ligt uw groot fortuin. Stenen liggen er voor het rapen. Droom al maar van een chique villa ergens in een zonnige streek. De duivel is leep: hij spreekt Jezus aan in zijn goddelijke status. En nodigt Hem uit die voor zichzelf te gebruiken. Niet toevallig slingeren drie groepen Jezus op het kruis “Red Jezelf” in het gezicht (Lc 23,35.37.39). En ook daar: “Als Hij de Messias van God is, zijn uitverkorene!” (vers 35). Maar Jezus weigert. Hij is niet op aarde gekomen voor zichzelf, maar om anderen te redden. Deze roeping blijft Hij trouw tot het uiterste. Deze verleiding verwijst naar een ervaring van het volk Israël in de Sinaï. De mensen hebben honger en geen water en dat in een woestijn, ook daar! Ze vegen de hele bevrijding uit de slavernij in Egypte van tafel en verlangen terug naar de vleespotten van Egypte (Ex 16,3). Brood en water: dát zal het bewijs zijn dat God wel of niet in hun midden is (Ex 17,7). Jezus weerstaat dus. Hij vindt zijn antwoord in de Schrift: “De mens leeft niet van brood alleen” (Dt 8,3). Dit antwoord respecteert de lichamelijk-materiële dimensie, maar relativeert ze tegelijkertijd. En mijn vasten? Wat is mijn centrale roeping? Welke woekerplant bedreigt die mooiste bloem met de heerlijkste aroma’s? Hoe bestrijd ik die woekerplant?
Tekst: Nele Ribbens Foto: Jeugddienst Don Bosco
| Plezierig engagement
Vrijwilligerswerk in binnen- en buitenland Jeugddienst Don Bosco vzw trekt elk jaar met een groep enthousiaste leerlingen uit de verschillende Don Boscoscholen naar Turijn, de bakermat van Don Bosco. Tine Henderickx, 19 jaar en student kleuteronderwijs aan de HUB, is al driemaal mee geweest.
Hoe ben je op de Turijnreis beland? Dat kwam doordat Annelies, een leerkracht, in alle vijfdejaarsklassen van Don Bosco Groenveld is rondgegaan om de reis te promoten. Mijn eerste schrik was dat we veel uitleg zouden krijgen over Don Bosco en veel zouden moeten luisteren. Ze weerlegde dit helemaal en het was inderdaad helemaal niet zo. Je leert op een heel actieve manier en spelenderwijs Don Bosco kennen. Het raakt je veel meer de plaatsen effectief te zien dan er les over te krijgen. Daarbij ging ook Sofie, een vriendin, mee en sowieso houd ik er wel van op kamp te gaan.
Je hebt driemaal deelgenomen. Wat was het verschil tussen de reizen? Elke reis is anders, ze zijn moeilijk met elkaar te vergelijken. De eerste twee reizen was ik gewoon deelnemer, de laatste keer jongerengids en heb ik dus zelf een deel gegidst. Aan de eerste reis houd ik de beste herinneringen over. De groep was zeer hecht! Ik heb daar veel vriendinnen gemaakt die toen in Don Bosco Groot-Bijgaarden naar school gingen en we zijn blijven contact houden. Zeker nu ik in Brussel studeer, zie ik enkelen van hen nog geregeld. Van de tweede reis blijven vooral enkele ambiancemakers in onze groep me bij. De laatste reis waren we maar met een klein groepje en
hierdoor hebben we de tijd gehad om andere plaatsen te bezichtigen die we op de vorige reizen niet gezien hadden.
Heb je Turijn anders beleefd als gids? Jazeker, die reis bracht toch wel wat stress mee. Er komt meer bij kijken dan je aanvankelijk denkt om je voor te bereiden als gids. Je kent het leven van Don Bosco wel en weet wat je moet vertellen, maar toch voelde ik me onzeker: “Ben ik wel juist? Klopt het wat ik zeg?” Hoewel het ook fijn was, was het dus wel stresserender dan de vorige reizen. Je wilt het ook goed doen, hé.
Noem één hoogtepunt? Als ik er één moment moet uitkiezen dat ik niet snel zal vergeten, dan is dat het moment in de fontein tijdens de eerste reis. Het weer was eigenlijk niet echt schitterend, maar we hadden met een aantal het zotte idee om op het plein aan de fontein te gaan spelen. Echt plezant met een leuke foto als herinnering.
Wat zou jij zeggen aan mensen die nog niet mee geweest zijn? Laat je niet misleiden door het vooroordeel dat het saai zal zijn. Het is echt een heel fijne reis met toffe activiteiten. En het grootste pluspunt van heel de reis is dat je leuke, nieuwe mensen leert kennen met wie je snel een hechte groep vormt.
Vat Turijn in één woord samen. Gezellig!
Leerlingen van Don Bosco op Turijnreis 9
Wanneer Don Bosco, hoewel hij de dood nabij was, dankzij het gebed van zijn jongeren toch geneest, belooft hij hen dat hij heel zijn leven aan hen zal wijden. Dat hij dit meent, merken we in heel zijn levenshouding: hij geeft zijn jongeren alles wat hij heeft, ook al is het soms niet veel. Hij geeft alles wat hij ís. Dertien jaar later, wanneer op oudejaarsavond 1859 cadeautjes worden uitgewisseld, spreekt hij in alle eenvoud deze woorden. De manier waarop Don Bosco bereid is zich alles te ontzeggen om een nieuwe toekomst mogelijk te maken voor zijn jongeren, mag ons ook in deze tijd blijven inspireren…
“Wanneer ik jullie alles geef, wil dat zeggen dat ik niets voor mezelf houd.”
10
Slotviering 'Don Bosco komt naar ons' Sint-Baafskathedraal Gent
11
Genegen.be | Tekst: Wouter Goolaerts Foto’s: Don Bosco Vorming & Animatie Al surfend bezinnen bij de noveen van Don Bosco In zijn Herinneringen verwijst Don Bosco naar een droom uit zijn jeugdjaren. Op het moment dat hij hardhandig tussenkomt in een groep van ruziënde en vloekende kinderen, spoort een man in witte mantel hem aan om met zachtheid en liefde te handelen. Als de kinderen plots in wolven veranderen, vraagt een vrouw, gehuld in stralend licht, hem om die met liefde op te voeden tot vredige lammeren. Don Bosco herkent in deze droom zijn roeping en levensweg. Iedere droom heeft echter nood aan zijn antidotum: de realiteit. Don Bosco vertaalt zijn droom in zijn werk voor de jongens, maar tegelijkertijd geven diezelfde jongens verdere voeding aan zijn roeping. Om dat evenwicht te vinden tussen droom en daad, zijn anderen cruciaal. Moeder Margherita, don Calosso en vele anderen helpen Don Bosco in het realiseren ervan.
