Samenwerking met meerwaarde
ENERGIENEUTRALE WONINGBOUW-CONCEPTEN
Duurzaam Gebouwd # 39 | januari 2018
ALL-ELECTRIC WARMTEPOMP-OPLOSSINGEN VOOR LAAG- EN HOOGBOUW
Marnix Norder (Aedes):
‘Woningcorporaties lopen voorop in verduurzaming’ + Verwarming, koeling en warm tapwater tegen 500% rendement + Komt in aanmerking voor de ISDE-subsidie en EIA-2016 + Bewezen concept voor nul-op-de-meter + Geen gasaansluiting nodig + 100% koolmonoxide vrij + Compacte plug-and-play installatie + Forse EPC-verlaging
Opzoek naar een warmtepomp-oplossing? Bestel de brochure via:
WWW.ALKLIMA.NL
Ruim 20 pagina’s o ver #VanGasL os
# 39 | januari 2018
Renovatie & transformatie
Maatschappelijk vastgoed
Met onder meer aandacht voor de renovatie van Paleis het Loo, de transformatie van het Gasthuiskwartier in ’s-Hertogenbosch en een interview met adviseur Erick Wuestman over circulair renoveren.
Met onder meer aandacht voor het nieuwe mortuarium op luchthaven Schiphol, dat op cradleto-cradle geïnspireerd is en het gerenoveerde waterschapshuis van waterschap Zuiderzeeland.
‘Madaster is als een smartphone. Nu de apps nog’ Loskomen van fossiele energie vraagt regie Financiële barrières voor energieefficiënte gebouwen weghalen
Lichtreflectie 87%, kostenbesparing 16% Recyclingprogramma: 15 miljoen m2 Cradle to Cradle™ gecertificeerd Makkelijk afvalbeheer
BEZOEK ONS OP DE VSK STANDNUMMER: 7.C096 VAN 6-9 FEBRUARI 2018
De BUVA EcoClimate lucht/water warmtepomp biedt een comfortabele en duurzame totaaloplossing om woningen te verwarmen, te koelen én tapwater te warmen ook in combinatie met verschillende warmteafgiftesystemen, zoals vloerverwarming, radiatoren en ventilator-convectoren. De EcoClimate L/W, met energielabel A++, behoort tot de meest zuinige warmtepompen op de markt en past ideaal in een NOM-woning. Meer informatie over deze innovatieve warmtepomp? Neem contact op met BUVA voor de volledige brochure en meer informatie of download deze op buva.nl.
100% focus op welzijn
The information is given for guidance only. Photos credits: Thinkstock - aressy.com - 07/16 - 10166
Van gas los? Met de BUVA EcoClimate lucht water warmtepomp kunt u een woning klaar maken voor de toekomst!
Minder impact op het milieu.
MINDER AFVAL. MEER RECYCLING. www.armstrong-plafonds.nl www.armstrongplafonds.be
Duurzaam Gebouwd
Editorial
Van gas los? Zet de inwoner centraal! U weet het natuurlijk al lang: in 2050 willen we een duurzame energievoorziening hebben. Maar om dat te bereiken, moet er veel gebeuren, ook in Noord-Holland. Er wordt hard gewerkt aan de omslag naar duurzame warmte. En er valt veel te winnen. Met meer dan dertig partijen willen we als provincie bijvoorbeeld gezamenlijk komen tot een robuust warmtenet in de Metropoolregio Amsterdam. Een warmtenet dat voldoet aan een warmtebehoefte die gelijk staat aan 500.000 woningen. Door via warmtenetten vraag en aanbod te verbinden, kunnen onze inwoners flink besparen op aardgas en CO2-uitstoot. Het zuidelijke deel van Noord-Holland is daarvoor bij uitstek geschikt: we hebben verschillende dichtbevolkte gebieden en veel restwarmte van industrie. In de minder dichtbevolkte gebieden zijn warmtenetten minder geschikt en hebben andere duurzame vormen van verwarming de voorkeur. Maar daarmee zijn we er nog niet. Bewoners ervaren nu nog allerlei belemmeringen, waardoor ze niet tot actie overgaan. Wij willen het daarom voor particulieren eenvoudiger maken om hun woning duurzaam te renoveren. Wij hoeven elkaar niet meer te overtuigen: het moet en kán anders met onze warmtevoorziening. Bij veel mensen is echter nog weinig gevoel voor urgentie. Daar ligt een opdracht voor ons allen: Verleid en ondersteun inwoners om zelf in actie te komen! Zodat we echt #VanGasLos kunnen.
Verleid en ondersteun inwoners om zelf in actie te komen! Zodat we echt #VanGasLos kunnen.
Op donderdag 1 februari gaan we tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres met elkaar in gesprek om echt #VanGasLos te komen. Om kennis te delen en – vooral ook – plannen te maken om ervoor te zorgen dat dit echt gebeurt. Ik hoop u te zien op een inspirerend congres! Joke Geldhof Gedeputeerde provincie Noord-Holland
duurzaam gebouwd | januari 2018
3
Inhoud
januari 2018
Groot interview Marnix Norder
‘Iedere corporatie heeft voor eind 2018 een plan, met daarin de route naar de Parijs-doelstellingen‘
21
Thema Renovatie & transformatie
22
Interview Erick Wuestman: ‘Juridisering van bouwproces staat innovatie in de weg’
26
Project Bouwen in een top-10-monument
30
Marktvisie Johan van der Graaf (Nieman): ‘Transformeren is optimaliseren’
32
Project Gasthuiskwartier brengt geschiedenis en toekomst samen
36
Project Flatgebouwen in Amstelveen verduurzaamd
39
Korte berichten uit de markt
4
januari 2018 | duurzaam gebouwd
12 44
Partnerpagina’s RVO.nl RVO.nl biedt ondersteuning bij de verduurzaming van gebouwen
48
Partnerpagina’s Betonhuis Opdrachtgevers en bouwers kunnen niet meer om CSC heen
52
Partnerpagina’s GPR ‘Voldoet mijn BENG-woning straks aan de GPR-eis?’
57
Partnerpagina’s NeVaP Kennis en innovatie in de vastgoedexploitatiesector
60
Partnerpagina’s Energiesprong NOM in uitvoering
64
Partner uitgelicht EPDM-specialist neemt adviserende rol op zich
68
Rondetafelgesprek ‘FSC-hout wordt de standaard’
72
Het grote idee Energieopslag was de missing link
74
Achtergrond ‘Madaster is als een smartphone. Nu de apps nog’
78
Project Creatieve ondernemers vinden plek in Hof van Cartesius
82
Project ‘Als we iets doen, dan doen we het goed’
86
Achtergrond Financiële barrières voor energieefficiënte gebouwen weghalen
Duurzaam Gebouwd
Duurzaam Gebouwd Congres #VanGasLos Naar een energieneutrale en gasloze vastgoedvoorraad
‘Haarlemmermeer heeft een duidelijke visie omtrent #VanGasLos en weet dat zij de omslag nu moet maken’
93
Thema Maatschappelijk vastgoed 94
Project Waterschap toont eigen werk in verduurzaamd kantoor
100 Project Nieuw cradle-to-cradlemortuarium stap verder dan duurzaam 104 Project ‘Duurzaam onderwijsgebouw zorgt voor goede studieresultaten’ 108 Project Woonzorgcentrum Oudtburgh vol energie
VanGasLos
124
128 Interview Haarlemmermeer-wethouder John Nederstigt: ‘Loskomen van fossiele energie vraagt regie’ 132 Achtergrond Keuzes maken in Noord-Hollands warmtescenario 136 Project Houthaven moet helemaal duurzaam 140 Interview Gasnetwerk inzetten voor #VanAardgasLos 144 Achtergrond 28 duurzame en gasloze woningen in Wijchen 146 Project Warmtenetten goed voorgesorteerd voor transitie
112 Achtergrond Zorg anno 2030: een ICT-project?
148 Achtergrond Dordrecht werkt aan aardgasloos bedrijventerrein
114 Project Sporthal demontabel tot aan leidingen toe
152 Achter de schermen
119 Korte berichten uit de markt
154 Duurzaam Gebouwd op Locatie Netwerken en kennisdelen over energietransitie 156 Building Holland Samen transities versnellen 158 Korte berichten uit de markt
Ruim 20 pagina’s over #VanGasLos p 124
duurzaam gebouwd | januari 2018
5
ZA DUUR 1
2
EXPERTBLOG EX XPER ERTTBBLOO
EXPERTBLOG
AM GEBOUWD JAAROVERZICH
2017
T
GELANCEERD IN 2017 Mijn huis is niet duurzaam
10 redenen waarom we ermee stoppen
Onno Dwars (BallastNedam)
Ronald Schilt (Merosch)
Nieuwe online profielen en beheer functionaliteiten
Introductie DG Labs
Lancering DG Labs Klantenpanel
Partner & Leden nieuwsbrief
10 nieuwe whitepapers
3
Lancering Persoonlijk lidmaatschap & Bedrijfslidmaatschap
Gloednieuw registratiesysteem voor events
EXPERTBLOG
WHITEPAPERS
Het materialenpaspoort: 5 tips voor een circulaire economie Lars van der Meulen (VolkerWessels) en Thomas Heye (Boele & Van Eesteren)
TOP 10
gelezen artikelen BEST BEOORDEELD
1. Kleine woningen bouwen voor alleenstaanden
TOTAAL AANTAL AL DOWNLOADS IN 2017
MEEST GEDOWNLOAD Whitepaper Cradle to Cradle “aan de wieg staan van circulair bouwen”
Whitepaper Wel(l)zijn in kantoren “De invloed van vastgoed op gezondheid”
7,5
5.674 KEER
942 KEER
2. Zelfdenkende, zelfsturende en zelflerende woning
EVENTS
3. Platform voor materialenpaspoorten van start
1
1
1
1
4. Opening van circulair testlab Amsterdam 5. 5.500 m2 pcm-materiaal in gerenoveerd kantoor ABN AMRO 6. Circulair paviljoen in stationsgebied Utrecht
BESTE SPREKER VAN 2017 Koen Bogaerts van Rockfon BIM event 31 okt
BESTE EVENT VAN 2017 Seminarreeks scholen 16 mei 2017
BESTE EVENTLOCATIE 2017 RDM gebouw te Rotterdam DGOL 4 juli Industrieel Bouwen
BESTE DAGVOORZITTER 2017 Bert Deen Zorgvastgoed seminars
8,6
7,9
8,6
8,2
7. Robin Aerts, ambassadeur voor duurzaamheid RWS 8. Claudia Reiner wint ABN AMRO Duurzame 50
97%
van de bezoekers zou een event van Duurzaam Gebouwd aanbevelen.
49,3%
BESLISSINGSBEVOEGDHEID
van de bezoekers is beslisser.
91%
49,3%
showpercentage
9. Duurzaam Gebouwd-partner is branchewinnaar De Succesfactor
15,2%
Eindbeslisser
10.Gezuiverd regenwater voldoet aan eisen drinkwaterbesluit
34,1%
Medebeslisser
35,5% 15,2% Adviseur
Niet betrokken
BEZOEKDOELEN EVENTS De bezoekers hebben in 2017
1605 Complete jaaroverzicht
minuten genetwerkt
DuurzaamGebouwd.nl/jaaroverzicht-2017
6
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Inspiratie opdooen Samenwerking aangaan
Bekijk nu het complete Duurzaam Gebouwd Jaaroverzicht op
Bijhouden Inhoudelijk programma
In 2017 zijn we
1630
minuten bezig geweest met fysieke kennis deling
Informatie over... Nieuwe zakelijke contacten... Relatiebeheer Informatie over... Leads genereren
7% 6% 4% 4% 1% 1%
11%
20%
46%
Duurzaam Gebouwd
Nieuwe medewerkers Duurzaam Gebouwd Maikel Lanser, Tom Naarding en Dion Olthof zijn gestart als sales representatives en accountmanagers van Duurzaam Gebouwd.
“Ik bekleed drie dagen in de week de functie van Sales Representative”, vertelt Maikel Lanser. “De resterende twee dagen volg ik workshops voor de minor Sales & KeyAccountmanagement aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.”
Ook Tom Naarding is op 1 september 2017 gestart als accountmanager. “Binnen mijn functie zorg ik ervoor dat organisaties binnen de bouw- en vastgoedsector optimaal bediend worden en probeer ik hen te helpen om samen de stap te maken naar een duurzame toekomst.”
Daarnaast startte Dion Olthof als accountmanager. “Ik zorg er samen met mijn team voor dat organisaties binnen de bouw- en vastgoedsector zo goed mogelijk ondersteund worden”, aldus Olthof. “Daardoor kunnen wij samen de stap maken naar een duurzame toekomst. Ik maak graag de juiste koppelingen tussen de klantvraag en een passende oplossing.”
Bent u nieuwsgierig naar de mogelijkheden met betrekking tot duurzame ontwikkelingen binnen uw organisatie of branche? Benader vrijblijvend Lanser, Naarding en Olthof op telefoonnummers 06-83607687, 06-12364896 of 06-25139155.
Duurzaam Gebouwd Seminar: Internet of Things Dankzij de digitale revolutie heeft menig gebouweigenaar en -beheerder de beschikking over apparaten die 24 uur per dag met elkaar communiceren. De informatie die wordt uitgewisseld staat in dienst van het optimaliseren en verbeteren van gebouwprestaties. Dit netwerk van diverse apparaten verzamelt belangrijke data over de werking van het gebouw en de aanwezige gebruikers. Aan de hand van deze gegevens worden processen geoptimaliseerd en blijft het gebouw zichzelf verbeteren. Hierbij gaat het allang niet meer alleen over het energieverbruik en het terugdringen ervan.
Meer inspiratie nodig over Internet of Things? Download dan de gratis whitepaper op DuurzaamGebouwd.nl/ gratis-whitepapers.
Ontdek alle facetten van dit thema gedurende het seminar Internet of Things op 15 februari 2018 in het Meander Medisch Centrum te Amersfoort. Koop uw ticket op DuurzaamGebouwd.nl.
duurzaam gebouwd | januari 2018
7
Extra € 10 miljoen voor verduurzaming gemeente Eindhoven In het stadscentrum van Eindhoven krijgen zeven gemeentelijke gebouwen een duurzame vernieuwing. Door middel van het programma Slim Verduurzamen is budgetzekerheid en het ontschotten van budgetten gegarandeerd. “Hierdoor kunnen we in tien jaar tijd € 10 miljoen extra vrijmaken voor verduurzaming.”
In dit tijdsbestek moeten de panden toekomstbestendig verduurzaamd worden binnen een sluitende businesscase. Na een aanbestedingsprocedure is !MPULS in 2016 hiervoor geselecteerd. Brink Management/Advies (onderdeel van Brink Groep) inventariseerde de mogelijkheden op basis van de uitgesproken ambities van de gemeente. Dit is beland in een referentieplan en aangeboden in de vorm van een alliantie. “De alliantiegedachte is gestoeld op vertrouwen en gelijkwaardigheid”, zegt senior consultant Tristan Kunen van Brink Groep. “Hierbij is het essentieel om open en eerlijk te communiceren waardoor begrip ontstaat voor elkaars belangen, maar het gezamenlijk belang altijd het leidend principe is”, voegt senior manager vastgoedadvies Joost van der Werf toe. Om de uitdagingen op de juiste manier in te vullen besloot Eindhoven samen met !MPULS een alliantie te smeden. “We hebben een referentieplan opgesteld waarmee we een prestatie kunnen garanderen. Dit hebben we vastgelegd in 43 KPI’s, waaronder 50% energieneutraal”, weet Kunen. We bieden geen papieren routekaart aan, maar een TomTom die alternatieve routes aanbiedt bij wijzigende omstandigheden en automatisch kaartupdates doorvoert.” Lees in het volledige artikel op DuurzaamGebouwd.nl hoe met financial engineering extra ruimte in het budget wordt gemaakt voor gemeente Eindhoven.
Een illustratie van het gerenoveerde stadhuis van Eindhoven. (bron: Brink Groep)
Zonne-energie in composietdaken Een lichtgewicht en lichtgevend gevelelement op basis van dunne zonnecellen combineert vrije vormgevingsmogelijkheden van acrylaat met composiet. De innovatie is ontwikkeld door de partijen Flexipol, Polyplastic, Hanergy en Solliance. Polyplastic ontwerpt, produceert en verkoopt beglazing van acrylaat, een lichtgewicht alternatief voor glas. Het materiaal is de helft lichter dan glas en transparanter. Daarnaast neemt het minder warmte op en kan het voorzien worden van een krasvaste coating. De organisatie werkt samen met Solliance om een 3D acrylaat kap te realiseren die past in het gevelelement van Flexipol. Onderscheidend aan de innovatie is dat er een paneel wordt vervaardigd zonder aluminium frame rondom. In de spouw van zo’n paneel kunnen dan de dunne zonnepanelen worden aangebracht. Daardoor zijn er veel mogelijkheden in de vormgeving. Panelen die ‘om de hoek’ gaan, panelen die deels transparant zijn en deels voorzien van flexibele cellen.
8
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Korte berichten uit de markt
Meest gelezen artikel van 2017 Het interview met Randy Riteco van Cubicco is het meest gelezen verhaal van 2017 op DuurzaamGebouwd.nl. Meer dan 1.500 keer is het artikel ‘Kleine woningen bouwen voor alleenstaanden’ gelezen. Cubicco is een modulair bouwsysteem van energieneutrale en levensloopbestendige woningen, waarmee Riteco begin 2017 de Lighthouse Award won. Er zijn twee verschillende soorten: een tweekamerappartement – met 27 m2 binnenruimte en 11 m2 buitenruimte – en een studio van 45 m2. Zijn uitgangspunt is klein bouwen, rekening houdend met het feit dat er binnenkort geen vakmensen meer zijn. “Op basis daarvan heb ik een bouwpakket gemaakt dat tot op de millimeter nauwkeurig is. Iedereen riep dat het niet kon, maar we hebben de Cubiccowoningen staan.” Nu worden de woningen gebouwd door een ervaren voorman en drie paar handige handjes, zoals Riteco dat noemt. “Met vier dige artikel ar mensen bouwen we in vier weken een woning.” Het volledige staat op DuurzaamGebouwd.nl.
‘Windtunnel’ wekt zonne- en windenergie op De nieuwe Powernest-installatie wekt naar verwachting jaarlijks 19.000 tot 30.000 kWh op aan wind- en zonne-energie. Ontwikkelaar Ibis Power heeft deze vernieuwde installatie onlangs in Nieuwerkerk aan den IJssel gepresenteerd. Deze 2.0-versie Powernest is de opvolger van de Powernest 1.0, die afgelopen zomer op een flat aan de Henriëttedreef in Utrecht is geïnstalleerd. Het grootste verschil is de grootte, vertelde Alexander Suma, CEO van Ibis Power en ontwikkelaar van beide wind- en zonne-energieopwekinstallaties. “De versie die in Utrecht staat is 6 bij 6 meter. Powernest 2.0 is nu grofweg even groot als een appartement: 7,2 bij 10,8 meter.” “Daarnaast hebben we de efficiëntie met 30% verhoogd en het aanschafbedrag weten te verlagen. Dit ligt inmiddels op € 55.000.” Voor dat bedrag wekt de installatie tussen 19.000 en 30.000 kWh per jaar op aan zonne- en windenergie. “Deze marge komt door de locatie”, legde Suma uit. “Het eerste getal heeft betrekking op gebouwen in het binnenland met weinig wind, het laatste getal op gebouwen aan de kust waar veel wind staat.”
benutten we meer dakoppervlak dan als zonnepanelen direct op het dak zouden komen”, legde Suma uit. “In het bouwwerk, waarin ook de turbine staat, komen bijvoorbeeld ook de ventilatieschachten uit. Boven op deze constructie liggen de zonnepanelen.” Daarnaast biedt het bouwwerk de mogelijkheid om de panelen eenvoudig te vervangen. “De ontwikkeling hiermee gaat enorm snel. We kijken bijvoorbeeld ook naar de mogelijkheden met PVT-panelen.” Deze eenvoudige manier van vervangen gaat overigens ook op voor de turbine. Volgens Suma is de hoogte een belangrijk aspect voor Powernest. Zo is de Utrechtse flat tien verdiepingen hoog, waarna zijn installatie volgt. Naar verwachting wekt één doorontwikkelde versie duurzame elektriciteit op voor 6,4 appartementen in een windluw gebied als Utrecht. “Onze voorkeur ligt bij gebouwen van minimaal 15 meter hoog, maar natuurlijk werkt Powernest ook op lagere gebouwen.”
Wind- en zonne-energie De installatie werkt als een windtunnel. Aan de zijkant van de Powernest gaat de wind naar binnen, waar de turbine de wind omzet in energie. “Zo werkt de versie in Utrecht ook. Het afgelopen halfjaar heeft deze ons enorm verrast: niet alleen ligt de opstartsnelheid van de turbine met 2 m/s erg laag, maar in Utrecht wekte de Powernest zelfs op nagenoeg windstille dagen meer windenergie op dan we hadden verwacht.” Naast windenergie wekt Powernest ook zonne-energie op. De zonnepanelen liggen boven op de installatie. “Zo
duurzaam gebouwd | januari 2018
9
Samen innoveren?
OV Terminal, Breda
Toekomstvast rendement ontstaat door toekomstvast gebruik. VBI bouwt daarom mee aan duurzame, exibele en comfortabele woonen werkomgevingen die steeds aan te passen zijn aan de wensen van de eindgebruiker. Flexibel comfort noemen we dat. Meer weten? Bel +31 (0)26 379 79 79 of volg ons via @exibelcomfort
www.vbi.nl
Natuurlijk ventileren
DUCO AT HOME
een verademing
Active House, Schiedam
Een gezonde en comfortabele leefomgeving in combinatie met een laag energieverbruik dankzij een evenwichtige combinatie van basisventilatie, ventilatieve koeling en buitenzonwering. Dat is de succesformule voor Duco’s slimme woonconcepten. De Vraaggestuurde Natuurlijke Ventilatiesystemen (VNV) van Duco zetten de standaard voor ventilatie in collectieve woningen: het Duco CO2 System, het Duco Comfort (Plus) System en het DucoTronic (Plus) System.
Discover ‘The future of ventilation’ @ VSK 2018 Bezoek ons in Hal 09, B.010 van 6 t.e.m. 9 februari
Aedes-voorzitter Marnix Norder spreekt tijdens Duurzaam Gebouwd Congres #VanGasLos
‘Corporaties lopen voorop bij verduurzaming’
Woningcorporaties zijn duurzame koplopers in de gebouwde omgeving. Dat stelt Marnix Norder, voorzitter van Aedes, in het besef dat er nog een slag moet worden gemaakt om Nederland echt duurzaam te maken. Hij ziet de hindernissen, maar ook de kansen. De bal ligt niet alleen bij de woningcorporaties, ook andere sectoren moeten echt aanpakken. Tekst: Tom de Hoog Beeld: Robert Tjalondo
12
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Groot interview
duurzaam gebouwd | januari 2018
13
Is het regeerakkoord goed nieuws voor de corporaties? “Ik ben er positief over. Natuurlijk kun je er op meerdere manieren naar kijken. Er is nog steeds een verhuurdersheffing en dat is lastig, want daardoor is er veel minder investeringsvermogen om te verduurzamen. Die ‘pleister’ van € 100 miljoen in het nieuwe regeerakkoord is een paar spaarlampen per woning, meer niet. Er moet zo’n € 50 duizend per woning geïnvesteerd worden. Dan is wat er nu ligt heel teleurstellend, een druppel op de gloeiende plaat. Aan de andere kant, laten wij vanuit de sector nu eerst zien dat wij stappen zetten waarmee we een versnelling aanbrengen binnen de ruimte die er wel is. En, als we dan ook laten zien wat we kunnen doen als er meer geld beschikbaar komt, dan hebben we een reden om dat bedrag van € 100 miljoen ter discussie te stellen.”
De sector moet laten zien dat ze vooruit wil? “We moeten laten zien dat we het kunnen en dat we écht willen, ondanks dat ik het nu veel te weinig geld vind. Dat middelen beperkt blijken, is wel een reden voor een goed gesprek daarover met bewindslieden. Wat ik goed vind aan het Regeerakkoord is de ruimte die er nu ontstaat om lokale en regionale afspraken te maken. Dat is vooral belangrijk met het oog op verduurzaming van de woningvoorraad. Zo is er in het Limburgse Heerlen
“Per corporatiewoning is zo’n € 50.000 nodig voor verduurzaming.”
14
januari 2018 | duurzaam gebouwd
‘Het regeerakkoord is voor corporaties teleurstellend’
een project met mijnwaterwarmte [uitgebreid belicht in Duurzaam Gebouwd Magazine #36, red] en in andere delen van het land is wind een belangrijke factor. Ook bij geothermie zijn er regionale verschillen die van invloed zijn op de efficiëntie waarmee aardwarmte is op te pompen. Verduurzaming is dus geen eenheidsworst. Door al die regionale en lokale verschillen is er diversiteit in oplossingen voor verduurzaming mogelijk. Dat maakt dat corporaties er goed mee overweg kunnen.”
Groot interview
Wat maakt u gelukkig nu er een nieuw kabinet is? “Dat allerlei idiote energielabelstappen uit beeld verdwijnen. Het was als systematiek twintig jaar geleden misschien goed om het energievraagstuk te agenderen, maar het helpt niet bij het zoeken naar de beste oplossing nu. Gelukkig heeft het kabinet het daar ook niet meer over, want het is een ouderwets systeem dat alleen helpt bij het zoeken van de juiste oplossing op dit moment. Bovendien: als je maatregelen neemt die niet in het rijtje staan vermeld, dan wordt dat niet gewaardeerd voor een energielabelstap. Een voorbeeld is een corporatie die met een particuliere stichting in een dorp in het oosten van Nederland zonnepanelen plaatste op woningdaken van huurders. Dat zonder kosten voor de bewoners, die daardoor wel een lagere energierekening kregen, met daarin opgenomen de huur van de zonnepanelen. Dit private initiatief hielp niet mee in de labelstappen, want de zonnepanelen werden geen deel van de woning. Zo wordt innovatie eigenlijk gestraft door een verouderd labelsysteem. Het motiveert andere corporaties ook niet om dergelijke investeringen te doen.”
wegen uitstippelen om hetzelfde einddoel te bereiken en dat is prima. Vanuit Aedes faciliteren we dit met routekaarten, informatievoorziening en rekentechnieken. Ook vergelijkingsmateriaal en benchmarking maken we beschikbaar. Dit alles in de wetenschap dat veel ook afhangt van de afspraken die gemaakt kunnen worden met partijen als gemeenten en provincies, maar ook met energieleveranciers. Ook weten we nu niet welke innovaties grote invloed zullen krijgen de komende vijf of tien jaar. Die innovaties zullen er zeker zijn en daarmee weet je eigenlijk zeker dat je niet precies het pad gaat lopen dat je nu uitstippelt. Doorlopend zal bijsturing nodig blijken.”
Wat zou een alternatief zijn? “De lijn waarop ik zit, sinds ik in functie bij Aedes ben, is dat we het moeten hebben over CO2 en over petajoules. Beide zijn onderdeel van belangrijke klimaatafspraken: CO2 valt onder de Parijs-akkoorden, petajoules onder de afspraken die nationaal zijn gemaakt in het Energieakkoord. Het is duidelijk dat die twee zaken nauw met elkaar verbonden zijn en eenduidigheid in sturing belangrijk is. Het is daarom beter om tegen een corporaties te zeggen wat zij macro moeten presteren en het verder aan hen te laten hoe ze dat gaan doen. Zo besloten we bijvoorbeeld afgelopen april bij ons jaarcongres dat elke corporatie voor het eind van 2018 een plan heeft opgesteld hoe zij aan de Parijs-doelstellingen tegemoet gaat komen. Ik weet zeker dat de driehonderd Aedes-leden allemaal verschillende
‘De verhuurdersheffing maakt dat corporaties minder investeren in verduurzaming’
Profiel Marnix Norder Marnix Norder (52) is sinds januari 2017 voorzitter van Aedes, de vereniging van woningcorporaties. Hij heeft meer dan vijftien jaar ervaring in het openbaar bestuur. Zo was hij in de periode van 1996 tot 2014 actief in de politiek. Eerst als Statenlid en gedeputeerde in de Provincie Zuid-Holland en vanaf 2004 als wethouder Stadsontwikkeling, Volkshuisvesting en Integratie van de gemeente Den Haag. Tevens was Norder locoburgemeester van Den Haag. Tot het voorjaar van 2016 was Norder in opdracht van het ministerie van VWS en de VNG ook voorzitter van het Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen. Daarnaast was hij tot december 2015 ambassadeur en voorzitter van het Expertteam Eigenbouw van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Norder studeerde af aan de Rijksuniversiteit Groningen en haalde een master in filosofie en een master in chemie.
duurzaam gebouwd | januari 2018
15
Wat gebeurt met de kennis van dit moment? “Nu werken we veel vanuit pilots, bijvoorbeeld bij Nulop-de-meterwoningen. Dat zijn leuke, kleine, ‘aaibare’ projecten, maar we moeten naar een programmatische aanpak. De slag die we moeten maken, is opschalen van pilots met vijftig of honderd woningen naar de 2,5 miljoen woningen die wachten op verduurzaming.”
Wat is er nodig om in die opschaalmodus te komen? “Voordat ik daarop inga, wil ik graag onderstrepen dat er drie categorieën woningen zijn in Nederland: corporatiewoningen, woningen voor particuliere verhuur en koopwoningen. De corporatiewoningen en de koopwoningen vormen het grootste aantal, de particuliere verhuur het kleinste. Bij de verduurzaming van Nederland tot in 2017 aan toe - en ik denk dat het in 2018 niet anders zal zijn - lopen de corporatiewoningen ver voorop. Woningcorporaties doen veel meer aan verduurzaming dan de andere twee categorieën bij elkaar. Ik vind dat de particuliere verhuurders en de woningbezitters ook die stappen zouden moeten zetten. Dat loopt nu steeds schever en dat is echt zorgelijk. Bovendien is een corporatiewoning gemiddeld kleiner dan een woning in een van die andere sectoren en dat maakt dat de kleinere en goedkopere (corporatie)woningen de duurzaamheidskar trekken. Dat is de omgekeerde wereld, vind ik. Dat zie je bij consumentenproducten als auto’s bijvoorbeeld nooit: daar begint innovatie in de duurdere segmenten. Dan pas kiest men voor opschalen en betaalbaar maken. Bij woningen betalen nu de mensen met de kleine beurs de innovatie en dat vind ik ook een politiek ding. En juist bij woningverduurzaming is er echt nog wel verbetering mogelijk.”
In welke opzichten? “Er is nog innovatie nodig. Op het gebied van woningisolatie gaat het best goed, maar aan de installatiekant valt nog veel te winnen. Ik vind dat de installatiesector achterloopt. De cv-ketel is vijftig à zestig jaar geleden bedacht en is nu een topding. Alleen, het is niet duurzaam. Wil je duurzame verwarming, dan heb je het over WKO,
Duurzaam Gebouwd Congres Aedes-voorzitter Marnix Norder geeft een van de keynotes tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres, dat als thema #VanGasLos heeft. Dit congres vindt op 1 februari plaats, in Het Cultuurgebouw in Hoofddorp. De titel van Norders keynote is ‘De Woonagenda: #VanGasLos naar CO2-neutraal in 2050’. v Kijk voor meer informatie op de pagina's vanaf 124 nl. en op DuurzaamGebouwdCongres.nl.
16
januari 2018 | duurzaam gebouwd
‘We moeten inzetten op doorontwikkeling naar compacte oplossingen voor warmte en energie’ warmteterugwinning en warmtepompen. Ook teruglevering en opslag van zelfopgewekte elektriciteit hoort daarbij. Al die installaties bij elkaar leveren een klein, vol fietsenschuurtje op, zeg maar. Kijk je dan naar de nieuwste cv-ketels die nog maar de maat van een rugzak hebben, dan is het verschil wel erg groot. Dus in een kleine huurwoning nemen die innovatieve en op duurzaamheid gebaseerde installaties nu erg veel ruimte in. Huurders worden daar, heel begrijpelijk, ook niet echt blij van. Wat dit vraagt, is een doorontwikkeling naar compacte oplossingen voor warmte en energie, toegankelijk en eenvoudig in gebruik.”
Wat moet de installatiesector doen om op niveau te komen volgens u? “De installaties die er nu zijn voor warmte- en koudeopslag (WKO), warmteterugwinning, mechanische ventilatie, verbetering van binnenluchtkwaliteit; het is allemaal nog niet goed genoeg. Er zit naar mijn mening te weinig kennis en kunde in de installatiesector om goed advies hierover aan de klant te kunnen leveren. Daarbij is de prijs die men rekent veel te hoog. Een WKO zit al gauw op € 20.000, een cv-keteltje kost een tiende deel van dat bedrag. En dat terwijl een WKO een veel simpeler ding is. Daarbij melden veel corporaties dat hun huurders klagen over de werking van innovatieve klimaatinstallaties in hun huurwoning. Wat dat betekent? Dat het toepassen van nieuwe energietechniek stopt bij de pilot.”
Dan kom ik toch weer uit bij opschalen. Wat is daarvoor nodig? “Veel corporaties doen nu geen renovatie naar NOMwoningen, maar kiezen voor NOM-ready. Daarmee bedoelen ze dat ze de isolatie-aspecten (dak-, vloer, muurisolatie en glas) goed in het oog houden bij renovatie, maar dat ze voor wat betreft de installatiekant toch kiezen voor kleine cv-systemen in combinatie met mechanische ventilatie. Soms met WTW, maar dat beperkt. Dit alles in afwachting van betere installatieconcepten voor klimaat en energie die vanuit de achterban van UNETO-VNI moeten
Groot interview
komen. In gesprekken met de vorige minister voor ons domein gaven we al aan dat er geld voor innovatie op vooral installatiegebied moet komen. Als dat niet gebeurt zitten we over tien jaar nog steeds met die cv-keteltjes. De oplossing moet de installatiewereld bedenken, wij kunnen dat niet.”
Hoe kijkt u tegen de rol van de huurder aan? “Omdat we voortrekkers zijn, merken we als corporaties dat we ook wel eens een beetje alleen staan in die rol. ‘Is dat nou nodig?’ en ‘Ga ik meer betalen straks?’ of ‘Moet ik nu mijn huis uit?’ horen we vaak van huurders. Begrijpelijke vragen van mensen met een kleine portemonnee. Het zou daarom ook wel fijn zijn als andere partijen zoals gemeenten wat meer uitdragen dat de verduurzamingsslag die corporaties maken echt belangrijk en noodzakelijk is. Dan is er die instemmingsnorm van 70%. Ik ben voor huurdersparticipatie, maar omdat we die norm soms niet halen, belemmert ons dat wel in de vaart die we willen maken. Complexen met moederhaarden in de woningen waarbij de – oudere - bewoners dat ‘gezellige pitje’ willen behouden, maken het ook wel lastig. Ik vind dat we daar tot praktischer afspraken moeten komen.”
Nog even over belemmeringen. In een blog meldde u niet gelukkig te zijn met de wijze waarop RVO de natuurbeschermingswet hanteert. “Ik meen uit de grond van mijn hart dat ik iemand ben die verantwoord met de natuur omgaat. Laat daarover geen misverstand bestaan. Als er bijvoorbeeld een begin is van nestelen door gierzwaluwen, mussen die een onderkomen zoeken of vleermuizen die een plek nodig hebben: allemaal prima om daar rekening mee te houden. Wat al die dieren echter niet nodig hebben, is het zoveelste onderzoeksrapport. We kunnen gewoon in de bouw voorzieningen aanbrengen. Eenvoudig met speciale dakpannen of door kastjes op te hangen. Gewoon doen wat werkt. Zo sta ik ook in het vraagstuk over energie. Op Rijksniveau was op enig moment de gedachte dat corporaties minimaal op energielabel C moeten renoveren. Als je nu echt wil dat corporaties de verkeerde investeringen doen, dan moet je dat zo formuleren. Woningen nu transformeren naar dat niveau betekent dat er straks geen geld meer is om naar volledig duurzaam te gaan. Ongelooflijk kosteninefficiënt. Gelukkig snapte het Rijk uiteindelijk ook dat dit niet verstandig is. Ik ben voor realistische criteria waarover goede afspraken gemaakt gaan worden. Dan blijven corporaties enthousiast om de noodzakelijke verduurzaming van Nederland verder vorm te geven.”
Wat betekent duurzaamheid voor u? “Het is niet zo dat ik al zonnepanelen en windmolentjes tekende op de kleuterschool. Dat bewustzijn kwam later in beeld en is gegroeid mede onder invloed van mijn
“Woningcorporaties lopen voorop in verduurzaming. Particuliere verhuurders en de woningbezitters zouden meer moeten doen.”
werk. Mijn eerste ‘serieuze’ werkomgeving was die bij het Directoraat Generaal van Milieu. Een duurzaamheidsgoeroe ben ik niet. Wel vind ik het belangrijk dat wij mensen in balans met onze omgeving leven.”
Een praktische inslag met respect voor andere belangen? “Ja, waarbij respect voor mij een breed begrip is. Ik heb respect voor mensen die banen hebben als schoonmaker of conciërge, omdat ik besef dat grotere organisaties niet kunnen bestaan zonder dat die beroepen goed worden ingevuld. Misschien heeft dat ook te maken met dat ik tijdens mijn studie aan de Rijksuniversiteit Groningen drie maanden in India ben geweest. Daar zag ik bittere armoede en grote ongelijkheid. Dat deed me met andere ogen kijken naar Nederland en de westerse christelijke wereld. Dan doel ik ook op zaken als lotsbestemming en religieuze beleving, iets wat in India heel anders voelt dan hier. Ook in het dagelijkse leven daar is die andere levensvisie merkbaar. Zo betaalde ik de man die mij en mijn reisgezel op een dag in een riksja had vervoerd ruim boven wat hij vroeg. Voor Nederlandse begrippen was het een klein bedrag, maar voor de man zo veel dat hij zei naar huis te gaan omdat hij genoeg had verdiend die dag. Dat is zo’n andere manier van denken.”
Wat betekende die ervaring voor u? “Voor mij is het vooral zoeken en vragen stellen. Zoeken naar wat het beste is, zonder dat je precies weet wat dat op dat moment is. Je open stellen voor andere kennis en andere visies op het leven. Dat vind ik mooi. Toen ik terugkwam in Nederland na die reis, had ik meer vragen dan toen ik vertrok en dat kwam echt door de cultuurschok die ik had ondergaan. Waarvan terugkomen in een Nederland waar het ‘allemaal is zoals het is’ ook deel uitmaakte. Belangrijke zaken hier zijn triviaal in India en andersom.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
17
GAS ‘OFF’, EL SAMENWERKING MET MEERWAARDE De transitie naar een samenleving zonder fossiele brandstoffen krijgt steeds meer vorm. Bedrijfstak overschrijdende kennisdeling en innovatie is een eis is geworden. Alklima B.V./Mitsubishi Electric bouwt met haar warmtepomp-assortiment mee aan aan een All-electric-leefomgeving. In renovatie en nieuwbouw, door heel Nederland.
ALKLIMA.NL
ECTRIC ‘ON’ THE ROAD TO ALL-ELECTRIC RENOVATIE & TRANSFORMATIE INNOVATIEVE WARMTEPOMPEN ALL-ELECTRIC WONEN BENG - BIJNA ENERGIENEUTRALE GEBOUWEN WATTZ INNOVATIEVE CONCEPTEN
UNIEK KLEURSYSTEEM
Maakt echte meesterwerken van kozijnen
VEKA SPECTRAL: het nieuwe bijzondere oppervlak in VEKA-kwaliteit: voor unieke kunststof kozijnen.
• Lakveredeld oppervlak met 10 jaar garantie op weersbestendigheid • Ultramatte optiek en bijzondere fluweelachtige haptiek • Vuilafstotend anti-graffiti-oppervlak • Bijzonder gehard: krasvast en resistent
www.vekakozijn.nl
Thema
Renovatie & transformatie 22 Interview Erick Wuestman: ‘Juridisering van bouwproces staat innovatie in de weg’
26 Project Bouwen in een top-10-monument
30 Marktvisie Transformeren is optimaliseren
32 Project Gasthuiskwartier brengt geschiedenis en toekomst samen
36 Project Flatgebouwen in Amstelveen verduurzaamd
Bron: ArthurArmstrong
Cirkelstad: zonder afval, zonder uitval
‘Juridisering van bouwproces staat innovatie in de weg’ Adviseur Erick Wuestman is 24 uur per dag bezig met de circulaire economie. Als oprichter van de Stichting Circulaire Economie was hij al in een vroeg stadium bezig met de gedachte om afval te zien als grondstof. Ook is hij betrokken bij Cirkelstad, een zelfregulerend ecosysteem met als uitgangspunt: steden zonder uitval en zonder afval. Tekst: Gerrit Tenkink
Cirkelstad biedt een platform aan vooruitstrevende publieke en private partijen die werk maken van steden zonder afval en zonder uitval. Dat gebeurt onder andere door de materialen, die vrijkomen bij het slopen, renoveren of beheren van gebouwen, terug te brengen in de kringloop. De materialen of componenten worden vervolgens toegepast in nieuwe producten met een gelijkwaardige toepassing. Op dit moment werken vijf Cirkelsteden binnen hun stadsgrenzen aan een toekomstbestendige bouw: Rotterdam, Amsterdam, Utrecht, Den Haag en de Drechtsteden. Wuestman verwacht dat binnen een paar jaar dertig steden zo’n zelfsturend ecosysteem opzetten.
Bewustwording “Het begint met bewustwording”, vindt de bevlogen Wuestman. “Dat geldt voor overheden en onderwijs, maar ook voor aannemers en toeleveranciers. We hebben het hier over de gehele ketensamenwerking. De gedachte is simpel: producenten nemen en houden verantwoordelijkheid voor de producten die ze leveren. Je levert niet alleen de verwarmingsketel, maar neemt hem aan het eind van de gebruiksperiode ook terug. De gebouwgebruiker blijft na dertig jaar niet achter met een gebouw vol materialen waarmee hij niets kan. Die materialen gaan dan weer naar de producent, die vanaf de start van de bouw nadenkt over de demontage van het pand. De leverancier van de houten spanten levert de balken misschien wat dikker aan. Over dertig jaar haalt
22
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Erick Wuestman is werkzaam voor adviesbureau KplusV. Hij is oprichter en voorzitter van de Stichting Circulaire Economie en verbonden aan Cirkelstad. (foto: Uitgeverij Gelderland)
hij die balk weer uit het gebouw, schaaft er een laagje af en de balk is weer als nieuw. Bovendien moeten we meer ketengericht denken. Tot nu toe is de markt verzuild: ‘Ik ben aannemer en ik heb niks met sloop te maken.’ Die tijd is geweest en dat vraagt om een heel ander manier van denken.”
Renovatie & transformatie
Het Circl-paviljoen van ABN Amro in Amsterdam beschikt over hergebruikte kozijnen. (foto: Erick Wuestman)
Product als een service Om de verantwoordelijkheid voor het geproduceerde in de juiste handen te houden, heeft Wuestman onder meer het model CESCo ontwikkeld: de Circulaire Economie Service Company. “De gedachte hierachter is dat een product wordt aangeboden als een service. We gaan daarbij van product naar dienst. De aannemer levert de bakstenen voor de bouw, maar blijft eigenaar van diezelfde bakstenen. En de timmerfabriek levert een kozijn en neemt hem aan het eind van de rit weer terug.” Wie betaalt dat kozijn en hoe komt die aannemer aan zijn geld? “Als je de producten niet verkoopt maar ze als dienst aanbiedt, dan vindt een periodieke betaling plaats. Dit betekent dat de producent lang op zijn volledige geld moet
wachten. Het betekent ook dat hij grote hoeveelheden materialen op zijn eigen balans heeft staan. Dit leidt tot een lage liquiditeit, zorgt voor een andere bedrijfsvoering en een andere manier van afrekenen en waarde genereren. De banken herkennen dit inmiddels en werken mee om hiervoor oplossingen te ontwikkelen, ook al strookt dit niet met de meeste bancaire arrangementen.”
Verdienpotentieel Om de kloof te overbruggen tussen de ondernemers die kansen zien in circulaire projecten en de partijen die deze kunnen financieren, ziet Wuestman de CESCo als een mogelijke oplossing. “Een consortium van toeleveranciers richt samen een CESCo op en wordt daarin
duurzaam gebouwd | januari 2018
23
Duurzaamheid in de praktijk Het NDA Duurzaam Dak Concept is ontwikkeld om al onze daken duurzaam in te zetten. Klimaatadaptatie binnen alle fases van het bouw- en beheerproces, zowel binnen onderhoud, renovatie als ook bij nieuwbouw. Het Duurzaam Dak Concept staat voor kennis, advies, ontwerp, uitvoering en beheer van multifunctionele gebruiksdaken. De Nederlandse Dakdekkers Associatie met Dakbehoud en DIAC als onafhankelijke organisaties die duurzaamheid op het dak integraal, lokaal en landelijk opererend, kan faciliteren. Ondersteunend naar beleidsmakers en opdrachtgevers op het gebied van kennis- en praktijkexpertise als het om duurzame dakontwikkeling gaat.
