Samenwerking met meerwaarde
ENERGIENEUTRALE WONINGBOUW-CONCEPTEN
Duurzaam Gebouwd # 38 | oktober 2017
ALL-ELECTRIC WARMTEPOMP-OPLOSSINGEN VOOR LAAG- EN HOOGBOUW
Claudia Reiner (UNETO-VNI):
‘Ik wil een positieve impact hebben op onze leefomgeving’ + Verwarming, koeling en warm tapwater tegen 500% rendement + Komt in aanmerking voor de ISDE-subsidie en EIA-2016 + Bewezen concept voor nul-op-de-meter + Geen gasaansluiting nodig + 100% koolmonoxide vrij + Compacte plug-and-play installatie + Forse EPC-verlaging
Opzoek naar een warmtepomp-oplossing? Bestel de brochure via:
WWW.ALKLIMA.NL
# 38 | oktober 2017
Prestatiecontracten
Gebouwschil
Met onder meer de gemeente Rotterdam, die prestatiecontracten inzet om in 2030 40 procent energiebesparing te realiseren en vier tips hoe om te gaan met prestatieafspraken.
Met onder meer diverse innovaties in nul-opde-meterprojecten, de bijzondere buitenschil van gebouw Pontsteiger en het ronde duurzame gebouw van een verpakkingsproducent.
Menukaart voor verduurzaming toekomstbestendig erfgoed Op zoek naar valuecases die het verschil maken Breda en duurzaamheid: goed voorbeeld doet volgen?
Management Advies Automatisering Bouw Huisvesting Vastgoed
Isolatieoplossingen van Termokomfort
Milieubewust en innovatief! Door alle aandacht voor energiebesparing en milieu in de media is het isoleren van woningen en gebouwen ‘hotter’ dan ooit. Bij Termokomfort is de isolatie van gebouwen pas echt in ‘groene’ handen. Dat komt onder andere omdat we recyclebare en biologisch afbreekbare grondstoffen voor onze isolatieproducten én -systemen gebruiken die zorgen voor een minimale belasting van het milieu. BioFoamPearls bijvoorbeeld is 100% plantaardig, cradle-to-cradle gecertifi ceerd en biedt de allerhoogste isolatiewaarde in de markt.
Als je kunt delen, kun je ook vermenigvuldigen
foto: Herman Zonderland
“
De deskundigen in onze sector zijn het er met elkaar over eens: de vragen van morgen zijn wezenlijk anders dan die van gisteren en vandaag. En wat was komt voor het merendeel niet meer terug. Bedrijven en hun medewerkers zullen zich opnieuw moeten uitvinden en daar zit de innovatiekracht die ongekend groeit. Vele nieuwe initiatieven worden genomen en start-up’s ontstaan. Ook Brink Groep heeft daarin heel fors geïnvesteerd. We zijn er van overtuigd dat we, door onze kennis en ervaringen met onze stakeholders te delen, het meest van betekenis kunnen zijn voor onze (potentiële) opdrachtgevers en onze medewerkers en de wereld om ons heen. Hans de Jonge, directievoorzitter Brink Groep
brinkgroep.nl/duurzaam
”
100% natuurlijk product Gecertificeerd energiezuinig Hoogste isolatiewaarden in de markt 100% veilig voor mens en milieu Flexibel in de verwerking Inzetbaar voor vele vormen van isolatie
dakisolatie
spouwisolatie
kruipruimteisolatie
Bel vandaag nog voor een vrijblijvend gesprek en wij vertellen u graag hoe Termokomfort de beste ‘groene’ isolatieoplossingen in de markt kan bieden! akoestische isolatie
(036) 538 75 58 www.termokomfort.nl
maakt het behaaglijk
Duurzaam Gebouwd
Groot interview: Claudia Reiner
10
Winnares van de ABN AMRO Duurzame 50 editie 2017 Claudia Reiner is naast directeur van installatiebedrijf Caris & Reiner ook bestuurlijk actief als vicevoorzitter van Uneto-VNI. Op die manier aan de knoppen zitten om Nederland te verduurzamen bevalt haar zeer goed. Het mag echter allemaal wat sneller en opschalen is een must!
Thema: Prestatiecontracten • Project: Lager energieverbruik en meer comfort in Rotterdamse gebouwen • Project: Verduurzamen vastgoed draait ook om sociale innovatie • Achtergrond: Aanbesteding moet circulariteit overheidsinterieurs verhogen • Achtergrond: Succesvol samenwerken in prestatiecontracten
19 Thema: Gebouwschil • Project: Keramische schil kleurt goud bij zonlicht • Achtergrond: Doorpakken met Nul op de meter • Project: Ronde bedrijfshal met natuurlijke uitstraling
93 duurzaam gebouwd | oktober 2017
3
Duurzaam Gebouwd introduceert nieuwe lidmaatschappen DG Labs is een nieuwe tak van Duurzaam Gebouwd en ontwikkelt nieuwe producten, diensten en innovaties voor het kennisplatform en haar partners. Als eerste innovatie biedt Duurzaam Gebouwd vanaf eind oktober nieuwe lidmaatschappen aan: het Persoonlijk Lidmaatschap en het Bedrijfslidmaatschap.
Met de introductie van deze lidmaatschappen vereenvoudigt Duurzaam Gebouwd toetreding tot het netwerk. Met het Persoonlijk Lidmaatschap kan iedereen zich persoonlijk profileren binnen ons netwerk van bouwen vastgoedprofessionals. We richten ons hierbij onder andere op corporatiebestuurders, zzp’ers, managers vastgoed, bestuurders van zorginstellingen en gemeentefunctionarissen die actief zijn met het verduurzamen van de gebouwde omgeving. Het Bedrijfslidmaatschap bevat een uitgebreide introductie in het netwerk via social media en de nieuwsbrief. Daarnaast krijgen twee personen van de organisatie
toegang tot de Duurzaam Gebouwd Seminars en het Duurzaam Gebouwd Congres. Wilt u een actieve rol spelen in de testfases van nieuwe producten of innovaties en bijvoorbeeld mee doen met een pilot of reviewtest? Meld u dan aan voor het DG Labs Klantenpanel en ontwikkel mee! Innovatie en betrokkenheid staan hoog in ons vaandel. Door de introductie van DG Labs kunnen wij onze community nog beter voorzien in haar behoeftes en vooruitstrevend blijven als platform. Hierdoor komen duurzame samenwerkingen sneller tot stand.
Word lid van onze social community Elke maand een nieuw thema en elke dag exclusieve posts, bent u al lid van onze social media kanalen? Blijf optimaal op de hoogte van alle nieuwe ontwikkelingen binnen de sector via de onderdelen ‘Vers van de Pers’ en ‘Tip van de Week’. Laat uw mening horen binnen ‘Aan het woord: Expert’ en profileer uzelf en uw organisatie binnen het onderdeel: ‘Quote van de Week’. Bent u al overtuigd?
4
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Duurzaam Gebouwd
Duurzaam Gebouwd presenteert thema’s voor 2018 Vol trots presenteert Duurzaam Gebouwd de thema’s voor 2018. Mede door uw input hebben wij deze thema’s vast kunnen stellen. Ieder jaar doet Duurzaam Gebouwd uitgebreid onderzoek onder haar community naar de trends en ontwikkelingen in de bouw- en vastgoedsector. Naar aanleiding van dit onderzoek hebben wij de thema’s voor 2018 geselecteerd. Vanaf januari zal er iedere maand een nieuw thema centraal staan. Dit thema dient als rode draad binnen onze multimediakanalen met actueel nieuws, projecten, interviews, marktvisies en whitepapers.
JAN DEC
NOV
OKT
FEB
Op welke thema’s wil jouw organisatie zich volgend jaar profileren?
SEP
MRT
APR
MEI
AUG
JUN JUL
#VanGasLos tijdens Duurzaam Gebouwd Congres op 1 februari 2018 Het onderwerp #VanGasLos staat op 1 februari 2018 aanstaande centraal tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres 2018 in de gemeente Haarlemmermeer. Het congres strijkt neer in deze gemeente om gezamenlijk ambities en uitdagingen in te vullen omtrent aardgasloos bouwen.
“Haarlemmermeer heeft een duidelijke visie omtrent #VanGasLos en weet dat zij de omslag nu moet maken”, vertelt directeur Wietse Walinga van Duurzaam Gebouwd. “Op 1 februari komen experts uit de bouw- en vastgoedsector bijeen om invulling te geven aan dit belangrijke en relevante thema.” Gemeente Haarlemmermeer ziet dat er financieel en organisatorisch omvangrijke barrières zijn om bestaande bouw los te koppelen van gas. De investering is vaak fors. Daarnaast liggen kosten en baten niet altijd bij dezelfde partij. Veel verschillende stakeholders moeten de handschoen oppakken om initiatieven omtrent energieverduurzaming tot een succes te maken. Een gebiedsgerichte aanpak is noodzakelijk, om betrouwbaarheid en stabiliteit van de warmtevoorziening te waarborgen. Voorbeelden van initiatieven die door de gemeente worden ondersteund, zijn het burgerinitiatief in Lisserbroek en de ontwikkeling van de gasloze wijk Hanepoel in Zwaanshoek. De ambities van de gemeente Haarlemmermeer zijn om nieuwbouw geheel gasloos te maken en te voorzien van de meest effectieve warmtevoorziening, bijvoorbeeld restwarmte uit datacenters. Kijk voor meer informatie op de pagina’s 116 en 117 in dit Duurzaam Gebouwd Magazine en op s.nl. www.DuurzaamGebouwdCongres.nl.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
5
Het gebouw van de toekomst...
...is gebouwd rondom de gebruiker.
— Kunnen gebouwen denken? Uiteraard!
Een gezonder leefklimaat, meer comfort en productiviteit staan centraal, slimme automatiseringsoplossingen vormen de basis. Verwarming bijvoorbeeld, maar ook verlichting en ventilatie. Producten in een intelligente omgeving, voor maximaal gemak en meer vrijheid voor de gebruiker. Maar ook voor extra functionaliteiten zoals betere communicatie, beveiliging en optimaal facilitair beheer. Energiezuinig bovendien; over vooruitkijken gesproken. Ontdek gebouwintelligentie volgens ABB op: www.abb.nl/lowvoltage
Duurzaam Gebouwd
Inhoud
Editorial
10
Kansloos
Groot Interview: Claudia Reiner
Thema: Prestatiecontracten 20 26 30 36 41 46 50 54 58 62 66 70 76 80 82 86
Project Lager energieverbruik en meer comfort in Rotterdamse gebouwen Project Verduurzamen vastgoed draait ook om sociale innovatie Achtergrond Aanbesteding moet circulariteit overheidsinterieurs verhogen Achtergrond Succesvol samenwerken in prestatiecontracten Korte berichten uit de markt Partnerpagina’s RVO.nl RVO.nl biedt ondersteuning bij de verduurzaming van gebouwen Partnerpagina’s Beton Bewust Bouwkolom staat positief tegenover Beton Bewust|CSC Partnerpagina’s GPR GPR Vastgoed zet duurzaam vastgoed op de kaart Partnerpagina’s Stroomversnelling Bijzondere NOMleaseconstructie voor koopwoningen in Westvoorne Partnerpagina’s NeVaP Op expeditie naar… toekomstbestendig wonen Partner uitgelicht Virtueel door projecten lopen Achtergrond Provincie Noord-Brabant wil menukaart voor verduurzaming monumentaal erfgoed Achtergrond Kantoor verduurzamen? Gebruik ruimte efficiënter! Algemeen Verduurzaming kantoren brengt veel in beweging Algemeen Op zoek naar valuecases die het verschil maken Achtergrond Breda en duurzaamheid: goed voorbeeld doet volgen?
Thema: Gebouwschil 94 Project Keramische schil kleurt goud bij zonlicht 100 Achtergrond Samenwerken, innoveren, finetunen en polijsten aan Nul op de meter 106 Project Ronde bedrijfshal met natuurlijke uitstraling 111 Korte berichten uit de markt 116 Duurzaam Gebouwd Congres #VanGasLos op weg naar energieneutrale woningen 120 Duurzaam Gebouwd Achter de schermen 122 Duurzaam Gebouwd Op Locatie Netwerken en kennis delen over belangrijke vraagstukken 124 Algemeen ‘Compleet verhaal vergroot impact van data’ 128 Reportage Canadese vrienden verplaatsen hun woning 132 Algemeen Enthousiasmeren voor het installatievak 134 Interview John Mak: ‘Ondergrens MPG is startschot voor hogere ambities’ 139 Korte berichten uit de markt
In ons eerste koophuis hadden we geluk: er zat een nieuwe cv in, dus we zaten gebakken. Maar we woonden ondertussen wel bijna tien jaar in dit ‘nieuwe’ huis. Het huis was ondertussen geïsoleerd, er lagen zonnepanelen op, overal ledlampen in. Maar die cv-ketel, die bleef. Tot die ene avond dat het kil werd. De cv ging wel aan en de radiatoren werden iets warmer, maar daar bleef het bij. Half oktober, buiten werd het fris en binnen werd het kil: cv stuk op het verkeerde moment. De installateur kwam en had de diagnose ‘reparatie is kansloos’ snel gesteld. Tijd voor een nieuwe cv-ketel. Mwoaaah, daar dacht de vrouw des huizes (niet technisch onderlegd) wel even anders over. Als gedeputeerde Energietransitie moet ik toch echt wel het goede voorbeeld geven, dus kom maar op met die warmtepomp. Zelden keek een man in overall me zo glazig aan. “Dat is veel te ingewikkeld, mevrouw en onmooooguluk.” De expert zette me weer even met beide benen op de grond. En daarna mijn man: “Of ik wel wist wat dat kostte” en “hoe lang dat duurde”. Na een dag discussiëren met manlief, met drie kinderen douchen bij schoonouders, een koud huis en vette pannen was de kogel door de kerk. “Doe die heeeeeeeeel zuinige cv dan maar.” Een stemmetje in mijn hoofd zei: “Dat is nog steeds aardgas in je huis met aardbevingsschade door aardgaswinning.” Auw. Het kan natuurlijk anders. Ons huis had prima gasloos kunnen worden met het goede advies en een mooi financieel aanbod. Als er nu nieuwe huizen worden gebouwd, dan wordt er naar het hele energiesysteem gekeken. Dat is gelukkig steeds vaker energieneutraal of zelfs energieleverend. Maar we hebben veel meer bestaande dan nieuwe huizen. De oude huizen zijn vaak zo lek als een mandje en de gasrekening is torenhoog. Investeringen kunnen snel worden terugverdiend. Daar ligt dus een kans. Voor het huishoudboekje en een enorme kans voor de installatiesector. Want hoeveel huizen met cv’s zijn er? Warmtepompen kunnen veel van die huizen elektrisch verwarmen. Werk aan de winkel voor de installateurs dus. Maar dan moeten ze wel weten wat de mogelijkheden zijn. Zowel technisch als financieel. Als we echt duurzaam willen bouwen en verbouwen, dan moeten we zorgen dat ook de installateurs goed geschoold zijn. Sterker nog, ik denk dat we dan heel wat extra man-/vrouwkracht nodig hebben om alle huizen elektrisch te verwarmen. Zonder (om-)scholing is de energietransitie kansloos. Nu we weten dat het aardgas snel opraakt en we allemaal over moeten op elektrische verwarming van ons huis, zeg ik: pak die kans, installatiebranche! Wij hebben inmiddels een nieuw huis, dus ik krijg een tweede kans. Nienke Homan Gedeputeerde Provincie Groningen
duurzaam gebouwd | oktober 2017
7
Professionele vochtweringsystemen
Vochtwering Binnenzijde
Vochtwering Buitenzijde
Bescherming opstijgend vocht
NIEUW
Bescherming dak
EEN PROFESSIONEEL ASSORTIMENT VOCHTWERING VOOR DE SLIMME VAKMAN Een goede staat van een gebouw is van grote waarde. Heel wat huizen hebben last van vocht. Het is een hardnekkig probleem dat ernstige gevolgen kan veroorzaken in je huis, maar ook voor je gezondheid. Zowel in moderne gebouwen als in oudere gebouwen kun je te maken krijgen met vochtproblemen, zoals: vochtige binnen- en buitenmuren, opstijgend vocht, maar ook lekkage van bijvoorbeeld het dak. De afdichtingssystemen van Bostik bieden effectieve, complete oplossingen voor een snelle, veilige en duurzame afdichting.
www.bostik.nl
facebook.com/bostikbenelux
!
DUCO AT HOME
Natuurlijk ventileren
een verademing!
Spakler, Amsterdam (160 klimaatneutrale woningen)
Een gezonde en comfortabele leefomgeving in combinatie met een laag energieverbruik dankzij een evenwichtige combinatie van basisventilatie, ventilatieve koeling en buitenzonwering. Dat is de succesformule voor Duco’s slimme woonconcepten. De Vraaggestuurde Natuurlijke Ventilatiesystemen (VNV) van Duco zetten de standaard voor ventilatie in elke woning: het Duco CO2 System, het Duco Comfort (Plus) System en het DucoTronic (Plus) System.
Bezoek ons in Hal 3, F.051 10, 11 & 12 oktober 2017 / Den Bosch
‘Bij de ontwikkelingen die onze eigen sector raken, is digitalisering een overkoepelende factor’
10
februari 2017 | duurzaam gebouwd
Groot interview Freewheeler met veel ruimte voor sectoroverstijgende samenwerking
Verbinding leggen voor verduurzamen Nederland Winnares van de ABN AMRO Duurzame 50 editie 2017 Claudia Reiner is naast directeur van installatiebedrijf Caris & Reiner ook bestuurlijk actief als vicevoorzitter van Uneto-VNI. Op die manier aan de knoppen zitten om Nederland te verduurzamen bevalt haar zeer goed. Het mag haar echter allemaal wat sneller en opschalen is een must! Tekst: Tom de Hoog. Beeld: Robert Tjalondo
Was het een verrassing verkozen te worden tot duurzaamste vrouw in de bouw? “Het was zeker een verrassing. De mooie beker die ik ontving staat in mijn woonkamer en ik kijk er dus elke dag naar. Op het winnen van deze verkiezing heb ik heel veel leuke reacties gekregen. Wat ik echter het belangrijkste vind, is dat ik merk dat de urgentie rond het thema groeit en dat steeds meer mensen het belang zien van duurzame ontwikkeling, ook in de bouwnijverheid. Dat vind ik zelf het allerleukste om te ervaren.”
Heeft u al een bestemming voor de aan de verkiezing verbonden geldprijs? “Ik heb zeker een mooi doel in gedachten: de Unica Foundation. Die stichting steunt duurzame projecten, ook in het buitenland. Een goede vriend, een voormalig vestigingsdirecteur bij Unica, was onlangs op bezoek
‘Ik volg mijn passies en ik heb mijn idealen en dat vind ik het allerbelangrijkste’
in Nepal waar de Unica Foundation stromend water en elektriciteit heeft gebracht in gebieden waar dat niet voorhanden was. Ik zag in het beeldmateriaal en een videoverslag dat de mensen daar zo dankbaar zijn dat een bedrijf dit voor ze doet. Daarom gaat het geldbedrag dat ik ontving bij mijn verkiezing naar de Unica Foundation: om het werk dat deze stichting doet te ondersteunen.”
Wanneer ging duurzaamheid in uw leven een rol spelen? “Dat is eigenlijk gegroeid vanuit de techniek waarmee ik in de installatiesector te maken kreeg bij de bedrijfsovername die mijn man en ik deden in 2001. Ik had geen technische achtergrond, maar ik raakte zeer geboeid door techniek en vooral door de verbinding die mogelijk is met maatschappelijke vraagstukken. Techniek biedt namelijk de oplossing voor actuele maatschappelijke thema’s, bijvoorbeeld de energietransitie. Als ondernemer en als bestuurder zie ik zo veel mogelijkheden! Als ondernemer draag ik bij aan de verduurzaming van de gebouwde omgeving door de duurzame projecten waar ik met mijn bedrijf een rol in heb. Bestuurlijk praat ik mee aan belangrijke tafels om randvoorwaarden te creëren voor ondernemers om die duurzame groei tot wasdom te laten komen.”
Wat voor bedrijf is Caris & Reiner? “Het is een familiebedrijf: mijn schoonvader en een oom hebben het ooit gestart. Zo werd het Caris & Reiner en die naam is gebleven. Mijn man en ik zijn de tweede generatie en wij namen het bedrijf over in 2001. De reden was dat mijn schoonouders ziek werden, dus het was noodzakelijk voor het voortbestaan van de onderneming. Ik werkte tot dan in de automotive sector en had een superleuke baan. Toen wij het bedrijf overnamen, was het in een andere fase dan nu. Waar we voorheen een
duurzaam gebouwd | oktober 2017
11
pure verwarmingsinstallateur waren, hebben we ons ontwikkeld tot een bedrijf met een breed aanbod en dan vooral op het gebied van duurzame klimaatoplossingen. Je moet bedenken dat de techniek zich de laatste decennia supersnel heeft ontwikkeld. Dat biedt kansen en daar zetten we als bedrijf echt vol op in.”
Wat is daar een voorbeeld van? “Net deze periode wordt een sportcomplex bij Maastricht opgeleverd, waarvoor wij de complete klimaatinstallatie hebben geplaatst en ingeregeld. We kozen daarbij voor een luchtbehandelingssysteem met geavanceerde regeltechniek dat met een lichte vorm van overdruk werkt en middels slimme ICT wordt aangestuurd. Juist voor een sportcomplex is een gezond binnenklimaat een vereiste en met dit systeem laten we zien dat het met duurzame klimaattechniek mogelijk is om sporters optimaal te laten presteren. Daarnaast zijn we nu bezig met een NurHolzconcept [massief-houtbouwsysteem, red] voor Nulop-de-meterwoningen.”
zijn opleidingen, trainingen en technische publicaties beschikbaar. Bovendien kun je kwaliteitscertificaten behalen. Natuurlijk is er voor iedereen die in de installatiebranche werkt een eerste keer dat een warmtepomp wordt geplaatst en dat is altijd een leermoment. Door de afstemming tussen onderwijs, kennisinstellingen en bedrijfsleven zorgen we wel dat mensen die instromen in bedrijven ‘op niveau’ zijn en zich verder kunnen ontwikkelen. Dat laatste vooral door het ‘doen’. En ja, dan mag iemand ook wel eens een fout maken. We zijn met het bedrijf een lerende organisatie en we stimuleren de mensen om dat te doen.”
Techniek die niet werkt als beloofd, maakt gebruikers niet blij… “Dat klopt. En dan gaat het erom de verantwoordelijkheid te nemen. Uiteindelijk moet de klant tevreden zijn over de geleverde prestatie en het eindproduct. Als er discussie is over bijvoorbeeld het rendement van een systeem met
Ik kan mij voorstellen dat dit project veel aandacht trekt…
Profiel Claudia Reiner-Pibiri
“Ja, techniek wordt steeds belangrijker als het erom gaat een gezonde leefomgeving te realiseren. Het installatiequotum in de gebouwde omgeving neemt sterk toe. Het gaat erom hoogwaardige oplossingen voor koeling en verwarming te bieden. Naast het conventionele deel van dergelijke installaties met cv-ketels worden steeds vaker warmtepompsystemen toegepast naast nieuwe vormen van klimaatbeheersing. Ook kennis van fotovoltaïsche en thermische zonne-energie en BIM behoren tot de expertise van ons bedrijf. Door de cursussen die onze medewerkers volgden, is beslist de kennis aanwezig om aan te sluiten op de veranderende marktvraag. We hebben als mkbbedrijf echt vroeg geïnvesteerd in de ontwikkelingen - en het toepassen van nieuwe techniek in onze projecten - om voorop te kunnen lopen. Dat is echt heel belangrijk om het bedrijf toekomst te geven.”
Als kind van een Italiaanse vader werd zij in Nederland geboren. Haar studie als tolk/vertaler maakte mede dat zij naast het Nederlands vijf talen vloeiend spreekt: Frans, Engels, Duits, Italiaans en Spaans. Vervolgens studeerde zij aan Zuyd Hogeschool | Zuyd University of Applied Sciences commerciële economie en voor fiscaal adviseur. Belangrijke stappen in haar loopbaan zijn haar dienstverband bij Volvo Car Corporation (1995-2000) en de overname van Caris & Reiner in 2001 waarvan zij medeeigenaar is. Claudia Reiner-Pibiri is bestuurlijk actief voor UnetoVNI als voorzitter Groep Klein regio Zuid Oost (sinds 2008) en als vicevoorzitter (sinds 2013). Tevens is zij sinds 2015 voorzitter van het platform Duurzame Huisvesting en voorzitter van het in 2012 door haar opgerichte Platform Ketensamenwerking Zuid. Bij de Taskforce Bouwagenda 2017-2021 is Claudia Reiner als lid intensief betrokken. Daarnaast is ze lid van het hoofdbestuur MKB Nederland en lid van het bestuur LWV (Limburgse Werkgevers Vereniging).
Hoe pakt u dat aan met die cursusprogramma’s? “We werken samen met onderwijsinstellingen om de vraagkant te benadrukken, zodat dat in het onderwijs kan worden opgenomen. Anderzijds gaan we bij de jonge mensen die we in ons bedrijf willen hebben, tijdens de intake in op wat wij ze te bieden hebben. En of dat aansluit op hun interessegebied. Zo kunnen we goed vaststellen op welke projecten ze inzetbaar zijn en met welke techniek ze kunnen werken. Jonge mensen willen we boeien en binden aan ons bedrijf. Niet alleen door beloning, maar ook door bij te dragen aan de ontwikkeling van hun kennis.”
Die kennis over de nieuwste techniek haalt u op bij producenten? “Dat is een deel van het verhaal, want onze mensen moeten wel een goede basiskennis hebben. Daarvoor
12
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Groot interview
Claudia Reiner: “Ik wil een positieve impact hebben op onze leefomgeving.”
een volledig nieuwe techniek, moet je gewoon goed in gesprek gaan met de opdrachtgever. Dat voorkomt veel gedoe. Zo pasten we voor een woningcorporatie in Vaals een aantal jaren gelden een toen nieuwe techniek toe: gasabsorptie warmtepompen. Het was voor ons een eerste keer, maar toch maakten we duidelijk afspraken over de verantwoordelijkheid voor de prestaties. De beloofde besparing op energiekosten was 25 procent. Na het initieel inregelen van de installatie werd het beloofde rendement gehaald en konden we zelfs verbeteren naar 35 procent rendement.”
Veel hoor je nog dat partijen bij problemen naar elkaar wijzen… “Ik hoor soms over WKO’s die niet optimaal werken of niet de beloofde rendementen behalen. Heel vaak heeft dat te maken met eigenaarschap en de ketenverantwoordelijkheid. Maar wees eerlijk, warmtepompen zijn geen rocket science meer, het is bewezen technologie. Het gaat erom – ook als het complexer wordt omdat je bodemrendementen moet betrekken in de berekeningen – dat je het gewoon goed afdekt wat betreft de opbrengsten van een systeem. Ga dus in gesprek met de keten van bedrijven waarmee je samenwerkt en maak duidelijke afspraken zodat de gebruiker weet wat hij krijgt.”
Zoekt uw bedrijf de samenwerking? “We experimenteren met samenwerkingsvormen waar we in co-creatie projecten uitvoeren. Zo is bij het project van het sportcomplex in Maastricht de keuze voor de installaties in samenwerking met de keten en de gemeente Maastricht als opdrachtgever gemaakt. Die gemeente heeft de ambitie om klimaatneutraal te zijn in 2030. Op basis van dit ambitieniveau, en naast randvoorwaarden waaronder het kunnen garanderen van een gezond binnenklimaat, zijn we binnen het budget gaan kijken hoe we konden optimaliseren. Dit bepaalde onze keuze voor het geavanceerde klimaatsysteem. In nauwe samenwerking met alle betrokkenen is deze innovatieve installatie geplaatst. Dat lukt ook alleen maar als je aan de voorkant van zo’n beslissingsproces de ‘andere’ vraag stelt vanuit professionaliteit van het opdrachtgeverschap. Als je dat doet, kun je de markt best uitdagen. Het is dan mooi om vanuit je creativiteit en vakkennis daarop een antwoord te geven.”
Doet uw bedrijf ook het onderhoud op het systeem? “Daarvoor hebben wij een samenwerking met andere gespecialiseerde installatiebedrijven, waaronder Unica. Daarin is Unica heel sterk en ook dat is onderdeel van onze
duurzaam gebouwd | oktober 2017
13
visie op verantwoordelijkheid. Die moet je altijd neerleggen bij een partij die dat het beste kan waarmaken.”
Was het altijd al uw ambitie om ondernemer te worden? “Nee, niet per definitie. Van jongs af aan zoek ik dingen die ik leuk vind en die bij mij passen. Ik volg mijn passies en ik heb mijn idealen en dat vind ik het allerbelangrijkste. Met de dingen die ik doe wil ik een positieve impact hebben op onze leefomgeving, of dat nu het ondernemerschap is of bestuurlijke activiteiten betreft. Dat staat allebei dicht bij mij. Wat ik leuk vind aan de combinatie, is dat je als ondernemer bepaalde mogelijkheden hebt om bij te dragen aan wat we van Nederland maken door ‘te doen’. Het bestuurlijke werk geeft mij bredere inzichten en laat me nadenken op een hoger abstractieniveau. Juist die combinatie houdt mij scherp en dat vind ik echt heel inspirerend.”
Dat verklaart ook dat u koos voor een brede opleiding als tolk/vertaler en ook voor de opleidingen commerciële economie en fiscaal adviseur? “Toen op het atheneum een profielschets van mij werd gemaakt, gaf dat aan dat ik geen specialist ben maar een generalist.”
U spreekt naast Nederlands vijf talen, is dat een voordeel in het werk? “Ik heb een Italiaans paspoort. Ik ben in Nederland geboren, maar mijn vader is Italiaan. De Romaanse talen zijn mij dus wel toevertrouwd. In Spaans, Frans en Italiaans ben ik thuis. Daarbij, in Limburg zitten we dicht bij Duitsland
‘Ik vind het heel mooi dat ik die verbindende rol heb naar andere sectoren’ en Duits is zo ongeveer een tweede taal voor ons hier. Voor het bedrijf heeft taligheid voordelen. Van oudsher komen bijvoorbeeld veel sanitairdesign en techniek uit Italië en dan is het echt een pre om de taal te spreken. Het is belangrijk om direct toegang te hebben tot de juiste mensen en informatie bij bedrijven buiten onze landsgrenzen en de taal spreken helpt daarbij. Daarbij is het ook een teken van respect naar anderen.”
Hoe lang bent u al bestuurlijk actief voor Uneto-VNI? “Dat ben ik nu bijna vijftien jaar. Eerst in Zuid-Limburg, toen in het regiobestuur Brabant, Zeeland, Limburg. Daarna uiteindelijk landelijk als vicevoorzitter, daar zit ik helemaal op mijn plek. Met Doekle Terpstra hebben we nu een voorzitter die echt als boegbeeld naar buiten kan treden. De mensen kennen hem en dat helpt om de sector in de schijnwerpers te zetten. Het mooie van mijn eigen rol is dat ik een soort freewheeler ben, die veel ruimte krijgt om ook de sector-overstijgende samenwerking te verbeteren en te intensiveren. Vaak denkt men nog monodisciplinair en in bedreigingen en ik vind het heel mooi dat ik die verbindende rol heb naar andere sectoren. Namens Uneto-VNI ben ik binnen de Taskforce van de Bouwagenda verantwoordelijk voor de uitwerking van de human capital-agenda en de roadmap transformatie, renovatie en herbestemming. Een prachtige uitdaging, zeker gezien de urgentie om het tekort aan instroom van technisch talent op te lossen. Dat ik die vrije rol mag hebben, daarvoor ben ik Uneto-VNI erg dankbaar.”
Gaat de Bouwagenda het verschil maken? ABN AMRO Duurzame 50-winnares Claudia Reiner en Suze Gehem van de stichting Groene Grachten (rechts), die de Young Professional Award won.
14
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
“Daarvan ben ik overtuigd. Waarom ik mij graag aan de Bouwagenda verbind, is omdat daarin echt een revolutie nagestreefd wordt. Enerzijds is het in opdracht van drie ministers [Henk Kamp, Stef Blok en Melanie Schultz
Groot interview
van Haegen, red.] en geeft het de urgentie vanuit de overheid aan. Daarbij bevat de Bouwagenda de erkenning voor de kwaliteit van leven in de gebouwde omgeving in Nederland. Anderzijds zijn het niet alleen woorden, maar wordt er een behoorlijke investeringsagenda aan verbonden. De revolutie zit in het gegeven dat er institutionele veranderingen gaan plaatsvinden, die dwars door heilige huisjes heen gaan. Dat spreekt mij aan, want het zijn wel vijftig partijen die zich aan de Bouwagenda hebben verbonden, die stuk voor stuk ingrijpende veranderingen niet uit de weg gaan. Denk aan de aanbestedingsregels, de huidige regelgeving rond bouwen of het arbeidsvoorwaardenbeleid. Het gaat om een kwaliteitssprong en een om een sprong in schaalgrootte. Er is voldoende geld, kijk maar naar de institutionele beleggers. Opschalen naar grote volumes is echter nodig om dergelijke partijen te interesseren.”
‘Verduurzamen’ is inmiddels toch een businesscase? “Het is inderdaad een keiharde en bewezen businesscase. Kijk naar duurzaam vastgoed. Dat is waardevast
Winnaar ABN AMRO Duurzame 50 2017 Afgelopen april won Claudia Reiner de ABN AMRO Duurzame 50 tijdens het Green Tie Gala, dat plaatsvond tijdens Building Holland 2017. “Ik ben erg heel blij mee en heb er veel reacties op gekregen”, laat ze weten. In het interview op DuurzaamGebouwd.nl vertelt ze wat ze als bestemming heeft gekozen voor de gewonnen € 5.000.
Claudia Reiner toont de beker die hoort bij ABN AMRO Duurzame 50.
en wordt wel verhuurd. Banken herfinancieren nietduurzaam vastgoed niet eens meer. Je ziet vanuit allerlei disciplines de prikkels om de versnelling te gaan maken. Maar dan nog gaat het mij te langzaam. Een deel van onze infrastructuur, zoals bruggen, sluizen, wegen en rioleringen, maar ook gebouwen zijn verouderd. Onze snel veranderende samenleving vraagt om andere oplossingen voor kwaliteit van leven. Daarnaast is er de energietransitie, het mobiliteitsvraagstuk. Op het moment dat aan al dat soort thema’s een stevige investeringsagenda kan worden verbonden, kan het bedrijfsleven echt een innovatieslag maken. De overheid kan daarvoor de randvoorwaarden scheppen.”
Welke kansen zijn er voor Limburg?
Claudia Reiner samen met, van links naar rechts, Petran van Heel (ABN Amro), juryvoorzitter Jan Willem van de Groep en presentatrice Pernille La Lau.
h https://www.duurzaamgebouwd.nl/permalink/Q45DP96Q
“Dan gaat het over wat ik de ‘gouden vierhoek’ noem: overheid, wetenschap, bedrijfsleven en de eindgebruiker. De verbinding van kennis en wetenschap naar het bedrijfsleven wordt een heel belangrijke factor. Een aantal thema’s verdient daarbij aandacht, met name digitalisering. Kijk ik naar de ontwikkelingen die onze eigen sector raken, zoals smart living en slimme gebouwen en steden, dan is digitalisering daarin een overkoepelende factor. In Limburg hebben we onder de noemer Brightlands op meerdere plekken voedingsbodems voor innovatieve startups. Die vestigen zich daar en hebben er het voordeel van de dynamiek die er ontstaat omdat kennis geïntensiveerd wordt. Er is de Chemelot Campus in Sittard-Geleen, de Health Campus in Maastricht, de Smart Services Campus in Heerlen en Venlo met Campus GreenPort. Limburg is een zonder meer een slimme regio waar veel energie samenkomt en veelbelovende ontwikkelingen gaande zijn. Er liggen interessante infrastructurele vraagstukken, ook wat betreft energie. Denk bijvoorbeeld aan gasloze wijken. Zo hebben we bronnen in Limburg – het Groene Net – waaruit restwarmte beschikbaar komt. En er is het Mijnwater-project voor duurzame energie. Zo kan de energietransitie versneld worden. Limburg heeft gewoon ontzettend veel potentie.”
duurzaam gebouwd | oktober 2017
15
RT 82 HI+ PASSIEFHUIS GECERTIFICEERD RAAMSYSTEEM MET GROOTSTE VORMGEVINGSVRIJHEID IN DE MARKT
Maak kennis met de hoogste vorm van M OOHHIFRPIRUW +HW 3DVVLHIKXLV SK% JHFHUWLοFHHUGH rraam- en deursysteem RT 82 HI+ is uniek in ]]õQ VRRUW 0HW HHQ LQERXZGLHSWH YDQ VOHFKWV 82mm en een Uf ZDDUGH YDQ : P2. LV KHW 8 o op dit moment het minst diepe systeem met de KRRJVWH LVRODWLHZDDUGH LQ GH PDUNW 'LW DOOHV PHW K E EHKRXG YDQ YUõKHLG LQ YRUPJHYLQJ ZDDUGRRU X GLW SURGXFW LQ ]RZHO UHQRYDWLH DOV QLHXZERXZ NXQW G ttoepassen. Neem vandaag nog contact op om dit VV\VWHHP WRH WH SDVVHQ LQ XZ SURMHFW
3DVVLHIKXLV JHFHUWLοFHHUG PHW
LVRODWLHZDDUGH YDQ 8f : P2K 0LQLPDOH LQERXZGLHSWH YDQ PP 9HUNUõJEDDU LQ YHUVFKLOOHQGH YRUPJHYLQJHQ 0HW PLQLPDOH DDQ]LFKWEUHHGWH YDQDI PP +RJH OHYHQVGXXU RQGHUKRXGVDUP
kawneer.nl
HQ UHF\FOHEDDU
VOLLEDIG OP MIJ AFGESTEMD BETEKENT VOOR MIJ: SAMEN EEN OPLOSSING VINDEN VOOR EEN OPTIMAAL BINNENKLIMAAT Bij een zuurstofgehalte van 21% kunnen we optimaal functioneren, een luchtvochtigheid van 50% geeft ons een comfortabel gevoel en een temperatuur van 22°C is de ideale kamertemperatuur. Een volledig afgestemd binnenklimaat draagt bij aan een gezond leven. WOLF biedt totale systeemoplossingen voor een optimaal binnenklimaat. Een gezond binnenklimaat begint op: PRO.WOLF.EU
Thema
Prestatiecontracten 20 Project Lager energieverbruik en meer comfort door prestatiecontracten
26 Project Verduurzamen vastgoed draait ook om sociale innovatie
30 Achtergrond Aanbesteding moet circulariteit overheidsinterieurs verhogen
36 Achtergrond Succesvol samenwerken in prestatiecontracten
41 Korte berichten uit de markt
Gemeente Rotterdam roept bedrijven op voor duurzaamheidsideeën
Lager energieverbruik en meer comfort door prestatiecontracten In 2030 wil de gemeente Rotterdam voor het gemeentelijk vastgoed 40 procent energiebesparing realiseren. Dit kan met een prestatiecontract, waarmee Strukton Worksphere bij onder meer negen zwembaden en werklocatie Kleinpolderplein voor minder energieverbruik zorgt. “Per locatie beslissen we wat de beste verduurzamingsoplossing is.” Tekst en beeld: Tim van Dorsten
Midden op het terrein, in een van de oksels van het bekende verkeersknooppunt Kleinpolderplein, torent een oude schoorsteen boven de gebouwen uit, waarin nu onder meer Roteb Service Ongediertebestrijding en de gemeente Rotterdam zitten. De schoorsteen is al geruime tijd niet meer in gebruik, maar het gebouw eronder huisvest wel nog steeds de energievoorziening. Sinds 2016 zorgt een biomassacentrale met drie ketels voor de energieopwekking van het gehele complex. Dat was iets later dan gepland, vertelt contractmanager Dian Verkaart van Strukton Worksphere. “Toen we in de lente van 2015 SDE-subsidie hiervoor aanvroegen, kregen we te horen dat de centrale nog niet in werking mocht zijn zolang we de subsidie nog niet hadden. Daarom leveren de drie ketels pas sinds vorig jaar energie.” Het gaat om een 0,6 MWopstelling met een jaarlijkse warmteproductie van ruim 2.500 MWh.