Opvoeden is de jongere laten dromen, zonder zich hierin te verliezen. Opvoeden is tegelijk de jongere in de realiteit plaatsen, maar niet zonder een eigen koers te varen. De jongere die geen toekomst ziet, help je met het dromen zelf; de dromer laat je landen op de grond. Kortom, als opvoeder sta je voor de jongere tussen droom en daad.
Dromen
12
erderij. n de bo a v ie t a eling ov t de ren de bedo e t e m m ik t e ak 4 startt aangep e vele “In 199 rondig g en. Bij d d g r e n a nd de w v lijf. t is n u o l ontsto enverb t n te e Het h s e h a d c ie het g a n t k ie o r en t geren d ende en v n w d u ie n jo il a o r r b a m b a fa om waar de plaats w schuur en aan ieten.” sgroep n k n it e e k t e e en e t e o g r r li ls p g a n a s e u ge : de aar room’. E pirit kom m s d m o , n e e e g o d d r n in d e n n t d a a e r even ku agers v ingen. l schaa iële uitb volgend eeds ‘dr eel sne erbouw eleiders t mmerc h v s g o l e e c g A b d o . ls t n n n a e ij Niet ealisere n en hu 2007 m g zijn z amen.” alleen r k hebbe 002 en Vandaa 2 it . o e n leine o e e in het s n s id s moeilij it t u je z t e n h n ie u r an de k e g k v e r t lp e g h m n ie e c o e h a w o , r e en d de ich ilie “Een d je jong kracht, en fam rijheid, maak, z n e v e it n t D e s d u . a d u n n n o G e a t . h v n vrie ort len droom ik deel jongere igen ta jft een illigers, uurt vo e li d e w b t d n ij a r ij n n v a z e a l g t ta room , het is halen v der me veertig gd, de d oorden en ver . Kortom eetje, ie le e b t e p ij g b ie u d n je e Beet stenen ch, de w ien in d zijn de e glimla je groe D n . e it o o d o “Ook al t n tn oetinge ncimon id, stop té in Ve re ontm li goedhe e nlang a d e it r n p a o s J en. jf Jo li . De w m r b a r e .” N e k n v k e ie a n w en do in provinc et gaste te mog zinnen van de uw in h n o r e v om dit t id s s en ge u a r z g e t , d e a e e h d o o il in m H sgr p. dorpje ze met en met ualiteit e in it t m ir k le a r s k p e s , n w is n ips den ee Dit is ee an Akindo en Josse T le vrien v lite.be). e a k g it n in p e k s t r o e e m (www.j f in de w rmt ze sse actie . Sinds 1989 vo o J s a w ies msituat problee
Een project van Don Bosco Vorming & Animatie in de kijker
Groeien is worden wie je bent. Als mens heb je de unieke capaciteit om over je leven na te denken, het richting te geven en keuzes te maken. Vanuit je eigen talenten, maar ook grenzen en beperkingen, geef je jezelf steeds verder vorm. Het is een permanent appel om uit te munten in wie of wat je ook bent. Het bos zou stil zijn als alleen de mooiste vogels fluiten.
Groeien is een proces met vallen en opstaan. Een proces dat Don Bosco herkende in zijn eigen leven, in het omgaan met zijn jongeren en de uitbouw van zijn werk. Hij begeleidde zijn jongens in hun groei tot eerlijke burgers en goede christenen. Geduldig ging hij mee op weg en gaf telkens nieuwe kansen aan jongeren om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Groeien gebeurt niet geïsoleerd. Het is het resultaat van de wisselwerking tussen wat in je is enerzijds en de omgeving anderzijds. Zo gedijt persoonlijke groei het best in een sfeer van warmte, liefde en geduld, begreep Don Bosco. De omgeving moet uitdagen tot dat stapje verder, maar moet tegelijkertijd de veiligheid bieden om fouten te mogen maken.
Groeien “ maxim Tijdens hu van d n kort a a l zesti e jong Naast stond g gaste d e e ig ve a e r g en, m n goe en, lig n hier a d a t de fo rblijf in he e r een w diagn wel o niet g tO cu p de v o arme roeien oorwa s niet zoze OOC, in pr plek v se en een .Z begel juiste in e inden a r op h r eiders eker bij jo d en om doorv . Zond et gro cipe ngere houdi “Bij de t e o e r t e r n w ires n g h i d g r jz echtin oeien ie gee jonge t g, zon ing – dat i te kun ultaat n ech ren di eweegbren Door s t der de e ze ne e thui hu gt.” o s heb worte nze job – m n komen. van h n ervaringe lf vastzitte b l e s n un pr o n n i , eten d n i m e n de gro n kan erk je obl e dat m sen te hun proble nd, ku w a t omen eem kome e em, v en op biede n je n. Do t een o “Ook n e e n , l moete , harte or jez je we spieg als elf te erstan el die lijke van je begeleider zijn, b n zij eerst t d d w o i m n of hoo eigen ot een gt om etrou t o t he w limiet f kenne en, va dbegeleide naar zichze baar en co zeker nive chting te k ne a omen n je e n r l u van f s g t in con n deze co e e roe quent ki igen r . accep ns flict m te zijn ugzak i je in dit w jken.” t a tie oet ga equent co , . b e H r i e k et d je h m .H an, du un op rft be municeren is gaandew et is gaand Bert B noem e n e g rugge a w a j e e r g e d e n b e i g man w e waar g en ac (OOO het op asten. En cepta wuster wo erkt s C ) De dit be rden t inds j i s e Waai t grens oudst a a t. Gro teken anuar in har e leef l e r e t e i i d n e 2 t je E a n vere 000 v gro stude oor O ist sno t je al eens erde w ep (15- tot eklo, eerst nthaa met h e i als be 18-jar en.” etens l-, Ori en ge chapp igen). ëntati Via he leider, sin en en e - en O ds 20 gesch t plaa bs 04 als t ieden hoofd ervatiecen is – in selijke jeug trum b d egele de bij ider v zonde huis kwam an de re jeu hij ee gdzor r g tere der toevall cht. ig – h ij
13
Groeistoot | Tekst en foto’s: Dirk Schoofs Praten over opgroeien en de perikelen daarbij
In opvoeding hebben duidelijke regels en liefde dezelfde basis, beide zijn gebaseerd op vertrouwen, aldus Marijke Bisschop. Gesteund door de liefde van hun ouders en binnen de veilige perken van regels voelen jongeren zich geborgen. Deze twee elementen vormen tegelijk een uitstekend houvast voor jongeren om te weerstaan aan groepsdruk.
