8
NR. 127 | JUNI 2021 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl
Een tienjarig bestaan kan natuurlijk niet voorbijgaan zonder een terugblik, maar vooruitkijken is net zo belangrijk. Met de volgende onderwerpen kijken we dan ook niet alleen terug, juist ook vooruit. Want is Hoog Catharijne nu eigenlijk helemaal af? En hoe staat het met de nasleep van de tramaanslag? Van de sloop van de perronkappen op Utrecht Centraal en de fietsfile op de Maliebaan tot de Uithoflijn en het wervengebied.
Perronkappen Utrecht Centraal
I
n het eerste jaar dat DUIC bestond, kwam er een einde aan een bouwwerk dat meer dan honderd jaar station Utrecht Centraal sierde. De laatste monumentale perronkappen van het station werden namelijk in 2011 gesloopt. De constructie was het werk van ir. George van Heukelom, die later ook De Inktpot ontwierp. De perronkappen waren er sinds 1894, maar moesten meer dan een eeuw na de bouw plaatsmaken voor vernieuwing: moderne kappen met zonnecellen. De af braak begon in 2010 en werd in fases uitgevoerd, tegelijk met de werkzaamheden om het station geschikt te maken voor het groeiend aantal reizigers. In 2010 begon de verbouwing die in december 2016 werd afgerond. Veel Utrechters protesteerden tegen de sloop. De gemeente besloot daarop dat de kappen niet simpelweg werden weggegooid, maar een herbestemming kregen. Even was daarvoor het Spoorwegmuseum in beeld, maar dat had te weinig ruimte. Een deel van de kappen verhuisde naar Stichting Stoomtrein Goes-Borsele die op haar terrein een overkapping wilde. De perronkappen van spoor 8 en 9 werden opgeslagen en zijn later gebruikt op het Berlijnplein in de nieuwbouwwijk Leidsche Rijn. Eigenlijk staat de sloop van de kappen symbool voor thema’s die afgelopen jaren steeds hebben geleefd in Utrecht: verandering en vernieuwing. En ook het protest is niet nieuw. Verandering zorgt altijd ook voor discussie. DUIC schreef afgelopen tien jaar veel over het veranderende Utrecht en ook in deze krant komen we er nog een aantal keer op terug.
Lonely Planet
I
n de afgelopen tien jaar schreven we zo af en toe ook over onze internationale collega-journalisten. Het gebeurt namelijk regelmatig dat de internationale media over ons stadsie berichten en de grachten, singels en werfkelders roemen. Vaak wordt dan de vergelijking gemaakt met Amsterdam, zoals ook in 2012 door het reismagazine Lonely Planet. ‘Een gracieuze stad’ en ‘ten onrechte zwaar ondergewaardeerd’ waren termen die vielen. Lonely Planet vermoedde dat de aantrekkingskracht van Amsterdam ervoor zorgt dat toeristen Utrecht overslaan. Met die laatste conclusie zal toen, maar ook zeker nu, niet iedereen het eens zijn geweest. Utrecht heeft toeristen nodig, maar het schuurt ook vaak. Bewoners zien groeiend toerisme vaak als oorzaak van stijgende prijzen en een veranderende stad. Om nog maar te zwijgen over overlast door drukte op straat. Het blijft dan ook balanceren voor de gemeente Utrecht. Zoeken naar de balans tussen wonen en recreatie. Onlangs nog maakte de gemeente bekend de toeristische verhuur in de stad verder aan banden te leggen, met onder meer een eenmalige registratieplicht voor elke woning die verhuurd wordt aan mensen die niet in Utrecht staan ingeschreven. Je raadt het al: veel Utrechters vinden het een goed idee, maar er klinkt ook gelijk kritiek op de plannen. Hoe Utrecht ook met toeristen omgaat, in de buitenlandse bladen is en blijft de stad in trek. Lonely Planet kwam een paar jaar na het bezoek in 2012 nog eens terug. De eerdergenoemde aantrekkingskracht van Amsterdam is nergens meer te bekennen. Er zitten eigenlijk alleen maar voordelen aan een bezoekje aan de Domstad: “Utrecht heeft dezelfde charme als haar grote broer, maar het is er minder druk en er zijn minder vrijgezellenfeesten.”