Afspraken vastleggen in contract Alhoewel, op een zomerse dag in juli natuurlijk niet. “Deze centrale werkt uiteraard alleen als het nodig is”, geeft Verkaart aan. “Normaal gesproken is dat van de herfst tot en met de lente. We hebben kritieke prestatie-indicatoren op het gebied van comfort, van 8.00 uur tot 18.00 uur. Dat hadden we ook contractueel vastgelegd. Afgelopen winter merkten we echter dat medewerkers soms ook tot 23.00 uur en in het weekend hier aanwezig zijn. In reactie daarop hebben we in overleg onze contractuele afspraken aangepast. Want als wij onze verduurzamings- en energiebesparingsafspraken niet nakomen, dan heeft dat
20
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
financiële gevolgen voor ons. Dit moet echter niet ten koste gaan van het comfort van de medewerkers.” Die afspraken heeft Strukton Worksphere gemaakt met de gemeente Rotterdam. Ze zijn een onderdeel van een groter plan van deze havenstad. “Samen met het Havenbedrijf, Deltalinqs en Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond werken wij als gemeente sinds 2006 in het Rotterdam Climate Initiative aan een gezonder en toekomstbestendig Rotterdam”, vertelt adviseur Ard den Outer van de gemeente Rotterdam. “Als kleiner wordende overheid willen we steeds meer marktpartijen inzetten en uitdagen om met vernieuwende ideeën te komen. Vanuit het RCI hebben we hen gevraagd om negen gemeentelijke zwembaden te verduurzamen. Dat zijn namelijk enorme energieslurpers.”
Concurrentiegerichte dialogen Dit resulteerde in 2011 in het eerste onderhouds- en energieprestatiecontract van Nederland, waarbij Strukton Worksphere, samen met Hellebrekers Technieken, tot en met 2021 zorgt voor het beheer en onderhoud van deze zwembaden. “Om tot deze aanpak te komen, hebben we concurrentiegerichte dialogen gehouden. Die dialogen duurden soms wel dagen, waarin we inhoudelijk spraken over de optimale manier om de zwembaden te verduurzamen”, legt Den Outer uit.” Zo verdwijnt negentig procent van de energie via het badwater. “Dit hebben we opgelost door ’s avonds zwembadafdekking toe te passen”, vertelt Marcel Dommisse van Strukton Worksphere. “Daarnaast hebben
Prestatiecontracten
Sinds 2016 zorgt een biomassacentrale met drie ketels voor de warmtevoorziening van het gehele complex.
we de minimum en maximum temperatuur van het badwater contractueel vastgelegd”, weidt Verkaart verder uit. “Waarbij de zwembaden het water liever richting het maximum zien, maar onze voorkeur bij het minimum ligt. Na een week kregen we commentaar, omdat de temperatuur één graad te laag was. Gelukkig ging het om een tikfout, anders hadden we al onze berekeningen moeten aanpassen.”
Naast de zwembadafdekking heeft Strukton Worksphere geïnvesteerd in de kwaliteit van de installaties om de gebouwen energiezuiniger te maken. Deze maatregelen kostten € 3,4 miljoen; hetzelfde bedrag dat de beoogde energiebesparing van 34 procent ten opzichte van 2009 oplevert. De gemeente Rotterdam hoeft dus niets extra te betalen: alle investeringen komen uit de bespaarde energiekosten en het reguliere onderhoudsbudget.
Drie ESCo’s
‘Als kleiner wordende overheid willen we marktpartijen uitdagen om met vernieuwende ideeën te komen’
De ervaringen met de ESCo voor de zwembaden, gaf de gemeente genoeg vertrouwen om meer ESCo’s te starten: voor de Kunsthal en voor Kleinpolderplein. In het geval van de Kunsthal zorgen Eneco, Dura Vermeer en installateur Roodenburg hiervoor. Voor Kleinpolderplein is Strukton Worksphere verantwoordelijk. De lessen die de gemeente
duurzaam gebouwd | oktober 2017
21
SL 38
Nieuw ultraslank aluminium raam- en deursysteem
SL 38 Classic
SL 38 Cubic
SL 38 Ferro
De doorontwikkeling van het meest succesvolle raam- en deursysteem van Reynaers resulteerde in het nieuwe SL 38. Ultraslank en toch voldoet dit systeem aan alle moderne technische speciÔcaties waaronder een hoge isolatiewaarde én brandwerendheid. SL 38 is beschikbaar in drie stijlen: Classic, Cubic en Ferro. De strakke uitstraling past uitstekend bij renovatieprojecten als vervanging van stalen ramen en ook in nieuwbouw levert SL 38 een belangrijke bijdrage aan de detaillering van een gebouw. Interesse voor een proÔlering op maat? Neem contact op met de adviseurs van Reynaers.
Kijk op www.reynaers.nl of bel +31 (0)492 – 56 10 20
Prestatiecontracten
‘Landelijke overheid moet ESCo’s aanmoedigen’ Volgens Ard den Outer van de gemeente Rotterdam zijn meer Energy Service Companies (ESCo’s) nodig, als Nederland wil voldoen aan het klimaatakkoord van Parijs in 2015. “Stel als Rijk tien ervaringsdeskundigen kosteloos beschikbaar aan lokale overheden om maatwerkadvies te leveren”, is zijn idee. “Dan komen die ESCo’s zeker van de grond.” Zijn onderbouwing uwd is te vinden op DuurzaamGebouwd.nl/ permalink/ss3A47yG
uit de eerste aanbesteding leerde, paste ste ze toe in beide projecten. “Eigenlijk was Kleinpolderplein onderdeel van een groter project”, vertelt Den Outer. “We wilden ook de bibliotheek, het stadhuis van Schiedam en een bedrijfsverzamelgebouw in Vlaardingen hierin betrekken. Maar bij ieder gebouw trok een belangrijke stakeholder zich terug, waardoor uiteindelijk alleen Kleinpolderplein overbleef.” Met berekeningen toonde Strukton Worksphere aan dat alleen Kleinpolderplein groot genoeg was om een ESCo succesvol toe te passen. “Hier gaf vooral de doorslag dat we niet alleen met gebouwen te maken hebben. De medewerkers spelen namelijk een belangrijke rol in de energieverspilling.” Roteb Lease is gespecialiseerd in reparatie, onderhoud en beheer van onder meer bestelwagens, reinigingsvoertuigen, hoogwerkers, en brandweervoertuigen. “In de winter laten monteurs de roldeuren naar buiten openstaan, terwijl binnen de verwarming loeit. Hierdoor verdwijnt nodeloos veel energie. Daarom hebben we een technische oplossing in de vorm van sensoren bedacht, die ervoor zorgt dat de verwarming uit gaat zodra een roldeur een paar minuten open staat.”
Gebouw leren kennen
De biomassacentrale huist links naast de schoorsteen, die nog slechts fungeert als monumentaal erfgoed.
‘We hebben ons twee jaar de tijd gegeven om dit gebouwencomplex te leren kennen’
Ander lastig punt voor Strukton Worksphere was dat Kleinpolderplein uit verschillende panden van de Stadsbeheerorganisatie bestaat, waarin naast Roteb Lease ook de gemeente Rotterdam huist. “We hebben ons twee jaar de tijd gegeven om dit gebouwencomplex te leren kennen”, legt Verkaart uit. “In drie stappen zorgen we daarom voor de afgesproken energiebesparing van 32 procent: eerst vijftig procent, vervolgens 75 en uiteindelijk honderd procent.” Die laatste stap is dit jaar ingegaan. “De prognose laat zien dat wij de toegezegde energiebesparing kunnen realiseren.” Die energiebesparing levert een kostenbesparing op van € 2,7 miljoen, die in energiebesparende maatregelen wordt geïnvesteerd. Behalve de biomassa-installatie en de sensoren gaat het om twee ketels met verbeterd rendement, het herstellen van de isolatie, het toepassen van zonneboilers en ledverlichting met sensoren in
duurzaam gebouwd | oktober 2017
23
Plafondunit tevens geschikt voor scholen
solid-air.nl
Alles voor een optimaal binnenklimaat:
Solid Air luchtbehandelingskasten! Topprestaties op maat
Kenmerken Aeolus:
Solid Air Climate Solutions levert compacte luchtbe-
• Compleet en werkelijk stekkerklaar, Plug & Play • Energielabel Klasse A en optimale SFP ratio • ErP 2018 Ready • Fiscaal voordeel mogelijk (EIA) • Eurovent gecertificeerd, No. 14.10.004
handelingskasten op maat. Topprestaties in warmteterugwinning worden bereikt met onze uitgebreide range.
Compacte en geïntegreerde oplossingen De Aeolus range biedt u een compacte en geïntegreerde oplossing voor een gezond en comfortabel binnenklimaat. De luchtbehandelingskast is volledig stekkerklaar, voorzien van Eurovent certificering en is ErP 2018 ready!
Meer weten? Bel ons op onderstaand nummer of ga naar solid-air.nl/luchtbehandelingskasten
AHU No. 14.10.004 Range KEK
Solid Air® Climate Solutions maakt deel uit van de Nijburg Industry Group. Een internationaal actieve organisatie die naast Solid Air® Climate Solutions bestaat uit Velu® Klimaattechnische Groothandel en Nijburg® Klimaattechniek (engineering, installatie en montage).
Tel +31 20 696 69 95 mail@solid-air.nl
Prestatiecontracten
Van links naar rechts: Ard den Outer (gemeente Rotterdam), Dian Verkaart en Marcel Dommisse (beiden van Strukton Worksphere).
‘Slechts een beperkt aantal bedrijven biedt de ESCo aan’ onder meer de parkeergarage, de opslagloodsen en de werkplaatsen. Net als bij de gemeentelijke zwembaden heeft ook dit onderhouds- en energieprestatiecontract een looptijd van tien jaar. De gemeente Rotterdam biedt ieder kwartaal een rapportage op managementniveau aan, waarin de vorderingen staan. “We doen dit in een separate portal: Viadesk”, vertelt Verkaart. “Hierin kan iedereen met de juiste bevoegdheid documenten inzien en uploaden. In het geval van de negen zwembaden is dit extra handig, want niemand hoeft naar de benodigde documenten en certificaten te zoeken.”
Best passende verduurzaming Rotterdam heeft positieve ervaringen met de drie ESCocontracten. Toch ziet de gemeente dit niet als enige optie om haar gebouwen te verduurzamen. “We kijken per
gebouw welke verduurzamingsaanpak het best past”, verklaart Den Outer. “Een ESCo geeft behoorlijk wat eisen aan de (clusters van) gebouwen in de ESCo en een beperkt aantal bedrijven biedt deze optie aan. Als we voor deze optie kiezen, kunnen we dus uit slechts enkele bedrijven kiezen en is er beperkte marktwerking. Wat een oplossingsrichting zou kunnen zijn, is een brievenbus waar we onze vraag kunnen neerleggen én de aanbestedingsplicht kunnen doordelegeren. Het komen tot een aanbieder en aanbieding wordt dan achter deze brievenbus georganiseerd.” Tijdens de aanbesteding wordt door de partij die de brievenbus beheert, uitgezocht welke bedrijven met welke expertise het meest geschikt zijn om bepaald projecten uit te voeren. Zo kan de ESCo behoefte worden ingevuld. Zowel voor Kleinpolderplein als voor de Rotterdamse gemeentelijke zwembaden vult Strukton Worksphere dit goed in. Daarnaast biedt het bedrijf de gemeente Rotterdam ieder kwartaal een rapportage op managementniveau aan, waarin de vorderingen staan. “We doen dit in een separate portal: Viadesk”, vertelt Verkaart. “Hierin kan iedereen met de juiste bevoegdheid documenten inzien en uploaden. In het geval van de negen zwembaden is dit extra handig, want niemand hoeft naar de benodigde documenten en certificaten te zoeken.”
duurzaam gebouwd | oktober 2017
25
Verduurzamen vastgoed draait ook om sociale innovatie Hoe zorg je dat de verduurzaming van commercieel vastgoed beter op gang komt? RVO.nl en NeVaP lieten onderzoeken waarom dit in de praktijk vaak stagneert en wat daaraan valt te doen. Tekst: Martine Schlingmann
Het bedrijventerrein Venlo Greenpark te Venlo.
De verduurzaming van commercieel vastgoed loopt achter bij de doelstellingen van het Energieakkoord: een energieneutrale gebouwde omgeving in 2050 en tenminste energielabel A voor alle gebouwen in 2030. Uit het onderzoek blijken technische zaken niet de belangrijkste obstakels maar is vooral sociale innovatie nodig voor verduurzaming. “Het gaat juist vaak om de menselijke kant”, vertelt Mariëlle Wieman, directeur van NeVaP. “Samenwerken, het op elkaar afstemmen van verschillende belangen en de juiste partijen weten te vinden is belangrijk bij de verduurzaming van vastgoed.” NeVaP
26
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
werkte mee aan het onderzoek door het eigen netwerk te ontsluiten. Het onderzoek laat de vier grootste knelpunten voor het verduurzamen van commercieel vastgoed zien én mogelijke oplossingsrichtingen. Duurzaam Gebouwd legt ze voor aan vier experts.
1. Verdienmodellen De huidige verdienmodellen belonen vaak energieverbruik in plaats van extra inspanningen voor verduurzaming, stelt het onderzoek. Adviseur Twan Hendriks, Hoofd Technisch Management en Energie van Allfixed (NeVaP-lid)
Prestatiecontracten
heeft ervaring hoe je dat anders aanpakt. “Allfixed is een vastgoedbeheerder die werkt met vooraf vastgestelde tarieven voor servicekosten. Daar valt van alles onder, zoals onderhoud, groenbeheer en glasbewassing. En de energiekosten. Als wij het energieverbruik kunnen terugbrengen, wordt onze marge groter. Daarin verschilt ons verdienmodel van gewone beheerders: zij nemen alle kosten en brengen daar een percentage van in rekening. Daarmee verdienen zij aan een hoog energieverbruik. Voor ons verdienmodel loont het juist om te investeren in besparende mogelijkheden. Daarom monitoren we alle panden om te kijken wat het energieverbruik is, waar de knelpunten zitten en hoe er duurzamer mee kan worden omgegaan. Verduurzamen wil niet altijd zeggen dat je een duurzaam element moet toevoegen. Het kan ook gaan over gebruik. Wanneer wordt het pand bijvoorbeeld verwarmd? Is dat alleen overdag of ook ’s nachts? Dat is de eerste winst: je wilt geen energieverspilling verduurzamen.
‘Met ons verdienmodel loont het juist om te investeren in besparende mogelijkheden’ Als we grote investeringen doen, spreken we met de eigenaar een terugverdientijd af waarbinnen wij zeker het beheer blijven doen. Investeringen kunnen vrij ver gaan: op het distributiecentrum van DHL in Utrecht hebben we 700 m2 zonnecollectoren aangebracht. Uiteindelijk levert verduurzaming ook de eigenaar voordeel op: op langere termijn dalen de servicekosten. Daarmee stijgt de huurcomponent van de prijs, en op dat element wordt de waarde van het vastgoed vastgesteld. Soms krijgt een pand een beter energielabel. Allemaal factoren die de waarde van een pand doen toenemen.”
2. Proactief en anticiperend opereren Vastgoedexploitatie is nu vaak gericht op de korte termijn terwijl optimale oplossingen vragen om een langetermijnblik en een langetermijnoperatie, stelt het onderzoek. Wat merkt Valentijn van Wanrooij, senior consultant bij Arcadis en lid van het NeVaP Innovatie Lab Technologie in de praktijk? “Uiteindelijk is commercieel vastgoed een financieel product, het draait om rendement. Ieder type eigenaar heeft een eigen visie en strategie. Hedgefunds hebben vaak een grote portefeuille en gaan vooral voor rendement. Zij kunnen investeringen in verduurzamingsmaatregelen niet terugverdienen omdat die pas op langere termijn rendabel zijn. Wil je deze investeerders prikkelen, dan is de enige manier dat de overheid regels stelt, zoals de verplichting van minimaal energielabel C in 2023. Er zijn ook partijen die wel op de lange termijn denken. Bijvoorbeeld de investeerders die meer voor zekerheid gaan en daardoor een lager rendement accepteren. Zij verduurzamen omdat zij de garantie willen dat er op langere termijn interesse is in het gebouw. Hun klanten vragen om een duurzaam pand, bijvoorbeeld omdat dat bij hun imago past. Verduurzaming zorgt dan misschien voor een lager rendement, maar voor een hogere zekerheid op de lange termijn. Zo kan druk vanuit de markt verduurzaming afdwingen. Vastgoedeigenaren zijn vaak nog terughoudend als het aankomt op het verduurzamen van kantoorlocaties. Het kost inderdaad geld, maar het is mogelijk dat terug te verdienen. Verduurzaming levert een belangrijke bijdrage aan de langdurige waardevermeerdering van de gebouwde omgeving. Dat is niet alleen goed voor de sector; daar heeft iedereen baat bij.”
‘ Verduurzamen kost geld, maar het is mogelijk om dat terug te verdienen’ 3. Coördinatie en organisatie
De circulaire herontwikkeling van Alliander te Duiven.
Duurzaamheid is nu vaak niet verankerd in organisaties waardoor processen niet goed op elkaar zijn afgestemd, stelt het onderzoek. Tim Habraken, Associate Director Sustainability bij CBRE (NeVaP Innovatie Partner) merkt dat het werkt om die processen anders te organiseren. “Hoewel vrijwel iedereen het erover eens is dat duurzaamheid belangrijk is, heeft het onderwerp voor velen nog steeds een negatieve connotatie. Mensen vinden het gedoe en zijn van mening dat duurzaamheid ‘duur’ is. Maar wanneer je duurzaamheidsambities combineert met planvorming, blijken duurzame opties vaak haalbaarder dan gedacht.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
27
Innovatieve partner in prefab bouwcomponenten voor renovatie en nieuwbouw.
www.emergo.nl
Prestatiecontracten
‘Al in een vroeg stadium aan tafel met partners zitten’
Het gerenoveerde hoofdkantoor van a.s.r. in Utrecht.
Een voorbeeld: Winkelcentrum De Heuvel in Eindhoven won de BREEAM Award 2017 in de categorie Retail In-Use. Ongeveer 5 jaar geleden begonnen we met de verbouwing. Het winkelcentrum was gedateerd: er was leegstand en het bezoekersaantal liep terug. De eigenaar zag in niet-duurzaam vastgoed op de lange termijn een financieel risico, dus hebben we bij elke stap gekeken naar de meest duurzame optie. Zo konden we slimme keuzes maken. In De Heuvel zijn verbeteringen doorgevoerd op onder meer water- en elektriciteitsverbruik, binnenklimaat, verlichting en afvalvermindering. Dat had ook in economische zin effect: het imago is verbeterd, de leegstand verlaagd, bezoekersaantallen gestegen en de huurderstevredenheid toegenomen. Natuurlijk is duurzaamheid voor iedereen in een bedrijf relevant, maar als iets de verantwoordelijkheid is van iedereen, dan is het uiteindelijk de verantwoordelijkheid van niemand. Voor een goede verankering van duurzaamheid in de organisatie kan het helpen één persoon verantwoordelijk te maken. Die moet wel met beide voeten in de organisatie staan en door anderen worden gevonden. Uiteindelijk gaat het bij verduurzamen van vastgoed om de menselijke kant. Samenwerking is de sleutel tot verduurzaming: het bij elkaar brengen van gebruikers, eigenaar én de mensen die deel uitmaken van het proces om het gebouw te verduurzamen.”
‘Voor de verankering van duurzaamheid kan het helpen om één persoon aan te wijzen die verantwoordelijk is’
4. Samenwerking ketenpartners en uitvoerders Betrokkenheid van eigenaren en huurders is een voorwaarde voor duurzame oplossingen en verdienmodellen en de operatie van uitvoerders moeten op elkaar aansluiten, stelt het onderzoek. Jan-Maarten Elias, directeur van Unica Ecopower en bestuurslid van NeVaP weet hoe je dat aanpakt. “Bij verduurzaming van vastgoed werken veel partijen samen. Soms zijn er bij één project tientallen partijen betrokken. Ze moeten samenwerken maar hebben ook hun eigen belangen. Wij zeggen: uiteindelijk heeft iedereen dezelfde klant; de gebouwgebruiker of -eigenaar. Om hen goed van dienst te zijn, vinden wij dat we al in een vroeg stadium aan tafel moeten zitten om de juiste ontwerpkeuzes te maken zodat het gebouw toekomstbestendig en exploiteerbaar is. Gedurende het proces is het namelijk heel moeilijk bijsturen vanwege de, al in inkoopcontracten vastgelegde, belangen. Dit is vervelend werken. Een voorbeeld van een verduurzamingsproject is het winkelgebied Hoog Catharijne. Hier zorgen we voor de levering van verwarming en koeling naar de nieuwe winkels en appartementen, exploiteren de WKOinstallatie en zijn we partner voor verdere verduurzaming van de energielevering. We werken samen met het Franse Klépierre, eigenaar van Hoog Catharijne, alle winkeleigenaren en de verschillende installateurs voor deze partijen. Wij bezochten de winkeleigenaren en hielpen ervoor te zorgen dat vanaf dag één de aansluiting op de installatie goed is. Wij gaven uitgangspunten aan, controleerden ontwerptekeningen en adviseerden uitvoerende partijen. In een goede en transparante samenwerking zoeken we naar een gezamenlijk doel. Wanneer dat doel is afgesproken, moet je elkaar de ruimte geven en gebruik maken van elkaars expertise. Maak bespreekbaar waar je goed in bent, en wat beter door een ander kan worden gedaan. Het levert ongelooflijk veel positieve energie op wanneer je met elkaar de goede stappen zet en uiteindelijk het doel bereikt.”
duurzaam gebouwd | oktober 2017
29
Rijkswaterstaat wil 100.000 circulaire werkplekken
Aanbesteding moet circulariteit overheidsinterieurs verhogen Circulair inkopen van kantoorinrichting krijgt een boost. Dat verwachten althans enkele vertegenwoordigers van vooraanstaande Nederlandse kantoorinrichters. Zij reageren opgetogen op het voornemen van Rijkswaterstaat om een aanbesteding uit te schrijven voor maar liefst 100.000 circulaire werkplekken voor het hele Rijk. De opdracht moet leiden tot duurzamere werkplekken. Tekst: Henk-Jan Hoekjen / Foto’s: Bert van Asperen
Ahrend heeft als marktleider al tal van projecten gedaan, waaronder bij Eneco waarbij circulariteit een rol speelde.
30
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Prestatiecontracten
Binnen de overheid staat het thema ‘circulariteit’ nadrukkelijk op de kaart. De recente aanbesteding van Rijkswaterstaat kan in dit opzicht als een voorbeeld dienen. Eind maart publiceerde Rijkswaterstaat een aanbesteding die onder meer tot doel heeft om de duurzaamheid van de eigen werkplekken te verhogen. Daarbij gaat het erom het ontwerp van en de omgang met kantoormeubilair zo te organiseren dat producten, materialen en grondstoffen blijvend inzetbaar zijn. De Europese aanbesteding geldt voor in totaal vier percelen, die elk in twee behoeften moeten voorzien. Enerzijds draait het hierbij om het onderhouden, repareren en refurbishen van bestaand overheidsmeubilair, zodat de waarde van dit meubilair zo hoog mogelijk blijft. Anderzijds heeft de aanbesteding betrekking op de levering en het onderhoud van nieuw circulair kantoormeubilair, dat maximaal geschikt is voor toekomstig hergebruik. Hierbij moet zo veel mogelijk gebruik worden gemaakt van producten, componenten en materialen die al in omloop zijn.
Andere manier van denken Rijkswaterstaat zoekt naar partners voor mogelijk tien jaar. Deze periode biedt marktpartijen ruimte voor innovatie. “Nog niet eerder is in Nederland zo’n grote circulaire aanbesteding op de markt gezet”, zegt Sabine van der Leij, categoriemanager bij Rijkswaterstaat. “Ook voor
marktpartijen vraagt dit een andere manier van denken. We hopen een goede partner te vinden om ervoor te zorgen dat Nederland ook voor toekomstige generaties een schone, groene en veilige plek is om te leven.” Vooraanstaande marktpartijen kunnen zich helemaal vinden in dit streven. “Wij zijn heel blij dat de Rijksoverheid circulariteit leidend heeft gemaakt in deze aanbesteding”, zegt Koninklijke Ahrend-directeur Peter Veer. “Dit is een belangrijke en stimulerende stap voor de hele branche. Nu dienen de betrokken partijen hieraan op een juiste manier invulling geven.”
Planten als grondstof Ook bij andere aanbieders staat het verhogen van de circulariteit in de eigen bedrijfsprocessen hoog op de agenda. Zo is Rohde & Grahl uit Amersfoort – dochterbedrijf van Nowy Styl – naar eigen zeggen zeer actief op het gebied van duurzaamheid. En de VDB
‘Een opdracht van zo’n omvang aan één leverancier gunnen, verschraalt de markt te veel’ duurzaam gebouwd | oktober 2017
31
Prestatiecontracten
De stoel Felt van Vepa is gemaakt van gerecyclede petflessen.
Groep – moederbedrijf van onder meer fabrikanten Vepa en Drentea – heeft bijvoorbeeld een eigen circulair model in het leven geroepen: Green Office Furniture. “Drentea streeft naar een continue stroom van materialen en grondstoffen, zonder kwaliteitsverlies en zonder afval”, zegt een woordvoerder. De aspecten die hierbij een rol spelen zijn een circulair ontwerp, de mogelijkheid van volledige demontage van de producten, een grondstoffenpaspoort, een modulaire opbouw van producten en het gebruik van nagenoeg volledig recyclebare materialen. Daarbij heeft het bedrijf naast de eigen productielocatie in Emmen een zogenoemd ‘Green Field’ aangelegd. Hier kweekt het planten die fungeren als biobased grondstof voor zijn producten.
Nieuwe inzichten Ahrend schrikt niet van de eisen die in de aanbesteding naar voren komen. “Bij ons is de transitie naar een circulaire economie al 25 jaar verankerd in de bedrijfsvoering”, zegt Veer. “We liggen als een van de pioniers in de circulaire
‘We bieden de complete kantoorinrichting aan op basis van pay-per-use’
economie voor op schema om onze productiekringloop uiterlijk in 2020 geheel te sluiten. Daarbij zijn we onlangs lid geworden van het platform CE100 van de Ellen MacArthur Foundation. Hierin werken we samen met andere experts, partners en platformleden om de transitie naar een circulaire economie te bevorderen en zo tot nieuwe inzichten te komen en om zakelijke kansen ontwikkelen.”
Ander verdienmodel Het implementeren van circulariteit houdt niet op bij het zo slim mogelijk (her)gebruiken van grondstoffen. Zo ontwikkelen bedrijven nieuwe businessmodellen die het mogelijk maken beter in te spelen op de eisen van de circulaire economie. “Het ontwikkelen van circulaire toepassingen ten aanzien van het bestaande meubilair gaat hand in hand met het tot een minimum beperken van de aanschaf van nieuw circulair meubilair”, zegt een woordvoerder van Rijkswaterstaat over dit aspect van de aanbestedingsopdracht. “Dit vraagt om een ander businessen verdienmodel van de inschrijvers. Hierbij is het van belang een gezonde bedrijfsvoering te organiseren op het zo lang mogelijk in stand houden van het bestaande meubilair.” Fabrikanten zijn zich bewust van de noodzaak hiervan en verwijzen naar ‘furniture as a service’. “Als onderdeel hiervan bieden we de complete kantoorinrichting aan op basis van ‘pay-per-use’”, zegt Veer. “In dit model betaalt de afnemer op maandelijkse basis voor het meubilair en
duurzaam gebouwd | oktober 2017
33
Prestatiecontracten
Deze aanbesteding door Rijkswaterstaat is uitgelopen op een rechtszaak. Ten tijde van het ter perse gaan van dit Duurzaam Gebouwd Magazine was er nog geen uitspraak gedaan.
de financiering een belangrijk aspect. “Om producten met een restwaarde terug te nemen, heb je krediet nodig. Maar die willen banken nog niet altijd geven. Om dit obstakel te overwinnen, moeten we nieuwe financieringsoplossingen vinden.”
Opdracht verdelen de services. Het eigendom en de verantwoordelijkheid voor de retourname liggen bij ons.”
Andere mindset De partijen zien in de aanbesteding van Rijkswaterstaat dus een kans om hun circulaire modellen op grote schaal in de praktijk te brengen en zodoende te verfijnen. Toch erkennen ze dat ze bij het invullen van de opdracht nog enkele hobbels moeten nemen. Veenendaal vindt dat de algemene mindset in de markt moet veranderen: klanten moeten ervan overtuigd raken dat refurbished net zo goed is als nieuw. “Het lineaire productieproces is afgelopen honderd jaar geoptimaliseerd en de prijzen zijn door een krimpende markt erg laag”, vertelt hij. “Het refurbishen van producten is nog lastig onder de prijs van nieuw te realiseren, omdat de standaardisatie ontbreekt.” Veer ziet in
Hoewel Rijkswaterstaat terughoudend is met het noemen van de omzetwaarde van het viertal percelen, kan op basis van het interieurbehoefte van de overheid becijferd worden dat de totale aanbesteding een waarde van tussen € 80 miljoen en € 200 miljoen vertegenwoordigt. “Gezien de grootte van de opdracht is het noodzakelijk om de opdracht te verdelen in percelen”, meldt een woordvoerder van Rijkswaterstaat. “Een opdracht van zo’n omvang aan één leverancier gunnen, verschraalt de markt te veel. Dat is niet wenselijk. Daarom hebben we ervoor gekozen dat een inschrijver maximaal twee percelen kan krijgen.” De komende jaren blijkt in hoeverre deze duurzame ingreep van overheidswege de innovatieve kracht van de Nederlandse markt voor kantoormeubilair verder versterkt. De genoemde partijen zijn volledig overtuigd van de meerwaarde die zij het Rijk kunnen bieden.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
35
Succesvol samenwerken in prestatiecontracten Sturen op prestatie-indicatoren en investeren in een goede relatie met je leveranciers: de paradox in prestatiecontracten voor onderhoud. Toch is een goede samenwerking de bepalende succesfactor in prestatiecontracten. Draaijer+partners-adviseurs Paul Knot en Bertina Seffinga begeleiden opdrachtgevers en leveranciers in zulke trajecten. Hoe laat je als opdrachtgever de samenwerking binnen een prestatiecontract succesvol verlopen? Tekst: Paul Knot en Bertina Seffinga, adviseurs draaijer+partners
Als opdrachtgever kun je meerdere redenen hebben om te kiezen voor een prestatiecontract voor onderhoud. Bijvoorbeeld omdat het facilitair bedrijf zich ontwikkelt naar een regieorganisatie of omdat onderhoudscontracten slecht beheersbaar zijn en er veel buitencontractueel werk is. Ook verlies van technische expertise (bijvoorbeeld door vergrijzing) of toenemende eisen vanuit wet- en regelgeving kunnen redenen zijn om te kiezen voor een prestatiecontract. Het prestatiecontract voor onderhoud kan heel goed werken, maar dat gaat zeker niet vanzelf. Wij geven vier tips. Of het prestatiecontract voor onderhoud voor uw organisatie toepasbaar is, is uiteraard afhankelijk van meerdere factoren. Wij hopen dat deze handvatten bijdragen aan meer succesvolle samenwerkingen in prestatiecontracten.
‘Het prestatiecontract voor onderhoud kan heel goed werken, maar dat gaat zeker niet vanzelf’
36
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Paul Knot, adviseur draaijer+partners
Prestatiecontracten
1.
Leer elkaar kennen
Dit is een open deur, maar blijft toch vaak onderbelicht. Het prestatiecontract is weliswaar gebaseerd op harde prestatieafspraken, maar bepalend voor het succes zijn zachte factoren in de samenwerking. Belangrijk is dat opdrachtgever en leverancier elkaar leren kennen. Plan een implementatieperiode in om elkaar en elkaars normen en waarden te leren kennen, de structuur en procedures in te richten en ieders verwachtingen helder te krijgen. Maak afspraken over gedragscodes, bespreek een aantal cases (bijvoorbeeld een frustrerende situatie uit het verleden) en bepaal de gewenste wijze van feedback. Spreek een escalatieprocedure af voor het geval het toch misgaat, maar probeer escalatie te voorkomen door respect voor elkaars normen en waarden te tonen.
‘Belangrijk is dat opdrachtgever en leverancier elkaar leren kennen’
2.
Richt beheerorganisatie goed in
Het prestatiecontract vraagt om een professionele beheerorganisatie. Als jouw organisatie nog niet gewend is om met prestatiecontracten te werken, moet een organisatieontwikkeling plaatsvinden. Een regieorganisatie of vergelijkbaar organisatiemodel is een goede basis. De ontwikkeling van een regieorganisatie vergt over het algemeen meer tijd dan het opstellen en contracteren van het prestatiecontract. Bij het aangaan moet duidelijk zijn of de beheerorganisatie in staat is om het prestatiecontract te beheren of dat nog sprake is van een ontwikkeling waarbij wellicht een ingroeicontract (samen formuleren van prestaties en samenwerking) of een interim-oplossing beter past.
Een regieorganisatie vraagt andere competenties en vaardigheden van medewerkers. Er is minder technische kennis nodig op het gebied van onderhoud, maar juist meer vaardigheden om een goede gesprekspartner te zijn. Zo moeten de verwachtingen en eisen van de gebruiker worden vertaald in prestatie-eisen en moet er aandacht zijn voor de relatie met de opdrachtnemer. Toets of de medewerkers in staat zijn om zich te ontwikkelen naar de nieuwe functie.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
37
Prestatiecontracten
3.
Bertina Seffinga, adviseur draaijer+partners
4. Loslaten en bouwen aan vertrouwen Samenwerken in een prestatiecontract betekent dat je als opdrachtgever de technische uitwerking moet loslaten. Als de leverancier de gevraagde prestaties van een goed functionerende installatie volgens een ander onderhoudsregime uitvoert, moet je dit accepteren. Met name de technisch geschoolde medewerkers moeten de verantwoordelijkheid loslaten en vertrouwen op de leverancier. In het balanceren tussen prestatie-indicatoren en samenwerken komt het regelmatig voor dat conflicten uit de weg worden gegaan en daardoor niet of veel te laat gestuurd wordt op de afgesproken prestatie-indicatoren. Echter, het vermijden van conflicten schaadt juist vaak de vertrouwensrelatie. Het niet uitspreken van ontevredenheid over de prestaties van de leverancier ondermijnt het onderlinge vertrouwen. Voer daarom geregeld op alle niveaus overleg, geef en ontvang feedback en wees hierin eerlijk en transparant naar elkaar. Zeker in de implementatiefase is intensiever contact noodzakelijk om het vertrouwen aan weerszijden op te bouwen.
Betrek alle niveaus bij het prestatiecontract
Als een prestatiecontract nieuw is voor een organisatie, vergt dit een omschakeling in contractbeheersing en aansturing op strategisch en tactisch niveau. Omschrijf daarom duidelijk ieders rollen, taken en verantwoordelijkheden, zowel binnen de eigen organisatie als voor die van de opdrachtnemer. Het VERI-model is hiervoor een goed instrument. Heb eerst voldoende aandacht voor de interne klant. De gemaakte afspraken in het prestatiecontract tussen de facilitaire dienst of de afdeling huisvesting en de leverancier moeten worden gecommuniceerd naar de interne klanten of gebruikers. Bij een Shared Service Center kan dit in de vorm van een dienstverleningsovereenkomst. Cruciaal voor tevreden gebruikers is niet alleen goede communicatie en verwachtingsmanagement, maar ook een dienstverlenende houding van de leverancier. Daarbij mag je van de opdrachtnemer verwachten dat ook klachten die niet binnen het onderhoudscontract vallen, wel in ontvangst worden genomen. In de tweede plaats is het belangrijk om operationele medewerkers (conciĂŤrges, huismeesters, gebouwenbeheerders) al bij het bepalen van de scope, het opstellen en het contracteren te betrekken bij het prestatiecontract. Laat hen aangeven aan welke eisen een goede leverancier voldoet en neem dit op in de beoordelingscriteria. Even belangrijk is begeleiding tijdens de implementatiefase. Pas als het contract echt in werking treedt, ervaren operationele medewerkers de consequenties voor hun dagelijkse werkzaamheden en ontstaan er vragen. Evalueer in deze periode regelmatig de dagelijkse praktijk.
