4 minute read
DUIC in Beeld
Fotogra e: Bas van Setten
Na bijna 2,5 maand dicht te zijn geweest kon de horeca eindelijk weer de deuren openen op 26 januari. Bij Cafe ‘t Neutje schoven Edith Lucieer en Gül Streutker meteen aan. "Dit is onze stamkroeg, dus natuurlijk zijn we hier gelijk gaan zitten." Met de recente versoepelingen lijkt de lockdown dan eindelijk echt voorbij, en mogelijk is ook het einde van de pandemie in zicht. Al zal corona nooit meer helemaal weggaan. De komende tijd gaan we eerst nog wat torenhoge besmettingsaantallen zien. Maar zolang je gezond bent kan je in ieder geval wel weer van alles doen in Utrecht.
Advertisement
Mente (26) in gesprek met rasechte Utrechter Gijs (71): 'Als buschau eur maak je zóveel mee'
Wat verbindt de oudste en de jongste bewoners van onze mooie stad? Nou, precies dat: die mooie stad! In deze reeks gaan een jongere en een oudere inwoner van steeds een andere Utrechtse wijk met elkaar in gesprek over het leven. Over vroeger, over nu en over later. Al wandelend of op een bankje in de zon praten ze over het leven, over Utrecht, over de wijk waar ze wonen en nog veel meer. Want de liefde voor Utrecht kent geen leeftijd: Utrecht verbindt jong en oud! Vandaag: Mente (26) in gesprek met Gijs (71). Gijs woont al zijn hele leven in Utrecht en is 37 jaar lang buschau eur geweest in de stad.
U woont al uw hele leven in Utrecht. Bent u er ook geboren?
‘Ja, ik ben een rasechte Utrechter! Ik ben geboren in de Knollensteeg bij de Bemuurde Weerd. Dat is nu de Lintontuin. Vroeger stonden daar zes kleine huisjes en zaten er aan de voorkant een schoenmaker, een patatzaak en een rietmaker.’
Waar heeft u zoal gewoond in Utrecht?
‘Na de Knollensteeg ben ik met mijn moeder naar de Hoveniersstraat verhuisd, waar ik op mijn vijftiende mijn latere vrouw Hennie heb ontmoet. Op mijn achttiende zijn we getrouwd en toen hebben we daar samen nog een tijdje gewoond. Mijn moeder kreeg toen nog een nakomeling, waardoor wij er niet konden blijven wonen. Na wat tijdelijke woningen hebben we uiteindelijk een huisje kunnen huren op het Anthonieplein, wat nu de Miltenburgstraat is. Daar hebben we 26 jaar gewoond, waarvan twintig hele mooie. De laatste zes jaar was er veel gedoe in de straat: drugs, knokpartijen. De vrouw van mijn neef vertelde ons toen dat ze mooie huizen aan het bouwen waren in Zuilen, bij het Julianapark. We hebben vervolgens twintig jaar gewoond op de Réaumurlaan. De kinderen waren toen al het huis uit. En sinds januari vorig jaar wonen mijn vrouw en ik op het Castellumplein in De Meern. Lekker in een appartement dat gelijkvloers is, en we kijken mooi tegen de zijkant van de kerk aan.’
gewoond?
op het Anthonieplein. Ze konden daar lekker spelen op het plein en in de grote boom in onze tuin. Dat was een hele mooie en gezellige tijd.’
U woont nu in De Meern, maar wat waren of
‘Met mijn kinderen ging ik vroeger altijd naar het Julianapark, wat toen nog Duivenkool heette. De familie Kool was een bekende familie dat het park uiteindelijk aan de gemeente heeft verkocht. In die tijd liepen er nog veel meer herten, kippen en hanen. De kippen liepen bij ons ook gewoon over straat, die gaf ik voer. Er zijn nu veel minder kippen, ze hebben er volgens mij 150 geruimd voor alle yuppen en studenten die nu in de buurt wonen. Ik vind het Julianapark nog steeds nog.’
‘Ik vind Utrecht een beetje onpersoonlijk geworden. Het is allemaal gehaaster en drukker. Ik merk dat vooral nu ik in De Meern woon. Hier is het veel rustiger en iedereen zegt elkaar gedag. Dat vind ik mooie dingen. Dat deden ze in Utrecht niet meer.’
‘Niet dat ik zo een-twee-drie kan noemen.’
‘Dat vind ik een grote puinhoop geworden. Mensen moeten nu een heel eind lopen om bij de bus te komen. Op het oude station wist je precies waar je moest zijn, maar dat is nu allemaal anders. En Hoog Catharijne is ook zo veranderd. Daar kom ik ook liever niet meer.’
‘Dat vond ik geweldig! Ik vond het nooit vervelend om over te werken. Als er iemand uitviel belden ze mij, ze wisten dat ik altijd kon. Soms maakte ik diensten van twaalf uur. Dat mag eigenlijk niet van de wet, maar ik vond het rijden heerlijk. Vooral het contact met de mensen. Ik heb zoveel verhalen te vertellen. Zoals die ene keer dat er ’s ochtends een oud vrouwtje instapte. Zij vroeg: “Hé jochie, mag ik een kleintje van je?” Ik keek dat mensie aan en zei: “Ben je daar niet wat te oud voor?” Zegt ze: “Nee viezerd! Ik mot zo’n klein kaartje hebben.” Dat zijn echt de leuke verhalen.’
dat kon?
‘Ik zou de wijken wat kleinschaliger maken en meer gemengd. Dan moeten alle mensen zich wat meer aan elkaar aanpassen. Zo komt er meer eenheid in de stad, in plaats van verdeeldheid. Ook denk ik dat mensen op die manier veel van elkaar kunnen leren.’
len meegeven?
‘Ik vind dat mensen wel wat meer naar elkaar mogen omkijken. Dat doen veel mensen niet meer. Hier in De Meern gebeurt dat nog wél, jong en oud helpen elkaar, dat gaat hier wat meer vanzelf. Meer saamhorigheid
Utrecht verbindt jong & oud De interviewreeks ‘Utrecht verbindt jong & oud’ is een initiatief van Thirty030, de stadsambassadeurs van Utrecht. In deze reeks gaan steeds een jongere stadsambassadeur en een oudere inwoner van een wijk met elkaar in gesprek.