Een sessie pressie Over groepsdruk
In de loop van het interview mag ik Marijke Bisschop het uiterlijk. Door de goede materiële wereld waarin een ‘kordate tante’ noemen. Ze weet het, maar haar we leven, spiegelen jongeren hun identiteit vooral aan studenten houden van haar eigengereide, onverbloemwat anderen dragen en anderen hebben. Ze zijn ervan de stijl. Haar standpunten zijn op zijn minst duidelijk. overtuigd dat hun identiteit beter wordt wanneer hun Marijke Bisschop is pedagoge, psychologe, gedragstelefoon mooier is of meer functies heeft dan die van therapeute en docent aan de postdoctorale opleiding de andere. Een identiteit zoeken ze ook op het intergedragstherapie. Ze is tevens aunet, waar ze met anderen comteur van de veelgelezen boeken municeren en zichzelf toetsen. Je kind kan het zelf, Opvoeden in Op Facebook stelt iedereen zich De school is een een verwenmaatschappij en Boumooi voor met een boeiend lewereld apart, die regels wen aan zelfvertrouwen. ven, plaatst men leuke foto’s en stelt. Discipline geeft vertellen de leden wat ze alleveiligheid. Is het zelfvertrouwen bij maal kunnen en doen, terwijl jongeren kwetsbaarder hun eigen leven niet zo mooi of dan vroeger? nauwelijks interessant blijkt. Jongeren die zo snel twijMB: Beslist, er is veel meer waaraan ze zich moeten felen aan zichzelf vinden hierdoor moeilijker hun plaats spiegelen in hun dagelijkse zoektocht naar identiteit. in de maatschappij. Vroeger waren er op school niet zoveel verschillen met de andere leerlingen waaraan we ons spiegelden om Hoe herkent de opvoeder kinderen die gebukt gaan onder groepsdruk? ons zelfvertrouwen op te bouwen. We zochten onze spiegels bij onze ouders, op school of bij rolmodellen. MB: Je denkt altijd dat anderen je zullen zeggen wat jij Op die manier ontwikkelden kinderen hun identiteit. moet doen. We noemen dat ‘telecommanderen’. Het is Vandaag heeft die identiteit veel meer te maken met de groep die me heeft opgedragen dat ik bepaalde din14
gen moet doen. Zulke jongeren gaan bravouregedrag stellen, ze gedragen zich een beetje clownesk, vertonen gedragsproblemen in de klas. Ze gaan andere kinderen plagen of pesten omdat ze dan de sterksten zijn. Of ze krassen in hun eigen huid, krijgen eetstoornissen. Je merkt dat hun gedrag verandert. Sommige kinderen trekken zich volledig in zichzelf terug omdat ze zich niet meer op hun plaats voelen. Er zijn zelfs kinderen die gaan stelen. Allemaal signalen die erop wijzen dat een kind niet goed in zijn vel zit.
Die groepsdruk speelt ook steeds meer mee bij volwassenen? MB: Absoluut, ouders stellen zichzelf ook in vraag. Gisteren had ik het tijdens een interview over het fenomeen van de communiefeesten, waar de groepsdruk op de ouders enorm is om ‘net als de anderen’ een tent, een springkasteel en een frietkot in de tuin te laten aanrukken. Toch draait het om wat je zelf een mooi feest voor je zoon of dochter vindt. Vroeger gingen de deuren ’s avonds dicht en de luiken naar beneden en er kwam geen druk van buiten naar binnen.
Iedereen gaat met vakantie op reis, en dus zullen wij ook maar gaan. Die druk is veel groter geworden door het internet en door een veel bredere communicatie. Iedereen gaat met vakantie op reis, en dus zullen wij ook maar gaan. Jongeren gaan naar de dancing op 14, waarom mag mijn kind dat dan niet? Wat iedereen zegt, is blijkbaar belangrijker dan wat jij vindt. Op ouderavonden roep ik de aanwezigen op om elkaar op te zoeken en te vertellen wat ze er zelf van vinden. Er zijn gelukkig nog ouders die zich tegen die druk verzetten. Trouwens, groepsdruk bestaat eigenlijk niet. Jij bent het zelf die bepaalt.
Groepsdruk bestaat eigenlijk niet? Bedoel je dat het een fantoom is? MB: Ja, de groep gaat niet staan drukken aan je deur, maar je láát je drukken. Je laat zelf die druk toe. Je kan net zo goed kiezen om je niets aan te trekken van anderen en zelf te beslissen wat je doet.
Als de opvoeding door de ouders de sleutel biedt om aan groepsdruk te weerstaan, sta je als school toch maar aan de zijlijn. MB: Als leraar is het erg moeilijk. Ik merk hoe slecht ouders zich soms aan de schoolregels houden. Ze parkeren hun auto’s voor de schoolpoort, ze tonen zich weinig kordaat of niet consequent. Ze vechten beslissingen van de school aan. Er is niets mis om ook aan ouders respect te vragen voor de schoolregels, nét omdat dit zo’n veiligheid geeft aan de kinderen. Scholen moeten teruggaan naar duidelijkheid. Ik merk in scholen hoe het totaal uit de hand loopt op het vlak van gedrags- of kledijregels. Op den duur veroorzaakt dat moedeloosheid bij leerkrachten. We zijn ver over de grens op het vlak van discipline, maar er moeten absoluut enkele regels blijven over respect naar de leerkrachten toe, over toegang tot de school, over telefoongebruik… Ik blijf volhouden dat we het telefoongebruik bij leerlingen op school moeten verbieden. Nu staan de kinderen te sms’en naar elkaar op de speelplaats. Waarom zouden we dat toelaten?
Om de kloof tussen school en de wereld waarin jongeren leven niet te breed te maken? Om jongeren een vorm van persoonlijke vrijheid te geven? MB: De school is een wereld apart, die regels stelt. Discipline geeft veiligheid. Ik denk dat scholen wel degelijk terug kunnen naar een verbod op gsm-gebruik binnen de schooltijd. De school dient om te leren en niet om te telefoneren. In Canada waar we leefden, moesten de kinderen tot het vierde middelbaar een uniform dragen dat ook wel werd aangepast aan de mode. Verder kon je je als jongere distantiëren in de sport, in artistieke vakken, in muziekkeuzes.