‘Samenwerken in een prestatiecontract betekent dat je als opdrachtgever de technische uitwerking moet loslaten’
duurzaam gebouwd | oktober 2017
39
- advertorial -
Bouwcenter Praktijkcase: EQ zero voor woningcorporatie Stichting Sint Trudo te Eindhoven
‘EQ zero heeft een lagere kostprijs dan de huidige systemen die op de markt zijn’
Op de beurs Building Holland, begin april 2017, presenteerde Bouwcenter het innovatieve EQ zero totaalconcept voor comfortabel wonen met nul op de meter. Bouwcenter loopt met dit concept vooruit op het Europese en Nederlandse overheidsbeleid, waarin is bepaald dat alle nieuwe gebouwen in 2020 bijna energieneutraal (BENG) gebouwd moeten worden. Het geavanceerde totaalsysteem omvat alle onderdelen voor een comfortabel binnenklimaat, waaronder een ventilatiesysteem, infraroodverwarming, circulatiedouche en klimaatbeheersing. De onderdelen worden aangestuurd door een slimme controller voor de verdeling van het energieverbruik. De energiewinning wordt verzorgd door een windturbine en/of zonnepanelen. Zo is er altijd voldoende energie voor de dagelijkse activiteiten. Het systeem is plug-and-play, uit te breiden aan de hand van individuele woonwensen en budget en hiermee geschikt voor zowel nieuwbouw als renovatie. “Het EQ zero-concept biedt vele voordelen. Zo zijn de onderdelen eenvoudig te installeren door elke bouwprofessional en het systeem heeft een lagere kostprijs dan de huidige systemen die op de markt zijn. Maar de meeste voordelen halen wij uit het totaalconcept van het maken van het technisch advies en berekeningen, het verzorgen van de installatiehandleiding, de eindcontrole en het garantiecertificaat voor de BENG/NOM-woning.”
- Serge de Boer, commercieel manager Bouwcenter Inmiddels is EQ zero te zien in een aantal showrooms van Bouwcenter, zodat consumenten, vastgoedbezitters, architecten, ontwikkelaars en woningcorporaties in één oogopslag het complete concept kunnen overzien. Dat het voor woningcorporaties een interessant concept is, blijkt uit de praktijkcase van Woningcorporatie Sint Trudo te Eindhoven. In 2016 is Sint Trudo met een uniek verduurzamingstraject gestart. Per woning of complex wordt bekeken met welke maatregelen de meest gunstige verhouding tussen kosten en besparing wordt bereikt. Daarmee volgen ze het
beleid van de gemeente Eindhoven, die heeft aangegeven in 2045 energieneutraal te willen zijn. “Bij verduurzaming staat bij ons de betaalbaarheid van wonen voorop. Energiekosten vormen een steeds groter deel van de maandlasten van onze huurders. Als we die omlaag kunnen brengen, merken onze huurders dat direct in hun portemonnee. Dat dat ook goed is voor ons milieu en onze aarde, is mooi meegenomen.”
- Marcel van Dooremalen, senior adviseur vastgoed bij Sint Trudo Drie pilotwoningen In drie leeggekomen huurwoningen experimenteert Trudo op dit moment met nieuwe technologieën zoals het EQ zero-concept. Nadat alles perfect werd geïsoleerd, zijn de woningen voorzien van verschillende EQ zero onderdelen. Volledig elektrisch, want een gasaansluiting is er niet meer. De eerste woning wordt verwarmd via een ventilatie-warmtepomp, die warmte uit de afgevoerde lucht haalt. De tweede heeft beneden infraroodverwarming in het plafond en boven elektrische radiatoren. De derde woning wordt op eenzelfde manier verwarmd, maar dan met infrarood in de vloer. Verder ligt het hele dak vol zonnepanelen en wordt het water verwarmd via een warmtepompboiler. Met behulp van de EQ zero Controller worden de energiestromen geregistreerd. “Het is een pilot, een experiment dat ons de kennis moet opleveren om een volgende stap in onze verduurzamingsopgave te kunnen zetten” aldus Marcel. Meer informatie over EQ zero vindt u op: www.eqzero.nl
Prestatiecontracten
Ambities realiseren met een ESCo Bij de inzet van Energy Service Company’s (ESCo) wordt de energievoorziening inclusief het onderhoud en het (energie-) management uitbesteed aan een externe partij. Belangrijke voordelen van een ESCo zijn het beperken van investeringskosten, verduurzaming zonder investering en voldoen aan wettelijke verplichtingen als EED en EPBD-regelgeving.
Duurzaam Gebouwd-partner K & R Consultants zet ESCo’s in bij projecten en vervult tussen opdrachtgevers en ESCo-aanbieders zowel een procesmatige als inhoudelijke rol. Zo heeft de organisatie recent bij de ontwikkeling van een appartementencomplex hoge duurzame ambities gerealiseerd door onder andere de energievoorziening op basis van WKO en zonnepanelen in een ESCo onder te brengen. Er zijn diverse voordelen aan te wijzen aan een ESCo: •
Energiebesparen zonder risico’s, de energierekening wordt immers door de ESCo betaald Investeringskosten en vermogensbeslag beperkt Verduurzamen zonder investering Projecten en verduurzaming worden financieel mogelijk binnen het projectbudget Geen expertise meer noodzakelijk voor exploitatie van installaties Eenvoudiger voldoen aan wettelijke verplichtingen vanuit bijvoorbeeld EED en EPBD-regelgeving
• • • • •
REHAU RAAMPROFIELSYSTEMEN 2QEHSHUNWH PRJHOĂł NKHGHQ NIEUW
CHARACTER-DESIGN 70
SYNEGO NL
SpeciďŹ caties
SpeciďŹ caties
GENEO SpeciďŹ caties
Bouwdiepte:
115 mm, verdiept / 4-5 kamers
Bouwdiepte:
120 mm / 5-6 kamers
Bouwdiepte:
86 millimeter / 6 kamers
Grondstof:
RAU-PVC 1406
Grondstof:
RAU-PVC 1406
Grondstof:
RAU-FIPRO / RAU-PVC 1406
Isolatiewaarde:
Uf tot 1,3 W/m²K
Isolatiewaarde:
Uf tot 1,0 W/m²K
Isolatiewaarde:
Uf tot 0,79 W/m²K
Geluidsisolatie:
goed
Geluidsisolatie:
uitstekend
Geluidsisolatie:
optimaal
Inbraakwerend:
tot klasse 2
Inbraakwerend:
tot klasse 3
Inbraakwerend:
tot klasse 2
Dichtingsysteem:
binnen / buiten (AD)
Dichtingsysteem:
binnen / buiten (AD)
Dichtingsysteem:
binnen / midden / buiten (MD)
VOORDELEN
+ + + + + +
Karakteristiek Hollands Ideaal voor renovatie Uitstekende isolatie Voor glasdiktes tot 41 millimeter Kleurenprogramma KALEIDO PAINT, FOIL HDF formule; glad oppervlak en eenvoudig reinigen
VOORDELEN
+ + + + + +
Moderne uitstraling Ideaal voor nieuwbouw Zeer hoge isolatie Voor glasdiktes tot 51 millimeter Kleurenprogramma KALEIDO PAINT, FOIL HDF formule; glad oppervlak en eenvoudig reinigen
VOORDELEN
+ + + + + + +
Premium systeem Ideaal voor nieuwbouw Ultieme isolatie Voor glasdiktes tot 53 millimeter Kleurenprogramma KALEIDO PAINT, FOIL en COVER HDF formule; glad oppervlak en eenvoudig reinigen Optie aluminium voorzetschalen
£ 2%(!5 . 6 7ATERGOORWEG -! .śKERK .EDERLAND TEL E MAIL NśKERK REHAU COM WWW REHAU NL RAMEN
HDF FORMEL
duurzaam gebouwd | oktober 2017
41
ALLEEN N NOG MAAR WATER R. ZO DOE EN WIJ DAT. Carrier introduceert V Variable i bl W Water Flow. Een klimaatsysteem dat alleen nog maar water gebruikt als transportmiddel van warmte en koude. Het traditionele gebruik van koudemiddel is daarmee niet langer nodig. Zo duurzaam kan het dus zijn. Ook voor u. Wij werken voortdurend aan verbetering van de milieuprestatie van onze producten en diensten. Met VWF biedt Carrier vandaag de milieuverantwoorde oplossing van morgen. Zo doen wij dat.
carrrie er.n nl//vwf
Prestatiecontracten
Sportwinkelketen tekent EPC voor lagere CO2-uitstoot Decathlon heeft als internationale doelstelling om de CO2uitstoot in haar panden drastisch te verlagen. In Nederland wil de sportwinkelketen dit aanpakken aan de hand van een energieprestatiecontract (EPC) met installatiebedrijf Croonwolter&dros van 3 jaar, dat ze met 2 jaar kan verlengen. Het uitgangspunt van dit contract is het sturen op het energieverbruik om zo de CO2-uitstoot te verminderen. Voor de uitvoering van het contract schakelt het installatiebedrijf zijn partner Sweco in, waarmee het al nauw samenwerkt op het gebied van energiegerelateerde vraagstukken. Van MJOP naar DMJOP “We beschikken over elf locaties in Nederland”, vertelt Building Manager Decathlon Peter Fassaert. “De CO2-footprint die we hierin achterlaten, willen we zo klein mogelijk maken. Daarom beschouwen we dit contract als een belangrijke stap in het verder verduurzamen van ons bedrijf. In de gesprekken die we hebben gevoerd, vonden we het belangrijk dat we mogelijkheden kregen aangereikt om van een meerjarenonderhoudsplan naar een duurzaam meerjarenonderhoudsplan te komen.” Energiestromen meten en monitoren Croonwolter&dros kan resultaat garanderen door bijvoorbeeld alle energiestromen structureel te meten en te monitoren, vertelt Fabio
Pisano, commercieel manager en energie-expert bij het installatiebedrijf. “Op basis van kengetallen berekenen we het besparingspotentieel, inclusief doelstellingen. Deze zijn het uitgangspunt voor het optimaliseren van de totale energieprestatie. Door de inzet van energiemanagement zien we wanneer zich onnodig energieverbruik voordoet en kunnen we het verbruik op lange termijn naar beneden bijstellen. Het correct instellen van het gebouwsbeheersysteem is hiervan een onderdeel.”
Actievere rol overheid nodig voor opschaling EPC’s Voor een opschaling en versnelling van de markt voor energieprestatiecontracten (EPC’s) heeft Nederland een actievere rol van de overheden nodig. Het gaat hierbij zowel om een rol als launching customer als om landelijke regie. Dit is een van de aanbevelingen van de experts Marnix van Os, Jeroen Nollet, Albert Hulshoff aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Zij hebben een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar de inzet van EPC-facilitators. Zo’n facilitator ondersteunt de Number of EPC projects devided in public and private sector - 2011-2016 *2016 is not complete 12
11 10
10
9
8
7 6
6
total
6
5
public 4
4
4
4
4
private
3 2
2
3 2
2
3
opdrachtgever met energetische, financiële, juridische en aanbestedingstechnische kennis en bij procesbegeleiding en besluitvorming. In hun ogen kunnen EPC-facilitators gemeenten helpen kennis op te bouwen rondom de verduurzaming van gebouwen en de inzet van EPC’s hierbij. Daarnaast adviseren ze budget beschikbaar te stellen voor een expertpool van EPC-facilitators, zoals het Expertteam Transformatie. In andere Europese landen worden EPCfacilitators namelijk deels door de rijksoverheid betaald. Verder pleiten ze voor meer gelden ter beschikking te stellen voor energiebesparing als eerste stap van de Trias Energetica. Ze stellen voor om een nationaal achtergestelde leningenfonds voor EPC’s op te zetten om het huidige aanbod aan financiële instrumenten en expertise beter te laten aansluiten op de vraag. Ook adviseren ze best practices van het aanbesteden van EPC’s te verspreiden, in samenwerking met gemeentelijke inkopers. Samenwerking en accreditatie dienen de kwaliteit van EPC-facilitators te borgen.
1
0 2011
2012
2013
2014
2015
2016*
Het rapport is te downloaden via de website van www.rvo.nl/EPC-facilitators.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
43
GAS ‘OFF’, ELECT
SAMEN BOUWEN AAN MEERWAARDE De transitie naar een samenleving zonder fossiele brandstoffen krijgt steeds meer vorm waarbij bedrijfstak overschrijdende kennisdeling en innovatie een eis is geworden. Alklima B.V./Mitsubishi Electric bouwt door heel Nederland aan een All-electric-leefomgeving. In renovatie en nieuwbouw. Bent u benieuwd voor welke uitdagingen er nu al oplossingen gevonden zijn?
ALKLIMA.NL
RIC ‘ON’
Energieprestatiecontract afsluiten of zelf verduurzamen? De EPC PreCheck helpt bij de keuze! Bent u van plan uw gebouw(en) te verduurzamen? Overweeg dan om de maatregelen die u wilt nemen uit te besteden. RVO ontwikkelde een tool waarmee gebouweigenaren snel kunnen bepalen of uitbesteding aan een externe partij een interessante optie is. Veel gebouweigenaren in de publieke en private sector willen hun gebouw(en) verduurzamen. Bijvoorbeeld om mee te werken aan een beter klimaat, omdat het hoog tijd is voor modernisering of omdat (nieuwe) wetgeving daartoe verplicht. Als eigenaar kunt u zelf aan de slag gaan, maar u kunt ook kiezen voor uitbesteding via een Energieprestatiecontract (EPC). Hierbij schakelt u externe expertise en capaciteit in, maakt u de prestatie van leveranciers meetbaar, hebt u garanties over de gewenste kwaliteit en behoudt u zelf de regie. Met de EPC PreCheck krijgt u in enkele minuten te zien of uitbesteden een interessante optie voor u is.
EPC PreCheck: gratis online tool De EPC PreCheck is gratis beschikbaar via epccheck. eu/nl. Het is een online tool waarin u vragen kunt beantwoorden over de gebouwen – onder andere het type gebouw(en), de jaarlijkse energiekosten en de financiële ruimte voor duurzame maatregelen. En over de organisatie zelf – onder andere welke expertise u in huis heeft en of er draagvlak is voor outsourcing. Op basis van die antwoorden geeft de tool een uitgebreid overzicht met daarin de concrete besparingspotentie en een advies om al dan niet een EPC aan te gaan met een externe partij.
Hulp van EPC Facilitator “Om na de PreCheck tot uitbesteding en een EPC te komen, is expertise nodig op technisch, financieel en juridisch vlak. Dat geldt ook voor het proces, het besluitvormingstraject en de samenwerking met marktpartijen”, vertelt Irma Thijssen, adviseur utiliteitsbouw bij RVO. “Blijkt een EPC inderdaad interessant te zijn, dan is het verstandig om een zogenoemde EPC Facilitator in te schakelen.” Dat is een onafhankelijke deskundige die u als opdrachtgever kan ondersteunen bij de afweging, voorbereiding, uitbesteding, contractvorming en het proces. Op www.qbis.nl kunt u in contact komen met EPC Facilitators. Veel Europese landen hebben al goede ervaringen hiermee. Op rvo.nl leest u verschillende praktijkverhalen over EPC-facilitators op Europees en Nederlands niveau.
Europees samenwerkingsproject GuarentEE De EPC PreCheck is een van de resultaten van het Europese samenwerkingsproject GuarantEE, met cofinanciering vanuit het EU programma Horizon2020. Binnen GuarantEE werken veertien landen samen om energiebesparing in gebouwen en het werken met EPC’s te stimuleren. RVO.nl is de Nederlandse partner. De tool is door RVO.nl ontwikkeld en in veertien landen vertaald en verspreid. Platform Duurzame Huisvesting bood financiële steun voor de ontwikkeling.
Screenshot van de website EPCcheck.eu/nl.
46
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Nu werken aan duurzaam kantoor = straks voldoen aan wettelijke verplichting én energie besparen Ieder kantoor moet vanaf 2023 naar verwachting minimaal energielabel C hebben. Het gaat hierbij om panden die voor meer dan de helft in gebruik zijn als kantoor. Hoe bereidt u zich als kantooreigenaar nu alvast voor op deze voorgenomen wettelijke verplichting? Nederland streeft naar een energieneutrale gebouwde omgeving in 2050 (Energieakkoord, 2013). Het Activiteitenbesluit van de Wet milieubeheer verplicht al om alle energiebesparende maatregelen te treffen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. Hier komt bij dat kantoorpanden vanaf 1 januari 2023 naar verwachting minimaal energielabel C moeten hebben (definitieve wetgeving staat gepland voor voorjaar 2018). Als kantooreigenaar is aan u de taak om het energielabel van uw pand te achterhalen en eventueel (aanvullende) verduurzamende maatregelen te nemen.
Geldt de verplichting voor u? Heeft meer dan de helft van het gebruiksoppervlak van uw pand een kantoorfunctie en is de oppervlakte hiervan minstens 100 m2? Dan doet u er goed aan om nu al toe te werken naar minimaal energielabel C. Zo kunt u de benodigde maatregelen zoveel mogelijk meenemen in de geplande onderhoudsmomenten. Er zijn een aantal uitzonderingen op de verplichting: monumenten, gebouwen die voor minder dan vijftig procent uit kantoorfunctie bestaan én panden die binnen twee jaar worden gesloopt, getransformeerd of onteigend. Uiteraard is verduurzaming van deze panden nog steeds waardevol om energie te kunnen besparen. Meer weten over de verplichting tot energielabel C? Bezoek www.rvo.nl/energielabelCkantoor.
soorten isolatie zoals glas-, gevel- en dakisolatie, maar ook vervanging van verlichting of de stookinstallatie. U kunt bij de verduurzaming ruimte laten voor verdere aanpassingen, maar direct toewerken naar label A kan natuurlijk ook. In dat geval heeft u maar één keer een ingrijpende renovatie uit te voeren. Dat is minder belastend voor de huisvesting van de kantoormedewerkers dan meerdere aanpassingen in een tijdsbestek van een paar jaar.
Wat kunt u doen?
Financiële regelingen
Om u te helpen bij de keuze voor duurzame maatregelen, maakte RVO dit stappenplan. Kijk op ep.online.nl/ep-online of uw pand al een energielabel heeft, en om welk energielabel het dan gaat. Heef u een energielabel A, B of C? Dan bent u al goed bezig, maar het is altijd raadzaam om te kijken wat nog meer mogelijk is. Heeft u te maken met label D, E, F of G? Laat een energieadviseur dan checken of dit label klopt. Is dit het geval, dan is het zeker tijd om maatregelen te nemen.
Om u te helpen bij het nemen van de maatregelen, bestaan er verschillende financiële regelingen. Met de regeling Energie-investeringsaftrek (EIA) kunt u bijvoorbeeld fiscale aftrek krijgen. Ook is er een speciale categorie voor energielabel verbeteren, code 210000. De voordelen kunnen netto flink oplopen, tot wel 14 procent bij de EIA. De Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) biedt een tegemoetkoming voor de aanschaf van zonneboilers, warmtepompen, biomassaketels en pelletkachels. Kijk voor meer informatie op rvo.nl/subsidies-regelingen.
Een energieadviseur kan u inzicht geven in geschikte maatregelen voor uw pand. Ook via de Energiebesparingsverkenner Kantoren van RVO. nl (onder meer te vinden via energieslag.pleio.nl) krijgt u als ondernemer snel en eenvoudig inzicht in welke stappen nodig zijn om een beter energielabel te krijgen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om verschillende
Heeft u de maatregelen genomen? Vraag een energieadviseur dan om een nieuw label vast te stellen.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
47
THE PROOF IS IN THE EXPERIENCE. ALL-IN VERZEKERDE GARANTIE
BEWEZEN LEVENSDUUR
WÉDÉFLEX ESTABLISHED DEALERS
Uitsluitend de allerhoogste kwaliteit, daaraan doen wij geen enkele concessie. Zo garanderen we al bijna 40 jaar onovertroffen perfectie. Zowel van onze innovatieve en hoogwaardige producten als van de
unieke verwerking daarvan. Natuurlijk altijd met de signatuur van onze Wédéflex Established Dealers. Want samen leveren we al bijna 40 jaar het waterdichte bewijs. Wédéflex. The proof is in the experience.
Wédéflex Duurzame Daksystemen Zuid-Willemsvaart 14, Postbus 811, 5201 AV ’s-Hertogenbosch Telefoon: 073 - 613 10 40, Fax: 073 - 614 62 46, E-mail: info@wedeflex.nl, Internet: www.wedeflex.nl
Pioneering for You
Wilo BIM ready Wilo is de eerste fabrikant van pompinstallaties ter wereld die zijn BIMcontent op een eenvoudige wijze beschikbaar stelt voor uw BIM projecten! Middels de Wilo-Revit Plugin kunt u onze intelligente Revit Families met ETIM productinformatie direct toepassen in uw BIM-projecten. Deze ‘Wilo button’ installeert u direct in Revit zelf en werkt onafhankelijk van uw toegepast BIM-teken-applicatie. BIM - Building Information Modelling – is de oplossing die maakt dat alle relevante informatie gedurende het hele bouwproces wordt opgeslagen, gebruikt en beheerd in een 3D model.
“Niet alleen de techniek JT IPPHFGÜDJ OU PPL EF ondersteuning in de ontwerpfase”
112
februari 2015 | duurzaam gebouwd
Wilo Nederland bv Rak 18 1551 NA Westzaan T. +31 (0)889456000 F. +31 (0)889456199 www.wilo.nl info@wilo.nl
Bouwkolom staat positief tegenover BetonBewust|CSC Opdrachtgevers, aannemers, projectontwikkelaars, leveranciers en ontwerpers zien de meerwaarde in van het BetonBewust|CSC Keurmerk voor duurzaam beton. Dat blijkt uit een brede rondgang door de bouwkolom door journalist Jolanda Groothuis. Aandachtspunten die genoemd worden zijn de relatieve onbekendheid van het keurmerk in bepaalde branches en de administratieve lasten voor aspirant-certificaathouders. Enkele ondervraagden aan het woord. Tekst: Jolanda Groothuis
Certificering is een agendapunt voor betonfabrikanten als Rokramix, Betoncentrale Twente en Westo Coevorden. Alle drie de partijen zeggen voorstander te zijn van verduurzaming van beton en willen hier graag een steentje aan bijdragen, maar er zijn nog wel vragen die beantwoord moeten worden. Betoncentrale Rokramix is houder van het BetonBewust| CSC Keurmerk en is tevens ISO 14001 gecertificeerd. Rokramix werd op het spoor van het keurmerk gezet door een leverancier van bindmiddelen, die aangaf dat het mogelijk zou zijn duurzaam beton te produceren, met een sterk verlaagde CO2-belasting per m3, zonder dat dit ten koste ging van de kwaliteit. Die kon er zelfs beter van worden. Naast de benodigde Komo-certificaten bezit het bedrijf, al sinds de introductie ervan, het BetonBewust | CSC Keurmerk. Reden: “Het geeft onze klanten een stuk zekerheid.” Betonfabrikant Westo Coevorden, al wel ISO 14001-gecertificeerd, gaat momenteel na wat het BetonBewust | CSC Keurmerk gaat betekenen voor de bedrijfsvoering. Het bedrijf woonde een informatiemiddag bij, georganiseerd door KIWA. “De eerste indruk is dat er behoorlijk extra belasting ten aanzien van administratie en registratie bij komt kijken”, vertelt directeur Henri Kleijer van Westo Coevorden. “Bovendien zijn we ervan overtuigd dat toeleveranciers tevens een bijdrage moeten leveren om tot het juiste niveau van het certificaat te komen.”
Compensatie Partijen buiten de betonbranche zijn de duurzame inspanningen van de producenten en leveranciers niet ontgaan. Ewald Steggink, van het gelijknamige Bouwbedrijf
50
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Sinds 1 januari 2017 is Beton Bewust|CSC de nieuwe standaard voor Nederland.
te Reutum-Enschede, zegt het BetonBewust | CSC Keurmerk te kennen vanuit de leveranciers waarmee hij werkt. “Dit zijn onder andere Rokramix en Betoncentrale Twente, die beide gecertificeerd zijn. Ik weet dat deze bedrijven continu bezig zijn om, net als andere bedrijven, te kijken hoe materialen en toevoegingen van gerecyclede materialen hergebruikt kunnen worden in de beton. Hierbij wordt onder andere gedacht aan hoogovenslakken en gebroken puin. Bovendien heeft een van de centrales de mogelijkheid om elektrische betonwagens in te zetten. Ik verwacht dat bij EMVI-aanbestedingen dit in de toekomst nog meer aandacht zal krijgen. De overheid zou hier ook meer aandacht aan kunnen geven, zodat wij met z’n allen duurzamer bezig zijn.”
Convenant ondertekend Ook de gemeente Enschede kent het Beton Bewust|CSC Keurmerk. Volgens Roel ter Borg, projectmedewerker Stadsingenieurs & Ontwerp Enschede speelt duurzaamheid een grote rol binnen de gemeente. “Met een aantal Twentse gemeenten is een convenant ondertekend waarin wij ons conformeren aan het Netwerk Betonketen. Momenteel zijn wij met de aangesloten gemeenten bezig om de afspraken uit het convenant te verwerken in onze moederbestekken. De doelstelling is dat de deelnemers zich actief inzetten voor de toepassing van duurzaam beton, dat wil zeggen; beton waarbij bij de vervaardiging gebruik is gemaakt van secundaire grondstoffen en CO2-arme bindmiddelen. Zo kunnen natuurlijke grondstoffen behouden worden en kunnen afvalstoffen in de keten blijven. De deelnemers volgen nauwlettend de ontwikkelingen wat betreft duurzaam beton.”
Fair-trade Bas van Gageldonk, projectleider binnen de gemeente Lochem, kent Beton Bewust|CSC niet. “De doelstelling binnen ons beleid is het toepassen van duurzaamheidscriteria en milieueisen in alle aanbestedingen. Als basis hiervoor hanteren we de duurzaamheidscriteria die zijn opgesteld door RVO.nl. Maar we gaan voor maatwerk. Beton speelt hierin een rol, maar geen specifieke. Wij staan zeker positief tegenover het BetonBewust|CSC Keurmerk. Een keurmerk geeft de opdrachtgever direct inzage tot welk niveau de opdrachtnemer duurzaam of circulair te werk gaat. Inmiddels is een keurmerk als FSC een begrip geworden. Het BetonBewust|CSC Keurmerk kan dat in de toekomst ook worden.”
‘Het geeft onze klanten een stuk zekerheid’
De BetonBewust|CSC certificaten zijn de standaard voor de Nederlandse markt geworden. Zo speelt BetonBewust | CSC een belangrijke rol in het duurzaam-inkoopbeleid van de overheid en andere opdrachtgevers.
Voorbeeldfunctie Nico-Tom Pen van Woningbouwvereniging De Woonplaats in Enschede zegt de term Beton Bewust|CSC te kennen. Hij weet dat het goed is, maar de exacte voordelen kent hij niet direct. “Duurzaamheid speelt een grote rol binnen onze organisatie. Er wordt daar echter niet direct aan beton gedacht, eerder aan zonnepanelen en isolatie. Het keurmerk vind ik trouwens een goede ontwikkeling.” Nienke Koopman, projectontwikkelaar binnen Woningbouwvereniging Welbions in Hengelo sluit zich wat betreft de rol van duurzaamheid aan bij Nico-Tom Pen. “Dit speelt een grote rol binnen onze organisatie als Woningbouwcorporatie. Wij zijn ons bewust van onze voorbeeldfunctie. Daarom hebben we voor een aantal projecten de keuze gemaakt om hierop vooruit te lopen en deze projecten nu al reeds aan de energieprestatie-eisen van BENG te laten voldoen. Tevens hebben wij een project waarbij de woningen NOM (Nul op de Meter) gebouwd zijn. Beton speelt hierin – vooralsnog – geen specifieke rol.”
Goed initiatief Technisch ontwerper Derk Stortelder van Te Kiefte Architecten te Borne is niet bekend met Beton Bewust, ondanks dat duurzaamheid een belangrijke rol speelt binnen de organisatie. “Dat het keurmerk niet bekend is binnen onze organisatie, wil niet zeggen dat we er negatief tegenover staan. Integendeel. Het is een goed initiatief om productiebedrijven van beton te certificeren op het gebied van herkomst van producten, duurzaamheid en kwaliteit. Maar, tot op heden schrijven we qua beton alleen eisen voor met betrekking tot kwaliteit en sterkte. Het BetonBewust|CSC Keurmerk is wellicht iets dat in de toekomst ook door ons een voorgeschreven eis wordt.” Meer keurmerkhouders: www.vobn-beton.nl
duurzaam gebouwd | oktober 2017
51
?
@
Lanceer jij je in ons integrale netwerk? Om te landen op de maan was kennis, doorzettingsvermogen en samenwerking nodig. Verduurzamen doe je ook niet alleen, dat doe je samen. Want het is een gezamenlijke missie. Ga je met ons mee op missie om de verduurzaming in de gebouwde omgeving te realiseren? Word dan lid van Duurzaam Gebouwd en laat je lanceren in het hoogwaardige integrale netwerk. Blijf via onze on- en ofine kanalen op de hoogte van de laatste trends en ontwikkelingen, op het gebied van duurzaam bouwen. Vergroot je duurzame netwerk tijdens onze seminars en congressen. ProďŹ leer jezelf als duurzame professional en behaal hiermee een voorsprong in de markt.
Introductietarief vanaf â‚Ź195,-
Duurzaam Gebouwd lanceert twee nieuwe lidmaatschappen Profiteer nú van het introductietarief
PERSOONLIJK LIDMAATSCHAP
W EU NI
NI
EU
W
Welk lidmaatschap past bij jou?
BEDRIJFS LIDMAATSCHAP
PARTNERSHIP
Kijk voor meer informatie op www.DuurzaamGebouwd.nl/lid-worden © 2017. Deze actievoorwaarden zijn van toepassing op de introductieactie van het persoonlijk- en bedrijfslidmaatschap van Duurzaam Gebouwd. Deze actie loopt van 25-10-2017 t/m 28-02-18. Typ-, druk- of zetfouten voorbehouden. Bekijk de volledige actievoorwaarden op www.DuurzaamGebouwd.nl/lidmaatschap-actievoorwaarden.
GPR Vastgoed zet duurzaam vastgoed op de kaart U herkent het vast wel. Bestuurders en stakeholders vragen erom. Inzicht in de duurzaamheid van uw vastgoedportefeuille. “Waar staan we nu en wat gaan we er aan doen?” Het groene gehalte van vastgoed krijgt steeds meer invloed op de sturing van waarde. Alles wijst erop dat die geest niet meer terug in de fles gaat. Een prachtig perspectief, de duurzaamheid van onze gebouwde omgeving gaat ons immers allemaal aan. GPR Vastgoed zet die duurzaamheid op een voor beleggers, corporaties en gemeenten begrijpelijke wijze op de kaart. Ook van uw vastgoedportefeuille! Tekst: Thijs Kurstjens
In de beleggerswereld speelt een benchmark als GRESB (en GEOPHY) een belangrijke rol. Door de duurzaamheid van gebouwen vast te stellen met een GPR Gebouw Certificaat slaat een belegger twee vliegen in één klap: het certificaat levert een aantoonbare inspanning op het vlak van informatieverzameling én geeft inzicht in de daadwerkelijke duurzaamheidsprestaties van het vastgoed. Een goede plaats op de GRESB-ranglijst draagt bij aan zichtbaarheid en resultaten. Met het inzicht in de technische aspecten zijn verbeterstrategieën te onderbouwen. Het GPR Gebouw Certificaat zorgt voor openbare publicatie van de scores, zoals te zien op www. gprprojecten.nl. Van elkaar weten wat er gepresteerd wordt blijkt een bredere behoefte. Toch ontbreekt het nog aan een landelijk overzicht van duurzaam vastgoed. Vreemd toch eigenlijk?
GPR Vastgoed: duurzaamheid op de kaart (prototype).
Andere spelregels In de sociale huursector gelden van oudsher andere spelregels. Toch zijn die recent in de richting van verduurzaming bijgesteld. Corporaties, gemeenten en huurders staan gezamenlijk voor de taak om jaarlijks prestatieafspraken te maken over volkshuisvestelijke taken. Duurzaamheid is daar nadrukkelijk een onderdeel van. De nieuwe woningwet uit 2015 borgt dit proces, waarbij de gemeente met het opstellen van de woonvisie de regierol heeft. Het blijkt echter in de praktijk nog niet mee te vallen om de duurzaamheidsparagraaf meetbaar én bespreekbaar te maken. Het is ook makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe bouw je consensus – al participerend met alle stakeholders – over complexiteiten als de systeemgrenzen, beschouwingsperiode en de
54
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
GPR Vastgoed: GPR Gebouwscores benchmarken (prototype).
begrijpen taal en rapportcijfers van GPR Gebouw. Naast de energieprestatie geeft GPR Vastgoed inzicht in de milieuprestatie, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde van woningen en utilitaire gebouwen. De vastgoedinformatie is te combineren met andere beschikbare data over het gebied, zoals energiegebruik, CO2-emissies, geluidsbelasting, etc. Gebruikers hebben op deze manier alle benodigde informatie overzichtelijk bij elkaar, eenvoudig toegankelijk via internet, voor het voeren van het juiste gesprek over verduurzaming. Het detailniveau van de voorraad- en gebiedsinformatie is gebaseerd op beschikbare GPR Gebouw berekeningen. Voor licentiehouders is uiteraard een eigen afgeschermde omgeving beschikbaar.
Bijdrage aan grip en consensus GPR-gebruikers bieden groot draagvlak voor GPR Vastgoed.
definities van ‘klimaatneutraal’? Gezamenlijk en eenvoudig inzicht op gebieds- en portefeuilleniveau in duurzaamheidprestaties van vastgoed is een onmisbaar hulpmiddel bij deze gesprekken.
Lokaal naar klimaatneutraal Ambitieuze gemeenten pakken de lokale regierol op. Zij staan voor de uitdaging zowel zelf het goede voorbeeld te geven als ook andere lokale spelers bij elkaar te brengen. De nieuwe omgevingswet geeft tevens interessant perspectief voor een meer sturende rol in ambities op gebiedsniveau. Nieuwbouwwijken zonder aardgas, corporaties via label B naar klimaatneutraal, de eigen gemeentelijke vastgoedvoorraad verduurzamen… en dan die particuliere woning- en gebouweigenaren nog! De verbetermogelijkheden op buurt-, wijk- en gemeenteniveau van de energieinfrastructuur zullen met netbeheerders in beeld gebracht moeten worden. Ook in deze context is het hebben van inzicht in duurzaamheidsprestaties als basis onvermijdelijk.
Groot draagvlak W/E adviseurs, de leverancier van GPR software, vindt het belangrijk om te werken aan producten die aansluiten op de behoefte van haar doelgroepen. Vanuit een aantal klankbordgroep- en gebruikerssessies rondom de GPR software blijkt inmiddels dat er een groot draagvlak bestaat voor het zichtbaar maken van de duurzaamheid van vastgoed op de kaart van Nederland. Licentiehouders van GPR Gebouw zetten W/E adviseurs op het spoor van de ontwikkeling van een hulpmiddel dat inzicht op voorraaden gebiedsniveau kan verschaffen. Het idee voor GPR Vastgoed was geboren!
GPR Vastgoed ondersteunt analyses van gebouwportefeuilles met tabellen en grafieken, gebaseerd op GPR Gebouwberekeningen. Vastgoedsturing, scenariosimulaties, benchmarken en monitoren wordt nu eenvoudig mogelijk. De resultaten dragen bij aan het verkrijgen van grip op en consensus over verduurzaming met stakeholders en het stellen van de juiste uitvraag aan leveranciers. Met behulp van een conceptenbibliotheek kunnen verduurzamingsscenario’s worden doorgerekend om een passende routekaart naar een klimaatneutraal 2050 uit te stippelen. Resultaten over een achterliggende periode zijn te gebruiken voor verslaglegging en verantwoording.
Meest innovatieve product Halverwege dit jaar is GPR Vastgoed genomineerd in de categorie ‘meest innovatie product’ van de Corporatie NL Digital Awards! Voor de ontwikkelaars en betrokken gebruikers een signaal dat ze op de goede weg zitten. De softwareontwikkeling gaat nu in rap tempo, waarbij het ontwikkelteam continu in gesprek blijft met klanten en gebruikers. Heeft u interesse in deelname in een klankbordgroep? Laat het W/E adviseurs weten, zo kunt ook u meebouwen aan duurzaamheid op de kaart van Nederland!
Meer informatie Zie: www.gprsoftware.nl/gpr-vastgoed/ en www.w-e.nl
GPR Vastgoed GPR Vastgoed zet inmiddels de duurzaamheidsprestaties van de gebouwde omgeving van heel Nederland letterlijk én figuurlijk op de kaart. Prestaties zijn inzichtelijk gemaakt volgens de breed geaccepteerde en eenvoudig te
W/E adviseurs: makers van GPR software.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
55
Samen innoveren?
OV Terminal, Breda
Toekomstvast rendement ontstaat door toekomstvast gebruik. VBI bouwt daarom mee aan duurzame, exibele en comfortabele woonen werkomgevingen die steeds aan te passen zijn aan de wensen van de eindgebruiker. Flexibel comfort noemen we dat. Meer weten? Bel +31 (0)26 379 79 79 of volg ons via @exibelcomfort
www.vbi.nl
Bijzondere NOM-leaseconstructie voor koopwoningen in Westvoorne In Westvoorne wordt een hele wijk Nul op de meter. Dat betekent 68 woningen renoveren. De meeste daarvan zijn van het Woonbedrijf, een van de laatste gemeentelijke woningcorporaties in Nederland. Er zit ook een aantal koopwoningen tussen, en daar lag een uitdaging. De oplossing: een leasecontract voor de gevel.
58
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
De gemeente Westvoorne wil haar woningbezit duurzaam maken. Wethouder Van der Meij: “Duurzaamheid moet je niet alleen terugzien op papier in een beleid, het moet tastbaar zijn.” Het renoveren van 68 woningen naar Nul op de meter is daar een mooi voorbeeld van. Op 18 september knipte de wethouder samen met bewoners de enorme groene strik door die om de eerste gerenoveerde woning was geknoopt. Deze eerste woning is een proefwoning. Bewoners die nog niet om zijn, kunnen hier zien hoe hun huis er uit zal zien als ook zij kiezen voor Nul op de meter. De proefwoning wordt tijdens de renovatie ook gebruikt als rustpunt. Als de overlast toch wat teveel wordt, kunnen mensen hier even bijkomen of douchen en koken.
Bewoners van eerste blok gelijk enthousiast
Behoorlijke puzzel
Nu de proefwoning af is, is namelijk het eerste blok van vijf woningen aan de beurt. In een maand tijd worden ook deze huizen Nul op de meter. De bewoners van de eerste vijf woningen waren gelijk enthousiast. “Op de informatieavond hebben we aangegeven dat we een blok woningen zochten om mee te beginnen. En zij meldden zich gelijk aan,” vertelt Bart Rozemeijer, hoofd van het Woonbedrijf.
Huurders betalen na de renovatie een EPV aan het Woonbedrijf. Deze zal ongeveer gelijk zijn aan hun huidige energierekening. Met dit geld financiert het Woonbedrijf voor een groot deel de renovatie en op deze manier blijven de woonlasten van de bewoners gelijk. Maar hoe los je dit op bij een koopwoning die is verkocht middels de Koopgarant-constructie? Rozemeijer: “Hier hebben we hard op gebroed want de bewoners wilden of konden niet meedoen als zij zoveel moesten investeren. Heel begrijpelijk natuurlijk. Het was een behoorlijke puzzel!”