Energiedaken
Waterdaken
Gebruiksdaken
Duurzaam Dak Concept Nevelgaarde 40 3436 ZZ Nieuwegein 036 530 44 90 info@nda.nl WWW.NDA.NL
Groendaken
Dakveiligheid
Renovatie & transformatie
erbij zijn gekomen. Begrijp me goed: we moeten niet terug naar de mores van voor de bouwfraude, maar er moet wel bewegingsruimte zijn om te experimenteren en tot nieuwe afspraken te komen. Die argwaan blokkeert innovatie. Een partij als Cirkelstad is de onafhankelijke spin in het web, die dit kan helpen kantelen. Ook bij partijen als Rijkswaterstaat en de Rijksgebouwendienst begint het circulaire kwartje rond nieuwe vormen van opdrachtgeverschap nu te rollen. Dat zijn partners met een belangrijke voorbeeldfunctie in het veld.”
Circulair renoveren
Het ClickBrick-systeem van Daas Bakstenen is een voorbeeld van een herbruikbare baksteen.
aandeelhouder. Een CESCo kan een externe financiering aantrekken en daarmee de realisatiekosten dekken, die de leveranciers moeten maken om de gebruikers te bedienen. Tijdens de looptijd van het CESCo-contract betaalt de gebruiker zijn periodieke vergoeding. Zo lost hij de financiering af en krijgen de aandeelhouders een verdienpotentieel. Zij zorgen voor een hoogwaardige prestatie, anders stagneert de vergoeding. Zo moeten zij hun Life Cycle Costing laag houden, want kosten voor beheer en onderhoud liggen bij de CESCo en niet bij de gebruiker. De financier biedt het geld hierdoor aan in een organisatiemodel, waarin deskundige partijen deelnemen die circulair verantwoorde producten toepassen met een optimale herbruikbaarheid en restwaarde. Dat geld gaat dus niet naar de eindgebruiker.”
Bewegingsruimte Volgens hem hebben we echter nog een weg te gaan. “Dat zie je terug in de huidige manier van aanbesteden. Inkopers gaan nog altijd voor de laagste prijs, ook al heet het EMVI. En de uitvragen liggen vast, in vooraf uitgewerkte resultaten, die gebaseerd zijn op ideeën van gisteren, uitgetekend door ingenieurs, die ontwikkelen wat de opdrachtgever vraagt, zonder ruimte te laten voor marktpartijen die met innovaties aan de weg willen timmeren. We moeten de aanbesteding omdraaien. Selecteer eerst de meest geschikte partij en ga dan pas samen de oplossing uitwerken.” Hij ziet veel argwaan en wantrouwen in de bouw en merkt dat het de nodige overredingskracht kost om partijen binnen boord te halen. “De samenwerking in de bouw is gejuridiseerd, mede door regels die door de bouwfraude
De principes lijken vooral van toepassing op nieuwbouw, maar ook bij renovatie is het volgens Wuestman heel goed mogelijk om circulair verantwoord te werken. Hij ziet inmiddels de eerste bedrijven die zelf bijzondere oplossingen ontwikkelen. Zo noemt hij een flat, die is opgebouwd uit gestorte betontunnels als woonsegmenten. “Deze flat stond op de nominatie om met een kogelsloper vernietigd te worden. Maar de ‘demontage-aannemer’ snijdt er wooneenheden uit om elders te plaatsen. Bedrijven bedenken wat ze met een gebouw kunnen, voordat de sloophamer er aan te pas komt. Daarnaast zijn er andere partijen in de keten, die zich herbezinnen op hun positie. Neem de groothandels: door materialen te hergebruiken kunnen zij haar materialen minder aan de man brengen. Maar ik zie ook de ontwikkeling dat deze partijen meedenken in het logistieke proces van retour nemen en herplaatsing en hoe zij hierin hun plekje kunnen vinden. Eén ding is duidelijk: de bouw blijft niet zoals het was. Partijen moeten meebewegen. Doen ze dat niet, dan zijn ze ten dode opgeschreven.”
‘Bedrijven bedenken wat ze met een gebouw kunnen, voordat de sloophamer eraan te pas komt’
Building Holland 2018 Op Building Holland van 17 tot en met 19 april komt een Cirkelstadplein, waar uiteenlopende Cirkelstadpartners circulaire oplossingen tonen en bespreken in seminars en deelevents.
duurzaam gebouwd | januari 2018
25
Museum Paleis Het Loo in 2021. (bron: museum Paleis Het Loo/KAAN Architecten)
Bouwen in een top-10-monument Deze maand sluit museum Paleis Het Loo zijn deuren en start een ingrijpende renovatie en verbouwing. In 2021 moet er een verduurzaamd museum staan met een vorstelijke entree en een volledig gerenoveerd paleis. De gelijktijdig uitgevoerde ondergrondse uitbreiding vormt de grootste uitdaging van het project. Tekst: Wilma Schreiber
Paleis Het Loo in Apeldoorn dateert uit 1684 en is in opmerkelijk goede staat. Eerder fungeerde het paleis als woonhuis van de Oranjes, sinds 1984 is het een nationaal museum. “Toen het paleis opengesteld werd voor het publiek, moest het geschikt gemaakt worden voor grote groepen”, vertelt Peter Bakkum, hoofd projectbureau Renovatie & Uitbreiding. “Er werden brandscheidingen
26
januari 2018 | duurzaam gebouwd
aangebracht, met asbest in vloeren en wanden, bij en onder installaties.” Inmiddels zijn de installaties afgeschreven en kunnen ze vanwege het asbest niet verder onderhouden worden. Daar komt bij dat het Rijk als doelstelling heeft om voor 2021 alle Rijksgebouwen te hebben ontdaan van asbest. “Dit betekent dat we dertig paleisvertrekken stuk voor stuk
Renovatie & transformatie
Extra vloeroppervlak Het vernieuwde museum Paleis Het Loo heeft in 2021 ruim 5.000 m2 extra vloeroppervlak, waaronder: ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen (850 m2) • Huis van Oranje (1.245 m2) • Grand Foyer (530 m2) • museumshop (225 m2) • ontvangstmogelijkheden tot 700 personen • techniekruimten, entreegebied, toiletten, garderobe, etc.
Het streven is een BREEAM-NL In-Use Excellentcertificaat. Isolatie is echter slechts beperkt mogelijk in een monumentaal pand. “We werken met achterzet-ramen voor twee doelen: klimaat en beveiliging vanwege de 160.000 objecten in onze collectie. Met zo’n grondige verbouwing voor de deur maken we ook gelijk het beveiligingssysteem state-of-the-art. Camera’s goed wegwerken om de beleving niet te verstoren en verder werken we onder meer met PIR (passief infrarood) en trildetectie.” Daarnaast ziet museum Paleis Het Loo deze certificering als bewustwordingstraject voor de medewerkers in hun omgang met energie en afval.
Nieuw ondergronds deel zorgvuldig moeten ontmantelen en weer opbouwen. En nu we de installaties vervangen, grijpen we de gelegenheid aan om ook de publieksfaciliteiten aan te pakken. Hierbij zetten we in op educatie van kinderen en volwassenen. Deze ingreep is nodig, willen we ook in de toekomst een toonaangevend museum blijven.”
Centraal energie opwekken Op dit moment zitten de energie-installaties (gas, cvketels en koelmachines) nog decentraal verspreid in het gebouw. “In het nieuwe gebouw gaan we centraal energie opwekken via een WKO-installatie. Het museum beschikt over een groot eigen terrein, waar we twee WKO-bronnen kunnen slaan. Met behulp van lage-temperatuur-trajecten is bovendien een aanzienlijke energiebesparing te realiseren. Hiervoor moet het nodige leidingwerk veranderd worden om de luchtbehandelingskasten te aansluiten op de WKO”, legt Bakkum uit.
De blikvanger in het ontwerp is het nieuwe ondergrondse gedeelte, onder het voorplein met de vier huidige grasparterres: de zogeheten Bassecour. Dertig kandidaten uit binnen- en buitenland reageerden op de Europese aanbesteding voor het ontwerp. Vijf partijen werden geselecteerd door een beoordelingscommissie met onder meer historici en de Rijksbouwmeester. “Een van de eisen aan de architect was dat er niets voor het paleis mocht komen staan om bezoekers het zicht erop niet te ontnemen. In het unaniem gekozen winnende ontwerp van Kaan Architecten uit Rotterdam bevinden het entreegebied, tentoonstellingsruimten en de Grand Foyer zich dan ook ondergronds”, vertelt Bakkum. “De grasparterres worden vervangen door een glazen dak, waarover een dun laagje water stroomt. Het glas zorgt voor interactie en begrip van het gebouw omdat mensen zich beter kunnen oriënteren. En het binnenvallende licht door het laagje water is een kunstwerk op zich: het is elk kwartier anders.” Ondergronds bouwen heeft als bijkomend voordeel dat invloeden van buitenaf beperkt zijn. Dit zorgt voor een stabieler klimaat en een lager energieverbruik. Een andere reden voor de selectie van het ontwerp van Kaan Architecten is dat het voortborduurt op de bestaande symmetrie van het paleis en aansluit bij de combinatie van groen en water die al jarenlang bezoekers naar het paleis trekt. Inmiddels is Valstar Simonis samen met DGMR en Bartels aangetrokken voor de ingenieursdiensten van bouwfysica, installatietechniek, constructie, geotechniek, akoestiek en brandveiligheid. Naast de renovatie van de paleisvertrekken wordt in de Westvleugel het Juniorpaleis gerealiseerd, een educatieve ruimte dat geheel gericht is op kinderen. In de Oostvleugel komt het Huis van Oranje, waar de wereld van de koningen en koninginnen van Nederland inzichtelijk wordt gemaakt.
Tien meter diep bouwen
Voor de uitbreiding onder de Bassecour moet tot tien meter diep gebouwd worden. (bron: museum Paleis Het Loo/KAAN Architecten)
Het ondergrondse gedeelte is de grootste uitdaging van het project. “We gaan tien meter diep bouwen naast een top-10-monument”, zegt Bakkum. “Gelukkig hebben we bijzonder veel deskundigheid aan tafel ten aanzien van ondergronds bouwen in Nederland. Het is een uitdaging, maar het maakt ons ook trots.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
27
Isolatieoplossingen van Termokomfort
Milieubewust en innovatief! Door alle aandacht voor energiebesparing en milieu in de media is het isoleren van woningen en gebouwen ‘hotter’ dan ooit. Bij Termokomfort is de isolatie van gebouwen pas echt in ‘groene’ handen. Dat komt onder andere omdat we recyclebare en biologisch afbreekbare grondstoffen voor onze isolatieproducten én -systemen gebruiken die zorgen voor een minimale belasting van het milieu. BioFoamPearls bijvoorbeeld is 100% plantaardig, cradle-to-cradle gecertifi ceerd en biedt de allerhoogste isolatiewaarde in de markt.
100% natuurlijk product Gecertificeerd energiezuinig Hoogste isolatiewaarden in de markt 100% veilig voor mens en milieu Flexibel in de verwerking Inzetbaar voor vele vormen van isolatie
dakisolatie
spouwisolatie
kruipruimteisolatie
Bel vandaag nog voor een vrijblijvend gesprek en wij vertellen u graag hoe Termokomfort de beste ‘groene’ isolatieoplossingen in de markt kan bieden! akoestische isolatie
(036) 538 75 58 www.termokomfort.nl
maakt het behaaglijk
Renovatie & transformatie
Hoofd Projectbureau Peter Bakkum: “Vanwege het asbest moeten we dertig paleisvertrekken stuk voor stuk zorgvuldig ontmantelen en weer opbouwen.” (foto: Roy Beusker)
Zodra de contouren voor de ondergrondse bouwkuip gemaakt zijn, wordt het zand eruit gehaald. Als drukmiddel komt er water in. “Duikers storten vervolgens op tien meter diepte onderwaterbeton, dat dankzij zijn samenstelling zich niet vermengt met water en snel uithardt. De duikers zorgen dat het beton goed in alle hoeken terechtkomt en zich verbindt met de wanden van Cutter Soil Mix (CSM). In tegenstelling tot damwanden komen bij het plaatsen van deze wanden geen trillingen vrij. Zo voorkomen we eventuele vervorming van de gevel van het monument.”
‘We moeten dertig paleisvertrekken stuk voor stuk zorgvuldig ontmantelen en weer opbouwen’
Op alle naden van het glazen dak komt waterdetectie om eventuele lekkage gelijk te signaleren. Omdat schilderijen, kostuums en dergelijke kwetsbaar zijn voor daglicht, worden doeken aangebracht om het licht te filteren en terug te brengen onder de 200 lux. “Dit gebeurt in een aantal lagen, die in geval van lekkage ook vocht kunnen opvangen en zo voorkomen dat water bij de collectie komt.”
Bezoekers nog meer bieden In 2021 opent het vernieuwde en uitgebreide museum Paleis Het Loo zijn deuren. “Het paleis met de woongeschiedenis van de Oranjes en de prachtige tuinen eromheen is natuurlijk al uniek. Met de uitbreiding hopen we bezoekers nog meer te bieden, met name in de rustige perioden en zo het bezoekersaantal te verhogen van 350.000 naar 500.000 per jaar”, zegt Bakkum. “De renovatie en uitbreiding is een herpositionering om te zien hoe we met onze collectie en bruiklenen binnen en buiten interessante tentoonstellingen kunnen bieden aan toekomstige bezoekers uit binnen- en buitenland. Met het nieuwe paleis fris in het hoofd is dat hopelijk voor hen reden nog eens terug te keren naar Apeldoorn.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
29
Transformeren is optimaliseren Het transformeren van kantoren naar woningen is een optimalisatieopgave. Enerzijds wensen de ontwikkelaar en de gemeente een kwalitatief gebouw te realiseren, dat voldoet aan de wensen van de eindgebruiker. Tegelijkertijd brengt het werken binnen de kaders van een bestaand gebouw technische en financiële beperkingen met zich mee. Tekst: ing. Johan van der Graaf, Nieman Raadgevende Ingenieurs Beeld: ArthurArmstrong
De transformatie van kantoren naar woningen is een uitdagende optimalisatieopgave. Het vraagt van alle betrokken partijen om deze opgave integraal te benaderen. Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning bij het project ‘Wattbaan 27’ in Nieuwegein moest de aanvrager onderbouwen hoe hij in het gebouw aan onderwerpen als ‘woonkwaliteit’, ‘geluidswering van de gevel’ en ‘energie en duurzaamheid’ invulling geeft. Vanuit deze basis benadert deze gemeente een transformatieopgave. In dit artikel richt ik me op de invulling van de speerpunten ‘energie en duurzaamheid’ en ‘geluidswering van de gevel’ uit het transformatiebeleid van de gemeente Nieuwegein en de vertaling daarvan in het bovengenoemde project ‘Wattbaan 27’. Dit project ligt in de Nieuwegeinse wijk Plettenburg. Het draait om een kantoorgebouw, dat getransformeerd is naar 77 zelfstandige huurappartementen van 39 m2 tot 57 m2 met balkon of terras en een eigen parkeerplaats. Projectontwikkelaar ArthurArmstrong heeft dit ontwikkeld en het ontwerp komt van D&M Architecten en adviseurs. Nieman Raadgevende Ingenieurs adviseerde op het gebied van bouwregelgeving, geluidwering, energie en duurzaamheid.
Energie en duurzaamheid Hergebruik van een bestaand gebouw past op zichzelf al binnen de circulaire economie. Tegelijkertijd hebben we geïnvesteerd in het optimaliseren van de duurzaamheid, door vraagbeperking en comfortverhoging te combineren. Zo is de thermische schil geüpgraded tot op het nieuwbouwniveau van Bouwbesluit 2012. Daarnaast is een ventilatiesysteem met CO2-sturing toegepast en beschikt
30
januari 2018 | duurzaam gebouwd
‘Hergebruik van een bestaand gebouw past binnen de circulaire economie’
het dak over zonnepanelen waarvan de opbrengst met een stroomverdeler per appartement geregeld kan worden. Er is een traditioneel verwarmingssysteem toegepast met cv-ketels. Voor het volgende project - het naastgelegen Wattbaan 31 - wordt onderzocht of het kan worden voorzien in een gemeenschappelijk verwarmingssysteem. Het idee is dat dit de voeding krijgt van bestaande cvketels van het kantoorgebouw, waarbij ook de mogelijkheid wordt bezien om dit gebouw in de toekomst aan te sluiten op stadsverwarming. Met de Energie-index (EI) is de energieprestatie inzichtelijk gemaakt. Deze ligt voor de meeste woningen < 0,6 en voor een aantal woningen < 0,8. Dit komt voor de woning neer op een energielabel van respectievelijk A++ en A+.
Geluidswering van de gevel De tweede uitdaging was de geluidswering. Zoals vaker bij kantoorgebouwen staat het pand dicht bij een drukke verkeersweg. Daarnaast is er sprake van
Renovatie & transformatie
Bij de transformatie van een kantoorgebouw naar een appartementencomplex adviseerde Nieman Raadgevende Ingenieurs over bouwregelgeving, geluidwering, energie en duurzaamheid.
een geluidsbelasting die hoger is dan de maximale ontheffingswaarde volgens de Wet Geluidshinder. In dit project werd een creatieve oplossing toegepast, door balkons te realiseren die zodanig zijn afgeschermd dat de invallende geluidsbelasting op de achterliggende gevels voldoende wordt verlaagd. De mate van afscherming is op de locatie bepaald door middel van een geluidsmeting met een speciaal daarvoor gemaakt mock-up-balkon. Vervolgens zijn in de gevel zodanige geluidswerende maatregelen toegepast dat het geluidsniveau in de woningen voldoet aan de nieuwbouweisen van Bouwbesluit 2012. Dit komt neer op minder dan 33 decibel. Voor de gevelopeningen zonder balkons zijn partiële geluidsschermen van Metaglas toegepast. Deze schermen eveneens de achterliggende gevel af. In de afgeschermde gevels zijn te openen delen en (geluidswerende) ventilatieroosters toegepast. Dit zorgt voor voldoende ventilatie van de achterliggende ruimten.
Samen tot optimaal resultaat In een transformatieopgave vormt het werken binnen de kaders van een bestaand gebouw een grote uitdaging. Daarin heeft de gemeente zelf ook een belang, namelijk het terugdringen van het aantal leegstaande kantoren. Regelmatig overleg met de gemeente in de ontwerpfase
van het traject is belangrijk om met elkaar te komen tot een optimaal resultaat. Daarnaast is het noodzakelijk om tijdens de werkvoorbereiding en uitvoering te bewaken dat uitgangspunten die in de ontwerpfase worden afgesproken ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Dit vraagt een zorgvuldige overdracht van de randvoorwaarden vanuit de ontwerpfase naar de uitvoerende partijen.
‘De gemeente heeft zelf ook een belang in transformatieprojecten: het aantal leegstaande kantoren terugdringen’ duurzaam gebouwd | januari 2018
31
De ontwikkeling van het Gasthuiskwartier is opgeknipt in verschillende fases.
Gasthuiskwartier brengt geschiedenis en toekomst samen De historische grond van het Groot Ziekengasthuis-terrein in ’s-Hertogenbosch krijgt een nieuwe bestemming, met behoud van de rijke geschiedenis. Het transformeren en samenbrengen van elementen in en om het iconische ziekenhuis krijgt de komende jaren volop aandacht. In het kwartier herrijst een inspirerende mix van luxe woningen, appartementen en monumentale huisvesting voor creatieve ondernemers, horeca en winkels. Tekst: Marvin van Kempen
Inwoners van ’s-Hertogenbosch zaten met smart te wachten op de onthulling van de gebiedsontwikkeling. In 2015 werd het nieuwe plan bekend om de locatie, gedoopt met de naam Gasthuiskwartier, onder handen te nemen. Aan het roer van de ontwikkeling Gasthuiskwartier staat projectdirecteur Marcel Janssen (AM) namens vof Gasthuiskwartier, de ontwikkelcombinatie AM en Heijmans Vastgoed. Op Janssens visitekaartje staat een modern logo lijkend
32
januari 2018 | duurzaam gebouwd
op een zwarte helm, die op de ontwikkeling van het Gasthuiskwartier duidt. “Dit illustreert de Gasthuispoort uit de zeventiende eeuw die open staat. Het avontuur begint achter de poort. Als je naar binnen gaat, zie je allerlei monumentale gebouwen die een verband hebben met de medische zorg en historie van ’s-Hertogenbosch. Het gebied krijgt een nieuwe bestemming, waarbij we een deel woongebied en een stuk commercie en horeca ontwikkelen”, aldus Janssen.
Renovatie & transformatie
Bossche iconen Vijf hectare telt de herontwikkeling. Door de eeuwen heen is dit gebied aan elkaar gegroeid. Beeldbepalend was de hoogbouw van het Groot Ziekengasthuis en een zusterflat uit de jaren ‘70. Een heleboel mensen wisten niet dat er, naast deze gebouwen, diverse monumentale panden verscholen liggen in het gebied. Binnen het gebied bevinden zich onder andere het Mariapaviljoen, de Kapel en het Zusterhuis. De functies van deze panden dateren van de jaren ‘10 van de 20e eeuw. Met de sloop van het ziekenhuis dreigden deze gebouwen leeg komen te staan. Daarom kregen in de aanloop naar het nieuwe plan diverse ondernemers huisvesting in de verschillende Rijksmonumenten op de locatie. “Om leegstand van deze gebouwen tegen te gaan bedachten wij een innovatieve invulling”, licht Janssen toe. Creatieve ondernemers krijgen de kans om tijdelijk hun professie uit te voeren in een van de panden. “Voor dit creatieve oppakken van de leegstand ontvingen we de LEEGaward van PropertyNL. Het type ondernemers dat zich hier huisvest varieert van bedrijven als Ixxi, dat zich specialiseert in wanddecoratie, en pop-up restaurant Mariapaviljoen tot marketingbureaus, architecten, praktijken voor fysiotherapie en adviseurs”, aldus de projectdirecteur.
Eenheid in verscheidenheid De oorspronkelijke kelder van het voormalige ziekenhuis verandert van functie. Van een kelderruimte voor de toenmalige afdeling radiologie en techniek naar een ondergrondse parkeerkelder voor de toekomstige bewoners van het nieuwe plan. De kelder behoudt oorspronkelijke
elementen zoals de betonnen vloer en wanden. De oude kolommenstructuur en kelderdek moesten wel gesloopt worden om aan de eisen van een ondergrondse stallinggarage te voldoen. “De oude keldervloer krijgt een nieuwe druklaag, waardoor een nagenoeg nieuwe stallinggarage ontstaat met een hoogwaardige afwerking. We vernieuwen, zonder dat we het verleden volledig achter ons laten. Het uitgangspunt is dat we zoveel mogelijk nuttige elementen hergebruiken”, vertelt Janssen. “We handhaven een deel van de kelder met een oppervlakte van circa 13.000 m2. Dit bespaart circa 40.000 ton betonpuin en circa 2.500 vrachtbewegingen voor het aanen afvoeren. Aan CO2-reductie betekent dit een besparing van circa 3,4 miljoen kilogram CO2-equivalenten. Om dit te bereiken moesten we eerst gedegen onderzoek doen naar de haalbaarheid in constructief en financieel opzicht.” Aanvankelijk waren alleen tekeningen van het ziekenhuis beschikbaar op kalkpapier. “We hebben dit laten digitaliseren en op basis van die informatie hebben we besloten de kelder deels te hergebruiken en te transformeren naar een stallingsgarage. Niet alleen bij de sloop en heropbouw zetten we materialen opnieuw in. Zo worden onderdelen uit het ziekenhuis benut in onder meer het nabijgelegen Mariapaviljoen. Oud interieur uit het voormalig ziekenhuis zoals chirurgenlampen, kasten en babybadjes worden hergebruikt in het interieur van het restaurant”, voegt Janssen toe. De ontwikkeling van het Gasthuiskwartier is de komende tijd opgeknipt in verschillende fases. De bouw van de eerste fase start in het tweede kwartaal van 2018. “De verkoop van woningen binnen deze fase is een doorslaand succes: we zijn bijna uitverkocht. Het betreft nieuwbouwwoningen met een energielabel A. De woningen hebben een privétuin en er is een grote hoeveelheid openbaar groen. Naast een verse hoeveelheid groen blijven de bomen aan de Zuid-Willemsvaart behouden.”
Mix van wonen en werken
In totaal verrijzen er circa 250 woon- en woonzorgeenheden op de plek van het voormalige Groot Ziekengasthuis en het omringende gebied.
Hij laat een kaart zien waarin de verschillende fases staan (zie kader). In totaal verrijzen er circa 250 woon- en woonzorgeenheden op de plek van het voormalige Groot Ziekengasthuis en het omringende gebied “We beogen een grote variëteit in type woningen. Daarom hebben we vier architecten geselecteerd die een frisse invulling geven en voldoende afwisseling brengen in het ontwerp. Het uitgangspunt is dat we eenheid in verscheidenheid borgen en niet klakkeloos historiseren. Onze uitdaging is om deze woningen iets te laten toevoegen aan de toch al rijke geschiedenis van dit gebied.” Naast de stadsvilla’s en herenhuizen krijgt dit deel van het kwartier ook drie appartementengebouwen met een luxe uitstraling. “Ook hier wilden we de link met de binnenstad en de Bossche geschiedenis behouden. Daarom heb je vanuit het hele gebied zichtlijnen naar de Sint-Janskathedraal. Zeker vanaf het appartementengebouw The Fifth is het uitzicht magnifiek.” In de diverse monumentale gebouwen (ca 16.500 m2) van het gebied,
duurzaam gebouwd | januari 2018
33
Het gebouw anno nu...
...heeft niet meer tot in eeuwigheid dezelfde functie.
â&#x20AC;&#x201D; Kan een gebouw flexibel van bestemming veranderen? Natuurlijk!
De wereld verandert immers snel en herbestemmen is vaak duurzamer dan opnieuw bouwen. Een flexibele basis is daarbij een vereiste. ABB maakt dit mogelijk. Met geavanceerde installaties die eenvoudig aan te passen zijn. ClixysÂŽ bijvoorbeeld; een flexibel aftaksysteem voor verlichting, bediening en contactdozen. Maar ook slimme stekerbare contactpunten en automatiseringsoplossingen. Dat maakt herbestemmen kinderspel. Ontdek de vele flexibele oplossingen van ABB op: www.abb.nl/lowvoltage
Renovatie & transformatie
In het Gasthuiskwartier in ’s-Hertogenbosch herrijst een inspirerende mix van luxe woningen appartementen en monumentale huisvesting voor creatieve ondernemers, horeca en winkels.
Impressie van het interieur van een van de geplande woningen.
is er ruimte voor winkelen, werken , verblijven en genieten. “Verder wordt het autoluw en zorgen we voor een nieuwe fietsroute door de Chirurgijnstraat. Het doel is om ook in fietsenstallingen te voorzien, zodat fietsers eenvoudig hun weg te voet vervolgen. Zo kunnen ze dieper in het Gasthuiskwartier verblijven of juist de binnenstad inlopen”, aldus Janssen. Vanaf het tweede kwartaal van 2018 wordt gestart met de bouw van de eerste fase van 43 woningen en appartementen “Stap voor stap en per fase ontwikkelen we nieuwe bestemmingen en passen we deze aan, op basis van actuele ontwikkelingen en marktvragen. Voor latere fases is het mogelijk dat we opnieuw beoordelen om nog verder te gaan dan label A. Voor nu concentreren we ons op het realiseren van een nieuwe start van het gebied, met respect voor de geschiedenis. Met een frisse blik maken we van oud en nieuw één duurzaam geheel.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
35
Flatgebouwen in Amstelveen verduurzaamd Om bestaande flatgebouwen in Amstelveen te verduurzamen, heeft installatiebedrijf Breman Zwolle samengewerkt met installatiespecialist Viega. Dit bedrijf combineert technisch vernuft en energie-efficiëntie in sanitaire en verwarmingsinstallaties voor een duurzaam resultaat. Zonnepanelen op het dak, nieuwe ketels en boilers en de Smartloop-Inlinertechniek vormen de belangrijkste ingrediënten. “Driedubbel besparen noemen we dat.”
Amstelveen verduurzaamt. In opdracht van woningcorporatie Eigen Haard werkt installatiebedrijf Breman Zwolle aan de renovatie van de cv- en warmwaterinstallatie van verschillende flatgebouwen. “De flats dateren uit jaren ‘60 en ‘70 van de vorige eeuw”, vertelt projectleider Henk
Timmerman. “Tot voor kort beschikte iedere woning nog over een afzonderlijke geiser. Met de renovatie maakt niet alleen de onveilige keukengeiser plaats voor een slim warmtapwater-circulatiesysteem, maar wordt ook het energielabel van de flats behoorlijk verbeterd. Dat
Via de verdeelboxen op het dak van de flat zijn de verschillende woningen aangesloten met de Smartloop-Inlinertechniek van Viega.
36
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Renovatie & transformatie
In totaal heeft Breman Zwolle de afgelopen drie jaar in al bijna tien flats de warmtapwaterinstallatie verduurzaamd.
betekent: een lager energieverbruik én tevreden bewoners. Zij profiteren immers van de verbeterde veiligheid en een verhoogd comfort door de kortere wachttijd tussen het opendraaien van de warmwaterkraan en het bereiken van de maximale temperatuur aan het tappunt.”
Verduurzaming centraal De insteek van de renovatieprojecten is de verduurzaming. Het concept dat Breman Zwolle hiervoor inzet, bestaat uit drie componenten. Allereerst vervangt ze de bestaande keukengeisers door twee centrale ketels en twee boilers van 750 liter voor het warme cv-water. Daarnaast omvat het concept twee zonnecollectoren op het dak van de flat die zijn gekoppeld aan de cv-kring. Ten slotte werd voor het circulatiesysteem voor warmtapwater gekozen voor de Smartloop-Inlinertechniek van Viega. Al het cv-leidingwerk werd uitgevoerd met Prestabo, warm water en gas werd geïnstalleerd met Profipress. De technische ruimte met onder meer de ketels en boilers bevindt zich op de bovenste verdieping. “Het warmtapwater dat hier wordt bereid, wordt met behulp van de Smartloop-Inlinertechniek naar de afzonderlijke woningen gebracht”, legt Breman-werkvoorbereider Lucas Bos uit. “Hiertoe loopt vanaf het ketelhuis via het dak een geïsoleerde mantelbuis met daarin de aanvoer- en retourleiding voor warmtapwater. De mantelbuis is op acht punten in ‘verdeelboxen’ gekoppeld met de etagestrangen [gemeenschappelijke leidingen, red] die de onderliggende flats van warmwater voorzien. De strangen zijn uitgevoerd
met de Smartloop-Inlinertechniek.” Bij deze techniek is de kunststof retourleiding geïntegreerd in de warmwateraanvoerleiding. Het hart van deze techniek wordt gevormd door een aansluitstuk en eindafsluitstuk, waarmee de circulatiepomp warmwater door de binnenliggende Smartloopleiding aanzuigt. Het systeem biedt vooral in gebouwen met een collectieve warmwatervoorziening voordelen. Dat begint uiteraard met het verminderde warmteverlies. De circulatieleiding wordt in de warmwaterstijgleiding vanzelf geïsoleerd.
Minder warmteverlies “Onderzoek heeft aangetoond dat deze vermindering van het leidingoppervlak 20% tot 30% minder warmteverlies oplevert. Sterker nog, tijdens de circulatie wordt het water in de retourleiding weer opgewarmd. Dat betekent ook dat het water dat retour komt in de ketel (boiler) minder hoeft te worden verwarmd om het weer op de gewenste circulatietemperatuur te brengen. “Hierdoor kunnen ook vaak kleinere pompen met minder energieverbruik worden toegepast”, licht chefmonteur Henri van Renswoude van Breman Zwolle toe. “Omdat de buis-in-buistechniek slechts met één leiding werkt, hoeft er maar één leiding te worden gebeugeld en dus maar één te worden geïsoleerd en door het plafond of de vloer gevoerd te worden. Hierdoor wordt niet alleen op materiaal maar ook op manuren bespaard. En mijn monteurs vinden het ideaal.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
37
! W U E NI
Professionele tapes voor wand en vloer HET NIEUWE ASSORTIMENT BOSTIK ROLL BIEDT PRODUCTEN DIE SPECIAAL ONTWORPEN ZIJN VOOR SPECIFIEKE TOEPASSINGEN: RENOVATIE VAN VLOEREN, MONTAGE VAN PLINTEN, SOEPELE VLOERBEKLEDING OP TRAPPEN, PVC DOUCHESYSTEMEN EN MONTAGE VOOR INTERIEURAFWERKING.
DIRECT KLAAR VOOR GEBRUIK HANDIG, SNEL EN SCHOON DUURZAAM & OPLOSMIDDELVRIJ
www.bostik.nl
facebook.com/bostikbenelux
Renovatie & transformatie
NOM-ready als leerproject voor studenten Achttien studenten van de ROC Friese Poortopleidingen zijn sinds vorige week aan de slag om een sociale huurwoning in Leeuwarden in tien weken Nul op de meter te maken. Het leerproject ‘Nul-Op-De-Meter’ is onderdeel van de samenwerking die de opleiding Bouwkunde en Centrum Duurzaam van deze onderwijsinstelling zijn aangegaan met woningbouwcorporatie Elkien, aannemer Jorritsma Bouw, onderhoudsbedrijf Talen en BouwTalent Friesland. Bij dit project werken de studenten aan een levensechte opdracht. “In een periode van tien weken gebruiken we een sociale-huurwoning in Leeuwarden als leerobject”,
Van links naar rechts: Bouwkunde-student Christiaan de Ruiter, vestigingsdirecteur Leeuwarden/Dokkum Dries Koster van ROC Friese Poort, Talen-vestigingsdirecteur Geert Smid en Hans Jorritsma (Jorritsma Bouw) bekrachtigden de samenwerking met een handtekening.
vertelt Christiaan Stavorinus van ROC Friese Poort. “De studenten leren op school en voeren de opdrachten in het werkveld uit.” Daarnaast verzorgen de betrokken bedrijven gastlessen in de klas. Zo zorgt deze samenwerking voor een brug tussen de theorie op school en de praktijk in het bedrijfsleven. De 2e-jaarsstudenten Bouw doen hiermee al vroeg in hun opleiding praktijkervaring op. In het geval van de socialehuurwoningen in Leeuwarden werken ze aan thema’s als circulair bouwen, cradle-to-cradle en het Nul-op-demeterprincipe. “Deze hybride vorm van leren, waarbij studenten en het bedrijfsleven met elkaar optrekken, is de toekomst”, weet opleidingsmanager Bouw Jan Stavast. “Het is fantastisch dat dit project nu los gaat. ROC Friese Poort leidt op voor de toekomst. Hoe mooi zou het zijn als deze studenten na hun opleiding een werkplek kunnen vinden bij deze bedrijven. Zodat ook hun personeelsbestand gevuld blijft.” Elkien voert het plan uit om tot en met 2030 zo’n 20.000 bestaande woningen te verbeteren. Dit project beslaat de hele provincie Friesland, opgedeeld in drie regio’s. Voor de duur van vijf jaar is deze woningbouwcorporatie een samenwerking aangegaan met drie bouwbedrijven en drie vastgoedonderhoudsbedrijven. Samen met Talen neemt Jorritsma Bouw het zuidwestelijke deel voor zijn rekening. “Dit zorgt voor een gedegen leerwerkervaring voor de studenten”, aldus Hans Jorritsma namens de aannemer. Het gaat voor de studenten om NOM-readywoningen: de huizen beschikken nog wel over een gasaansluiting, maar deze kan op termijn komen te vervallen.
83 appartementen in voormalig kantoorgebouw In opdracht van vastgoedbeheerkantoor De Elf Provinciën hebben de bouwbedrijven Wessels Zeist en Bébouw Midreth een bestaand kantoorgebouw aan de Utrechtse Kaatstraat getransformeerd naar een gebouw met commerciële ruimten en 83 appartementen.
Daarnaast heeft het gezorgd voor onder meer Franse balkonhekken, geluids- en privacyschermen en aluminium en geëmailleerde glazen gevelbekleding. De transformatie startte in juni 2016, de oplevering vindt eind januari 2018 plaats. Op DuurzaamGebouwd.nl komt uitgebr Facédo-projectmanager Bram Leijser uitgebreider aan het woord over dit project.
Op de begane grond komen commerciële ruimten en horeca. De rest van de verdiepingen zijn omgebouwd tot woonverdiepingen. Het gebouw is 28 meter diep, waardoor het niet mogelijk was om woningen van voor- en achtergevel te voorzien. Daarom is er midden in het gebouw een atrium gekomen. Om dit atrium zijn de woningen gepositioneerd, die hierdoor ook veel daglicht krijgen. Gevelspecialist Facédo heeft de gevel in een nieuw jasje gestoken, onder meer om te zorgen voor meer daglicht en buitenruimte voor de woningen. Zo heeft dit bedrijf de aluminium kozijnen en vliesgevels geleverd en gemonteerd.
duurzaam gebouwd | januari 2018
39
Duurzaam renoveren Milieubewust gebruik van gebouwen is geen modetrend, maar een must. Groen gebruik vertalen wij in verantwoorde na-isolatie. In een nieuwe interieurindeling met hergebruik van bestaande elementen. In slimme prefab-oplossingen voor sanitair en keukens. En meer. Bij Faay Vianen vindt u dĂŠ oplossing voor elke renovatie. Voor droge, natte en hygiĂŤnische ruimten. Voor retail, utiliteitsbouw en woningen. Met doordachte wandsystemen en plafonds. Gemaakt van hernieuwbare grondstoffen. En duurzaam geproduceerd natuurlijk. Kijk op faay.nl. Of bel (0347) 37 66 24.
onuitputtelijke grondstoffen
brandwerend
snel te monteren
geluidwerend
schroefvast
thermisch isolerend
dubo
Renovatie & transformatie
Maximaal materiaalhergebruik bij renovatie stadhuis Apeldoorn Bij de renovatie van het stadhuis van de gemeente Apeldoorn zet het geselecteerde BAM Bouw en Techniek in op het maximaal hergebruik van materialen. Zo kijkt het Apeldoornse bouwbedrijf welke gedemonteerde gebouwonderdelen het in het nieuwe ontwerp kan inzetten. Daarnaast heeft het als doel om nieuwe biobased materialen toe te passen. Het stadhuis is 25 jaar oud en volgens de gemeente is groot onderhoud noodzakelijk. De renovatie omvat onder meer de volledige vernieuwing van het klimaatsysteem en het energiezuiniger maken van het gebouw. Daarnaast heeft de verbouwing als doel om de dienstverlening te verbeteren en meer medewerkers in het stadhuis een werkplek te geven. Het moet namelijk zorgen voor een compacte en efficiënte huisvesting van de medewerkers.
“Ik ben blij met deze volgende stap in de ontwikkeling van het Huis van de Stad”, liet wethouder Johan Kruithof weten. “Zeker ook omdat we een lokale aannemer het werk mogen gunnen. Dat is goed voor de werkgelegenheid en bedrijvigheid in Apeldoorn.” BAM Bouw en Techniek is gevestigd in Apeldoorn en werkt met lokale werknemers en onderaannemers. Na het doorlopen van twee Europese aanbestedingsprocedures is gebleken dat dit bouwbedrijf de economisch meest voordelige inschrijving heeft gedaan. Naar verwachting start de renovatie in de zomer van 2018. Op 1 januari 2020 dient het gebouw gereed te zijn. De gemeente verwacht daarna jaarlijks minder geld kwijt te zijn aan huisvestingskosten dan nu.
Bouwbedrijf BAM tot 2042 verantwoordelijk voor vernieuwd Rijkskantoor
Noord-Holland helpt woningeigenaren bij verduurzamen huis
Het vernieuwde Rijkskantoor aan de Rijnstraat 8 in Den Haag is begin november geopend. BAM is tot 2042 eindverantwoordelijk voor onderhoud en exploitatie, inclusief de energielevering.
De provincie Noord-Holland investeert ruim € 10 miljoen in het verduurzamen van bestaande woningen.
Het publiek-private partnerschap PoortCentraal, bestaande uit BAM, ISS en OMA, heeft dit gebouw van 90.000 m2 getransformeerd. Dit vernieuwde kantoorgebouw beschikt over diverse maatregelen, zoals drievoudig glas in de atria, zonnepanelen, ledverlichting en warmte- en koudeopslag. Hierdoor heeft het pand een energieprestatiecoëfficiënt van 0,44. Bij de verbouwing heeft PoortCentraal het gebruik van nieuwe materialen geminimaliseerd en 99,7% van het sloopmateriaal hergebruikt. Dit pand maakt deel uit van het nieuwe masterplan kantoorhuisvesting Den Haag, waarin de nadruk ligt op een efficiënte en effectieve Rijksoverheid. Alle werkplekken zijn multifunctioneel inzetbaar: dankzij flexwerken zijn er 4.400 werkplekken voor ruim 6.000 medewerkers. In het pand zijn de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Infrastructuur en Waterstaat gevestigd, naast het hoofdkantoor van de Immigratie- en Naturalisatiedienst, het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers en de Dienst Terugkeer & Vertrek. Zij gebruiken dezelfde entree, basisfaciliteiten, vergaderruimtes en ICT. Het ontwerp van OMA is in samenwerking met Ector Hoogstad Architecten, Wessel de Jonge Architecten, DGMR, ARUP, BAM Advies & Engineering, Level Acoustics en Valstar Simonis tot stand gebracht. De Special Purpose Company (SPC) voor dit project is BAM PPP PGGM Infrastructure Coöperatie UA, gefinancierd door Rabobank en Allianz Global Investors. BAM Bouw en Techniek heeft het consortium voor het ontwerp- en de uitvoeringsfase geleid. BAM FM en ISS Facility Services voeren het 25 jarige onderhouds- en exploitatiecontract uit.
Dit geldbedrag is vooral bestemd om het particuliere woningeigenaren eenvoudiger te maken hun huis te isoleren of zelf duurzame energie op te wekken. “Met dit programma willen we als provincie het eenvoudiger maken om bestaande woningen duurzaam te renoveren”, laat gedeputeerde Joke Geldhof weten. “Bewoners ervaren nu vaak allerlei belemmeringen, waardoor ze niet tot actie overgaan. Daarom investeren we in duidelijkere informatie, betere energieadviezen en toegankelijkere financieringsvormen.” Deze provincie wil minimaal 25.000 woningeigenaren helpen bij het uitvoeren van energiebesparende maatregelen. Ze kunnen met hun vragen hierover gratis terecht bij een (digitaal) energieloket. In NoordHolland geven de loketten ‘Duurzaam Bouwloket’ en ‘Bleeve’ hen onafhankelijk advies en inzicht in financieringsmogelijkheden. Daarnaast bieden ze huizenbezitters hulp bij het aanvragen en beoordelen van offertes van bouwbedrijven. Daarnaast laat Noord-Holland energieadvies-software ontwikkelen, waarmee woningeigenaren inzicht krijgen in de manier waarop zij hun woning in een keer of in stappen energieneutraal kunnen maken. Ook ondersteunt de provincie de markt bij het ontwikkelen van nieuwe leenvormen, die het huiseigenaren eenvoudiger maken om te investeren in energiebesparende maatregelen.
duurzaam gebouwd | januari 2018
41
ON TOP OF IT
Toekomstbestendig renoveren met iSoEasy hellend dak isolatie Slim bedakt!
Hoge isolatiewaarde én nette afwerking De energie-index van woningen verbeteren voor meer comfort en een lagere energierekening – dát is het doel van toekomstbestendig renoveren. Omdat gebouwen en woningen tot wel 40 procent van de warmte via het dak verliezen, is goede dakisolatie daarbij essentieel. De iSoEasy® Hellend Dakplaat zorgt voor isoleren en afwerken in één. Voor snel en eenvoudig renoveren, met een hoge isolatiewaarde én rekening houdend met huidige en toekomstige eisen. Meer weten over de iSoEasy® Hellend Dakplaat? Neem contact op via info@kingspaninsulation.nl of 0800 - 54 64 776.
Bezoek ons op de
VSK Hal 11 stand CO.74
Patent Pending
NL2018837
Best presterende hybride klimaatplafondeiland op de Nederlandse markt: HESA De nieuwste innovatie Naast de combinatie van de media (ventilatie) lucht en water en betonactivering in klimaatplafonds zet HESA geïnduceerde ruimtelucht in voor het koelen en verwarmen van ruimtes. Het resultaat? Tot 30% meer capaciteit in vergelijking met traditionele hybride klimaatplafondeilanden!
Voordelen HESA • 30% meer vermogen dan traditionele klimaatplafondeilanden • Dè oplossing voor renovatieprojecten
• Complete ontzorging van bestekfase tot oplevering • Volledige integratie van componenten
waar een geringe inbouwhoogte
als verlichting, audio en aanwezigheids-
beschikbaar is
sensoren
• Onafhankelijk getest door Peutz
• Hoogste comfortklasse • Ventileren, koelen en verwarmen in één
Solid Air® Climate Solutions maakt deel uit van de Nijburg Industry Group. Een internationaal actieve organisatie die naast Solid Air® Climate Solutions bestaat uit Velu® Klimaattechnische Groothandel en Nijburg® Klimaattechniek (engineering, installatie en montage).
Tel +31 20 696 69 95 mail@solid-air.nl
Transitieteam Circulaire BouwEconomie zet de volgende stap Het transitieteam Circulaire BouwEconomie heeft een eerste versie van de agenda, die de transitie naar een circulaire bouweconomie moet versnellen, opgeleverd. Hiermee is de volgende stap naar een 100% circulaire bouweconomie in 2050 gezet. De agenda beslaat het plan voor de eerstkomende 5 jaar, van 2018 tot en met 2023. Het transitieteam zelf bestaat uit 16 partijen uit de hele bouwsector en stelde onder leiding van prof. ir. Elphi Nelissen gezamenlijk de agenda op.