Denk je dat ouders die zelf op een oudercontact verschijnen in een outfit die je aan kinderen zou verbieden, vatbaar zijn voor deze argumenten? MB: Neen, helemaal niet, want die ouders zijn eigenlijk zelf nog een stukje kind en dan zit je met een enorme moeilijkheid, maar ik denk wel dat de school ook hen een soort ruggensteun zou kunnen geven. De leerkrachten worden doodmoe van deze toestanden. Natuurlijk zal een school die regels stelt gerespecteerd worden. Deze scholen zullen lopen als een trein. Er zijn voorbeelden genoeg. We moeten samen sterk worden. Het is zo’n mooi beroep, leerkracht. Het is het mooiste beroep dat er is! 15
Broodje cursief | Tekst en foto: Annemie Vandaele Luchtig cursiefje vanuit het dagelijks leven “Mama, mama, kijk eens wat een gelukjas ik ben.” Hij kwam van ver de schoolpoort uit gerend. Mama wijdde zich nog met één oor aan de boeiende buurtdialoog waarin ze verwikkeld was en probeerde met het andere oor de reden van zoveel klein geluk te ontwaren. “Mama, kijk dan, kijk, Jules mag een weekend bij ons logeren.” Klaspop Jules. Welgekomen bondgenoot van menige kleuterjuf. Animator van klasjes in alle vormen en formaten. Maar vooral steun en toeverlaat van menig kinderhart. Hoe doet hij dat toch? Als hij komt logeren, dan brengt Jules vooral veel spullen mee: een rugzak vol outfits voor alle weersomstandigheden, een berg souvenirs van vorige logeerpartijen en een dagboek met voldoende lege bladzijden om er een verslag in neer te pennen. “Alles moet erin hé, mama, zodat ik maandag alles aan mijn vriendjes kan vertellen.” En terwijl hij met Jules op de fiets al ver voorop hoste nog snel een achterommetje: “O ja, er mogen ook foto’s bij van de juf.” Dacht je als ouder dat weekend alles eens rustig zijn beloop te laten? Dan kon je dat alvast meteen vergeten. Met gemengde gevoelens zagen we die kleine lappenpop ons hele huishouden overnemen. Maar haalden we aanvankelijk nog aarzelend het fototoestel van stal, gaandeweg begonnen de geesten zich toch te verenigen. “Mama, Jules mag toch leuke dingen doen hé? En lekker eten? Jules lust graag frietjes en pannenkoeken. En als we nu eens naar de dierentuin gingen, is dat geen goed idee?”
16
Aan onze vrijdagavondtafel werd ineens een heus plan voor het weekend gesmeed. Want Jules moest eerst ons huis leren kennen en iedereen die er woont. Hij mocht alles doen wat wij leuk vinden om te doen. Hij mocht de mensen ontmoeten die wij graag ontmoeten. Hij mocht naar plaatsen gaan waaraan wij ons hart verloren hebben. En dat zijn er veel voor één weekend… Drie dagen lang stonden de neuzen onverhinderd in dezelfde richting, was er dialoog, werd alles ingezet om er samen een memorabele tijd van te maken. De speeltuin, de dierentuin, niets was ons te veel. En Jules, die ging overal mee, onder het waakzame oog en de ongeziene zorg van onze oudste. Hij waakte erover dat Jules flink fruit en groenten at, lief was voor kleine zus, netjes zijn pyjama aandeed, tanden poetste, “dank u” zei wanneer hij een snoepje kreeg… En hij praatte, honderduit, over alles, het grote en het kleine, alles wat het zijne en het onze was. Voor onze ogen geschiedde zowaar een klein wonder… Met veel tranen werd onze huisvriend de maandag dan ook opnieuw naar school meegezeuld. “Ik zal Jules missen bij ons, mama.” “Ik ook.” Ook dat leren we dan maar weer, beetje bij beetje… Bedankt, Jules, en graag tot een volgende keer.
Jules
Tekst: Mark Den Haerynck Foto's: Eindredactie
Het moet Don Bosco zelf deugd gedaan hebben zoveel jeugdig enthousiasme vast te stellen bij de tocht die zijn beeld maakte door Vlaanderen en Nederland. Die jeugdigheid kende in dit geval een reikwijdte van 9 tot 99 jaar. Het levensgroot Don Boscobeeld van de Italiaanse kunstenaar Mauro Baldessari hield in ons land van 15 tot 31 januari 2013 halt op twintig plaatsen. Al sinds 2009 gaat het beeld van werelddeel naar werelddeel en van land naar land. Het is als een estafettestok die van hand tot hand wordt doorgegeven. Het idee alleen al
| Sprokkel
dat de relieken van Don Bosco die met het beeld meereizen, de apostel en vader van de jeugd in 130 landen brengen op de plaatsen waar zijn werk wordt voortgezet, schept een verbondenheid die niet is in te schatten. Don Bosco’s geest en uitstraling heeft mensen geraakt. Overal waar het beeld kwam, hebben mensen gebeden. In bezinningsmomenten en vieringen was het alsof Don Bosco voor jongeren en volwassenen een doorgeefluik was die hen in gebed dicht bij God bracht.
Don Bosco komt naar ons en zegent ons Het beeld Het bronzen beeld stelt Don Bosco voor als priester omringd door jongeren. Het geeft ongeveer de werkelijke gestalte van Don Bosco weer, 1,60 m, en vier armzalig geklede jongeren op blote voeten staan als in een kring rond hem. • De kring begint aan de rugzijde van het beeld waar een erg noodlijdend, armtierig kind zit dat met halfnaakt bovenlichaam op de grond neerhurkt. In die jongere kunnen we een ernstig zieke of helemaal aan de grond geraakte jongere zien. • Het tweede kind houdt de hand van de eerste vast, maar zit geknield met opgericht bovenlichaam. Het kijkt verlangend en vol hoop naar boven terwijl het de rechterhand op de schouder van een derde kind legt. Door dat kameraadschappelijk gebaar zijn de kinderen met elkaar verbonden en beelden ze een solidaire groep uit. • Het derde kind dat recht staat steekt de linkerarm en -hand uit naar boven in de richting van Don Bosco. Zijn ogen zijn vol verwachting en verlangen naar boven gericht. Don Bosco houdt het kind vast en lijkt het naar boven te
willen trekken. • Ten slotte staat het vierde kind links van Don Bosco. Zijn linkerhand rust op zijn borst, daar waar het hart ligt, alsof hij er zich sterk van bewust is dat zijn aanwezigheid bij Don Bosco het diepste van zijn hart raakt.