Lease gevel Bewonerscommunicatie Stroomversnelling is nu een aantal jaar onderweg en haar leden hebben de eerste Nul-op-de-meterprojecten opgeleverd. In de eerste fase van Stroomversnelling is door de bouwpartijen, corporaties en gemeenten veel geleerd. Bij verandering horen risico’s en dat gaat vaak goed, maar ook wel eens fout. Hier leer je van en het hoort bij de keuze die je maakt als organisatie op het moment dat je wilt veranderen en innoveren om te komen tot een energieneutrale gebouwde omgeving. De enige partij die hier in dit geval niet altijd bewust voor kiest, maar wel de belangrijkste is, is de bewoner. Vooral bij huurwoningen kiest de bewoner er niet voor onderdeel te zijn van een innovatie- en ontwikkeltraject. Een bewoner wil fijn wonen. De ervaringen die zijn opgedaan door corporaties en bouwers zijn van grote waarde voor Stroomversnelling en haar leden. Met deze ervaringen op zak gaan ze gezamenlijk de uitdaging aan betere producten te maken die nog beter aansluiten op de wensen van bewoners. Het draaiboek is een leidraad, een handreiking voor corporaties en bouwers voor de omgang met bewoners om te gebruiken voor, tijdens en na de renovatie. In het draaiboek lees je onder andere hoe je je kunt voorbereiden op bewonerscontact rondom je project en hoe je tot een gedragen renovatievoorstel komt. Maar ook hoe je bewoners voor kunt bereiden op de werkzaamheden, waar je rekening mee moet houden tijdens de renovatie en wat je kunt doen bij de oplevering van de woning(en). Bekijk het draaiboek op bewonerscommunicatie.com http://www.bewonerscommunicatie. com/index.php/draaiboek/
Het Woonbedrijf heeft samen met VBTM-advocaten gezocht naar een manier voor de financiering van de renovatiekosten van € 75.000 per koopwoning. Uiteindelijk ligt de oplossing in een ‘onafhankelijk recht van opstal’.* “De gevel van het huis is nu eigendom van de gemeente, het Woonbedrijf dus,” legt Rozemeijer uit. “De gemeente ‘least’ dit aan de eigenaar van de woning voor een bedrag dat ongeveer gelijk is aan de EPV die de hurende bewoners betalen.” Deze constructie kan ook gebruikt worden voor de rest van de koopwoningen in de wijk en ‘zit vast’ aan de woning Dus als mensen hun woning verkopen, wordt ook het leasecontract overgenomen door de nieuwe eigenaren. De komende maanden mogen alle bewoners uit de wijk komen kijken naar de proefwoning. “We gaan ervanuit dat iedereen uiteindelijk enthousiast wordt en volgend jaar de rest van de wijk kan worden aangepakt”, zegt Rozemeijer.
*
Het recht van opstal is een (zakelijk) recht om in, op of boven een onroerende zaak van een andere persoon gebouwen, werken of beplantingen (de zogeheten opstallen) in eigendom te hebben. Het opstalrecht is een uitzondering op het recht van natrekking, volgens hetwelk deze opstallen in principe automatisch eigendom zouden zijn van de grondeigenaar. (Bron: Wikipedia)
duurzaam gebouwd | oktober 2017
59
INNOVATIE
INSPIRATIE
ONTMOETEN EN BELEVEN
DUURZAAMHEID EN CIRCULARITEIT
VERBINDER EN FACILITATOR IN KENNISDELING
Building Holland is het innovatie event voor de bouw en vastgoedsector en biedt een platform voor vraagstukken als ketensamenwerking, duurzaamheid, energiezuinigheid en circulair bouwen. Laat u inspireren door de koplopers in de bouwketen en ontmoet de klant van de toekomst.
Hét innovatie event voor de bouw en vastgoed
17 t/m 19 april 2018 | RAI Amsterdam
(RE)BUILDING THE FUTURE
Meer informatie?
www.buildingholland.nl
Op expeditie naar… toekomstbestendig wonen In de komende edities van Duurzaam Gebouwd Magazine gaat NeVaP-directeur Mariëlle Wieman in op haar bezoeken aan NeVaP bestuursleden, die ieder op hun eigen innovatieve wijze werken aan (de exploitatie van) toekomstbestendig vastgoed. Deze etappe van de expeditie start bij Menso Oosting, directeur van Fijn Wonen bij Van Wijnen. Tekst: Drs. Mariëlle Wieman RAE
Als directeur van NeVaP, hét onafhankelijke kennis- en innovatieplatform in de vastgoed(exploitatie)sector, monitor ik continu de innovatieve ontwikkelingen in en buiten de bouw- en vastgoedsector en ook in en buiten Nederland. Ook bezoek ik wekelijks leden, om persoonlijk te toetsen of onze NeVaP-dienstverlening nog steeds adequaat aansluit op hun wensen en behoeften. Juist tijdens deze ledenbezoeken stuit ik vaak op interessante ontwikkelingen en verrassende innovaties, zoals onlangs bij Menso Oosting.
Menso Oosting & Duurzaamheid Menso Oosting is sinds december 2012 bestuurslid van NeVaP. Menso werkte toen (sinds 2008) als Directeur Vastgoed & Samenwerking bij WoonFriesland. Aansluitend trad hij eind 2014 als Manager Vastgoedontwikkeling in dienst bij Mitros. Sinds maart van dit jaar is Menso werkzaam als directeur van Fijn Wonen bij Van Wijnen. Binnen het NeVaP bestuur was hij van december 2012 tot en met december 2016 verantwoordelijk voor de portefeuille Duurzaamheid. Sinds november 2015 is Menso ook penningmeester van NeVaP en ondersteunt hij de portefeuille Business Innovatie.
Noordelijke NeVaP Expeditie Op 12 juli stond mijn ‘Noordelijke NeVaP Expeditie’ ingepland, waarbij onder andere een bezoek aan Leeuwarden en Groningen centraal stond. In Leeuwarden bezocht ik ’s ochtends Jacob Smink, directeur van Hoekstra Vastgoedbeheer, al jarenlang NeVaP lid en ’s avonds reikte ik de NeVaP Certificaten uit aan excellente studenten, die zijn afgestudeerd op het gebied van vastgoedexploitatie aan de opleiding Vastgoed & Makelaardij aan de Hanzehogeschool Groningen (NeVaP onderwijslid).
62
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Modelwoning ’s Middags was ik in Gorredijk (gemeente Opsterland/ provincie Friesland). Daar stond het bezoek aan de modelwoning en de toelichting op Fijn Wonen centraal. Na een gastvrije ontvangst met lunch werd ik door Menso Oosting en Alco Liest, accountmanager bij Fijn Wonen rondgeleid door de woning.
Innovatie op systeemniveau: van woning als product naar wonen als dienst Tijdens de lunch gaf Menso aan: “Er is innovatie op systeemniveau nodig om tot duurzame en betaalbare woonoplossingen te komen. Maatwerkwoningen blijven bouwen waarbij elk project een prototype is, zal voor een deel van de woningmarkt onbetaalbaar worden. Deze opgave gaat volgens ons overigens veel verder dan ‘alleen’ het (ver)bouwen – wij spreken overigens liever van (re)monteren – van de woning. Wij werken aan Fijn Wonen, waarbij de eindgebruiker centraal staat en betaalbaarheid, comfort en toekomstbestendigheid de norm is. Wij begeleiden bewoners bijvoorbeeld ook gedurende de exploitatiefase en wij garanderen langjarig de prestaties van de woning. Wij zien dat wij ons daardoor steeds meer ontwikkelen van projecten- naar procesorganisatie en van het bouwen van woningen naar het faciliteren van wonen.” Alco voegde daaraan toe: “Keuzevrijheid en betaalbaarheid zijn tot nu toe eigenlijk altijd tegenstrijdig aan elkaar geweest. Maar door het toepassen van slimme productiemethodieken, waaronder industrialisatie en prefabricage met behulp van BIM, kunnen wij meer kwaliteit bieden voor een lagere prijs.”
Configuratie App Alco toonde ons een volledig interactieve Configuratie App, waarmee bewoners architectuur aan de woningen kunnen
toevoegen. Zij kunnen bijvoorbeeld kiezen uit verschillende kleuren baksteen, maar bepalen ook de indeling van de kozijnen zelf. “BIM en een rekenmodule draaien real time achter de schermen mee.” Ook gaat het nieuwe woonproduct uit van Nul Op de Meter; energieneutraal, duurzaam en comfortabel. “Een tikje minder kan ook, maar we steken wel altijd in op all electric, gasloos en NOM-ready.”
Productenplatform Naar aanleiding van mijn vraag hoe Fijn Wonen dit concept als procesorganisatie organiseert, antwoordde Menso: “We hebben samen met een aantal ketenpartners een intelligent platform ontwikkeld van gestandaardiseerde en geïndustrialiseerde bouwstenen. Hierdoor kunnen wij een hogere kwaliteit tegen lagere kosten aanbieden. Het
ontwikkelen en monteren gaat daarnaast ook vele malen sneller. En dat vinden partijen heel prettig. In november staan in Gorredijk onze eerste circulaire woningen. Deze zijn 70% circulair, nog veel sneller te monteren (enkele dagen van start tot oplevering) en 100% verplaatsbaar. Ideaal voor snelle sloop-nieuwbouw ingrepen en bouwen met onzekerheid in krimpgebieden.”
Betaalbaarheid Menso merkte ook op dat het nieuwe woonconcept is afgestemd op de regelgeving voor passend toewijzen voor corporaties. Corporaties worden genoodzaakt om voor een aanzienlijk gedeelte van hun woningbezit een lagere huur te berekenen. Dit betekent een substantiële verlaging van de inkomstenstroom gedurende de gehele exploitatie. Dit heeft natuurlijk grote gevolgen voor de investeringsruimte bij de ontwikkeling van de woning.
Onverwachts naar de fabriek Na de rondleiding en de aansluitende lunchbespreking in de modelwoning werd ik nieuwsgierig naar het productieproces. Na een telefoontje naar de verantwoordelijke binnen de fabriek, rijden we naar de fabriek, die ook in Gorredijk is gevestigd. Eerst volgen diverse veiligheidsinstructies. Daarna krijgen we een helm, veiligheidshesje en laarzen aangereikt. In de fabriek is goed te zien hoe de muren op de millimeter nauwkeurig – “onze maattolerantie is nul”, aldus Alco – in mallen zijn gegoten en waar de totale infrastructuur van bedradingen en aansluitingen op elektra, ventilatie, vloerverwarming, et cetera in de muren respectievelijk vloeren zijn gefreesd. Ook worden hier de trappen en energiemodules geprefabriceerd en in geconditioneerde omstandigheden gemonteerd. “Elke dag rolt er een betoncasco bouwpakket uit de fabriek. Compleet met kunststof kozijnen en glas. We produceren hier nu nog 200 woningen per jaar, maar verwachten de productie komend jaar te gaan verdubbelen. Ook starten we met de uitrol van Fijn Wonen naar andere regio’s in Nederland.”
Kennisoverdracht Met alle opgedane informatie van die middag rijd ik door naar de diploma-uitreiking van de Vastgoed & Makelaardij studenten aan de Hanzehogeschool Groningen. Onderweg bedenk ik alvast op welke wijze we als NeVaP de kennisoverdracht over deze nieuwe ontwikkelingen over wonen richting onze leden én de toekomstige vastgoedprofessionals – de studenten – kunnen gaan organiseren. Meer weten? Voor meer informatie over NeVaP, zie www.nevap.nl en over Fijn Wonen, zie www.fijnwonen.nl.
Menso Oosting (links) en Alco Liest (rechts)
Deze expeditie is de tweede aflevering in een reeks NeVaP-expedities. De eerste NeVaP-expeditie verscheen in het Duurzaam Gebouwd Magazine van juni 2017.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
63
De virtual-realitykamer Avalon laat projectteams gebouwen bekijken die nog in de ontwerpfase zitten.
Virtueel door projecten lopen Het afgelopen jaar groeide het hoofdkantoor van Reynaers in het Belgische Duffel uit tot een centrum voor research, training en distributie. De nieuwste aanwinsten zijn experience rooms met uitgebreide product- en projectinformatie en de virtual reality-simulatieruimte Avalon. Beleven is het sleutelwoord bij dit centrum voor virtuele bezoeken aan projectontwerpen. Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: Debbie de Brauwer
Het gaat de leverancier van profielen voor ramen en deuren voor de wind. Dat blijkt onder andere uit de omzetcijfers, zo’n € 387 miljoen in 2016, en uit de expansie van het imposant ogende distributiecentrum en de magazijnen. “In mei van dit jaar voegden we nieuwbouw toe met experience ruimtes, vertelt projectmanager Theo van der Meijden van Reynaers Nederland. “Hier geven we klanten de mogelijkheid om meer informatie op te vragen over
66
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
onze oplossingen en ze ook live te zien. Verder hebben we een unieke campus en trainingsfaciliteit, die internationale bezoekers trekt om nieuwe dingen te leren en kennis op peil te brengen.” Het bij elkaar brengen van mensen voor kennisdeling sluit goed aan op de doelstellingen van de specialist van geveloplossingen. “We zetten vijf thema’s centraal:
Partner uitgelicht
Energie, Veiligheid, Transport, Materiaalgebruik en People commitment”, legt energy & sustainability engineer Marijke Rymenants van Reynaers uit. “Om het energieverbruik zo laag mogelijk te houden, investeren we in ledverlichting en bewegingssensoren. Onze nieuwbouw is op Bijna Energieneutrale Gebouw-niveau (BENG), dat zelfs nog een stapje verdergaat dan de standaarden die worden voorgeschreven. We voldoen aan 80 procent van onze energiebehoefte.” Ook op het gebied van veiligheid onderneemt de aluminiumspecialist het nodige. “Hierbij focussen we onder andere op ergonomische studies om werkomstandigheden te bevorderen”, zegt Rymenants.
afval te produceren. We willen het eenvoudiger maken om gevels en gebouwen aan te passen naar nieuwe wensen, zodat de gebouwfunctie meerdere keren kan veranderen in de levenscyclus. Daarnaast hebben we voor tien van onze producten in kaart gebracht wat de milieu-impact is aan de hand van life cycle analyses”, voegt Van Der Meijden toe. De laatste pijler in de duurzaamheidsstrategie is People commitment. “We ondersteunen het circular migrationproject, dat nieuwe mogelijkheden biedt voor jonge mensen vanuit ontwikkelingslanden. Verder werken we samen met kansengroep Levanto, om langdurig werklozen weer aan het werk te krijgen”, zegt Rymenants.
Met twaalf distributiecentra verspreid over de hele wereld levert Reynaers de nodige inspanningen om haar oplossingen bij de afnemer te krijgen. “Daarom vereist het thema Transport extra aandacht”, aldus Rymenants. “We optimaliseren transportroutes en reduceren bewegingen door bijvoorbeeld local sourcing [inkopen op de lokale markt, red.] toe te passen.” Ook materialen die gebruikt en hergebruikt worden staan in de belangstelling. “Aluminium is een duurzaam product en is volledig recyclebaar zonder kwaliteitsverlies, met een lange levensduur. Op dit moment is 75 procent van het aluminium dat ooit geproduceerd is, nog steeds in de cyclus”, vertelt Rymenants.
Met 1770 werknemers werkt Reynaers op dit moment aan de invulling van deze punten. De omzet steeg in 2016 naar € 387 miljoen en in 2020 moet dit naar € 500 miljoen uitgroeien. “We groeien snel en we hebben daarom het distributiecentrum en het kantoorgedeelte van het hoofdkantoor uitgebreid”, licht Van Der Meijden toe. Het centrum groeide met 40 procent aan oppervlakte en het kantoorgedeelte kreeg een langverwachte opknapbeurt. De nieuwbouw van het kantoorgedeelte kent vier bouwlagen en beslaat een totale oppervlakte van 3500 m2. Een rondgang door het nieuwe gedeelte toont de opvallende combinatie van duurzaamheid, moderne architectuur en technische snufjes, om bezoekers een aangenaam verblijf vol kennisdeling te bieden. “We laten hier op een innovatieve manier onze projecten zien”, vertelt Van Der Meijden terwijl hij een van de units bedient. “Hier zie je
Milieu-impact verkleinen De ontwikkelingen richting een circulaire economie zijn Reynaers niet ontgaan. “Ons beleid is om zo min mogelijk
Zowel publieke als private partijen komen bij Reynaers langs om innovaties te bewonderen.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
67
V I P
Een duurzame gecombineerde infrastructuur voor telefonie, internet, televisie en deurintercom bespaart kosten en is voorbereid op de toekomstige mogelijkheden. Het gebruik van data groeit nog steeds snel! Alles is data! Daarom is een infrastructuur van glasvezel in een woongebouw de oplossing om niet alleen vandaag de juiste snelheid en hoeveelheid data te ontvangen, maar ook over vele jaren.
Weten hoe het zit? In de brochure ‘Helder door Glas’ geeft Comelit haar visie over IP-infrastructuur. Vraag deze aan via info@comelit.nl www.comelit.nl - info@comelit.nl
IP-BEKABELING MAAKT APPARTEMENTEN TOEKOMSTBESTENDIG
Partner uitgelicht
enkele voorbeelden van onlangs uitgevoerde projecten. Je kunt ze in 3D bekijken en krijgt bijna het gevoel dat je er echt bent.” Naast uitgevoerde werken is het voor bezoekers eenvoudig om kennis te maken met het productassortiment. “Daarvoor hebben we diverse modules ingericht, die ons complete portfolio laten zien en de mogelijkheid geven om details in te zien.” Na het bezoek krijgen deelnemers een e-mail toegestuurd met alle relevante informatie op een rijtje. “Dat gaat volautomatisch. Op deze manier proberen we klanten een ervaring mee te geven en volledig te ontzorgen in hun projectwensen.” Zowel publieke als private partijen komen langs om de innovaties te bewonderen. “Dat verschilt nog wel een beetje van Nederland”, lacht Van Der Meijden. “Daar zie je minder snel particulieren aan de receptie staan om ramen en deuren uit te zoeken voor hun project.”
Vaker bij beginstadium De Duurzaam Gebouwd-partner treedt sinds 2008 in contact met de gehele bouwkolom. “Was het voorheen de aluminium gevelbouwer en architect, nu ligt het accent bij onder andere ontwikkelende aannemers en vastgoedinvesteerders. We worden vaker in het beginstadium van een project betrokken, omdat bouwpartijen vaker zelf de ontwikkeling in handen nemen. Sinds mei 2017 is het dus ook mogelijk om deze stakeholders dichter bij de materie te brengen en meer details te tonen van onze producten.”
De nieuwbouw van het kantoorgedeelte heeft vier bouwlagen en beslaat een totale oppervlakte van 3500 m2.
Voor bezoekers is het eenvoudig om kennis te maken met het productportfolio van Reynaers.
Er is een vernieuwd testcentrum ingericht om producten in actie te tonen. “Zo hebben we een hypermoderne testmuur van vijftien meter hoog ingericht. We voeren hier lucht-, wind-, en watertesten uit op torenhoge gevels. Mocht je je afvragen hoe je gevel van je hoogbouwproject eruit komt te zien, dan kun je hier alvast inspiratie opdoen en de praktijksituatie ervaren”, aldus Van Der Meijden.
Virtueel project bezoeken Ook het Avalon is nieuw. Deze virtual-realitykamer laat projectteams gebouwen bekijken die nog in de ontwerpfase zitten. “Klinkt futuristisch, maar het is al werkelijkheid”, verzekert Van Der Meijden. “Je kunt hier samen met je partners naar een ontwerp kijken en er in drie dimensies doorheen lopen.” Hierbij is het de bedoeling dat interactie plaatsvindt en dat er niet enkel wordt gekeken. “Het is de bedoeling dat je aanpassingen doorvoert aan de hand van nieuwe ideeën, terwijl je met z’n allen door het toekomstige ziekenhuis, kantoor of woning loopt. Daarnaast is de tool geschikt om eindgebruikers te laten zien hoe het er uit ziet en voelt om door hun woning of gebouw heen te lopen.” 3D-modellen van programma’s als Revit, Archicad, Sketchup en Navisworks zijn voorbeelden van modellen waar je in kunt binnentreden. “Vanuit de hele wereld hebben we al mensen over de vloer gehad die deze virtual-realitykamer hebben gebruikt. We verwachten dat de populariteit toeneemt en steeds meer mensen zelf willen ervaren hoe een project eruit komt te zien.”
duurzaam gebouwd | oktober 2017
69
De broeders van het Franciscanenklooster in het Brabantse Megen gingen met alle verduurzamingsopties mee. Voor ‘hun’ heilige Franciscus van Assisi was het zuinig gebruik van de aarde erg belangrijk. Foto: Wikimedia/EdwinH
Innovaties maken monumentaal erfgoed toekomstbestendig
Brabant wil menukaart voor verduurzaming monumentaal erfgoed Met een menukaart met bewezen verduurzamingstechnieken wil provincie Noord-Brabant marktpartijen en eigenaren van monumenten bewegen tot het nemen van energiebesparende maatregelen. In het Europese samenwerkings- en onderzoeksproject DEMI MORE worden enkele innovatieve technieken toegepast. “Dit erfgoed vertelt wie we zijn.” Tekst: Tim van Dorsten
70
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Achtergrond
‘Inmiddels ontwikkelt de Rijksdienst een nieuw beleid, waarin ze steeds meer het belang van verduurzaming ziet’ ‘Demonstration of Energy efficiency by Measurement and Innovation gives MORE.’ Zo luidt de volledige naam van Europese Interreg-samenwerkings- en onderzoeksproject, dat gericht is op energie-efficiëntie in onroerend (monumentaal) erfgoed. Maar wie op Google de naam ‘DEMI MORE’ zoekt, vindt toch echt eerst de Amerikaanse actrice Demi Moore. Toch weet Peter Linders van Spark Campus een link met het Europese project te maken. “Wij zijn de regisseurs en maken het script. De bouwbedrijven zijn de acteurs en de uiteindelijke film is het verduurzamen van Brabantse monumenten.”
Erfgoed behouden Spark geldt als een belangrijke partner van DEMI MORE, waarin Provincie Noord-Brabant en het Kempens Landschap de leiding hebben. Dit Europese project loopt inmiddels anderhalf jaar. “Wij willen ons monumentaal erfgoed zo lang mogelijk behouden”, legt gedeputeerde Henri Swinkels van Leefbaarheid en Cultuur uit. “Dat kan bijvoorbeeld door een monument een nieuwe functie te geven en het zo toekomstbestendig te maken. Om dit te bereiken willen we verduurzamingstechnieken in deze gebouwen toepassen.” Dat is volgens hem niet eenvoudig. “Aan de ene kant zijn monumenten het toonbeeld van duurzaamheid,
Van links naar rechts staan Peter Linders, gedeputeerde Henri Swinkels en Frank Tuerlings
omdat ze er al zo lang staan. Maar energiezuinig zijn die monumenten niet. Door de juiste innovaties toe te passen, willen we deze energiekosten naar beneden brengen. Zodat ze ook in de toekomst kunnen blijven bestaan.” Projectleider Frank Tuerlings van Provincie Noord-Brabant vult hem aan. “Hierbij betrekken we nadrukkelijk ook de eigenaren en de gebruikers van de monumenten. Zo hebben de franciscaanse broeders meebeslist over de innovatie om hun klooster in Megen te verduurzamen. Zij willen juist grotere verduurzamingsstappen zetten dan kostentechnisch interessant is. Deze broeders volgen namelijk de heilige Franciscus van Assisi, voor wie het zuinig gebruik van de aarde erg belangrijk was. Zij gaan met alles mee, waarbij het minder van belang is of de maatregelen economisch rendabel zijn.” Dat viel ook Swinkels op. “De Rijksdienst is daarbij conservatiever. Dat geeft ze zelf ook toe, zij houdt de monumentale waarde in de gaten. Inmiddels ontwikkelt zij een nieuw beleid, waarin ze ook steeds meer het belang van de verduurzaming ziet.”
Met elkaar in gesprek Ook Linders merkte tegenstand. “Toen ik voorstelde om zonnepanelen op een kerk te leggen, schrok de Rijksdienst daarvan. ‘Dat kan niet, dat vinden we niet mooi.’ Natuurlijk gaan we niet zomaar zonnepanelen op een klooster of kerk leggen, maar ‘niet mooi’ mag niet het enige tegenargument zijn. Door met elkaar in gesprek te gaan, kunnen we zo’n mening helemaal afpellen.” Zo’n open overleg biedt nog een ander voordeel, viel Tuerlings op. “Door bewoners en omwonenden bij de besluitvorming te betrekken, zorgen we ook voor draagvlak bij hen.”
Zeven projecten van DEMI MORE In zeven monumentale panden in Vlaanderen en Noord-Brabant testen de betrokken partijen innovatieve technieken. • Franciscanenklooster, Megen: luchtbehandelingssysteem Humitemp en mogelijk pv-leien • Ketelhuis KVL, Oisterwijk: restwarmte van bierbrouwerij als verwarming van het gebouw en warmte door infraroodstraling • Adrianuskerk, Esbeek: optische vezels voor daglichttoetreding en Bioclina-matten als vloerverwarming • Douaneloods, Essen: (semi)transparante pv-panelen in de lichtstraat • Koetshuis Hof ter Linden, Edegem: gevelisolatie aan de binnenzijde op basis van aerogels • Domein Roosendael, Sint-Katelijne-Waver: brandstofcellen voor energieopwekking • Beddermolen, Westerloo: amorfe linten als vloerverwarming en met aangepast isolatiemateriaal het rieten dak isoleren
duurzaam gebouwd | oktober 2017
71
Warmtepompen & chillers met natuurlijke koudemiddelen
1
2
Grote prestaties
Hoge efficiĂŤntie
Milieuverantwoord
Eenvoudige bediening
Betrouwbaar uwbaar op lange e termijn j
3
Klaar voor BREEAM en BENG Warmtapwatervoorziening: De Mitsubishi Heavy Industries Q-ton (1) is een lucht-waterwarmtepomp welke CO2 gebruikt als een natuurlijk koudemiddel en is geschikt voor de (warm) tapwatervoorziening van hotels, verzorgingstehuizen, appartementen en sportcentra etc. Koeling en verwarming: TripleAqua (2) is een unieke klimaatoplossing die zowel koelt, verwarmt als de overtollige energie intern opslaat voor later gebruik. Resultaat tot wel 50% minder energieverbruik dan conventionele klimaatoplossingen. Koeling: De Coolmark luchtgekoelde propaan chiller (3) is speciaal ontworpen voor werking met het milieuvriendelijke natuurlijke koudemiddel R290, resultaat 25% hogere COP. Capaciteitrange 30 tot 1380 kW
Coolmark B.V. Postbus 393, 2990 AJ Barendrecht Tel: +31 (0)180 751 300 info@coolmark.nl, www.coolmark.nl
Importeur van Nederland voor
Achtergrond
Nieuwe norm BREEAM-NL Om monumentaal erfgoed ook interessant te maken als vastgoedobject met een andere bestemming dan wonen, is het van belang daarvoor een duurzaamheidskeurmerk te ontwikkelen. Binnen DEMI MORE wordt onderzocht hoe het BREEAMlabel daarvoor gebruikt kan worden. Samen met de Dutch Green Building Council wordt onderzocht hoe de internationale BREEAM-richtlijn Refurbishment and Fit-Out geschikt te maken is voor de Nederlandse en Belgische markt. “Zo proberen we leegstand te vermijden, want gebruikers kunnen dan monumentale panden vergelijken met gerenoveerde kantoorpanden”, legt Tuerlings uit. “We zijn nu nog druk bezig om deze normering te laten stroken met de Nederlandse weten regelgeving, zoals het Bouwbesluit.” Overigens gaat DEMI MORE enkel over het energie-onderdeel van deze BREEAM-richtlijn. “Denk aan het krijgen van punten om moeite te doen de energiekosten naar beneden te krijgen. Met de overige onderdelen van dit BREEAM-label is de DGBC aan de slag.”
‘Door bewoners en omwonenden bij de besluitvorming te betrekken, zorgen we voor meer draagvlak’ Technieken testen en onderzoeken Voor alle zeven projecten (zie kader op pagina 71) zijn inmiddels de toe te passen innovaties gekozen. Dit is gebeurd na advies van de DEMI MORE-expertgroep, waarin onder meer de Katholieke Universiteit Leuven participeert. De partners gaan een nieuw luchtbehandelingssysteem testen en onderzoeken. “In het Franciscusklooster hebben we gekozen voor de techniek Humitemp om het klimaat te regelen”, vertelt Tuerlings. “Deze techniek wordt al hier en daar toegepast in onder meer de glastuinbouwsector. In samenwerking
Het Hof ter Linden in het Belgische Edegem. In het achterliggende koetshuis komt aan de binnenzijde gevelisolatie op basis van aerogels.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
73
Achtergrond
In de nok van de Douaneloods in het Belgische Essen komen (semi)transparante pv-panelen in de lichtstraat.
‘Niet mooi’ mag niet het enige argument zijn tegen zonnepanelen op een kerk of klooster
met de partners kijken we naar de mogelijkheden of we deze techniek ook in vastgoed kunnen toepassen, zoals kappellen van monumentale kloosters en kerken en grote bedrijfshallen voor evenementen.” “Ieder monument vereist zijn eigen aanpak”, weet Swinkels. “In dit samenwerkingsproject kijken we of de gekozen technieken passen in de verduurzaming van monumentaal erfgoed.” Hierbij heeft onder meer Spark een belangrijke rol gespeeld. “Onder de noemer van ‘Versnellingsstudio Erfgoed & Energie’ hebben we diverse betrokken partijen niet alleen uitgenodigd om tot innovaties te komen, maar ook om beter te leren samenwerken”, legt Linders uit. “Het gaat namelijk niet alleen om de techniek, maar ook om de uitvoering en de beslissing voor de juiste oplossing.”
Onderhoud en verduurzaming combineren Swinkels wil eigenaars en gebruikers van belangrijke Brabantse monumenten stimuleren om gezamenlijk een renovatie- en onderhoudsplan te maken. “Een groep bedrijven kan zich dan continu richten op restauratie- en renovatiewerkzaamheden van monumenten richten. Daarnaast kan zo’n pakket kosten besparen: een steiger kan zomaar 10 procent van de totale renovatiekosten innemen. Als de betrokken bedrijven continu samenwerken aan dezelfde projecten en deze kosten delen, dan is een steiger beter te financieren. Daarnaast specialiseren deze bedrijven zich dan ook op het gebied van restauratie.” Volgens Tuerlings kan de Stichting Nationaal Monument Sint-Jan in de vorm van kennis hierbij een helpende hand toesteken. “De Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch staat regelmatig in de steigers. Wellicht dat deze stichting heeft nagedacht over hoe ze het steigerwerk zo efficiënt mogelijk kunnen inplannen.” De Zuid-Nederlandse provincie heeft de belangrijke monumenten gekoppeld aan vier verschillende verhaallijnen: Religieus Brabant, Bevochten Brabant, Bestuurlijk Brabant en Innovatief Brabant. “Dit erfgoed vertelt wie we zijn. Het is belangrijk om deze monumenten te behouden en zo onze gezamenlijke geschiedenis aan de volgende generatie door te vertellen.”
duurzaam gebouwd | oktober 2017
75
Adviesbureaus helpen gemeenten met verduurzaming kantoren
Kantoor verduurzamen? Gebruik ruimte efficiënter! Vanaf 2023 moeten bestaande kantoren minimaal over energielabel C beschikken en in 2050 ligt dat niveau op energieneutraal. Met behulp van big data in hun tool Upgreen bieden adviesbureaus DGMR en abcnova gemeenten een helpende hand. “Efficiënter ruimtegebruik en een gezonde kantooromgeving zijn de beste manieren om een kantoor te verduurzamen.” Tekst: Tim van Dorsten
Frank Jakobs (DGMR) en Sjoerd Groen (abcnova) komen elkaar binnen bouwprojecten regelmatig tegen. Ze droegen samen bij aan de renovaties van het gemeentehuis van Woerden en het kantoor van de RDW (Dienst Wegverkeer) in Veendam. “De vraag bij beide projecten was een energielabelsprong naar label A. Daarnaast was de eis om dat kostenneutraal te doen. En dat lukte in beide gevallen”, vertelt Jakobs. Ze merkten echter bij beide projecten dat een rendabele labelsprong niet mogelijk was, door alleen naar energiebesparing te kijken. “Daarom stelden we ons de vraag”, zegt Groen, “hoe krijgen we gemeenten zo ver om niet alleen te renoveren naar het verplichte energielabel C, maar door te gaan naar BENG-niveau? Dat niveau is in 2021 verplicht voor nieuwbouw.”
Openbare data
Op de website Upgreen.nl krijgen gemeenten inzage in de energielabels van hun kantoorgebouwen en hoe ze het label kunnen verbeteren.
Bij gebrek aan voldoende gedegen studies besloten de heren zelf op onderzoek uit te gaan. “Veel data van gemeenten zijn openbaar, bijvoorbeeld bij de Kamer van Koophandel, de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) en het EP-online”, verklaart Jakobs. “Denk bijvoorbeeld aan het aantal panden, het bouwjaar, het aantal fte’s, het kantoorvloeroppervlak en het energielabel per gebouw.” Naast de openbare data speelde ook de voorbeeldfunctie bij de keuze voor gemeentelijke kantoorgebouwen een belangrijke rol. Groen: “Bijna alle gemeenten hebben een uitgesproken visie. Zo willen ze CO2-neutraal of klimaatneutraal zijn in 2030. Wat dat ook mag betekenen. De weg hiernaartoe en wat dit concreet aan maatregelen en aanpassingen betekent, is namelijk vaak onbekend.” Al deze data besloten Jakobs en Groen aan elkaar te koppelen in hun ontwikkelde tool Upgreen. Hieruit bleek dat 388 Nederlandse gemeenten beschikken over 506 kantoorgebouwen en 62 monumenten. “Die
Het dashboard op Upgreen.nl laat zien dat bijna dertig procent van de gemeentelijke kantoorgebouwen beschikt over energielabel A. In totaal hebben de gemeenten ruim 500 kantoorgebouwen, volgens de openbare data.
76
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Achtergrond
Energielabels van gemeentelijke kantoorgebouwen Uit de benchmark van DGMR en abcnova blijkt dat 55 procent van de gemeentelijke kantoorgebouwen over een energielabel A, B of C beschikt. Dit is als volgt opgebouwd:
Energielabel A: Energielabel B: Energielabel C: Energielabel D: Energielabel E: Energielabel F: Energielabel G: 29,59% 10,45% 13,81% 18,74% 10,45% 6,31% 10,65% Deze percentages zijn op basis van de data, die in 2017 openbaar beschikbaar waren.
monumenten laten we verder buiten beschouwing”, geeft Jakobs aan. “De verduurzamingsmaatregelen gaan namelijk niet op voor die gebouwen.”
55 procent: energielabel C of beter En dus bleven die ruim 500 gebouwen over. Uit de publiek beschikbare data blijkt dat zo’n 55 procent over een energielabel C of beter beschikt, zoals B of A (zie kader hierboven). “Dat viel ons enorm mee”, verklapte Jakobs. “Er is echter nog veel werk te doen tot 2023 en die zes jaar zijn zo voorbij. Maar goed, de gemeenten doen het echt niet zo slecht.” Met al die beschikbare data, en hun eigen kennis en ervaring over en met renovaties, besloten ze om voor een benchmark te zorgen. “We kunnen gemeentelijke kantoorgebouwen goed met elkaar vergelijken: ze beschikken in de meeste gevallen over eenzelfde soort indeling”, legt Groen uit. “Denk maar eens aan publieksbalies en raadszalen: ruimten die niet eenvoudig te verwarmen zijn.” Deze benchmark loopt van energielabel G naar BENGniveau en geeft per labelstap aan wat de verduurzamingsmaatregelen zijn, wat ze kosten en wat ze opleveren. “Bij energielabel G gaan we uit van enkelglas en geen spouwmuurisolatie”, vertelt Jakobs. “Met kleine
‘Zo’n 55 procent van de gemeentelijke kantoorgebouwen beschikt over een energielabel C, B of A’
In november 2016 is het RDW-hoofdkantoor in Veendam heropend, na een grote renovatie. Dit kantoor is aardbevingsbestendig en de kantoorindeling is gebaseerd op het nieuwe werken. (foto: Bert van Asperen)
ingrepen kunnen gemeenten hun gebouw naar energielabel C krijgen.” De ingreep om naar energielabel A te gaan is echter groter. “Dan moeten ze echt installaties, gevels of het inbouwpakket vervangen.”
Beschikbare ruimte efficiënt gebruiken Om het BENG-niveau te behalen, dient een organisatie een flinke renovatie van het bestaande kantoorgebouw te overwegen. “Ook de stap van energielabel A naar BENG is een grote”, geeft Groen toe. “Bij die laatste stap staat namelijk de beschikbare ruimte centraal en dan met name het zo efficiënt mogelijk gebruikmaken van de beschikbare ruimte.” Gemiddeld gebruikt iedere gemeentelijke ambtenaar zo’n 30 m2. “Dit is het totale vloeroppervlak gedeeld door het
duurzaam gebouwd | oktober 2017
77
Rainbox 3S infiltratiekratten Duurzaam omgaan met regenwater
Na regen komt Duborain Slim en duurzaam omgaan met regenwater kan voortaan ook eenvoudig en snel met het Duborain assortiment. De Rainbox 3S infiltratiekratten van DYKA zijn bijvoorbeeld snel en foutloos te plaatsen. De kratten zijn standaard omhuld met geotextiel. Dit voorkomt dat zand het infiltratiebekken binnendringt en verhoogt de levensduur van de kratten.
Inspecteer- en reinigbaar
Duborain regenwaterbeheer
De Rainbox 3S kratten zijn langs alle kanten voorzien van
De Rainbox 3S infiltratiekrat is een onderdeel van het Duborain
verschillende aansluitmogelijkheden. Zo is inspectie en reiniging
regenwaterbeheer assortiment. Deze duurzame oplossingen
altijd mogelijk. Dit houdt de kratten in optimale conditie. Met de
van DYKA spelen in op steeds intensievere regenbuien.
3S krat voldoet u niet alleen aan de eis om regenwater af te koppelen van afvalwater. U voorkomt zowel lokale
Meer weten of ontvangt u graag onze documentatie?
wateroverlast als uitdroging van de bodem.
Bel met onze experts, +31(0)521 - 53 44 80.