De Agenda De tocht naar een 100% circulaire bouweconomie is opgedeeld in drie tijdsperiodes. In het eerste tijdvak van 2018 tot en met 2023 wordt een basiskamp gevormd om in 2030 50% van de einddoelstelling te hebben gerealiseerd. Na 2030 tot 2050 wordt gewerkt aan de tweede helft van de doelstelling, namelijk een 100% circulaire bouweconomie. De agenda geeft gestalte aan de eerste tijdsperiode. Wat is er nodig in het basiskamp en hoe gaan we van start? In de agenda wordt aandacht besteed aan voorbeeldprojecten, sociale aspecten zoals werkgelegenheid en scholing, aan kennis- en onderzoeksvragen en aan het wegnemen van financiële belemmeringen en het sluiten van circulaire business cases.
het Transitieteam Circulaire BouwEconomie. Dit team bestaat uit ondertekenaars van het Grondstoffenakkoord en staat voor de mega-uitdaging van een volledig circulaire bouweconomie in 2050. Samen stellen zij de agenda op voor de periode 2018 - 2023 om daarmee de transitie naar een circulaire bouweconomie te versnellen. Lees het hele interview met Elphi Nelissen en volg de ontwikkelingen van het Rijksbrede programma en het Transitieteam Circulaire BouwEconomie op www. circulaireeconomienederland.nl. Zelf aan de slag met Circulair bouwen? Kijk op www.rvo.nl/circulair-bouwen.
Einddoel Het transitieteam heeft de afgelopen periode hard gewerkt om de transitieagenda op te leveren. “Samen zorgen dat er een goed stuk komt. Dat is de uitdaging”, aldus transitieteam-voorzitter Elphi Nelissen. Een goed stuk is voor haar een zo’n concreet mogelijke agenda en geen wollige woorden waar niemand iets mee kan. “Dit is nodig om in kaart te brengen wat we moeten doen om over 5 jaar het basiskamp te hebben. Vanuit het basiskamp gaan we vervolgens acteren.” 30 november was de 100% versie van de agenda afgerond. Deze laatste versie wordt opgenomen in het Rijksbrede programma ‘Nederland circulair in 2050’ en overgenomen in de Bouwagenda van Bernard Wientjes. Het Rijksbrede programma wordt vervolgens aangeboden aan de ministers. Op 15 januari wordt de agenda tijdens de Week van de Circulaire Economie officieel gepresenteerd. Deze datum kunt u dus alvast noteren. Rijksbrede Programma Nederland Circulair in 2050 In het Rijksbrede programma ‘Nederland circulair in 2050’ is bouw één van de 5 hoofdpilaren. Het Rijksbrede programma was het startsein voor de samenstelling van
44
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Elphi Nelissen.
Hoe STEP woningcorporaties helpt verduurzamen Woningcorporaties zitten in een belangrijke verduurzamingsslag. In de Aedes Woonagenda hebben zij afgesproken dat hun woningen in 2021 gemiddeld energielabel B moeten hebben. De overheid heeft de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector, oftewel STEP, in het leven geroepen om beheerders van sociale huurwoningen daarbij te ondersteunen. De tijd om aan te vragen raakt echter op; de STEPregeling sluit eind 2018. “Ik raad corporaties aan om niet te wachten”, zegt Martijn van Horen van RVO.nl, eindverantwoordelijke voor de regeling. Met speciale spreekuren wil RVO.nl aanvragers op weg helpen. “Dit is hét moment om te verduurzamen”, aldus Van Horen. Veel sociale huurwoningen dateren van de jaren zeventig en tachtig en zijn aan renovatie toe. De STEP kan daarbij helpen: “De subsidie kan corporaties helpen de businesscase van duurzame renovaties sluitend te maken. En zij kunnen met STEP de projecten eerder uitvoeren.” Toch zijn veel woningcorporaties en andere verhuurders nog onbekend met de regeling, constateert Van Horen. Ook hikken ze in sommige gevallen aan tegen bepaalde voorwaarden. Zoals de vereiste opnames om de energieprestatie van elke woning voor en na de renovatie vast te stellen.
Spreekuren Om aanvragers te helpen optimaal gebruik te maken van de regeling organiseert RVO.nl STEP-spreekuren. Vanaf het eerste kwartaal van 2018 kunnen corporaties met een adviseur van RVO in gesprek. “We willen met vastgoedmanagers en projectmanagers van grote en kleine corporaties aan tafel gaan”, zegt Van Horen. “Er komen spreekuren in het hele land. Corporaties kunnen zich via de RVO-website aanmelden.” Behalve informatie over de STEP, biedt RVO.nl ook breder advies. Bijvoorbeeld over het combineren van regelingen. Van Horen: “Daar leent deze subsidie zich heel goed voor. De kracht van een succesvolle duurzame renovatie ligt in verbeteringen aan het gebouw zelf in combinatie met bijvoorbeeld apparatuur voor duurzame energieopwekking. Daar komen weer andere regelingen bij kijken.”
Martijn van Horen.
530 woningen in een jarenvijftigwoonwijk getransformeerd van een gemiddeld energielabel F naar B of zelfs A. Deze sprong wordt mogelijk gemaakt door de STEPregeling. Door te wijzen op deze succesverhalen en het aanbieden van de STEP-spreekuren hoopt Van Horen dat de beschikbare middelen optimaal worden ingezet door woningcorporaties. “Er is nog meer dan € 160 miljoen aan STEP-subsidie beschikbaar”, zegt hij.
STEP De STEP is bedoeld om maatregelen te bevorderen die de energieprestatie van sociale huurwoningen verbeteren. Behalve woningcorporaties kunnen ook particuliere verhuurders hiervoor een aanvraag doen. Tot 31 december 2018 is € 395 miljoen beschikbaar, € 253,5 miljoen daarvan is al besteed (stand van zaken 1 december 2017).
Inspiratie
Meer weten over de STEP-regeling? Ga naar RVO.nl/STEP of bel 088 042 42 42.
Er zijn inmiddels veel succesvolle toepassingen van de STEP-regeling. Van Horen wijst op een project van woningcorporatie Welbions in Hengelo. De corporatie heeft
Aanmelden voor de STEP spreekuren? Kijk op RVO.nl/Agenda-STEP voor een datum in uw regio!
duurzaam gebouwd | januari 2018
45
Opdrachtgevers en bouwers kunnen niet meer om CSC heen Het CSC-keurmerk staat al bijna een jaar stevig in de markt. Inmiddels hebben diverse partijen zich verbonden aan het initiatief door middel van een certificering. Hoogste tijd om de status quo op te maken en deze koplopers in de productie van duurzaam beton aan het woord te laten over de meerwaarde van het keurmerk.
Eerder publiceerden we in Duurzaam Gebouwd Magazine al een vragenronde in de bouwkolom, waarin de impact van het CSC-keurmerk voor duurzaam beton centraal stond. Hieruit bleek onder andere dat leveranciers een belangrijke bijdrage kunnen leveren om tot het juiste niveau van het certificaat te komen. Daarnaast werd duidelijk dat diverse partijen, waaronder gemeenten en bouwers, positief tegenover het CSC-keurmerk staan. Het is inmiddels alweer bijna een jaar geleden dat de eerste certificaten werden uitgereikt. “Het certificaat draagt bij aan het verbeteren van de duurzaamheid in de gehele bouwketen”, liet Thies van der Wal, Duurzaamheid/MVO bij VBI weten. Als certificaathouder van het eerste uur kijkt
Van der Wal nu terug op de impact van CSC in de eigen organisatie en leveranciers. “Het maakt me trots dat we als een van de eerste certificaathouders laten zien dat we op kop lopen op het gebied van de verduurzaming van de betonketen. Interessant aan het keurmerk is dat het beoordelingssysteem ingericht is op waarden, zoals bijvoorbeeld ook de Sustainable Development Goals. Doordat je wordt beoordeeld op verantwoorde herkomst van materialen, ga je hierop processen optimaliseren.” Dit geldt ook voor de leveranciers van de grondstoffen. “Het geeft ons de mogelijkheid om onze leveranciers hierin mee te nemen. Dat wordt ook onze volgende stap.”
Op de voormalige locatie van het Bernhoven ziekenhuis in Oss is een groene woonwijk gebouwd met granulaatbeton.
48
januari 2018 | duurzaam gebouwd
CSC als officiële standaard Het keurmerk CSC is vanaf 1 januari 2017 de officiële standaard in ons land en vervangt het Beton Bewust voor betonmortelfabrikanten. Het Beton Bewust keurmerk was tot 1 oktober van 2017 geldig en wordt dus opgevolgd door een internationale certificering voor zowel betonmortelfabrikanten als prefab fabrikanten. Het internationale keurmerk wordt gedragen door de wereldwijd actieve Concrete Sustainability Council (CSC). Daarmee kan overal ter wereld sprake zijn van op verantwoorde wijze gewonnen grondstoffen voor beton. Inmiddels begint het certificatiesysteem ook in buurlanden en op andere plekken in de wereld voet aan de grond te krijgen. Daarmee levert verantwoord geproduceerd beton een groeiende bijdrage aan vermindering van de CO2-uitstoot. CSC-NL is de Regional System Operator (RSO) voor het Concrete Responsible Sourcing Certification System en vertegenwoordigt daarmee CSC in Nederland. Op dit moment zijn er in Nederland drie certificerende instellingen (KIWA, SGS Intron en SKG-IKOB) die het traject mogen uitvoeren en bij voldoende resultaat een certificaat namens CSC mogen uitgeven.
Van links naar rechts op de foto: Stefan van Uffelen (CSC), Remco Kerkhoven en Màrie van der Poel (CSC-NL), Dammy Evertse en Martin Koopmans (K3Delta) en Arjen van der Drift (Kiwa).
Lessons learned delen
I N ABI
Y COUN
NC
STA
LIT
RETE SU
Door partners te betrekken bij het keurmerk en ervaringen te delen, wil VBI naar een situatie toewerken waarin ook haar partners actief meewerken naar volledige verduurzaming van de betonketen. “We proberen actief onze leveranciers te vertellen over de voordelen van de certificering en het verduurzamen van beton in het algemeen.” Van der Wal vindt daarnaast dat
een CSC-certificering een haalbare kaart moet blijven voor kleinere organisaties met een beperkter budget. “Daarnaast moeten we onder de aandacht brengen wat een certificering teweeg kan brengen in eigen processen en die van je partners.” VBI werkte in 2015 mee aan enkele pilots mee toen het keurmerk werd ontwikkeld. “Voor de echte certificering zijn we opnieuw gestart. Binnen een aantal weken rondden we het proces af met een bronzen score. Het hoeft dus helemaal niet lang te duren om een certificering te behalen.” Voor de toekomst heeft VBI het plan om een nog hogere score te behalen. “In onze huidige situatie was brons onze hoogst haalbare certificering, maar in de toekomst kunnen we met hulp van onze leveranciers een gouden waardering in de wacht slepen.” Het keurmerk is inmiddels ook doorgedrongen bij zand- en grindproducenten. Als eerste partij ontving K3Delta het CSC-certificaat. “Je kunt verduurzaming onderverdelen in verschillende aspecten”, vertelt directeur Dammy Evertse. “Denk aan CO2-uitstoot, de energietransitie en circulariteit. Op al deze terreinen zetten wij grote stappen.” Op het vlak van circulaire ontwikkelingen is K3Delta aan de slag met een onderzoek naar het innemen en verwerken van betonpuin. “Dit willen we vervolgens verwerken tot hoogwaardig betongranulaat, om dat te blenden met primaire grondstoffen aan de hand van klantwensen. Ook op het vlak van de energietransitie en het terugdringen van CO2-uitstoot ondernemen we actie. Zo openden we een zonnepanelenveld van twee hectare, waarmee we ongeveer de helft van onze energiebehoefte zelf invullen.” Het contactmoment met CSC kwam voor K3Delta in de lente van 2017. “Toen hoorden we dat Mebin haar eerste certificaat had opgehaald. We wisselden toen ervaringen uit en stelden onszelf de vraag wat wij als grondstoffenleverancier konden betekenen. Vervolgens hebben wij een certificering aangevraagd voor al onze productielocaties.” Bij het in de wacht slepen van de certificering viel het K3Delta op dat de toetsingscriteria vooral zijn geënt op de betonindustrie. “Een aantal zaken zijn niet relevant voor grondstoffenproducenten, terwijl die wel getoetst worden. Door dit toetsingsproces beter te spiegelen en te koppelen aan ‘onze’ tak van sport, kan het certificaat interessanter worden.” Wanneer het certificaat zich blijft ontwikkelen, kunnen partijen als overheden en bouwers niet meer om het gewilde stuk papier heen. “Als grote Nederlandse bouwers zich committeren aan dit certificaat, krijgt het meerwaarde. Het behalen van de eerste CSC-certificaten was een grote stap voor veel partijen.”
Ook de mogelijkheden ontdekken om bedrijfsprocessen te optimaliseren en te gaan voor duurzaam beton? Doe de quickscan op de officiële website van CSC: ConcreteSustainabilityCouncil.com/Quickscan/Create
duurzaam gebouwd | januari 2018
49
CIL CO
30% ENERGIEBESPARING EEN GEZOND BINNENKLIMAAT Meer comfort
Met Climotion® • • • •
Nauwkeurige temperatuur op alle niveaus Optimale menging van toegevoerde lucht met ruimtelucht Minimaal temperatuurgradiënt Gelijkmatige toetreding van toevoerlucht, waardoor geen tochtverschijnselen of temperatuureilanden ontstaan • Minimale bouwingrepen, meestal gebruik van bestaande kanalen • Meer architectonische vrijheid • Ook geschikt voor hoge ruimten.
www.kieback-peter.nl
Pieter Nuiten, senior adviseur W/E adviseurs, over nieuwe milieu-eisen
‘ Voldoet mijn BENG-woning straks aan de MPG-eis?’ Vanaf 1 januari 2020 gelden er nieuwe, aangescherpte energieprestatie-eisen voor nieuwbouw. De Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) wordt dan vervangen door drie nieuwe eisen voor ‘Bijna EnergieNeutrale Gebouwen’ (BENG). Hierbij wordt onder meer gekeken naar de energiebehoefte van een gebouw. “Een goede ontwikkeling”, vindt Pieter Nuiten, senior adviseur van W/E. “Maar er zitten ook nadelen aan BENG.” Auteur: Arno Hagemans, W/E adviseurs
Waarom BENG? De huidige EPC-berekening is minder geschikt voor BENG. De EPC voegt alle energiemaatregelen samen tot één ‘plat’ getal. Daardoor krijg je weinig inzicht in de manier waarop de energieprestatie is behaald. Naast BENG is er ook nog Nul op de meter (NOM). En op een hoger schaalniveau hebben woningcorporaties en bouwbedrijven de ambitie
Geschikt voor BENG, NOM en MPG GPR Gebouw, ontwikkeld door W/E adviseurs, is de meest gebruikte software die de duurzaamheid van gebouwen meetbaar en bespreekbaar maakt. Pieter Nuiten: “We zijn voorbereid op de BENG-eisen. Met GPR Gebouw kun je energieprestatieberekeningen maken voor nieuwbouw en bestaande bouw, voor woningen en utiliteit. En als resultaat van die berekening krijg je de BENG-indicatoren. Dat is relevant voor nieuwbouw. Voor NOM is ook het berekenen van de energieprestatievergoeding mogelijk. Dat is vooral bij bestaande bouw relevant maar is ook van toepassing op nieuwbouw. Als woningen aan een aantal criteria voldoen, mogen corporaties naast de huur ook een energieprestatievergoeding in rekening brengen. Die rekenen we ook uit. Met GPR Gebouw zijn al berekeningen van NOM-woningen gemaakt. NOM stelt eisen aan het gebouw. Dus wat EPC doet, maar zegt daarnaast dat je het huishoudelijk gebruik moet compenseren met PV. NOM stelt dus nog strengere eisen aan het aandeel hernieuwbare energie. Ook dat kun je met GPR Gebouw uitrekenen”, aldus Nuiten.
52
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Adviseur Pieter Nuiten: “We kunnen beter kijken naar de duurzaamheidsprestatie van gebouwen: DPG.”
uitgesproken dat in 2050 alle woningen volledig CO2neutraal dan wel energieneutraal zijn. Maar allereerst wordt er een strengere grenswaarde voor de milieuprestatie van gebouwen (MPG) geïntroduceerd. In 2018 moet alle nieuwbouw van woningen en kantoren aan die eis voldoen.
Slechte materiaalscore “Het blijkt nu al dat de MPG-grenswaarde voor energieneutrale of energieleverende woningen (NOM) lastiger haalbaar is”, vertelt Nuiten. Hij heeft ruime ervaring in het maken en controleren van EPC-berekeningen en energielabels. Als onderzoeker werkt hij voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en Binnenlandse Zaken mee aan de (door)ontwikkeling van energieprestatiemethoden. “Bij NOM-woningen heb je te maken met heel veel PV, nieuwe installaties, enorme isolatiepaketten, dus ook heel veel materiaal. Hierdoor is
Per 01-01-2018 MPG De MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) is per 1 januari 2018 in het Bouwbesluit op 1,0 € / m² per jaar gesteld. Alle nieuwbouw van woningen en kantoren waarvoor vanaf 1 januari 2018 een omgevingsvergunning wordt aangevraagd, moet dan voldoen aan die score.
Per 01-01-2020 BENG
‘Laten we eerst de controle en handhaving eens beter regelen, voordat we die energieprestatieeisen weer aanscherpen’
Nieuwe woningen waarvoor vanaf 1 januari 2020 een omgevingsvergunning wordt aangevraagd, moeten voldoen aan de BENG-eisen. Voor nieuwe overheidsgebouwen geldt dat al vanaf 1 januari 2019. In BENG wordt de energieprestatie van een gebouw uitgedrukt met drie indicatoren: •
•
•
de materiaalscore van een NOM-woning niet heel hoog. Datzelfde geldt voor BENG-woningen. Hoe gaan we dat straks doen: BENG in combinatie met de MPG? Als ik een BENG-woning heb, haal ik straks de MPG-eis nog wel?”
Duurzaamheidsprestatie “Op zich zijn BENG en NOM losse eisen. Je kan daarom makkelijk aan de ene voldoen en aan de andere niet. Misschien kunnen we daarom beter kijken naar de duurzaamheidsprestatie van gebouwen (DPG) waarin energie- en materiaalgebruik in samenhang worden beoordeeld.
BENG 1 - Energiebehoefte: de hoeveelheid energie die een gebouw nodig heeft voor verwarming en koeling. BENG 2 - Primair energiegebruik: de maximale hoeveelheid fossiele brandstof die nodig is voor verwarming, koeling, warm water en installaties (en voor utiliteit ook verlichting). BENG 3 - Aandeel hernieuwbare energie: het percentage hernieuwbare energie van het totale energiegebruik.
Controle schiet tekort Alle wet- en regelgeving, subsidies en investeringen ten spijt, de controle op de uitvoering en de handhaving van de EPC-eisen schieten tekort. “Dat geldt straks zeer waarschijnlijk even goed voor de MPG-eis. Laten we daarom die controle en handhaving nu eerst eens beter regelen, voordat we die energieprestatie-eisen weer gaan aanscherpen. Er zit veel te veel tijd in de methodiek en het rekenen op de vierkante millimeter.”
Geen prioriteit In de praktijk is het zo dat de gemeente controleert of de energieprestatieberekening er is en of onderaan de streep wordt voldaan aan de eis. “Daarmee is de kous in veel gevallen af. Op de bouwplaats wordt zelden naar de energieprestatie gekeken. Die heeft geen enkele prioriteit. Handhavers van de gemeente controleren de EPC niet op de bouwplaats. Die kijken naar brandveiligheid, constructieve veiligheid; misschien ook nog naar de dikte van het isolatiepakket, maar daar houdt het wel op.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
53
SAMEN BOUWEN WIJ DE TOEKOMST l
www.devriesverburg.n
8,4
Kantoor
Transformatie
KLANTTEVREDENHEID
Distributiecentrum
ONTWIKKELEN
Maatschappelijk
BOUWEN
SERVICE EN ONDERHOUD
Zelf duurzaamheid meten, verbeteren en monitoren? CFP heeft CSR-Manager ontwikkeld, software dat de duurzaamheidsprestaties van uw organisatie in ĂŠĂŠn overzicht laat zien. De software is ook ontwikkeld om besparingsmogelijkheden in uw gebouw te identificeren. CSR-Manager laat diverse maatregelen zien waarmee u grote besparingen in uw gebouwen kunt realiseren. Dus bent u op zoek naar een manier om zelf uw totale duurzaamheidsprestatie te meten, verbeteren en monitoren? www.CSR-Manager.nl
Kennismaken met CSR-Manager? Ga naar CSR-Manager.nl voor meer informatie of bekijk de online demo.
Vastgoedexploitatie Vastgoedexploitatie Maarten Vermeulen, Mariëlle Wieman ISBN 978-9001-83262-9 1e editie 2016 | 490 pagina’s | € 52,50
Vastgoedexploitatie is de volledig geactualiseerde versie van Handboek Vastgoedmanagement (Noordhoff Uitgevers, 2010). Deze complete uitgave is naast studieboek ook een belangrijk naslagwerk voor professionals in de vastgoed- en facility management sector. Vastgoedexploitatie biedt een compleet overzicht van het vakgebied vastgoedexploitatie. De rode draad door het boek wordt gevormd door het acquisitie-, het exploitatie- en het dispositieproces. Daarbij wordt onder andere de rol van de
vastgoedmanagement organisatie (VMO) beschreven. Ook de exploitatie van specifieke vastgoedcategorieën komt aan bod, zoals zorgvastgoed, parkeergarages en logistiek vastgoed. Nieuwe hoofdstukken ten opzichte van Handboek Vastgoedmanagement zijn onder andere: Internationale wet- en regelgeving, Veiligheid, Leegstand en Transformatie, Gastvrijheid, Leegstandbeheer, Studentenhuisvesting, Onderwijsvastgoed en Hotelvastgoed.
Nu te koop: www.bol.com of www.managementboek.nl
Kennis en innovatie in de vastgoedexploitatiesector Bent u werkzaam in de vastgoedexploitatiesector? Wilt u up to date zijn voor wat betreft uw kennis over de sector? Grote kans dat u wel eens gehoord heeft van NeVaP. Dit staat voor Nederlands Vastgoedexploitatie Platform en is een onafhankelijk kennis- en innovatieplatform in de vastgoedexploitatiesector. In dit artikel maakt u kennis met dit platform en hoe het innovatie najaagt en zich richt op het verhogen van de kwaliteit in de sector.
Voor wie? NeVaP deelt relevante kennis en innovaties in de vastgoedexploitatiesector met senior vastgoedprofessionals die hierin actief zijn. Denk daarbij aan beleggers, vastgoedmanagement organisaties, corporaties, adviesbureaus, hogescholen en universiteiten en brancheorganisaties.
Wat doet NeVaP? Events Voor haar leden organiseert NeVaP diverse activiteiten over relevante thema’s. Innovatie in vastgoedexploitatie staat hierbij altijd centraal. Maandelijks vinden er events plaats op de meest unieke locaties in Nederland. Afgelopen jaar bijvoorbeeld op Schiphol, World Port Center en KNVB Campus. Netwerk Leden hebben toegang tot de online kennis(sen) bank met daarin belangrijke gegevens over de andere leden. Daarnaast ontvangen zij wekelijks een online nieuwsbrief met onder meer nieuws van leden en partners en artikelen over kennis, inspiratie en innovatie in de vastgoedexploitatiesector.
Samenwerkingsverbanden Daarnaast gaat het platform samenwerkingsverbanden aan met andere organisaties in de sector en ook daar buiten. Bijvoorbeeld met de Bouwcampus om de kennis en expertise van leden te delen en daarbij de innovatie in beide sectoren aan te jagen. Educatie Om de toekomstige ontwikkeling van de vastgoedexploitatiesector te waarborgen, zijn Young Professionals ontzettend belangrijk. Vanuit dat oogpunt is er een aantal studieboeken gepubliceerd al dan niet in samenwerking met leden van NeVaP. Een voorbeeld hiervan ziet u op de pagina links.
Belangrijke thema’s in huis Of het nu gaat om events, nieuwsbrieven of samenwerkingsverbanden, bij NeVaP draait alles om kennis en innovatie. Met als belangrijkste thema’s of bouwstenen: Klantwaarde, Talentontwikkeling, Business Innovatie, Risicomanagement en Portefeuillestrategie.
Hoe werkt het lidmaatschap? NeVaP richt zich op een diverse groep vastgoedprofessionals. Daarom zijn er verschillende vormen van lidmaatschap. Bijvoorbeeld voor grote en kleine organisaties, voor adviesbureaus die actief zijn in de sector, voor zelfstandige vastgoedprofessionals en onderwijsinstellingen. Welk lidmaatschap voor u het meest interessant is, leest u op www.nevap.nl
Wat zijn de voordelen? • Kosteloos toegang tot events over relevante thema’s op innovatieve locaties. • Ontvangst van wekelijkse nieuwsbrief • Toegang tot online kennis(sen)bank met onder meer presentaties van events en gegevens van leden • Kosteloos bijschrijven van collega’s die aan de lidmaatschapscriteria voldoen.
Meld u aan voor een van de komende events.
Wilt u meer weten over NeVaP? Kijk dan op de website www.nevap.nl en meld u aan voor een van de komende events.
duurzaam gebouwd | januari 2018
57
Vraag een vrijblijvende dakinspectie aan op 050-5516333
Uw dak, ook onze zorg! Bespaar minimaal 20% op uw dakexploitatiekosten Als specialist nemen wij voor alle gebouweigenaren en -beheerders graag de zorg voor uw daken uit handen. Wat zijn uw eisen en wensen ten aanzien van uw daken? Gebruiksfunctie nu en in de toekomst, exploitatietermijn, onderhoudsrisicoâ&#x20AC;&#x2122;s? Icopal analyseert en adviseert wat er, op korte en lange termijn, nodig is om aan uw doelstellingen te voldoen. Dit doen we met het Icopal Meerjarenonderhoudsplan (MJOP). Inclusief uniforme conditiemeting volgens NEN 2767. Door uw daken aan onze zorg toe te vertrouwen, bespaart u minimaal 20% op uw dakexploitatiekosten, bij de gewenste kwaliteit en duurzaamheid. Wilt u meer weten over onze aanpak voor dakexploitatie? Bel 050-5516333 of kijk op onze website www.icopal.nl.
Onderdeel van BMI Groep
DE IDEALE RENOVATIE VOOR ELKE GEVEL MET E-BOARD ISOLATIE AAN DE BUITENZIJDE.
Voor
Het E-Board gevelisolatiesysteem bestaat uit hoogwaardige ECO-EPS isolatiepanelen. Hierop verlijmt de aannemer handvorm steenstrips naar keuze uit ons uitgebreide assortiment. Door de speciale geleidingsrichels op het paneel gaat dat snel en eenvoudig met een vaste voegbreedte.
Na
E-Board biedt: • Tot 40% energiebesparing • Duurzame en onderhoudsvrije upgrading • Snelle, eenvoudige en schone montage • Sterke besparing op sloopkosten
Tel.: +31 (0)416 39 66 96, www.vandersandengroup.nl/eboard
t DWA werk voor mijn toekomst
‘Wij maken duurzaamheid werkend!’ Wij praten niet alleen vrijblijvend over duurzaamheid, maar wij zorgen er voor dat daadwerkelijk aantoonbaar duurzame oplossingen gerealiseerd worden op het gebied YDQ HQHUJLH HIĀFLQWLH HQ ]RUJ YRRU KHW PLOLHX 'LW LV ]RZHO HHQ EHORIWH DOV HHQ XLWGDJLQJ Met ‘werkend’ bedoelen we dat wij staan voor HHQ G\QDPLVFKH EHQDGHULQJ YDQ GXXU]DDPKHLGVvraagstukken, waarbij we 24/7 ontwikkelingen PRQLWRUHQ HQ UHVXOWDWHQ NXQQHQ DDQWRQHQ
ZZZ GZD QO
NOM in uitvoering BAM tovert tegenwoordig drie woningen per dag om naar nul-op-de-meter (NOM). In 2013 kostte het nog meerdere dagen om één woning te renoveren naar NOM. Toch heeft de bouwer heeft de laatste jaren niet stilgezeten. BAM Wonen-productontwikkelaar Hans Kerkhof vertelt over de ontwikkeling die NOM doormaakte. Tekst: Marieke Buijs Beeld: David van Dam
Drie woningen op een dag aanpakken, dat is veel. Wat is er veranderd? “De techniek en montage van de gevels is sneller vandaag de dag en dat heeft alles te maken met productontwikkeling. Na elke productie evalueren we en verbeteren we het product: dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Zo klikken we gevels, compleet uitgerust met kozijnen en ramen, nu in met een soort rails. Dat gaat super snel. Als mensen boodschappen doen en ze komen terug, dan herkennen ze ineens hun huis niet meer! Daarbij is de engineering op orde. Bij een project meten we elke individuele woning digitaal in en verwerken vervolgens de gegevens op een betere manier dan voorheen. Omdat we elke woning apart inmeten, komen de gevels en daken precies op maat uit de fabriek rollen. Dat scheelt een hoop ongewilde verrassingen en dus vertraging op de bouwplaats.”
Is er ook iets veranderd in het proces met de bewoners? “Door alle ervaring die we hebben – inmiddels heeft BAM zo´n 500 NOM-woningen gerealiseerd – weten we nu beter hoe we moeten communiceren. We doen dat samen met de corporatie. Het is vooral belangrijk om tijdens de renovatie te blijven communiceren. We anticiperen elke
dag op het huishouden waar we die dag werken. Daarvoor beginnen we elke dag met de ‘dagstart’. Tijdens zo’n start bespreken de uitvoerder en werklieden of er sprake is van speciale omstandigheden bij de die dag aan te pakken woningen. Dat kan gaan om katten die in de achterkamer moeten blijven zitten of om mensen die bedlegerig zijn. Daarnaast evalueren we tijdens de dagstart wat de dag ervoor gebeurd is. Zo is iedereen elke dag perfect op de hoogte van de omstandigheden van die dag. En dat komt het proces met de bewoners ten goede. Ook hebben we een rekenmethodiek ontwikkeld, waarmee we voor bewoners exact kunnen berekenen wat de kosten van hun energierekening worden. Hier geven wij een woonlastengarantie op af. Dit communicatiemiddel helpt ons in het uitleggen van NOM en het bereiken van voldoende bewonersinstemming. En we hebben de NOM-handleiding voor bewoners verbeterd. We gebruiken nu veel meer foto´s waardoor het allemaal nog helderder wordt uitgelegd en bewoners de woning beter snappen en gebruiken. We leggen bewoners overigens op meerdere momenten uit hoe de installaties werken en na oplevering kunnen zij ook nog een keer vragen stellen op de terugkomdag.”
De werklieden, wat vinden zij er van? “We horen vaak terug dat zij het prettig vinden om aan een NOM-project te werken. Ze lopen namelijk niet tegen onvoorziene zaken aan. De gevel- en dakmontage zijn voorspelbaar en aan het einde van de dag kunnen ze zonder stress naar huis. In reguliere renovaties kunnen bestaande aansluitingen afwijken van gedateerde bouwtekeningen, waardoor maatwerk tot vertragingen leidt en bewoners geïrriteerd raken: dat levert natuurlijk stress op. Bij NOMprojecten loopt alles soepeler en zijn de bewoners over het algemeen heel blij. Dat geeft natuurlijk toch een andere sfeer op de werkvloer.”
Betekenen al die verbeteringen dan ook een lagere prijs? “We willen het liefst continu productie draaien van zo’n 500 à 600 woningen per jaar. Dan gaat ook de prijs omlaag.
60
januari 2018 | duurzaam gebouwd
“De gevel- en dakmontage in een NOM-project zijn voorspelbaar. Aan het einde van de dag kunnen werklieden zonder stress naar huis.”
Gelukkig is er steeds meer vraag naar NOM: corporaties zien dat het de meest rendabele investering is, waarvan bewoners ook nog eens heel blij worden. NOM is een kans voor corporaties, ook qua proces. Bij NOM hoeven ze vrij weinig te doen, behalve inkopen en dan loslaten. Wij doen de rest, ook het onderhoud. Ik zie de toekomst zonnig in, wat dat betreft.”
BAM werkt met het NOM Keur, heeft dat voordelen? “Het versnelt het vergunningsproces inzake flora en fauna. Dat alleen al is een groot voordeel. Het is best een inspanning om al die nestkastjes te integreren in je product, maar het proces van de renovatie gaat daardoor wel echt een stuk sneller. Daarnaast zien wij het als een
‘Met onze rekenmethodiek kunnen bewoners exact berekenen wat de kosten van hun energierekening worden’
kwaliteitsgarantie, net als je BOVAG hebt voor garages. Klanten weten door het NOM Keur dat ze bij ons product kunnen rekenen op kwaliteit, gegarandeerd!”
duurzaam gebouwd | januari 2018
61
WWW.NIEMAN.NL INFO@NIEMAN.NL
©Finch Buildings
Hoogwaardige stapelbare ‘all electric’ woningen van massief hout Finch Buildings is een modulair bouwsysteem dat voldoet aan alle eisen van het Bouwbesluit Nieuwbouw. De gestapelde eenpersoonswoningen zijn opgetrokken vanuit massief hout en zijn allemaal voorzien van een eigen keuken, badkamer en verwarming.
Amsterdam. De eerste gerealiseerde woonstudio’s zijn geplaatst in de Sumatrastraat in Leiden. Tijdens de ontwikkelingsfase heeft Nieman integraal geadviseerd op het gebied van brandveiligheid, bouwregelgeving, bouwfysica, akoestiek en energiezuinigheid. Zo zijn er in een mock-up opstelling meerdere lucht-contactgeluid metingen uitgevoerd om te kunnen vaststellen welk type vloerconstructie benodigd is om de Finch modules te laten voldoen aan De woonstudio’s zijn ‘all-electric’, hebben triplebeglazing, zijn volledig van hout gemaakt, zijn prefab ontwikkeld en hebben een de lucht-contact geluidseisen conform Bouwbesluit 2012. Voor de energie-index van 0,77. Bij tijdelijk gebruik kunnen de woningen modules in Leiden zijn ook luchtdichtheidsmetingen uitgevoerd. op een andere locatie opnieuw gebruikt worden. De eerste Finch Wilt u meer weten over ‘all electric’ wonen, neemt u dan contact met ons op. Buildings modules waren in 2016 tentoongesteld in FaBCity in
Nieman Groep B.V. Vestiging Utrecht Atoomweg 400 Postbus 40217 3504 AA Utrecht T 030 - 241 34 27 Vestiging Zwolle Dr. Van Lookeren Campagneweg 16 Postbus 40147 8004 DC Zwolle T 038 - 467 00 30
De Nieman Groep bestaat uit: Nieman Raadgevende Ingenieurs, Nieman-Valk Technisch Adviesbureau, Nieman-Kettlitz Gevel-en Dakadvies en Nieman Kwaliteitsborging.
Elektrische geiser Een oplossing voor het warme tapwater in de energietransitie. Het ideale warmtapwaterapparaat ! Made in Germany. www.clage.nl
Prefab en BIM sleutelwoorden voor ontwikkelingen Carlisle Construction Materials
EPDM-specialist neemt adviserende rol op zich Het in Kampen gevestigde Carlisle Construction Materials BV viert meer dan vijftig jaar ervaring op het gebied van dakbedekking. Als producent van de EPDM-dakbedekking van de merken HERTALAN® en RESITRIX® ziet de leverancier van duurzame schiloplossingen zijn rol in bouwprocessen veranderen. Tekst: Marvin van Kempen, Beeld: Carlisle Construction Materials BV
Begin jaren ‘60 vestigde Carlisle zich als Hertel Rubber Products in Kampen. Wat begon als een productiefaciliteit voor rubberen profielen, groeide uit tot verwerking van synthetische rubber membranen, dakbanen en stroken en EPDM. “Dit werd ondergebracht onder de naam HERTALAN®”, zegt manager sales Nederland Hans ter Horst van Carlisle Construction Materials BV. “Tegenwoordig is ons kantoor en productielocatie in Kampen nog steeds de uitvalsbasis voor de merken HERTALAN® en RESITRIX®, ondergebracht onder de vlag van Carlisle Construction Materials, kortweg CCM.” Nog voordat het 50-jarige jubileum werd gevierd in 2015, was er reden voor een extra feestje. “Een aantal jaren daarvoor, in 2011, werden de nieuwbouw in Roemenië en de tweede productielijn in Kampen gevierd”, vertelt senior marketing manager Benno Nijenhuis. “In Roemenië spreken we van zo’n 8.000 vierkante meter extra vloeroppervlakte. De tweede nieuwe productielijn en de internationale groei laten zien dat we hard aan de weg timmeren en investeren om onze klanten optimaal te bedienen.”
Zien is geloven In de Verenigde Staten geniet EPDM dakbedekking al decennia van populariteit, maar in Nederland is er vanaf 2007 pas sprake van een echte opmars. “In dat jaar steeg de groei van EPDM naar 10% van het totaal en nu tien jaar later zitten we al op 21%. Het materiaal wint terrein, omdat het bestand is tegen ozon en UV-straling. Daarnaast heeft het een lange gebruiksduur van vijftig jaar: EPDM-rubber is zo goed als onverwoestbaar. Een andere belangrijke eigenschap is de flexibiliteit en luchtdichtheid”, aldus Nijenhuis. De oplossingen zijn te vinden op meerdere bekende en bijzondere Nederlandse projecten. “Je ziet niet altijd dat er een dakbedekking van ons ligt”, lacht Ter Horst. “Maar we zijn betrokken bij projecten als de Markthal in
64
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Benno Nijenhuis.
Hans ter Horst.
Rotterdam en het Europese hoofdkantoor van Shimano in Eindhoven. In Rotterdam verzorgden we de bedekking van de Markthal-balkons, waar we RESITRIX® dakbanen en HARDCAST® tapes toepasten. Bij Shimano bevestigden onze verwerkers voor 2.500 vierkante meter aan EPDMdakbanen van RESITRIX® MB.” Recente blikvanger is de Pontsteiger (lees ook het grote artikel in Duurzaam Gebouwd Magazine #38), waar zo’n 1.000 prefab HERTALAN® EPDM-manchetten en 300 HERTALAN® EPDM-membranen worden toegepast. Prefab produceren en vervolgens plug-and-play op de bouwplaats bevestigen van onderdelen staat haaks op het reguliere bouwproces. “De voordelen van deze aanpak zijn duidelijk. Het is niet meer noodzakelijk om allerlei materialen naar de bouwplaats mee te slepen en daar af te werken. Door met prefab te werken maken we zoveel mogelijk kant-en-klaar in de fabriek, zodat het op de bouwplaats eenvoudig is om het paneel in de gevel te verwerken”, aldus Nijenhuis. Voor hoge gebouwen zoals de 90 meter tellende Pontsteiger is deze bouwmethodiek geen overbodige luxe. “Dergelijke gebouwen zijn uitermate
Partner uitgelicht
geschikt. Vaak is er weinig ruimte om te manoeuvreren en is het de bedoeling om binnen een korte tijd veel elementen te implementeren”, vervolgt Nijenhuis.
Naar een hoger detailniveau In het geval van de Pontsteiger is het volledige project in BIM uitgewerkt. “Carlisle Construction Materials gaat ook haar systemen in BIM uitwerken, zodat architecten en bouwers hiermee aan de slag kunnen”, aldus Ter Horst over de ambities met modellering. “Al jarenlang werken we met BouwConnect [grote BIM-database. red.] en leveren we voor verschillende projecten Revit-stukken aan. Op dit moment is LOD300 [level of detail, ofwel: detailniveau, red.]de maatstaf. Dat kan hoger en we willen naar een situatie toe waarin meer level of detail wordt gevraagd door een opdrachtgever. Op die manier kunnen we de grootste meerwaarde bereiken en bieden. Op hoger detailniveau zoals LOD400 en LOD500 ligt maatwerk binnen handbereik. We kunnen dan isolatie, EPDM en meer elementen toevoegen aan het model. Daardoor heb je een veel completer beeld van het project”, aldus Ter Horst. Meer detailniveau maakt het contact tussen opdrachtgevers en leveranciers nauwer. “Dat is broodnodig. We moeten in een vroeger stadium samenkomen en tot de beste specialistische oplossingen komen. De rollen van
“Door met prefab te werken maken we zoveel mogelijk kant-enklaar in de fabriek.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
65
Meer met mensen bezig dan met stenen. Duurzaamheidsambities in de praktijk. Om aan energie- en duurzaamheidseisen voor sociale huurwoningen te voldoen is vaak een nieuw dak, nieuwe installaties en vergaande isolatie nodig. Heijmans renoveert meerdere woningportefeuilles van corporaties. Zo ook de 184 appartementen van de Castorflat in Groningen, waar voornamelijk zeventigplussers wonen. Bewoners bleven tijdens inpandige renovatiewerkzaamheden in hun huis wonen. Bijzonder, want de werkzaamheden waren ingrijpend, van de installatie van een nieuwe cv-installatie, keuken, badkamer en toilet. Optimale voorbereiding Ruim voor aanvang van de werkzaamheden is samen met de opdrachtgever gekeken naar de mogelijkheden en beperkingen binnen dit project. Hierbij is de persoonlijke situatie van alle bewoners in kaart gebracht. Resultaat? Een plan van aanpak gericht op minimale overlast.
Intensief contact Vakmensen, geselecteerd op hun sterke sociale vaardigheden en flexibiliteit, hebben intensief contact gehad met de bewoners en maakten een hoge mate van ontzorgen waar. Van het leeghalen van keukenkastjes tot het bijstaan van een bewoner gedurende een verdrietige periode. Maatwerk Dit betekent dat er maatwerk wordt geleverd; de aanpak en werkwijze verschilden per appartement. Daarbij was er extra aandacht voor het welzijn en de persoonlijke omstandigheden van de bewoners. De bouwwerkzaamheden startten bijvoorbeeld pas nadat de thuiszorg in de ochtend was geweest.
Heijmans Woningbouw B.V. - 5248 JT Rosmalen - Tel. 073 -543 5064 - www.heijmans.nl
Partner uitgelicht
“Door transparant te zijn over de levensduur van ons product kunnen we opdrachtgevers zekerheid bieden.”
diverse bouwpartijen veranderen dan ook, waaronder die van de aannemer”, vindt Nijenhuis. In het geval van de Pontsteiger lijkt die nog het meest op die van een assembleur, een partij die oplossingen samenstelt, samenbrengt en langdurig betrokken blijft bij de renovatie of nieuwbouw. “In de toekomst gaan we dit steeds vaker zien, met een grotere verantwoordelijk voor de aannemer. Onze rol verandert ook. Wij worden vaker vroegtijdig in het proces betrokken en pakken een adviseursrol op. Daarnaast zien we een grotere focus op bouwen in de fabriek en in elkaar zetten op de bouwplaats”, voegt Ter Horst toe.
Onderzoek naar levensduur Recentelijk neemt de aandacht toe voor gebouwen met een materialenpaspoort, aangewakkerd door het Madaster. “Als je je gebouw als grondstoffenbank ziet, is het van belang om exact te weten welke materialen erin zitten. Door transparant te zijn over de levensduur van ons product kunnen we opdrachtgevers zekerheid bieden”, vertelt Nijenhuis. Om dat kracht bij te zetten liet CCM zich certificeren op diverse domeinen. Zo bezit de EPDMspecialist de traditionele KOMO, BBA en ATG-certificaten. “Daarnaast hebben we European Product Declaration (EPD) en DUBO Keurmerken voor onze oplossingen. Hierdoor kunnen we meer en uitgebreide informatie geven over de levenscyclus”, aldus Nijenhuis. Een EPDM-dak heeft een gebruiksduur van vijftig, wellicht zelfs zestig jaar. “Die claim doen we niet ongegrond. De conclusie komt uit een onderzoek gehouden in de jaren ‘90 door Leopold Glöck, voormalig onderzoeker
bij Süddeutschen Kunstoff-Zentrum (SDK)”, vervolgt Ter Horst. Het onderzoekscentrum onderwierp in de praktijk verwerkte EPDM-dakbanen aan allerlei tests. “Ze onderzochten 39 daken in Duitsland, Oostenrijk, Nederland en Zweden. Om een goed overzicht te krijgen, bekeek het instituut zowel bedekking die pas een aantal jaar op het dak lag als daken die al dertig jaar trouwe dienst deden”, licht Ter Horst toe. De resultaten werden vergeleken met nieuwe EPDM-banen. “Op alle onderzochte daken bleek dat de elastomeer EPDMdakbedekking nog prima functioneerde. Daarnaast waren alle banen nog waterdicht, niet onbelangrijk. Dan was er nog de vraag in hoeverre deze gegevens te extrapoleren waren naar een verwachte levensduur van de daken”, zegt Nijenhuis. Om die vraag te beantwoorden ontwierp het onderzoeksteam een procedure waarbij ze de dakbanen kunstmatig verouderden. “Ze stelden de monsters bloot aan verschillende temperaturen, tussen de 80 en 110 graden Celsius, voor korte en langere periodes. Ook werden ze blootgesteld aan UV-straling. Daarnaast werd het materiaal machinaal uitgerekt. Als het breekt voordat het tot anderhalf keer de originele lengte is opgerekt, is de maximale levensduur bereikt”, vertelt Nijenhuis over het onderzoek. Het materiaal doorstond de testen en kreeg zelfs een gebruiksduurduurverwachting van meer dan zeventig jaar toebedeeld. “Door hier veiligheidsmarges op los te laten geven wij aan dat de dakbanen vijftig jaar gebruiksduur hebben. Op het moment dat wordt gesproken over herbestemming van een gebouw, kan de dakbedekking vaak nog jaren mee. Dat is de ultieme duurzaamheid”, besluit Ter Horst.
duurzaam gebouwd | januari 2018
67
Focus Koninklijke BAM Groep en Slokker Bouwgroep ligt op NOM-woningen
‘FSC-hout wordt de standaard’ Voor het tweede jaar op rij voert Koninklijke BAM Groep de Forest50-lijst aan. FSC Nederland heeft deze ranglijst drie jaar geleden geïntroduceerd om de transparantie over het gebruik van hout uit verantwoord beheerde bossen te bevorderen. “De grootste bouwbedrijven staan hoog op deze lijst en beslissen hiermee dat duurzaam hout de standaard wordt.” Tekst: Tim van Dorsten
De deelnemers aan dit rondetafelgesprek, met van links naar rechts: Roel Nozeman (FSC Nederland), Bob van den Mosselaar (Slokker Bouwgroep), John Mak (W/E adviseurs), Willem Otter (BAM Groep) en Ben Spiering (De Bouwagenda).