Zegenende handen Het beeld toont de houding van Don Bosco. Onwillekeurig kijken we naar zijn armen en handen: de rechterhand die de jongen optrekt en opricht; de linkerhand die op de schouder van de vierde jongen rust en hem nabijheid en begeleiding verzekert. Don Bosco gaf handen en voeten aan jongeren en zijn handen hebben tijdens zijn leven vele jongeren gezegend. Het is daarom bijzonder symbolisch dat het beeld als relikwie de rechterarm van Don Bosco bevat. Die arm vertegenwoordigt heel concreet de liefde en de zegen die Jezus via Don Bosco over ontelbare jongeren heeft verspreid. Vandaag kunnen we het nog doen... jongeren in Gods naam zegenen. 17
de spreekstoel | Tekst: Steven Pinnoo Foto's: Eindredactie, Steven Pinnoo Voor wie spreekt vanuit salesiaanse verantwoordelijkheid
Een ‘krak’ in nabijheid
Al begint het beleid het belang van nabijheid te ontdekken, je zult maar echt voeling houden met je mensen als die houding in je ingebakken zit. 18
Ieder jaar mogen de West-Vlamingen in hun gemeente een ‘krak’ verkiezen. In Oostende werd de ‘krak’ voor dit jaar Kristine Decroos, coördinator van dagcentrum De Takel. Wanneer we haar in de spreekstoel plaatsen, herkennen we meteen de eigen spirit van Jeugdzorg Don Bosco Vlaanderen…
Geen woorden, maar daden Kristine stapte in het leven als derde in een gezin van zes kinderen. Van haar beide ouders kreeg ze al dadelijk het voorbeeld van inzet voor het gezin, gekoppeld aan een groot sociaal engagement en een diep doorleefd geloof. Krachtlijnen in de opvoeding waren saamhorigheid, bescheidenheid en respect voor ieders eigenheid. Ze leerde er ook dat je inzet niet in goede bedoelingen mag blijven steken: van haar vader, die vakbondsafgevaardigde was, kreeg ze de mentaliteit van “Geen woorden, maar daden!” mee. Haar moeder was een tastbaar voorbeeld van solidariteit wanneer ze extra soep maakte om uit te delen bij de ouderen in de straat. Al snel krijgt Kristine de kans om in de sporen van haar ouders te treden. Als leidster bij de Chiro en op CMkampen leert ze zelfstandig in het leven staan en daarbij verantwoordelijkheden opnemen. Deze ervaringen in een volkse buurt waar ook kansarmen wonen, zullen een blijvend stempel op Kristine’s engagement drukken. Daarna zet Kristine zich, samen met haar man, nog jaren in voor Vredeseilanden en later in ATD Vierde Wereld. De twee stichters van deze organisaties, pater Dominique Pire en Joseph Wresinski, blijven voor haar twee ‘geestelijke motoren’, naast een derde grote inspiratiebron: de figuur van Don Bosco. Kristine leert Don Bosco pas echt kennen wanneer ze, intussen 23 jaar geleden, als maatschappelijk werker in De Takel aan de slag gaat. Ze ziet haar beroep in de eerste plaats als een sociaal engagement. Met deze houding vindt ze al snel haar plaats bij Don Bosco, zonder te beseffen hoe bepalend dit zal zijn voor haar verdere leven…
Coördinator van De Takel Anderhalf jaar geleden werd Kristine coördinator van het dagcentrum De Takel. Ze heeft nooit
In het opvoeden heb je één groot geluk: dat je elke dag opnieuw kan beginnen.
‘geaasd’ op deze functie, maar ze beseft wel dat ze van nature een leiderstype is en koestert dan ook heel wat plannen. Wel staat ze telkens weer voor een moeilijke evenwichtsoefening tussen de eisen van deze taak en de zorg voor haar gezin van vijf kinderen. Toch is Kristine zeer blij met wat ze nu kan realiseren. Door de jaren heen is ze enorm gegroeid in De Takel; ook het zwangerschapsverlof deed haar steeds herbronnen en met een rijkere bagage, een sterkere ‘drive’ terugkeren. Haar nieuwe functie geeft haar de mogelijkheid om sterker militant te zijn, en dat vindt ze zeer waardevol: de kans om, waar nodig, op te komen voor haar mensen. Want de echte ‘modellen’ en de ware krachtbronnen in Kristine’s leven zijn de mensen die ze in De Takel ontmoet, mensen die telkens weer de moed bijeensprokkelen om ondanks alles door te gaan. Mensen die het waard zijn om voor te vechten. Hiervoor wil Kristine zich uitdrukkelijk spiegelen aan Don Bosco. Wist die ook niet te vechten voor zijn jongeren wanneer het erop aankwam hun een nieuwe toekomst aan te reiken?
Je nabijheid moet zichtbaar zijn Gaandeweg heeft Kristine de kracht van het salesiaanse opvoedingsmodel leren kennen en waarderen. Op het eerste gezicht kan het gewoon naast andere modellen gelegd worden, het valt niet op door spectaculaire verschillen – bescheiden, zoals Kristine het graag ziet. Maar allerlei kleine nuances geven dit model een heel eigen cachet. Ze houdt vooral van de nadruk die er ligt op het assisterende aspect en op datgene wat Don Bosco ‘amorevolezza’ noemde: het nabij zijn van mensen in alle omstandigheden, en de noodzaak om je liefde ook echt zichtbaar, tastbaar te maken. Wanneer Kristine het tot ‘krak’ van Oostende heeft gebracht, zal dat wel iets te maken hebben met haar gedrevenheid om voeling te houden met de mensen, en in het bijzonder met haar jongeren. Dit uit zich ook in haar waardering voor vrijwilligers in de werking van De Takel: vanuit het voorbeeld van Don Bosco gaat ze actief op zoek naar
sympathisanten en supporters die de beweging en het jeugdwerk helpen dragen. Een sterke kracht van het salesiaanse opvoedingsmodel ligt ook in het feit dat het gewoon een kader biedt, een aantal houdingen en stijlen die de opvoeder helpen en niet telkens in vraag moeten worden gesteld. Want het is niet eenvoudig om met jongeren op weg te gaan, het is een constant zoeken en je moet af en toe ook eens op je bek kunnen gaan… Maar volgens Kristine heb je in het opvoeden één groot geluk: dat je elke dag opnieuw kan beginnen. Er bestaan dan ook geen ‘hopeloze gevallen’ – enkel jongeren die een uitdaging voor de opvoeding vormen. Daarbij is de steun van een stevig opvoedingskader zeer welkom. Tegelijk is het salesiaanse model ook bijzonder soepel: je kan het zeer goed ‘updaten’ in uiteenlopende omgevingen. Voor Kristine zal het wel steeds gekenmerkt worden door een gezonde zin voor humor, optimisme en het blijven op zoek gaan naar de krachten in de mens.