2011: Perronkappen Utrecht Centraal
2012: Lonely Planet
2012: Stationsgebied de hoogte in
Hoogbouw stationsgebied
Huizenprijzen
D
W
e hoogte van de Domtoren is voorlopig nog heilig, maar er is afgelopen decennium toch heel wat de hoogte in gegaan. Het stationsgebied bijvoorbeeld. De plannen die in 2012 werden aangekondigd zijn al uitgevoerd, maar we gaan nog even terug naar het moment dat het voor alle Utrechters nieuw was. De plannen werden groots aangekondigd. Aan de oostzijde van het spoor zou het Noordgebouw komen. De doorgaande route door de Nieuwe Stationsstraat zou verdwijnen en onder de Nieuwe Stationsstraat en het Stationsplein Oost moest een fietsenstalling komen met 12.500 plaatsen. Ook de ontwikkeling van het Jaarbeurspleingebouw stond toen al op het programma. De fietsenstalling is inmiddels al lang in gebruik genomen, maar de hoogbouwontwikkelingen in het stationsgebied zijn nog niet voorbij. Los van de nieuw te bouwen hoogbouwwijk Beurskwartier, is door de gemeente onlangs nog onderzoek gedaan naar mogelijkheden voor bouwen boven het spoor. Het bleek uitermate complex en kostbaar, maar de gemeente houdt de deur op een kier. De pijlen worden gericht op andere hoogbouwprojecten, zoals Beurskwartier en project Lombokplein, maar op lange termijn wordt gekeken of de ambitie voor bouwen boven het spoor weer kan worden opgepakt. De bouw van hoge woontorens zou kunnen helpen bij het woningtekort, maar architect Daan Roggeveen vertelde dat het niet gezien moet worden als een soort heilige graal. Er komt zoveel meer bij kijken, onder meer op het gebied van kwaliteit van wonen en openbaar vervoer. Dat de skyline van Utrecht verandert, staat gezien de hoogbouwplannen wel vast. Waarschijnlijk heeft Utrecht tegen de tijd dat DUIC de volgende jubileumkrant maakt de magische Domtorengrens van 112 meter wel overschreden.
e kunnen het ons nu nauwelijks nog voorstellen, maar in 2013 daalden de huizenprijzen in Utrecht nog. Dat jaar was de daling in Utrecht het minst van de vier grote steden en het was ook gelijk het laatste jaar dat de prijzen daalden. Vanaf 2014 gingen ze de lucht in. Een huis in Utrecht kostte acht jaar geleden 231.691 euro. Een stuk meer dan de 85.568 euro die Utrechtse huizenkopers in 1995 nog neerlegden natuurlijk, maar de prijzen gingen rap omhoog. In 2020 betaal je gemiddeld 405.791 euro voor een stekje in de stad. Het gaat op dit moment misschien wel meer over de huizenmarkt dan ooit. Woningen worden ver boven de vraagprijs verkocht en huurders kunnen met moeite een betaalbare woning vinden. Voor starters is het op deze woningmarkt lastig om een eerste huis te kopen, maar ook de prijzen voor huurwoningen rijzen de pan uit. De gemeente Utrecht neemt maatregelen om de huizenmarkt voor iedereen toegankelijk te houden, maar ook om wijken gemengder te maken: sociale huurwoningen worden verkocht en in ruil daarvoor komen in andere wijken met veel koop- en huurwoningen terug. Een andere grote factor in de stijgende huizenprijzen is het feit dat veel woningen worden opgekocht door beleggers en investeerders. In 2020 ging ruim een derde van de verkochte woningen in Utrecht naar mensen die er niet zelf gaan wonen. De gemeente maakt zich zorgen over dat fenomeen. Bij nieuwbouw zijn er manieren om dit tegen te gaan, zoals zelf bewoningsplicht en anti-speculatiebeding. Maar de gemeente zegt weinig middelen te hebben om het opkopen van bestaande bouw tegen te gaan.