Op het hoofdkantoor van Forest50-winnaar Koninklijke BAM Groep vraagt Roel Nozeman van FSC Nederland aan BAM Wonen-directeur Willem Otter hoe zijn bouwbedrijf een inkooppercentage van 98% duurzaam hout heeft gerealiseerd. “We focussen hierop”, legt Otter uit. “We hebben gezegd: ‘Dit gaan we doen.’ Zo is er geen speld meer tussen te krijgen. Want in de waan van de dag kiezen
68
januari 2018 | duurzaam gebouwd
inkopers anders toch voor de goedkopere, niet-duurzame houtsoort.”
Financieel voordeel Deze keuze heeft BAM financieel voordeel bezorgd. “We kopen nu alleen nog FSC-hout in. Dit scheelt opslagruimte en inkoopkosten bij onze leveranciers en onderaannemers:
Rondetafelgesprek
‘Duurzaam hout kost wel iets meer, maar als je alle kosten meeneemt dan ben je goedkoper uit’
maar de grootste bouwbedrijven van Nederland bepalen wel hoe de markt er straks uitziet.” Volgens hem blijkt dit ook uit de Forest50-lijst. “De grootste bouwbedrijven staan hoog op deze lijst en beslissen zo dat duurzaam hout de standaard wordt.”
Ondersteuning in de markt
De top 20 van de Forest 20 in 2017. Opvallend is dat alleen de top-5 een voldoende scoort.
zij slaan nu slechts één soort hout op. Duurzaam hout kost wel iets meer, maar als je alle kosten meeneemt dan ben je goedkoper uit.” “Standaardisatie levert dus geld op”, concludeert Ben Spiering van De Bouwagenda. “Wat was jullie motivatie voor deze keuze?” Volgens Otter heeft dit te maken met BAMs toekomstvisie. “We denken na over hoe de markt eruitziet over vijf tot tien jaar. Hierop willen we ons voorbereiden, om ook dan voorop te lopen.” Dit geldt ook voor circulariteit. “We denken nu al na hoe we in databases verwerken welke gebouwen welke materialen bevatten.” “Dus jullie anticiperen op de overheidsregulering om de bouwsector en de maatschappij te verduurzamen?”, vraagt Spierings. Otter beaamt dit: “We moeten continu de rust en tijd hebben om vooruit te kijken en in te spelen op toekomstige trends. Wij kunnen er natuurlijk naast zitten,
Voor nummer twee Slokker Bouwgroep geldt grotendeels hetzelfde verhaal, laat directeur Bob van den Mosselaar weten. “Wij zijn sinds 2007 FSC-gecertificeerd om onze maatschappelijke verantwoordelijkheid te benadrukken. Door onze visie duidelijk te communiceren en de ondersteuning die we bij marktpartijen vonden, konden we vrij eenvoudig onze jaarlijkse doelstellingen – waaronder het gebruik van duurzaam hout – behalen.” Marktpartijen spelen hierbij een belangrijke rol. “In 2012 hebben we beleidsmatig vastgesteld dat vanaf dat moment al ons balkhout en plaatmateriaal van FSC-hout moeten zijn. Maar als onze toeleveranciers hierin niet voorzien, dan hebben we een probleem. Gelukkig vonden wij hierbij ondersteuning bij houtgroothandels: zij leveren ons standaard FSC-hout.” Volgens John Mak van W/E adviseurs klagen sommige partijen dat FSC-hout niet goed verkrijgbaar is. “We zitten in een vraaggestuurde markt”, vindt Van den Mosselaar. “Als grote bouwbedrijven niet vragen om FSChout, dan komt dit er nooit. Inmiddels leveren we onze opdrachtgevers altijd duurzaam hout, ook als ze er niet om vragen.” Ook opdrachtgevers moeten hierom vragen, meent Mak. “Juist hun vraag is belangrijk, want anders hebben leveranciers van FSC-hout een slechtere concurrentiepositie. Gelukkig is de overheid als opdrachtgever hiermee begonnen en hebben jullie als koplopers de overheidsvraag om FSC-hout opgepakt.” Daarnaast is hij ervan overtuigd dat standaardisatie bij bouwbedrijven de enige manier is om meer FSC-hout in bouwprojecten te krijgen. “Als het soms wel en soms niet gebeurt, gaat het eerder fout.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
69
Bouwtrend. De meest complete marktinformatie over nieuwbouwwoningen vanuit energieprestatieberekeningen Bouwtrend is dĂŠ online tool waarmee u alle kenmerken van de Nederlandse woningbouw
WAAROM BOUWTREND?
kunt analyseren. Zo heeft u inzicht in de gemiddelde grootte van de woningen, verdeling in woningtypes, toegepaste installaties, isolatiewaarden en energieprestaties. De gegevens zijn afkomstig van vrijwel alle energieprestatieberekeningen die in Nederland
Altijd actueel Dagelijks de laatste data beschikbaar.
worden opgesteld. Omdat deze berekeningen ruim voor de oplevering worden gemaakt, heeft u nu al inzicht in de toekomst en de belangrijkste trends en ontwikkelingen van de Nederlandse woningbouw. Bouwtrend is er voor adviesbureaus, overheden en brancheverenigingen. Maar ook voor
Betrouwbaar en compleet Analyseer 95% van alle energieprestatieberekeningen. Toekomstgericht
bijvoorbeeld projectontwikkelaars, aannemers en andere commerciĂŤle partijen in de
Nu al inzicht in kenmerken van woningen die nog
bouw-, energie- en installatiebranche. Bent u leverancier van installatiesystemen of
gebouwd worden.
bouwmaterialen? Dan laat Bouwtrend u bovendien zien hoe vaak uw producten zijn opgenomen in de EPC-berekeningen en hoe u presteert ten opzichte van uw concurrenten.
Concurrentiepositie
Nooit eerder beschikte u over zoveel waardevolle en betrouwbare informatie voor uw
Inzicht in hoe u presteert ten opzichte van
onderzoek, strategie, beleid, marketingplannen en salesactiviteiten. Wilt u weten wat
uw concurrenten.
Bouwtrend voor u kan betekenen? Nieuwe inzichten
Ga naar www.bouwtrend.nl of bel 070 204 40 67 voor een online presentatie.
Ontdek zelf trends die u nog nooit eerder kon zien.
Bouwtrend B.V. | Casuariestraat 5 | 2511 VB Den Haag | +31 (0)70 204 40 67 | www.bouwtrend.nl
Rondetafelgesprek
‘Je kunt veel materialen hergebruiken, maar kijk dan ook naar het energieverbruik en de CO2-uitstoot’
Nozeman merkt hierbij op dat hij in het materialenpaspoort de winst voor het klimaat mist. “Je kunt veel materialen hergebruiken, maar kijk dan ook naar het energieverbruik en de CO2-uitstoot.” Hierop laat Mak weten dat Madaster met W/E adviseurs in gesprek is. “Ze wil het gebouwenpaspoort over de hele levenscyclus aan de MPG-berekening koppelen. Dit moet voor een goed beeld zorgen.”
NOM-woningen blijven Nul op de meter
Grenswaarde MPG sinds 2018 Om van FSC-hout de nieuwe norm te maken, beschikt de overheid onder meer over de Milieuprestatie Gebouwen (MPG), zegt Spiering. “Deze heeft sinds 1 januari 2018 een grenswaarde van € 1 per m2 bvo.” Mak ziet dit echter niet als een goede stok achter de deur. “De MPG schrijft niets voor; je kunt die grenswaarde op verschillende manieren bereiken. Als er echt iets niet door de beugel kan, zoals asbest of een loden leiding, komt er een rode vlag bij te staan. Maar ik denk niet dat dit met niet-duurzaam hout gaat gebeuren.” Otter pleit ervoor dat de overheid de belasting op nietduurzaam hout sterk moet verhogen. “Aan de ene kant ontvangt ze zo veel geld. Daarnaast toont dit ondernemers dat duurzaamheid loont. Ook pak je zo partijen erbij, die de overheid niet stuurt.” Ook Spiering ziet daar heil in. “Dit soort financiële prikkels zijn nodig om de gestelde doelen te behalen.” Dit beaamt Mak. “Als je als overheid niet wil dat eindige materialen worden gebruikt, belast het dan.” Als samenvoeging van de MPG met de Energieprestatie Gebouwen (EPG) bestaat de zogeheten Duurzaamheidsprestatie Gebouwen. Is die DPG de meest objectieve manier van meten, wil Spiering weten. “Om je doelen te bereiken, moet het draagvlak zo groot mogelijk zijn bij degenen die hierop invloed hebben”, vindt Van den Mosselaar. “Dat kan met objectieve getallen: wat gebeurt als ik materiaal A of B toepas? Zo haal je het wantrouwen weg. De DPG laat zien welke combinaties voor het project in kwestie het meest duurzaam zijn, op het gebied van materiaal en CO2-reductie.”
Otter geeft aan dat BAM in de realisatiefase van Nul-opde-meterwoningen hogere kosten maakt. “We blijven bij deze projecten zo’n veertig jaar betrokken, waarin deze woningen al die tijd Nul-op-de-meter moeten blijven. Door meer te investeren in deze woningen, zorgen we ervoor dat ze van een betere kwaliteit zijn. In tegenstelling tot de woningen uit de jaren vijftig en zestig hoeven deze nieuwe huizen niet over vijftig jaar gesloopt te worden.” Zijn doel is om met alle techniek, technologie, kennis en kunde te zorgen voor minimaal hetzelfde comfort voor de bewoners. “Maar dan energiezuinig. Wil je mensen verleiden om in zo’n huis te wonen, zorg er dan voor zorgen dat zo’n huis comfortabeler is.” Mak merkt hierbij op dat de bewoners geen last van de techniek moeten hebben. “Zorg voor een robuuste woning.”
Blik op toekomst Tot slot verwachten Otter en Van den Mosselaar dat er niet snel woonwijken van FSC-hout komen. “Hout is wel een goede optie om duurzaam te bouwen, maar geldt vooral als uitbreiding van het totale palet aan duurzaamheidsoplossingen”, vindt Van den Mosselaar. Dit beaamt Otter. “De ideale oplossing is in mijn ogen een combinatie van diverse soorten materialen. Klanten willen echter geen huis van hout of met een houten skelet.” Volgens Mak is dat perceptie. “Denk maar eens aan het sprookje van de drie biggetjes: de wolf blaast het huis van stro en hout om, maar het stenen huis blijft staan. Maar in Duitsland en Scandinavische landen zijn houten huizen veel gangbaarder.”
Meer aandacht voor gebruiksfase Volgens Otter moet de volledige levenscyclus van woningen in de DPG-berekening meer aandacht krijgen. “Slechts 23% van bijvoorbeeld de CO2-uitstoot vindt plaats tijdens de realisatiefase, de rest tijdens de gebruiksfase. Om voor de meeste impact te zorgen, moeten we zo snel mogelijk alle woningen Nul-op-de-meter maken. Tijdens het gebruik wekken ze dan evenveel energie op als ze verbruiken. Dan hou je enkel die 23% CO2-uitstoot over. De overheid moet zeggen: ‘In steden willen we alleen nog Nul-op-de-meterwoningen.’ Dat zorgt voor een enorme CO2-reductie.”
‘Als grote bouwbedrijven niet vragen om FSC-hout, dan komt dit er nooit’ duurzaam gebouwd | januari 2018
71
Energieopslag was de missing link Dat ontdekte ing. Aris de Groot bij het ontwikkelen van een energieneutraal kantoorpand in Uden. Door energie te bufferen wordt het mogelijk seizoenen te overbruggen. Ecovat kan daarom een belangrijk puzzelstukje zijn in de energietransitie. Tekst en beeld: Tom de Hoog
Managing director Aris de Groot in de productiehal van Ecovat in Oss, bij het gele werkplatform. Dit platform schuift over de mal heen, waarmee de isolatie voor Ecovat wordt gemaakt.
72
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Het grote idee
‘Ecovat is eigenlijk een geavanceerde grote ondergrondse thermosfles’
Illustratie van een Ecovat in de omgeving. (bron: Ecovat)
Wat was aanleiding om over energieopslag na te denken? “In een energieneutraal kantoor in Uden pasten we vanuit mijn toenmalige bedrijf voor installatietechniek en energiebeheer diverse energiebesparende zaken toe, zoals betonkernactivering en grondbuisventilatie. Toen het klaar was, optimaliseerden we het gebouwbeheersysteem. Zo kwam ik erachter dat betonkernactivering traag is en met een lage temperatuur werkt. Dat leidde eind 2012 tot het nadenken over een thermische opslag en daar is uiteindelijk het Ecovat uit ontstaan.”
Wat is een Ecovat? “Het kleinste Ecovat heeft een diameter van 30 meter en is 30 meter diep. Het vat bestaat uit beton, gerecycled glas als isolatiemateriaal en warmtewisselaars per laag. Het is eigenlijk een geavanceerde grote ondergrondse thermosfles voor de warmtevraag van woningen. Water kan bijvoorbeeld ’s zomers op 95 graden worden gebracht voor gebruik in de winter. Daarnaast kan het Ecovat het net ontlasten door op gunstige opwekkingsmomenten duurzame energie te ‘oogsten’ en op te slaan. Dat maakt ook dynamische capaciteitstarieven mogelijk: energie die je tegen een lage prijs binnenhaalt, kun je tegen NDMAtarieven in de winter leveren.”
is een dienst die wij leveren: het is een servicemodule waarin we de complete infrastructuur aanbieden aan gebiedsontwikkelaars en gemeentes.”
Voor wie is het een oplossing? “Nieuwbouwprojecten vanaf 200 woningen of meer zijn voor ons het meest interessant, omdat je daar een totaaloplossing kunt realiseren samen met andere stakeholders. In de gebouwde omgeving is de waarde van de opgeslagen energie het hoogst.”
Hoe gaat Ecovat de verduurzaming van Nederland helpen? “De klant is uiteindelijk niet geïnteresseerd in technologie, maar uitsluitend in de voordelen ervan. En dat tegen een zo laag mogelijke prijs. Als het dan 100% duurzaam is, vindt die klant het prima.”
Waar staat Ecovat over vijf jaar? “Nu zijn er al projecten in België en Duitsland. In Nederland verwachten we een Ecovat te kunnen plaatsen bij Het Dorp in Arnhem. Het is nu sterk verouderd en de eigenaar is een 100% duurzame herontwikkeling gestart. Over vijf jaar zijn we binnen Europa toonaangevend met thermische opslag.”
Hoe werkt het? “Warm water stijgt op. Met slimme software kunnen we temperatuurlagen in het vat aan- en uitzetten. Ons octrooi is gebaseerd op het feit dat we het medium dat in de tank zit, kunnen sturen op energiekwaliteit. Is de buitentemperatuur bijvoorbeeld 15 graden, dan heb je geen 40 graden nodig om je gebouw te verwarmen: dan is 25 graden genoeg. Bij min 10 graden ligt dat uiteraard anders. De software waarmee we het systeem sturen,
Het grote idee In deze nieuwe rubriek 'Het grote idee' van Duurzaam Gebouwd tonen we nieuwe ideeën van relatief kleine bedrijven. Aris de Groot van Ecovat zorgt voor de aftrap. Wilt u ook in deze rubriek komen? Mail ons dan op redactie@duurzaamgebouwd.nl.
duurzaam gebouwd | januari 2018
73
Madaster-oprichters Thomas Rau (links) en Pablo van den Bosch: “Er zijn 33 ‘Kennedy’s’ toegetreden bij Madaster.” (foto: Madaster)
‘Madaster is als een smartphone. Nu de apps nog’ Dat zegt Thomas Rau over de rol die Madaster heeft als registratieplatform voor de gebouwde omgeving. Nu Madaster live is, kan de markt er onder voorwaarden gebruik van maken. Om dat gebruik te overzien, is het bestuur van de Madaster Foundation uitgebreid. Internationale groei staat ook op de agenda. Tekst: Tom de Hoog
Het is snel gegaan met Madaster sinds februari dit jaar. Rau: “Toen we met Madaster begonnen, vroeg iedereen ‘Wat kunnen we ermee, wat hebben we eraan? Inmiddels is duidelijk dat Madaster een toegevoegde waarde heeft. Kijk naar de toegetreden ‘Kennedy’s’: we
74
januari 2018 | duurzaam gebouwd
hebben inmiddels het streefaantal van 33 bereikt. De financiële wereld, de accountancy, een producent en de bouwwereld zijn vertegenwoordigd. Dit soort partijen geeft aan dat men de waardecreatie door Madaster inziet.”
Achtergrond
Data uploaden Pablo van den Bosch van Madaster benadrukt dat het een kwestie van tijd is om het platform verder te vullen. “De ‘Kennedy’s’ hebben meegedacht en informatie over hun panden beschikbaar gesteld. Er staat nu ruim 200.000 m2 vloeroppervlak geregistreerd, waaronder twee ziekenhuizen, een hoofdkantoor van een sportkledingmerk, bankgebouwen en van aannemers diverse rijtjeswoningen. Het is een kwestie van tijd om dat verder aan te vullen. Het plaatsen van informatie uit het Building Information Model (BIM) is een perfecte basis. Informatie uploaden in de vorm van een jpeg-, pdf- of Excel-bestand is ook mogelijk. Dat is voor particuliere woningeigenaren prettig, want die kunnen tegen een geringe jaarlijkse vergoeding hun gegevens opslaan in Madaster.” Dat onderschrijft Rau: “De kosten zijn bewust beperkt om de drempel laag te houden en het bezoek aan Madaster.com te stimuleren.”
Rol van Madaster Rau meldt dat het erom gaat een ‘Madastrale kaart van Nederland’ te krijgen om zo te weten wat de limited editions zijn van materialen en in welke gebouwen die zich bevinden. “Zie Madaster als een smartphone, waarvoor marktpartijen apps kunnen maken. Hoe belangrijk die informatie kan zijn? Denk aan de brand in het appartementencomplex in Londen vorig jaar. Was er een bestand als Madaster beschikbaar geweest, dan wisten we nu waar al de brandgevaarlijke gevelplaten van dat type gebruikt zijn. Nu weet niemand dat. Kijk in Nederland naar asbest, die ‘cementgebonden vezelplaten’ waarvan we nu weten dat daaraan een groot gezondheidsrisico verbonden is. Niemand weet waar dat is toegepast en het is bij elke sloop van een pand een verrassing wat er tevoorschijn komt. Met Madaster weet je het straks wel. Kijk ook naar verzekeraars die inzicht krijgen in de brandlast van een gebouw. Zo kunnen zij premie vaststellen aan de hand van de werkelijke waarde van het object. Enkele banken willen tot 2030 in principe alleen nog maar hypotheken verstrekken voor gebouwen met energielabel A. Alle data daarvoor zitten in Madaster. Per gebouw is een energielabel of MPG te maken dat een reële weergave is van de werkelijkheid. Of denk aan BREEAM, ook daar is een koppeling mogelijk. De apps die partijen kunnen maken, zijn filters die een specifiek perspectief op de Madaster-data geven.” Van den Bosch benadrukt de publieke functie van Madaster: “Het doel van Madaster is een stabiele, erkende, brede en rijke database. Data die alleen met toestemming van de informatie-eigenaar voor commerciële en andere doelen gebruikt mag worden. Belangrijk vinden wij ook dat iedereen op gelijke voorwaarden toegang heeft tot die data.”
Expertsessies gaan de diepte in Eind 2017 hield Madaster enkele expertsessies om met name koplopers uit de bouwwereld kennis te laten maken met de mogelijkheden van het platform. In een van de sessies was de focus het toepassen van BIM. “Met zo’n 25 man bespraken we op de locatie van ‘Kennedy’ Schiphol de vraag of BIM goed aansluit op Madaster”, vertelt Van den Bosch. “En of de organisaties van de deelnemers zelf voldoende BIM-kennis hebben om goed met dit gereedschap om te gaan. Ook de vraag of alle circulaire informatie via BIM is vast te leggen kwam aan de orde. Er was overeenstemming dat Madaster een perfect platform is voor het koppelen van bestaande initiatieven: de basisinformatie wordt aangereikt via BIM-modellen. Bijvoorbeeld producenten van bouwmaterialen of materiaaldatabases zorgen dan voor verrijking van deze data via het linked-dataprincipe. Dit voorkomt dat de gebouweigenaar of gebruiker met een wirwar van platforms te maken krijgt.”
zegt hij. Daarbij verwacht Rau dat de datakwaliteit zal toenemen door de reacties uit de markt en de vragen die partijen aan eigenaren (van informatie) stellen. Hij denkt ook dat de transparantie van de data een soort zelfzuiverend systeem oproept. “Toezichthouders en dienstverleners als accountants zullen de data controleren en zo neemt de kwaliteit toe”, vult Van den Bosch aan. De verwachte groei van Madaster brengt volgens hem een noodzakelijke versteviging van het stichtingsbestuur met zich mee. “Het vijfkoppige stichtingsbestuur controleert straks bijvoorbeeld of data uit Madaster juist wordt gebruikt. Thomas en ik maken daar voorlopig deel van uit. Daarnaast treedt Ken Webster, verbonden aan de Ellen MacArthur Foundation, op persoonlijke titel toe tot het stichtingsbestuur. Uit Nederland neemt Lex de Boer, bestuurder van de woningcorporatie Lefier, en Carol Lemmens, Global Director van ARUP zitting.”
Zelfzuiverend door transparantie Het platform geeft volgens Rau aan hoeveel relevante data is gegenereerd en wat nog ontbreekt. Dat laatste wordt uitgedrukt in percentages. “Madaster is kwantitatief en heeft geen oordeel over de kwaliteit van ingevoerde data”,
‘ Verzekeraars krijgen inzicht in de brandlast van een gebouw’ duurzaam gebouwd | januari 2018
75
DUURZAAM , COMFORTABEL EN BETAALBAAR WONEN
Alles onder 1 dak Van ontwikkeling tot realisatie
Lage Total Cost of Ownership Lage energiekosten en onderhoudsarm
Circulair bouwen Innovatieve droogbouw
Duurzame NOM woningen met lage Total Cost of Ownership Earth and Eternity biedt een totaalconcept voor betaalbare en comfortabele Nul-Op-de-Meter woningen. Woningen die circulair gebouwd worden met duurzame, onderhoudsarme materialen. De energiebehoefte is laag door een hoogwaardig isolatiepakket en de eigen energie wordt opgewekt met zonnepanelen en zonnecollectoren. Samen met een gunstige groene hypotheek staat dit voor lage lasten over de gehele levensduur van de woning. Meer informatie? Bel Erik Schampers 06-12044418
info@earthandeternity.nl
www.earthandeternity.nl
Achtergrond
Madaster ging live op 29 september 2017. (foto: Tom de Hoog)
Samenwerken en verbinden Rau en Van den Bosch hebben de afgelopen maanden met een groot aantal partijen overleg gevoerd. Waar sommigen Madaster eerst als concurrent zagen, is dat beeld gekanteld. Steeds meer partijen sluiten aan. Van den Bosch: “Voor het circulair ABN AMRO Paviljoen Circl is op een ander platform een materialenpaspoort aangemaakt. Nu wil men samenwerken met Madaster voor de opslag van de basisinformatie en zelf verder gaan met het ontwikkelen van een app die informatie op een specifieke wijze presenteert. Hetzelfde speelt bij Buildings As Material Banks (BAMB). Ook zij willen graag samenwerken en zien de waarde van registratie op Madaster. We hebben een
‘Internationaal brengen we ‘Kennedy’s’ met elkaar in contact’
open en geen winstgerelateerd model. Dat spreekt mensen aan.” Rau: “EPEA van Michael Braungart doet graag mee. Hij vindt het pure verzamelen van materiaaldata een fantastisch initiatief waarop hij een cradle to cradle filter kan laten bouwen.”
De grens over Ook internationaal trekt Madaster aandacht. Van den Bosch: “Zo waren we eind vorig jaar in Portugal, op uitnodiging van het ministerie van Milieu en Infrastructuur. Op een polytechnische hogere school mochten Thomas en ik Madaster presenteren. Daarna heeft een organisatie van jonge Portugese ondernemers met zesduizend leden me uitgenodigd. Zij organiseerde een circulariteitscongres met als spreker onder meer ook Walter Stahel: een van de grondleggers van het idee achter circulaire economie. Ik had daar een missie: de internationale uitrol van Madaster toelichten. Dat plan gaat uit van het vinden van ongeveer vijf initiatiefnemers per land als kwartiermakers, die voor een bescheiden bedrag lid worden van de Nederlandse Madaster-organisatie. Wij helpen en stimuleren dan om 33 lokale ‘Kennedy’s’ te vinden, omdat met dat aantal een stevige basis ontstaat. Is dat gelukt, dan wordt een landafdeling een zelfstandig opererende organisatie onder de Madaster Foundation. Zij kunnen gebruikmaken van het platform en de bijbehorende door ons ontwikkelde tools. Ook brengen we internationaal de ‘Kennedy’s’ met elkaar in contact.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
77
Het bouwteam wil een betonnen donorskelet inzetten, met betonvloeren uit een Utrechts slooppand.
Creatieve ondernemers vinden plek in Hof van Cartesius De circulaire broedplaats Hof van Cartesius trekt sinds 2017 creatieve ondernemers aan, die zoeken naar een groene werkplek. De enthousiastelingen mogen zelf de plek afbouwen, maar dan wel met hergebruikte materialen. Tekst: Marvin van Kempen
Aan de rafelrand van Utrecht lag een braakliggend stuk grond, die initiatiefnemers Bianca en Charlotte Ernst wilden aanpakken. “Drie jaar geleden plaatste de gemeente Utrecht een oproep”, denkt Bianca Ernst terug. “Het gebied ligt in het centrum, omgeven door woonwijken en
78
januari 2018 | duurzaam gebouwd
een bedrijventerrein. De gemeente zocht naar pioniers om hiervan iets bijzonders te maken.” Duurzaamheid en circulariteit vormden twee belangrijke pijlers binnen de uitvraag. “Er waren geen harde
Project
De 10 circulariteitsambities van Het Hof van Cartesius •
•
• •
• •
•
•
• •
Bijna 90% van de materialen is hergebruikt: alle gevelbekleding, de isolerende buitenwand-opbouw, betonnen draagconstructie, kolommen van spoorrails, de raam-deurkozijnen, trap, kabelgoten, verlichting, interieurinrichting. Als allereerste plek in Nederland een betonnen donorskelet uit een slooppand implementeren als dragend constructieelement. Demontabel, flexibel en modulair te bouwen, zodat ook achteraf elementen hergebruikt kunnen worden. Beperken van materiaalgebruik; verbruiken van zo min mogelijke materialen en deze zo onderhoudsarm mogelijk toepassen door slim ontwerpen en bouwen. Efficiënt ruimtegebruik (dubbelgebruik functies/minimale verkeersruimte: ontsluitingen via de binnentuin). Maximaal toepassen van natuurlijke daglichttoetreding (min. 60% transparante gevels richting tuin) en daardoor beperken lichtbronnen. Toepassen duurzame energiesystemen: zonnepanelen op het dak van de werkplaats die alle paviljoens van stroom voorzien. In combinatie met een vloerverwarmingssysteem op een warmtepomp. Groen en gezond bouwen: door de opzet van het hof rondom openbare , klimaatadaptieve binnentuin met mogelijkheid voor stadslandbouw en biodiversiteit. Verder worden groene daken en gevels toegepast. Watersysteem: regenwateropvang in de tuin gebruiken voor toiletspoeling en bewatering tuin. Samen met de eindgebruikers bouwen vanuit een coöperatie: het Hof van Cartesius bouwt het casco en de ondernemer verzorgt zelf de afbouw. Daardoor is de betrokkenheid groot, waardoor een blijvend duurzame ontwikkeling ontstaat.
randvoorwaarden, maar het heeft ons wel geholpen om de uitvraag te winnen. Ons plan was namelijk om groene werkplekken te maken en dit circulair op te zetten. Een groene werkomgeving zorgt immers voor een hogere productiviteit en meer geluk.”
Crowdfunding Toen de zussen de uitvraag wonnen, startte de financieringsuitdaging. “We moesten zelf zorgen voor de benodigde investeringen en de banken stonden niet te springen om ons van het nodige geld te voorzien. In onze zoektocht naar samenwerkingspartners die ons met dit vraagstuk konden helpen, vonden we de verbinding met adviseurs Overmorgen, gespecialiseerd in gebiedsontwikkeling. Daarnaast sloten we een samenwerking met Overvecht Vastgoed, dat het gebied naar een hoger plan wilde brengen.”
Hoewel de duurzaamheidsambities op steun konden rekenen van Overvecht Vastgoed, werden de circulariteitsdoelstellingen niet meteen financieel ondersteund. Door onder andere crowdfunding werden de benodigde middelen bij elkaar gesprokkeld. “Voor het onderdeel circulariteit wilden we gebruikte materialen toepassen. Daarnaast was het doel om het gebouw na bepaalde tijd, bijvoorbeeld dertig jaar, weer uit elkaar te halen en de materialen elders een nieuwe bestemming te geven.” Op dat moment ontbrak het de initiatiefnemers nog aan expertise om de circulaire ambities daadwerkelijk in te vullen. “We vroegen ons af hoe ver we konden gaan met betrekking tot deze ontwikkelingen en welke onderdelen we kunnen hergebruiken. Dankzij een blog van Duurzaam Gebouwd-expert Pim Peters kwamen we in contact met zijn organisatie, IMd Raadgevende Ingenieurs.” IMd boog zich onder andere over het toepassen van een circulaire constructie in de vorm van een donorskelet. “We richten ons op duurzaam construeren, waarbij we zo min mogelijk primaire grondstoffen en energie gebruiken om gebouwen te maken”, vertelt Peters. “Zo ook binnen dit project.”
Donorskelet Een ontwikkeling binnen de circulaire bouw is het hergebruik van een casco bij renovatie en transformatie. “We passen dit steeds vaker toe om bestaande gebouwen een nieuwe bestemming te geven. Dus voor bestaande bouw zijn we het al min of meer gewend om een eerder gebruikt casco toe te passen. Maar wil je ook bij nieuwbouw een bestaand casco gebruiken, dan heb je de uitdaging om daarvoor een geschikt donorskelet te vinden in de omgeving.” In het geval van het Hof wil het bouwteam een betonnen donorskelet inzetten, met betonvloeren uit een Utrechts slooppand. “Daar zijn we nu naar op zoek. Door zo’n skelet in te zetten verlagen we de milieulast met 75%, versus een compleet nieuwe constructie.” Naast de gehoopte tweedehands betonconstructie zet het team diverse circulaire materialen in, waaronder tweedehands houten balken en oude spoorrails. “De ramen, deuren, schuifpuien, stopcontacten en andere elementen zijn gebruikte materialen”, voegt Ernst toe. “Via het netwerk van de sloper kregen we dit aangeboden.” Vanuit de gemeente kreeg het projectteam alle ruimte om voor gebruikte materialen te kiezen. “Het reduceren en minimaliseren van bouwafval vormde een belangrijke pijler binnen de ontwikkeling van dit project. Onze aandacht ging niet alleen uit naar de circulaire constructie en het verlagen van de milieulast maar uiteraard ook naar de constructieve veiligheid”, besluit Peters.
Minder bouwafval De duurzame ontwikkeling bleef niet onopgemerkt. Het Hof kon de afgelopen maanden rekenen op aandacht
duurzaam gebouwd | januari 2018
79
Station Holland Spoor Den Haag, renovatie stationshal en perronkappen (gereed 2017)
CARLISLE® biedt duurzame EPDM afdichtingen voor daken, gevels en gebouwen. Voor elk project een passende oplossing. Maatgerichte service: Individueel technisch advies en productbeoordelingen, van ontwerp tot realisatie. Pontsteiger - ©Arons en Gelauff Architecten (gereed 2017/2018)
Hotel Jakarta Amsterdam ©SeARCH (gereed 2017/2018)
CARLISLE® IS PARTNER VAN
1 FEBRUARI 2018
WWW.CCM-EUROPE.COM
Project
Het Hof kon de afgelopen maanden rekenen op aandacht van ondernemers op zoek naar huisvesting op een centrale plek in Utrecht.
van ondernemers op zoek naar huisvesting op een centrale plek in Utrecht. Ernst: “We kregen veel reacties van ondernemers met een groen hart. Zij waren zelf verantwoordelijk voor de circulaire afbouw van hun werkplek. We hebben nu bijna dertig ondernemers die hun eigen plek hebben in het Hof. We zitten nu vol, maar krijgen nog steeds veel reacties. Dat maakt dat we willen doorgroeien.” De twee paviljoens van Het Hof werden gerealiseerd met 20 m3 minder bouwafval ten opzichte van een vergelijkbaar bouwproject. “We hebben de levensduur van verschillende materialen met meer dan tien jaar verlengd. Dertig meter spoorrails, 275 houten balken, veertien hardhouten deuren en heel veel andere elementen krijgen een nieuw leven in Het Hof”, aldus Bianca Ernst. Uit de realisatie blijkt ook dat circulair bouwen meer uitdagingen met zich meebrengt ten opzichte van het reguliere bouwproces. “Zo waren gaten op de verkeerde plek geboord van koudgewalst staal. Een volgende keer passen we strenger materiaalinspectie toe en organiseren we het op een andere manier. De samenwerking met leveranciers, ontwerpers, bouwers en
Naast de gehoopte tweedehands betonconstructie zet het team diverse circulaire materialen in, waaronder tweedehands houten balken en oude spoorrails.
opdrachtgevers blijft van essentieel belang. Vroegtijdig aan tafel te gaan met betrokkenen was doorslaggevend voor het succes.
duurzaam gebouwd | januari 2018
81
Trappenfabrikant op hoogste trede BREEAM-ladder
Impressie van het nieuwe pand van EeStairs.
‘Als we iets doen, dan doen we het goed’
Trappenfabrikant EeStairs Nederland heeft de bouw van de nieuwe productiehal, opslag, showroom en kantoor in Barneveld afgerond. Het gebouw kreeg het BREEAM-NL Outstandingcertificaat toegekend. “Als we iets doen, dan doen we het goed. Dat geldt voor onze trappen en balustrades. Waarom dan niet voor ons eigen gebouw?” Tekst: Gerrit Tenkink Beeld: Eestairs
EeStairs bestaat sinds 2000 en is specialist in designtrappen en balustrades. Van ontwerp tot en met oplevering, voor de zakelijke wereld, retail, zorg, onderwijs en particulieren. In de ontwerpen komen diverse materialen, zoals, glas, staal, RVS, hout, kunststof en steen terug.
82
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Meer dan 50% van het werk gaat naar het buitenland, waarbij de grootste afnemers gevestigd zijn in Engeland, Frankrijk, België en het Midden-Oosten. Verder heeft EeStairs agentschappen in Midden-Oosten, China en Noord-Amerika.
Project
‘Als bedrijf draag je verantwoordelijkheid voor de volgende generatie’
Vier keer verhuisd “We zijn vanaf de start flink gegroeid en hebben dankzij onze export minder last van de crisisjaren gehad”, vertelt EeStairs-directeur Dick Cluistra. “Het gevolg was dat we de afgelopen zeventien jaar vier keer zijn verhuisd. Dat willen we liever niet nog een keer. Met dit pand zitten we nu ruim in ons jasje en kunnen we een tijd vooruit. En met dat oog op de toekomst zijn we ook met BREEAM-NL aan de slag gegaan. Als bedrijf heb je ook je verantwoordelijkheid voor de volgende generatie. Uiteraard is dat onze belangrijkste motivatie, maar ik bekijk het ook zakelijk. Veel van onze klanten hebben aandacht voor het milieu en energiebesparing. Uiteraard kom je beter binnen als je zelf bent gehuisvest in een BREEAM-gecertificeerd gebouw.” Voor advies en begeleiding van het bouwproces riep hij de hulp in van de Adamas Groep, voor het invullen van de technische installaties deed hij dat bij Mosterd installatieadvies.
Vreemde geschiedenis Het pand aan De Landweer in Barneveld kent een ietwat vreemde geschiedenis. Het werd in eerste instantie voor autolaadkranenspecialist Palfinger gebouwd, maar halverwege de bouw kwam EeStairs in beeld. “De locatie en de omvang van de bedrijfshal van ruim 3.500 m2 zijn perfect. De fundering lag er, de staalconstructie stond en de vloerplaten waren gelegd. Het gebouw was achttien meter hoog: te hoog voor ons. De aannemer heeft de kolommen van de staalconstructie ingekort naar twaalf meter en de materialen grotendeels hergebruikt voor de rest van de bouw.” Het oorspronkelijk ontwerp was een recht-toe-recht-aan productiehal, maar Cluistra en mededirecteur Cornelis van Vlastuin lieten de architect voor aan het gebouw een losse kantoorunit (op palen) van ruim 1.200 m2 ontwerpen. “We krijgen hier nogal wat architecten en ontwerpers uit binnenen buitenland over de vloer. Dan wil je ook een meer design-uitstraling, passend bij het product dat je maakt. Ik denk dat we daarin goed zijn geslaagd”, zegt Cluistra, die gedurende de bouw zelf de touwtjes stevig in handen hield en hoofaannemer was.
Lokale bedrijven Terug naar BREEAM. Voor EeStairs was BREEAM-NL Outstanding van aanvang af het doel. Dick Mosterd van het gelijknamige installatieadvies- en ontwerpbureau had al de nodige ervaring met het ontwerpen van technische
installaties die aan de uitgangspunten van de BREEAMcertificering moeten voldoen. Het was aan hem om samen met de opdrachtgevers bijvoorbeeld de elektrotechnische en werktuigbouwkundige installateurs te selecteren. “De nadrukkelijke wens van EeStairs was om te werken met installateurs hier uit de omgeving. Uiteindelijk kwamen we voor het elektrotechnische deel bij Leertouwer terecht en voor het werktuigbouwkundige gedeelte bij Campus installatie Techniek. Beide bedrijven zijn gevestigd in Barneveld. Alklima/Mitsubishi Electric werd benaderd voor het de installaties die betrekking hebben op de klimaatbeheersing. De keuze voor dit bedrijf lag voor de hand, omdat het de nodige ervaring heeft met BREEAM en daarbij niet alleen levert, maar ook adviseert.
Goed en duidelijk bestek De wensen van EeStairs ten aanzien van BREEAM waren bekend. Mosterd trechterde het geheel om de benodigde BREEAM-eisen te vertalen in een goed en duidelijk technisch bestek. “Uiteraard begint energiebesparing bij een goede isolerende schil. We hebben nu een energieneutraal gebouw zonder gasaansluiting. Er ligt 800 m2 zonnepanelen op het dak. We maken gebruik van ledverlichting, compartimentering, goede klimaatinstallaties, waarbij de warmte van de retourlucht weer terug in het gebouw gaat door gebruik te maken van hoog rendement warmterugwinning. Ruimteverwarming realiseren we door hoofdvloerverwarming met warmtepompen. In de toiletten werken we met waterdetectie. In het kantoordeel is sprake van veel daglichttoetreding. Dat was nog wel een lastig aspect: BREEAM-NL vraagt om een hoeveelheid daglichttoetreding, terwijl dat bijvoorbeeld zorgt voor problemen met lichtinval op de pc-schermen. Dat hebben we uiteindelijk opgelost met zonwering.”
Ecologie en welzijn Twee aspecten die extra veel aandacht kregen om de vijf sterren van BREAAM te voldoen, waren de ecologische punten en het welzijn van de medewerkers. “Door de klimaatinstallaties hebben we nu een heel prettig klimaat in het gebouw, zowel in de productieruimte als in de kantoren”, vertelt Cluistra. “Maar er zijn bij BREEAM ook aspecten die je nauwelijks zelf kunt sturen, zoals het
‘ We hebben de ecologische componenten ingevuld met een wadi, een amfibiepoel en een insectenhotel’ duurzaam gebouwd | januari 2018
83
Krijg inzicht in alle woningen en gebouwen van Nederland
Het Duurzaam Dataplatform BackHoom is de duurzame datapartner die realtime inzicht geeft in het verduurzamingspotentieel van alle woningen en gebouwen in Nederland om hiermee de energietransitie te versnellen.
Salescampagne starten? Kijk snel op backhoom.nl
Hoogwaardige kwaliteit: onafhankelijk, gevalideerd en realtime Inzichtelijk op woning- en gebouwniveau Toegankelijk via gebruiksvriendelijke tools en gangbare APIâ&#x20AC;&#x2122;s
Data voor een duurzamer Nederland.
Project
De aannemer is eind november bezig met de laatste werkzaamheden aan de buitenzijde van het nieuwe kantoor.
openbaar vervoer binnen korte afstand. Dat onderdeel hebben we dus niet kunnen invullen. Verder speelden nogal wat ecologische aspecten een rol. We wilden geen groen dak, mede omdat de constructie niet daarop berekend is. We hebben die ecologische componenten ingevuld met een wadi, een amfibiepoel en insectenhotel. Met de wadi, een bufferings- en infiltratievoorziening vangen we een groot deel van het regenwater op. Op de piekmomenten vangen we het regenwater op in kratten in de grond. Je moet soms creatief zijn om aan de certificering te voldoen.” Een belangrijk issue was de verwarming van de werkplaats en de aangrenzende ruimtes. Het betreft hier namelijk een behoorlijke oppervlakte. Mosterd: “Gas is de kortste klap en dat was mogelijk, zelfs binnen BREEAMOutstanding. Maar als opdrachtgever had EeStairs de wens uitgesproken om het pand gasloos te verwarmen, dus hebben we de gezamenlijke keuze gemaakt voor vloerverwarming met behulp van warmtepompen voor de kantoren. Achteraf zijn we daar heel blij mee. Het zorgt voor een constante comfortabele warmte, waar je ook bent in het gebouw. Dat zorgt voor een prettig werkklimaat. Een complicerende factor daarbij is dat het kantoor als het ware los in de ruimte staat. Warmte en koude hebben dus van alle klanten invloed op het kantoordeel. Verder hebben
‘Je moet soms creatief zijn om aan de certificering te voldoen’
we gebruik gemaakt van een warmtepompopstelling met buffervaten. Deze zorgen ook voor de warmteopwekking van de stralingspanelen. Dit wordt toegepast in de werkplaats met de aangrenzende ruimten.”
Aandacht voor materiaal Ook het materiaalgebruik was een punt van aandacht. Zo werd uitsluitend gecertificeerd FSC-hout gebruikt. Niet alleen in het gebouw, maar bijvoorbeeld ook voor de bekisting van de fundering. De dakbedekking is vrij van polymeren en dus volledig circulair. “Wat bij BREEAM wel een lastig punt is, is bijvoorbeeld het gebruik van pvzonnepanelen”, vertelt Mosterd. “Die leveren je enerzijds punten, omdat je hiermee het fossiel energieverbruik terug kunt brengen. Anderzijds bestaan panelen uit silicium: dat is niet afbreekbaar en dat levert dus strafpunten op.” Voor Cluistra was de BREEAM-certificering een openbaring. “We hebben bij sommige onderdelen wel gedacht: ‘Wat een geneuzel’. Vooral de ecologische aspecten, zoals een bijenhotel, vind ik wel wat ver gezocht. Ook de administratie is een aspect waarmee je goed rekening moet houden als je met BREEAM in zee gaat. Het is geen hogere wiskunde, maar je moet je administratie goed op orde hebben. Het is vooral belangrijk dat alle bouwende partijen in het proces zich bewust zijn dat ze met een BREEAMproject bezig zijn en dus ook hun zaken op orde hebben. Dat wordt namelijk nog wel eens onderschat. Voor dat administratieve deel was Adamas Groep verantwoordelijk. Ik denk dat de meerkosten om te voldoen aan BREEAM uiteindelijk uitkomen op zo’n 10% van de totale bouwsom, maar daar tegenover staat een subsidie. Er staat nu een toekomstbestendig gebouw, waarmee we een goed verhaal hebben naar onze klanten, onze omgeving en misschien wel het belangrijkste van alles: de komende generatie.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
85
Europees programma wil investeringen in duurzame gebouwen bevorderen
Financiële barrières voor energie-efficiënte gebouwen weghalen Bijna 40% van het totale energieverbruik en 36% van de uitstoot van broeikasgassen in Europa komt op het conto van de bouw- en vastgoedsector. Via het Horizon2020-programma BuildInterest wil onder meer het Nederlandse platform Green BuildInvest Initiative (GBI) financiële instellingen motiveren en stimuleren vaker te investeren in energie-efficiënte gebouwen. Tekst: Tim van Dorsten
Zo’n acht jaar geleden – in 2010 – stelden de regeringsleiders van de landen van de Europese Unie de EU 2020-strategie vast. Deze strategie had als doelstelling om de Europese economie te ontwikkelen tot een concurrerende, sociale en groene markteconomie. Het groene aspect van deze strategie (zie kader op pagina 89) bleek onder meer uit het feit dat in 2020 de energiebesparing en energie-efficiëntie met 20% verhoogd moest zijn ten opzichte van 1990. Om deze doelstelling te behalen, ontwikkelde de EU onder meer in 2014 het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon2020. Voor zeven jaar was er destijds in totaal zo’n € 80 miljard beschikbaar voor organisaties die actief zijn in onderzoek, technische ontwikkelingen en innovatie in internationaal verband. Zo wil de EU het bedrijfsleven en de academische wereld uitdagen om samen oplossingen te bedenken voor maatschappelijke vraagstukken, die in heel Europa spelen.
