DUIC Krant NR. 98 Februari

Page 19

19

NR. 98 | FEBRUARI 2020

Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl

NIEUWE MONUMENTEN 1970-2000 Tekst: Arjan den Boer Beeld: Het Utrechts Archief

Provinciehuis

in Rijnsweerd-Noord In de late jaren zeventig verrezen er geen betonkolossen, zoals in het voorgaande decennium, of glazen torens zoals in de jaren daarna. Met het oog op de menselijke maat werden kantoorgebouwen opgedeeld in kleinschalige eenheden. Een kenmerkend voorbeeld is het provinciekantoor uit 1978, dat uit geschakelde 'sterren' bestaat.­ Luchtfoto 1979 en een 'ster' met daktuin in 1982

D

e provincie Utrecht, destijds gevestigd rondom het Paushuize, kwam begin jaren zeventig in ruimtenood. Het aantal ambtenaren was in tien jaar tijd verdubbeld door allerlei nieuwe taken rond ruimtelijke ordening, milieu en welzijn. De provinciale diensten waren ­verspreid over elf locaties in de binnenstad. Men besloot tot de bouw van een kantoorcomplex aan de stadsrand, maar de statenzaal en representatieve ruimtes bleven voorlopig op de oude locatie. Het provinciekantoor kwam aan de Galileïlaan, deel van het bestemmingsplan Rijnsweerd-Noord in de deels nog groene Johannapolder. Tegelijkertijd werd de naastgelegen voormalige vuilstort omgevormd tot het ecologische Park Bloeyendael. De buitenruimte van het provinciekantoor sloot hier nauw op aan met buiten-, binnen- en daktuinen, waterpartijen en bruggetjes. De parkeerplaatsen werden gedeeltelijk overdekt of door groen aan het oog onttrokken. Het provinciekantoor moest organisch kunnen meegroeien met de organisatie. Die gedachte

paste perfect bij het structuralisme dat destijds actueel was. Als reactie op de grootschalige architectuur van het vorige decennium werden grote complexen opgedeeld in geschakelde eenheden. Deze bouwsels moesten laagdrempelig en niet-hiërarchisch zijn, met vele ingangen en collectieve tussenruimtes. De menslievende uitgangspunten hadden wel tot gevolg dat bezoekers soms de entree niet konden vinden of verdwaalden. Het provinciekantoor bestond uit aaneengeschakelde stervormige gebouwen, in hoogte variërend van twee tot vijf verdiepingen. Ze waren op een grid geplaatst zodat het complex eenvoudig met nieuwe 'sterren' kon worden uitgebreid. In eerste instantie waren het er zeven (samen goed voor 450 werkplekken) en dat aantal zou in de loop der jaren verdubbeld worden. De architect was Jacob Lengkeek (1933-2015), die sinds 1962 zijn bureau had in De Bilt. Hij was gespecialiseerd in verpleeg- en verzorgingshuizen en overheidsgebouwen. Lengkeek paste zijn stijl telkens aan de tijdgeest aan,

zoals blijkt uit de sterk afwijkende kantoortoren van staal en glas die hij later aan het complex zou toevoegen. Huiselijke sfeer Elke 'ster' was een zelfstandige eenheid met receptie, garderobe, koffiehoek en een centrale vide met trappen. Men koos bewust niet voor kantoortuinen maar voor aparte kamers van variabele grootte. De architect vond dat er 'voor iedere werker een eigen plaats moet zijn waar hij zich thuis kan voelen'. Het gebouw mocht nergens een massale indruk wekken. De stervorm zorgde ervoor dat iedereen uitkeek op de omgeving. Het groen werd binnen overigens voortgezet met grote kamerplanten. Op de vloeren lag in totaal 11.000 vierkante meter wollen tapijt, volgens een krant 'een van de grootste wolprojecten ooit in ons land'. Net als de buitengevels ­bestonden de muren uit rood-gele baksteen terwijl k ­ ozijnen, trappen en plafonds van hardhout waren. De koffiehoeken hadden door Mobach vervaardigde keramische zitjes. Aardetinten over-

heersten, net als in de huis­kamers van die jaren. Ook de vele kunstwerken droegen bij aan het tijdsbeeld. Een van de vides had een keramische fontein van Huub Gommans, in een andere hing een hoog mobile van steengoedschijven door Marianne Franken. Van Joop Hekman was een groot baksteenreliëf en van Jan van der Vaart een keramisch wandreliëf. Ook hingen her en der wandtapijten. Studentencomplex In 1995 kwam aan de Pythagoras­ laan een eigentijdse uitbreiding met een waaiervormige statenzaal en een kantoortoren van 17 verdiepingen. Het provinciekantoor kon zich voortaan provinciehuis noemen: de oude zetel in de binnenstad werd opgegeven. In 2005 besloot de provincie de 'sterren' te vervangen door nieuwbouw. Dat ging uiteindelijk niet door vanwege de verhuizing naar het voormalige Fortis-gebouw. Het oude provinciekantoor kreeg — na asbestsanering — een nieuwe bestemming als studentenhuisvesting 'De Sterren'. In deze groene en huiselijke omgeving tussen

binnenstad en universiteitscampus wonen nu 750 studenten. Voor architectuurhistoricus Bettina van Santen, die mogelijke nieuwe gemeentelijke monumenten inventariseert, is het complex zeker een kandidaat. “Na de gedeeltelijke sloop van muziekcentrum Vredenburg is dit één van de weinige gebouwen in Utrecht die laat zien waar het structuralisme voor stond. De plattegrond kent een vaste maateenheid, zodat naar believen geschakeld en uitgebreid kon worden. Het kantoor is bedoeld als een kleine stad, met individuele maar gelijkwaardige ruimten en volop ontmoetingsplekken. Het complex is bewust laag gehouden en door het tuinontwerp is het één met het landschap. En overal zijn 'aardse' materialen toegepast zoals hout en baksteen, ook in het interieur.” Een locatiebezoek moet nog uitwijzen hoeveel er van de kunstwerken, keramische zitjes en andere interieuronderdelen bewaard is gebleven.  Op duic.nl schrijft Arjan den Boer meer over Oudegracht 354, een van de genoemde grachtenpanden


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.