DYKA | +31(0)521 - 53 49 11 | info@dyka.nl | www.dyka.nl
Achtergrond
‘Om een kantoorruimte efficiënter te gebruiken, zijn vaste werkplekken niet meer nodig’ totaal aantal medewerkers”, legt Jakobs uit. “Onze ervaring uit eerdere vergelijkbare gemeentelijke renovatieprojecten is dat 20 m2 de ideale hoeveelheid is.” Dat betekent dus een flinke verbouwing en – nog belangrijker – dat medewerkers de kantoorruimte efficiënter moeten gebruiken. “Vaste werkplekken zijn niet meer nodig. Als de ene medewerker vrij is, blijft zijn werkplek niet leeg maar gebruikt zijn collega deze. Dat scheelt al ruimte.” Daarnaast dienen kantoorgebouwen werkgerelateerde plekken te krijgen, vinden ze. “Denk aan stilte- en overlegplekken. Zo kunnen gemeenten hun medewerkers zo optimaal mogelijk faciliteren in hun werkzaamheden. Want zij zorgen voor het kapitaal van het bedrijf.” De stap van energielabel G naar BENG betekent een reductie in werkplekken van 25 procent. “Dat is natuurlijk afhankelijk van het aantal medewerkers”, geeft Jakobs aan. “Maar we merken dat gemeenten zich steeds meer richten op hun kerntaken: marktpartijen faciliteren. Het aantal medewerkers slinkt hierdoor steeds meer.”
Productievere medewerkers Een kleiner aantal vierkante meters zien beide heren dan ook als motor van hun businesscase. “Uit onderzoek van
Sjoerd Groen (abcnova): “Gemeentelijke kantoorgebouwen hebben eenzelfde soort indeling. Daarom kunnen we ze goed met elkaar vergelijken.”
Atze Boerstra van DGMR-dochter BBA Binnenmilieu blijkt dat medewerkers vijf tot tien procent productiever kunnen zijn in een gezond kantoorgebouw. Daarnaast daalt in zo’n gebouw het ziekteverzuim”, vertelt Jakobs. “Dit kunnen gemeenten en andere organisaties bereiken, door te zorgen voor een kantoor dat beschikt over goede ventilatie, verlichting, temperatuur en akoestiek. Werkgerelateerde werkplekken dragen hieraan bij.” De positieve resultaten van Boerstra’s onderzoek hebben ze echter conservatiever in hun berekening meegenomen, naar energielabel C, energielabel A en BENG-niveau. “In onze berekeningen gaan we uit van een productiviteitsstijging van maximaal 5 procent”, licht Groen toe. “Dan kan het alleen maar meevallen.” Bij de meeste gemeenten blijken de investeringen naar elk beter energielabel voor een positief resultaat te zorgen. En de productiviteitsstijging zorgt voor een nóg beter resultaat. “In sommige gemeenten leiden de investeringen niet tot een positief resultaat”, geeft Groen aan. “Dit zien we als uitnodiging om een persoonlijk advies af te geven.”
Nieuw doel: scholen?
DGMR-adviseur Frank Jakobs: “Uit onderzoek van Atze Boerstra van BBA Binnenmilieu blijkt dat medewerkers vijf tot tien procent productiever kunnen zijn in een gezond kantoorgebouw.”
Hoewel ze aan gemeentelijke kantoorgebouwen nog genoeg werk hebben, kijken Jakobs en Groen verder naar andere gebouwen. “Ondanks de opkomst van een gezonde werkomgeving in kantoorgebouwen, blijven bijvoorbeeld scholen nog ver achter. In Nederland beschikken bijna 7.000 scholen niet over de juiste leeromgeving: kinderen hebben hoofdpijn en kunnen hierdoor minder goed leren”, vertelt Groen. “Ook van schoolgebouwen zijn openbare data beschikbaar, dus ook hiervan kunnen we een benchmark maken.”
duurzaam gebouwd | oktober 2017
79
Verduurzaming kantoren brengt veel in beweging Verduurzaming van kantoorgebouwen kan de CO2-uitstoot en het energieverbruik van Nederland sterk verminderen. Vanaf 2023 moeten kantoren minimaal aan de eisen van energielabel C voldoen, anders mogen ze niet meer worden verhuurd. Ook eigenaren van langdurig leegstaande kantoren moeten daarom in beweging komen. Tekst: Peter Urbanus
Vanwege het verplichte label C moeten eigenaren van energieslurpende kantoren hun panden zuiniger maken. Dat is geen probleem: de investering betaalt zich terug door besparing op de energiekosten, stelt de rijksoverheid optimistisch. Zo’n 45 procent van de Nederlandse kantoorgebouwen voldoet nu al aan label C. De resterende 55 procent moet dus nog worden verduurzaamd. Aannemer Heembouw is een van de partijen die zich met verduurzaming van bestaande kantoorgebouwen bezig houden.
Weinig ambitieus “Duurzame kantoren leveren zo’n 9 à 10 procent meer rendement op, dus zo moeilijk moet het niet zijn”, stelt commercieel directeur Durk van Loon van Heembouw. “Dat label C stelt nog niet zo veel voor. Met ledverlichting en betere dak- en muurisolatie kom je daar al snel aan.” Verduurzaming van ons vastgoed levert een enorme bijdrage aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen, benadrukt hij. “Gebouwen veroorzaken maar liefst 30 procent van onze CO2-uitstoot. Mede daarom vind ik label C nog weinig ambitieus.” Heembouw heeft zijn eigen hoofdkantoor ook verduurzaamd. Doel was om het comfort voor de medewerkers te verbeteren en het gebouw efficiënter te benutten. “Na de verbouwing kunnen 20 procent meer mensen in ons gebouw werken, waarmee we de groei van ons bedrijf binnen het eigen pand kunnen realiseren. We hebben de 22 jaar oude installatie vervangen door klimaatplafonds in combinatie met een warmte-/koudebron en verbeteringen aan de gevel, onder andere door driedubbel glas”, zegt Van Loon. “Ons streven is label A++.” De opgedane ervaringen komen bij nieuwe projecten voor klanten weer van pas.
Spouwmuurisolatie achterhaald Verduurzaming kost uiteraard wel geld. Eerder dit jaar haalde Heembouw het nieuws door te stellen dat het
80
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
De buitenzijde van het pand van Heembouw na de verbouwing.
bedrag waar het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) over sprak veel te laag was geraamd. “Zo ging het EIB uit van onder meer spouwmuurisolatie, wat wij hier een onzinnige en achterhaalde methode vinden”, vertelt duurzaamheidadviseur Tjeerd van der Ploeg. “Vaak kan dat niet eens bij kantoorgebouwen, doordat de spouw niet groot genoeg is. Je bent aangewezen op binnen- en buitenisolatie. In plaats van die € 55 per vierkante meter kom je al snel op € 100.” De verduurzaming van kantoren kan veel opleveren. De media hebben vooral aandacht voor de verduurzaming van woningen en elektrische auto’s. Juist bij kantoorgebouwen valt echter veel te bereiken, meent Van Loon. “Elektrische auto’s zijn natuurlijk meer sexy, maar alle kantoorgebouwen in Nederland stoten gezamenlijk evenveel CO2 uit als ons complete wagenpark.” Van der Ploeg heeft een quick scan ontwikkeld, waarmee
Algemeen
Aannemer Heembouw heeft zijn kantoor verduurzaamd naar energielabel A.
een potentiële klant van Heembouw snel inzicht kan krijgen in de kosten van een sprong naar energielabel C. Dat gebeurt aan de hand van het bouwjaar en het aantal vierkante meters. “Op basis van de bouwbesluiten die toen van kracht waren, weet je ongeveer welke maatregelen moeten zijn genomen en aan welk energielabel een gebouw nu voldoet.” Vanaf 1990 kan een kantoor al snel voldoen aan de eisen voor label C, stelt hij. Het verduurzamen van kantoorgebouwen van voor 1990 is vaak problematischer.
Belang van ventilatie Hoewel klanten vaak in de eerste plaats uit zijn op een labelsprong naar C, adviseert Heembouw om te investeren in energielabel A. “Met aanvullende aanleg van een balansventilatiesysteem ga je al snel richting label A”, zegt Van der Ploeg. “Daarvoor moeten wel kanalen voor aan- en afvoer van warme en koude lucht worden aangelegd. Het gaat dan om een totaalrenovatie. Wij proberen altijd tot een juiste mix van bouwkundige en installatietechnische maatregelen te komen. Zo creëren wij geen afgesloten doos zonder verse lucht.” Goede ventilatie is ook een gezondheidskwestie, benadrukt hij. “Duurzaamheid draait ook om de gezondheid van de gebruikers van een gebouw. Ik begrijp dat een eigenaar of vastgoedbezitter met zo gering mogelijke investeringen naar label C wil, maar wij adviseren om ook rekening te houden met gezondheid.”
Oplossing voor leegstand? Mogelijk komt er ook beweging in het hoofdpijndossier van de structurele leegstand. Een flink deel van de kantoren in Nederland staat al langere tijd leeg of is zelfs nooit (volledig) verhuurd geweest, stelde Hilde Remøy, universitair hoofddocent Real Estate Management aan TU Delft, eerder dit jaar op DuurzaamGebouwd.nl. Zonder huurders willen of kunnen vastgoedbezitters niet investeren, terwijl kantoren zonder label C niet meer mogen worden verhuurd na 2023. Wil een vastgoedbezitter toch investeren in een leegstand kantoor om een labelsprong te maken, dan vraagt de bank om een financieringsplan. Daarin kan ook een instrument als Heembouws quick scan een rol spelen. Ondanks de aantrekkende economie blijft naar verwachting een flink deel van de leegstaande kantoorgebouwen onverhuurd. Van Loon ziet echter dat de markt niet alleen op de A-locaties aantrekt. Er is ook meer interesse in de locaties die tot voor kort wat minder gewild waren. “Juist daar moet je volop inzetten op verduurzaming. Zo kun je je op dat gebied onderscheiden.” Ten slotte moeten structureel leegstaande kantoren uiteindelijk ook herontwikkeld worden. “Eigenaren die deze investering niet kunnen doen, moeten hun verlies nemen en hun pand tegen een fractie van de nieuwbouwwaarde van de hand doen”, verwacht Van Loon. Dat schept voor een volgende eigenaar juist weer ruimte om te investeren. Zo kan een gebouw wel voldoen aan de voorwaarden voor een duurzame, flexibele en innovatieve werkomgeving.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
81
In de wijk SpaarneBuiten in de Noord-Hollandse plaats Spaarndam bouwt VolkerWessels MorgenWonen-woningen.
Komende anderhalf jaar: tien projecten met materialenpaspoort
Op zoek naar valuecases die het verschil maken De bouw kan een motor zijn voor positieve verandering mits we ons richten op datgene waaraan we echt iets kunnen doen en ons niet laten afleiden door randzaken. Dat vinden Marianne Davidson en Lars van der Meulen van VolkerWessels. Dit bouwbedrijf belooft komend anderhalf jaar tien projecten met een materialenpaspoort af te leveren. Tekst: Ton Verheijen
“Als ik zou willen, kan ik elke dag aanschuiven bij minstens twaalf overleggen”, zucht duurzaamheidsmanager Lars van der Meulen. Hij bepaalt het duurzaamheidsbeleid van het bouwconcern en ziet nogal wat gebrek aan realiteitszin om zich heen. En dat is best vermoeiend. “Laatst sprak ik een gemeente die een waslijst met onhaalbare maatregelen met me wilde doornemen. Het gevaar is dat ze het wiel proberen uit te vinden. Ze willen allemaal praten over hun eigen concept, hun eigen systeem. Ik vind dat we ons
82
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
moeten richten op zaken waarmee we echt het verschil kunnen maken. Voor VolkerWessels zijn dat ‘natuurlijk kapitaal’, ‘gezond wonen’ en ‘sociale participatie’. Daar geloven we in, daar werken we elke dag aan.” Van der Meulen zit samen met vastgoedontwikkelaar Marianne Davidson in de frontlinie van haalbare en onhaalbare duurzaamheidsambities. Dat is spannend. Er gebeurt veel op dit gebied. Maar er wordt ook veel energie verspild. Dat kan beter. De focus van VolkerWessels is
Algemeen
daarom scherp en doelgericht. Het bedrijf wil ‘bouwen aan een betere levenskwaliteit’. “In plaats van praten en afwachten moeten we het nu echt gaan doen”, stelt Davidson.
Duurzaamheid voor de bühne Na jaren van kommer en kwel wordt er weer gebouwd in Nederland. De economie trekt aan. Er is vraag naar rotondes, naar fietspaden, naar kleinschalige woningbouwconcepten. Wat die woningbouw betreft is er duurzaam nieuws te melden van VolkerWessels, het op één na grootste bouwconcern van Nederland met 16.000 werknemers en een omzet van € 5,5 miljard. Het bedrijf zette al de concepten ZuiverWonen en MorgenWonen (zie kader) in de markt. Verder is het concern actief met andere energiezuinige woningen en betrokken bij projecten voor afvalvrije bouwplaatsen. “In deze initiatieven doen we voorinvesteringen, zonder er direct aan te verdienen”, vertelt Van der Meulen. Beiden zijn ambassadeurs en sprekers op congressen om de visie van VolkerWessels uit te dragen. Op Building Holland betoogde Davidson dat traditionele verdienmodellen aan vervanging toe zijn: ‘Van businesscase naar valuecase’. Dat licht ze graag toe. “Het gaat erom projecten in de markt te zetten waarvan de maatschappij ook echt beter wordt. Wij geloven in ondernemen en geld besparen met de circulaire gedachte als basis. Een valuecase heeft meer waarde in termen van levenskwaliteit, gezondheid, energiebesparing of sociale participatie. Daarmee moeten we het verschil maken. We moeten oppassen voor ‘duurzaamheid voor de bühne’. Soms vormen duurzame technieken geen hechte eenheid of ze werken elkaar zelfs tegen.”
‘ Wij geloven in ondernemen en geld besparen met de circulaire gedachte als basis’ Kennis delen Ondertussen ontstaan er mooie bouwprojecten waarin de mens een steeds centralere plek inneemt en zaken als gezondheid integraal worden meegenomen, constateren Davidson en Van der Meulen. Denk bijvoorbeeld aan het gebouwen met een WELL-certificaat. Die lijn moet worden doorgetrokken. Daarbij is ‘leren van elkaar’ een attitude die de bouwsector zich eigen moet maken. Dat schiet er vaak bij in. De bouw blinkt niet uit in delen van kennis, uitwisselen van best practices, profiteren van elkaars expertise en evalueren van de gemaakte fouten. Stuurs worden de kaarten voor eigen borst gehouden. “De bouwsector is niet gewend missers te bespreken”, weet Davidson. “Bouwers gaan door op de oude manier, ook als er dingen fout zijn gegaan. Er is openheid nodig om de consequenties van onze keuzes te laten zien. Grondstoffen raken uitgeput, dat is een feit. Daarom moeten we op zoek naar valuecases die het verschil maken.” Kennis delen, het lijkt zo simpel. Van der Meulen: “Er is gigantisch veel kennis beschikbaar over de invloed van kleur, geur, licht, ruimte en materiaalgebruik in gebouwen. Wij pleiten voor het delen van die kennis.” Davidson valt hem bij: “Recent hebben we samengewerkt met de architect Milee Herweijer. Zij heeft zich verdiept in healing environments in ziekenhuizen en wat patiënten prettig vinden. Patiënten herstellen sneller bij uitzicht op de natuur, genoeg daglicht en een akoestiek die niet hindert. Wist je dat vloeren met geometrische figuren mensen met dementie in de war kunnen brengen? Het zijn willekeurige inzichten, die ook kunnen worden toegepast in andere branches. Daarin wil VolkerWessels de leiding nemen.”
Juf Joke
Lars van der Meulen en Marianne Davidson: “Een valuecase heeft meer waarde in termen van levenskwaliteit, gezondheid, energiebesparing of sociale participatie.”
Als kind wilde Davidson al huizen en steden bouwen. “Bij juf Joke knipte ik de makelaarsadvertenties uit. Die vond ik het interessantst.” Ze wilde de wereld mooier maken en liet haar droom realiteit worden als vastgoedontwikkelaar. Maar dan, de werkelijkheid. Je loopt al snel tegen beperkingen, regels en tegenstrijdige belangen aan. “Alleen samen kunnen we de stappen zetten om bouwprojecten voor elkaar te krijgen die mooier, duurzamer en gezonder zijn”, vindt ze. VolkerWessels wil visies koppelen aan daden en lijkt daarin resultaten te boeken. De eerste ZuiverWonenwoningen verschijnen in Delft en Ter Aar. Het bedrijf rekent op ‘enkele tientallen’ van dit type woningen in heel Nederland. Ook rond MorgenWonen zijn er interessante ontwikkelingen te melden, zo bleek tijdens de vastgoedbeurs Provada. Binnen dit concept werkt
duurzaam gebouwd | oktober 2017
83
DAK
GEVEL
WAND
FALK Bouwsystemen produceert en levert geïsoleerde beplating
Profilering en coating naar wens
voor dak, wand en gevel. Deze sandwichpanelen vormen een duurzame en veelzijdige bekleding van daken en gevels die bepalend zijn voor de identiteit van een gebouw. Bij FALK
Brandveilige oplossing
bepaalt u die identiteit zelf. U kiest de profilering, kleur, isolatiewaarde en het type coating van uw dak, wand of gevel.
Onderhoudsarm De afgelopen jaren zijn er al miljoenen vierkante meters FALK sandwichpanelen gemonteerd op hallen, stallen, woningen, showrooms en alle andere gebouwtypen. Optioneel kunnen sandwichpanelen uitgevoerd worden met FIBON-isolatieschuim. Hierbij wordt gebruik gemaakt van biobased grondstoffen wat het sandwichpaneel een groen randje geeft. Het FALK Woondak wordt standaard geleverd met deze duurzame isolatiekern. Het FALK Woondak is een scharnierdak dat wordt gemaakt van sandwichpanelen met hoge isolatiewaarden. Het bestaande dak, kan binnen één dag dag vervangen worden door het FALK Woondak op de bestaande gordingen te plaatsen.
Neonstraat 23 6718 WX Ede (0318) 670 670
falkbouwsystemen.nl
Algemeen
Marianne Davidson: “Voor een materialenpaspoort hebben we een breed scala aan partijen nodig: projectontwikkelaars, installateurs, architecten, (onder) aannemers, toeleveranciers, constructeurs, banken en beleggers.”
VolkerWessels aan een materialenpaspoort. Tijdens die beurs vertelde Davidson over het proces, de effecten op bouw- en ontwikkeltrajecten en de kansen die dit biedt voor financiering en samenwerking met andere partijen. Het materialenpaspoort wordt geen proefballon. Komend anderhalf jaar belooft het bedrijf maar liefst tien projecten met een uniek paspoort te realiseren. “In januari 2019 wordt de balans opgemaakt en zien we of dat is gelukt”, aldus Davidson.
Nieuwe ontwerp-afwegingen VolkerWessels, ABN AMRO, architect Thomas Rau en alle andere Madaster-partners willen dat het materialenpaspoort de nieuwe standaard wordt in het vastgoed. Door van elk object een paspoort te genereren, wordt een ‘bouwcultuur zonder afval’ gefaciliteerd. Het paspoort toont alle gebruikte materialen en documenteert de waarde van het gebouw. Deze gedocumenteerde circulaire
VolkerWessels, ABN AMRO, architect Thomas Rau en alle andere Madasterpartners willen dat het materialenpaspoort de nieuwe standaard wordt in vastgoed.
ZuiverWonen en MorgenWonen De afgelopen jaren heeft VolkerWessels twee nieuwe woningconcepten in de markt gezet: ZuiverWonen (zie foto): gebaseerd op biobased materialen en gezond leven. MorgenWonen: Nul op de meter, demontabel en remontabel, binnen één dag gebouwd.
waarde hangt onder meer af van de manier waarop het desbetreffende materiaal in het object is verwerkt. Dit moet ontwerpers en bouwers stimuleren om nieuwe ontwerpafwegingen te maken. Financiers kunnen de waarde van de materialen opnemen in de totale waardebepaling van het object en opdrachtgevers hebben meer keuze wat betreft de circulariteitswaarde van het ontwerp. “Voor dit paspoort hebben we een breed scala aan partijen nodig”, geeft Davidson aan. “Projectontwikkelaars, installateurs, architecten, (onder)aannemers, toeleveranciers, constructeurs, banken en beleggers. Het paspoort biedt voor al onze ketenpartners een mooie basis voor een circulaire economie. Met de ontwikkeling van het paspoort voor MorgenWonen gaan we nu een stap verder. Door de gebruikte materialen inzichtelijk te maken en dankzij de mogelijkheden van demontage en remontage, krijgen de materialen en prefab-elementen extra waarde. Woningen krijgen zo een hogere restwaarde. Als een gebouw op het eind van de levenscyclus hergebruikt kan worden, hebben we een andere businesscase. Het wordt een valuecase.”
‘Het materialenpaspoort biedt een mooie basis voor een circulaire economie’ duurzaam gebouwd | oktober 2017
85
Gemeente investeert € 18,6 miljoen in energiezuinig maken gebouwen
Breda en duurzaamheid: goed voorbeeld doet volgen? Breda wil in 2044 een CO2-neutrale stad zijn. Met het verduurzamen van 69 gemeentelijke gebouwen geeft de gemeente Breda zelf het goede voorbeeld. Hoe pakken ze dat aan? “Roep externe hulp in en verzin het niet allemaal zelf”, zo adviseert verantwoordelijk wethouder Paul de Beer (D66). “De opgave die wij ons stellen is zo groot, dat het beter in elkaar moet zitten dan alleen idealisme.” Tekst: Jeroen Wolbers
De keuze van het gemeentebestuur om duurzaamheid tot speerpunt te maken, is een uitvloeisel van het Energieakkoord uit 2013 waaronder ook gemeenten hun handtekening hebben gezet. “We hebben iets beloofd en dan moet je het ook doen”, vindt wethouder Paul de
Beer van Financiën, Duurzaamheid en Sport. “De ambitie is om onze doelen elf jaar eerder te halen dan in het Energieakkoord is voorzien: 2019 in plaats van 2030.” De doelstelling van Breda is om zowel 40 procent op energie te besparen, als een reductie van 40 procent
Judith van Nuland van de gemeente Breda staat tussen de zonnepanelen op het dak van Brede School Noorderlicht.
86
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Achtergrond
CO2-uitstoot te realiseren. Opvallende gebouwen die in deze ambitie worden meegenomen zijn het Rat Verlegh Stadion van voetbalclub NAC, het Stadskantoor, de brandweerkazerne, het Stedelijk Museum Breda en het bezoekerscentrum van de kinderboerderij.
Politieke steun De gemeenteraad van Breda heeft de plannen unaniem gesteund. De Beer: “We hebben de systematiek goed toegelicht. Onze aanpak is voor negentig procent rendabel en concurreert niet met andere investeringen in onze gemeente. Voor de raad is dat goed te volgen. We investeren € 18,6 miljoen, waarvan € 1,5 miljoen onrendabel is. Naast de beschikbare onderhoudsbudgetten, leggen we die dus bij.” Voordeel bij de besluitvorming was dat De Beer de portefeuilles financiën, duurzaamheid en vastgoed beheert. “Dat maakt het eenvoudiger, want je hebt dan alles in een hand.” Breda is de eerste gemeente die haar vastgoedportefeuille in één keer aanpakt. “We zijn erin geslaagd een model neer te leggen dat als voorbeeld kan dienen voor andere gemeenten”, geeft De Beer aan. “Wij zijn bereid om ons model te delen. Zoals in de G32: het overleg van middelgrote gemeenten. En een aantal gemeenten is al langs geweest.”
Veel pionieren Judith van Nuland is projectleider verduurzaming gemeentelijk vastgoed bij de Brabantse gemeente. Zij voert met een projectgroep en een extern adviseur van advies- en ingenieursbureau RPS de plannen uit. “We hebben in de opstartfase veel gepionierd, want er was geen pakket met een leidraad hoe we dit het best konden aanpakken. Een projectgroep is gestart met een inventarisatie van het gemeentelijk vastgoed dat voor verduurzaming in aanmerking komt. De uitkomst was een lijst met 75 gebouwen, waarvan de ijsbaan en de zwembaden nog worden onderzocht. De maatregelen voor de 69 andere panden hebben wij goed in beeld.” Om goed in kaart te krijgen wat de besparingen konden zijn, wilde ze een zogeheten Energieprestatieadvies (EPA, zie kader). “Dat hebben we niet zelf in huis, daarom hebben we ervoor gekozen om die kennis in te huren. Dat was een heel goede keuze waarmee we achteraf heel blij zijn. Het gaf de kwaliteit die we nodig hebben. Op het hoogtepunt liepen er adviseurs van acht bureaus rond. Nu hebben we wel de energieprestatienorm van onze gebouwen vast kunnen stellen.”
Niet alleen woorden RPS is van het begin af aan bij het project betrokken. Het advies- en ingenieursbureau heeft inmiddels alle rapportages met de maatregelen per gebouw onder zich om de laatste fase uit te voeren en te monitoren. Vastgoedadviseur Arjan van Zaanen noemt de aanpak van Breda opvallend. “Bij de gemeente bleef het niet bij praten, maar ze kwam ook daadwerkelijk in actie.”
Ook het Rat Verlegh Stadion, thuisbasis van voetbalclub NAC, neemt de gemeente Breda mee in haar verduurzamingsplan. (foto: Martijnmureau/Wikipedia)
De deskundigen keken bij de planning van de uitvoeringswerkzaamheden ook naar de bestaande meerjarige onderhoudsplannen. “Daarin zitten natuurlijke onderhoudsmomenten en dat maakt dat je zo veel mogelijk tegelijkertijd kunt doen”, geeft Van Zaanen aan. “Als je bijvoorbeeld in 2019 de kozijnen moet vervangen en in 2021 het dak, dan kun je dat beter in één keer aanpakken.” Bij de gebouwen worden allereerst de muren en de daken geïsoleerd, daarna de kozijnen in combinatie met dubbel glas. “Natuurlijk gaan we ook slimmer energie gebruiken”, vertelt Van Nuland. “De resterende energie die nodig is, wekken we zo veel mogelijk duurzaam op bijvoorbeeld met zonnepanelen.” De zonnepanelen zijn inmiddels ook al aangebracht op het gebouw van Brede School Noorderlicht. Het monitoren van de duurzaamheidseffecten bestaat uit het meten van het energiegebruik en de technische monitoring en beheer van de installaties. Met name de resultaten van het energieverbruik geven inzichten in de effectiviteit van de maatregelen. Nieuwe inzichten kunnen leiden tot nog grotere besparingen. Daarom worden slimme meters geïnstalleerd om het verbruik continu te monitoren en te vergelijken.
Aanpak startte eind 2016 In Breda is de aanpak van de verduurzaming van de gebouwen eind 2016 gestart. “Een spannend traject”, zegt Van Nuland. “We zijn gestart met de kleine dingen, zoals de verlichting in sporthallen en gymzalen. De voorbereidingen voor de grotere maatregelen loopt nu en de werkzaamheden zijn al in volle gang.” Een project dat vrijwel is afgerond, is de verduurzaming van het Stedelijk Museum Breda dat afgelopen juni de deuren heeft geopend. “Dit gebouw is een monument met een nieuwbouwgedeelte”, laat Van Nuland weten.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
87
Bent u (of kent u) de duurzaamste in de bouw? Schrijf u dan nu in of nomineer uw favoriet!
DUURZAAM BOUWEN AWARDS CATEGORIE 1
CATEGORIE 2
CATEGORIE 3
Het beste duurzame project
De beste duurzame woningcorporatie
De meest duurzame gemeente
De bouwer en/of opdrachtgever van het beste opschaalbare duurzame bouwproject ontvangt als prijs de Gouden Kikker.
De meest duurzame woningcorporatie ontvangt als prijs de WOCO25.
De gemeente met het beste duurzaamheidsbeleid in ontvangt als prijs de Circulaire ring.
PUBLIEKSPRIJS Uit alle genomineerden kiest het publiek tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres de winnaar, die de Duurzaam Bouwen Award ontvangt.
Wilt u kans maken op een Duurzaam Bouwen Award in één van de categorieën? Kijk dan voor meer informatie over de selectiecriteria en inschrijfmogelijkheden op:
WWW.DUURZAAMBOUWENAWARDS.NL U heeft tot en met 31 december 2017 de tijd!
Initiatiefnemers
adviseurs
projectmanagers
procesmanagers
Achtergrond
Het Stedelijk Museum in Breda bestaat uit een monument in combinatie met een nieuwbouwgedeelte. De gemeente heeft de verbouwing gebruikt om de verduurzaming uit te voeren.
“Daar hebben we de verbouwing kunnen gebruiken om de verduurzaming uit te voeren. Zo hebben we een warmtepomp, gevel- en dakisolatie, voorzetramen en een glazen gevel met dubbelglas aangebracht. Op het dak van de nieuwbouw liggen zonnepanelen.” Bij de aanpak van de gebouwen wordt niet alleen gekeken naar de verduurzaming. “We kijken ook of er sprake is van
asbestproblemen en hoe het met de brandveiligheidseisen staat”, legt Van Nuland uit. “Als dat direct wordt aangepakt, blijft de overlast voor de huurders van de panden beperkt.” De huurders en gebruikers van de gemeentelijke gebouwen hebben vrijwel allemaal positief gereageerd op de plannen. “We betrekken ze ook bij de planvorming en uitvoering”, aldus Van Nuland. “En uiteindelijk levert de besparing ook voor hen winst op.”
Leren van bijzondere gebouwen Energieprestatieadvies Een energieprestatieadvies (EPA) is een maatwerkadvies voor de utiliteitsbouw dat inzicht geeft in bouwkundige en installatietechnische verbetermaatregelen. Dit integrale advies sluit aan op huisvestingsprocessen en biedt daarom goede aanknopingspunten voor een gedegen besluitvorming. Een EPAmaatwerkadvies leidt niet automatisch tot een energielabel, maar de gegevens uit het maatwerkadvies kunnen wel benut worden om een energielabel te bepalen. Een onafhankelijke certificering borgt de kwaliteit van het energieadvies.
De aanpak van bijzondere gebouwen, zoals de ijsbaan en de zwembaden, ziet ze als een belangrijk leerpunt. “Bij dit soort projecten kijken we niet alleen naar het gebouw. Bij zwembaden heeft verdamping van het water bijvoorbeeld invloed op het energieverbruik. De ijsbaan heeft een open dak en dat vraagt om een speciale aanpak. Daarover hebben we nog geen besluit genomen.” Wethouder De Beer hoopt dat de gemeente andere partijen in de stad stimuleert om hun vastgoed ook te verduurzamen. “Ook andere gemeenten zijn welkom. Tenslotte eindigt duurzaamheid niet bij de Bredase gemeentegrens.”
duurzaam gebouwd | oktober 2017
89
NIEUW
EĂŠn innovatief profielsysteem voor alle dubbel- en tripleglas oplossingen SOFTLINE 82 NL: het kunststof profielsysteem dat speciaal is ontwikkeld voor triple glas. Met SOFTLINE 82 NL worden hogere isolatiewaarden bereikt, wat resulteert in een lager energieverbruik en minder CO2 uitstoot. Het dikwandige profiel (wandsterkte klasse A!) zorgt voor vaster zittende schroeven en extra stevige hoekverbindingen waardoor ramen en deuren vele jaren lang perfect
functioneren. Kenmerkend is ook het Dutch design dat past bij
de Nederlandse bouwstijlen van de 20e eeuw.
Meer comfort, minder energieverbruik en 100% recyclebaar: SOFTLINE 82 NL maakt het verschil!
www.vekakozijn.nl
ONDERHOUDSVRIJ INSTALLEREN WINSTA® is als enige Maintenance Free
Maintenance Free
ON
DE R H STE OUDS KE V INS RBA A RIJ R TAL LER EN
WINSTA® is als enige Maintenance Free gecertificeerd WINSTA® is toegestaan in gesloten wanden en plafonds WINSTA® is stekerbaar installeren volgens de NEN NPR 5310 Praktijrichtlijn WINSTA® is Maintenance Free gecertificeerd middels BS 5733:2010 WINSTA® is 100% stekerbaar en 100% onderhoudsvrij
WAGO Nederland B.V. Postbus 2070 7301 DB Apeldoorn T: 055 36 83 500
Vraag een vrijblijvende dakinspectie aan op 050-5516333
Uw dak, ook onze zorg! Bespaar minimaal 20% op uw dakexploitatiekosten Als specialist nemen wij voor alle gebouweigenaren en -beheerders graag de zorg voor uw daken uit handen. Wat zijn uw eisen en wensen ten aanzien van uw daken? Gebruiksfunctie nu en in de toekomst, exploitatietermijn, onderhoudsrisico’s? Icopal analyseert en adviseert wat er, op korte en lange termijn, nodig is om aan uw doelstellingen te voldoen. Dit doen we met het Icopal Meerjarenonderhoudsplan (MJOP). Inclusief uniforme conditiemeting volgens NEN 2767. Door uw daken aan onze zorg toe te vertrouwen, bespaart u minimaal 20% op uw exploitatiekosten, bij de gewenste kwaliteit en duurzaamheid. Wilt u meer weten over onze aanpak voor dakexploitatie? Bel 050-5516333 of kijk op onze website.
www.icopal.nl Onderdeel van BMI Groep
Thema
Gebouwschil 94 Project Keramische schil kleurt goud bij zonlicht
100 Achtergrond Doorpakken met Nul op de meter
106 Project Ronde bedrijfshal met natuurlijke uitstraling
111 Korte berichten uit de markt
Ambachtelijk glazuur geeft Pontsteigergebouw bijzondere identiteit
Keramische schil kleurt goud bij zonlicht Medio 2018 wordt het 82 meter hoge Pontsteigergebouw in de Amsterdamse wijk Houthaven opgeleverd. Qua architectuur is het een iconisch gebouw. Het bestaat uit twee torens: een brug van negen lagen met 66 appartementen verbindt ze met elkaar. Een fraai bouwwerk dat beschikt over de nieuwste duurzaamheidsvoorzieningen. Tekst: Frits van Wolveren en Marvin van Kempen
Trendwatcher Lidewij Edelkoort voorspelde al dat het gebruik van keramische betegeling – of steenstrips – in de hedendaagse architectuur verder toeneemt. “De huid op bestelling geeft gebouwen een bijzonder karakter dat
meedingt in de arena van iconische architectuur”, schreef zij in een essay. Volgens haar wordt deze keramische huid van de gevel functioneel duurzaam, beschermend en creatief steeds meer ingezet.
Medio 2018 wordt het Pontsteigergebouw in de Amsterdamse wijk Houthaven opgeleverd.
94
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Gebouwschil
Gebouwen in binnen- en buitenland De Koninklijke Tichelaar is wereldwijd bekend vanwege de bijzondere geglazuurde gevelstenen die het bedrijf ontwikkelt. Opvallende gebouwen in binnen- en buitenland zijn in de loop der jaren voorzien van geglazuurde steenstrippen, waaronder: – Museum of Arts and Design in New York (2007) – hoofdgebouw van Europol in de Internationale Zone (2010) – National Music Center (2016) in het Canadese Calgary. – Multifunctionele concertzaal van het Arnhemse Musis Sacrum (2017)
Duurzame punten Pontsteigergebouw In de timmerfabriek van De Nijs in Warmenhuizen worden de EPDM-manchetten bevestigd.
Glazuurde steenstrip Dit is het geval bij het Amsterdamse Pontsteigergebouw, dat het architectenbureau Arons en Gelauff heeft ontworpen. Dit bureau zorgde voor een eigentijdse stadspoort op een bijzonder dynamische plek, waar straks weer de veerboten vanuit Amsterdam-Noord aankomen. De bouwbedrijven Dura Vermeer en De Nijs Bouw realiseren het project. Speciaal voor dit gebouw ontwikkelde Koninklijke Tichelaar een uniek type geveltegel: een onderscheidende geglazuurde steenstrip. Speciale klei uit Westerwald in Duitsland vormt de basis. “De steenstrip is tweemaal gebakken en bestaat uit een hoogwaardige kleisoort die over speciale eigenschappen beschikt”, zegt projectmanager Jan Kok van Koninklijke Tichelaar. “We verwerken de klei in eerste instantie tot strippen, die gebakken zijn op een temperatuur van 1.200 graden Celsius. Daarna glazuren we de steenstrippen in een speciale glazuurlaag, die we exclusief voor dit project hebben ontwikkeld en vervolgens bakken we het voor de tweede maal. Dit is de ‘glazuurbrand’. De glazuurreceptuur van fritten [glazuur in poedervorm, red.], oxides en mineralen, is zo samengesteld dat er een heel mooie schakering aan kleuren en effectnuances in de steenstrip ontstaat: zowel in de afzonderlijke strip als in de combinatie met andere strips. Ook heeft dit glazuur de eigenschap dat je het bij verschillende weersomstandigheden anders ervaart. Het effect van de geglazuurde steenstrippen op de
‘De woningen krijgen een duurzaam casco en voor de verwarming wordt Pontsteiger aangesloten op het stadswarmtenet’
– – – – –
Duurzame gevelbedekking Klimaat- en kleurbestendige steenstrippen Klimaatneutrale woonwijk Houthaven Tachtig procent CO2-besparing Opwekking duurzame elektriciteit
verschillende weersomstandigheden en lichtval noemen we multiple reading. Bij een specifieke stand van de zon licht het gebouw goudkleurig op.” Het glazuren van keramische steenstrips is een voortschrijdende ontwikkeling, stelt Jan Kok. “We ontwikkelen steeds nieuwe recepturen om bijvoorbeeld architecten op ideeën te brengen. Voor het Pontsteigergebouw hebben we 400.000 steenstrippen geleverd.”
Klimaatneutrale wijk Als installatietechnisch adviesbureau is Hiensch Engineering nauw betrokken het energiebeheer. Directeur Jan Sier legt uit dat duurzaamheid in het Pontsteigergebouw op uiteenlopende manieren naar voren komt. “Zo krijgt het gebouw een EPC-score van 0,25. Dat houdt in dat dit pand een 40 procent beter resultaat behaalt dan de minimale eisen van het Bouwbesluit.” De woningen worden opgeleverd met een energielabel A++. Bovendien is de Houthaven – waarin dit gebouw komt te staan - een volledig klimaatneutrale wijk in aanbouw. Voor de klimaatbeheersing in de woningen is een keuze gemaakt voor de combinatie van stadswarmte en comfortkoeling uit oppervlaktewater. De gehele energiebehoefte in de Houthaven wordt duurzaam opgewekt. Om dit te bereiken, vindt de bouw plaats op basis van het principe van Trias Energetica. Dit leidt tot een pakket aan energiebesparende en duurzaamheidmaatregelen. Zo krijgen de woningen een duurzaam casco. Daarnaast is er aansluiting op het stadswarmtenet. Hiermee bereikt de wijk in iedere woning een CO2-besparing van tachtig procent
duurzaam gebouwd | oktober 2017
95
Gebouwschil
Pontsteiger wordt gebouwd op basis van het principe van de ‘Trias Energetica’
ten opzichte van een situatie met een cv-ketel en airco. De gebruikte warmte komt van Westpoort Warmte, een samenwerkingsverband tussen het Afval Energie Bedrijf (AEB) en Nuon.