Weinig vertrouwen van financiers Onder die vraagstukken vallen onder meer klimaatverandering en betaalbare duurzame energie. Alleen al om het hierboven genoemde EU-doel rond energie-efficiëntie te halen, is een investering van € 100 miljard per jaar nodig. 70% van dit bedrag dient naar de gebouwde omgeving te gaan. Desondanks investeren banken, beleggers en financiers nog te weinig in duurzame gebouwen, omdat
86
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Zorgen voor blauwdruk Het achterliggende doel van de platformen Green BuildInvest Initiative, BuildLab en EuroQuity is niet alleen dat ze de bouw van energie-efficiënte gebouwen aanjagen. Vanuit de Europese Commissie bestaat ook de wens dat ze gezamenlijk voor een blauwdruk zorgen, die bedrijven en organisaties kunnen gebruiken als ze in de toekomst zo’n platform willen oprichten. Daarom komt op de website GreenBuildinvest.nl g onder meer een stappenplan voor toekomstige llen partijen, die een vergelijkbaar platform willen oprichten.
Achtergrond
Afgelopen november kwamen alle deelnemers van BuildInterest in Parijs bij elkaar samen, in het kantoor van BPI France. GBI-programmamanager Esther Ruijgvoorn staat tweede van rechts, programmamanager Christophe Milin van de Europese Commissie staat zesde van rechts.
ze de financiële haalbaarheid (nog) niet vertrouwen. Ook veel van de andere barrières hebben te maken met de financiering. Om die financiële barrières weg te halen, zijn zes partijen in april 2016 gestart met het Horizon2020-programma BuildInterest: BPI France, het Italiaanse Aster, het Belgische Europe Unlimited en de Nederlandse partijen PNO, Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en Duurzaam Gebouwd. Zij hebben zich als doel gesteld om het vertrouwen van investeerders in energie-efficiënte projecten te versterken. Daarnaast willen ze zorgen voor een structurele, lange-termijndialoog tussen overheid, investeerders en innovatieve bouwpartijen. Om dit te bewerkstellingen, hebben BPI France, Aster en Duurzaam Gebouwd ieder een platform opgericht: respectievelijk EuroQuity, BuildLab en Green BuildInvest Initiative (GBI).
Vanwege de Nederlandse markt gaat dit verhaal met name over het laatstgenoemde platform.
Zoeken naar verbinding Het platform GBI heeft zich drie doelen gesteld. Ten eerste wil het kennisdelen. Daarom verbindt GBI inmiddels een groep van 150 aangesloten partners uit de financiële sector en gebouweigenaren, zoals vooraanstaande investeerders, projectontwikkelaars, banken, gemeenten, woningcorporaties, bouwbedrijven en onderzoeksfaciliteiten. Het nodigt deze partners uit tijdens diverse evenementen die het zelf organiseert, zoals de bijeenkomst Building Europe tijdens de beurs Building Holland en de expertmeeting afgelopen september 2017 ‘Waardebepaling en certificering van commercieel vastgoed’.
duurzaam gebouwd | januari 2018
87
NU
met ISDE en STEP-subsidie vraag naar de mogelijkheden
Inventum Ecolution ventilatiewarmtepomp
Voor nieuwbouw en nul-op-demeter renovaties
Vraag onze Ecolution brochure aan via sales@inventum.com en/of bel met 030 - 274 84 84
Uw gehele woningbestand met dure ingrepen in een keer upgraden naar energieneutraal is vrijwel onmogelijk. Een hybride installatie als tussenstap is voor vele bestaande woningen de oplossing. De Ecolution ventilatiewarmtepomp van Inventum biedt u deze oplossing. Bovendien biedt de Ecolution in een latere fase een geruisloze overgang naar All Electric. De energietransitie van woningen is hiermee eenvoudiger en bereikbaarder dan ooit.
www.inventum.com
Achtergrond
Bij deze laatstgenoemde vergadering vertelde duurzaam taxateur Bert Deen van Dynamis Taxaties dat duurzaamheid lastig te taxeren is. “Maar dat geldt niet voor duurzaamheidseigenschappen, zoals de bouwmaterialen, de installatie, het ontwerp en de uitvoering. Daarnaast speelt het beheer een belangrijke rol: het ‘groenste’ gebouw is niet ‘groen’ als het slecht wordt beheerd.”
Bijdragen aan energie-efficiënte gebouwen Daarnaast wil GBI graag voorbeeldprojecten laten zien en bijdragen aan energie-efficiënte gebouwen. Zo maakt dit platform deel uit van de denktank van de Nederlandse Bank. GBI-programmamanager Esther Ruijgvoorn: “Deze denktank is opgericht om de financiële sector te helpen om bij te dragen aan CO2-reductie. Als buitenbeentje proberen we deze sector hierbij te helpen. Zo kijken we vanuit deze denktank hoe we huiseigenaren kunnen verleiden dat ze energie-efficiënte maatregelen in hun woningen toepassen.” Als voorbeeld noemt ze het Europese initiatief ‘Energy Efficient Mortgage Action Plan’ (EeMAP). “Daarmee kunnen we op basis van ervaringen in Europa komen tot projecten die in Nederland toegepast kunnen worden. Zo hoeven we hier het wiel niet opnieuw uit te vinden.” Het lastige hierbij is volgens haar dat investeerders energie-efficiënte maatregelen nog niet als waardevermeerdering zien. “Daarmee kunnen ze vaak niet in een hypotheek worden ondergebracht.” Verder heeft de Nederlandse overheid GBI vanuit de Green Deal Aardgasvrije Wijken benaderd om een ondersteunende rol te spelen bij de ontwikkeling van een expertisecentrum. Dit centrum heeft als doel om te komen tot een antwoord op de vraag welke aanpak voor gemeenten het beste is om aardgasvrij te worden. “Iedere gemeente en zelfs wijk heeft een eigen benadering”, weet ze. “Maar toch kan zo’n stappenplan op een aantal punten gestandaardiseerd worden. Denk maar eens aan de voorlichting van burgers en het bepalen van overige belanghebbenden.”
Tevreden over vorderingen Deze initiatieven en voorlopige resultaten presenteerde Ruijgvoorn afgelopen november in hoofdkantoor van BPI France in Parijs aan Christophe Milin, die vanuit de
Europese doelstellingen voor 2020 In 2010 heeft de Europese Unie zich als doel gesteld om het energieverbruik en de CO2-uitstoot in de bouw- en vastgoedsector sterk terug te dringen. - 20% minder uitstoot van broeikasgassen dan in 1990 - 20% meer energie-efficiëntie - 20% van de energie op duurzame wijze opgewekt BuildInterest is een van de vele Horizon2020programma’s, die hieraan moeten bijdragen.
BuildLab en EuroQuity Waar Duurzaam Gebouwd met GBI is gestart, heeft het Italiaanse Aster het platform BuildLab opgericht en BPI France voor EuroQuity gezorgd. BuildLab brengt niet alleen de vraag-, aanbod- en financierskant samen, maar heeft ook drie proefprojecten geïnitieerd. “Als openbare instantie was dat niet eenvoudig, mede vanwege verplichte tenders”, vertelt technisch consultant Serena Maioli. Die proefprojecten beslaan wooncomplexen in de Noord-Italiaanse regio Emilia-Romagna: het gebied waarover de publieke instantie Aster verantwoordelijk is. “Appartementencomplexen zijn het lastigst om te renoveren”, legt ze de keuze uit. “Het gaat steeds om eigenaren van kleinere woningen, die meestal te weinig financiële middelen hebben om hun woning te verduurzamen.” Na de renovatie moeten de gebouwen innovatief, duurzaam en financierbaar zijn. EuroQuity is een community van ruim zeventig bedrijven. Naast het verbinden van die bedrijven werken de Fransen ook aan een proefproject. Dit project beslaat de renovatie van tien huizen, waarvan de som lager is dan 20% van de huidige contractkosten. Verder heeft dit platform een nieuw, financieel idee ontwikkeld, dat is gebaseerd op een lease-and-lease-backconstructie. De woningeigenaar verkoopt zijn huis aan een financiële instelling, dat zijn huis duurzaam renoveert. Na deze renovatie kan hij zijn huis huren met daarbij een belastingvoordeel.
Europese Commissie als projectadviseur aan diverse Horizon2020-programma’s verbonden is. “Bij ieder programma schuif ik een keer aan”, verklaarde hij. “Om me op de hoogte te stellen van de vorderingen en eventueel bij te sturen.” Over de voortgang van GBI toonde hij zich tevreden. “Het zijn stuk voor stuk projecten die bijdragen aan de CO2reductie van gebouwen. Het is belangrijk om dat doel goed in je achterhoofd te houden, ook bij toekomstige projecten en andersoortige activiteiten.” Daarnaast was Milin enthousiast over de genoemde evenementen. “Het platform moet zorgen voor een community van mensen, die elkaar normaal gesproken niet ontmoeten en met elkaar in discussie gaan. Zo laat GBI zien van toegevoegde waarde te zijn op het gebied van een maatschappelijk thema.” Na afloop van BuildInterest blijven het platform Green BuildInvest Initiative en diens activiteiten bestaan. Dit zal gebeuren op basis van onafhankelijke financiers. “Ons doel blijft om de financiële sector met gebouweigenaren te laten verbinden”, geeft Ruijgvoorn aan.
duurzaam gebouwd | januari 2018
89
Ontmoet 15.000 toekomstige opdrachtgevers
Kennisdeling op 4 podia met dagelijks keynote sprekers
Werk mee aan de meest duurzame en innovatieve projecten
Building Holland is hèt innovatie event voor de bouw en vastgoedsector. Tijdens Building Holland kunt u informatie verkrijgen over relevante themaâ&#x20AC;&#x2122;s als circulariteit, duurzaamheid, renovatie & transformatie, duurzame energie, binnenklimaat, gezonde gebouwen en smart buildings. Daarnaast is er een innovatieboulevard
Hét innovatie event voor de bouw en vastgoed
17 t/m 19 april 2018 | RAI Amsterdam Ervaar tijdens Building Holland de innovaties uit de sector, ontmoet de klant van morgen, laat u inspireren door de koplopers en ontdek nieuwe business partners.
• THEMA’S 2018 •
Circulair Bouwen
Gezonde Gebouwen
Renovatie & Transformatie
Smart Buildings
C2C Materialen paspoorten
Duurzame Energie
Innovaties in de bouw
Duurzame gebiedsontwikkeling
Digitaliseren in de bouw
Meer informatie? www.buildingholland.nl
waar alle nieuwe ontwikkelingen en trends worden getoond. Op de podia wordt kennis gedeeld en kan er met de diverse exposanten direct gesproken worden over alle nieuwe ontwikkelingen en concepten. Building Holland: Hét innovatie event voor de bouw- en vastgoedsector waarin de toekomst opnieuw wordt gebouwd.
? j i r v s a g d r a A ! m e e l b o r p n e Ge
Comfortabel wonen zonder gas Waarom zou je nog aardgas gebruiken als je in en om het huis de energie kan oogsten die nodig is om het huis te verwarmen, te douchen en apparaten van elektriciteit te voorzien? Bij Van Wijnen worden we pas echt enthousiast als aardgasvrij ook betekent dat de woning CO2-neutraal is. Want dat maakt een woning echt klaar voor de toekomst. Sinds 2015 hebben wij 1.570 aardgasloze woningen gerealiseerd die voldoen aan BENG, NOM of EPC 0. Onze kennis, ervaring en ideeĂŤn op dit gebied zetten we graag in om u te helpen uw duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren. Daarbij kijken wij niet alleen naar technische oplossingen maar hebben ook oog voor het toekomstig onderhoud, het gebruiksgemak en het wooncomfort voor de bewoners. Meer weten? www.vanwijnen.nl/vangaslos
1
Thema
Maatschappelijk vastgoed 94
Project Waterschap toont eigen werk in verduurzaamd kantoor
100 Project Nieuw cradle-to-cradlemortuarium stap verder dan duurzaam
104 Project Veel daglicht in nieuwe gebouw Hogeschool Rotterdam
108 Project Woonzorgcentrum Oudtburgh vol energie
112 Achtergrond Zorg anno 2030: een ICT-project?
114 Project Sporthal demontabel tot aan leidingen toe
xxxxxx
Zuiderzeeland hergebruikt 80% van eigen materiaal
Waterschap toont eigen werk in verduurzaamd kantoor Eind september opende het waterschap Zuiderzeeland zijn verduurzaamde waterschapshuis in Lelystad. Als volgend jaar ook het naastgelegen parkeerterrein over zonnepanelen beschikt, dan is dit gebouw energieneutraal. â&#x20AC;&#x153;We hebben de ambitie om in 2050 evenveel energie op te wekken als we gebruiken.â&#x20AC;? Tekst: Tim van Dorsten
De planten bij de entree zuiveren de lucht. Daarnaast dient een afgekeurde restpartij beschoeiingshout (achter de poortjes) van het waterschap als afscherming. De stoelen zijn gemaakt van petflessen.
94
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Maatschappelijk vastgoed
In het verduurzaamde waterschapshuis loopt Jim Teunizen van Alba Concepts naar de koffiebar in de kantine, die hij nu liever een werkcafé noemt. Dit adviesbureau was betrokken bij de verduurzaming van het waterschapshuis in Lelystad. “Kijk, het koffieapparaat staat op dit bewegingswerk en dat was vroeger een onderdeel van een gemaal”, vertelt hij. “Waterschapmedewerkers hebben het in een eigen werkplaats geschikt gemaakt als onderstel voor de koffiebar. Het is een mooi meubel met een industrieel karakter. Elementen zoals deze bar zorgen ervoor dat medewerkers en bezoekers ervaren bij het waterschap te zijn en die elementen dagen uit tot een gesprek over het werk van een waterschap.” Dit geldt ook voor veel technische tekeningen in het gebouw. Door het hele gebouw zijn doorsnedes van gemalen en dijken te zien. In de vergaderruimten hangen levensgrote foto’s van de diverse waterrijke natuurgebieden. “Aan de hand van de getekende doorsnedes kunnen onze medewerkers hun werk uitleggen aan bezoekers”, licht projectmanager Erik van der Linden van Waterschap Zuiderzeeland toe. “Daarnaast laten de foto’s, waarvan de meeste door de inwoners van Flevoland zijn gemaakt, ons werkgebied zien.”
Steun van heemraad Juist deze visie om het werk van waterschap Zuiderzeeland in het kantoor te laten zien, gaf bij de Algemene Vergadering de doorslag om toestemming te verlenen tot de ingrijpende renovatie. “Hierbij heeft onze heemraad Camiel Maenhout een belangrijke rol gespeeld, want hij heeft ons altijd gesteund”, laat Zuiderzeelanddirecteur Liesbeth Borsboom weten. In een jaar tijd is het waterschapshuis verduurzaamd naar bijna energieneutraal. Na de renovatie van de aangrenzende parkeerplaats (zie kader op pagina 97) komend voorjaar wordt op het terrein van dit kantoorgebouw de resterende elektriciteit duurzaam opgewekt, die het waterschapshuis nog nodig heeft om het gebouw- en het organisatiegebonden energieverbruik te compenseren. “Met deze ingreep komen we weer een stap dichter bij onze ambitie om in 2050 als geheel waterschap energieneutraal te zijn”, vertelt ze. “Als overheidsinstantie willen we namelijk het goede voorbeeld geven. Daarnaast merken de waterschappen in Nederland sterk de gevolgen van de klimaatverandering, onder meer door de
‘We hebben voor deze nieuwe indeling gekozen, op basis van gesprekken met onze medewerkers’
hogere waterstanden in meren en rivieren. Bij collegawaterschappen gaat de meeste energie naar waterzuivering. Dat is bij ons ook een grote gebruiker, maar wij gebruiken de meeste energie om Flevoland droog te houden met gemalen.”
Erik van der Linden en Liesbeth Borsboom van waterschap Zuiderzeeland: “Met deze ingreep komen we weer dichter bij onze ambitie om in 2050 als geheel waterschap energieneutraal te zijn.”
Gezonder eten Het werkcafé biedt gezonde producten goedkoop aan. “Hiermee stimuleren we medewerkers om gezond te eten”, legt Teunizen uit. “Daarnaast staat de frituur niet meer vijf, maar nog slechts één dag in de week aan. Het energieverbruik van één dag frituren komt namelijk overeen met het dagelijkse elektriciteitsverbruik van alle laptops en beeldschermen bij elkaar in het waterschapshuis.”
Het koffieapparaat staat op dit bewegingswerk, dat voorheen een onderdeel van een gemaal was.
duurzaam gebouwd | januari 2018
95
Vaillant aroTHERM De warmtepomp voor iedereen
De aroTHERM is een zeer efficiënte lucht/water warmtepomp voor verwarming, warm water en koeling. Voor zowel all electric als hybride systemen en beschikbaar in de vermogens van 5, 8, 11 en 15 kW. • COP 5,3 en hoogste haalbare energielabel voor verwarming A++ door modulerende compressor; • Hoge efficiency in koude en vochtige omstandigheden door rijpwerende vormgeving; • Gegarandeerde levering van warmte en warmwater door systeem met 2 warmte opwekkers; • Brede range aan vermogens en grote diversiteit aan systeemcomponenten; • Minimale bouwkundige ingreep in bestaande bouw door flexibele opstelmogelijkheid alles in één lucht/water warmtepomp; • Met de Communicatiemodule VR 900 is beheer op afstand mogelijk. Uw klanten kunnen via een smartphone de multiMATIC 700 thermostaat op afstand bedienen.
Maatschappelijk vastgoed
Renovatie parkeerplaats De parkeerplaats bij het waterschapshuis is verzakt en moet gerenoveerd worden. Waterschap Zuiderzeeland gebruikt dit als aanleiding om de laatste stap naar een energieneutraal waterschapshuis te realiseren. “Zo komen hier niet alleen zonnepanelen op het garagedak, maar onderzoeken we ook de mogelijkheden om in een zoutwateraccu de duurzaam opgewekte energie op te slaan. Hiervoor moeten enkele bomen helaas sneuvelen”, laat Van der Linden weten. “Om dit gemis te compenseren, willen we deze parkeerplaats flink vergroenen en het omliggende water op natuurlijke wijze laten overlopen in het Woldpark, dat een halve kilometer verderop ligt.”
Op de rechterwand is een technische tekening van een gemaal te zien en linksachter een zeilboot op het IJsselmeer. De plafondplaten zijn cradle-tocradle, dankzij de inzet van plafondspecialist Armstrong.
Hergebruik materiaal Inmiddels heeft waterschap Zuiderzeeland alle mogelijke maatregelen genomen om energie te besparen. Zo slaat het waterschapshuis warmte en koude op in de bodem en wekt het elektriciteit op met zonnepanelen op het dak en is er een klimaatinstallatie met slimme meet- en regeltechniek. Om minder drinkwater te gebruiken, worden
‘Onze gemalen gebruiken meer energie dan onze waterzuivering’
de toiletten gespoeld met regenwater en beschikt het waterschap over Upfall-showers, een waterbesparende en energiezuinige douche die een minimum aan water gebruikt door het water te hergebruiken. Daarnaast heeft het waterschap de meeste beschikbare materialen en grondstoffen hergebruikt uit het ‘oude’ waterschapshuis. “Dit percentage ligt op 80%”, geeft Borsboom aan. Zo zijn de eigen glazen en dichte systeemwanden hergebruikt en is resthout gebruikt in de corpussen van het maatwerkmeubilair. Ook is in het kantoor hout uit de eigen polder toegepast. Daarnaast dient een afgekeurde restpartij beschoeiingshout van het waterschap op meerdere plekken in het waterschapshuis als afscherming, zoals bij de centrale trap. Verder is een groot deel van de bestaande deuren in het waterschapshuis voorzien van een nieuw laagje witte Formica en zijn opnieuw toegepast. Oude bureaubladen zijn verzaagd en gestoffeerd en dienen nu als geluiddempende tussenschotten tussen de huidige bureaus, oude bureaupoten zijn nieuwe onderstellen en het kantoormeubilair is circulair ingekocht. Verder zijn alle plafondplaten en bandrasters zorgvuldig gedemonteerd voor het Armstrong-recyclingprogramma, zodat deze plafondspecialist hiervan nieuwe cradle-tocradleplafondplaten kon maken. Dit geldt ook voor de vloer, dat bestaat uit cradle-to-cradletapijttegels van Interface en de CO2-neutrale bamboevloer van Moso.
Uitdagen tot hergebruik “Ik heb echter wel continu het hergebruik moeten blijven uitdragen”, geeft Teunizen aan. “Bouwende partijen zijn nog niet gewend om materialen zomaar te hergebruiken. Liever grijpen ze naar nieuwe materialen, want dat werkt eenvoudiger. Ik heb hen dus veelvuldig uitgedaagd op het zorgvuldig omgaan met spullen, tot op de bouwplaats aan toe.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
97
JE BENT BEZIG MET VORM, STIJL EN LEEFGENOT. Je streeft er altijd naar om beter, mooier en duurzamer te ontwerpen. Strikolith helpt je daarbij. We delen onze kennis, inspireren en bieden een uitgekiend assortiment innovatieve systemen en producten op het gebied van gevel-, wand- en plafondafwerkingen. We denken in het groot om op individuele schaal het verschil te maken. Samen laten we zien hoe mooi duurzaam kan zijn.
CreĂŤer een nieuwe wereld.
MEER INFORMATIE
STRIKOLITH.COM
+31 (0)162 514 750
Maatschappelijk vastgoed
kantoorgebouw beschikt dan ook over samenwerkplekken, stilteplekken, vergaderruimten en grotere bureaus om te overleggen. “We hebben voor deze indeling gekozen, op basis van gesprekken met onze medewerkers”, licht Van der Linden toe. “Hiervoor zijn we zelfs naar andere organisaties gegaan om naar hun werkstructuren te kijken en deze zelf te ervaren.” Ook tijdens de renovatie, die zo’n negen maanden duurde, heeft het projectteam alle medewerkers voorbereid en begeleid in deze nieuwe manier van werken. “Inmiddels zijn heel veel van onze collega’s erg enthousiast”, vertelt Borsboom tevreden.
Medewerkers als ambassadeurs
Na de renovatie kan waterschap Zuiderzeeland de derde verdieping van zijn waterschapshuis flexibel inzetten, bijvoorbeeld voor trainingen.
Dit ging helaas wel minder op voor de installatietechniek, zoals de plafondroosters, warmtepomp, de warmtekoudeopslag en de zonneboiler. “Dat is ook mijn grootste commentaar op de installatiesector: ze is nog onvoldoende in staan om oude producten te hergebruiken in nieuwe producten. We hebben wel de kanalen, kabelgoten en bekabeling hergebruikt.” Het gebouw is overigens zo goed als volledig elektrisch, maar beschikt nog wel over een piekketel. “Alternatieve duurzame opwekkers voor deze pieklast bleken financieel niet haalbaar”, legt Teunizen uit. Het is de bedoeling om deze ketel bij een eventuele piekkoude te stoken met groen gas van de afvalwaterzuiveringsinstallaties. De installatietechniek was wel de reden om deze renovatie door te voeren, laat Borsboom weten. “We hebben voor een natuurlijk moment gekozen om deze verduurzaming uit te voeren: de installaties waren aan vervanging toe.” In totaal heeft de renovatie zo’n € 5 miljoen gekost.
Nieuwe kantoorindeling De opmerkelijkste verandering is echter de nieuwe indeling van het pand. De cellengangstructuur heeft plaatsgemaakt voor open, flexibele werkruimten, waarin medewerkers geen eigen werkplek meer hebben. Op basis van hun werkzaamheden kiezen ze een plek uit. Het
‘Ik heb wel continu op het hergebruik moeten blijven hameren’
Daarnaast heeft deze manier van werken een extra voordeel opgeleverd. “We dachten dat we tegen de grenzen van onze organisatie liepen”, zegt Borsboom. “Iedereen klaagde namelijk over ruimtegebrek. Maar inmiddels kunnen we onze derde verdieping flexibel inzetten, bijvoorbeeld voor trainingen. Dat bespaart ons veel kosten, omdat we eerder dergelijke ruimten moesten huren.” Beiden zijn trots op het resultaat. “Dat is mede te danken aan onze medewerkers. Zij dragen deze nieuwe manier van werken en zijn er trots op”, geeft Borsboom aan. “Hoewel de projectgroep hier graag rondleidingen geeft, hebben we liever dat zij dit doen. Zo worden onze medewerkers de ambassadeurs van waterschap Zuiderzeeland.”
Energieneutraal in 2050 In zijn ambitie om in 2050 energieneutraal te zijn, kijkt waterschap Zuiderzeeland verder dan enkel het waterschapshuis. Zo experimenteert deze overheidsinstantie met manieren om energie en grondstoffen te halen uit water en slib. “We kunnen inmiddels biogas uit afvalwater halen”, vertelt Borsboom. “Maar eigenlijk willen we af van de term ‘afvalwater’. We zien dit eerder als grondstoffenbank, want van poep kunnen we inmiddels plastic maken.” Het Vissering-gemaal in Urk moet het meest duurzame ter wereld worden op het gebied van energiehuishouding. Zo kan de pompcapaciteit ook dienen om in de winter diep onder de grond koud water op te slaan. Naar verwachting kan de renovatie van dit gemaal in de loop van 2018 beginnen, om in 2020 gereed te zijn. “We willen dat al onze gemalen en zuiveringen energieneutraal worden”, aldus Borsboom. Net zoals bij het waterschapshuis koos waterschap Zuiderzeeland ook bij het gemaal Vissering voor een natuurlijk moment: de motoren naderen het einde van hun levensduur, dus renovatie is noodzakelijk.
duurzaam gebouwd | januari 2018
99
Nieuw cradle-to-cradlemortuarium stap verder dan duurzaam Na de sloop van het Transview-gebouw op luchthaven Schiphol moest het mortuarium een nieuwe bestemming krijgen. Hiervoor koos de directie voor een nieuw cradle-to-cradlegebouw. “Schiphol wil in 2030 een zero waste luchthaven zijn.” Tekst: Frits van Wolveren Foto’s: Architect Henk Moen
“De Middeleeuwse Italiaanse wiskundige Fibonacci is de ontdekker van bijzondere getallenreeksen. Deze reeksen zijn vergelijkbaar met de Gulden Snede, een klassieke verhouding die overal in de natuur terug te vinden is. Dit bewijs van een universeel scheppingsprincipe vraagt van ons dat we bewust dienen om te gaan met onze grondstoffen en de verwerking van materialen.” Dat zegt Martijn Horsman, senior projectmanager bij Schiphol Real Estate. Samen met projectmanager EPEA Nederland Ernst-Jan Mul vertelt hij gepassioneerd over de realisatie van het eerste cradle-to-cradlegebouw op luchthaven Schiphol: de nieuwbouw van het mortuarium aan de Jan Plezierweg. Ze zien dit als het begin van een roadmap, een route die stapsgewijs moet leiden naar het einddoel. “Schiphol in 2030 als een zero waste luchthaven”, vertelt Horsman. “Het C2C-principe gaat een stapje verder dan duurzaamheid.” Hij ziet zichzelf als een ambassadeur van deze aanpak, die, gesteund door het management, op weg is om richting te geven aan een nieuwe vorm van projectontwikkeling.
Herhuisvesting noodzakelijk Aanleiding voor de nieuwbouw was dat het Transviewgebouw wordt gesloopt. “Sinds 1997 was in dit complex het mortuarium ondergebracht”, vertelt Horsman. “Het gebouw stond een verdere uitbreiding van de luchthaven in de weg. Medio november is hier de voorbereiding van de bouw van een nieuwe pier gestart. Herhuisvesting
100
januari 2018 | duurzaam gebouwd
is in deze situatie de verantwoordelijkheid van Schiphol Real Estate, zodat we moesten zoeken naar een nieuwe locatie.” Dat was niet zo eenvoudig. “Het mortuarium dient op loopafstand van de terminal te liggen, zodat nabestaanden eenvoudig het gebouw kunnen bereiken. Omdat we met architect Henk Moen van het bureau Moen & Van Oosten uit Rotterdam en aannemer De Vries en Verburg uit Stolwijk goede ervaringen hebben met andere bouwprojecten, hebben we aan hen de opdracht verstrekt.”
Afval elimineren met materiaalidentiteit Bij de C2C-nieuwbouw van het mortuarium op Schiphol zijn materiaalpaspoorten opgesteld, in dit geval van ‘gezonde’ materialen. EPEA-Nederland is hier intensief bij betrokken. Projectmanager Ernst-Jan Mul heeft mede bijgedragen aan de realisatie van circulaire materiaalpaspoorten voor dit bouwproject. EPEA-Internationaal is eveneens gelinkt aan het Madaster, een online materialenbibliotheek. In september 2017 is Madaster in gebruik genomen. Dankzij deze online bibliotheek is het mogelijk om een digitaal materialenpaspoort te genereren, dat gerelateerd kan worden aan een specifiek gebouw en locatie. Kijk meer informatie over Madaster op pagina 80.
Maatschappelijk vastgoed
Half november 2017 is het cradle-to-cradlemortuarium op Schiphol geopend.
Uitgangspunt: zero waste
Identiteit materialen
De betrokken partijen, waaronder bouwbedrijf De Vries & Verburg, zijn niet over één nacht ijs gegaan. Mul vertelt dat er in de voorbereiding workshops zijn gehouden met alle betrokkenen, die een grote bijdrage hebben geleverd aan de bewustwording met als rode draad het thema ‘respect’. “Doel was om met het principe van de circulaire economie als uitgangspunt zero waste te creëren. Het tegengaan van verspilling en het toepassen van gezonde, duurzame materialen vormden concrete doelstellingen die passen in de filosofie van cradle-to-cradle.” Horsman voegt toe: “Dit circulaire denken heeft logischerwijs geleid tot de eis van ‘een demontabel gebouw’.” EPEA-Nederland adviseerde Schiphol Real Estate op dit punt. “Je moet vanwege het hergebruik absoluut weten wat voor een soort materialen je toepast, zodat je deze eventueel opnieuw kunt verwerken”, legt Mul uit. “De materialen dienen aan bijzonder strenge eisen te voldoen.”
Naast visie en materiaalkeuze kwamen in de workshops ook onderwerpen aan de orde als biomimicry en technische installaties. “Leveranciers hebben we zo vroeg mogelijk bij dit bouwproject betrokken”, vertelt Mul. “Zo daagden we ze uit om mee te denken aan de C2C-visie. Onze kracht schuilt met name in het uitgebreide netwerk van leveranciers van C2C-materialen.” Volgens hem beschikt EPEA-Nederland over een database waarin de identiteit van deze materialen is vastgelegd. Architect Henk Moen is als ontwerper direct betrokken bij het streven een volledige C2C-gebouw neer te zetten. “Een van de uitgangspunten voor het ontwerp was dat het niet alleen een tijdelijk gebouw, maar bovendien uitneembaar diende te zijn. Het betekent dat hetzelfde gebouw in principe eenvoudig elders neergezet kan worden of dat de toegepaste materialen opnieuw in een ander gebouw hergebruikt kunnen worden. Het houdt niet alleen in dat
duurzaam gebouwd | januari 2018
101
VolkerWessels bouwt aan een betere levenskwaliteit
In de leefomgeving van de toekomst staat levenskwaliteit centraal. Een duurzame leefomgeving opgebouwd uit sociale en technologisch hoogstaande wijken en buurten. Waar alles aanwezig is en niets verloren gaat. Een leefomgeving die haar bewoners tijd bespaart en tegelijkertijd bijdraagt aan de kwaliteit van leven. Een leefomgeving die past bij de behoefte van gebruikers en slim ontworpen is. Een leefomgeving die verder gaat dan het faciliteren van woongenot. Een leefomgeving die bijdraagt aan levenskwaliteit. VolkerWessels bouwt aan levenskwaliteit door direct bij te dragen aan gezondheid, de natuurlijke omgeving en werk en sociale activiteiten. Wij hebben alle kennis en techniek in huis om een leeg stuk grond om te toveren tot een volledig functionerende stad. We helpen mensen zich gezond, veilig en ontzorgd te voelen. Dat doen we door het bouwen van creatieve en intelligente werkomgevingen, groene en veilige woonwijken, innovatieve woningen en slimme (digitale) wegen die alles met elkaar verbinden.
VO
GR
OE
N
R WE
KE
OR
N
NA
Van elektriciteitskabels tot zendmasten, van rotondes tot viaducten. Of het nu gaat om een ziekenhuis of een ďŹ&#x201A;at, een weg of een park; VolkerWessels geeft de gebouwde omgeving een gezicht. De komende jaren bouwen we aan de leefomgeving van de toekomst. Zo wordt het leven in dorpen of steden steeds prettiger. Hoe we dat doen? Zo dus...
NA
PR
VO
S VO
O LIM
ND
H ER
OU
D
TIG
WO
NE
N
OR
EFF
ICI
Ă&#x2039;N
TR
EIZ
VO
OR
ET
OR
EN NA
NA
@volkerwessels
/volkerwessels
/volkerwessels
www.volkerwessels.com
Maatschappelijk vastgoed
Het interieur van het energieneutrale, nieuw gebouwde mortuarium op Schiphol.
je voor duurzame materialen kiest, ook zijn uitgebreide materiaalpaspoorten nodig waarin samenstelling en eigenschappen van toegepaste materialen zijn beschreven.”
Circulair watersysteem Volgens Moen zijn de technische installaties state of the art. “Zo heeft het bedrijf Mijn Waterfabriek een circulair klimaatbestendig watersysteem geleverd. Het regenwater wordt via speciaal sedummos op het dak en een actief koolstoffilter gezuiverd. Door het water trager af te voeren kan het uitgebreid gefilterd worden en is
het feitelijk geschikt als drinkwater. Door de beperking vanuit de drinkwaterwet wordt dit water echter voorlopig gebruikt voor toiletspoeling. Elektriciteit wordt verkregen via zonnepanelen. Heel bijzonder is het lichtplan. De ledverlichting is aangevuld met speciale armaturen die een sterrenhemel in het plafond projecteren, met prominent het sterrenbeeld Grote Beer en de Poolster. Deze oriëntatie op het noorden verwijst naar het oneindige of de eeuwigheid. Omdat nabestaanden van uiteenlopende religies van het mortuarium gebruik maken, is deze uitgebeelde neutraliteit functioneel, terwijl het ook helemaal aansluit bij het circulaire idee van het gebouw.”
Luchtzuivering door ionisatie Voorbeelden van toegepaste C2C-materialen: - Accoya-hout: Dit gemodificeerde hout behoort tot de duurzaamheidsklasse 1 en is toegepast bij de gevel. - Ekotex-glasweefselbehang: wandafwerking die zorgt voor o.a. schonere binnenlucht. Het neutraliseert 70% van de vluchtige organische stoffen. - Graphenstone-verf: wandverf die grafeen bevat en op lijnoliebasis is samengesteld. Geclaimd wordt dat deze verf de lucht zuivert (vermindering CO2-uitstoot). - Desso Airmaster
Bijzonder is dat ENS (Environmental Nano Solutions) Technology het luchtzuiveringssysteem heeft geleverd. Dit zorgt ervoor dat fijnstof wordt opgenomen. “Het systeem werkt volgens ionisatie. Als een soort stofmagneet wordt de fijnstof door pull-techniek aangetrokken. Fijnstofdeeltjes gaan als het ware klonteren waarna deze afgevoerd kunnen worden”, legt Moen uit. Het systeem is energiezuinig en onderhoudsvriendelijk. Horsman en Mul zien dit eerste, relatief kleine, cradle-to-cradlebouwproject op Schiphol als een mooie pilot. “De roadmap heeft unieke leermomenten opgeleverd, waarmee we ons voordeel kunnen doen bij volgende projecten.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
103
Veel daglicht in nieuw gebouw Hogeschool Rotterdam
‘Duurzaam onderwijsgebouw zorgt voor goede studieresultaten’ Hogeschool Rotterdam heeft dit collegejaar alle economische en bedrijfskundige opleidingen ondergebracht in de zogeheten HR Business School op de locatie Kralingse Zoom. Omdat enkele bouwdelen niet meer voldeden aan de huidige standaarden, viel de keuze op een nieuw gebouw dat voldoet aan BREEAM-NL Excellent en Frisse Scholen klasse B. “Een duurzaam onderwijsgebouw draagt bij aan goede studieresultaten.”
Enkele weken na de opening van het nieuwe gebouw van Hogeschool Rotterdam plaatste een studente een foto van een van de vele werkplekken op Instagram. Hierbij zette ze de tekst: ‘Dit is mijn nieuwe favoriete studieplek’. “Ons doel is geslaagd, dacht ik toen”, laat projectadviseur nieuwbouw Henk Pieper van Hogeschool Rotterdam weten. “We wilden namelijk zorgen voor een goed schoolgebouw, waarin onze studenten zich thuis voelen.” En dat blijkt. Hoewel het vrijdagmiddag is, is het druk en zitten de studenten verspreid door het pand. “Iedere avond gaat dit gebouw om 22.00 uur dicht”, weet hij. “Vanaf 21.30 uur roept de receptie drie keer om dat het gebouw bijna gaat sluiten. En zelfs daarna nog stuurt ze mensen het gebouw uit.”
Goede studieresultaten Om Hogeschool Rotterdam in de beginfase van het project te begeleiden, heeft de onderwijsinstelling in maart 2014 Brink Management/Advies – onderdeel van Brink Groep – als bouwadviseur geselecteerd. “We vertelden ze ons doel met dit nieuwe gebouw; een goed, prettig schoolgebouw”, zegt Pieper. “Duurzaamheid zagen we hierbij als een belangrijk middel. Uit diverse studies komt naar voren dat een duurzaam gebouw in hoge mate bijdraagt aan goede studieresultaten.” Hiermee ging dit adviesbureau dan ook aan de slag, vertelt Brink-adviseur Chris Bruning. “Hogeschool Rotterdam wilde met de nieuwbouw het certificaat BREEAM-NL
104
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Glas kenmerkt nieuw gebouw Een glazen koepel van 27 bij 27 meter zorgt voor veel daglicht in het atrium. Daarnaast beschikken de gevels over glas over de gehele verdiepingshoogte. “Eén van de meest duurzame glassoorten die op de markt verkrijgbaar is, is toegepast”, laat Pieper weten. “In combinatie met de zonwering houdt het tripleglas veel van de zonnewarmte tegen en laat het voornamelijk daglicht door. Hierdoor hoeven we het gebouw minder te koelen. Dit verhoogt het comfort en scheelt kosten, want in gebouwen is meer behoefte aan koelen dan aan verwarmen.” Daarnaast heeft het glas een filter, waardoor de gebruikers het daglicht gedempter ervaren. In totaal beschikt het gebouw over ruim 3.000 m2 hoogwaardig glas in de gevel en 900 m2 beloopbaar glas in het dak.
Excellent halen.” Daarnaast moest het gebouw een hoge mate van flexibiliteit krijgen. De ruimtebehoefte van de gebruikers is per collegejaar sterk afhankelijk van de hoeveelheid studenten. Hierdoor kwamen in het verleden regelmatig verbouwingen voor. “Aan de hand van workshops hebben de gebruikers vastgesteld hoe ze de toekomst van het onderwijs in ‘hun’ Business School zien. Dat hebben we vertaald naar het Programma van
Maatschappelijk vastgoed
‘Als niemand de ruimten gebruikt, staan alle installaties uit’ opvang voor restwarmte en met de te openen delen in het dak kan ook enige natuurlijke ventilatie worden gerealiseerd. Dankzij deze opvangcapaciteit heeft Hogeschool Rotterdam kunnen besparen in de omvang van het retourventilatiesysteem. “Met een warmtewiel in de luchtbehandelingskast gebruiken we de laatste retourlucht om verse lucht op te warmen”, weet Pieper.
Invloed op installaties
Van links naar rechts: Chris Bruning (Brink Management/Advies), Liesbeth Flipsen (Kontek) en Henk Pieper van Hogeschool Rotterdam.
Eisen. Door de verschillende ruimtesoorten uit te leggen op standaardmaten, hebben we met een duidelijke stramienmaat in het gebouw en de installaties een hoge mate van flexibiliteit gerealiseerd.”
BREEAM-ambitie in ontwerp Architectenbureau Paul de Ruiter Architects heeft de eisen van BREEAM-NL Excellent integraal in zijn ontwerp verwerkt. “Voor het ontwerp hebben wij een BREEAM-ontwerpcertificaat aangevraagd, en met succes. Het ontwerp voldeed ruimschoots aan de eisen”, vertelt BREEAM-adviseur Liesbeth Flipsen van Brink Groep-dochterbedrijf Kontek. “Het project is volgens de bouworganisatievorm Engineer & Construct op basis van de UAV-GC 2005 [Uniforme Administratieve Voorwaarden voor geïntegreerde contracten, red.] in de markt gezet. Door het ontwerpcertificaat wisten wij dat de vraagspecificatie geschikt was voor het verkrijgen van het BREEAM Excellent-certificaat. De verdere uitwerking en realisatie van het ontwerp was de verantwoordelijkheid van de opdrachtnemer. Zolang de uitwerking en realisatie maar in lijn van het ontwerp lag, was het behalen van het BREEAM Excellent-certificaat verzekerd.” Daarnaast voldoet het gebouw aan de eisen van Frisse Scholen klasse B. De grote hoeveelheid daglicht in het gebouw zorgt voor een prettige omgeving. Het daglicht in het atrium komt onder andere door de grote glazen atriumkap van 27 bij 27 meter. Dit atrium vormt een grote
De gebruikers hebben een optimale invloed op de bediening van de installaties. “In de nieuwbouw hebben we gezorgd voor een actieve bediening”, vertelt Bruning. “Als niemand de ruimten gebruikt, staan alle installaties uit. Als iemand een ruimte binnenkomt, moet hij actief zijn aanwezigheid op het bedieningspaneel aangeven om de verlichting en de ventilatie te activeren. Daarbij functioneert de ventilatie op CO2-melding en activeert enkel bij gemeten behoefte.” Het gebouw heeft alle voorzieningen om het klimaat in een ruimte optimaal af te stemmen op de behoefte van de gebruiker, weet hij. “Maar hij moet zelf de instructies geven. Wat ons inmiddels opvalt, is dat studenten en medewerkers in veel ruimten geen kunstverlichting aanzetten. Blijkbaar is er vaak ruim voldoende daglicht. Dat is een mooie energiebesparing.” Behalve het daglicht valt de lange houten trap in het atrium op. Deze trap verbindt de studiepleinen op de
Drie gebouwen als één Sinds september 2017 functioneren de drie gebouwdelen van Hogeschool Rotterdam op de locatie Kralingse Zoom als één gebouw. Het atrium van de nieuwbouw is het centrale deel van dit gebouw. Een studiestraat op de begane grond en een gang op de eerste verdieping sluiten vanuit het atrium aan op het bestaande bouwdeel aan de Kralingse Zoom. Daarnaast zorgen twee loopbruggen op de eerste verdieping voor de aansluiting naar het bouwdeel aan de Thomas Morelaan. “In het bouwproject hebben we de overgangsgebieden naar de bestaande bouwdelen erbij betrokken”, vertelt Bruning. “We wilden echter niet dat de gebruikers deze gebieden als een overgang ervaren. Mede dankzij het slimme ontwerp van Paul de Ruiter en het toegepaste klimaatconcept konden we de verdiepingshoogten van de nieuwbouw en het gebouw aan de Kralingse Zoom gelijk houden, ondanks het vernieuwde Bouwbesluit waaraan de nieuwbouw moest voldoen.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
105
by Bouwcenter Comfortabel wonen met nul op de meter
Betaalbaar naar een gasloze of nul op de meter woning met EQ zero EQ zero|Woningeigenaren Comfortabel wonen met nul op de meter Leven in een comfortabele en energiezuinige woning, die voldoet aan alle moderne gemakken. Dat willen we allemaal. EQ zero maakt het mogelijk! Uniek aan EQ zero is dat door het intelligente systeem u alleen energie verbruikt waar u behoefte aan heeft. Exact op dรกt tijdstip en in die ruimte waar u bent. Zonder dat u er zelf bij na hoeft te denken. Een systeem dat verkoelt op broeierige dagen en uw woning verwarmt op kille winteravonden, zonder energie te verspillen. Het huis vormt zich naar uw behoeftes en bespaart energie. Het voelt aan als een tweede huid.