Nabije uitdagingen Ook in de toekomst zal Don Bosco een heel eigen inbreng blijven hebben in de jeugdzorg. Want al begint het beleid het belang van nabijheid te ontdekken – hertaald als ‘integratie’, ‘vermaatschappelijking’ of ‘zorg op maat’ – je zult maar echt voeling houden met je mensen als die houding in je ingebakken zit. Het is meer een kwestie van levensstijl dan van jobstijl. En opnieuw brengt Kristine de ‘drive’ van Don Bosco ter sprake… Intussen blijft Kristine actief zoeken naar nieuwe mogelijkheden. Nog dit jaar wordt het muziektheater 'Het Spek-Takel East End' uitgevoerd, waarvoor haar jongeren moeten samenwerken met een groep professionelen. De beide groepen op elkaar afstemmen vormt een hele uitdaging, maar het zal een podium geven aan de strijd die de jongeren elke dag voeren: zich niet begrepen voelen in deze maatschappij, maar ondanks alles ervoor blijven gaan. Gesteund door de bewogenheid van mensen – ‘krak’ of niet – die je oprecht nabij zijn. 19
De boekenplank | Tekst: Michel Ruyters Foto’s: Centrale Propaganda
De weg van Pasen De Nederlands ondertitelde film over Don Bosco uit 2005 is er! De regisseur is Ludovico Gasparini.
€ 15,00 De film duurt 200 minuten. (+ € 3,00 port)
Piëmonte (Italië), negentiende eeuw. Het is een turbulente periode met politieke, economische en culturele omwentelingen, religieuze spanningen. Don Bosco, een priester uit Turijn, ziet het harde leven van de jongeren in deze maatschappij. Niemand lijkt zich het lot van deze verloren generatie aan te trekken. Hij kiest resoluut de kant van deze gemarginaliseerde jongeren. De dag dat hij zich om hen bekommert, verandert hun leven. Hij start een oratorium in Valdocco waar de jongeren steeds terecht kunnen, waar ze leren lezen en schrijven en een beroep aanleren. Zij krijgen van Don Bosco hun waardigheid terug en geloven opnieuw in een toekomst. Opdat zijn werk ook na zijn dood zou doorgaan richt hij de congregatie van de Salesianen op... Bij bestelling van 20 exemplaren of meer krijgt men 10 % korting, bij een bestelling van 100 exemplaren krijgt men 30 % korting.
Kruisweg voor jongeren Het is beslist nodig om kinderen en jongeren gevoelig en bewust te maken voor de negatieve ervaringen van het N51 bestaan, die niemand kan ontlopen. € 2,50 Deze ‘Kruisweg voor jongeren’ werd uit(+ € 1,54 port) gewerkt als een rollenspel met verschillende spreekpartijen, zodat de actieve deelname van iedereen bevorderd wordt. De illustraties zijn fris en modern, suggestief en niet gruwelijk. Men kan deze kruisweg gemakkelijk bidden in het gezin, met het catechese- of vormselgroepje, thuis, in een kerk of ruimte. Een echte aanrader voor de passietijd! Auteur: Charles Singer - Vertaling: Marc Dedapper Formaat: 14,8 x 14,8 cm, 32 blz.; softcover. Bij afname van 10 boekjes: € 2,00 per stuk. 20
In de aanloop naar de Goede Week en de paastijd hebben wij ook nu voor onze lezers van Don Bosco Vlaanderen enkele aanbiedingen! Korting op portkosten: Bij aankoop van een exemplaar ‘Ik versier Pasen’ mag je één of twee kruiswegen voor jongeren bijbestellen zonder portkosten!
De nieuwe Paasbrochure 2013, opgebouwd rond het thema: Op weg naar Pasen 2013 “Kom naar Mij terug” Auteur: Michèle Clavier Vertaling: Adriaan De Cooman € 7,00
(port inbegrepen)
Ik versier Pasen Hoe je (klein)kinderen zinvol over Pasen spreken en ze inleiden in dit mooie mysterie? Gebruik de middelen die hen boeien! Bijvoorbeeld dit knutselboek! De resultaten zijn verbluffend: een mobiel (paasvogels), een vastenkalender, een paasbloem, een appelboekje, een fruitboom. Knutselboek met 5 knutseltaakjes in verband met Pasen. Voor kinderen van 5 tot 10 jaar.
N72
€ 2,00
(+ € 2,31 port)
Formaat: DIN A4; 28 blz, volledig in zwaar karton papier (150 g/m2); Vierkleuren, kaft in glanslak.
In memoriam Miel De Boe
Milo Gellynck
° 18-09-1937 + 10-12-2012
° 01-07-1931 + 17-01-2013
Miel werd in Ophasselt geboren als boerenzoon en daar was hij trots op. Het diepgelovige gezin waarin hij opgroeide tekende zijn leven. Met veel aandacht en liefde bleef hij er mee verbonden, ook nadat hij op 24 augustus 1957 salesiaan werd. Sterk religieus, sociaal bewogen en betrokken op allen die hij ontmoette, nam hij na zijn priesterwijding zijn salesiaanse taak op. Als leraar en assistent in Kortrijk was zijn hart ook aan de Chiro verpand. Als eco-noom in Kortrijk, Oud-Heverlee, Groot-Bijgaarden en Heverlee behield hij zijn grote aandacht voor jongeren. Zijn dienstbaarheid, spontane inzet en niet aflatende glimlach maakten hem geliefd. Zo bouwde hij een sterke kennissenkring op. Namen en gebeurtenissen onthouden kon hij als de beste. Als boerenpaarden of de tuin ter sprake kwamen, werd zijn belangstelling als boerenzoon gewekt en kon hij er enthousiast en met kennis van zaken over vertellen. Met hart en ziel was hij, dicht bij de mensen, volks en eenvoudig, werkzaam in de parochie in Halle en bij de Medewerkers van Don Bosco van Heverlee. Zijn laatste jaar in de Savioparochie in Groot-Bijgaarden tekende de ziekte hem sterker, en toch wenste hij nog zoveel mogelijk onder de mensen te zijn. Toen dat niet meer kon, kreeg hij heel veel bezoek vanuit zijn enorme vriendenkring. Miel overleed op 10 december na een verblijf van drie weken in het WZC ‘De Verlosser’ in Sint-Ulriks-Kapelle. Geen wonder dat de Saviokerk bij zijn begrafenis te klein was om hem uitgeleide te doen. Met hartelijke genegenheid en dankbaarheid gedenken wij Miel. Wij bidden dat de Heer hem om zijn eenvoudige gegevenheid aan oud en jong de vreugde en het volle geluk schenkt met Don Bosco en alle salesiaanse heiligen.