Lucht- en waterdichte afmetingen Ook Duurzaam Gebouwd-partner Carlisle Construction Materials levert verschillende oplossingen voor de Pontsteiger. “We maken gebruik van HERTALAN® EPDM manchetten, voor lucht- en waterdichte afdichtingen”, vertelt marketing manager Benno Nijenhuis van Carlisle Construction Materials. “Zo’n 1000 prefab geproduceerde manchetten worden er in totaal verwerkt in dit project. Daarnaast passen we 300 HERTALAN® EPDM membranen in de balkons toe. De manchetten zijn verwerkt in een totaalproduct: het sandwichpaneel.” De vervaardiging van het element is volledig prefab, in de fabriek. “Er zitten duidelijke voordelen aan deze aanpak”, vindt manager sales Nederland Hans ter Horst van Carlisle Construction Materials. “Zo is het niet meer noodzakelijk om cruciale details op de bouwplaats luchtdicht in te werken. In een geconditioneerde locatie zorgen we ervoor dat de
Zeven kunstmatige eilanden De woonwijk in het Houthavengebied waar het Pontsteigergebouw gebouwd wordt, bestaat uit zeven kunstmatige eilanden. Tot 2015 voer hier de veerpont over het IJ naar de NDSM-werf in Amsterdam-Noord. Naast de woonappartementen omvat het complex ook publieke voorzieningen op de begane grond. In totaal gaat het om 366 appartementen met een ondergrondse parkeergarage voor 275 auto’s, hiervan kunnen vergunninghouders uit de Spaarndammerbuurt-Zeeheldenbuurt ook gebruikmaken.
Geprefabriceerd bouwen Carlisle Construction Materials (CCM) is Europees marktleider in EPDM dak- en gevelafdichtingen. Vanuit de vestiging in Kampen staat de onderneming in direct contact met Nederlandse architecten en aannemers om deze zoveel mogelijk maatgerichte oplossingen te bieden. Pontsteiger is niet het eerste project van CCM waar gewerkt wordt met prefab sandwichpanelen. Recentelijk zijn de woontorens Boston & Seattle in Rotterdam (2017) op eenzelfde manier gebouwd. CCM heeft inmiddels veel ervaring met het prefab aanleveren van EPDM afdichtingen. Zo zijn de goten van CS Rotterdam (2014), Museum Voorlinden (2016) en het Atrium in Amsterdam (2017) ook geprefabriceerd aangebracht. Een voorbeeld van een (in BIM) geprefabriceerd dak is het project AstraZenica in Cambridge (2018). Hier levert CCM maatgerichte oplossingen voor een architectonisch dak.
elementen volledig gereed zijn voor de verwerker op de bouwplaats. Op het moment dat de panelen op de bouwplaats arriveren, worden ze relatief eenvoudig en snel verwerkt.”
Plug&play Hoge gebouwen, zoals ook de Pontsteiger met zijn 90 meter hoogte, zijn uitermate geschikt voor een plugand-play bouwmethodiek. “Doorde beperkte ruimte en het werken op hoogte is het van belang om met rappe snelheid te handelen. Verder is het logistiek gezien slimmer om op deze manier te bouwen, aangezien je minder faalkosten en bouwbewegingen hebt”, laat Nijenhuis weten. Het complete project wordt uitgevoerd in BIM (zie kader).
duurzaam gebouwd | oktober 2017
97
Ecolution ventilatiewarmtepomp Uw gehele woningbestand met dure ingrepen in een keer upgraden naar energieneutraal is vrijwel onmogelijk. Een hybride installatie als tussenstap is voor vele bestaande woningen de oplossing. De Ecolution ventilatiewarmtepomp van Inventum biedt u deze oplossing. Bovendien biedt de Ecolution in een latere fase een geruisloze overgang naar All Electric. De energietransitie van woningen is hiermee eenvoudiger en bereikbaarder dan ooit.
www.inventum.com
Gebouwschil
Pontsteiger in BIM uitgevoerd De Pontsteiger wordt volledig in BIM uitgevoerd en is het eerste project waarbij de hang- en sluitwerkstaat ook volledig in het BIM is opgenomen. “Het hang- en sluitwerk is een complex onderdeel dat veel maatwerk en kennis vereist”, weet Buva-projectbegeleider Ruud Wesselius. Dit bedrijf plaatst vaak honderden deuren met specifieke eisen in omvangrijke projecten. “Al deze deuren voorzien we van hang- en sluitwerk, dat aan deze eisen en functies voldoet. Voor de montage van het hang- en sluitwerk heb je vakmensen nodig, die de juiste informatie krijgen over hoe én waar zij het moeten bevestigen.”
Veel details Van elke onderaannemer wordt verlangd dat zij hun gegevens in BIM kunnen aanleveren. “Het was nog even de vraag hoe de aannemer een hang- en sluitwerkstaat in BIM wilde ontvangen. Er zijn nogal wat details omtrent deze onderdelen op te nemen.” Daarom verschijnt detailinformatie nadat een gebruiker op een deur klikt. “Dan verschijnt alle relevante informatie van de desbetreffende deur, zoals afmeting, dikte, materiaal en het toe te passen hang- en sluitwerk. In samenwerking met deurenfabrikant Kegro en de bouwcombinatie Pontsteiger hebben we de lijst opgesteld en aangevuld met zoveel mogelijk bruikbare data. Daarnaast hebben we iedere deur een uniek nummer gegeven. Zo bestaat er geen onduidelijkheid meer over de montage van het hang en sluitwerk.” Daarnaast zorgt het informatiemodel voor een efficiëntere logistiek. “Het hang- en sluitwerk wordt per deur aangeleverd volgens het BUVA Logi-Time concept”, legt Wesselius uit. “Hierbij staat het ontzorgen van de klant centraal. Dankzij dit concept en de beschikbare informatie uit de hang- en sluitwerkstaat kunnen we de faalkosten drastisch terugbrengen.” Het verticaal transport reikt tot de 23e verdieping.
De EPDM-specialist uit Kampen is niet onbekend met bouwinformatiemodellen en heeft modellen van haar oplossingen klaar voor gebruik. “In het geval van de Pontsteiger ontvingen we tekeningen van de aannemer en verwerkte we deze gegevens in onze eigen tekensoftware tot prefab EPDM-oplossingen. De gevelelementen worden gemaakt door Hibex. Ze zijn opgebouwd uit stelkozijnen en isolatie van hard schuim. De stelkozijnen worden inclusief bevestigd EPDM-manchet aangeleverd en in het paneel ingewerkt, daarna kunnen ze naar de bouwplaats”, aldus Nijenhuis. De met EPDM ingewerkte elementen worden kant en klaar aangeleverd. “Op locatie
‘Door de beperkte ruimte en het werken op hoogte is het van belang om snel te handelen’
worden de elementen naar boven gehesen en geplaatst op de juiste plek. De EPDM-stroken maken het mogelijk om deze elementen onderling waterdicht met elkaar te verbinden”, besluit hij.
Duurzame energie Naast stadswarmte biedt Westpoort Warmte ook duurzame koeling aan. De koude komt uit het aangrenzende het IJ-water en wordt gedeeltelijk ook in de bodem opgeslagen als buffer tijdens de warme zomerdagen. De woningen worden voorzien van een gebalanceerd ventilatiesysteem met hoogrendement warmteterugwinning en sturing op basis van CO2. Alle gebouwgebonden verlichting is uitgevoerd als energiezuinige ledverlichting. Voor de opwekking van duurzame elektriciteit worden op het hoge dak (voor de koopwoningen) en op het lage dak (voor de huurappartementen) zonnepanelen gelegd.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
99
Doorpakken met Nul op de meter
Samenwerken, innoveren, finetunen, polijsten De kaarten voor eigen borst houden, daarmee bereik je niets als je resultaat wil boeken met Nul op de meter. De jongste samenwerkingsverbanden bewijzen het. Vernieuwende concepten vragen om partnerships, een open houding en een helikopterblik. Alleen zo kunnen innovaties tot wasdom komen. Tekst: Ton Verheijen
Een foto van de voorzijde van een blok woningen in de Arnhemse Van Steykstraat met de klimaatunit. Het ging hierbij om een Nul-op-de-meterrenovatie van 96 woningen, die begin dit jaar zijn opgeleverd.
100
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Gebouwschil
In de wijk Palenstein in Zoetermeer renoveren Dura Vermeer en Factory Zero vanaf november 120 woningen naar Nul-op-de-meterniveau. Dit doen ze in opdracht van woningcorporatie De Goede Woning.
Succes boeken met Nul op de meter, hoe doe je dat? In het artikel ‘Energieneutraal renoveren, wie beheerst de kunst?’, dat begin april op DuurzaamGebouwd. nl verscheen, was innovator Folkert Linnemans van Bouwgroep Dijkstra Draisma-initiatief DD Wonen daar duidelijk over. “Innovatie is voor vijftien procent techniek en voor 85 procent mensenwerk, communicatie en interactie. Nul op de meter vraagt om een andere manier van denken en communiceren dan de bouwsector gewend is.” De jongste samenwerkingsverbanden onderschrijven dit. Wat te denken van de samenwerking tussen IBIS Power en Renolution? Zij kwamen afgelopen zomer met hun geïndustrialiseerde gevel ‘Power Renolution’ om hoogbouw tot tien verdiepingen energieneutraal te maken. Daarvoor was vijf verdiepingen de grens. Power Renolution wordt in industriële productie gemaakt, met een lichte, geïsoleerde en luchtdichte gevel in combinatie met een dakoplossing, die de resterende energiebehoefte opwekt uit zon en wind. Moraal van dit praktijkvoorbeeld? De bedrijven hadden elkaar nodig om boven zichzelf uit te stijgen.
Ervaringen opdoen in demohuis Partnerships dus. Een iets minder recent, maar mooi voorbeeld is de coproductie van bouwbedrijf Van Wijnen, Libra Energy/Greenteq en dakramenproducent Fakro in de wijk Groevenbeek-Noord in Ermelo, waar 39 nieuwbouwwoningen zijn opgeleverd met Nul op de meter als uitgangspunt. Omdat ontwikkelaar Van Wijnen het concept wilde blijven doorontwikkelen, werd één woning
‘Als we volgend jaar niet in Nederland aan de slag kunnen, heeft het buitenland de primeur’ vrijgehouden als demohuis. Een jaar lang hebben de betrokken partijen daar ervaringen opgedaan. Libra Energy/Greenteq legde de focus op de ‘Smartverter PowerHub’, waarmee een bestaand zonne-energiesysteem uitgebreid kan worden naar een systeem met opslag. De achterliggende gedachte hiervan is dat bewoners slechts 25 procent van de opgewekte energie uit zonnepanelen zelf gebruiken. De PowerHub slaat deze ongebruikte opgewekte energie op, zodat er minder naar het net hoeft te worden teruggeleverd. En dan de dakramen. Elk dak – van elk van de 39 woningen – bestaat uit 25 panelen, waarvan 23 pv-panelen. Om genoeg licht in de woning te laten schijnen, zijn per woning twee energiebesparende dakramen geïntegreerd. Dit zijn de twee ontbrekende panelen. Om het hele verhaal kloppend te maken, hadden Libra Energy (pv-panelen), Fakro (dakramen) en Topvorm (prefab daken) elkaar nodig. Het resultaat mag er wezen: een strak en naadloos sluitend concept! Voor nog meer comfort heeft Fakro ook buitenzonweringen toegepast, die volledig op basis van zonne-energie functioneren en communiceren met de domotica in de woning.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
101
Gebouwschil
‘De klimaatmodules plaatsen we buiten de woningen, in combinatie met nieuwe gevels’
Hoe groot is voor Power Renolution de potentiële markt in aantallen? “Alleen al in Nederland zijn er zo’n 2.000 flats hoger dan vijf verdiepingen die een upgrade nodig hebben”, weet Sloof. “In veel landen om ons heen is het gebruikelijker dat de bevolking in flats woont dan in Nederland. Denk aan steden binnen vijftig kilometer van de kustlijn. Vorige maand zijn we al in Italië geweest. Italianen zijn echt gecharmeerd van Power Renolution. Als we volgend jaar niet in Nederland aan de slag kunnen, heeft het buitenland de primeur.”
NOM voor hoogbouw
Circulariteit vaag begrip
Terug naar IBIS Power en Renolution. Waarom koos Jan Willem Sloof eigenlijk voor samenwerking met IBIS Power? “We zijn allebei van ‘niet lullen maar poetsen’”, geeft Sloof aan. “IBIS Power heeft PowerNEST uitgevonden: een geweldige uitvinding voor duurzame energieopwekking uit wind en zon. Samen met onze luchtdichte gevel kunnen we nu gebouwen tot tien verdiepingen Nul op de meter maken. Daarboven wordt het voor ons ook een probleem vanwege het beperkte dakoppervlak. Maar wie weet? Onze ontwikkeling staat niet stil. Bij Renolution en IBIS Power vinden we dat stilstand achteruitgang is. Iedereen blijft maar wachten en wachten… Dat zijn wij zat en we nemen nu het initiatief. We steken samen onze nek uit. Door de combinatie van isoleren en opwekken kunnen we veel meer bereiken. Dit is pas het begin.”
Innoveren: het gebeurt vaak pas als de nood aan de man is. Toen de Nederlandse economie enkele jaren geleden diep in het slop zat, verschenen plots allerlei vernieuwers op het bedrijfseconomische toneel. En nu? Biense Dijkstra van Dijkstra Draisma is kritisch in zijn blog: “De crisis heeft weer plaatsgemaakt voor hoogconjunctuur en de motivatie om te veranderen verdwijnt als sneeuw voor de zon.” Hij vindt dat een revolutie nodig is in de bouw, die echt toegevoegde waarde moet gaan leveren voor de opdrachtgever. “Totaal ontzorgen, dat moet onze branche nog leren.” Dijkstra is ook kritisch over het nieuwe begrip circulariteit. “Plak dat begrip maar op elke goedbedoelde aanpak en er is weer voldoende vaagheid om verder te kunnen met jouw ‘best wel’ duurzame aanpak. […] Wat hebben we
IBIS Power en Renolution kwamen afgelopen zomer met hun geïndustrialiseerde gevel ‘Power Renolution’ om hoogbouw tot tien verdiepingen energieneutraal te maken.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
103
25 jaar prestatiegarantie op uw duurzame klimaatsysteem ¶*UHHQ ,JORR· LV KpW JURHQH ODEHO YDQ 2UFRQ 7KHUFRQ *UHHQ ,JORR ELHGW GXXU]DPH HQ HIÀFLsQWH klimaatoplossingen voor nieuwbouw, renovatie en herbestemming. Hierbij wordt een buitengewoon binnenklimaat gerealiseerd door de beste en meest duurzame technieken op het gebied YDQ YHQWLODWLH NRHOLQJ HQ YHUZDUPLQJ WH EXQGHOHQ LQ ppQ ¶JURHQH· NOLPDDWRSORVVLQJ (IÀFLsQW duurzaam en zero CO2. Een Green Igloo woning of gebouw is bijna of volledig energieneutraal, heeft geen gasaansluiting, is 100% electric en hernieuwbaar. Op een duurzaam en gezond klimaatsysteem van Green Igloo krijgt u 25 jaar prestatiegarantie. Dit is mogelijk dankzij onze resultaatgerichte totaalbenadering van duurzaam en comfortabel wonen. Vanaf de situatieschets tot en met de energiemonitoring. Onze prestatiegaranties zijn gesteund op; VSHFLÀHNH H[SHUWLVH RS KHW YODN YDQ HQHUJLHWUDQVPLVVLH warmtevermogen, warmteafgifte, warmtepomptechniek, ventilatie en luchtverdeling; versterkende partnerships met specialisten, kennisbedrijven en installatiebedrijven in Nederland
Orcon & Thercon bv | Landjuweel 25 | 3905 PE Veenendaal | Tel: +31 (0)318 54 47 00 E-mail: info@greenigloo.nl | www.greenigloo.nl
Gebouwschil
Het plaatsen van de klimaatunit bij de woningen aan de Van Speijkstraat in Arnhem.
gedaan in de crisis om weer perspectief te hebben?”, schrijft hij in zijn blog. “En wat hebben we nu daadwerkelijk waargemaakt? Over deze vragen zou ieder bedrijf moeten nadenken om de ‘circulaire uitweg’ te voorkomen: best wel hip, best wel duurzaam en onduidelijk genoeg om weer verder te kunnen met hoe we het altijd deden. Dit wil niet zeggen dat circulariteit geen toekomst heeft. Integendeel! Maar koppel het aan aantoonbare kwaliteit en niet aan vage nieuwe indexen.” Dijkstra vervolgt: “Als je goed zegt te zijn in Nul op de meter, moet je als aanbieder ook zorgen dat de opdrachtgever in staat is de Energie Prestatie Vergoeding (EPV) te incasseren. Wij zijn pas de tweede in Nederland die dat nu voor elkaar heeft.”
Prestatiegarantie: veertig jaar Volgens divisiedirecteur André Köster van Dura Vermeer hebben BAM, VolkerWessels en Dura Vermeer allemaal woningen opgeleverd waar de EPV van toepassing is en succesvol wordt toegepast. Dura Vermeer blijft stevig aan de weg timmeren. Het bouwbedrijf heeft onlangs
‘Totaal ontzorgen, dat moet de bouwbranche nog leren’
de handen ineen geslagen met startup Factory Zero. In november beginnen beide bedrijven met de renovatie van 120 eengezinswoningen in Zoetermeer met behulp van een prefab energie- en klimaatmodule. “De klimaatmodules plaatsen we buiten de woningen, in combinatie met nieuwe gevels”, vertelt Köster. “De huidige radiatoren gaan we gebruiken voor lage-temperatuurverwarming, opgewekt met een lucht/water-warmtepomp. En als het allemaal klaar is, nemen we voor een periode van veertig jaar verantwoordelijkheid voor de prestaties van de woningen, inclusief monitoring en onderhoud.” De compacte en stekkerklare klimaatmodules ontnemen menig installateur de eetlust. Volgens Köster krijgen zij een minder belangrijke rol in het proces. De modules vervangen namelijk alle installaties in de (gasloze) woningen. “We beloven dat de energiebundel van de bewoners gebaseerd zal zijn op hun huidige gebruik”, zegt Köster. “Ze gaan niet méér huur betalen en krijgen ook geen energieverhoging. Of onze Nul-op-de-meteroplossing met deze module goedkoper wordt? Hmm… nog niet. De module is nog duur. Maar dit is een tussenfase. Factory Zero gaat door met onderzoek en ontwikkeling. Het bedrijf is ook bezig met de ontwikkeling van een daken gevelmodule. Als we die straks in de gevel kunnen inbouwen, dan wordt Nul op de meter flink goedkoper. Dan kunnen we echt meters maken. Ik verwacht dat dat nog maximaal drie jaar duurt.”
duurzaam gebouwd | oktober 2017
105
Het nieuwe hoofdkantoor van Niverplast is geen vierkante ‘doos’, maar een ronde bedrijfshal met kantoren in het midden.
Ronde bedrijfshal met natuurlijke uitstraling Geen vierkante ‘doos’, maar een geheel ronde bedrijfshal met kantoren in het midden. Dat opmerkelijke ontwerp kenmerkt het nieuwe pand van verpakkingsproducent Niverplast in het Overijsselse Nijverdal. Dankzij de stevige duurzaamheidsambitie is het resultaat een zeer duurzaam, BREEAM-NL Excellent gecertificeerd pand. Tekst: Harmen Weijer Beeld: Foreco
106
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Gebouwschil
Niverplast ontwerpt en produceert volautomatische verpakkingslijnen voor de voedingsindustrie. Daarnaast levert het bedrijf verpakkingsmaterialen voor dezelfde voedingsindustrie. Na dertig jaar groeide het bedrijf uit zijn jasje in Rijssen. “We hadden drie verschillende panden in Rijssen”, vertelt Niverplast-directeur Richard Nieuwenhuis. “Weliswaar stonden ze in dezelfde straat, maar het was een logistieke nachtmerrie voor bijvoorbeeld de opslag van producten.” Een nieuw pand was noodzakelijk en de gemeente Nijverdal bood Niverplast een mooie plek aan de rand van het nieuwe bedrijventerrein ’t Lochter 3. “We staan hier midden in het groen: deels wordt het nog bebouwd, maar aan de achterkant blijft bebost. Die groene omgeving spreekt ons aan, want het past in onze bedrijfsfilosofie.” Nieuwenhuis en eerder zijn vader hebben hun hart verpand aan de natuur en dan met name aan Afrika. “We hebben daar ook ontwikkelingsprojecten lopen. Zo ‘adopteren’ wij per nieuw personeelslid een kind in Kenia, dat we ondersteunen tot het volwassen is. Zodat hij zich in zijn eigen omgeving kan ontwikkelen, zoals naar school gaan. Inmiddels sponsoren we al negentig kinderen. Die Afrikaanse invloed is binnen en buiten goed te zien in het materiaalgebruik. In het hele pand is veel gebruik gemaakt van hout, zoals aan de gevel. In het pand zelf is ook volop de houten afwerking te zien, waar vooral de houten spanten in het oog springen. Dit vele houtgebruik geeft Niverplasts productielocatie niet alleen een milieuvriendelijke uitstraling, maar het zorgt ook binnen voor een welkome afwisseling op het staalgebruik dat gebruikelijk is in bedrijfshallen.
Veel natuurlijke materialen Bij de inrichting zijn eveneens veel natuurlijke materialen gebruikt. Grote houten tafels, houten lampen, de vloerbedekking en wandbekleding refereren sterk aan de
‘De binnenste ring zijn kantoren, gevolgd door de productiehal en de buitenste ring is voor de logistiek’
natuur dankzij het natuurlijke kleurgebruik. Het ontwerp springt echter het meest in het oog: een ronde bedrijfshal waar verpakkingslijnen worden geassembleerd, komt niet vaak voor. Voor het ontwerp en de bouw heeft Nieuwenhuis Bouwbedrijf uit Rijssen gezorgd. Niet geheel toevallig, want beide eigenaren zijn familieleden. Maar ook vanwege de expertise. “Niverplast wilde een duurzaam pand met veel natuurlijke materialen, zoals met Foreco’s WaxedWood”, vertelt directeur Jacob Kolk van Nieuwenhuis Bouwbedrijf. “Daar hebben we al de nodige ervaring mee. Zo hebben we de gevel en luifels van het kantoor en productiehal van Brink Climate Systems met dit materiaal bekleed. Niverplast wilde nog verder gaan. Voor de juiste referenties en beleving zijn we bezoek gegaan bij vergelijkbare panden. Zo kwamen we op het ronde ontwerp uit, dat vrij uniek is voor bedrijfshallen.” Nieuwenhuis wilde de kantoren in het midden. “Wij hebben voor de verpakkingslijnen die we produceren, veel tekenaars in dienst, die in direct contact moeten kunnen treden met het productiepersoneel in de bedrijfshal. Vanuit het kantoor kunnen ze nu zo de werkvloer oplopen en andersom.” Ook in de praktijk blijkt het werken in een ronde omgeving veel efficiënter. “De binnenste ring zijn kantoren, gevolgd door de productiehal, en de buitenste ring is voor de logistiek. Geen lange lijnen, maar juist korte lijnen.”
Houten gevels
Op het dak is gebruikgemaakt van natuurlijke materialen, zoals sedumvegetatie. Op de puntige luifels van de twee entrees is een deel van het sedumdak goed te zien.
Voor de gevel wilde Niverplast hout gebruiken. Geen beton, geen zink en andere materialen, maar hout vanwege de natuurlijke uitstraling. Met Foreco, die verantwoordelijk was voor de levering en het aanbrengen, heeft Nieuwenhuis Bouwbedrijf de gevel bekleed. “In de achterconstructie schuilde nog wel een uitdaging”, vertelt Foreco’s adjunct-directeur Ferdi Joosse. “Aan de gevel heeft Nieuwenhuis Bouwbedrijf metalen sandwich gevelpanelen gemonteerd, die geschikt zijn om een extra gevelbekleding op te bevestigen. Die gevelelementen hebben we in de constructie moeten verwerken. Dit moest netjes weggewerkt worden, want je wil dit uiteindelijk niet zien.” Hierop is WaxedWood Siberisch lariks als extra buitenschil gebruikt. “Dat is een houtsoort afkomstig uit duurzaam beheerde bossen. Als de jaren verstrijken verkleurt het hout van een groenbruine naar een brons bruine tint. Uiteindelijk vergrijst het. We kozen deze soort natuurlijk niet alleen vanwege de esthetische eigenschappen. Het hout heeft ook
duurzaam gebouwd | oktober 2017
107
Simply. Smart Buildings. Met en:key: minimaal 20% energiebesparing Elke ruimte de ideale temperatuur Met en:key kunt u in elke individuele ruimte de gewenste comforttemperatuur instellen. Als de ruimte wordt gebruikt dan zorgt en:key automatisch voor de ingestelde ruimtetemperatuur. Wordt de ruimte niet gebruikt, dan verlaagt en:key de temperatuur automatisch tot de spaartemperatuur. Dit geschiedt door de intelligente regeling, die zelflerend is en bovendien een gebruikersprofiel aanmaakt. Dankzij deze “smart” technologie wordt minstens 20% op energie bespaard.
Draadloos: geen overlast, lage installatiekosten En:key bestaat uit een ruimtesensor en een ventielregelaar voor op de radiator. Deze zijn beide “Charged for Life” en dus onderhoudsvrij. Het systeem werkt volledig draadloos via de betrouwbare en veilige EnOcean technologie. Het aanleggen van elektrische voeding is niet nodig, dus ook geen bekabeling en hak- of breekwerk. Omdat de montage eenvoudig en snel gebeurt, zijn de installatiekosten laag, de overlast is minimaal en de verwarming is weer snel in bedrijf.
Geen verspilling door open raam Bovendien voorkomt dit zelflerende systeem energieverspilling door een open raam. Als er koude buitenlucht naar binnen stroomt wordt automatisch de ruimtetemperatuur verlaagd. Een geïntegreerde vorstbescherming gaat een te sterke afkoeling tegen.
(0341) 27 80 20 info@kieback-peter.nl www.kieback-peter.nl
Gebouwschil
Om te zorgen voor voldoende daglicht in de productiehal, zijn hoog in de gevel raamopeningen over de gehele breedte van het ronde pand gerealiseerd. Ook komt er daglicht via lichtkoepels op het dak binnen in de bedrijfshal.
een geringe behoefte aan onderhoud. Daarnaast biedt het voor lange tijd bescherming tegen rotting door schimmels en insecten en er is een verminderde opname van water en een verbeterd krimp- en zwelgedrag”, aldus Joosse.
Voldoende daglicht Om te zorgen dat voldoende daglicht binnentreedt in de productiehal, zijn hoog in de gevel raamopeningen over de gehele breedte van het ronde pand gerealiseerd. Ook komt daglicht binnen in de bedrijfshal via lichtkoepels op het dak. Om voldoende daglicht in het kantoor te kunnen hebben, is in het midden van het gebouw een binnentuin gerealiseerd. “Dat is een patio met een doorsnede van twaalf meter,” vertelt Kolk, die het gebouw in een Design-and-Buildconstructie heeft ontworpen en gebouwd. “Door royale raampartijen komt hier veel licht binnen. Daarnaast wordt overal ledverlichting gebruikt.” Bovendien torenen de bovenste kantoren boven het dak van de productiehal uit, waardoor hier veel daglicht binnenkomt. “Volgens de BREEAM-eisen zorgde dit ontwerp voor een hogere dan gemiddelde daglichttoetreding”, zegt Kolk. Op het dak is gebruikgemaakt van natuurlijke materialen, zoals sedumvegetatie. Op de puntige luifels van de twee entrees is een deel van het sedumdak goed te zien. De aanleg van deze twee delen van het sedumdak – dat Koninklijke Ginkel Groep heeft uitgevoerd – was bijzonder, vanwege de forse hellingshoek van 52 graden. Om te voorkomen dat het sedumdak eraf glijdt, is een speciaal anti-afschuifsysteem toegepast. Naast dit sedumdak
is op het ronde, platte dak geheel rondom een heuse ecologische tuin aangelegd, compleet met kleine vijvertjes. En als onderdeel van het duurzame karakter van dit pand zijn 140 zonnepanelen geplaatst met een totaal vermogen van 36,4 kWp.
Warmte en koude “Voor de opwek van warmte en koude is gekozen voor een lucht-water warmtepomp, waarmee dus zowel gekoeld als verwarmd wordt”, vertelt Kolk “De vloerverwarmingsleidingen in de productiehal worden tevens gebruikt voor koeling in de zomersituatie. Er zijn vooraf berekeningen gemaakt voor temperatuuroverschrijding, om vooruit te zien wat de te verwachten temperatuur in de zomer is. Aan de hand van deze berekeningen is gekozen voor hogere isolatiewaarden voor zowel dak als gevels waarbij ook is gekozen voor lichtstraten met een hogere zonwerende factor.” Uit de praktijk blijkt inderdaad dat het binnenklimaat bij warme dagen zeer comfortabel blijft. Niet alleen het personeel ervaart dat, vertelt directeur Nieuwenhuis. “Onze klanten ervaren het als een heuse ervaring om in een dusdanige omgeving de voor hen gebouwde machines en productielijnen af te nemen.” Dat ‘wow’-effect wordt al gerealiseerd bij het naderen van het bedrijf. Want hoewel er over een heel aantal jaren veel meer bedrijfspanden op bedrijventerrein ’t Lochter 3 staan; zo opmerkelijk als het pand van Niverplast worden er niet veel gerealiseerd.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
109
Luchtdicht bouwen is energie besparen Voor een duurzame en energiezuinige woning is een luchtdichte binnenschil van essentieel belang. Reeds in de ontwerpfase dient aandacht te worden besteed aan de detaillering ten aanzien van de afdichting.
Met plaka kiest u voor: Voor elke afdichting een oplossing Deskundig advies op het werk Directe en snelle levering Projectbegeleiding
PLAKAGROUP.NL Postbus 81 | 2700 AB Zoetermeer | T: +31 79 344 63 63 | E: info@plakagroup.nl
Gebouwschil
Nieuwe gevelbekleding Antwerps kantoorgebouw Bij het nieuwe pand van het Belgische bedrijf Power Solutions heeft Duco gezorgd voor de gevelbekleding. Hierbij staan duurzaamheid en een comfortabel binnenklimaat centraal. BOfA-architect Steven Winderickx had als doel om een kruisbestuiving van de hedendaagse architectuur te realiseren om voor rust en harmonie te zorgen. Hierbij liet hij zich inspireren op het pand van buurman XL Boom. “Dat was in het voorontwerp een vereiste”, vertelt hij. Bij de uitvoering werkte hij nauw samen met Duco. “Vanaf dag één was dit bedrijf als betrouwbare partner bereid om mee te denken aan het leveren van de beste zonweringsoplossing op maat van de opdrachtgever.” Uiteindelijk viel de keuze om voor de gevel met DucoSun Wing te werken. “Met dit systeem beperken we het rechtstreeks invallende zonlicht”, licht Winderickx toe. Deze grote, vleugelvormige lamellen vervaardigde Duco uit een zwarte, geperforeerde plaat, dat speciaal voor dit project afwijkende afmetingen meekreeg. “Dit systeem werkt dus als zonwering, maar vult ook een esthetische functie in.”
Transparante zonwering wekt ook energie op Het kantoor van Mondial Movers in Alblasserdam beschikt sinds half september over 40 m2 aan transparante gevel met energieopwekkende zonwering.
In samenwerking met Wellsun hebben EGM architecten, ODS Geveltechniek en Pellikaan de gevel Lumiduct ontwikkeld, die zowel zorgt voor zonwering als energieopwekking. Het bestaat uit transparante panelen die automatisch de stand van de zon volgen en tegelijkertijd het zonlicht filteren. De panelen zetten het directe, verblindende zonlicht om in energie, maar laten het diffuse, zachte zonlicht door. “Dit systeem weert al het licht dat direct van de zon komt”, legt Wellsun-directeur Stan de Ridder uit. “Lumiduct volgt de zon van oost naar west. Het transparante zonnepaneel zorgt ervoor dat mensen geen last ondervinden van dat felle licht.” De energieopwekking is niet het enige pluspunt. “Lumiduct helpt ook bij de klimaatbeheersing en het comfort. Volgens directeur Tom Stuij van Mondial Movers stijgt de temperatuur ’s zomers in het trappenhuis van zijn pand in Alblasserdam naar 41 graden. Met ons systeem zorgen we voor een prettiger binnenklimaat. Het past dan ook goed bij duurzaamheidscertificaten als BREEAM en met name WELL.”
duurzaam gebouwd | oktober 2017
111
Gebouwschil
Isolatiebedrijf ontvangt BouwKennis Marketing Jaarprijs 2017 Met het concept ‘Kingspan Future Proof’ heeft Kingspan de BouwKennis Marketing Jaarprijs ontvangen. Met dit concept haakt Kingspan in op de regelgeving dat Nederland in 2024 asbestvrij moet zijn. “Hiermee betreedt Kingspan een volledig nieuwe markt”, beargumenteerde de jury de winst. ‘Kingspan Future Proof’ is een energiebesparende oplossing voor het vervangen van asbestdaken. Het bestaat uit asbestsanering zonder vezelemissie tot en met het aanbrengen van een nieuw daksysteem met zonnepanelen en ledverlichting.
Het isolatiebedrijf zorgt met een leaseconstructie voor de financiering: de opdrachtgever kan het dak binnen vijf tot vijftien jaar terugbetalen. De energiebesparing, isolatie en opbrengsten van zonne-energie compenseren het leasebedrag gedeeltelijk. Na de leaseperiode krijgt de klant het dak en de zonne-installatie in bezit en wordt de businesscase in de meeste gevallen positief. De jury vond het leaseconcept innovatief. “Dit wordt versterkt door het feit dat dit ook geheel nieuw is voor Kingspan. Ook aan klantgerichtheid is gedacht, door het volledig ontzorgen van de boeren.” De BouwKennis Marketing Jaarprijs gaat jaarlijks naar het meest vernieuwende initiatief in de bouw- en vastgoedsector.
Zwembad vakantiepark heeft nieuwe koepel Na achttien jaar heeft Center Parcs Kempervennen in het Brabantse Westerhoven de koepel van haar zwembad Aqua Mundo vervangen. In vier weken tijd heeft het bedrijf Jet Bik gezorgd voor meer daglicht in het zwembad. Eerst verving de lichtkoepelspecialist de oude schil van de koepels door hoog isolerende lichtkoepels. Daarna schilderde ze het geraamte wit. De 900 nieuwe drie-wandige, heldere koepels zijn voorzien van hoogwaardige afstandsprofielen, die zorgen voor een goede isolatie. “We hebben bewust gekozen voor kunststof”, vertelde projectmanager John Mocking van Jet Bik. “Dit is lichter voor de constructie. Het totale koepeloppervlak van 3.480 m2 met 900 slagvaste lichtkoepels zorgt ervoor dat elke bezoeker van het zwembad straks kan genieten van
een zee aan daglicht.” Aannemer Cornelissen Bouw was verantwoordelijk voor de uitvoering.
Zonne-energie breder inzetbaar dankzij innovatie Eind september heeft het Energie onderzoekscentrum (ECN) samen met printspecialist TS Visuals, architectenbureau UNStudio, ontwerpadviseur Design Innovation Group, gevelbouwer Aldowa en de Hogeschool van Amsterdam de innovatie Dutch Solar Design-gevelelement gepresenteerd.
de gevel wordt gecompenseerd door de zonnestroom die het produceert. Niets staat succes van deze gevel in de weg.” Foto: ECN-onderzoeker John van Roosmalen legt de werking van het gevelelement uit aan een bezoekers van de internationale energiebeurs EU-PVSEC.
Dit gevelelement is een esthetisch verantwoorde toepassing op zonneenergiewinning in de gebouwde omgeving. “Dit element maakt zonneenergie inzetbaar voor een bredere doelgroep”, laat Thijs Sepers van TS Visuals weten. “De DSD PV-gevel is eenvoudig te monteren, ziet er esthetisch aantrekkelijk uit en leidt tot een hoge, gegarandeerde zonnestroomproductie.” Volgens hem kunnen bouwers en ontwikkelaars met deze multifunctionele gevel sneller voldoen aan de strengere nieuwbouweisen. “De meerprijs van
duurzaam gebouwd | oktober 2017
113
Design radiatoren
Comfortabele ventilatie
Verwarmings- en koelplafondsystemen
Clean air solutions
Altijd het beste klimaat voor
Met de Zehnder ComfoAir E haalt u een onovertroffen binnenklimaat in huis. Gezond, comfortabel, energiezuinig en vooral heel stil. Deze nieuwste ventilatie-unit met warmteterugwinning van Zehnder is de stilste van alle ventilatietoestellen in de markt. Zo stil dat het geluidsniveau in de woning veel lager zal uitvallen dan alle wettelijke bepalingen op dit moment voorschrijven. En dankzij nieuwe en gepatenteerde warmtewisselaartechnologie ventileert u bovendien nog 30% zuiniger vergeleken met vergelijkbare units in de markt. Daar worden uw klanten echt wel even stil van, denkt u ook niet? De nieuwe Zehnder ComfoAir E maakt uw werk in elk opzicht gemakkelijker en levert u gegarandeerd tevreden klanten op – om nog maar te zwijgen van de kwaliteitsgarantie, de technische expertise en service-support van een gerenommeerd merk waar u uw voordeel mee doet. Meer informatie over de Zehnder ComfoAir E vindt u op www.ComfoAirE.com
Vorig jaar vond het Duurzaam Gebouwd Congres plaats in Almere, waar 550 professionals aanwezig waren.
#VanGasLos: op weg naar energieneutrale woningen Bijna 400 Nederlandse gemeenten en ongeveer 380 corporaties moeten de komende tijd aan de slag om een stevig duurzaamheidsbeleid op te stellen. Forse vermindering van CO2-uitstoot en beperking van energieverbruik zijn noodzakelijk om Europese afspraken omtrent het beperken van klimaatverandering te behalen. Om stappen te zetten in het terugdringen van uitstoot van broeikasgassen zijn diverse oplossingen te bedenken. Een grotere inzet van duurzame energie en beperking van verbruik van fossiele brandstoffen liggen voor de hand. Met meer dan zeven miljoen aansluitingen op het gasnet vormt aardgas verreweg de populairste verwarmingsmethode. Het omvormen van verbruik van deze fossiele brandstof naar een duurzamere variant is voor veel gemeenten
116
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
dan ook een punt van aandacht, nieuwsgierigheid en noodzaak.