Energiebesparing Als er energie wordt gebruikt, moet er ook energie worden opgewekt. Hiervoor zijn verschillende systemen beschikbaar zoals zonnecollectoren en zonnepanelen. Hiermee maakt u binnen een handomdraai van uw huis een nul op de meterwoning.
EQ
zero
Controller
Zo heeft u gemiddeld over het jaar voldoende elektriciteit voor dagelijkse activiteiten zoals koken, wassen, computer en verlichting.
Wil je meer weten over EQ zero? Ga dan naar www.eqzero.nl.
A : Av e l i n g e n - We s t 5 , 4 2 0 2 M S G o r i n c h e m
T: +31 (0)183 650 190
W: www.eqzero.nl
Maatschappelijk vastgoed
Behalve het daglicht valt de lange houten trap in het atrium op. Deze trap verbindt de studiepleinen op de verschillende verdiepingen met elkaar. (foto: Levien Willemse)
verschillende verdiepingen met elkaar. “Paul de Ruiter heeft de liften enigszins verstopt om het gebruik van de trap te stimuleren”, geeft Flipsen aan. “Zo hebben we een van de ‘Health’-eisen van BREEAM-NL vertaald.” Ook Pieper is hier blij mee. “Op elke verdieping in het atrium is een studieplein. Hier kunnen studenten elkaar ontmoeten en samen aan opdrachten werken. Zo ontstaat een grote levendigheid in het atrium en wordt de houten centrale trap vaak gebruikt.”
Creatief omgaan met mogelijkheden Om de benodigde punten te halen voor BREEAM-NL Excellent-score kon Hogeschool Rotterdam het dak echter niet vol leggen met zonnepanelen. “Door het glazen dak was het beschikbare dakoppervlak te beperkt”, zegt Flipsen. “Daarom hebben wij in het gebouw naar oplossingen moeten zoeken. Het was een enorme puzzel, voor het ontwerpteam en voor de aannemer SMT Bouw & Vastgoed, om alle bewijslast in de realisatiefase te verzamelen.” Het certificaat is overigens nog niet afgegeven, maar alle bewijslast ligt bij de Assessor ter finale beoordeling. “Wij hebben er alle vertrouwen in dat het certificaat op korte termijn wordt afgegeven”, aldus Flipsen.
Couleur locale Sinds ruim drie jaar werkt Hogeschool Rotterdam in haar huisvesting volgens het principe Couleur locale. “We willen dat de gebouwen de herkenbaarheid hebben van de opleidingen, die ze huisvesten”, geeft Pieper aan. “Aangezien in het nieuwe gebouw de economische en bedrijfskundige opleidingen gehuisvest zijn, hebben we gezocht naar een zakelijke uitstraling. De gebouwen met de technische opleidingen zien er bijvoorbeeld industrieel uit.” Daarnaast heeft Hogeschool Rotterdam de opleidingen geplaatst in de buurt van bedrijven die zich in dezelfde sector begeven. Zo zit bijvoorbeeld onze opleiding ‘Medische Technologie’ in de buurt van het Erasmus MC. De hogeschoolvestiging op Kralingse Zoom ligt naast de Erasmus Universiteit en het zakelijke district van de havenstad.
duurzaam gebouwd | januari 2018
107
Woonzorgcentrum Oudtburgh vol energie Woonzorglocatie Oudtburgh in het Noord-Hollandse dorp Bergen werd in 1999 ontworpen door architectenbureau Alberts en Van Huut in de voor hen kenmerkende organische stijl. Duurzame energieopwekking was ook voorzien in de plannen. Hoe pakte dat uit en wat zijn de ervaringen na meer dan tien jaar gebruik? “Mijn gevoel zegt dat de ontwerpende partij gebrek aan ervaring had.” Tekst en beeld: Tom de Hoog
“Iedereen die hier komt, vindt het een mooi gebouw. Het heeft meer de uitstraling van een hotel dan van een zorgcentrum of verpleeghuis. Het is ook een fijn gebouw om in te werken”, zegt manager technisch beheer & veiligheid Ron van Deudekom bij gebouweigenaar Magentazorg. Samen met bouwcoördinator Martijn Ruyg was hij destijds nauw betrokken bij de bouw. De bewoners op deze locatie zijn geen hotelgasten, maar ouderen met dementie. Dat stelt eisen aan een gebouw en zo koos de toenmalige raad
van bestuur van Magentazorg bewust voor de organische bouwstijl van Alberts en Van Huut. Het werd een gebouw met een vijftal woonpaviljoens, met daarin 180 zit/slaapkamers, rond een centraal middengebied met staffuncties. Het organische ontwerp biedt de bewoners een kwaliteit die zij voorheen in het verouderde verpleeghuis op dezelfde locatie niet hadden. Daarbij wenste het bestuur om duurzame energieopwekking te realiseren. Voor de nieuwbouw viel de keuze daarom
Ron van Deudekom (links) en Martijn Ruyg over de duurzame ambities van Woonzorgcentrum Oudtburgh.
108
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Maatschappelijk vastgoed
Luchtbehandelingskasten zijn zichtbaar op het dak van woonzorglocatie Oudtburgh.
op warmte-koudeopslag (WKO) en warmtekrachtkoppeling (WKK). Het gebouw werd opgeleverd in 2006.
Hoe pakte dat uit? Martijn Ruyg, destijds bouwcoördinator en inmiddels tien jaar directeur/eigenaar van ingenieursbureau Mul: “Het is een zeer energiezuinig gebouw geworden. Er waren echter problemen met het eerste ontwerp voor de energiehuishouding. Het concept van een WKO met WKK als noodstroomvoorziening bleek technisch niet uitvoerbaar. We vroegen ons af wat we met de
warmte moesten doen op het moment dat de WKK als noodstroomvoorziening werd ingezet.” “De oplossing destijds was dat we dan water met een temperatuur van zo’n 90 graden in de bodem zouden brengen. Dat konden we niet accepteren. Vervolgens kwamen er allerlei onhaalbare varianten voor de afvoer van dat zeer warme water. Ook bestond de kans op een stroomdip op het moment dat er overgeschakeld zou worden naar de WKK. Om dat te voorkomen is een poortwacht nodig met een Uninterrupted Power Supply (UPS) en ook daarin was niet voorzien. Kortom, we kwamen er niet uit.”
Bood de organische bouw energetische of andere voor- of nadelen?
‘Het concept van een WKO met WKK als noodstroomvoorziening bleek technisch niet uitvoerbaar’
Ruyg: “Kijk je naar de basisprincipes van duurzaam bouwen, dan wil je een gebouw dat zo compact mogelijk is. Bij dit pand is het geveloppervlak echter enorm. Nu zijn er wel relatief kleine ramen toegepast, maar het totale oppervlak is fors. De kappen die op de paviljoens staan zijn mooi, maar het is ook veel loze ruimte. Dit alles zien we terug in het onderhoud vanuit bouwkundig oogpunt. Er is veel schilderwerk.” Van Deudekom: “De vorm van het gebouw speelt ook op bij het interieur. Bij vloeren leggen is er veel snijverlies, want geen hoek of gang is recht. Als een raam stuk gaat, moet daarvoor een aparte mal worden gemaakt om glas op maat te snijden. Dat heeft een kostenaspect.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
109
Technologie die beschermt wat echt belangrijk is
Branden die ontstaan in elektrische woonhuisinstallaties kunnen vele oorzaken hebben. Dus als u het risico kunt beperken met een alles-in-één oplossing van Eaton, waarom zou u dit niet doen?
Technologie die veiligheid een nieuwe betekenis geeft. Een mensenleven, de eigendommen, de woning van uw klant – èn uw reputatie. Allemaal van het allergrootste belang. De elektrische oplossingen van Eaton voor woningen helpen u om ze allemaal te beschermen. Elektrotechnische beveiligingscomponenten beschermen mensen en hun eigendommen tegen kortsluitingen, overbelastingen, aardfouten – en in beperkte mate ook tegen brand. Maar elektrische energie die te zwak is om te worden gedetecteerd door standaard beveiligingscomponenten kunnen alsnog een brand veroorzaken. Daarom ontwikkelde Eaton een vlamboogbeveiligingscomponent met aardlekautomaatfunctionaliteit de Arc Fault Detection Device+ (AFDD+). De AFDD+ biedt niet alleen meer bescherming tegen brand door vlambogen, het is een alles-in-één component die ook tegen overbelasting, kortsluiting en aardfouten beschermt. Door de producten van Eaton te gebruiken, garandeert u de veiligheid van de personen en zaken die u wilt en moet beschermen.
Bescherm wat belangrijk is - ga naar www.eaton.com/nl/livesafe Eaton Industries (Netherlands) B.V Postbus 2022, 5300 CA Zaltbommel
Tel.: 0418-570200 electricalnl@eaton.com
Maatschappelijk vastgoed
‘Het is een fijn gebouw om in te werken’
De warmtepomp in woonzorgcentrum Oudtburgh.
Het uiteindelijke ontwerp voor de energiecentrale van Oudtburgh kwam door de technische complexiteit pas in 2006 tot stand in de periode dat er al volop werd gebouwd. Hoe zit dat? Ruyg: “We bouwden in fasen. De nieuwbouw verving bestaande bouw op de locatie. We sloopten delen van de bestaande bouw om dan op die plek de nieuwbouw te realiseren. Zo konden de bewoners en medewerkers op de locatie blijven en als een deel van de nieuwbouw werd opgeleverd daar naartoe verhuizen. In bouwfase 0 werkten we met een tijdelijk ketelhuis, de uiteindelijke energiecentrale voor het pand kwam in bouwfase 2 tot stand en namen we in 2006 in bedrijf.”
Wat waren de hoofdbrekens bij de plaatsing van het klimaatsysteem en de (vloer) verwarming? Ruyg: “Wat we in het ontwerp over het hoofd hebben gezien, is hoe de gebruikers van de kamers de vloerverwarming beïnvloeden. Bedenk daarbij dat de tussenwanden van de kamers overal bovenop de betonvloer staan waarin de vloerverwarming is opgenomen. Als in naastliggende kamers de temperaturen uiteenlopend ingesteld worden, ontstaan er problemen. Het beïnvloedt elkaar. Was de vloerverwarming anders aangelegd en bijvoorbeeld per vleugel geregeld met een
‘Nu kiezen we bij de bouw gelijk voor een duurzaamheidslabel’
naregeling van luchtbehandeling dan was dat een betere oplossing geweest.” Van Deudekom: “Zo hebben we na oplevering twee jaar geregeld om het klimaatsysteem stabiel en goed werkend te krijgen. Een uitdaging, want bewoners en medewerkers hebben dat als lastig ervaren. Leg een zorgmedewerker maar eens uit dat ’s zomers de ramen dicht moeten blijven als ze op een kamer van een bewoner komen waar het goed is om even te luchten.” Ruyg: “Ook hier zegt mijn gevoel dat de ontwerpende partij gewoon gebrek aan ervaring had. Ook wat regeltechniek betreft maakte men geen gelukkige keuze. Per kamer zijn vier regelkleppen (solenoids) aangebracht. Er zijn 180 kamers, de overige ruimtes niet meegeteld: als je ziet wat dat in je gebouwbeheersysteem doet, dat is echt bizar.” Van Deudekom: “In onze andere panden zijn interne verbouwingen goed te doen, maar hier heb je altijd te maken met de plaatsing van de wanden, de indeling van de vloerverwarming en de voeding en aansluitingen daarvan. Een ruimte veranderen is hier echt lastig, want je komt altijd wat tegen.”
Inmiddels draait de energievoorziening meer dan tien jaar. Wat is het oordeel over de praktijk nu? Ruyg: “Toen dit gebouw werd ontworpen, waren er nog geen mooie rekensystemen zoals BREEAM om vergelijkingen te maken. Wel zijn er haalbaarheidsstudies gedaan in de aanloop van het project. Het is door de materialen en bouwwijze een zeer energiezuinig gebouw, dat is echter nooit meetbaar gemaakt. Nu zouden we bij de bouw gelijk voor een duurzaamheidslabeling kiezen, maar zoals gezegd was dat er toen nog niet. Het pand is echt energiezuinig en zit wat waarden betreft ruim onder de norm in het Bouwbesluit met een EPC van 0,5.”
Zijn er plannen om de energiekosten verder terug te dringen, bijvoorbeeld het plaatsen van zonnepanelen? Van Deudekom: “Daar is wel naar gekeken, maar door de vorm van de daken is op de paviljoens weinig plat dak. En waar dat wel is, op het middendeel, staan al luchtbehandelingskasten. Dus ook daar is weinig ruimte voor zonnepanelen. Ik zei het al, Oudtburgh is prachtig, maar bracht destijds wel een aantal uitdagingen mee op bepaalde gebieden. De technische problemen van destijds zijn uiteindelijk opgelost, waardoor Oudtburgh nu een pand vol energie is. Natuurlijk kijken we naar mogelijkheden om verder te verduurzamen wat energie betreft. De techniek ontwikkelt zich steeds sneller en ik weet zeker dat er nog winst valt te behalen.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
111
Zorg anno 2030: een ICT-project? Ouder worden en toch thuis blijven wonen is een maatschappelijke opdracht. Is dat huis straks zo smart dat het jou herkent en de voordeur open gaat als je aan komt lopen? Zijn je medicijnen bezorgd, omdat je slimme digitale assistent dat heeft geregeld? Je gezondheid staat sowieso onder digitale bewaking. Hoezo zelfstandig wonen nog toekomstmuziek? Veel kan nu al! Tekst: Tom de Hoog
Iedereen weet dat er een ‘opdracht’ ligt om mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen, als dat nodig is met ondersteuning en zorg op maat. Zorg wordt daarmee het domein waarin uitvindingen, gadgets en slimme ICT de gebruikers - professioneel en particulier – proberen te overtuigen van nut en noodzaak. Bij Het Slimste Huis in Alkmaar, een initiatief van de gemeente en Smart Homes, ziet Corien van Berlo als Coördinator Slimste Huis Alkmaar en algemeen directeur Smart Homes na een aantal recente bijeenkomsten voor professionals en een open huis voor het publiek dat mensen positiever worden over de mogelijkheden van slimme ondersteuning. Wel zijn er veel vragen over hoe iets werkt of wat het kost, meldt zij. Het palet oplossingen is veelkleurig en omgaan met (computer)technologie blijkt voor professional en consument nog steeds een hindernis, zeker als die laatste groep wat ouder is.
Kennis nog beperkt Een goed beeld van de stand van zaken heeft ZonMW. Deze organisatie stimuleert het gebruik van slimme ICT-oplossingen die het mogelijk maken dat ouderen langer zelfstandig thuis wonen. ZonMW heeft als hoofdopdrachtgevers de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zo is ze betrokken bij het Europese programma Active & Assisted Living (AAL) waarbij Nederland deelneemt aan zo’n zeventig projecten die vernieuwende producten en diensten moeten opleveren voor ouderen en mantelzorgers en de professionals en vrijwilligers die hen bijstaan. ZonMW ziet in dat het goed laten landen van technologische vernieuwingen een brede samenwerking vraagt.
112
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Deze slimme waterhouder houdt bij of iemand genoeg drinkt.
Maatschappelijk vastgoed
‘Slimme toepassingen moeten simpeler worden voor de gebruiker’
mijten is hoofdzaak. Ook bouwmaterialen – uitwaseming van formaldehyde – en menselijke activiteiten in huis nam ze onder de loep: “Kaarsen branden in huis, nooit doen!”
Dankzij Beeldzorg van het communicatieplatform MiBida kunnen patiënten op afstand persoonlijke zorg krijgen. (bron: Smart Homes)
Om aan dat laatste bij te dragen organiseerde Het Slimste Huis in Alkmaar afgelopen oktober een discussieronde onder zorgprofessionals over de inzet van slimme ICT waarbij ook Geja Langerveld van ZonMW aanschoof. “Wat kunnen we doen om de opschaling van de inzet van techniek te bevorderen, want iedereen ziet toch wel dat het een beetje blijft steken”, meldde Van Berlo. “Een van de factoren is dat die slimme toepassingen simpeler moeten worden voor de gebruikers.” Drie grote misverstanden volgens ZonMW zijn dat technologie niets is voor ouderen, dat het een verschraalde zorg oplevert en dat het banen op de tocht zet. Dat alles komt ook voorbij in de discussieronde met als conclusie dat de benodigde kennis ontbreekt bij de zorgprofessionals over de kansen die techniek biedt. En dat techniek fun moet zijn voor de gebruiker. Want ouderen moet je geen techniek opleggen, maar hen juist verleiden tot het omgaan met technologie.
Daarna nam Doortje Boshuizen van kenniscentrum voor langdurige zorg Vilans de zaal mee in drie toekomstscenario’s voor met technologie ondersteunde zorg thuis. Die scenario’s laten een oplopende gradatie van de inzet van technologie zien. Van behouden van eigen regie en met gedoseerde inzet van ICT en domotica thuis tot een scenario waarbij het zorglandschap is veranderd in technische dienstverlening gericht op maatschappelijke gezondheidsdoelen. Dat met een hoog do-it-yourselfgehalte en ondersteuning door programmeurs. Intramuraal bestaat dan niet meer, alles wordt on demand ingevlogen of de professional of cliënt verzorgt het zelf. Ziekten en beperkingen zoals we die nu kennen, zijn verdwenen in dit scenario voor 2030. Dit alles levert wisselende reacties op uit de zaal. Met name de financiering en de mensfactor baren het gehoor zorgen. Ook ziet men een en ander zich pas aan het einde van deze eeuw voltrekken. Boshuizen sloot af met een kort overzicht van nu al beschikbare techniek en noemt onder meer robots, valpreventietechniek, draadloos schakelen van verlichting, de Microsoft HoloLens en de Spotter, een GPS-tracker voor ouderen.
Welk scenario gaat het worden?
Gedrag is de sleutel
Met een volgende sessie in november gericht op e-health en het ondersteunen van de zelfstandig wonende oudere medemens diepte Het Slimste Huis de visie op technologie verder uit. Inleiders uit diverse domeinen maakten duidelijk dat ‘zelfstandig thuis kunnen blijven wonen’ meerdere aspecten heeft. Jacobje Visser van GGD Hollands Noorden vestigde de aandacht op woonkwaliteit en dan vooral op gezond wonen. Ventileren is een sleutelbegrip voor haar en het voorkomen van bijvoorbeeld vocht, schimmels en
Hoe de mens met behulp van technologie gedrag kan veranderen en gezonder kan leven, liet Ad van Berlo van Smart Homes de deelnemers zien. Met het project Do Change dat uitgaat van ‘een duwtje in de goede richting’ – nudging – wil hij aantonen dat prikkels geven om bepaalde zaken te laten of juist te doen mensen kan helpen om gezonder te leven. “Zelfs als je weet je dat je iets zou moeten veranderen, dan is de gewoonte vaak sterker.” Hij benoemde de activiteitstracker FitBit als dataverzamelend gereedschap dat hij in zijn Nederlandse project toepast om mensen te helpen hun gedrag te veranderen. Daarbij vestigt hij de aandacht op privacyaspecten van data verzamelen. “Dat heeft niet alleen positieve kanten”, meldde hij. Van Berlo besluit met de verwachting dat zijn Do Change-project tot 20% besparing op zorgkosten mogelijk maakt. Zo kan ICT niet alleen de zelfstandig wonende oudere helpen, maar ook de zorg betaalbaar houden.
‘Gedrag veranderen is moeilijk, want gewoontes zijn sterk’
duurzaam gebouwd | januari 2018
113
Een illustratie van de op cradle-to-cradle geïnspireerde sporthal, die in Venlo komt. (bron: Quant Architecten)
Sporthal demontabel tot aan leidingen toe In Venlo verschijnt medio 2018 een op cradle-to-cradle geïnspireerde sporthal. Voor het eerst past het bedrijf Thermaflex isolatie en leidingen toe, die het aan het eind van de gebruiksfase weer terugkoopt van opdrachtgever gemeente Venlo. “Bij dit project en onze innovatie heeft C2C Expolab een belangrijke rol gespeeld.” Tekst: Tim van Dorsten
Nelienke Bosch van leidingen- en isolatiespecialist Thermaflex ontving in september 2016 een mail met een vraag van Eric Hasselmann, die als adviseur gebouwinstallaties bij installatieadviseur Volantis werkt. Deze vraag (te lezen in het kader hiernaast) had het Waalwijkse bedrijf mede te danken aan C2C Expolab, dat als adviseur bij dit project betrokken was. “Opdrachtgever gemeente Venlo wil cradle-to-cradle op de kaart zetten”, legt ze uit. “Daarom probeert ze zo veel mogelijk projecten uit te voeren, die op deze werkwijze geïnspireerd zijn. Hierbij geldt C2C Expolab in de meeste gevallen als adviseur.”
Diep in bouwketen En niet zo maar een adviseur, laat European Business Developer Bosch weten. “Iedere partij moest in dit project met goede argumenten komen, als het niet met cradle-tocradlematerialen wilde werken.” Volgens haar was deze aanpak ook nodig. “Wij zitten redelijk diep in de bouwketen
114
januari 2018 | duurzaam gebouwd
De mail van Hasselmann aan Bosch Geachte mevrouw Bosch, Wilt u zo vriendelijk zijn om mij informatie te verstrekken van Thermaflex-isolatie met het C2C-certificaat, dat geschikt is voor: isolatie luchtkanalen cv-leidingen gkw-leidingen koud-, meng- en warmwaterleidingen Met vriendelijke groeten, Eric Hasselmann
Maatschappelijk vastgoed
en zijn slechts een van de vele toeleveranciers. Daarnaast zijn onze producten – isolatie en leidingen – meestal niet zichtbaar. Bij iedere stap bestaat dus de kans dat een uitvoerend bedrijf liever kiest voor een ander materiaal.” Zo schakelde Willemse Bouwbedrijf, in opdracht van de gemeente Venlo eerst Van Tilburg Installatietechniek in, dat het isolatiewerk weer doorzette naar ISO Consult. “Dat zijn best veel stappen voordat wij aan de beurt komen. Isolatiebedrijven zijn bijvoorbeeld gewend te werken met het rubber en in mindere mate met onze materialen, een polyetheen. Rubber is namelijk flexibel en daarmee erg vergevingsgezind, terwijl Thermasmart Pro stugger en sterker is en een nauwkeurigere montage vraagt.”
Robuust en lange levensduur De voordelen van Thermasmart Pro zijn echter groter, geeft Bosch aan. “Het is robuust, heeft een langere levensduur en is brandwerend. Als het eenmaal brandt, komt een minimale hoeveelheid rook vrij. En die rook is ook nog eens dun en wit, zodat de gebouwgebruikers eenvoudig en rustig de uitgang kunnen vinden. Ook komen er geen giftige gassen en brandende druppels vrij. Daarnaast is het dampdicht en is condensoptreding in het materiaal heel lastig. In combinatie met de hoge isolatiewaarde zorgt dit voor een zeer lange levensduur.” Daarnaast had C2C Expolab een dwingende vraag aan de deelnemende bedrijven. “Dat bureau wilde dat we nadachten hoe we nog minder negatieve invloed konden hebben op het milieu. Onze producten beschikken dan wel
‘Het is altijd goed als een partij ons extra uitdaagt’
Eerste circulaire installatie? Samen met de organisaties uit de installatiesector Van Dorp, TVVL Carrier, Priva, Systemair en Valstar Simonis heeft Thermaflex in april 2017 tijdens de algemene ledenvergadering van TVVL een overeenkomst getekend met de intentie om gezamenlijk tot de eerste circulaire totaalinstallatie te komen. “We zijn voorbij de overlegfase en willen hiermee aan de slag”, geeft Bosch aan. “Hiervoor zoeken we nog wel een renovatieproject om dit uit te voeren.”
over het certificaat Cradle to Cradle Bronze vanuit onze eigen intrinsieke motivatie, maar dit adviesbureau daagde ons uit om nóg een stapje verder te gaan.”
Bewuster van restwaarde Mede door die vraag ontwikkelde Thermaflex een derde manier van productrecycling. “Allereerst zorgen we voor geen afval in onze fabrieken”, legt Bosch uit. “Al het afvalmateriaal vangen we op en verwerken we weer in het productieproces. Dit doen we ook met het restmateriaal op de bouwplaats.” Als derde wijze koopt Thermaflex de producten, die uiteindelijk in een gebouw komen, bijvoorbeeld na tien jaar weer terug. “Hiervoor betalen we 15% van de aankoopwaarde aan de opdrachtgever. En na de eerste gebruiksfase of als het gebouw uit elkaar wordt gehaald – hoe lang dat tijdsbestek ook duurt – betalen we 30% van de waarde van wat de grondstoffen op dat moment waard zijn.” Bosch is blij met deze vraag. “Het is altijd goed als een partij ons extra uitdaagt”, vindt ze. “Door te zorgen voor een zogeheten reclaimwaarde, zijn we ons niet alleen
De op cradle-to-cradle geïnspireerde Sportzaal Zuid wordt demontabel gebouwd. (bron: gemeente Venlo)
duurzaam gebouwd | januari 2018
115
De Energieproeftuin in Zwolle In Zwolle is bijna het woningverbeteringsproject â&#x20AC;&#x2DC;De Energieproeftuinâ&#x20AC;&#x2122; klaar. Een buitengewoon intensief project in opdracht van deltaWonen omdat de huurders tijdens onze werkzaamheden in hun woning bleven wonen en er nieuwe en verschillende energieconcepten zijn toegepast. In negen blokken met in totaal 46 woningen zijn energiebesparende, energieopwekkende en energieopslag-methoden getest. Doel: onderzoek doen naar de meest optimale verduurzamingscombinatie met oog voor bewonerscomfort. Diverse combinaties van zonnepanelen, energieopslag, installaties en isolaties zijn gebruikt. Vanaf januari 2018 start de periode waarin de aangebrachte maatregelen gemonitord worden, zodat beoordeeld kan worden welke combinatie het beste resultaat oplevert. www.trebbe.nl en http://proeftuin.deltawonen.nl
Maatschappelijk vastgoed
Thermaflex koopt de producten, die uiteindelijk in een gebouw komen, weer terug. (bron: gemeente Venlo)
bewuster van de restwaarde van onze producten, maar hebben we onze producten ook interessanter voor marktpartijen gemaakt. Toen ik hierover bijvoorbeeld een bericht op LinkedIn plaatste, kreeg ik enorm veel positieve reacties.”
Ook demontabel door laswerk Daarnaast verbindt het bedrijf de isolatiebuizen door middel van hitte, dus door te lassen: hierdoor gebruikt het veel minder lijm en is het materiaal beter te recyclen. “Alleen om de isolatie om de leidingen te bevestigen, hebben we wel lijm nodig.” Mede dankzij al deze aspecten heeft Bosch alle Thermaflex-producten in deze Venlose Sporthal Zuid weten toe te passen. Het gaat hierbij onder meer over Thermasmart Pro-isolatie, Polybuteen-leidingen,
‘We kopen de producten die in een gebouw komen, na de gebruiksfase weer terug’
‘Cradle-to-cradle wakkert innovaties aan’ Adviesbureau C2C ExpoLAB heeft gemeente Venlo geholpen bij de selectie van alle betrokken partijen om de op cradle-to-cradle geïnspireerde Sportzaal Zuid te bouwen. Hierbij heeft adviseur Bas van der Westerlo de lat voor alle partijen steeds zo hoog mogelijk gelegd. “We gebruiken de circulaire uitgangspunten om bedrijven uit te dagen om steeds meer kwaliteit toe te voegen en steeds meer goede an de d dingen te doen.” Het volledige interview met Van Westerlo staat op DuurzaamGebouwd.nl.
Flexalen voorgeïsoleerde grondleiding en Flexalen HRV voorgeïsoleerde luchtkanalen. “Deze op cradle-to-cradle geïnspireerde sporthal heeft een bruto vloeroppervlak van 12.000 m2. Voor ons is dat een klein project. Maar door de uitdagende vraag en aangezien al onze leidingen en isolatieproducten in deze sporthal zijn geïnstalleerd worden verwerkt, is dit toch een groot project geworden.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
117
SAMEN OP WEG NAAR ENERGIE NEUTRAAL Is úw vastgoed al klaar voor de toekomst? nearly Zero Energy Buildings (nZEB’s) zijn toekomstbestendige, gezonde gebouwen die rendement opleveren en die leiden tot:
Met het nearly Zero Energy Buildings concept begeleidt Unica u in zes stappen naar een energieneutraal gebouw.
• tevreden eindgebruikers, • een extreem lage energierekening en • een hogere waarde van uw vastgoed.
Kijk op unica.nl/nZEB voor meer informatie en download de whitepaper.
Unica Energy Solutions T 033 - 247 80 80 E info@unica.nl
Maatschappelijk vastgoed
Duurzaam afval scheiden in Scheepvaartmeseum Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam heeft het BREEAM-NL In-Use ‘Very Good’-certificaat ontvangen voor het onderdeel ‘Gebouw’. In de categorie ‘Afval’ scoort dit museum 100%. Samen met negentien andere culturele instellingen neemt Het Scheepvaartmuseum deel aan het project ‘Zero Waste’. Zo zorgt dit museum voor het gescheiden inzamelen en verwerken van afval. Daarnaast behaalde dit Amsterdamse museum in de categorie ‘transport’ een score van 90%. Sinds de grootscheepse renovatie en heropening in 2011 staan duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog op de agenda. Zo maakt het museum gebruik van een wko-installatie. Energie uit de bodem zorgt voor verwarming en koeling van het gebouw. Verder wordt de ventilatie per verblijfsruimte afgestemd op de behoefte. Het BREEAMkeurmerk ‘In-Use’ beoordeelt bestaande gebouwen op drie onderdelen: het gebouw, het beheer en het gebruik. Het Scheepvaartmuseum blijft naar nieuwe oplossingen zoeken om nog duurzamer te worden. Zonnepanelen op de depots dienen het energiegebruik te compenseren. Daarnaast koopt dit museum zijn stroom volledig groen in.
Het Scheepvaartmuseum. (bron: Wikipedia/S. Sepp)
Bijna 200 schoolgebouwen energieneutraal in Groningen
Hergebruikte grondstoffen in nieuw onderwijscentrum
De gemeente Groningen en een groot aantal schoolbesturen maken 195 schoolgebouwen energieneutraal in 2035. Hiervoor hebben ze in november een intentieverklaring ondertekend.
Het ontwerp van het nieuw te bouwen Onderwijs en Zelfstudiecentrum (OZC) van Tilburg University heeft het ontwerpcertificaat BREEAM-NL Nieuwbouw Excellent. Dit is mede te danken aan het hergebruik van de grondstoffen in het betonwerk.
Deze intentieverklaring ‘Energieneutrale scholen Groningen’ kwam tot stand door een samenwerking tussen gemeentelijke afdelingen en de werkgroep Onderwijshuisvesting, waarin de gemeente en de schoolbesturen samenwerken. Tijdens de gesprekken kwam de split incentive [degene die investeert in duurzaamheid is niet degene die ervan profiteert, red.] aan de orde, waardoor verregaande verduurzaming uitbleef. De partijen werkten toe naar een oplossing om deze split incentive op te lossen. In de verklaring staat dan ook beschreven dat zowel de gemeente als de schoolbesturen verantwoordelijkheid nemen voor hun gezamenlijke vastgoed en de verduurzaming hiervan. Zo worden er afspraken gemaakt over de financieringsopgave en worden schaalvoordelen door samenwerking optimaal benut. Met deze intentieverklaring komt er een vervolg op het recent succesvol afgeronde project ‘Fris en duurzaam’, waarin het ging om een gezond binnenklimaat in alle klaslokalen van de stad, en wat eveneens een samenwerkingsproject was van gemeente en schoolbesturen.” In totaal is er met de verduurzaming van de bijna 200 scholen ruim 36.000 m2 gemoeid.
Dit is een van de duurzaamheidsmaatregelen die ontwikkelaar en bouwer VORM heeft genomen. Samen met partner Kaan Architecten heeft dit bedrijf de duurzaamheidseisen in het ontwerp geïntegreerd. Opdrachtgever Tilburg University had namelijk ook op dit certificaat ingezet: in ontwerp en in uitvoering. Behalve het hergebruik van de grondstoffen in het betonwerk beschikt het OZC op een wko-installatie, zonnepanelen en afvalscheiding. En het OZC vangt regenwater op en infiltreert het in het terrein. “Ook bij het ontwerp van het bouwterrein hebben we rekening gehouden met de BREEAM-eisen”, laat VORM-uitvoerder Edwin van den Berg weten. “De bouwketen voorzien we onder meer van ledverlichting en waterbesparende voorzieningen.” In de bouwfase scheidt VORM al het bouwafval op de bouwplaats in tien hoofdgroepen, zodat het gesorteerd wordt aangeleverd bij de afvalverwerker. De bouw van dit onderwijsgebouw van 11.000 m2 is eind maart 2017 gestart. De oplevering staat gepland voor begin 2018.
duurzaam gebouwd | januari 2018
119
Maatschappelijk vastgoed
Leerlingen controleren energieverbruik scholen Bij 25 basisscholen in Noord-Brabant en Limburg zijn tien energie-inspecteurs van drie omgevingsdiensten afgelopen december langs geweest. Onder hun begeleiding hebben leerlingen hun school doorgelicht op duurzaamheid en energiegebruik.
Foto: Michiel Wasmus
Naast gratis energieadvies verzorgden deze inspecteurs een scholingsproject voor 125 eerstejaars hbo-studenten en een lesprogramma voor leerlingen uit groep 7 en 8. Zo kregen de leerlingen van groep 8 van basisschool De Klimboom uit Best les van studenten van de opleiding Built Environment van Zuyd Hogeschool over CO2uitstoot, klimaatverandering en energiebesparingstips. Daarna volgde een speurtocht door de school, waarbij de leerlingen hun school op duurzaamheid en energie beoordeelden (zie foto). Het doel hierbij was om te zorgen voor een gezond binnenklimaat en een besparing op de energiekosten. Enkele weken na dit bezoek ontvingen de scholen het energierapport, met daarin tips om geld te besparen en tot een beter binnenklimaat te komen. “Top hoe leerlingen van basisschool De Klimboom met studenten van Zuyd Hogeschool een energiescan op school hebben gehouden”, vond de aanwezige wethouder Peter van de Loo van duurzaamheid en milieu van de gemeente Best. “Zo ontdekken ze hoe ze energie kunnen besparen of duurzaam kunnen opwekken.” RVO.nl voert dit project uit vanuit de Green Deal Scholen. Overigens hebben in 2017 energie-inspecteurs van de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg en de Regionale Uitvoeringsdienst Limburg Noord alle tachtig scholen in Limburg van het middelbaar onderwijs bezocht in het kader van de Wet Milieubeheer.
Gemeente Tilburg gaat voor duurzame gebouwexploitatie De gemeente Tilburg wil duurzaamheid integraal beschouwen en invullen. Hiervoor gebruikt ze onder meer GPR Gebouw als instrument om haar ambities op gebouwniveau concreet vorm te geven. Tilburg wil de volgende doelen behalen: • Klimaatneutrale gebouwen bieden en beheren • Milieuvriendelijke materialen en producten gebruiken • Gezonde, veilige en prettige gebouwen voor de gebruikers bieden • Toekomstwaarde bieden “We hebben de weg hiernaartoe in goed overleg ontwikkeld met alle belangrijke belanghebbenden in de organisatie”, vertelt duurzaamheidscoördinator gemeentelijk vastgoed Ruud Oerlemans. “We hebben brede consensus over wat we willen bereiken en weten ook hoe we dat moeten doen.” Het afgelopen jaar heeft de gemeente gebruikt om de verduurzamingsopgave goed neer te zetten. “We zoeken naar verbinding van ambities met reguliere taken en actuele projecten. Daarnaast kijken we naar nieuwe manieren om
marktpartijen te contracteren, zodat we meer zekerheid krijgen dat we de doelen halen.” Voor het onderhoud is dit gelukt, want sinds november 2017 onderhoudt BAM FM de gebouwen van de gemeente Tilburg. De komende maanden brengt BAM in beeld, met een eigen ontwikkelde methodiek aangevuld met de GPR Gebouw, welke maatregelen leiden tot een duurzame gebouwenvoorraad. Deze inventarisatie wordt vertaald naar een uitvoeringsprogramma met daarbij een scherp beeld van kosten en opbrengsten. Ook neemt Oerlemans de huurders mee in de slag naar energie-efficiënte, milieuvriendelijke en gezonde gebouwen. Zij krijgen coaching in hun gebouw om ook zelf bij te kunnen dragen aan onder andere energiebesparing. “De rol van huurders en beheerders is cruciaal. Ook al is je pand technisch goed: wanneer je niet weet hoe je dat moet beheren, dan realiseer je alsnog niet je ambities.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
121
DUURZAAM GEBOUWD CONGRES
500
42
41
36
4
BEZOEKERS
SPONSOREN
SPREKERS
WORKSHOPS
AWARDS
Hét kennisevent voor beslissers in de integrale bouw- en vastgoedsector, die de volgende stap zetten naar een aardgasloze gebouwde omgeving.
VanGasLos
HET CULTUURGEBOUW, HOOFDDORP
1 FEBRUARI 2018
e 9 ED ITIE
Koop uw ticket met deze unieke code:
DGCBCFD4ZY WWW.DUURZAAMGEBOUWDCONGRES.NL
Laat u inspreren door topsprekers over #VanGasLos:
MARNIX NORDER Voorzitter Aedes, vereniging van woningcorporaties
CLAUDIA REINER Namens de Bouwagenda en Vicevoorzitter UNETO-VNI
BERT MELLES CEO abc nova
Samenwerkingspartner Provincie Noord-Holland
JOHN NEDERSTIGT Wethouder gemeente Haarlemmermeer
JACK VAN DER HOEK EN JOKE GELDHOF Gedeputeerden provincie NoordHolland
Gastheer Gemeente Haarlemmermeer
Naar een energieneutrale en gasloze vastgoedvoorraad Gemeenten en woningcorporaties van Nederland moeten de komende tijd hard aan de slag. De CO2-uitstoot moet drastisch worden teruggedrongen, de hoeveelheid duurzaam opgewekte energie drastisch verhoogd en de gaskraan moet dicht. En dat alles met relatief weinig financieringsruimte. Deze uitdaging staat centraal op het Duurzaam Gebouwd Congres, 1 februari in de gemeente Haarlemmermeer. Het congres heeft het toepasselijke thema #VanGasLos.
De komende jaren schuilt de uitdaging in het up-todate maken van een ouderwetse vastgoedvoorraad. Met verschillende types woningen in beheer, waaronder jaren-â&#x20AC;&#x2122;70-woningen en flats met een lekkende schil, moeten de corporaties aan de slag met een uitgedachte vastgoedstrategie. In totaal hebben de 350 woningcorporaties die ons kikkerlandje telt zoâ&#x20AC;&#x2122;n 2,4 miljoen woningen, waarvan slechts een kwart het label B draagt. In 2021 moet
124
januari 2018 | duurzaam gebouwd
dit gemiddeld label B zijn. Daarnaast hebben diverse gemeenten de ambities uitgesproken om in 2050 uiterlijk van het gas af te zijn. Naar schatting zijn pas ongeveer 100.000 van deze corporatiewoningen all electric en daarmee voorbereid op de toekomst.
De populairste verwarmingsmethode De voorraad #VanGasLos maken is zo eenvoudig nog niet. Aardgas is verreweg de populairste verwarmingsmethode
#VanGasLos
Naast kennis opdoen via het inhoudelijke programma hebben de aanwezigen ook ruim de mogelijkheid om te netwerken.
in Nederland, met meer dan zeven miljoen aansluitingen op het gasnet. De bouw- en vastgoedsector krijgt de komende jaren de uitdaging om het energienetwerk te verduurzamen en nieuwe manieren van (decentrale) duurzame energievoorziening te realiseren. Verschillende partijen zetten de volgende stap om dit veranderingsproces te versnellen. Zo kiest Ballast Nedam Development als eerste projectontwikkelaar voor ontwikkelingen zonder gas en besluiten diverse gemeenten om gas definitief vaarwel te zeggen. “De komende jaren gaat er veel veranderen in de manier waarop onze huizen en kantoren verwarmen”, geeft wethouder Lot van Hooijdonk van Utrecht aan. Deze gemeente ondertekende hiervoor de Green Deal Aardgasvrije Wijken, samen met andere overheden als Almere, Amsterdam en Rotterdam.
Energieneutraal, circulair en gasloos De komende jaren vormen langdurige samenwerkingen en radicale innovaties de sleutel om een energieneutrale, circulaire en volledig gasloze vastgoedvoorraad neer te zetten. Om deze uitdaging aan te gaan staat het thema #VanGasLos op 1 februari centraal tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres in gemeente Haarlemmermeer. Het congres strijkt neer in deze gemeente om gezamenlijk ambities en uitdagingen in te vullen omtrent aardgasloos bouwen. “Haarlemmermeer heeft een duidelijke visie omtrent #VanGasLos en de gemeente weet dat zij de omslag nu moet maken”, vertelt directeur Wietse Walinga van Duurzaam Gebouwd. “Op 1 februari komen experts uit de bouw- en vastgoedsector bijeen om invulling te geven aan dit belangrijke en relevante thema.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
125
#VanGasLos
Programma van het Duurzaam Gebouwd Congres Naast het plenaire programma zijn er tientallen workshops om aan deel te nemen en in actie te komen rondom het thema #VanGasLos. Bekijk de volledige lijst van sprekers op DuurzaamGebouwdCongres.nl.
Gedeputeerde Nienke Homan van de provincie Groningen (rechts) tijdens het Duurzaam Gebouwd Congres 2015 in Groningen, samen met dagvoorzitter Inge Diepman.
De gemeente ziet dat er financieel en organisatorisch omvangrijke barrières zijn om bestaande bouw los te koppelen van gas. De investering is vaak fors. Daarnaast liggen kosten en baten niet altijd bij dezelfde partij. Veel verschillende stakeholders moeten de handschoen oppakken om initiatieven omtrent energieverduurzaming tot een succes te maken. Een gebiedsgerichte aanpak is noodzakelijk, om betrouwbaarheid en stabiliteit van de warmtevoorziening te waarborgen. Voorbeelden van initiatieven die door de gemeente worden ondersteund zijn het burgerinitiatief in Burgerveen en de ontwikkeling van de gasloze wijk Hanepoel in Zwaanshoek. De ambitie van de gemeente Haarlemmermeer is om nieuwbouw geheel gasloos te maken en te voorzien van de meest effectieve warmtevoorziening, bijvoorbeeld restwarmte uit datacenters. Het Duurzaam Gebouwd Congres wordt georganiseerd met samenwerkingspartner provincie Noord-Holland en gastheer gemeente Haarlemmermeer.
Praktische informatie Ontdek welke partijen aanwezig zijn op het Duurzaam Gebouwd Congres en bekijk alle praktische informatie omtrent het congres op DuurzaamGebouwdCongres.nl. Hier vindt u ook een terugblik naar het Duurzaam Gebouwd Congres 2016, om alvast warm te lopen voor de komende editie.
Veel aandacht voor #VanGasLos Op de komende twintig pagina's besteden we meer aandacht aan het congresthema #VanGasLos.
VanGasLos
Hier vindt u ook de mogelijkheid om tickets te kopen. Er zijn maximaal 520 plaatsen beschikbaar voor beslissers in de bouw- en vastgoedsector.
duurzaam gebouwd | januari 2018
127
Wethouder Nederstigt spreekt op congres #VanGasLos in zijn gemeente
‘Loskomen van fossiele energie vraagt regie’ In de gemeente Haarlemmermeer heeft wethouder John Nederstigt onder meer duurzaamheidsbeleid in zijn portefeuille. Als spreker op en gastheer van het Duurzaam Gebouwd Congres #VanGasLos op 1 februari heeft hij een heldere visie op de keuzes die nodig zijn om te verduurzamen. Hij ziet dat overheidsregie hierbij onmisbaar is. Tekst: Tom de Hoog Beeld: Robert Tjalondo
De wethouder begint met uit te leggen waar de economie op drijft. “Kijken we naar Haarlemmermeer, dan zie ik veel uitdagingen op een paar vierkante kilometer verzameld als het om duurzaamheid gaat. We hebben de gebouwde omgeving, daar moeten we wat mee. We hebben veel nieuwbouw, waar een rijksopgave voor ligt, en we hebben een luchthaven als enorm belangrijke economische drijvende kracht. Ook de glastuinbouw is heel belangrijk voor onze economie. Weet ook dat ongeveer 30% van de luchtvracht op Schiphol gerelateerd is aan onze glastuinbouw. Stel dat we morgen niet meer mogen vliegen – je moet er niet aan denken. Onze inzet is dat we samen met onze partners willen zorgen dat we in deze gemeente een economie kunnen maken die houdbaar is, ook in 2050.”