Geboren in 1931 in een vroom en hardwerkend middenstandersgezin raakte Milo als kind voor de rest van zijn lange leven geboeid door de elektromechanische nieuwigheden van het magazijn van zijn vader. Wellicht mede onder invloed van zijn oom missionaris droomde hij over een leven van uitgesproken verbondenheid met God en van totale beschikbaarheid voor de mensen. Zware studies waren nooit een eerste optie voor Milo. Hij zou het eenvoudig houden en zoals Jezus liever een bescheiden dienaar van allen zijn. Via een paar wondere omwegen ontdekte hij het noviciaatshuis van de salesianen in GrootBijgaarden. Hij werd salesiaan-coadjuteur en ontpopte zich als een toegewijde en creatieve ‘factotum’, een eerste keuze manusje-van-alles. Milo was een altijd attente en aanspreekbare medebroeder, met een creatieve oplossing voor alle kleine en grote akkefietjes. In 1996 – hij was dan al 65 jaar – werd zijn missionarisdroom werkelijkheid met de stichting van een nieuwe missiepost in Centraal-Afrika. Na vijf jaar totale inzet keerde hij terug naar Vlaanderen, ziek, vermoeid en door vele dramatische gebeurtenissen gebroken. Terug in het vaderland raakte hij er weer een beetje bovenop, doch hij zou nooit meer ‘de oude Milo’ worden. Wat hij niet verloren gaf, was zijn liefde voor de congregatie en zijn voorbeeldige trouw aan het gemeenschapsleven. Hij is ook, niettegenstaande zijn steeds pijnlijker onmacht, op zijn manier een actieve missionaris gebleven. Het laatste halfjaar van zijn leven was één dramatische afbouw van zijn krachten. Hij trok zich terug in een mysterieuze stilte en alleen de goede God “die hart en nieren doorgrondt” zal ons later kunnen vertellen over Milo’s mooie geloof tot het laatste uur van zijn leven. Hij ruste nu in vrede.
Naar Don Bosco in Turijn Don Bosco kwam dit jaar naar ons toe en reisde in januari door Vlaanderen. Uiteraard willen velen hem graag een tegenbezoek brengen in Turijn, de stad waar het allemaal begonnen is, en de plaatsen bezoeken waar Don Bosco tussen 1815 en 1888 geleefd en gewerkt heeft. We willen ons laten aanspreken door zijn spiritualiteit en die vertalen naar ons eigen leven.
SPROKKEL
Binnen de Don Boscobeweging worden daarom meermaals Turijnreizen georganiseerd voor diverse groepen: jongeren en volwassenen, scholen en parochies – noem maar op. Voor meer informatie over deze reizen kan je terecht bij: Wilfried Wambeke, Don Boscostraat 72, 3940 Hechtel (wilfried.wambeke@gmail.com of 0495 / 500 631). 21
Verbonden | Tekst: Eric Joris Foto: Eindredactie De link tussen Noord- en Zuidwerking
Eens voorbij de beschermende omheining van de luxueuze hotels wacht je echter een ander, nagenoeg onbekend beeld. Net zoals Haïti is de Dominicaanse Republiek een arm land. Tienduizenden mensen leven op straat of trachten te overleven in de uitgestrekte sloppenwijken van de hoofdstad Medewerkers Santo Domingo. Het was deze realiteit die de Spaanse salesiaan Juan Linares aantrof van MMDB, vaak toen hij halverwege de jaren ’80 aangevrijwilligers, trekken steld werd als pastoor van de Parroquia de de straat op om Maria Auxiliadora in Santo Domingo. contact te maken met Padre Juan nam zijn pastorale taken zeer straatkinderen. ter harte. Zo leidde hij zelf de wekelijkse bijeenkomsten van de groep jongeren die, in het kader van het jongerenpastoraat in de parochie, met elkaar over hun geloof in gesprek gingen. Dagelijks zagen Padre Juan en de jongeren van de groep hoe duizenden kinderen uit de nabijgelegen sloppenwijken ’s ochtends de hoofdstad introkken. Beladen met hun schoenpoetsersgerei, met bloemen, sigaretten, popcorn, loterijbriefjes… kortom met alles wat ze voor een aalmoes aan de man of vrouw konden brengen, vertrokken de kinderen elke ochtend naar ‘hun werk’. Urenlang moesten de kinderen ronddolen op hun ‘canillitas’ (Spaans voor ‘kleine beentjes’), in de hoop Verborgen talenten ontdekken voldoende spulletjes te verkopen voor hun dagelijkse Het begint allemaal met de fase van ‘de zoektocht’. maaltijd. En als dat niet lukte, was de stap naar de criMedewerkers van MMDB, vaak vrijwilligers, trekken de minaliteit snel gezet. straat op om contact te maken met straatkinderen of Padre Juan Linares en zijn jongerengroep besloten in kleine straatverkopertjes en trachten een vertrouwens1985 dat het zinloos was om wekelijks over het geloof band met hen te smeden. Als dat lukt, wijzen de mete praten als je geen daden bij het woord voegt. Dat dewerkers van MMDB de kinderen op het bestaan van was het begin van het centrum ‘Canillitas con Don Boshun opleidingscentra. In het begin kunnen de kinderen co’. Op zondag zouden de kleine beentjes naar dit cengewoon af en toe komen spelen in het centrum, zodat trum kunnen lopen waar ze zouden kunnen spelen en ze zien dat er ook iets anders bestaat dan het leven als waar de kinderen ook konden leren lezen en schrijven. straatventertje. Dit is de onthaalfase. Zeventwintig jaar later is Canillitas con Don Bosco één Tijdens de onthaalfase is het ook fundamenteel belangvan de twaalf centra van het netwerk ‘Muchachos y rijk dat het kind van de ouders toestemming krijgt om Muchachas con Don Bosco’ (Jongens en meisjes met naar het MMDB-centrum te gaan. Want als een kind Don Bosco, afgekort MMDB, nvdr). Padre Linares en de zijn koopwaar niet langer verkoopt, verliest het hele jongeren van toen zijn niet alleen gebleven, maar hun gezin inkomsten. Deze gezinnen bevinden zich meestal rangen zijn ook aanzienlijk versterkt. Om het leven van in erg kwetsbare omstandigheden: vaak gaat het om gemarginaliseerde kinderen en jongeren een nieuwe alleenstaande moeders of heeft één of beide ouders wending te geven, heeft MMDB een opleidingstraject een alcohol- of drugsverslaving. Soms geeft MMDB leuitgestippeld.