Aardgasloos bouwen In 2050 moet de volledige gebouwde omgeving energieneutraal en aardgasloos zijn. Diverse gemeenten maken plannen om bestaande woningen van het gas te halen en de overheid zet stappen op dit vlak. Zo wil ze de wettelijke
Duurzaam Gebouwd Congres
verplichting om nieuwbouwwoningen aan te laten sluiten op het gasnet laten vervallen vanaf 2018. Laatstgenoemde regelgeving vormde tot op heden een belemmering voor veel gemeenten om aardgasloos te bouwen. Daarnaast stuiten gemeenten op hogere investeringskosten voor all electric nieuwbouw. All electric of in de volksmond ‘#VanGasLos’ vormt een belangrijke voorwaarde en stimulans om een duurzamere energievoorziening te realiseren. Hierbij vormen betrouwbaarheid van het elektriciteitsnetwerk en de onrendabele top voor projectontwikkelaars nog uitdagingen. Naast de predikers voor een volledig elektrische woningvoorraad zijn er ook partijen die pleiten voor een duurzame energietransitie waarbij gas nog wel een rol blijft spelen, en waarbij bijvoorbeeld micro-wkk’s en circulair gas worden ingezet.
Weinig financieringsruimte
Gedeputeerde Nienke Homan van Groningen tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres 2015.
Welke oplossing ook wordt gekozen, de weg naar een energieneutrale voorraad in 2050 gaat veel woningcorporaties niet in de koude kleren zitten. Met
Duurzaam Gebouwd Congres: 1 februari 2018 Het Duurzaam Gebouwd Congres vindt plaats op donderdag 1 februari 2018 in Het Cultuurgebouw aan het Raadhuisplein 3a, 2132 TZ Hoofddorp. Deelname aan het congres als bezoeker kost €145 exclusief BTW en eventueel toegepaste kortingen. Uw deelname aan het congres is inclusief catering en garderobe. Programma Een bezoek aan het Duurzaam Gebouwd Congres betekent talloze kansrijke netwerkmomenten. Er zijn in totaal 30 workshops en 30 populaire sprekers uit diverse hoeken van de markt. Het plenaire programma bevat onder andere keynotes van voorzitter Marnix Norder van Aedes, vereniging van woningcorporaties, en vicevoorzitter Claudia Reiner van UNETO-VNI. Facts & Figures Na de 8e editie van het Duurzaam Gebouwd Congres, dat plaatsvond in de Kunstlinie Almere Flevoland, werd deelnemers gevraagd om hun mening. Zij waren onder andere te spreken over de organisatie (7,9), dagvoorzitter Inge Diepman (8,3) en het inhoudelijk programma (7,8). Daarnaast was het percentage dat het congres aanbeveelt bij collega’s uitzonderlijk hoog: 97 procent. Inspiratie opdoen met whitepapers Meer inspiratie of informatie nodig over de verduurzamingsopgave die de bouw- en vastgoedsector voor zich heeft? Download dan de whitepapers ‘Naar energieneutrale en toekomstbestendige woningen’ en ‘#VanGasLos: op naar energieneutrale woningen’ om meer informatie te krijgen over de inhaalslag die nodig is voor de Nederlandse woningvoorraad.
97 procent van de deelnemers beveelt het Duurzaam Gebouwd Congres aan.
relatief weinig financieringsruimte staan moeten grote stappen gezet worden en dat vergt de komende jaren innovatief, creatief denken en aanpassingsvermogen. Nederland telt 380 corporaties die gezamenlijk zo’n 2,4 miljoen woningen in beheer hebben. Slechts een kwart van de woningen heeft label B of hoger, terwijl de complete voorraad in 2021 dit label moet dragen. Daarnaast krijgen corporaties nog een tweede opgave voor hun kiezen: alle woningen moeten volledig van het aardgas af. 2050 is hiervoor de harde deadline. Naar schatting zijn pas zo’n 100.000 corporatiewoningen all electric en voorbereid op de toekomst. De overige 2,3 miljoen sociale huurwoningen moeten nog onder het mes. Ondertussen neemt de politieke druk rondom energieneutraal wonen toe. Corporaties voeren overleg met lokale overheden om een passende strategie te bedenken. Naast corporaties kunnen gemeenten de grootste impact genereren om de beoogde doelstellingen voor een duurzame gebouwde omgeving te halen. Daarvoor moet het gros van overheden alle zeilen bijzetten. Om de
duurzaam gebouwd | oktober 2017
117
Vaillant aroTHERM De warmtepomp voor iedereen
De aroTHERM is een zeer efficiënte lucht/water warmtepomp voor verwarming, warm water en koeling. Voor zowel all electric als hybride systemen en beschikbaar in de vermogens van 5, 8, 11 en 15 kW. • COP 5,3 en hoogste haalbare energielabel voor verwarming A++ door modulerende compressor; • Hoge efficiency in koude en vochtige omstandigheden door rijpwerende vormgeving; • Gegarandeerde levering van warmte en warmwater door systeem met 2 warmte opwekkers; • Brede range aan vermogens en grote diversiteit aan systeemcomponenten; • Minimale bouwkundige ingreep in bestaande bouw door flexibele opstelmogelijkheid alles in één lucht/water warmtepomp; • Met de Communicatiemodule VR 900 is beheer op afstand mogelijk. Uw klanten kunnen via een smartphone de multiMATIC 700 thermostaat op afstand bedienen.
Duurzaam Gebouwd Congres
Vernieuwde Duurzaam Bouwen Awards Organisaties abcnova, W/E adviseurs, FSC Nederland en Duurzaam Gebouwd bundelen hun krachten en introduceren de geheel vernieuwde Duurzaam Bouwen Awards. Door de bestaande Duurzaam Bouwen Award, de Gouden Kikker en de WOCO25 te bundelen, ontstaat een groter podium voor deze prijzen. Daarnaast introduceren de vier partijen als nieuwe prijs de Circulaire Ring. De Duurzaam Bouwen Awards heeft vier categorieën. Elke categorie focust op één specifiek deel van de bouwkolom: Meest duurzame project: de bouwer/opdrachtgever van het beste opschaalbare duurzame bouwproject ontvangt De Gouden Kikker. Meest duurzame woningcorporatie: de woningcorporatie die zich het meest onderscheidt met doordacht duurzaam beleid en/of duurzame innovatieve projecten, ontvangt de WOCO25. Meest duurzame gemeente: de gemeente met het beste duurzaamheidsbeleid ontvangt de Circulaire Ring. Publieksprijs: uit alle genomineerden kiest het publiek tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres de winnaar, die de Duurzaam Bouwen Award ontvangt. Meedingen naar de Duurzaam Bouwen Awards? De inschrijving is geopend van 5 oktober tot en met 31 december 2017. Het is ook mogelijk om anderen aan te dragen voor de awards. Kijk op de website van Duurzaam Bouwen Awards voor meer informatie. De eerste uitreiking vindt plaats tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres met het thema #VanGasLos op 1 februari 2018 in Het Cultuurgebouw Hoofddorp.
Naast de plenaire sessies zijn er meer dan genoeg netwerkmogelijkheden.
beoogde doelstellingen voor een duurzame gebouwde omgeving te behalen moeten ze iedere dag 1.000 woningen klaarstomen voor de toekomst. Hiervoor bieden diverse initiatieven in de markt een helpende hand.
De initiatiefnemers van de Stichting Duurzaam Bouwen Awards met van links naar rechts Wietse Walinga (Duurzaam Gebouwd), John Mak (W/E adviseurs), Mark Kemna (FSC Nederland) en Bert Melles (abcnova).
Geheel gasloos bouwen Het onderwerp #VanGasLos staat op 1 februari 2018 centraal tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres in gemeente Haarlemmermeer. Het congres strijkt neer in deze gemeente om gezamenlijk ambities en uitdagingen in te vullen over aardgasloos bouwen. “Haarlemmermeer heeft een duidelijke visie omtrent #VanGasLos en weet dat zij de omslag nu moet maken”, vertelt directeur Wietse Walinga van Duurzaam Gebouwd. “Op1 februari komen experts uit de bouw- en vastgoedsector bijeen om invulling te geven aan dit belangrijke en relevante thema.” De gemeente Haarlemmermeer ziet dat er financieel en organisatorisch omvangrijke barrières zijn om bestaande bouw los te koppelen van gas. De investering is vaak fors. Daarnaast liggen kosten en baten niet altijd bij dezelfde partij. Veel verschillende stakeholders moeten de handschoen oppakken om initiatieven omtrent energieverduurzaming tot een succes te maken. Een gebiedsgerichte aanpak is noodzakelijk, om betrouwbaarheid en stabiliteit van de warmtevoorziening te waarborgen. Voorbeelden van initiatieven die door de gemeente worden ondersteund zijn het burgerinitiatief in Lisserbroek en de ontwikkeling van de gasloze wijk Hanepoel in Zwaanshoek. De ambities van de gemeente Haarlemmermeer zijn om nieuwbouw geheel gasloos te maken en te voorzien van de meest effectieve warmtevoorziening, bijvoorbeeld restwarmte uit datacenters. Meer informatie Op DuurzaamGebouwd.nl en DuurzaamGebouwdCongres.nl treft u de komende tijd meer inhoudelijke informatie over onder andere de congreslocatie en de programmering.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
119
Duurzaam Gebouwd achter de schermen Kennissessie Duurzaam Gebouwd Binnen onze organisatie houden wij geregeld kennissessies. Extern winnen is immers intern beginnen! In de sessie die op de foto te zien is, ging Esther Ruijgvoorn, programmamanager van het Green BuildInvest Initiative (GBI), dieper in op de financiering van duurzaam vastgoed.
Locatiebezoek Duurzaam Gebouwd Congres Onze campagnemanager Jody Andernach bezocht de locatie van het Duurzaam Gebouwd Congres! Het Duurzaam Gebouwd Congres met het thema #VanGasLos vindt plaats op 1 februari 2018 in Het Cultuurgebouw in Hoofddorp. Voor meer informatie over het congres, bekijk de website www.duurzaamgebouwdcongres.nl en kijk op de pagina’s 116-117 in dit Duurzaam Gebouwd Magazine.
Het ontwikkelen van een animatie Bij de marketing afdeling van Duurzaam Gebouwd ontwikkelen we graag nieuwe innovatieve marketing- en communicatieproducten passend bij de bouw- en vastgoedsector. Continu houden wij de trends en ontwikkelingen op dit gebied in de gaten. Vernieuwing staat bij ons dan ook hoog in het vaandel. Op het moment van de foto zijn wij bezig met het ontwikkelen van twee bijzondere animaties. Te starten bij natuurlijk: de brainstorm!
120
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Duurzaam Gebouwd
Van het Duurzaam Gebouwd Congres tot het vaststellen van de thema’s van 2018: Duurzaam Gebouwd zit nooit stil. Deze twee pagina's geven u een kijkje achter de schermen bij Duurzaam Gebouwd.
Vaststellen van thema’s 2018 Elk jaar selecteert Duurzaam Gebouwd twaalf thema’s, die we kiezen op basis van trends en ontwikkelingen in de bouw- en vastgoedsector. In deze meeting stellen wij de thema’s voor 2018 vast. De input voor deze meeting kwam onder andere vanuit jullie, onze community.
Launch campagne Wil je weten waarom wij in de feeststemming zijn? Houd dan onze kanalen in de gaten.
Voorbespreking voor het Duurzaam Gebouwd Congres Bij het organiseren van een congres komt veel kijken. Daarom spreken we alle zaken uitvoerig door met de verantwoordelijken op de betreffende locatie. In dit geval: Het Cultuurgebouw in Hoofddorp. Van catering, licht, schermen en stands tot het programma. Ook zo benieuwd naar het eindresultaat? Wij kunnen ook bijna niet wachten tot het 1 februari is!
duurzaam gebouwd | oktober 2017
121
Duurzaam Gebouwd Op Locatie en seminarreeks Corporaties
Netwerken en kennisdelen over belangrijke vraagstukken Tijdens de evenementen van Duurzaam Gebouwd afgelopen zomer stonden naast de onderwerpen industrieel en circulair bouwen ook de verduurzaming van de sociale-huurwoningen centraal. Tekst: Tim van Dorsten en Marvin van Kempen
Deze seminarreeks voor en over corporaties vond eind juni plaats: bij Woonbedrijf in Eindhoven, bij Urbana in Zwolle en in Het Oude Raadshuis in Hoofddorp. Tijdens deze seminars ging het vooral om bewoners enthousiasmeren voor verduurzamingsingrepen. Zo pleitte Fakro Nederlandsalesmanager Bart Peters voor tastbare oplossingen en begrijpelijke taal. “Denk aan een eigen bedieningspaneel”, verduidelijkte hij. “Noem geen Rc-waarden, maar praat over koele zomers en warme voeten gedurende de winter. Zo creëer je ambassadeurs en dat is essentieel om anderen warm te krijgen en een toekomstbestendige woning te wensen. Het delen van de juiste informatie met je bewoners zorgt dat zij dit weer verder verspreiden.”
Ervaringen en informatie uitwisselen Ook het uitwisselen van ervaringen en informatie onder projectpartners verdient een aanbeveling. Dat lijkt gemeengoed, maar volgens BIK Challenge-deelnemers Mark Swaanen en Aart van der Vlist is dit niet doordrongen in de markt. “Als informatie niet gedeeld wordt, riskeer je dat projecten mislukken”, legt Swaanen uit. “Om regisserend opdrachtgeverschap te bereiken, heb je van iedere partij data nodig.” Voordat je als corporatie data verzamelt, komt het erop aan dat je inzichtelijk hebt waarvoor je de gegevens gaat gebruiken. “Denk na over wat je wil beheren om je core kerntaak goed uit te voeren”, adviseert Van Der Vlist. “De grootste waarde van data is dat je elkaars werk niet overdoet. De arbeid die je verricht, voer je met de juiste data efficiënt uit.”
Samenwerken aan reductie CO2-uitstoot Tijdens Duurzaam Gebouwd Op Locatie over circulair bouwen, in het ervaringscentrum The Awarehouse van tapijtfabrikant Interface, pleitte Geanne van Arkel namens de gastheer voor samenwerking. “We zoeken naar samenwerkingsverbanden om meer waarde te creëren en zo de negatieve milieu-impact zoals CO2-uitstoot te reduceren.” Dit gaat bijvoorbeeld op voor haar inmiddels bekende tapijttegels die van gebruikte visnetten zijn gemaakt. “Hiervoor werken we samen met commerciële visserijen en vissers in de Filipijnen en Kameroen. Onze garenfabrikant maakt van onder meer oude visnetten garen voor onze tapijttegels. Hierdoor zamelen mensen eerder gebruikte visnetten in. Zo brengen ze de hoeveelheid zogeheten spooknetten terug, waardoor de biodiversiteit op deze locaties zich kan herstellen.” Ook architect Hans Erdmann werkt graag samen met bedrijven uit andere branches. “Voor mij is de Citroën Snoek een voorbeeld van co-creatie avant la lettre. Deze auto is tot stand gekomen in samenwerking met Michelin. Als specialist in wegligging heeft deze bandenfabrikant gezorgd voor de introductie van de hydraulische wielophanging, waardoor deze auto de beste wegligging en stuur- en rembekrachtiging kreeg.”
122
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Duurzaam Gebouwd
Komende evenementen 31 oktober 2017 Duurzaam Gebouwd Seminar: BIM 7 december 2017 Duurzaam Gebouwd Seminar: #VanGasLos 1 februari 2018 Duurzaam Gebouwd Congres 15 februari 2018 Duurzaam Gebouwd Seminar: Internet off Things Kijk voor meer informatie op DuurzaamGebouwd.nl/Duurzaam-Gebouwd-Op-Locatie.
bij gebouwen, waardoor ook onze producten langer behouden blijven. Zo bereiken we een hoger niveau van duurzaam materiaalgebruik. Daarnaast bieden onze betonnen kanaalplaatvloeren de mogelijkheid om een gebouw eenvoudig te demonteren en een remontabel gebouw te ontwerpen en te bouwen. Voor een optimaal resultaat is het wel belangrijk om voor zo veel mogelijke generieke elementen te zorgen.”
Gebouw als bouwpakket De tijdelijke rechtbank in Amsterdam beschikt bijvoorbeeld over kanaalplaatvloeren, die ingenieursbureau IMd en architectenbureau Cepezed gezamenlijk hebben ontwikkelden. “Ons doel is om gebouwen te maken, zoals de natuur werkt”, vertelde Cepezed-architect Ronald Schleurholts. “Daarom willen we zo min mogelijk materiaal gebruiken en het materiaal dat we wel gebruiken zo eerlijk mogelijk tonen. Ieder gebouw benaderen we als een (de) montabel bouwpakket.” Bij de tijdelijke Amsterdamse rechtbank is dit principe heel ver doorgevoerd. “Dit nieuwe gebouw wordt als rechtbank maar vijf jaar gebruikt”, weet Schleurholts. “We hebben ervoor gekozen een pand te realiseren met een langere levensduur, dat op een andere locatie gewoon herbouwd kan worden en voor eenzelfde of andere functie prima herbruikbaar is. Daarom hebben we extra aandacht besteed aan de mogelijkheid het eenvoudig te demonteren. In de modulaire opzet van het gebouw zijn functies als de entrees, vluchttrappen en een loopbrug naar een ander gebouw als losse elementen tegen het gebouw aan geplaatst. Op een andere plek met andere locatie-eisen kunnen deze op andere posities geplaatst worden.” In zijn projecten zoekt hij regelmatig naar manieren om circulair te bouwen. “Het grootste cadeau hiervan voor mij is dat ik dan materialen met bezieling kan gebruiken. Het nieuwe busstation op Schiphol beschikt bijvoorbeeld over het materiaal uit een vliegtuighangar uit de Tweede Wereldoorlog.”
Beton circulair in 2050 Peter Musters van VBI vertelde over de overheidsambitie van Nederland om in 2050 circulair te zijn. “De doelen die het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft opgesteld, zijn onze kanaalplaatvloeren op het lijf geschreven: slim ontwerp met minder grondstoffen en meer en beter hergebruik van grondstoffen.” Verder pleitte hij voor adaptieve draagstructuren in gebouwen. “Zo’n structuur voorkomt langdurige leegstand
Wessel van Beerendonk
Evaluatie
‘Praat met bewoners niet over Rc-waarden, maar over koele zomers en warme voeten gedurende de winter’
Gemiddeld cijfer inhoudelijk programma: 7,4 Beste presentatie: Wessel van Beerendonk van Studio RAP tijdens Duurzaam Gebouwd Op Locatie: Industrieel Bouwen (zie foto) 8,3 Beste locatie: RDM-gebouw (Duurzaam Gebouwd Op Locatie: Industrieel Bouwen) 8,6
duurzaam gebouwd | oktober 2017
123
‘Compleet verhaal vergroot impact van data’ Data zweven rond in onze apparaten en systemen totdat we ze opvangen, bundelen en er actie op ondernemen. Dit laatste stadium levert vaak de grootste uitdagingen op, omdat gegevens ongestructureerd blijven en relevante verbanden niet worden gelegd. “Door dit wel te doen, verbeter je je processen, ontdek je nieuwe kansen en komen smart cities eindelijk van de grond.” Tekst: Marvin van Kempen
IoT-apps hebben vaak als voordeel dat ze onafhankelijk van locatie bruikbaar zijn.
124
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Algemeen
Dat vindt Adam Mayer, senior manager Technical Product Marketing bij Qlik. Dit internationaal georiënteerde softwarebedrijf ontstond in 1993 in Zweden en is gespecialiseerd in bedrijfsanalyses. “We hebben 40.000 klanten, variërend van het HR-bedrijf ADP Nederland tot Deloitte, dat is gericht op accountancy. Vanzelfsprekend hebben wij ook diverse bouw- en vastgoedgerelateerde bedrijven die gebruikmaken van onze tools.” Die digitale gereedschappen zijn inmiddels niet meer op één hand te tellen. Zo geeft Qlik Sense visuele ondersteuning over processen, is geografische kennis te halen uit Qlik GeoAnalytics en kunnen organisaties analytics in hun systemen integreren met Qlik Analytics Platform. De kracht van de apps die Qlik ter beschikking stelt is een combinatie van gebruikersflexibiliteit, overzichtelijkheid en security. “Dat krijgen we ook terug van onze klanten”, vertelt Mayer. “Zo krijg je met onze business intelligence oplossing Qlik Sense een inzage in processen en een bundeling van informatie tot een begrijpelijk geheel. Hiermee kun je je projecten op een centrale plek indelen, managen en analyseren.” De apps hebben als voordeel dat ze overal toegankelijk zijn, mits de gebruiker dit wil. “Tegenwoordig is het van belang dat je waar dan ook – thuis, op het werk of onderweg – actuele data bij je hebt om analyses te doen en rechtstreeks hierop in te spelen.
Verbanden leggen met data Er zijn tools voor allerlei doeleinden om data bij elkaar te sprokkelen en overzichtelijk te presenteren, maar de kracht van Qlik als platform schuilt vooral in de achterliggende methodiek die wordt toegepast. “We maken gebruik van een associatief model dat ervoor zorgt dat alle relevante gebruikers van de software een compleet verhaal gepresenteerd krijgen.” ‘See the whole story’ noemt hij dit onderdeel van de software. Mayer: “Het gros van de software die op dit moment op de markt is reikt data aan in een vooraf bepaald pad. Daar is weinig vernieuwend of inspirerend aan, want er is vooraf bepaald welke verbanden data kunnen hebben.” Dit terwijl juist de relaties tussen data die niet direct voor de hand liggen tot nieuwe inzichten kunnen leiden, processen kunnen optimaliseren en een betere planningsstructuur kunnen realiseren. “Vraaggestuurde apps halen een gedeelte van de data uit de complete dataset.” Door deze onvolkomenheid is het moeilijker om data in een groter verband te zien. “Wij onderscheiden ons, doordat we data die op het eerste gezicht niet gerelateerd zijn, meenemen in de vraag en op basis hiervan gebruikers een verse blik geven. Door dynamischer om te gaan met data en buiten de gebaande paden te denken, krijg je nieuwe inzichten die een verschil kunnen maken op onder andere de vlakken logistiek, energiebeheer en energiebesparing.”
Sluitstuk voor slimme steden Adam Mayer: "Diverse bedrijven maken gebruik van onze tools."
Qlik werkt samen met Nederlandse bouwbedrijven als Kroon Elektrotechniek en Dura Vermeer. “Kroon gebruikt onze tools om interne processen te verbeteren en inzicht in projecten
duurzaam gebouwd | oktober 2017
125
SHAPE YOUR WORLD
ROCKFON® MONO® ACOUSTIC IS MEER DAN EEN PLAFOND. HET IS EEN OPLOSSING OM DE SCHOONHEID VAN UW ONTWERP TE VERSTERKEN.
Algemeen
Door inzicht in data te krijgen, kun je processen verbeteren en efficiëntie verhogen.
te vergroten. Dura Vermeer verhoogt zijn efficiency door data te verzamelen en te vergelijken”, zegt Mayer. Laatstgenoemde bedrijf wist binnen één dag de apps draaiende te krijgen. “Data zijn niet alleen bruikbaar voor optimalisatie van bestaande structuren, waarmee je vaak een hoop geld bespaart. Ook om te verduurzamen is het goed in te zetten. Bijvoorbeeld het verminderen van het aantal transportbewegingen op de bouwplaats, het herstructureren en lean maken van werkschema’s en het beperken van energieverbruik in de exploitatiefase van een gebouw.” Data vormen niet alleen een belangrijke voorwaarde om processen bij individuele organisaties te optimaliseren. Ze zijn ook onmisbaar bij de ontwikkeling van slimme steden. “De maatschappij is nog in de voorbereidende fase als het gaat om het realiseren van smart cities. De digitalisering kan alleen succesvol zijn als we de verzamelde data structureren en innovatieve processen gebruiken om sneller de juiste informatie naar voren te halen.” Een belangrijk onderdeel van deze slimme steden is de inzet van het Internet of Things (IoT), dat apparaten met elkaar verbindt en laat communiceren. “Ook bij het goed laten functioneren van IoT is data onontbeerlijk. We spreken
eigenlijk van vier lagen voor IoT, waarbij we starten met een interface layer. Deze laag geeft interactiemogelijkheden aan gebruikers en applicaties. Daarna komt de service layer in beeld, die draait om het leveren en managen van diensten om gebruikersbehoeften in te vullen. Vervolgens is er nog een networking layer die netwerkondersteuning geeft en data overbrengt over draad- en draadloze netwerken. De vierde is de sensing layer, die integreert met andere hardware zoals RFID [Radio Frequency Identification, red.] en sensoren”, legt Mayer uit. Om een stad volledig slim te maken, moeten alle lagen met de juiste producten en communicatielijnen worden uitgevoerd. Ook is het van belang om verzamelde data op een goede manier te bundelen en te doorgronden welke informatie bij welke apparaten terecht moet komen. “Pas op het moment dat we dit proces op de juiste manier vormgeven, kunnen we het aantal slimme steden in een stroomversnelling brengen. Smart cities vragen om een nieuwe manier van vormgeven, maar vergen ook maximale toewijding op het vlak van databeheer en -management. Goed gestructureerde data vormen een belangrijke stuwer om op te schalen in slimme steden en gebieden.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
127
Met gebruikte materialen woning opnieuw opbouwen
Canadese vrienden verplaatsen hun woning Een leegstaand pand hergebruiken is tegenwoordig niet vreemd meer. In Nederland worden regelmatig oude gebouwen opgeknapt en omgetoverd tot prachtige woon- en werkplekken. In Canada pakken een paar goede vrienden het iets rigoureuzer aan. Zij hebben hun huis opgepakt en verplaatst. ‘Recycled homes’, noemen ze dat. Bij het opnieuw opbouwen van de woning gebruiken ze voornamelijk gebruikte materialen. Tekst: Ingrid Rompa
Een paar goede vrienden in Canada hebben hun huis opgepakt en verplaatst. ‘Recycled homes’, zo noemen ze het daar.
Het was een triest aanblik: al die dichtgespijkerde huizen in Jordan River aan de westkust van het Canadese Vancouver Island. In totaal moesten elf woningen worden gesloopt. Een aantal woningen is inmiddels verkocht aan elektriciteitsleverancier BC Hydro. Eén bewoner heeft besloten niet te vertrekken. “Wij hebben ons huis inmiddels
128
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
verplaatst naar een hoger gelegen gedeelte van Jordan River”, vertelt Jim Munier, een van de drie vrienden. “De huizen moeten weg in verband met overstromingsgevaar tijdens een aardbeving. De kans is namelijk groot dat de dam breekt en alles onder water loopt. Waar het huis nu staat, is het wel veilig.”
Reportage
Groot risico bij aardbeving Het gebied rondom Jordan River stond al langere tijd bekend als een ‘tsunami-zone’. Overal zie je waarschuwingsborden staan. In 2014 is het gebied verklaard tot de ‘meest seismisch gevoelige gemeenschap’ van de Canadese provincie en mogelijk zelfs van heel Canada. Deze conclusie is getrokken na een zes jaar durende seismische studie van de 79 dammen van BC Hydro. De elf huizen staan onder de Jordan River Diversion Dam. Volgens BC Hydro vormt deze dam een groot risico bij een aardbeving. De dam is destijds gebouwd op een verkeerde locatie. Vandaar dat BC Hydro heeft aangeboden alle woningen te kopen tegen marktwaarde. “Naar aanleiding van dit nieuws kreeg een goede vriend een goed idee: Hij heeft zo’n woning gekocht van BC Hydro voor 10 Canadese dollars. Vervolgens is het verplaatst en bouwen we het met een aantal vrienden weer helemaal op.” De verplaatsing had heel wat voeten in de aarde. “Wij hebben hiervoor house movers Nickel Bros ingehuurd”, licht Jim toe. “De verplaatsing duurde ongeveer vier tot vijf uur, maar we moesten zelf wel het een en ander voorbereiden.”
Woningen verplaatsen en hergebruiken Het bedrijf Nickel Bros is van mening dat huizen niet als afval moeten worden behandeld. “Een gemiddeld huis in Canada is gebouwd van circa zestig bomen”, meldt zijn website. “Helaas worden de meeste huizen die van een locatie verwijderd moeten worden, niet gerecycled maar gesloopt. Elke woning voegt op deze manier tussen de zestig en tachtig ton aan bouwmaterialen toe aan de stortplaats.” Het bedrijf gelooft al sinds 1956 in het verplaatsen en hergebruik van woningen. “Het is niet alleen een goed idee in verband met het milieu, maar ook vanuit financieel oogpunt.” Jim en zijn vrienden moesten zelf eerst wel wat werkzaamheden verrichten, zoals het afbreken van de schoorsteen. “We vonden tijdens die werkzaamheden een baksteen uit 1937. Dat is dus het jaar dat het huis gebouwd is.” Behalve het verwijderen van de schoorsteen moesten ze ook gaten maken in de fundering. “We hebben vervolgens grote stalen balken en wielen onder het huis aangebracht. De house movers maken een soort trailer onder het huis en daarmee rijden ze naar een andere plek. Het was echt geweldig om te zien.”
Naar hoger gelegen plekken Het huis is nu verplaatst naar Cormorant Street, circa tien minuten rijden van de oude plek. “Het is nog steeds Jordan River maar het huis ligt nu op een heuvel, dus boven de waterspiegel. Het is de bedoeling dat we het verhuren aan
‘Het zou toch zonde zijn om dit hout niet meer te gebruiken’
Op dit moment bouwen ze de woning opnieuw op. Hiervoor gebruiken ze voornamelijk gebruikte materialen.
surfers. Deze plek ligt wel iets verder van de zee af dan de vorige, maar is nog steeds heel populair.” Er zijn de laatste jaren zo’n honderd nieuwe woningen gebouwd op de heuvel. Ze worden voornamelijk bewoond door surfers en gepensioneerden. Volgens een lokale krant zijn er minstens twee waterfront homes verplaatst naar hoger gelegen plekken. Behalve het huis van Jim en zijn vrienden blijft ook een moderne woning bewaard, die slechts tien jaar geleden werd ontworpen door een architect. De eigenaar wil het huis verkopen op de nieuwe locatie en gaat zelf ergens anders wonen. Jim en zijn vrienden hebben inmiddels zelf de fundering van het gerecyclede huis gemaakt. Om extra veel ruimte te creëren besloten ze een basement suite te bouwen. Dat kunnen ze ook nog verhuren aan surfers. Het oude huis is daar bovenop geplaatst. “Alle materialen die we nodig hebben voor de bouw van dit huis, zijn gebruikte materialen. We gebruiken zelfs tweedehands graniet, bakstenen en shingles [dakbedekking van bitumen, red] voor het dak.”
duurzaam gebouwd | oktober 2017
129
Clever technology for mod modern life
Duurzaam? Ontdek het energiebesparingspotentieel van uw pand!
Strukton Worksphere staat voor het creĂŤren van gezonde werk- en verblijfsomgevingen. Dit doen wij door de gebruikers en het gebouw met al haar data slim op elkaar te laten aansluiten. Met als resultaat een positieve, comfortabele, duurzame beleving van uw gebouw.
www.struktonworksphere.nl
Reportage
Voor de opbouw van het huis gebruiken Jim en Anita Munier (zie foto) veel tweedehands hout van old growth trees.
Tweedehands hout Ze gebruiken ook heel veel tweedehands hout. “Dat is van hoge kwaliteit. Het is belangrijk dat old growth trees, bomen van honderden jaren oud, niet naar de vuilstortplaats verdwijnen, maar dat ze opnieuw worden gebruikt.” Het oude hout wordt nu toegepast in de wanden en de vloeren. Er is ook een schuurtje gemaakt van het gebruikte hout. “Het is echt prachtige kwaliteit”, zegt Jim, terwijl hij het hout liefkoost. “Het zou toch zonde zijn om dit niet meer te gebruiken…” De mannen hebben onlangs ook 27 dubbelglas ramen gekregen van de eigenaar van een ander oud pand dat wel is gesloopt. “Daarvan hebben we er inmiddels al een paar gebruikt. De garagedeur komt van datzelfde huis.”
‘Recycling bespaart ook heel veel geld. Dat is niet onbelangrijk’
Ze gebruiken het hout voor de wanden, de vloeren en een schuurtje. “Het is echt prachtige kwaliteit”, zegt Jim, terwijl hij het hout liefkoost.
De gerecyclede woning van Jim en zijn vrienden was voor de verplaatsing niet geïsoleerd. “Daarom gaan we nu de gipsplaten verwijderen en de wanden en het dak isoleren. We maken er een veel warmer huis van dan dat het was.”
Duurzame producten Jim wil wel meer duurzame producten gebruiken, maar in Canada zijn ze moeilijker te bestellen dan in Nederland. “Op dit eiland kunnen we gezamenlijk zonnepanelen bestellen als een coöperatie, maar van dakpannen met zonnecellen hebben ze hier nog nooit gehoord. Canada heeft net een Free Trade Deal gesloten met Europa. Misschien brengt dat goede producten.” De belangrijkste reden voor het gebruik van gerecyclede producten is voor Jim persoonlijk niet het milieu: alles is gratis verkrijgbaar. “Het is uiteraard ook heel belangrijk dat we zo bomen sparen in verband met de carbon footprint. En we maken dit gerecyclede huis weer leefbaar en bruikbaar voor vele jaren, en ook dat is duurzaam. Maar recycling bespaart ook heel veel geld. Dat is niet onbelangrijk.”
duurzaam gebouwd | oktober 2017
131
Enthousiasmeren voor het installatievak Nu de crisis voorbij is, heeft de bouw- en installatiesector een nieuwe uitdaging: jongeren interesseren voor hun vak. Met Powerlab wil Oost-Nederland Energiek hieraan een bijdrage leveren. “Ons doel is om te zorgen voor kruisbestuiving tussen het onderwijs, het bedrijfsleven en overheidsinstanties.” Tekst: Tim van Dorsten
Op Industriepark Kleefse Waard in Arnhem beschikt OostNederland Energiek (ONE) over een grote ruimte. In het midden leidt een brede trap naar een groot bureau: hieraan zitten ONE-programmadirecteur Jacqueline Bijlsma en Powerlab-manager Wim Vierwind tegenover elkaar. “Je had hier begin september moeten zijn”, begint Bijlsma. “Toen stond deze ruimte tjokvol, dankzij een evenement van Otib. Dat opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het technisch installatiebedrijf is een van onze partners.”
Vakonderwijs aantrekkelijker maken ONE bestaat sinds juni 2015 en is een samenwerkingsverband van in totaal 19 publieke en private instellingen en ondernemingen. Zij komen uit het bedrijfsleven, uit de onderwijswereld en overheidsinstellingen. De ontmoetingsplaats Powerlab, voor studenten, werknemers en ondernemers, geldt hierbij als het fysieke gedeelte van ONE. “Het idee komt met name van de installatiebranche, de drie samenwerkende ROC’s Graafschap College, RijnIJssel en ROC Nijmegen en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen”, vertelt Bijlsma. “Zij willen het vakonderwijs aantrekkelijker maken om meer jonge, talentvolle installatietechnici op te leiden. Volgens
Tijdens het Otib-evenement Buildup Skills begin september stond de ruimte van het Powerlab vol.
132
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
ONE-programmadirecteur Jacqueline Bijlsma.
Powerlab-manager Wim Vierwind.
Algemeen
Eén van zijn ideeën is dat Powerlab als experimenteerruimte voor duurzame technieken dient. “Het lijkt me prachtig als bijvoorbeeld studenten, startups en medewerkers van installatiebedrijven hier gezamenlijk aan duurzame innovaties werken. Zo maken we tastbaar waar ONE en Powerlab voor staan.” Een voorbeeld hiervan is de elektrotafel WatzConnect van de HAN. “Deze tafel laat zien wat het gevolg is van elektrische keuzes: zoals het in- of uitschakelen van straatverlichting of mobiele telefoons.” Volgens hem is dat een van de manieren om de installatiesector voor jongeren en talenten aantrekkelijker te maken. “Laat ze in contact komen met het vak en met vakmannen”, vindt Vierwind. “Dat is het grote voordeel van deze locatie: er zitten hier veel startups die werken aan nieuwe, duurzame installatietechnieken.” Wim Vierwind en Jacqueline Bijlsma: “We willen het bedrijfsleven en studenten samen aan nieuwe technieken te laten werken.”
branchevertegenwoordigers zijn er te weinig vakmensen. Degenen die er zijn, hebben meestal te weinig actuele kennis.” Hierbij gaat de focus met name naar nieuwe, duurzame energietechnieken. “Ons doel is om het bedrijfsleven en studenten samen aan nieuwe technieken te laten werken”, legt Vierwind uit. “Hierbij richten we ons met name op duurzaam wonen: technieken om op duurzame wijze energie op te wekken, technieken rond domotica en beveiliging om veiliger te wonen. We zoeken met name naar manieren om de integratie tussen deze technieken te bevorderen.”
Onderwijs vs. bedrijfsleven Bijlsma en Vierwind vullen elkaar goed aan, vinden ze. “Ik kom uit het onderwijs en kijk vanuit die hoedanigheid vooral naar de toekomst”, vertelt Bijlsma. “Begin dit jaar heb ik Wim erbij gehaald, vanwege zijn link met het bedrijfsleven.” Vierwind vult aan: “Ik heb jaren bij technisch dienstverlener Cofely – het huidige Engie – gewerkt. Dat was vooral projectmatig.”
Van het gas af Als verbinder van de huidige met de toekomstige generatie installateurs is het Powerlab de enige ruimte op Industriepark Kleefse Waard zonder gasaansluiting. “Met het oog op de toekomst vinden we dat we het goede voorbeeld moeten geven”, legt Bijlsma uit. Vierwind beaamt dit: “Ik denk dat we in de toekomst onze gebouwen enkel met elektriciteit verwarmen.”