Transformatie in gang zetten “Die duurzame, houdbare economie kunnen we op een aantal manieren bereiken. Daarvoor is het nodig te transformeren naar een economie die zo min mogelijk schade aan de omgeving toebrengt. Het is daarom belangrijk een breed draagvlak te krijgen voor het transformeren naar een kenniseconomie.” Nederstigt beseft dat mensen een eenmaal verworven welvaart niet graag willen verliezen. Hij ziet echter ook het risico van vasthouden aan wat hij de ‘oude’ economie noemt. “Juist als je welvarend bent, en dat zijn wij, dan ben je bij uitstek in de luxe positie dat je kunt transformeren. Realiseer je dat we als het ware met een vaart van meer dan honderd kilometer per uur op een dikke stenen muur af rijden. En eigenlijk rijden we nog harder omdat het ons zo ‘goed’ gaat. Economisch gezien hebben wij in Haarlemmermeer meer te verliezen dan menig andere
128
januari 2018 | duurzaam gebouwd
gemeente in Nederland. Als je namelijk zo afhankelijk bent van de luchtvaart, ben je enorm kwetsbaar. Dus ja, we ondervinden weerstand bij de transformatie naar duurzaam. Mensen zeggen ‘het gaat toch goed zo!’ of ‘is dat allemaal wel zo?’ maar ook ‘het zal mijn tijd wel duren’. Als overheid weten we gewoon dat we moeten veranderen, omdat we zo te kwetsbaar zijn. Ook weten we dat wij als overheid die grote verandering vorm moeten geven. Wij kijken niet naar individuele belangen maar naar het belang van allen.”
Warmtenet voor metropoolregio Wat doet de gemeente Haarlemmermeer om particulier en ondernemer enthousiast te maken voor de noodzakelijke transformatie? Er zijn vele initiatieven en de wethouder benadrukt de verbinding die er ligt. “Waar het naartoe moet in de Haarlemmermeer, is niet anders dan waar het naartoe moet in Noord-Holland, heel Nederland of in de wereld. Dan doel ik op een duurzame planeet, waarbij we als mens minder schade aanrichten dan we kunnen goedmaken. Wij staan hier in de Haarlemmermeer heel dicht bij de mensen.
‘Ieder huis dat vanaf nu wordt gebouwd in gemeente Haarlemmermeer, moet gasloos of energieneutraal zijn‘
#VanGasLos
Wethouder John Nederstigt van gemeente Haarlemmermeer: “Het is nodig te transformeren naar een economie die zo min mogelijk schade toebrengt.”
Wij zien het als een grote gedeelde verantwoordelijkheid om ons eigen systeem zo goed en zo duurzaam mogelijk neer te zetten en te onderhouden.” Een van de projecten die hierop aansluit is de samenwerking binnen de Metropoolregio Amsterdam (MRA) voor een regionaal warmtenet als opstap naar een aardgasloze gebouwde omgeving. Wat gaat dit betekenen voor Haarlemmermeer? Veel, volgens Nederstigt die daarbij duidelijk maakt dat in de polder vooral de glastuinbouw van het warmtenet profiteert. “Aan dat warmtenet worden zo’n 550.000 eenheden aangesloten met een warmtevraag. In onze polder nemen wij een derde van die vraag voor onze rekening. Niet met woningen: bij ons gaat het om de glastuinbouw. Er komt een soort ‘ringleiding’ in de zuidwesthoek van de metropoolregio. Met de ondernemers daar kunnen we een warmteketen opbouwen. Nu hebben
‘In gemeente Haarlemmermeer hebben we zwaar ingezet op zonnepanelen op daken van scholen‘
duurzaam gebouwd | januari 2018
129
Efficiënt UV-afvoersysteem Voor snelle regenwaterafvoer van grote platte daken
Met Vacurain wordt regenwater supersnel afgevoerd van het platte dak dankzij het UV-systeem. Dit complete systeem wordt op maat ontworpen voor elk gebouw. De afdeling Engineering en Consultancy verzorgen voor u
Voordelen Vacurain
• Grote afvoercapaciteit en lage geluidsproductie • 30% minder materiaalgebruik ten opzichte van traditionele HWA
• Ruimtebesparing dankzij kleine diameters • Ook geschikt voor toepassing op groene daken
een passend systeem ontwerp op basis van uw bouwtekening. Grote hoeveelheden regenwater worden zo probleemloos afgevoerd.
DYKA | +31(0)521 - 53 49 11 | info@dyka.nl | www.dyka.nl
Neem contact op voor een passend advies: Vacurain.nl@dyka.nl of 0521 - 53 49 11
#VanGasLos
we nog geen warmtebron in onze polder – zoals IJmuiden die heeft met Tata Steel – maar straks wel. Omdat we hier op een internetknooppunt zitten, kijken we daarvoor naar de restwarmte van datacenters. Nu is het winnen van restwarmte bij bestaande datacenters lastig, maar bij het ontwerp van nieuwe centers gaan we voorschrijven dat restwarmte in het warmtenet moet worden opgenomen. Dat leggen we als overheid op en is het wisselgeld om hier het center te mogen vestigen. Ik verwacht niet dat dat afschrikt, want datacenters weten zelf heel goed dat hun extreme stroomvraag steeds moelijker te verkopen valt. Als we 90% van de energie die erin gaat weer kunnen terugkrijgen in de vorm van warmte, dan is dat natuurlijk winst voor iedereen.”
Kinderen laten kennismaken met duurzaamheid Een van de speerpunten in het beleid van de gemeente Haarlemmermeer bij verduurzamen en los komen van gas als energiebron is de visie op nieuwbouw en renovatie van schoolgebouwen. Nederstigt maakt duidelijk dat in ‘zijn’ polder de eisen op dat gebied strenger zijn dan die van veel andere gemeenten. “Veel gemeenten zitten op het wettelijk minimum, maar wij hebben er een plus op gezet. Enerzijds, omdat we vinden dat we kennis die we hebben over verduurzamen moeten toepassen. Anderzijds, omdat we onze kinderen gewoon willen laten kennismaken met en laten ervaren wat dat betekent: schonere lucht in school en duurzame zelfopgewekte energie. Dat vraagt bij de bouw of renovatie een extra investering. Maar door de winst die in de exploitatiefase ontstaat in te zetten als onderdeel van de financiering bij realisatie, is dat mogelijk. Die aanpak klinkt logisch, maar dat zie je nog niet veel in Nederland. Wij doen dat hier wel.” Er is nog een reden dat hij juist scholen kiest als speerpunt. “In de Haarlemmermeer hebben we zwaar ingezet op zonnepanelen op daken van scholen, omdat dat namelijk een sterke communicatieve waarde heeft. De kinderen worden ermee opgevoed, de ouders zien de panelen op het schooldak en in de hal de display met opbrengstgetallen.”
‘Samen met Alliander doen we nu bij vijftig huishoudens een test met een buurtbatterij‘
Nederstigt: “We hebben economisch veel te verliezen in gemeente Haarlemmermeer. Stel dat we morgen niet meer mogen vliegen – je moet er niet aan denken.”
Aardgasloze gebouwde omgeving Inmiddels zijn de eerste projecten voor aardgasloze nieuwbouw van woningen gerealiseerd in de Haarlemmermeer. Hoe belangrijk vindt Nederstigt deze ontwikkeling? “De gemeenteraad heeft meerdere moties aangenomen over gasloze woningen bouwen. Ook dat is een stukje regulering en iets wat je niet bij de consument kan neerleggen. Vooral willen we bouwers een signaal geven over welke kant wij op willen. En dat is: ieder huis dat vanaf nu wordt gebouwd in de Haarlemmermeer moet gasloos of energieneutraal zijn. Daarom ook doen we samen met Alliander diverse projecten. Bijvoorbeeld met collectieve opslag, de buurtbatterij. Zo kunnen we de pieken in opwekking en gebruik van energie afvangen. Ons elektriciteitsnetwerk is namelijk al overbelast. Er loopt een project in het dorp Rijsenhout met zo’n buurtbatterij. Daarnaast gaan we testen met individuele opslag bij vijftig huishoudens. Dat realiseren we via ons eigen stroombedrijf Tegenstroom. Ook om te leren wat het allemaal betekent en of dit een oplossing is die op grote schaal toegepast kan gaan worden.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
131
Keuzes maken in NoordHollands warmtescenario Onderzoek leverde een gedetailleerde kaart op gemeenteniveau op voor de verduurzaming van de warmtevraag in de provincie Noord-Holland. Nu is het zaak gefundeerde keuzes te maken voor de toekomst. En om zicht te krijgen op de financiering van de grootschalige transitie om van aardgas los te komen. Tekst: Tom de Hoog
Om inzicht te verkrijgen in de mogelijkheden om de warmtevraag van 49 gemeenten in de provincie NoordHolland te verduurzamen, stelde CE Delft duurzaamheidsscenario’s op buurtniveau op. “We gebruikten daarvoor de klimaatmonitor – gevuld door het Centraal Bureau voor de Statistiek – van het ministerie Infrastructuur en Waterstaat”, licht Benno Schepers, onderzoeker en adviseur bij CE Delft, toe. “Dit is een belangrijke bron voor data tot op buurtniveau van woningen en utiliteitsbouw, zoals kantoren, winkels en scholen. Het soort bebouwing en de kenmerken ervan haalden we uit het Kadaster. Daarbovenop legden we de energielabels van alle woningen, zoals die bekend zijn bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Zo weet je op gebouwniveau de energetische kwaliteit van een woning. Dat combineerden we vervolgens met de gegevens uit de andere bronnen, bijvoorbeeld bij woningcorporaties. Zo werd het mogelijk een indicatie van de kosten te geven voor aanpassingen van een woning. Dat doen we met het door ons ontwikkelde CEGOIAmodel. Het plan van de provincie is om de uitkomsten van de modelberekeningen via een GIS-viewer beschikbaar te stellen.”
Meerdere gespreksronden Naast de dataverzameling waren er minimaal twee gespreksronden per regio. “Inmiddels zijn alle bijeenkomsten geweest”, vertelt Schepers. “Voorafgaand aan onze rapportage vroegen we gemeentes en stakeholders hun data aan te leveren. We spraken met gemeenteambtenaren duurzaamheid en milieu en met een omgevingsdienst waar dat aan hen is uitbesteed. Altijd schoof ook de netbeheerder - Alliander of Stedin - aan en ook corporaties en waterbedrijven waren vertegenwoordigd. Alle partijen met een grote opgave in de ruimtelijke ordening zijn zoveel mogelijk betrokken bij die bijeenkomsten. Als men plannen had die in uitvoering
132
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Het eindbeeld van een klimaatneutrale warmtevoorziening in 2050, met onderscheid in individuele en collectieve opties. (bron: CE Delft)
#VanGasLos
nieuwbouw ontwikkelen. Dat als een eerste en belangrijke stap in de warmtetransitie. Anders blijf je dweilen met de kraan open. Als we doorgaan om nieuwbouw op aardgas aan te sluiten, maken we de opgave om van aardgas los te komen steeds groter. Bovendien kunnen gemeentes het moeilijk aan hun inwoners verkopen als de ene bestaande wijk binnen nu en tien jaar van het gas af moet zijn, terwijl een nieuwe buurt hier nog op wordt aangesloten.”
Hoe zeker is een warmtebron?
CE Delft-onderzoeker en adviseur Benno Schepers was nauw betrokken bij het opstellen van duurzaamheidsscenario’s op buurtniveau. (foto: Tom de Hoog)
gingen, namen we dat ook mee in ons onderzoek, berekeningen en rapportage. Bij de tweede bijeenkomst bespraken we de uitkomsten en deelden we aanvullende informatie. Daarnaast gaven we aandacht aan de mogelijke vervolgstappen voor de gemeenten. Soms was een extra bijeenkomst nodig voor meer toelichting. Dat speelde bijvoorbeeld bij de regio Zuid-Kennemerland. Daar was het verwerken van bepaalde aannames over de beschikbaarheid van bepaalde - industriële warmtebronnen een belangrijk gegeven dat nogal van invloed is op de mogelijke toekomstscenario’s.”
Servicepunt voor transitievragen Om gemeentes te helpen bij het maken van transitiekeuzes heeft de provincie Noord-Holland het Servicepunt Duurzame Energie in het leven geroepen. “Wij hebben een inhoudelijke ondersteunende en aanjagende rol voor regio’s en gemeenten met de focus op het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving”, legt Ingrid Giebels van het servicepunt uit. “Zo organiseerden we voor de regio IJmond Zuid-Kennemerland een atelier warmtetransitie. Daarin namen we bestuurders en ambtenaren mee in wat er speelt bij die warmtetransitie, met de CE Delft-rapporten als basis voor discussies en nadere analyses. Die rapporten hielpen enorm om gemeenten aan het denken te zetten hoe ze met die grote opgave van de warmtetransitie om moeten gaan. En in lijn met het regeerakkoord laten we gemeentes nu zien hoe je zo snel mogelijk kunt komen tot aardgasvrije nieuwbouw, deels technisch maar ook wat regelgeving betreft. Daarbij gaan we ook rond de tafel met gemeentes en projectontwikkelaars bij concrete projecten. Voor die laatste groep geldt dat die ook een draai moeten maken, maar als je de vraag aan ze stelt zien ze in dat het niet anders meer kan dan voortaan aardgasvrije
In de provincie Noord-Holland zijn veel industriële restwarmtebronnen aanwezig. Hoe nam CE Delft dat mee in de rapportage? “We kijken altijd naar die restwarmtebronnen, omdat die nu nog meestal zijn gebaseerd op fossiele brandstoffen”, vertelt Schepers. “De langetermijnzekerheid van de restwarmtebronnen is ook een punt van discussie geweest bij het doornemen van scenario’s met gemeenten en de provincie. Dat hebben we in de rapporten meegenomen door ook een situatie met veel minder restwarmte te presenteren. Onzekerheden zijn er echter voor alle nieuwe energiebronnen. Groen gas is ook een optie als dat in voldoende mate beschikbaar komt, in combinatie met een hr-ketel voor verwarming en tapwater. Voor deze studie gingen wij uit van 1,5 miljard kuub groen gas voor Nederland. Een harde aanname die zeer sterk de uitkomst beïnvloedt, dat wel. Andere hernieuwbare gassen zoals waterstof zie ik vooral naar de industrie en grootschalige installaties gaan. Warmtepompen, hybride of niet zijn om diverse redenen (rendement, kosten, geluid) niet altijd mogelijk. De pelletkachels branden op biomassa en geven in binnensteden weer problemen als transport en opslag van pellets, naast een fijnstofprobleem en de vraag of het wel zo duurzaam is. En er is geothermie beschikbaar, die voor warmtenetten een rol kan spelen. Allemaal zaken waarmee rekening gehouden zal worden bij keuzes
Servicepunt Duurzame Energie organiseerde ontwerpsessies voor gemeentes. (foto: Jurriaan Hoefsmit)
duurzaam gebouwd | januari 2018
133
#VanGasLos
‘Wet- en regelgeving zijn vaak een belemmering voor de warmtetransitie’
die gemeenten maken. Opvallend is dat de discussie altijd gaat over de warmtebronnen en niet over waar de duurzame elektriciteit vandaan moet komen in die koude winternacht.”
Financiering een uitdaging De financiering van de transitie is een ander vraagstuk. Giebels: “Je ziet vooral dat men verwacht dat het Rijk met oplossingen komt. Daarnaast zullen gemeentes beginnen in wijken waar men het snelst een goed resultaat boekt tegen overbrugbare investeringen. Heeft een gemeente al een warmtenet, omdat daar in het verleden al in is geïnvesteerd, dan ligt het voor de hand om daarop ‘voort te borduren’, omdat het ook goed in bestaande bouw toepasbaar is. Voor wijken die in de jaren vijftig tot zeventig zijn gebouwd, waarbij veel aan de gebouwschil moet gebeuren om het te isoleren én die een hoge energierekening hebben, kun je direct kiezen voor allGedeputeerde Jack van der Hoek (D66) van de provincie Noord-Holland heeft de onderwerpen Duurzaamheid, Bestuur en Cultuur in zijn portefeuille. (foto: Provincie Noord-Holland)
electric. Dat betekent dat een warmtepomp de woning dan verwarmt. De financiering van de transitie blijft vooralsnog een uitdaging. De banksector beweegt wel, maar massa is nodig om zaken te bundelen en om de financiering van wijkgebonden transities rond te krijgen.”
Knelpunten oplossen
Ingrid Giebels is adviseur bij Servicepunt Duurzame Energie. (foto: Jurriaan Hoefsmit)
Gedeputeerde Duurzaamheid Jack van der Hoek is actief betrokken bij de energietransitie en bezoekt alle wethouders van de 49 gemeentes in ‘zijn’ provincie NoordHolland. Hij ziet kansen, maar er zijn nog knelpunten. “Gemeenten, woningcorporaties en bedrijven denken na over betaalbare, toegankelijke en betrouwbare alternatieven voor aardgas. Dat is goed! Er moet echter nog veel gebeuren om onze ambitie waar te maken: een volledig duurzame energie voorziening in 2050. Ik zie bijvoorbeeld dat de landelijke kaders en wet- en regelgeving nog te vaak een belemmering zijn voor de warmtetransitie. De provincie zet zich in om die knelpunten op te lossen door ze onder andere te agenderen bij het Rijk. Daarnaast vind ik het belangrijk dat de verduurzaming bij zo veel mogelijk inwoners op het lijstje met goede voornemens komt. Daarom is communicatie met inwoners van groot belang. Verleid en ondersteun inwoners om zelf in actie te komen. Daarmee vergroot je de vraag naar duurzame energie.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
135
Amsterdamse wijk duurzaam verwarmd en gekoeld
Houthaven moet helemaal duurzaam Dankzij de aansluiting op het warmtenet is de Amsterdamse nieuwbouwwijk Houthaven energieneutraal. De woningen worden niet alleen duurzaam verwarmd, maar ook gekoeld, dankzij een combinatie van koudeopslag in de bodem en oppervlaktewater uit het IJ. Dit is de eerste wijk waarin op grootschalige wijze milieuvriendelijke warmte én koude toegepast wordt. Tekst: Maarten Hagg, Leene Communicatie
“Champagne? Nou, nee. We hebben eerlijk gezegd niet eens bij deze mijlpaal stilgestaan.” Projectmanager Muriël Hendrikse is namens de gemeente Amsterdam sinds anderhalf jaar betrokken bij de uitvoering van de nieuwbouwwijk Houthaven. Sindsdien is ze ‘volle bak’ bezig met het organiseren van de bouwlogistiek en de
planning. “Dat is nog een enorme puzzel, waar nu al onze aandacht naar uit gaat. Het grootste deel van de ruim 2.700 huizen in de wijk moet nog worden gebouwd of opgeleverd.” Toch zette Houthaven in de afgelopen zomermaanden een belangrijke stap op weg naar 100% duurzaamheid, door
De gebouwen in de Amsterdamse wijk Houthaven worden gekoeld mede met oppervlaktewater uit het IJ.
136
januari 2018 | duurzaam gebouwd
#VanGasLos
‘ Voor het eerst passen we een combinatie van koudeopslag in de bodem en oppervlaktewater uit het IJ toe’
Ook de Brede School en het 4e Gymnasium in Houthaven maken gebruik van de comfortkoeling.
de 234 al bewoonde huizen van ‘Blok 0’ aan te sluiten op het warmtenet. Net als enkele scholen, bedrijven, ateliers en een hotel in de wijk. Ze worden deze winter duurzaam warm gehouden, dankzij restwarmte uit het Afval Energiebedrijf. De aansluiting vormt het voorlopige sluitstuk van de duurzame energievoorziening in de toonaangevende wijk, die nu helemaal energieneutraal is.
Rode én blauwe knop Wie kwam op het idee om de wijk niet alleen milieuvriendelijk te verwarmen, maar ook overal duurzame koude aan te bieden? Projectdirecteur Martin Buijck van Westpoort Warmte (WPW) – een joint venture van Nuon en het Afval Energiebedrijf – noemt de naam van Co Stor. Hij was destijds verantwoordelijk opdrachtgever voor de bouw van Houthaven. “Co zei: ik wil niet alleen een rode knop, maar ook een blauwe. We zien de behoefte aan koeling toenemen, omdat de temperatuur in nieuwbouwwoningen
‘Als je duurzame, energieneutrale woningen wil bouwen, kun je dat het beste centraal doen’
in de zomer aardig kan oplopen. Goed dat hij dat toen al zag aankomen en hierop regie durfde te voeren, in plaats van te wachten tot de vraag zou komen vanuit de markt.” Als je duurzame, energieneutrale woningen wil bouwen, kun je dat het beste centraal doen, stelt Buijck. “Je moet al zo vroeg mogelijk in de planvorming nadenken over hoe je dat vormgeeft en energieleveranciers daarbij betrekken. Dat is één van de belangrijkste redenen voor het succes van Houthaven.” Hendrikse ziet het vroege besluit als belangrijke succesfactor. “Warmte-koudeopslag (WKO) vereist een bepaald soort leidingen die door het gebied lopen. Daarvoor moet je wel de ruimte hebben. En in een al bebouwde omgeving kun je niet overal putten slaan voor een WKO. Daarom is het goed dat van begin af aan is gezegd: het kan en moet hier helemaal duurzaam.” De keuze om de duurzame lat hoog te leggen, kwam ook voort uit de wens van de bewoners van ‘Blok 0’. “Zij zijn de pioniers van Houthaven”, weet Hendrikse. “De initiatiefnemers daarvan – groepen particulieren die zelf appartementencomplexen hebben neergezet – gingen voor 100% energieneutrale woningen. Dat wilden we faciliteren. Tegelijk was het voor ons aanleiding om te kijken: hoe kunnen we de héle wijk duurzaam maken? Bij dat onderzoek kwam ook duurzame koeling op tafel, en het idee om hiervoor water uit het IJ te gebruiken.”
Koelen met IJ-water Wat de duurzame wijk uniek maakt, is dat de huizen worden gekoeld door een combinatie van koudeopslag (KO) in de bodem en oppervlaktewater uit het IJ. “Beide technieken worden hier en daar al gebruikt, maar het is voor het eerst in Nederland dat we ze in combinatie met elkaar toepassen,” vertelt Buick trots. “Een deel van het jaar koelen we de woningen rechtstreeks met water uit het IJ. In de zomer, wanneer dat niet koud genoeg is, maken we gebruik van water dat in de winter is opgeslagen in de koudebron. Ook gebruiken we het IJ-water om de bodem thermisch in balans te houden.” Koelen met oppervlaktewater heeft een groot duurzaamheidsvoordeel, stelt Cees Groot. Als adviseur energieneutraal bouwen van Groot Ecobouw is hij al negen jaar betrokken bij Houthaven. “Op andere plekken in de stad koelt koude lucht het koelwater voor WKO-systemen.
duurzaam gebouwd | januari 2018
137
THE PROOF IS IN THE EXPERIENCE. ALL-IN VERZEKERDE GARANTIE
BEWEZEN LEVENSDUUR
WÉDÉFLEX ESTABLISHED DEALERS
Uitsluitend de allerhoogste kwaliteit, daaraan doen wij geen enkele concessie. Zo garanderen we al bijna 40 jaar onovertroffen perfectie. Zowel van onze innovatieve en hoogwaardige producten als van de
unieke verwerking daarvan. Natuurlijk altijd met de signatuur van onze Wédéflex Established Dealers. Want samen leveren we al bijna 40 jaar het waterdichte bewijs. Wédéflex. The proof is in the experience.
Wédéflex Duurzame Daksystemen Zuid-Willemsvaart 14, Postbus 811, 5201 AV ’s-Hertogenbosch Telefoon: 073 - 613 10 40, Fax: 073 - 614 62 46, E-mail: info@wedeflex.nl, Internet: www.wedeflex.nl
#VanGasLos
Maar water heeft een veel grotere soortelijke massa en heeft het grootste deel van het jaar een temperatuur die dichter in de buurt ligt van wat je nodig hebt. Dat levert een hoger rendement op, en daardoor heb je genoeg aan een kleinere bodembron die minder energie kost: goed voor de energieprestatie van de wijk.” Het combinatiesysteem van koelen met behulp van WKO én oppervlaktewater wordt de komende jaren ook toegepast in andere wijken, zoals Buiksloterham en het Hamerkwartier, weet Groot. “En er zijn plannen om in de wijk Overhoeks het bestaande WKO-systeem uit te breiden met stadswarmte en met koude uit oppervlaktewater.” Voorwaarde is wel de aanwezigheid van een grote plas water in de buurt van de wijk. “Met Houthaven hebben we door de ligging aan het IJ een plek met veel potentie, waar bovendien veel mensen willen wonen”, zegt Hendrikse. “Daarmee hebben we een luxepositie.”
Cruisecontrol voor binnenklimaat De comfortkoeling – zoals het gebruikte systeem in de woning heet – koelt de huizen via de vloerverwarmingsbuizen, legt Buijck uit. “Wanneer de zon op je ramen staat, warmt normaal gesproken de vloer op. Die maakt vervolgens als een soort radiator de omgevingslucht warm. Door de vloer te koelen, neutraliseer je dat effect en houd je het aangenaam in huis. Zonder koude luchtstromen en de nodige stofverplaatsing, waar je last van kunt hebben bij traditionele airconditioning.” De comfortkoeling is geen diep koelend systeem, maar zorgt – in samenwerking met het warmtesysteem – voor een continu prettige temperatuur, legt Buijck uit. “Je kunt het vergelijken met een soort cruise control voor je binnenklimaat: zo ervaren gebruikers het vaak.” Niet alleen de huizen in de wijk zijn aangesloten op duurzame koude. Ook de Brede School en het 4e Gymnasium maken gebruik van de comfortkoeling. Conciërge Wouter Frijlink van het 4e Gymnasium is er blij mee: “Toen we hier vorig jaar begonnen, was het extreem warm buiten: 34, 35 graden. Maar binnen was het met 20 graden juist heerlijk, een unieke ervaring.” Dat maakte Frijlink in het verleden weleens anders mee. “We kwamen uit een gebouw dat misschien wel 40 graden werd bij die omstandigheden. En ’s winters gingen daar de ramen open met de verwarming aan. Dan stook je voor de buitenlucht. Het komt nog weleens voor dat leerlingen vrijaf krijgen, omdat het niet uit te houden is in school. Dat zal ons hier niet meer gebeuren.”
‘Van begin af aan is gezegd: het kan en moet hier helemaal duurzaam’
Ook het Pontsteigergebouw (achter de woningen) maakt deel uit van Houthaven. Dit gebouw is naar verwachting medio 2018 klaar.
Ook de aansluiting op het warmtenet biedt voordelen, merkt Frijlink. “Een systeem van cv-ketels met radiatoren moet je bijvullen en geeft kans op lekkages en storingen. Dat zorgde altijd voor een hoop gedoe.” Dat restwarmte zijn school sinds winter warm houdt, is nieuw voor Frijlink. “Komt die echt bij de afvalenergiecentrale vandaan? Bijzonder, dat is hier vlakbij: we kijken elke dag uit op de schoorstenen. En ’s zomers houden we het koel dankzij het IJ. Duurzame energie is vaak zo weinig tastbaar, maar dit helpt wel om het beter te begrijpen.”
Elektriciteit duurzaam opgewekt Waar de Rijksnorm voor de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) nu nog 0,4 voor woningbouw is, en Amsterdam stuurt op 0,15 bij nieuwbouwprojecten, wordt Houthaven echt 100% energieneutraal (EPC 0,0), vertelt Groot. “Dat is niet alleen te danken aan het warmte- en koudenet. Ook de elektriciteit in de wijk wordt straks helemaal duurzaam opgewekt. Voor energie in de openbare ruimte worden op de strekdam 1.200 zonnepanelen geplaatst. Ook de daken van de woningen zijn standaard voorzien van zonnepanelen: sommige huizen leveren zelfs meer energie dan ze verbruiken.” Ook zorgen de duurzaam opgewekte warmte en koude allebei voor een CO2-reductie van ruwweg 80% in vergelijking met stoken op gas en koelen met een airco op elektriciteit, stelt Buijck. “Dat is echt een behoorlijke winst. Misschien merken de bewoners dat zelf niet meteen, maar doordat zij hun woning duurzaam verwarmen en koelen, wordt de lucht in Amsterdam weer een stukje schoner.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
139
Gasnetwerk inzetten voor #VanAardgasLos Han Fennema (voorzitter RvB en CEO Gasunie) en Peter Vermaat (voorzitter RvB en CEO Enexis Groep) zien nieuwe kansen voor het alom aanwezige aardgasnetwerk. Voor het transport van groen gas of van waterstof bijvoorbeeld. Ook pleiten ze voor de hybride warmtepomp als keuze voor snelle CO2-reductie bij de bestaande woningvoorraad. Vaart maken, daar gaat het om. Tekst: Tom de Hoog Beeld: Robert Tjalondo
Han Fennema (Gasunie, links) en Peter Vermaat (Enexis): “Voor snelle en goedkope CO2-reductie zien we veel in de hybride warmtepomp.”
Als leden van Netbeheer Nederland zetten Fennema en Vermaat zich actief in voor een CO2-neutrale energievoorziening in 2050, in lijn met de klimaatakkoorden van Parijs. Fennema: “Daar zijn we het van harte mee eens. Dan is de logische consequentie dat nieuw te bouwen huizen verwarmd worden op de meest efficiënte wijze.
140
januari 2018 | duurzaam gebouwd
En dat kan bij heel goed geïsoleerde woningen goed met een elektriciteitsaansluiting.” Vermaat vult aan: “Of met een warmtenet als dat in de buurt ligt. De grote uitdaging zit nu juist in het CO2-neutraal maken van de bestaande woningvoorraad.” Fennema benadrukt dat het belangrijk is voor de bestaande bouw om opties open te houden.
#VanGasLos
Er is geen sprake van ‘one size fits all’. “Dus de ene keer met een warmtenet en op een andere plek all-electric. Of je maakt gebruik van hybride techniek, waarbij je (aard)gas combineert met een andere techniek.”
Nieuwe realiteit van systeembeheer Eén van de aspecten van de energietransitie is de toename in complexiteit door de vele innovaties en technieken die voorhanden zijn. Hoe zien Fennema en Vermaat vanuit hun positie als energietransporteurs de verandering van een centraal beheerd energiesysteem naar een net met meerdere invoerende partijen en andere energiedragers? Vermaat: “Belangrijk vind ik om te melden dat we het in Nederland prettig vinden dat vitale infrastructuur in publieke handen is. Daarbij moeten we ervoor zorgen dat op orde blijft wat nu goed is. Aardgas blijft de komende tien tot twintig jaar nog belangrijk.” Fennema: “De energietransitie is een ongelofelijk leuk, maar ook ingewikkeld probleem. De uitdaging is om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen en de seizoenen te overbruggen. Het systeem was tot nu vrij rechttoe-rechtaan: elektriciteit voor apparaten, gas voor verwarming en olie voor mobiliteit. Daar zitten weinig crossovers in, maar dat verandert. Zo produceert een hybride warmtepomp warmte die deels met elektriciteit en deels met gas wordt opgewekt. Ook waterstof is in opkomst. Omzetting in waterstofgas helpt knelpunten in de schaalvergroting van duurzame stroomopwekking op te lossen, maar ook omgekeerd: met waterstof zijn lastige transitievraagstukken op te lossen in bijvoorbeeld de industrie, met name voor de hoge-temperatuurtoepassingen. Zo kan de productie van staal, glas, baksteen eenvoudigweg niet met elektriciteit. Maar we zien ook dat de automobielindustrie nu sterk naar waterstof kijkt als energiebron voor elektrische auto’s. Het gasnet dat er nu ligt, is te gebruiken voor transport van biogas (groen gas) en - met beperkte technische aanpassingen – voor waterstof.” Vermaat ziet een integraal systeem ontstaan met verschillende energiedragers. “Decentraler dan we nu kennen, met andere ‘invoerders’ en andere energiedragers dan nu. Ik verwonder me wel over het feit dat nu vanwege financiële redenen vruchtbare landbouwgrond wordt ingezet om een zonneweide van ervan te maken. Ik denk dat je duurzaamheid op een hoger niveau moet invullen.” Fennema haakt hierop in en verwacht dat onder meer mest- en slibvergassers onder meer groen gas gaan opwekken. “Samen met de Stichting Natuur en Milieu is onderzoek gedaan en we denken dat er een behoorlijk potentieel aan Nederlandse biomassa is. Denk aan 5
Enexis-CEO Peter Vermaat: “Samen met gemeentes maken we energieplannen.”
tot 8 miljard kuub groen gas: meer dan voldoende om de gebouwde omgeving te verwarmen als we hybride warmtepompen toepassen. In combinatie met inzet van duurzame elektriciteit kan de gebouwde omgeving snel en tegen lage kosten volledig CO2-vrij worden gemaakt. Wij noemen dit de Groenversnelling. Bij Gasunie doen we veel om duurzaamheid onder de aandacht te brengen, ook onder eigen medewerkers. Bijvoorbeeld de acties ‘speur de energierslurper’ - ondersteund door Buurkracht - voor het opsporen van grote energieverbruikers thuis en ‘check je warmtelek’ waarbij men middels thermografie een warmtebeeld van de eigen woning kon maken. Een succes onder de eigen mensen en inmiddels hebben andere organisaties, zoals de provincie Drenthe en de Hanzehogeschool Groningen, deze acties overgenomen.”
Snelle CO2-reductie blijft hoofddoel
‘We moeten ervoor zorgen dat op orde blijft wat nu goed is’
Volgens de heren is het nu tijd om keuzes te maken. Fennema: “Grootschalig bestaande bouw afbreken en vervangen kan niet. Een geheel nieuw warmtenet aanleggen kost tijd, is duur en moet voorzien worden van duurzaam verkregen warmte. Dan kom je op geothermie, ook niet eenvoudig.” Vermaat maakt duidelijk dat
duurzaam gebouwd | januari 2018
141
Pioneering for You
Wilo BIM ready Wilo is de eerste fabrikant van pompinstallaties ter wereld die zijn BIMcontent op een eenvoudige wijze beschikbaar stelt voor uw BIM projecten! Middels de Wilo-Revit Plugin kunt u onze intelligente Revit Families met ETIM productinformatie direct toepassen in uw BIM-projecten. Deze ‘Wilo button’ installeert u direct in Revit zelf en werkt onafhankelijk van uw toegepast BIM-teken-applicatie. BIM - Building Information Modelling – is de oplossing die maakt dat alle relevante informatie gedurende het hele bouwproces wordt opgeslagen, gebruikt en beheerd in een 3D model.
“Niet alleen de techniek JT IPPHFGÜDJ OU PPL EF ondersteuning in de ontwerpfase”
112
februari 2015 | duurzaam gebouwd
Wilo Nederland bv Rak 18 1551 NA Westzaan T. +31 (0)889456000 F. +31 (0)889456199 www.wilo.nl info@wilo.nl
#VanGasLos
‘Waterstof gaan we vooral toepassen in de industrie en in de mobiliteitssector’
volledig CO2-neutraal maken van bestaande woningen zeer kostbaar is. “Met de kennis van nu kost dat tussen € 40.000 en € 60.000 per woning. Dat is een enorme stap. Daarom zien wij als netbeheerders meer in de hybride warmtepomp. Die kost nu tussen € 2.000 en € 3.000. Als we dat combineren met groene stroom, is tot 50% CO2reductie mogelijk. Daarmee is een enorme stap te zetten, want we vervangen nu per jaar in Nederland ongeveer 400.000 cv-ketels. Stel je voor dat de helft van dat aantal hybride warmtepompen wordt. Doe dat vijf jaar en je hebt een miljoen woningen met zo’n warmtepomp. En per woning wordt anderhalf tot twee ton CO2 bespaard, in combinatie met groen gas nog meer. Dat aantal haal je nooit in dezelfde tijd als je woningen volledig CO2-neutraal wil maken. Daarbij beseffen veel mensen niet dat CO2 een cumulatief probleem is. Het is niet alleen dat we per jaar minder moeten uitstoten, we moeten onder een bepaald plafond blijven.”
Samenwerken om vaart te maken Fennema: “De hybride warmtepomp is nu nog relatief duur en zit niet in het standaard repertoire van alle installateurs. Dat was ook zo met de eerste hr-ketels: die waren ook een stuk duurder, maar eenmaal doorontwikkeld werden die veel goedkoper door massafabricage. We werken samen met UNETO-VNI om te kijken hoe we installateurs goed kunnen opleiden voor het installeren van warmtepomptechniek én hoe kunnen we zorgen dat er snel volume ontstaat. Als de aantallen groter worden, worden warmtepompen goedkoper. Dat gaat zeker gebeuren. Ook als je bedenkt dat de hybride warmtepomp één tot twee labelstappen verbetering toevoegt aan de woning. Kijk naar windmolens, de eerste exemplaren leverden nauwelijks 50 kW. Nu heb je windmolens van 10 megaWatt, een factor 2.000 meer. En de prijzen dalen.” Samenwerken doen ook de leden van Netbeheer Nederland onderling. Zo werken Gasunie en Enexis samen in en om de provincie Groningen. Vermaat: “Op dit moment maken we samen met gemeentes energieplannen. Het tweede is dat we samen een initiatief nemen om de keten voor hybride warmtepompen te activeren en op snelheid te krijgen. Samen kijken we ook naar de toekomst en bijvoorbeeld naar waterstof als onderdeel van dat duurzame integrale systeem.”
Afwegingskader per gemeente Fennema meldt dat het van belang is om op lokaal niveau en gemeenteniveau plannen te maken om steden en dorpen te verduurzamen. “Als sector hebben we al mooie
Gasunie-CEO Han Fennema: “Er is een potentieel van 3 tot 5 miljard kuub groen gas.”
stappen gemaakt door te formuleren dat er een soort afwegingskader moet komen dat rekening houdt met alle relevante factoren. Bijvoorbeeld hoe oud het gasnet en het elektriciteitsnet zijn, wat voor woningen - oud of nieuw – er staan. Maar ook of de ondergrond bijvoorbeeld geschikt is voor toepassing van geothermie. Dit moet gemeentes helpen een energieomgevingsplan op te stellen dat uiterlijk in 2021 klaar moet zijn. Zo proberen we de energietransitie op wijkniveau handen en voeten te geven. Tegelijkertijd krijg je zicht op systeemniveau wat voor Nederland verstandig is om te doen. Waar kan een warmtenet, waar is all-electric de beste oplossing? En waar is groen gas een betere optie? We denken dus niet alleen aan die warmtepompen, maar helpen gemeentes en provincies echt op alle manieren om goede plannen te maken.” Vermaat: “Dat afwegingskader helpt gerichte keuzes maken die per gebied, per regio, per wijk kunnen verschillen. Als regionale netbeheerders nemen we daarbij ook een soort stappenplan door, samen met gemeentes, bij het maken van de keuzes binnen dat afwegingskader.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
143
28 duurzame en gasloze woningen in Wijchen Een van de laatste stukjes grond die de gemeente Wijchen in eigendom heeft, krijgt in 2018 een gasloze bestemming. De 28 woningen in de wijk ‘Tuin van Woezik’ worden duurzaam en all-electric. “Die eis stelden we ook aan de marktpartijen die we uitdagen om deze toekomstbestendige woningen te realiseren. Dit moet de duurzaamste wijk worden van onze gemeente en maximaal aansluiten bij onze woonvisie.” Tekst: Marvin van Kampen
144
januari 2018 | duurzaam gebouwd
#VanGasLos
“We kozen bewust om geen klassieke projectontwikkeling aan te houden”, vertelt beleidsadviseur Ruimte en Economie Paul Vereijken. Duurzaam Gebouwd-partner Brink Management/Advies (onderdeel van Brink Groep) werd betrokken bij de invulling van dit vraagstuk. “Het eerste aandachtspunt was het doorgronden van de ambities en doelstellingen van de gemeente”, aldus senior consultant Robin Nieland van Brink Management/Advies. “Daarna vond een inventarisatie plaats van procedures om de aanbesteding optimaal in te richten.” In tegenstelling tot traditionele aanbestedingen betrof het hier een programma van ambitie, gegoten in de contouren van een Europese aanbesteding. “Die ambities hebben we in procedures verwerkt“, vertelt senior consultant Ellen Jooren. “Het programma vormde hiervoor de basis en dit bouwden we verder uit aan de hand van gesprekken met de gemeente Wijchen. Voor dit laatste stukje grond wilden ze alles uit de kast halen.”
Samenwerking met bewoners Naar aanleiding van de gesprekken werd duidelijk dat vraaggestuurd bouwen en duurzaamheid belangrijke elementen waren. “De grond is in eigendom van de gemeente en ze wilde waarborgen dat intrinsiek gemotiveerde partijen met de bouwopgave aan de slag gaan”, voegt Jooren toe. “Om dat te realiseren adviseerden we om verschillende kernpunten in de aanbesteding op te nemen die specifiek inspelen op de pijlers duurzaamheid, samenwerking met bewoners en andere elementen die passen in de woonvisie, zoals de realisatie van middeldure huurwoningen.” Bij veel aanbestedingen speelt de prijs een grote, zo niet de grootste, rol. Hier werd in plaats van op prijs op kwaliteit gegund. “De gemeente heeft bewust gewerkt met een vaste prijs”, geeft Nieland aan. “Binnen die prijs moesten partijen laten zien hoe de gemeentelijke ambities gerealiseerd konden worden.” Het vaststellen van die prijs vormde een uitdaging. “Door te werken met een vaste prijs, moeten partijen met elkaar concurreren op kwaliteit. De partij met het beste voorstel krijgt de opdracht gegund, niet de partij met het hoogste bod.”
Wensen optimaal invullen De partij die de opdracht gegund krijgt, gaat de prestatieverplichting aan om samen met de eindgebruiker een ontwerp te maken. “Door deze aanpak te hanteren worden
‘We werken met een Programma van Ambitie in plaats van een Programma van Eisen’
‘De partij met het beste voorstel krijgt de opdracht gegund, niet de partij met het hoogste bod’
wensen van bewoners optimaal ingevuld. Het vraagt van projectpartners dat zij actief met klanten sparren over de mogelijkheden. We vragen van partijen niet een tot in detail uitgewerkt stedenbouwkundig plan, maar een voorstel gericht op het proces.” Naast de hechtere samenwerking met bewoners vormde duurzaamheid een belangrijke pijler binnen de aanbesteding en gunning. “Ten eerste is de objectgebonden duurzaamheid een EPC van 0 en betreft het een gasloze ontwikkeling”, weet Jooren. “Dat is een minimumniveau waar inschrijvende partijen aan moeten voldoen. Daarnaast kunnen ze zichzelf onderscheiden door onder andere maatregelen te treffen op het gebied van klimaatadaptatie, materiaalgebruik en cradle-to-cradle. Daarnaast telt het verlagen van het aantal vrachtbewegingen en inpassing van de bestaande groenstructuur mee.” Een volgende pijler is het minimaliseren van overlast op de bouwplaats. “Er is een verpleeghuis om de hoek en overlast is vaak een pijnpunt in bouwdossiers. Dat willen we hier vermijden door te sturen op partijen die hier actief rekening mee houden. Uiteindelijk wegen de andere twee aspecten het zwaarst, maar deze speelt zeker mee voor de gunning”, aldus Nieland.
Innovatieve proef Uiteindelijk moeten de verschillende gestelde ambities gezamenlijk worden ingevuld. “Een uitdaging daarin is dat je partijen moet vinden die deze uitdaging willen aangaan”, vertelt Nieland. “Het is onze taak om zo goed mogelijk invulling hieraan te geven en aanbestedingscriteria te maken waarmee de markt aan de slag kan.” “Dit is voor ons een proef”, voegt Vereijken toe. “De tijd is veranderd en daar willen we op inspelen, daarom stellen we onder andere een prijs vast en richten we ons op duurzaamheid en samenwerking met bewoners. Van de gemeente vraagt dit om de regie een stukje uit handen te geven en marktpartijen de teugels in handen te geven. We werken met een Programma van Ambitie in plaats van een Programma van Eisen.” De gemeente is blij dat Brink Management/Advies open staat voor deze innovatieve aanbestedingsaanpak, adviseren en meedenken in het proces. “Toegevoegde waarde voor ons is dat we elkaar op deze manier scherp houden. Dat leidt ertoe dat we onze doelstellingen uitvoeren en er straks 28 duurzame en gasloze woningen verrijzen die optimaal aansluiten bij de toekomstige woonbehoefte.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
145
Warmtenetten goed voorgesorteerd voor transitie Wat wordt de rol van warmtenetten bij de energietransitie? Robert Crabbendam, manager warmtelevering HVC, maakt duidelijk wat al mogelijk is. “Een gelijk speelveld is een voorwaarde voor succes.” Tekst: Tom de Hoog
De aanleg van het warmtenet in Alkmaar. (foto: Marc Dorleijn)
In maart van afgelopen jaar zetten 33 publieke en private partijen in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) hun handtekening onder een samenwerkingsconvenant. Het inrichten van groot warmtenet voor deze MRA-regio is een van de onderdelen van dit ‘Grand Design’. Is dit de opening om los te komen van gas als belangrijkste energiebron voor warmte? “Gas lijkt een heel mooie brandstof”,
146
januari 2018 | duurzaam gebouwd
zegt Robert Crabbendam, manager warmtelevering bij HVC. “Het is flexibel en veel vermogen kan door een buis met een kleine diameter. Maar het stoot CO2 uit en het is fossiel, dus moeten we er afstand van nemen. Bij de transitie naar duurzaam is het speelveld echter niet gelijk voor alle energie- of warmteleverende partijen. Zo kunnen netbeheerders hun kosten voor het verzwaren
#VanGasLos
van elektriciteitsaansluitingen over alle klanten – lees: aansluitingen – verdelen, terwijl wij met een warmtenet dit zogeheten socialiseren van kosten niet kunnen toepassen. Er is een aansluitbijdrage van € 8.000 tot € 10.000 nodig om een woning die (nog) aangesloten is op het aardgasnetwerk aan een warmtenet te koppelen. Wellicht dat de Green Deals die gemeentes sluiten, dit bedrag omlaag kunnen brengen.”