De man van h en zijn strijd
22
Punta Cana, Bayahibe, Costa Dorada: stuk voor stuk namen die je doen dromen van witte stranden, wuivende palmbomen, helderblauwe luchten en ‘all-inclusive’-vakantieresorts waar je enige zorg is hoe je de kilo’s die er bijkwamen tijdens je verblijf in dit aardse paradijs, ooit weer zult kwijtspelen. De Dominicaanse Republiek: een parel in de Caraïben…
et jaar… van elke dag vensmiddelen aan de ouders als compensatie voor het inkomensverlies. Dan begint de belangrijkste fase van het veranderingsproces: de fase waarin het kind of de jongere eindelijk naar school kan gaan. Uiteraard begint het kind met basisonderwijs, het leert lezen en schrijven. MMDB kiest echter voor een typisch salesiaanse integrale opvoedingsaanpak. Sport, spel en allerlei creatieve ateliers vormen belangrijke leermomenten waarin het kind leert omgaan met anderen en met zijn eigen (vaak verborgen) talenten.
Een veelzijdig verhaal Maar de kinderen hebben meestal ook nood aan een ruimere begeleiding. De meesten van hen werden, al dan niet in het gezin, misbruikt of mishandeld. MMDB heeft daarom ook een psychologisch begeleidingsprogramma waarin de kinderen individueel en in groep hun verleden trachten te verwerken. De familiepro-
blematiek dwong MMDB er ook toe om zijn aanpak te verbreden. Niet alleen de kinderen maar ook de ouders kunnen hun leven trachten te veranderen als ze dat willen. Daarvoor biedt MMDB hun een beroepsopleiding aan en met de hulp van een begeleidingsprogramma kunnen ze ook hun eventuele verslavingsproblematiek proberen te doorbreken. Het MMDB-verhaal is veelzijdig. De kinderen in de centra hebben meestal niet alleen nood aan psychologische begeleiding maar ook aan legale ondersteuning. Velen onder hen hebben immers geen enkel document zoals bijvoorbeeld een geboortecertificaat. Officieel bestaan deze kinderen dus niet, waardoor het onmogelijk is om aan werk te geraken of van enige overheidsdienst gebruik te maken. De administratieve regularisatie van de kinderen is zodoende een belangrijke zorg voor de medewerkers van MMDB. De opleiding blijft evenwel het sleutelelement voor een betere toekomst.
Breken met het verleden Ook in hun zoektocht naar werk krijgen de jongeren ondersteuning van MMDB. De organisatie heeft ondertussen binnen de bedrijfswereld een dermate goede reputatie opgebouwd, dat verschillende werkgevers graag een kans bieden aan een jongere die opgeleid is binnen MMDB. Elk jaar nemen meer dan vierduizend kinderen en jongeren deel aan het MMDB-programma. Voor hen betekent MMDB een echte kentering in hun leven. Ze krijgen de kans om te breken met een verleden waarin ze al dan niet op criminele wijze moesten trachten te voorzien in hun levensonderhoud. Ze leren een vak, ze leren hoe ze moeten omgaan met anderen en ze leren vooral dat een beter leven echt mogelijk is. In 2012 werd Padre Juan Linares in de Dominicaanse Republiek verkozen tot ‘Man van het jaar’. Het is de belangrijkste nationale onderscheiding die wordt uitgereikt aan personen die een wezenlijke bijdrage geleverd hebben aan de samenleving. Padre Juan zag deze prestigieuze onderscheiding als een belangrijke erkenning voor al het werk dat de MMDB-medewerkers leveren. Maar de belangrijkste prijs voor hem blijft toch, naar zijn eigen zeggen, de verandering in het leven van elk kind, iets waarvoor hij en MMDB dagelijks blijven strijden. 23
Ruggespraak | Tekst: Firmin Vanspauwen Foto: Eindredactie
Op kousenvoeten Kleine kinderen lopen graag op kousenvoeten, schoenen vinden ze te beklemmend. Het maakt hen geruisloos in het naderen. Al vlug weten ze ook figuurlijk op kousenvoeten af te komen. Omzichtig, voorzichtig, onopvallend stellen ze hun vragen via slim gekozen omwegen. De veertigdagentijd nodigt uit om ons voor te bereiden op de Goede Week en Pasen. Naar het voorbeeld van kleine kinderen moeten we, in deze tijd, misschien een inspanning leveren om mensen te benaderen op kousenvoeten. Zijn we nog voldoende omzichtig in onze relaties, in onze vriendschap, in ons collega-zijn, in onze omgang‌? Sociale media, sms en gsm maken het ons gemakkelijk om, al dan niet anoniem, hard te zijn voor elkaar, om ons te verstoppen achter voorwendsels en excuses. Moge de paastijd een zoektocht zijn naar het echte, een confrontatie met onze kleinmenselijkheid, een voornemen om anderen hun kruis te helpen dragen, om zeker niemand aan een kruis te nagelen, een streven om voorzichtig met elkaar om te gaan We kunnen overwegen om op kousenvoeten door de veertigdagentijd en de Goede Week naar het paasfeest te stappen, om met meer deemoed, ontzag en omzichtigheid over ons geloof te reflecteren. Laat de paastijd een vreugdevolle tijd zijn, van gezellig samen zijn en er zijn voor anderen. 24