Aansprekende studies Een andere manier is om mbo-studies aansprekender te maken. “Dat kan door meer vakmannen voor de klas te zetten”, denkt Bijlsma. “Ik zou het mooi vinden als bij een bepaald van de lessen een goed getrainde vakman als gastdocent voor de klas staat. Zo kunnen ze hun trots en kennis doorgeven aan de volgende generatie.” Ook de studies zelf spelen hierbij een rol. “Dit jaar is Graafschap College gestart met de opleiding Smart Building”, vertelt ze. “Hiervoor hebben zestig leerlingen zich ingeschreven. Ook de andere twee ROC’s zien het belang van deze nieuwe opleiding in: ze beconcurreren elkaar niet, maar denken mee over de invulling.” Daarnaast hebben ROC Nijmegen en RijnIJssel College voor nieuwe invullingen van technische studies gezorgd. Op de laatstgenoemde onderwijsinstelling dienen de leerlingen van de verschillende technische opleidingen bijvoorbeeld iedere vijf weken een praktijkproject op te leveren. “Zo leren ze dat hun vak niet op zichzelf staat, maar diverse soorten techniek een integraal onderdeel vormen van een duurzaam, gezond gebouw”, legt Vierwind uit.
Wie voelt zich verantwoordelijk? ONE en Powerlab lopen tot juni 2019. Bijlsma en Vierwind vinden dat dit initiatief moet blijven bestaan. “Hiervoor zijn wel financiële middelen nodig”, weet Bijlsma. “Het hangt dus af welke organisaties zich hiervoor verantwoordelijk voelen en het eigenaarschap opeisen.” Voorlopig houden ze zich hiermee nog niet bezig. Ze hebben het te druk met de evenementen, die de komende tijd in Powerlab plaatsvinden. “We hebben onze partners gevraagd om voor reuring te zorgen en drie evenementen te organiseren”, laat ze weten. “Dit loopt nu zo goed dat we nu tegen praktische zaken aanlopen, zoals deze ruimte op tijd goed laten schoonmaken en zorgen voor de juiste akoestiek.” Vierwind wil echter niet dat Powerlab een conferentieplek wordt. “Bij alles wat we doen, moet de verbinding tussen studenten en vakmensen centraal staan.”
duurzaam gebouwd | oktober 2017
133
‘Ondergrens MPG is startschot voor hogere ambities’ De grenswaarde van de MPG in het Bouwbesluit komt razendsnel dichterbij. Vanaf 1 januari 2018 is er eindelijk een minimumeis voor de milieuprestaties van gebouwen. Hoe kwamen we tot deze grenswaarde en welke stappen ondernam de bouw- en vastgoedsector sinds het eerste Nationale Milieubeleidsplan enkele decennia geleden? Een les geschiedenis met Duurzaam Gebouwd-expert John Mak, directeur van W/E adviseurs. Tekst: Marvin van Kempen
Het eerste Nationaal Milieubeleidsplan verscheen in 1989, uitgegeven door het Nederlandse ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). “Het plan gaf voor het eerst vorm aan beleid voor duurzaam bouwen en kent grofweg drie lijnen”, vertelt Mak. “Allereerst energie. Het beperken van energiegebruik en zoveel mogelijk gebruikmaken van duurzame energie waren belangrijke punten van dit onderdeel. De tweede pijler was integraal ketenbeheer, waar je grondstoffengebruik onder kon scharen. Het derde en laatste onderdeel van het plan was kwaliteitsbevordering van binnenmilieu en omgeving.”
Aandacht voor duurzaam materiaal De impact van het plan op duurzamer materiaalgebruik bleek tegen te vallen, tot frustratie van koplopers die wilden versnellen naar een circulaire economie. “Tot op de dag van vandaag krijgt duurzaam materiaalgebruik minder aandacht dan energie. Vanuit de overheid werd niet of nauwelijks beleid gemaakt op dit aspect. Energie kreeg en krijgt veel meer aandacht.” De impuls voor het bedrijfsleven was dan ook vooral gestoeld op het realiseren van oplossingen voor energiebesparing. “In veel mindere mate ging men aan de slag met duurzaam materiaalgebruik en het sluiten van kringlopen.” Na 1989 werden diverse programma’s opgezet, onder andere door de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV). Die ontfermde zich toen al over de ambitie om duurzamer en milieubewuster met materialen om te gaan. De beschikbare kennis werd in diverse experimenten toegepast en de resultaten werden geëvalueerd. “Dit leidde
134
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Interview
Kennis over materialen naar hoger niveau Gebouw
Alle bouwdelen
Fundering: 8% Vloeren: 21.7% Draagconstructie: 6.6% Gevels: 18.6% Daken: 5.5% Installaties: 22.7% Inbouw: 17%
De bijdrage van diverse bouwdelen aan de MPG.
Gebouw
Vloeren
Alle Vloeren
Vloeren, begane grond: 2.7% Vloeren, verdieping: 17.8% Vloeren, balkon- en galerij: 1.2%
Meer organisaties zagen daardoor de waarde van een Life Cycle Analysis (LCA) voor één of meerdere producten. Steeds meer analyses werden op producten losgelaten, om de totale milieubelasting in kaart te brengen. “Dat gaf een onderbouwing van de milieu-impact van een product en bracht daarmee kennis over veel materialen op een hoger niveau. In 1995 startten we samen met IVAM Environmental Research met de ontwikkeling van Eco-Quantum (EQ), een tool die LCA-methodiek op gebouwniveau toepasbaar maakte.” Vooral gemeenten en architecten gingen aan de slag met de software. “Het is relatief eenvoudig om de software te gebruiken. Je selecteert de materialen en de hoeveelheden om in een project toe te passen, informatie die vergelijkbaar is met wat voor een kostenraming nodig is. Daarna berekent EQ een milieuprofiel met 11 LCA-milieueffectscores vervolgens vier indicatoren(grondstoffen, emissies, energie en afval) en tot slot 1 ‘totaalindicator’.” Diverse gemeenten, waaronder Zoetermeer, pasten Eco-Quantum toe in de praktijk en stelden daarbij een minimumscore als ondergrens. Aan het begin van het vorig decennium was het dan zover. Via de pijler milieu zou ook materiaalgebruik een plek krijgen in het bouwbesluit. “Het ministerie van VROM liet W/E, in een consortium met onder andere TNO, een bepalingsmethode ontwikkelen op basis van EQ en wilde die onderbrengen in het bouwbesluit. Het resultaat werd door diverse partijen zoals BNA en NEPROM als te complex ervaren en daarom strandde de hele exercitie. Dit was voor ons het signaal om het verder te versimpelen”, zegt Mak.
Succesvolle pilots met GPR De bijdrage van vloeren aan de MPG.
tot de Handleiding Duurzame Woningbouw”, vertelt Mak terwijl hij het boek uit de kast trekt. “In 1992 brachten we deze publicatie uit. Het vertelde je destijds welke materialen duurzaam waren en welke je bij voorkeur links liet liggen omdat ze allesbehalve milieuvriendelijk waren.” Niet iedereen reageerde enthousiast op de pragmatische benadering van het boek. “De publicatie gaf letterlijk aan welke materialen je per definitie kon vermijden bij bouwen en verbouwen, zoals tropisch hardhout en pvc. Sommige gemeenten voerden zelfs stringent beleid op de aanbevelingen in het boek en dat was voor bepaalde leveranciers een bittere pil. “Maar het schudde de industrie wel wakker. De publicatie had daarmee het gewenste effect, want er werd eindelijk anders gekeken naar materiaalgebruik.”
De vernieuwde en vereenvoudigde versie kreeg een plek in de vanaf 1995 door W/E in samenwerking met de gemeente Tilburg ontwikkelde software GPR Gebouw. “In 2004 brachten we dit in de praktijk in een praktijkexperiment samen met achttien grote en een paar kleine gemeenten. Twee jaar lang voerden zij een groot aantal pilots uit met de software, met daarin de focus op materiaalgebruik verwerkt. De resultaten werden beschreven in een eindrapport dat aan de minister werd overhandigd.” Het meetbaar maken van materiaalprestaties kon op enthousiasme rekenen, ook en juist van de ontwikkelaars. Mak vervolgt: “Dat was een ander geluid dan we gewend waren. Ontwikkelaars bleken voorstanders van het werken met een systeem dat resultaten kwantitatief aantoont. Ook gemeenten waren tevreden met de aanpak, want zij zochten juist naar draagvlak bij ontwikkelaars om duurzamere projecten te realiseren.” De aandacht voor duurzaam materiaalgebruik steeg door het snel groeiende gebruik van GPR Gebouw. In 2010 voegden GPR Gebouw en Greencalc de milieudata samen in de Nationale MilieuDatabase en gaven dit in beheer bij de Stichting Bouwkwaliteit. Parallel werd de
duurzaam gebouwd | oktober 2017
135
DUURZAAM , COMFORTABEL EN BETAALBAAR WONEN
Alles onder 1 dak Van ontwikkeling tot realisatie Lage Total Cost of Ownership Lage energiekosten en onderhoudsarm Circulair bouwen Demontabele droogbouw
Duurzame NOM woningen met lage Total Cost of Ownership Earth and Eternity biedt een totaalconcept voor betaalbare en comfortabele Nul-Op-de-Meter woningen. Woningen die circulair gebouwd worden met duurzame, onderhoudsarme materialen. De energiebehoefte is laag door een hoogwaardig isolatiepakket en de eigen energie wordt opgewekt met zonnepanelen en zonnecollectoren. Samen met een gunstige groene hypotheek staat dit voor lage lasten over de gehele levensduur van de woning. Meer informatie? Bel Erik Schampers 06-12044418
info@earthandeternity.nl
www.earthandeternity.nl
Interview
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 ambitie
score
9,0
7,0
8,0
8,0
8,0
8,1
8,4
8,4
Gezondheid
Gebruikskwaliteit
8,2 Energie & Milieu*
Toekomstwaarde
De DPG in GPR Gebouw laat zien welke installatie- en bouwkundige keuzes onder de streep het meest duurzaam zijn.
bepalingsmethode ‘Milieuprestatie gebouwen en GWWwerken’ opgesteld, met landelijk geharmoniseerde regels voor het kwantificeren van de milieueffecten van materialen. Daarmee werd de weg geplaveid voor een nieuwe poging dit aspect van duurzaam bouwen een plek te geven in het Bouwbesluit.
MPG: verplicht De invoering van de Milieu Prestatie Gebouwen (MPG) was in 2013 een feit. Het bijzondere bij deze introductie van milieu in de regelgeving was dat er geen prestatie-eis was opgenomen. De reden daarvoor was dat iedereen de tijd kreeg om te wennen. “Diverse overheden zetten onder andere via het gebruik van GPR Gebouw de MPG in om duurzaam in te kopen. Een betere prestatie op de MPG leidde tot een hogere waardering van de inschrijver.” Door het ontbreken van een prestatie-eis berekende echter lang niet iedereen de MPG in gevallen dat het wel verplicht was. Mak verzucht: “Hoewel je deze berekening in een middag kunt maken vonden veel Nederlandse opdrachtgevers en ontwikkelaars het niet nodig om deze moeite te nemen. Veel lokale overheden lieten de naleving bij het toetsen van vergunningen ook achterwege”. Nu komt eindelijk de langverwachte minimum prestatie-eis voor de MPG in zicht. 1 januari 2018 moet de harde eis van € 1 per vierkante meter bruto vloeroppervlak per jaar gelden [waarbij het genoemde bedrag de (fictieve) kosten zijn die zouden moeten worden gemaakt om de
milieueffecten ongedaan te maken, red]. “Sommigen vinden de grenswaarde aan de voorzichtige kant. Ik snap dat wel. Maar ik juich het toe dat er nu in ieder geval een ondergrens is waaraan bouwers zich moeten committeren. Het materiaalgebruik wordt nu serieus genomen. Dat is goed voor het milieu en een stimulans voor leveranciers om de milieukwaliteit van hun producten te optimaliseren” Kanttekening is dat het niet voor alle type gebouwen eenvoudig is om aan de ondergrens te voldoen. “Voor uitbundig vormgegeven gebouwen zal het zeker in de ontwerpfase nodig zijn te toetsen of en hoe voldaan kan worden aan deze eis.” Ook al zijn de meningen verdeeld over de zwaarte van de MPG-eis, de regeling zorgt voor bewustwording met betrekking tot materiaalgebruik. “Daarnaast hoop ik op een verdergaand perspectief, waarin we de koppeling maken tussen energie en materiaalgebruik. Dat kan met de Duurzaamheids Prestatie Gebouwen, de DPG. Daarmee worden milieu-effecten van het energiegebruik en de materialen samen geaggregeerd tot één getal. Ik ben ervan overtuigd dat de DPG een beter alternatief wordt voor de afzonderlijke MPG en EPG.” Ook liggen verhoogde ambities in de lijn der verwachtingen. “Diverse partijen gaan hogere prestaties vragen dan de grenswaarde. Om die reden kunnen opdrachtnemers erop rekenen dat ambities voor mooie, grote projecten hoger liggen dan de reguliere eis. Uiteindelijk is dat voor iedereen goed.”
duurzaam gebouwd | oktober 2017
137
BEWEGINGSMELDERS
Serie 18
NIEUW
Type 18.5D.8.230.0000 PIR bewegings- en aanwezigheidsmelder met DALI Geschikt voor directe besturing van maximaal 8 DALI voorschakelapparaten of LED drivers
• Keuze uit drie functies: - Constant lichtniveau besturing, daglicht-gekoppeld - AAN/UIT besturing met vroegtijdige waarschuwing - AAN/UIT besturing met vroegtijdige waarschuwing + oriëntatieverlichting • Twee detectiebereiken tot 64 m: - Aanwezigheid, zone met weinig activiteit (4x4 m) - Beweging, zone met normale of hoge activiteit (8x8 m) FINDER RELAIS NEDERLAND B.V. Industrieweg 13 A / 1521 NC WORMERVEER Tel.: +31 (0)20 615 65 57 E-mail: finder.nl@findernet.com
www.findernet.com
Korte berichten uit de markt
‘Nieuwe standaard luchtfilters is realistischer en eerlijker’ De nieuwe filternorm ISO 16890 vervangt de EN779 uit 2012 als standaard voor luchtfilters. Deze mondiale norm maakt het eenvoudiger om filters te vergelijken op efficiency en fijnstof (PM10, PM2.5 en PM1) en kent een meer realistische beoordelingsmethode voor de beperking van fijnstofdeeltjes. Tekst: Marvin van Kempen
nieuwe methode is veel realistischer, want luchtvervuiling beslaat meer dan elementen van deze grootte.” Daarnaast wilde een test in het lab nog wel eens verschillen van de praktijk. “Dat ondervangen we. We testen de filters en beladen ze met stof, gedurende een jaar. Hierdoor simuleren we situaties die ook in de praktijk ontstaan. “ Als de testresultaten binnen zijn, worden de filters onderverdeeld in verschillende groepen: ISO grof filter, ISO ePM 10, ISO ePM 2,5 en ISO ePM1. “De indeling verloopt aan de hand van de gemiddelde efficiency per deeltjesgrootte. Stel dat een filter minder dan 50 procent van de delen kleiner dan 1 micron afvangt en meer dan 50 procent van deeltjes kleiner dan 2,5 micron, dan valt deze in de categorie ISO ePM 2,5.” Dit alles zorgt voor een grotere transparantie met betrekking tot de effectiviteit van de diverse filters die AFPRO Filters op de markt brengt. “Het verlaagt de drempel voor gebouweigenaren, facility managers en installateurs om eenvoudig te zien welk filter geschikt is voor een project. Betreft het bijvoorbeeld een hotel of kantoor, dan is een filter binnen de groep ISO ePM1 een geschikte keuze vanwege het percentage deeltjes dat wordt afgevangen en de grootte ervan.”
Glasvezel wint populariteit
De nieuwe mondiale standaard ISO 16890 geeft duidelijk weer wat de effectiviteit is van een filter.
Zorg- en onderwijsvastgoed vormen twee belangrijke doelgroepen voor AFPRO Filters. “Een gezond binnenklimaat is bij dat vastgoed van bijzonder belang”, vertelt Vice President Joost Verlaan van AFPRO Filters. “Daarnaast zijn we actief in de kantorenmarkt. Een aansprekende ontwikkeling is het gebouw De Rotterdam, waar wij zorgen voor een vermindering van fijnstof.” Een binnenklimaat met een minimale hoeveelheid fijnstof en maximale frisse lucht is nog geen gemeengoed. “Een belangrijke reden is dat de impact van een goed presterend filter wordt onderschat, of dat facility managers en gebouweigenaren de prestaties van filters niet inzichtelijk hebben.”
Nieuwe mondiale standaard Die situatie verandert door de komst van de nieuwe filternorm ISO 16890. “Deze verse mondiale standaard geeft duidelijk weer wat de effectiviteit is van een filter en in hoeverre een product fijnstof verlaagt.” Een ander verschil met de oude standaard is de beoordeling bij specifieke deeltjesgroottes in een bereik van 0,3 en 10 micron [lengtemaat, red.]. “Eerder ging het over de gemiddelde efficiency bij deeltjes met een grootte van 0,4 micron. De
De producten van AFPRO Filters zijn klaar voor de nieuwe norm en zijn in de groepen ingedeeld. “We verwachten dat onze klanten hierdoor een goede keuze kunnen maken die passend is voor hun specifieke case. Daarnaast verwachten we dat glasvezel filters, die gemiddeld een hogere prijs hebben, populairder worden omdat ze door de norm beter worden beoordeeld op efficiency. Vroeger werd vaker voor synthetische filters gekozen vanwege de gunstige prijs, maar we verwachten dat deze vraag wat terugloopt vanwege de lagere waardering binnen de norm.” In de toekomst kunnen filters energielabels krijgen. “Dat vormt een mooie volgende stap. Een energielabel kan een filter zowel op efficiency als op energie beoordelen. Op deze manier komen opdrachtgevers niet meer voor verrassingen te staan en kunnen ze beide pijlers tegen elkaar afwegen. Een goede afweging maken kan het verschil maken tussen een gezond gebouw en een omgeving waar je liever niet al te lang in verblijft.” Toch denkt Verlaan dat de gevaren van fijnstof nog te vaak onbekend zijn bij beslissingsbevoegden. “Ze kennen fijnstof wel en weten dat het gevaarlijk is, maar hoe gevaarlijk weten ze niet. We hielden in juni een seminar over de gevolgen van een te grote hoeveelheid fijnstof. TNO en een longarts lieten zien dat we in Nederland gemiddeld een jaar korter leven. Als je voor een gezonder binnenklimaat kan zorgen tegen minimale kosten en minimaal energieverbruik, dan is dat een eye opener.”
duurzaam gebouwd | oktober 2017
139
Elektrische geiser Een oplossing voor het warme tapwater in de energietransitie. Het ideale warmtapwaterapparaat ! Made in Germany. www.clage.nl
t DWA werk voor mijn toekomst
‘Wij maken duurzaamheid werkend!’ Wij praten niet alleen vrijblijvend over duurzaamheid, maar wij zorgen er voor dat daadwerkelijk aantoonbaar duurzame oplossingen gerealiseerd worden op het gebied YDQ HQHUJLH HIĀFLQWLH HQ ]RUJ YRRU KHW PLOLHX 'LW LV ]RZHO HHQ EHORIWH DOV HHQ XLWGDJLQJ Met ‘werkend’ bedoelen we dat wij staan voor HHQ G\QDPLVFKH EHQDGHULQJ YDQ GXXU]DDPKHLGVvraagstukken, waarbij we 24/7 ontwikkelingen PRQLWRUHQ HQ UHVXOWDWHQ NXQQHQ DDQWRQHQ
ZZZ GZD QO
Korte berichten uit de markt
Meer energiezuinige kantoren met energielabel In 2023 is een energielabel C verplicht voor kantoren. De eis lijkt zijn vruchten af te werpen, want het aantal panden met een groen energielabel stijgt. Deze conclusie blijkt uit cijfers die bekend zijn gemaakt door RVO.nl. Ten opzichte van augustus 2016 steeg het aandeel geregistreerde energielabels met C of beter met 71 procent. Het aantal afgemelde energielabels G t/m D steeg met 40 procent. Toch voldoet 80 procent van de kantoorgebouwen nog niet aan de voorgenomen norm van label C voor 2023. Deze kantoren zijn energie-onzuinig of hebben nog geen label. Eigenaren van dergelijke kantoren moeten eerst hun precieze energielabel bepalen. Op EP-online staat of het pand al een energielabel heeft en zo ja, welk label. Geen energielabel, wat nu? Als er geen energielabel is, kan een eigenaar een energieadviseur inschakelen. Een energielabeladviseur
kan via het Energie Prestatie Advies Utiliteit (EPA-U) eventueel een huidig energielabel opstellen. Daarbij kan de adviseur gebouweigenaren voorzien van een advies welke maatregelen er genomen moeten worden. Handig is om vervolgens energiemaatregelen te nemen samen met gepland onderhoud of op een ander natuurlijk moment. Ook is het raadzaam verduurzaming meteen grondig aan te pakken. Want wie meteen voor een beter label gaat, is voorbereid op toekomstige wetgeving. Er zijn diverse maatregelen om energiebesparing te realiseren, waaronder het toepassen van ledverlichting en het vernieuwen of optimaliseren van installaties. Organisaties die verduurzamen komen in aanmerking voor de Energie-investeringsaftrek (EIA), via de generieke code 210000. Op de website van RVO.nl kunt u de specificaties bekijken en een aanvraag indienen. Let hierbij op dat het maatregelenpakket dat u opstelt moet bijdragen aan een verbetering van minimaal drie energielabels.
Bank vergroent commercieel vastgoed binnen tien jaar Rabobank gaat verplichte energielabels introduceren bij nieuwe financieringen voor commercieel vastgoed. Dit geldt niet alleen voor kantoren, maar ook voor winkels, bedrijfshallen en verhuurde woningen.
van circulariteit, vitaliteit voor de lokale omgeving en de exploitatie. Zo wil de bank haar klanten helpen om de waarde van hun investeringen op lange termijn op peil houden of verhogen.
Binnen tien jaar wil ze haar hele portefeuille hebben vergroend, laat de bank weten. Hierbij kijkt de bank niet alleen naar de energielabels, maar ook naar de mate
Lat hoger leggen voor alle soorten vastgoed “Wij volgen niet alleen de verplichte wetgeving voor kantoren, maar leggen de lat ook hoger voor andere soorten vastgoed”, zegt projectmanager Duurzaamheid Anke Verhagen van Rabo Real Estate Finance. In 2023 is energielabel C namelijk verplicht voor kantoren. “Wij pakken ook vastgoed mee, zoals winkels, bedrijfshallen en verhuurde woningen. Daarmee lopen we vooruit op maatregelen, die in onze ogen onvermijdelijk zijn.” Verduurzamingsmaatregelen belonen Zo gaat Rabobank klanten inzicht geven in de energielabels in de eigen portefeuille. Daarnaast biedt ze haar klanten oplossingen aan door samen met partners vast te stellen, wat de specifiek te nemen duurzaamheidsmaatregelen zijn en in welk tempo de klant dit het best kan toepassen. “We zullen rendabele verduurzamingsmaatregelen tot 100 procent financieren en panden met een beter energielabel meer prijsvoordeel geven. Hiermee leggen wij de nadruk op het belonen van verduurzamingsmaatregelen”, aldus Verhagen.
duurzaam gebouwd | oktober 2017
141
Gezondheidsverlener kiest WELL Gold In het Brabantse Son voert gezondheidsdienstverlener HumanTotalCare sinds 22 augustus een nieuwbouw en renovatie uit van zijn gebouw. Dat moet de certificaten BREEAM-NL Excellent en WELL Gold krijgen. Dit is het eerste gebouw in Nederland dat WELL-gecertificeerd is voor het casco en de inrichting. Volgens facilitymanager Myrthe Schrijnemakers past de WELL-certificering naadloos aan bij de visie van de gezondheidsdienstverlener. “Als moederbedrijf van ArboNed, HumanCapitalCare, Mensely en IT&Care werken wij ook continu aan het welbevinden onze mensen en onze klanten”, legt ze uit. “Toen we zo’n twee jaar geleden via Dick Vink van Progam Bouwmanagement en Ronald van der Gracht van installatieadviseur M3E van deze certificering hoorden, wisten we direct dat we daarvoor moesten gaan.” Beide heren zijn nog steeds nauw betrokken bij deze nieuwbouw en renovatie. Van Amerikaans naar Nederlands Eenvoudig is het traject naar een WELL Gold-certificering echter niet. “Het is erg spannend en enorm intensief”, vindt ze. “WELL is een Amerikaans certificaat, met zeven onderdelen: lucht, water, voeding, licht, vitaliteit, comfort en een gezonde geest. Ieder onderdeel buigen we om naar de Nederlandse situatie. Neem bijvoorbeeld ergonomie: een gemiddelde Nederlander is langer en dunner dan een gemiddelde Amerikaan. We kunnen de Amerikaanse normen dus niet een-op-een overnemen.” Als specialist vindt Schrijnemakers HumanTotalCare het juiste bedrijf om voor een Nederlandse WELL-standaard te zorgen. “Al onze kennis hebben we gebundeld in ons eigen academische kenniscentrum. Op basis van die kennis en expertise hebben we zelf een werkconcept ontwikkeld: HTC Building Standard. Om dit op onze eigen organisatie toe te passen, betrekken we hierbij ook onze eigen medewerkers. Geheel conform WELL.” BREEAM Excellent en WELL Gold Aan het eind van de zomer van 2018 moeten de nieuwbouw en de renovatie klaar zijn. HumanTotalCare beschikt dan over een ruimtelijk pand met 225 werkplekken met onder meer natuurlijke materialen, een stromende waterwand, groene scheidingswanden op de werkplekken en veel relax-, stilte- en ontmoetingsplekken. Daarnaast heeft dit gebouw onder meer een sedumdak, zonnepanelen, warmtepomp, tripleglas, radonwerende folie en een maximale kier- en luchtdichting. Al deze onderdelen moeten bijdragen aan een BREEAM-NL Excellent- en een WELL Gold-certificaat. “Voor de toekenning van het WELL-certificaat komt drie maanden na oplevering een assessor om de resultaten te meten”, vertelt Schrijnemakers. “Zo meet hij onder meer de akoestiek en het VOC-gehalte. Pas als we aan alle voorwaarden voldoen, ontvangen we het certificaat.” Een gebouw bouwen en renoveren met WELL Gold als ambitie heeft invloed op het werk van MH1 Architecten en aannemer BAM. Zo kon architect Marc Hermans uitsluitend kiezen voor aantoonbaar geteste VOC-vrije materialen, voor zowel het gebouw als het interieur. “Hierdoor heb ik weloverwogen materiaalkeuzes gemaakt, die onderling ook nog eens te combineren zijn”, vertelt hij. Behalve VOC-vrij dienen de materialen ook de juiste uitstraling te hebben,
142
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
De duurzaamheidsambities van HumanTotalCare in een ‘Blueprint’. Hierin is in één oogopslag te zien op welke duurzaamheidsvlakken de organisatie inzet.
legt Hermans uit. “Ze moeten wel passend zijn, waarvoor de opdrachtgever staat. Uiteindelijk heb ik gezorgd voor een complexe 3D-puzzel, waarin de beleving en het welbevinden van de gebruikers en klanten centraal staan.” Bouwen volgens WELL- en BREEAM-normering Ook voor aannemer BAM, die de sloop, de renovatie en de bouw verzorgt, heeft het WELL Gold-certificaat gevolgen. “We moeten zo veel mogelijk stofvrij werken”, vertelt BAMprojectleider Bert Pieters. “Zo moeten we de luchtkanalen van de installaties maximaal schoon houden.” Volgens Pieters heeft het bouwen volgens het BREEAM Excellent-certificaat echter meer impact op de werkzaamheden. “Zo moeten we onder meer het bouwafval op de juiste manier scheiden en zorgen voor luchtdicht bouwen”, geeft Pieters aan. “Ook de communicatie met omwonenden is hierin belangrijk. Om dit goed uit te voeren, hebben we de samenwerking gezocht met Bewuste Bouwers.”
De collega’s die huisvesten in de nieuwbouw en renovatie, brachten een toost uit op het plaatsen van de eerste boom door directeur Wim Huijbregts. Na afloop kregen alle collega’s een eigen fruitboom mee. Zij verzorgen de boom tijdens de bouwperiode en tijdens de opening in 2018 komen de boompjes terug en wordt een haag ingeplant.
Korte berichten uit de markt
‘Historische gebouwen gedijen beter met stralingswarmte’ De conditie van monumentale panden blijft beter op peil als ze op basis van oude principes worden verwarmd. Moderne oplossingen, zoals isolatie in combinatie met radiatoren, kunnen zelfs schade veroorzaken, zegt specialist Paul David van Da Maestro. “Stralingswarmte is wat betreft energieverbruik en comfort de beste methode om oude gebouwen te verwarmen.” Om de energieprestaties van een oud gebouw te verbeteren moet eerst onderzoek worden gedaan naar hoe dat gebouw oorspronkelijk werd verwarmd. Vroeger kon men immers ook heel goed een comfortabele woning bouwen, zonder vochtproblemen. De technieken die daarvoor gebruikt werden zijn andere dan tegenwoordig. Mede onder invloed van de wensen van consumenten heeft de techniek van het verwarmen van gebouwen zich in de afgelopen decennia bijna volledig geconcentreerd op convectiewarmte, dus het verwarmen van de lucht. Een actuele randvoorwaarde is dat dat energiezuinig moet, met behulp van radiatoren met zo laag mogelijke watertemperaturen. Het aandeel stralingswarmte is door die ontwikkeling bij moderne lage temperatuur radiatoren gedaald tot hooguit 20 procent. Om oude gebouwen duurzaam te verwarmen kan gekozen worden voor stralingswarmte. Oude kachels worden gestookt met fossiele brandstoffen. Tegenwoordig zijn er duurzame alternatieven in de vorm van elektrische infrarood panelen. De benodigde energie kan worden opgewekt met zonnepanelen of met windenergie.
Infrarood panelen zorgen net als de oude kachels voor rechtstreekse verwarming van de mens, maar veel geavanceerder. Want verschillende mensen in dezelfde ruimte kunnen met elk een eigen verwarmingspaneel hun eigen microklimaat creëren. Daarmee wordt het thermisch comfort op een spectaculaire wijze verhoogd. Een ander voordeel van infrarood panelen is dat ze uitstekend kunnen worden gecombineerd met natuurlijke ventilatie, zonder dat dit extra energie kost. Lees het volledige artikel op www.DuurzaamGebouwd.nl. bouwd
Smart WorkPlace-partner genomineerd voor Deloitte Technology Fast 50 Measuremen, Founding Partner van Smart WorkPlace, is genomineerd voor de Deloitte Technology Fast 50 Award 2017, een prijs voor de vijftig snelst groeiende technologiebedrijven in Nederland. Het onafhankelijke meetinstituut werd al eerder viermaal genomineerd voor een andere award voor snelgroeiers, de FD Gazellen.
Vergroting welbevinden personeel Measuremen meet al tien jaar het werkelijke gebruik van de werkomgeving met behulp van observaties, vragenlijsten, sensoren en apps voor smartphones. De organisatie maakt persoonlijke voorkeur, functionele eisen en gedrag zichtbaar. Dit werkt kostenbesparing en vergroting van welbevinden van personeel in de hand.
“Wij zijn aangenaam verrast dat we genomineerd zijn voor de Deloitte Technology Fast 50”, vertelt oprichter en CEO Vincent le Noble van Measuremen. “Deze nominatie is een erkenning voor onze innovaties en wereldwijde groei de laatste jaren. Er is nog veel te doen om werkomgevingen te verbeteren, waarmee het welbevinden van de medewerker stijgt en ook het rendement van de organisaties waar wij voor werken.”
Zo schatten organisaties met het ‘Workplace Maturity Model’ beter in welke data zij nodig hebben om nog betere beslissingen te nemen en verder te kunnen groeien. Het door Measuremen ontwikkelde ‘Connected Workplace’ sluit aan bij initiatieven rond Healthy Workplaces & Smart Buildings en laat bedrijfsleven, onderwijs en consultancies inspelen op integrale duurzaamheid in hun organisaties. Meer informatie over de Technology Fast 50 vindt u op de website van Deloitte. De definitieve winnaars worden op donderdag 12 oktober gekozen.
Vincent le Noble van Measuremen
duurzaam gebouwd | oktober 2017
143
Air Excellent koppelt uw woning moeiteloos aan een gezond binnenklimaat!
Optimaal binnenklimaat met Air Excellent! Het Ubbink Air Excellent luchtverdeelsysteem is een modulair systeem, dat geschikt is voor alle mechanische ventilatiesystemen met of zonder warmteterugwinning. Voordelen: • Verlaging energieverbruik en geluidsniveau door lagere drukverliezen • Beperkte geluidsoverdracht, geluidsarm, geen kanaalaftakkingen • Professionele inregeling, bewoners kunnen dit niet aanpassen • Anti-statisch en anti-bacterieel • Ontwerpvrijheid door combinatiemogelijkheden ronde en halfronde kanalen • Hoeft niet ingestort, maar kan wel; flexibele huisvesting • Past op iedere ventilatie-unit, ongeacht het merk • TÜV SÜD gecertificeerd • Geschikt voor nieuwbouw en renovatie
Halfrond kanaal
Rond kanaal
Ubbink, voor uw gemak! www.ubbink.nl/optimaalbinnenklimaat
Koppelstuk rond/halfrond
Duurzaam Gebouwd Colofon
Website
Duurzaam Gebouwd is een uitgave van DGB BV
www.duurzaamgebouwd.nl
en verschijnt in een oplage van 12.500 exemplaren.
www.buildingholland.nl
Uitgeverij / redactieadres
Verspreiding
DGB BV, Beekhuizenseweg 11, 6881 AA Velp
DGB BV, info@duurzaamgebouwd.nl
T: +31 (0)85 273 59 70
Opmaak en druk
Redactie
Real Concepts BV, Velp
Tijdo van der Zee, Eindredactie Bekijk voor het volledige colofon de website van Duurzaam Gebouwd Tim van Dorsten, Redactie
(DuurzaamGebouwd.nl) en klik op ‘Over Duurzaam Gebouwd’. Hier vindt u
E: vandorsten@duurzaamgebouwd.nl
tevens meer uitleg over onder andere de missie van Duurzaam Gebouwd.
T: +31 (0)85 273 59 70 Marvin van Kempen, Redactie E: vankempen@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70 Aan Duurzaam Gebouwd nr. 38 werkten mee: Bert van Asperen, Debbie de Brauwer, Jolanda Groothuis, Henk-Jan Hoekjen, Nienke Homan, Tom de Hoog, Remco Kerkhoven, Paul Knot, Thijs Kurstjens, Ingrid Rompa, Selina Roskam, Bertina Seffinga, Martine Schlingmann, Robert Tjalondo, Ton Verheijen, Harmen Weijer, Mariëlle Wieman, Jeroen Wolbers, Frits van Wolveren.
146
oktober 2017 | duurzaam gebouwd
Alle advertentieplaatsingen worden afgesloten conform de Regelen voor het Advertentiewezen, gedeponeerd bij de rechtbanken in Nederland. Vrijwaring Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook. © DGB BV Het verlenen van toestemming tot publicatie in Duurzaam Gebouwd houdt in dat de uitgever met uitsluiting van ieder ander onherroepelijk door de auteur gemachtigd is de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in art. 17 lid 2 van de Auteurswet 1912 en in het Koninklijk Besluit van 20 juni 1974 (Stb. 35) ex en art. 16b van de Auteurswet 1912; te innen en/of daartoe in een buiten rechte op te treden. ISSN 2210-5689
Management Advies Automatisering Bouw Huisvesting Vastgoed
Isolatieoplossingen van Termokomfort
Milieubewust en innovatief! Door alle aandacht voor energiebesparing en milieu in de media is het isoleren van woningen en gebouwen ‘hotter’ dan ooit. Bij Termokomfort is de isolatie van gebouwen pas echt in ‘groene’ handen. Dat komt onder andere omdat we recyclebare en biologisch afbreekbare grondstoffen voor onze isolatieproducten én -systemen gebruiken die zorgen voor een minimale belasting van het milieu. BioFoamPearls bijvoorbeeld is 100% plantaardig, cradle-to-cradle gecertifi ceerd en biedt de allerhoogste isolatiewaarde in de markt.
Als je kunt delen, kun je ook vermenigvuldigen
foto: Herman Zonderland
“
De deskundigen in onze sector zijn het er met elkaar over eens: de vragen van morgen zijn wezenlijk anders dan die van gisteren en vandaag. En wat was komt voor het merendeel niet meer terug. Bedrijven en hun medewerkers zullen zich opnieuw moeten uitvinden en daar zit de innovatiekracht die ongekend groeit. Vele nieuwe initiatieven worden genomen en start-up’s ontstaan. Ook Brink Groep heeft daarin heel fors geïnvesteerd. We zijn er van overtuigd dat we, door onze kennis en ervaringen met onze stakeholders te delen, het meest van betekenis kunnen zijn voor onze (potentiële) opdrachtgevers en onze medewerkers en de wereld om ons heen. Hans de Jonge, directievoorzitter Brink Groep
brinkgroep.nl/duurzaam
”
100% natuurlijk product Gecertificeerd energiezuinig Hoogste isolatiewaarden in de markt 100% veilig voor mens en milieu Flexibel in de verwerking Inzetbaar voor vele vormen van isolatie
dakisolatie
spouwisolatie
kruipruimteisolatie
Bel vandaag nog voor een vrijblijvend gesprek en wij vertellen u graag hoe Termokomfort de beste ‘groene’ isolatieoplossingen in de markt kan bieden! akoestische isolatie
(036) 538 75 58 www.termokomfort.nl
maakt het behaaglijk
Samenwerking met meerwaarde
ENERGIENEUTRALE WONINGBOUW-CONCEPTEN
Duurzaam Gebouwd # 38 | oktober 2017
ALL-ELECTRIC WARMTEPOMP-OPLOSSINGEN VOOR LAAG- EN HOOGBOUW
Claudia Reiner (UNETO-VNI):
‘Ik wil een positieve impact hebben op onze leefomgeving’ + Verwarming, koeling en warm tapwater tegen 500% rendement + Komt in aanmerking voor de ISDE-subsidie en EIA-2016 + Bewezen concept voor nul-op-de-meter + Geen gasaansluiting nodig + 100% koolmonoxide vrij + Compacte plug-and-play installatie + Forse EPC-verlaging
Opzoek naar een warmtepomp-oplossing? Bestel de brochure via:
WWW.ALKLIMA.NL
# 38 | oktober 2017
Prestatiecontracten
Gebouwschil
Met onder meer de gemeente Rotterdam, die prestatiecontracten inzet om in 2030 40 procent energiebesparing te realiseren en vier tips hoe om te gaan met prestatieafspraken.
Met onder meer diverse innovaties in nul-opde-meterprojecten, de bijzondere buitenschil van gebouw Pontsteiger en het ronde duurzame gebouw van een verpakkingsproducent.
Menukaart voor verduurzaming toekomstbestendig erfgoed Op zoek naar valuecases die het verschil maken Breda en duurzaamheid: goed voorbeeld doet volgen?