‘ We moeten kijken naar warmteopslag over een langere periode’
Hoe duurzaam is een warmtenet? De warmtenetten van HVC worden nu vooral gevoed met restwarmte uit afvalverbranding. Is dat duurzaam? “Kijk ik naar de geschiedenis, dan ligt de oorsprong van HVC in de periode dat afval nog een probleem was voor gemeentes. Zo waren er de schandalen in de jaren ‘90 met uitstoot die dioxine bevatte. Afval werd toen verbrand zonder goede rookgasreiniging. Gemeentes investeerden daarom gezamenlijk in nieuwe en technisch geavanceerde afvalverbrandingsovens. Dat werden HVC in Alkmaar en Dordrecht. Tien jaar terug kwamen daar de doelen bij die gemeentes opgelegd kregen voor energie- en CO2-reductie. Zo kwam HVC in beeld om ook daarvoor oplossingen te bieden. We hadden door de afvalverbranding de restwarmte al en zijn die gaan distribueren via warmtenetten. Eerst in Alkmaar, waar een warmtenet werd aangelegd op het Alkmaarse bedrijventerrein De Boekelermeer en later ook naar andere delen van de stad.” “We zijn nu volop bezig met van gas los te komen. Warmtekrachtinstallaties in Heerhugowaard en Langedijk, die eerder nog miljoenen kuub gas verstookten, zijn inmiddels afgekoppeld. Warmte wordt in deze gemeenten nu geleverd door HVC’s centrale warmtenet. Zonne- en windenergie zijn toegevoegd aan onze activiteiten en geothermie wordt een belangrijke bron voor warm water. Het mooie van geothermie is namelijk dat het continu beschikbaar is. Wij adviseren onze aandeelhouders – gemeentes boven het Noordzeekanaal en in de Drechtstreek, het Westland en in de Flevopolder, de Noordoostpolder en het Friese Smallingerland – over de keuzes bij de energietransitie. De ene gemeente is geschikt voor geothermie, een andere gemeente meer voor zonneof windenergie.”
Techniek maakt veel mogelijk Een warmtenet bestaat uit een buizenstelsel verbonden aan een warmtebron. De techniek is niet nieuw, maar wel doorontwikkeld en ook slimmer geworden door de toepassing van ICT. “Netten van meer dan 30 kilometer
‘Geothermie wordt een belangrijke bron voor warm water’
zijn mogelijk, zoals in Denemarken. In mijn tijd bij Nuon was ik betrokken bij de aanleg van een warmteleiding van 13 kilometer van Diemen naar Almere. Bedenk dat in een warmtenet altijd verlies zit en met name in de kleine aftakkingen met dunnere buizen en bochten naar de woonhuizen. De grote leidingen zijn goed geïsoleerd en worden onder geconditioneerde omstandigheden aangelegd. ’s Winters gaat water van boven de 100 graden door een warmtenet. Met de nieuwste techniek wordt het wel mogelijk om minder temperatuurverlies te hebben. Aanvoer- en retourtemperatuur is waar het allemaal om draait. Je hoort wel over vierde generatie warmtenetten, een ontwikkeling waarbij meerdere partijen warmte mogen invoeren. Tevens is dan de plaatsing van warmtebuffers in het net voorzien en vooral de inzet van slimme elektronica en meetpunten in het net. Dit alles maakt een betere aansturing en temperatuurmanagement mogelijk. Via telemetrie kunnen we bijvoorbeeld al onze grootverbruikers monitoren en af- en aansluiten.”
Transitie in stappen HVC kan continu leveren en heeft het vermogen om pieken in de vraag op te kunnen vangen, vertelt Crabbendam. “Fluctuatie van de vraag is altijd een aandachtspunt, net als voor netbeheerders in het elektriciteitsnet. De gemiddelde warmtevraag aan HVC over een jaar is ongeveer een derde van de maximale capaciteit van de installatie. Bij groei van het net moeten we maatregelen nemen. Zo zijn de leidingen die we nu aanleggen voldoende groot, maar als we echt hard gaan groeien en bijvoorbeeld heel Alkmaar wordt aangesloten dan moeten we extra warmtebronnen aansluiten en - nog meer - met buffers gaan werken. Dat doen we nu al in Langedijk en Heerhugowaard. ’s Nachts vullen we die met warm water om ’s ochtends aan de grote warmwatervraag te voldoen. Uiteindelijk moeten we kijken wat we aan warmte over een langere periode (van zomer naar winter) kunnen opslaan.” “Dan is er nog het gegeven dat warmte steeds minder van afvalverbranding komt. Afvalscheiding en hergebruik van materialen als grondstof betekent dat we minder inzamelen als – te verbranden – restafval. Daarom gaan we in de toekomst steeds meer naar warmte vanuit een geothermiebron. Zo zit in Heerhugowaard de aardwarmte op 2 à 3 kilometer diep en die is vanwege de goede waterdoorlaatbaarheid van de zandlaag goed op te pompen. Dat hele spel is de transitie en de vraag is hoe we dat met zijn allen managen. Dat is buitengewoon boeiend!”
duurzaam gebouwd | januari 2018
147
Dordrecht werkt aan aardgasloos bedrijventerrein Tijdens de vastgoedbeurs Provada van afgelopen jaar ontving gemeente Dordrecht het BREEAM-NL Gebiedsontwikkeling-certificaat ‘Excellent’ voor het nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein Dordtse Kil IV. Maar dat is nog niet alles: “Ieder gebouw op dit terrein moet beschikken over minimaal de kwalificatie BREEAM-NL Very Good.” Tekst: Tim van Dorsten
Water kenmerkt de gemeente Dordrecht. Niet alleen is deze Zuid-Hollandse stad eigenlijk een eiland, maar het ligt ook op de vaarwaterroute tussen Rotterdam en Duitsland. “Waar de rivieren de Noord, de Merwede en de Oude Maas samenkomen, is een van de drukst bevaren vaarroutes van Europa”, vertelt wethouder Rik van der Linden, die onder meer Verkeer, Vervoer, Duurzaamheid en Milieu in zijn portefeuille heeft. Tel daarbij de aanwezigheid van de snelweg A16 op en het is duidelijk dat deze gemeente logistieke mogelijkheden te over heeft. Desondanks had Dordrecht nog geen bedrijventerrein dat zich specifiek richtte op logistieke bedrijvigheid. Het nieuw te ontwikkelen Dordtse Kil IV moet hierin verandering brengen.
Extra stimulans voor economie “Dit is onze laatste grote gebiedsontwikkeling”, vertelt Van der Linden. “Zo willen we de lokale en regionale economie een extra stimulans geven. Daarnaast geeft dit ons de mogelijkheid om bedrijven op andere locaties in de stad te verhuizen naar Dordtse Kil IV, waardoor we op die plekken bijvoorbeeld woningbouw kunnen realiseren.”
Westelijke Dordtse Oever De Dordtse Kil IV is onderdeel van de Westelijke Dordtse Oever, die in totaal uit acht deelprojecten bestaat. Hiertoe behoren onder meer ook een zonnepark en het nabijgelegen Dordtse Kil III. “We zijn zorgvuldig in de vestiging van bedrijven op de ruimtelijk gezien meest optimale locatie”, vertelt Verschoor. Naast het logistieke accent is het grootste verschil dat Dordtse Kil IV over grotere en voor dergelijke bedrijvigheid praktischer percelen beschikt dan andere locaties in de stad.
148
januari 2018 | duurzaam gebouwd
‘Duurzaamheid is steeds breder geaccepteerd en wordt steeds meer een economische factor’
Dit beaamt projectleider Otto Verschoor van gemeente Dordrecht. “We missen grotere bedrijfskavels die ruimte bieden aan grote logistieke bedrijvigheid. Gezien onze locatie tussen de havensteden Rotterdam en Antwerpen is dat vreemd. Met de komst van Dordtse Kil IV willen we graag in die behoefte voorzien.” Deze wens speelt al geruime tijd. Zelfs voor de eeuwwisseling sprak deze gemeente al over een andere functie van dit gebied, dat vooral bestond uit landbouwgrond. Waar dit verlangen in de loop der jaren toenam, veranderde de tijdgeest. “Duurzaamheid is steeds breder geaccepteerd en wordt steeds meer een economische factor. Nog niet zo lang geleden was het eigenlijk ongepast om duurzaamheid te vertalen in een businesscase”, herinnert Verschoor zich. “Inmiddels kunnen en willen we niet meer om duurzaamheid heen. Ook gezien het klimaatakkoord van Parijs.” Om de gemeente hierbij van advies te voorzien, zochten Van der Linden en Verschoor contact met adviesbureau Royal HaskoningDHV. Adviseur Jos Schild begeleidde de gemeente Dordrecht met het ontwikkelen van een integraal duurzaam plan voor Dordtse Kil IV en het uitstippelen van een route naar een BREEAM-NL Gebiedsontwikkelingscertificaat. “Een integraal duurzaam beleid leidt tot duurzame gebiedsontwikkeling”, vindt Schild.
#VanGasLos
Van links naar rechts: adviseur Jos Schild van Royal HaskoningDHV, wethouder Rik van der Linden en projectleider Otto Verschoor van de gemeente Dordrrecht.
In vier thema’s naar energieneutraal Dit beleid heeft als doel dat Dordrecht als gemeente in 2050 energieneutraal is. Dit gebeurt aan de hand van vier strategische thema’s, te weten energietransitie, mobiliteit, circulaire economie en ruimtegebruik. “Dit opgaveplan hebben we in 2015 vastgesteld”, zegt Van der Linden. “En inmiddels heeft dit al effect gehad. Zo hebben we het aandeel duurzame energie laten stijgen van 3% naar 12%, door onder meer een windmolenpark te realiseren.” Deze route naar de toekomst bood ook kansen voor de aanpak van Dordtse Kil IV. “Dit park mag over twintig jaar niet al aan vervanging toe zijn. Daarom hebben we ervoor gekozen de gasaansluitingen achterwege te laten en op diverse andere manieren voor de energievoorziening te zorgen.” Samen met het plan om te zorgen voor zichtbare groenvoorzieningen leidde dit tot de erkenning van een BREEAM-NL Gebiedsontwikkeling-certificaat met vier sterren. Daarbij bleef het echter niet: de gemeente besloot om duurzaamheid als belangrijk onderdeel in de ontwerpopgave mee te laten wegen: ieder gebouw op Dordtse
Dordrecht: energieneutraal 2050 In 2015 kwam de gemeente Dordrecht met het Opgaveplan Duurzaamheid. Dit plan beschrijft welke stappen de gemeente de komende jaren wil zetten om uiteindelijk in 2050 energieneutraal te zijn. De focus ligt hierbij op de thema’s: Energietransitie Mobiliteit Circulaire Economie Ruimtegebruik Daarnaast wil de gemeente het goede voorbeeld geven. Daarom zet ze het duurzaamheidscentrum Weizigt in als educatief centrum om duurzaamheid naar Dordtenaren bekender te maken. Ook werkt ze aan een betere afvalscheiding, een duurzaam wagenpark en het verduurzamen van het gemeentelijk vastgoed.
duurzaam gebouwd | januari 2018
149
“Als CO2-uitstoot uw grootste probleem is, dan ben ik de grootste oplossing.”
“U heeft het misschien niet in de gaten, maar u staat op dit moment oog in oog met het meest duurzame bouwmateriaal. Ik ben Compensatiesteen, de enige bouwsteen met CO2 als grondstof. Maak kennis op drbg.nl”
CO2 bouw ermee. Het begint met Compensatiesteen.
De RuwBouw Groep biedt constructieve oplossingen met Calduran kalkzandsteen, Dycore vloeren en Heembeton wanden | drbg.nl
#VanGasLos
Kil IV moet minimaal voldoen aan BREEAM-NL Very Good. “We gebruiken BREEAM-NL om duurzaamheid te objectiveren”, licht Verschoor toe. “We borgen een duurzame vastgoedontwikkeling, maar zonder concrete maatregelen voor te schrijven en de gelegenheid voor de eindgebruiker om zelf de optimale toepassingen te kiezen.”
Harde duurzaamheidseisen Schild prijst de Zuid-Hollandse gemeente voor deze beslissingen. “Dordrecht neemt een voortrekkersrol”, vindt hij. “Het gebiedsontwikkelingscertificaat toont aan dat de gemeente duurzaamheid serieus neemt en concreet toepast. Door een BREEAM-certificering op gebouwniveau toe te passen, trekt ze deze lijn door.” Dit beaamt Van der Linden. “Zo hopen we dat we de synergie tussen de toekomstige bedrijven kunnen stimuleren.” De ontwikkeling van Kil IV moet ook bijdragen aan de ontwikkeling van Dordrecht als stad, vertelt Van der Linden. Verschoor vult hem aan: “De Dordtse arbeidsmarkt biedt kansen voor de meer arbeidsintensieve logistiek: in tegenstelling tot veel andere logistieke terreinen ligt Dordtse Kil IV op fietsafstand van de dichtbevolkte bebouwde kom. We zoeken naar een goede aansluiting van arbeidsvraag en –aanbod. Ook de bijdrage aan de energiedoelstellingen van de stad vormen een factor. We hebben het aanbod van waterstof als energiebron voor mobiliteit expliciet opgenomen in het bestemmingsplan.”
Bouw start in 2019 De directe aansluiting van Dordtse Kil IV op de A16 is geïntegreerd in de aanpassingen van het knooppunt van die snelweg op de rondweg van Dordrecht. Hiermee is het terrein direct ontsloten op een van de belangrijkste verkeersaders richting het zuiden. Deze aanpassingen zijn naar verwachting eind 2020 klaar. Naar verwachting is de bestemmingsplanprocedure voor Dordtse Kil IV in het tweede kwartaal van 2018 afgerond. Daarna start de aanleg van de benodigde infrastructuur in het gebied. “Eind 2019 beginnen de bouwactiviteiten op de eerste percelen”, verwacht Verschoor.
‘Het bedrijventerrein Dordtse Kil IV mag over twintig jaar niet al aan vervanging toe zijn’
Dordtse Kil IV ligt geklemd tussen de rivier Dordtsche Kil en de snelweg A16, aan de zuidkant van Dordrecht.
Gedacht aan bewoners Ondanks het verzet in eerste instantie van onder meer de Dordtenaren die tussen Dordtse Kil III en IV wonen, heeft de gemeenteraad het nieuwe bestemmingsplan eind juni 2017 vastgesteld. In dit plan is ook gedacht aan deze bewoners. “Speciaal voor hen zorgt de gemeente voor een groene strook, die samen met de bewoners is ontworpen”, vertelt Schild. “Zo blijft de woonbebouwing maximaal gevrijwaard van de effecten van bedrijvigheid in de omgeving.” Volgens Verschoor bestaat er geen plan om deze huizen te slopen. “Het gaat om historische en deels monumentale lintbebouwing. We hebben goed overleg met de bewoners en stellen alles in het werk voor het behoud van een prettige woon- en leefomgeving.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
151
Duurzaam Gebouwd achter de schermen Duurzaam Gebouwd Op Locatie #VanGasLos Begin december vond de Duurzaam Gebouwd Op Locatie-bijeenkomst #VanGasLos plaats bij Itho Daalderop. Na dit seminar kregen de aanwezigen een rondleiding door de fabriek van de binnenklimaatspecialist in Tiel.
Overleg bij provincie Noord-Holland Provincie Noord-Holland is toegetreden tot ons platform. Met deze provincie als samenwerkingspartner en gastheer gemeente Haarlemmermeer vult het Duurzaam Gebouwd Congres op 1 februari 2018 zowel regionaal als nationaal ambities en uitdagingen in rond aardgasloos bouwen.
Fotosessie met Marnix Norder In november hebben we in Den Haag een fotosessie gehouden met Marnix Norder, voorzitter van Aedes, de vereniging van woningcorporaties. Dit gebeurde voor de coverfoto van dit Duurzaam Gebouwd Magazine. Bekijk het resultaat op de voorkant!
152
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Achter de schermen
Van het Duurzaam Gebouwd Congres tot een fotosessie met Aedes-voorzitter Marnix Norder voor deze uitgave van het Duurzaam Gebouwd Magazine: de mensen achter Duurzaam Gebouwd zitten nooit stil. Deze twee pagina’s geven u een kijkje achter de schermen.
Interne kennissessies Elke maand organiseren wij bij Duurzaam Gebouwd interne kennissessies om ook het kennisniveau van onze medewerkers op peil te houden. Deze keer vertelde marketing- en communicatiespecialist Niels Geenen over diverse wet- en regelgeving en certificeringen binnen de bouw- en vastgoedsector.
Teambuilding Bij Duurzaam Gebouwd vinden wij teambuilding erg belangrijk. Wij ondernemen dan ook geregeld samen activiteiten. Goed samenwerken begint tenslotte bij het kennen van je collega’s.
Word lid van onze social community Elke maand een nieuw thema en elke dag exclusieve posts, bent u al lid van onze social media kanalen? Blijf optimaal op de hoogte van alle nieuwe ontwikkelingen binnen de sector via de onderdelen ‘Vers van de Pers’ en ‘Tip van de Week’. Laat uw mening horen binnen ‘Aan het woord: Expert’ en profileer uzelf en uw organisatie binnen het onderdeel ‘Quote van de Week’. Bent u al overtuigd? We zijn te volgen via
duurzaam gebouwd | januari 2018
153
Aan het eind van Duurzaam Gebouwd Op Locatie: #VanGasLos kregen de aanwezigen een rondleiding door de productiefaciliteit van Itho Daalderop.
Duurzaam Gebouwd Op Locatie over BIM en #VanGasLos
Netwerken en kennisdelen over energietransitie Naast kennis opdoen over de onderwerpen BIM en de transitie naar aardgasloze gebouwen konden de aanwezigen bij de Duurzaam Gebouwd Seminars afgelopen najaar ook netwerken. Tekst: Marvin van Kempen
Tijdens het seminar over het bouwwerkinformatiemodel (BIM) stond onder meer de verduurzaming van Rijnstate Ziekenhuis centraal. Hierbij werd BIM toegepast en blijft het in de beheerfase dienst doen als hulpmiddel. “Onze hoofdlocatie in Arnhem, met een oppervlak van 80.000 m2, renoveren we de komende jaren volledig”, vertelt programma manager vernieuwbouw Willem Jan Hanegraaf van Rijnstate Ziekenhuis. “We bevinden ons in een sterk veranderende omgeving: van een gezondheidszorg waarbij
154
januari 2018 | duurzaam gebouwd
de route van eerste- naar tweedelijnszorg centraal staat, gaan we naar gecombineerde en alternatieve vormen. Zo zien we steeds vaker woonzorgcombinaties en kunnen we eenvoudiger communiceren met patiënten die bijvoorbeeld thuis zorg krijgen.”
Belanghebbenden denken mee Met die toekomst in het achterhoofd neemt Rijnstate haar huisvesting op de schop. “Zo werken we aan de
Duurzaam Gebouwd
vernieuwbouw van een vleugel in Zevenaar. Samen met onze projectpartners hebben we deze ruimte van zo’n 2500 m2 in BIM uitgewerkt. Het integrale project omvat onder andere ICT, medische techniek, vernieuwen van het zorgproces en de facilitaire services. In een vroeg stadium laten we belanghebbenden meedenken over het project.” Hiermee verandert de rolverdeling van de opdrachtgever richting opdrachtnemers. “Als je je projectpartners snel laat meedenken, kom je tot de beste oplossingen. Je ontdekt gezamenlijk sneller fouten en kunt hierdoor, voordat het geld gaat kosten, inspringen en een aanpassing in het ontwerp doorvoeren.” Installatietechnisch adviesbureau K & R Consultants realiseerde het BIM-model. “Het is verstandig om BIM op een hoog abstractieniveau toe te passen in een vroege fase”, geeft partner Mark Kok van K & R Consultants aan. “Voor de aanpassing van de locatie in Zevenaar maakten we in BIM enkele afwegingen. Zo hadden we de keuze om dit al in de conceptuele fase in te zetten of juist niet. Het wel of niet koppelen aan BriefBuilder – een tool voor het opstellen van het PvE en de standaard bij Rijnstate – vormde ook een onderwerp van overleg.”
Coördinatie tussen disciplines
Zo beoordeelde u onze seminars Gemiddeld cijfer inhoudelijk programma: Beste presentatie: Koen Bogaert (Rockfon, zie foto) tijdens Duurzaam Gebouwd Op Locatie over BIM Beste locatie: Itho Daalderop (Duurzaam Gebouwd Op Locatie #VanGasLos, foto links)
7,7
8,6
Het Programma van Eisen voor de vernieuwbouw werd ondergebracht in deze tool en hiermee kregen het bestek en het 3D-model verbinding. Volgens Unica-directeur projecten zuid Arjan van Haperen zijn de voordelen hiervan duidelijk en zijn deze ook in de beheerfase te proeven. Maar niet iedereen lijkt altijd even goed op de hoogte van de winst die BIM in de beheerfase oplevert. “Ten eerste heb je gestructureerde en actuele assetinformatie. Daarnaast ontdek je samenhang tussen elementen, heb je geografische informatie beschikbaar en kun je real time op zoek naar correlaties.”
opgeheven. Er is veel bereikt, maar er is nu geen toegevoegde waarde meer voor een aparte Stroomversnelling Huur. De taken worden geborgd door de Brede Stroomversnelling, die dit voor alle sectoren voortzet. Dankzij de versnelling hebben we een andere denkwijze gekregen met betrekking tot fossiele grondstoffen, zijn we aan de slag gegaan met de EPV en is het NOM-keur in de markt gezet.”
Nul op de meter zonder gasaansluiting
Ook hoogbouw naar NOM-niveau
Tijdens Duurzaam Gebouwd Op Locatie met als themanaam ‘#VanGasLos’ inspireerde voormalig programmaleider innovatie Wim van den Bergh van woningcorporatie Stadlander de aanwezigen om hun ambities in te vullen. Na ruime ervaring te hebben opgedaan in de corporatiewereld heeft hij nu een eigen consultancybureau. “In de markt zien we een aantal factoren die de beslissingen voor verduurzaming beïnvloeden. Zo is er een grote wens om langer thuis te en wonen en staat betaalbaarheid van wonen centraal.” In het verleden werd nieuw vastgoed voor corporaties voornamelijk opgebouwd uit een gasaansluiting, eventueel een wko of biomassaketels. “Ieder project stond ook op zichzelf. Tegenwoordig zetten we andere stappen als sector. Steeds vaker zien we Nul-op-de-meterprojecten verschijnen met all-electric woningen en waarbij de energieprestatievergoeding (EPV) te innen is.” De nieuwe stappen zijn onder andere te danken aan de inspanningen van Stroomversnelling, de samenwerkingsovereenkomst tussen zes corporaties en vier bouwers. “Sinds december 2017 is de Stroomversnelling Huur
Voor het volgende voorbeeld reizen we naar de ZuidHollandse gemeente Vlaardingen. Onno de Wal van BIK Bouw en Sander Zuidgeest van Itho Daalderop zien hoe ze 12 portiekwoningen in Vlaardingen naar Nul-op-demeterniveau hebben gekregen. “Dit is een van de eerste hoogbouwrenovatieprojecten op dit ambitieniveau”, geeft De Wal aan. “We hebben diverse focuspunten om van dit project een doorslaand succes te maken. We geven garantie op de prestatie en monitoren voor, tijdens en na de renovatie. Daarnaast passen we een balans toe tussen bewezen technieken en innovaties.” Om de woningen naar het gewenste duurzaamheidsniveau te halen, zijn diverse maatregelen toegepast. “Het is een hele waslijst”, vertelt Zuidgeest. “We brengen gevelisolatie en dakfolie aan voor een betere luchtdichting. Daarnaast maken we gebruik van kunststof kozijnen en tripleglas en liggen op iedere woning 15 zonnepanelen. De isolatie in de spouw zorgt voor extra woonkwaliteit en veiligheid. De installatie aan de buitenzijde is geïntegreerd in het ontwerp en deze installaties zijn te bereiken en te onderhouden vanaf het balkon.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
8,6
155
Building Holland: samen transities versnellen Van 17 tot en met 19 april 2018 vindt Building Holland 2018 plaats in de RAI Amsterdam. Met drie hallen, meer dan 150 sprekers en vier verschillende podia zetten 15.000 bezoekers de volgende stap in transitieversnelling van de bouw- en vastgoedsector. Thema’s als digitalisering in de bouw, circulaire bouw, gezonde gebouwen en materialenpaspoorten staan centraal gedurende het integrale event. “Onze ambitie is om de gebouwde omgeving van Nederland mooier en beter te maken”, vertelt marketing director Rick Bruins van Zehnder, Building Holland-partner van het eerste uur. Tijdens de Building Holland Roadshow vertelde Bruins over de noodzaak van samenwerking. “Als we gezamenlijk onze ruime ervaring inzetten en intensief gaan samenwerken, ben ik ervan overtuigd dat we gebouwen in Nederland fors kunnen upgraden.” Naast de energietransitie en circulariteitsambities vormt het gezonder maken van gebouwen een belangrijke opgave. “Als we willen dat de kwaliteit van de binnenlucht van onze woningen sprongen maakt, moeten we dat met elkaar gaan realiseren. Als Zehnder staan we dan ook open voor samenwerkingen om onze vastgoedvoorraad gezonder te maken.”
Integrale samenwerkingen krijgen vorm “Voordat Building Holland het levenslicht zag, waren er nog geen evenementen die zich richtten op de integrale bouw- en vastgoedsector”, vertelt directeur Richard Klein van Building Holland over de geschiedenis en het bestaansrecht van het event. “Veel traditionele beurzen richten zich nog op het tonen van enkel producten, zonder daar echte verbindingen of samenwerkingen in te zoeken. Onze sector maakt radicale veranderingen door, met ontwikkelingen als industrialisatie, automatisering en digitalisering.” Het driedaagse innovatie-event moet diverse bloedgroepen met elkaar in contact brengen, om vervolgens gezamenlijk deze transitie te versnellen. “Wij verbinden kwalitatieve vraag en kwalitatief aanbod met elkaar. Dat doen we niet alleen op de beursvloer tijdens het plenaire gedeelte, maar ook met diverse side events, zoals het Green Tie Gala op de woensdagavond.” Doel van deze matchmaking is om integrale samenwerking tot stand te brengen. Hierdoor krijgen andere totaalconcepten en innovatieve financieringsconstructies vorm. “Een voorbeeld hiervan is een innovatie van Mitsubishi Electric/Alklima, ABB en Zehnder: deze partijen vonden elkaar in een samenwerking en brachten Wattz-In op de markt. Dit totaalconcept bestaat uit een warmtepomp, ventilatie-unit en regeltechniek.”
Richten op voorschrijvers Even belangrijk als het contact tussen leveranciers onderling is de connectie met de vraagzijde van de markt, ofwel de opdrachtgevers. “Die schitteren vaak door afwezigheid op evenementen. Om die reden richten we ons ook op de voorschrijvende kant van de markt, zodat ook deze groep goed vertegenwoordigd is op Building Holland. Ook voor deze groep richten we ons op de beslissingsbevoegde, degene die uiteindelijk een go of nogo kan geven voor een plan of project.” De afgelopen tijd kon Building Holland rekenen op partnerships van onder andere Rijkswaterstaat en TVVL. “Daarnaast hebben we
156
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Building Holland
een deal gesloten met BNA, de branchevereniging voor architecten. Ook deze doelgroep hebben hiermee we in huis van 17 tot en met 19 april 2018”. Bouwend Nederland is kennispartner en betrekken daarmee de bouwers van Nederland.
Ontzorging in uitnodigingstraject Een garantieplan voor partners van Building Holland zorgt voor totale ontzorging in het uitnodigingstraject. “We nemen partners mee in de aanloop van het uitnodigingstraject en zorgen dat ze maximaal rendement halen uit hun deelname”, geeft Klein aan. Wie meedoet aan het plan, kan rekenen op minimaal 300 persoonlijke uitnodigingen voor relaties. “Dat verzorgen wij. Het enige dat we hiervoor nodig hebben, is een aangeleverd adressenbestand. Als garantie geven we dat we hiervan minimaal 10% converteren naar bezoeker. We nodigen deze relaties persoonlijk uit en noteren wanneer deze relatie het liefst wil langskomen op de stand van de partner.” Het uitnodigen van relaties kost beursverantwoordelijken veel tijd. “Dat weten we en dat begrijpen we ook. Je hebt als professional geen of weinig tijd om zelf een uitnodigingstraject op te starten. Daarom reiken wij je de hand, zodat je zonder moeite drie dagen lang een goed gevulde stand hebt, met de juiste personen.” De hoge kwaliteit van bezoekers blijft voor Building Holland een belangrijk focuspunt. “Dat willen we ook in 2018 doorzetten.”
Eenvoudige ontmoeting met relaties Om een ontmoeting op de stand van de partner nog eenvoudiger te maken, noteert Building Holland het tijdstip waarop de relatie op de stand wil langskomen. “Hierdoor weet een partner waar hij aan toe is. Met deze gegevens vertellen we partners wanneer de bezoeker komt en kan hij zich tijdig voorbereiden op een gesprek met een toprelatie.” Na het gesprek gaat de klant de beursvloer op en komt hij hopelijk in contact met andere interessante partijen. “Dat is een win-win. De bezoeker heeft in zijn achterhoofd dat hij op jouw uitnodiging in contact komt met relevante en hoogwaardige partijen. Dat gevoel en die verbinding is natuurlijk uitermate waardevol.”
Gesprek met impact Naast de persoonlijke uitnodiging is er de mogelijkheid om ongelimiteerd adressen aan te leveren. “Ook hiervoor geldt een Non Disclosure Agreement (NDA), zodat onze partner weet dat we niets anders met deze adressen doen dan de uitnodiging. Deze mailing versturen we namens de deelnemers, zodat de bezoeker direct weet wie hij kan benaderen op de vloer.” Klein is overtuigd van de effectiviteit van het traject. “Building Holland zorgt voor hoogwaardige bezoekers, waarvoor de partner enkel een adressenbestand hoeft aan te leveren. We maken het je makkelijk om een gesprek met impact te houden op je stand. Dat moet menig partner als muziek in de oren klinken.”
duurzaam gebouwd | januari 2018
157
NOM-woning dankzij indak pv-systeem De totaaloplossing Unidek SolarPower zorgt in het Limburgse Vijlen voor de opwek van duurzame energie bij een Nul-op-de-meterwoning. Het systeem brengt de ambitie om het gebouw energieneutraal of zelfs energieleverend te maken, dichterbij. Voor woningeigenaar Toine Godderij lag de ambitie voor Nul op de Meter voor de hand. “Niet alleen vanwege mijn huidige functie bij Van Nieuwpoort Bouwgrondstoffen en mijn technische achtergrond, maar ook vanwege de zoektocht naar de economisch meest voordelige en rendabele oplossing.” Om voldoende duurzame energie op te wekken werd gekozen voor de installatie van zonnepanelen. “Deze investering paste in ons budget en zorgt ondanks de hogere kosten voor lagere maandlasten, omdat we het combineren met een lucht/water-warmtepomp.” In een vroeg stadium kwamen de bouwpartners bijeen om het project vorm te geven. “Voorafgaand aan de bouw adviseerden Kingspan Unidek en SCX op het gebied van energiebehoefte en energieneutraliteit. Door vroegtijdig met elkaar te sparren over mogelijke aanpassingen, realiseren we een woning waarbij de energiebehoefte ongeveer gelijk is aan het aanbod.” Godderij stelde het bouwteam samen na uitgebreid onderzoek over aanbieders. “Tijdens het onderzoek kwam ik een artikel tegen over geprefabriceerde indak zonnepanelen. De esthetische en technische voordelen spraken aan en vormden voor mij de aanleiding om een afspraak te maken met een leverancier van dak- en pvoplossingen.” Kingspan Unidek werd geselecteerd om de dakisolatie en indak pv te leveren. “De keuze viel op Kingspan Unidek vanwege het feit dat dit een grote speler
is in de markt en ze een duurzaam systeem leveren. Zij werken samen met SCX Solar en deze combinatie viel positief op en straalt vertrouwen uit. Kostentechnisch klopte het ook.” Het samenwerkingsverband Kingspan Unidek en SCX realiseert de plaatsing en montage van Unidek Aerosysteem met zonnepanelen. “Hierdoor is er slechts één aanspreekpunt. Normaal gesproken heb je diverse gesprekspartners voor de verschillende onderdelen van daksystemen, nu is dat niet het geval.” Lees op DuurzaamGebouwd.nl meer over de opwekking van duurzame energie bij deze woning en de andere getroffen duurzaamheidsmaatregelen.
BENG-eisen een jaar vervroegd Op de bouwaanvragen voor alle nieuwe gebouwen die vanaf 1 januari 2020 worden ingediend, zijn de BENG-eisen van toepassing. Dit heeft minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties medegedeeld, in een brief naar de Tweede Kamer. Dit is een jaar eerder dan de verwachting was. Ze heeft voor deze vervroeging gekozen, omdat de verduurzaming van de gebouwde omgeving een speerpunt is van het kabinet Rutte III. “De verduurzaming is namelijk belangrijk voor een gezond klimaat en om te voorkomen dat de temperatuurstijging van de aarde ruim beneden de twee graden blijft”, geeft ze in haar brief aan.
158
januari 2018 | duurzaam gebouwd
De definitieve BENG-eisen worden in de loop van dit jaar vastgesteld. Volgens minister Ollongren zijn marktpartijen hierbij betrokken. “De markt is al enige tijd bezig met het experimenteren met energiezuinig bouwen en specifiek met de voorgenomen BENG-eisen. Zo stimuleert het platform Zeer Energiezuinige Nieuwbouw van Aedes, Bouwend Nederland, Neprom en NVB het bouwen van energiezuinige nieuwbouw. Dit programma telt inmiddels 56 deelnemende bedrijven, die volgens het platform per 1 januari 2018 tussen 2.000 en 3.000 woningen van verschillende typen in aanbouw of opgeleverd hebben. Al deze woningen voldoen aan de voorgenomen BENGeisen.” Daarnaast komt dan de nieuwe bepalingsmethode voor de energieprestatie beschikbaar.
Korte berichten uit de markt
110 starterswoningen in vijf maanden gebouwd Woningcorporatie De Alliantie en het flexibele woonconcept Nezzt hebben in vijf maanden tijd gezorgd voor 110 sociale huurwoningen aan de Louwesweg in Amsterdam. Het gaat hierbij om 88 eenpersoonsstudio’s en 22 tweepersoonsappartementen, die gezamenlijk het woonproject ‘Karmijn’ vormen. Deze woningen blijven minimaal tien jaar staan. De Nezzt-woningen zijn ontworpen in samenwerking met SVP-architecten. “Samen met SVP en De Alliantie wilden we een nieuwe standaard neerzetten voor flexibele woningbouw”, vertelt Nezzt-directeur Bas de Haan. “Deze woningen bieden een prettige en comfortabele leefomgeving aan nieuwe bewoners op een andere locatie. Dat is niet alleen winst voor het milieu, maar voor alle betrokken partijen.” De woningen zijn bedoeld voor starters en statushouders. “De behoefte aan betaalbare huurwoningen in Amsterdam is ontzettend groot”, geeft regiodirecteur Eddo Rats van De Alliantie aan. “Samen met de gemeente zoeken we daarom bovenop de al geplande nieuwbouw continu naar extra locaties waar we voor statushouders betaalbare en kwalitatief goede woningen kunnen realiseren, zonder dat
Werkomgeving én mensen centraal in SWP Magazine Nadat op 2 oktober de website van Smart WorkPlace (smartwp.nl) online is gegaan, bestaat nu ook Smart WorkPlace Magazine.
Smart WorkPlace is bedoeld als katalysator voor de realisatie van slimme, gezonde en circulaire werkomgevingen van morgen. Het kennisplatform ging al eerder online, nu is het tijd voor een magazine met karakter: A4-plus formaat, kleurrijk, stevig papier en een omvang van 84 pagina’s. “Het is een magazine om na te lezen, en om te bewaren”, stellen de drie initiatiefnemers Fred Kloet, Wim Kooyman en Wietse Walinga in het magazine, dat wordt uitgegeven door Smart WorkPlace. “Een magazine over integratie, kwaliteit en impact. De inhoud is integraal omdat we alle
dit ten koste gaat van andere woningzoekenden. We waren op zoek naar een manier om snel woningen te bouwen zonder in te leveren op het woonplezier en -comfort van onze toekomstige huurders. Dat is met dank aan alle partners gelukt en het maakt dat ik erg trots op dit project ben.” Om de integratie van de statushouders en interactie tussen de bewoners onderling te bevorderen, heeft de Alliantie het beheer van het gebouw uit handen gegeven aan jongerenhuisvester Socius, die hen stimuleert om met elkaar activiteiten te ondernemen en zelf regie te pakken op hun woonomgeving. Karmijn is het eerste van twee grote projecten die de Alliantie en Nezzt in korte tijd opleveren in Amsterdam. Begin 2018 worden aan de Van Lohuizenlaan nog eens 81 woningen voor dezelfde doelgroepen opgeleverd. Nezzt is een woonconcept van bouwbedrijf De Meeuw, dat gespecialiseerd is in flexibel bouwen.
branches willen verbinden. En de inhoud start altijd met ‘People First’ als vertrekpunt. De inhoud en vormgeving zijn kwalitatief onafhankelijk, objectief en passend bij de tijdgeest waarin vele processen aan het kantelen zijn.” Het kennisplatform en daarmee ook het magazine wordt ondersteund door tien Founding Partners. Het gaat om: Breedweer, Colliers, Interface, ISS, JLL, Measuremen, Philips Lighting, RoyalhaskoningDHV, Twynstra Gudde en WPA. “Deze Founding Partners hebben zich juist om de integrale insteek aangesloten bij SWP. En daarbij hopen wij dat meer Partners zich bij ons kennisplatform gaan aansluiten”, aldus de initiatiefnemers. Workplacemanagement In de eerste editie vertelt Ingrid Boekkamp, Corporate Real Estate Service Manager Continental Northern Europe bij drankproducent Diageo over hoe dit bedrijf workplacemanagement vormgeeft in hun Amsterdamse kantoor. Daarnaast is er een artikel over het onderzoek van Twynstra Gudde en WPA, in samenwerking met de TU/e. Dit onderzoek ‘Organizational culture and activitybased office’ heeft zich specifiek gericht op de invloed van de organisatiecultuur en de persoonskenmerken van de medewerker op de tevredenheid met de werkomgeving. In de volgende uitgave van Duurzaam Gebouwd Magazine is Smart Workplace een van de thema’s.
duurzaam gebouwd | januari 2018
159
GELDIG T/M 28 FEBRUARI
?
Profileer je als duurzame professional @
Stel je eens voor dat er een mogelijkheid is om 24/7 op de hoogte te blijven van trends, ontwikkelingen, actueel nieuws, projecten en visies. Dat er een mogelijkheid is om jouw duurzame organisatie te profileren in een netwerk van 300 professionals en dat er een manier is om jouw producten en diensten te showcasen naar de markt? Hierdoor komt nieuwe business binnen handbereik. Duurzaam Gebouwd maakt dit mogelijk, en meer! Maak nu kennis met het integrale netwerk tegen een gereduceerd tarief vanaf € 195,- per jaar.
Kijk voor meer informatie op www.DuurzaamGebouwd.nl/lid-worden
Introductietarief vanaf €195,-
GA GOED VAN START MET EEN LIDMAATSCHAP VAN DUURZAAM GEBOUWD Profiteer nú van het introductietarief
GELDIG T/M
28 FEBRUARI
Profiteer tot en met 28 februari van het introductietarief!
€ 50,-
€ 100,-
KORTING
KORTING
PERSOONLIJK LIDMAATSCHAP Van € 245,Korting € 50,Nu voor € 195,-
BEDRIJFS LIDMAATSCHAP –
Van € 695,korting € 100,-
PARTNERSHIP
–
Nu voor € 595,-
© 2017. Deze actievoorwaarden zijn van toepassing op de introductieactie van het persoonlijk- en bedrijfslidmaatschap van Duurzaam Gebouwd. Deze actie loopt van 25-10-2017 t/m 28-02-18. Typ-, druk- of zetfouten voorbehouden. Bekijk de volledige actievoorwaarden op www.DuurzaamGebouwd.nl/lidmaatschap-actievoorwaarden.
NATURALLY FEELING GOOD... Fixvent® Mono AK EVO Discrete ventilatie, zonwering en muggengaas in één • Windvaste doekzonwering (garantie tot 130 km/u) • Natuurlijke toevoer van verse lucht in combinatie met doekzonwering • Optimaal akoestisch comfort • Insectenwerend, onderhoudsvriendelijk • Discreet ingewerkt boven het raam • Doek eenvoudig te vervangen (bv nieuwe kleur)
www.renson.nl
Duurzaam Gebouwd Colofon
Website
Duurzaam Gebouwd is een uitgave van DGB BV
www.duurzaamgebouwd.nl
en verschijnt in een oplage van 12.500 exemplaren.
www.buildingholland.nl
Uitgeverij / redactieadres
Verspreiding
DGB BV, Beekhuizenseweg 11, 6881 AA Velp
DGB BV, info@duurzaamgebouwd.nl
T: +31 (0)85 273 59 70
Opmaak en druk
Redactie
Real Concepts BV, Velp
Tijdo van der Zee, Eindredactie Bekijk voor het volledige colofon de website van Duurzaam Gebouwd Tim van Dorsten, Redactie
(DuurzaamGebouwd.nl) en klik op ‘Over Duurzaam Gebouwd’. Hier vindt u
E: vandorsten@duurzaamgebouwd.nl
tevens meer uitleg over onder andere de missie van Duurzaam Gebouwd.
T: +31 (0)85 273 59 70 Marvin van Kempen, Redactie E: vankempen@duurzaamgebouwd.nl T: +31 (0)85 273 59 70 Aan Duurzaam Gebouwd nr. 39 werkten mee: Marieke Buijs, David van Dam, Joke Geldhof, Johan van der Graaf, Maarten Hagg, Tom de Hoog, Henk Moen, Wilma Schreiber, Gerrit Tenkink, Robert Tjalondo, Frits van Wolveren.
162
januari 2018 | duurzaam gebouwd
Alle advertentieplaatsingen worden afgesloten conform de Regelen voor het Advertentiewezen, gedeponeerd bij de rechtbanken in Nederland. Vrijwaring Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook. © DGB BV Het verlenen van toestemming tot publicatie in Duurzaam Gebouwd houdt in dat de uitgever met uitsluiting van ieder ander onherroepelijk door de auteur gemachtigd is de door derden verschuldigde vergoedingen voor kopiëren, als bedoeld in art. 17 lid 2 van de Auteurswet 1912 en in het Koninklijk Besluit van 20 juni 1974 (Stb. 35) ex en art. 16b van de Auteurswet 1912; te innen en/of daartoe in een buiten rechte op te treden. ISSN 2210-5689
Lichtreflectie 87%, kostenbesparing 16% Recyclingprogramma: 15 miljoen m2 Cradle to Cradle™ gecertificeerd Makkelijk afvalbeheer
BEZOEK ONS OP DE VSK STANDNUMMER: 7.C096 VAN 6-9 FEBRUARI 2018
De BUVA EcoClimate lucht/water warmtepomp biedt een comfortabele en duurzame totaaloplossing om woningen te verwarmen, te koelen én tapwater te warmen ook in combinatie met verschillende warmteafgiftesystemen, zoals vloerverwarming, radiatoren en ventilator-convectoren. De EcoClimate L/W, met energielabel A++, behoort tot de meest zuinige warmtepompen op de markt en past ideaal in een NOM-woning. Meer informatie over deze innovatieve warmtepomp? Neem contact op met BUVA voor de volledige brochure en meer informatie of download deze op buva.nl.
100% focus op welzijn
The information is given for guidance only. Photos credits: Thinkstock - aressy.com - 07/16 - 10166
Van gas los? Met de BUVA EcoClimate lucht water warmtepomp kunt u een woning klaar maken voor de toekomst!
Minder impact op het milieu.
MINDER AFVAL. MEER RECYCLING. www.armstrong-plafonds.nl www.armstrongplafonds.be
Samenwerking met meerwaarde
ENERGIENEUTRALE WONINGBOUW-CONCEPTEN
Duurzaam Gebouwd # 39 | januari 2018
ALL-ELECTRIC WARMTEPOMP-OPLOSSINGEN VOOR LAAG- EN HOOGBOUW
Marnix Norder (Aedes):
‘Woningcorporaties lopen voorop in verduurzaming’ + Verwarming, koeling en warm tapwater tegen 500% rendement + Komt in aanmerking voor de ISDE-subsidie en EIA-2016 + Bewezen concept voor nul-op-de-meter + Geen gasaansluiting nodig + 100% koolmonoxide vrij + Compacte plug-and-play installatie + Forse EPC-verlaging
Opzoek naar een warmtepomp-oplossing? Bestel de brochure via:
WWW.ALKLIMA.NL
Ruim 20 pagina’s o ver #VanGasL os
# 39 | januari 2018
Renovatie & transformatie
Maatschappelijk vastgoed
Met onder meer aandacht voor de renovatie van Paleis het Loo, de transformatie van het Gasthuiskwartier in ’s-Hertogenbosch en een interview met adviseur Erick Wuestman over circulair renoveren.
Met onder meer aandacht voor het nieuwe mortuarium op luchthaven Schiphol, dat op cradleto-cradle geïnspireerd is en het gerenoveerde waterschapshuis van waterschap Zuiderzeeland.
‘Madaster is als een smartphone. Nu de apps nog’ Loskomen van fossiele energie vraagt regie Financiële barrières voor energieefficiënte gebouwen weghalen