Editie oktober 2013
Bavaria: “Liever investeren in energiebesparing dan in zonnepanelen” Onderzoek: hoe duurzaam is Tesla écht?
001_A_cover.indd 1
Prins Carlos de Bourbon de Parme (MVO Nederland) wil terug naar de tekentafel
Jury zoekt nieuwe Enlightenmentz voor een duurzame wereld
01-10-13 11:09
duurzaam geproduceerd! duurzaam produceren met de vier natuurelementen als basis voor innovatieve ideeën en oplossingen
LUCHT Het creëren van een gezond en veilig binnenklimaat, waarin werknemers zich behaaglijk voelen, is een voorwaarde voor een duurzame productieomgeving. Lucht bepaalt in een productieomgeving in hoge mate het thermisch comfort. Luchttemperatuur, -kwaliteit, -vochtigheid, en -snelheid zijn de parameters die met behulp van efficiënte klimaatbeheersingstechnieken positief beïnvloed worden. Lees op: www.coltinfo.nl/lucht hoe Colt op effectieve wijze de eigenschappen van lucht gebruikt voor het ontwerp van innovatieve, energie- en kostenbesparende klimaatsystemen passend bij een duurzaam productiebeleid.
in de voLgende ediTie: AARde
www.coltinfo.nl Colt_DG_Lucht.indd 1 002_colt.indd 1
21-08-13 13:23 01-10-13 08:58
Twintro
@DGeproduceerd: Low Car Diet populair bij topbestuurders http://dlvr.it/3yQxzn #duurzaam
Meer dan vijftig kopstukken leveren autosleutels in Meer dan vijftig topbestuurders die normaal dagelijks in de auto stappen, laten die tien dagen staan. Zij volgen namelijk de tweede editie van het Low Car Diet. Op 10 oktober, de Dag van de Duurzaamheid, leveren zij hun autosleutels in en maken tien dagen kennis met (elektrische) deelauto’s, trein, bus, tram, metro, OV-fiets, taxi en werk- en vergaderfaciliteiten op stations. Vorig jaar is het Low Car Diet voor het eerst georganiseerd (zie foto’s) op initiatief van Urgenda, de actie-organisatie voor duurzaamheid en innovatie. Tien topbestuurders van bekende bedrijven kwamen zonder auto vaak voor verras-
oktober 2013
003_C_twintro.indd 3
singen te staan. Zo bleek werken in de trein een openbaring en was de elektrische scooter op de stations een grote hit. Dit jaar doen topbestuurders van onder meer Unilever, PwC, T-Mobile en RBS mee, plus SER-voorzitter Wiebe Draijer. Iedere topman of -vrouw die zich aanmeldt wordt opgeroepen de eigen werknemers te motiveren om ook mee te doen. Zij kunnen zich gemakkelijk aanmelden via www.lowcardiet.nl en worden uitgedaagd via een filmpje. Het winnende bedrijf met (relatief ) de meeste deelnemers krijgt tien dagen de beschikking over drie elektrische deelauto’s van Tesla. Daarnaast kan dit bedrijf een dag op stap met een eigen trein en machinist. 3
01-10-13 09:26
Column
Colofon nummer 2 - oktober 2013 ISSN: 2214-7608
Uitgave van Industrielinqs pers en platform Veembroederhof 7, 1019 HD AMSTERDAM Uitgever Wim Raaijen (Industrielinqs pers en platform, 020 3122 081) Hoofdredactie Harmen Weijer 06 460 97 122 Eindredactie Inge Janse 020 3122 796 Medewerkers David van Baarle, Elise Quaden, Liesbeth Schipper
Trias Energetica
Lay-out Gabriele Köbbemann Cover Bavaria
Nederland heeft voor duurzame energie er ouderwets op los gepolderd. Het resultaat in het SER Energieakkoord is dan ook navenant gemiddeld te noemen. Het primaire doel van het kabinet, hoe te komen tot 16 procent duurzaam opgewekte energie in 2020, is teruggeschroefd naar 14 procent, maar dat valt nog net binnen de EU-grenzen. Niets aan de hand, zou je zeggen, plus dat vele neuzen in dezelfde richting zijn gebracht en goede contacten zijn gelegd.
Advertentieverkoop Arthur Middendorp, Jetvertising, 070 399 0000
Op enkele belangrijke punten blijft er een onbevredigend gevoel hangen. Denk daarbij aan de eerste stap van de Trias Energetica: ga efficiënt om met bestaande energiebronnen. Daarin slagen de partijen niet tot grote stappen te komen. Sterker nog: de 1,5 procent energie-efficiency per jaar die het Energieakkoord noemt, wordt volgens doorberekening van ECN en PBL niet gehaald.
Linkedin www.linkedin.com/groups/Duurzaam-Geproduceerd-4468707
Onze expert Sible Schöne roert op dit vlak een belangrijk punt aan in zijn Expert Post op DuurzaamGeproduceerd.nl. De energie-efficiënte warmtekrachtkoppeling staat bij de energie-intensieve industrie onder druk. Maar waar men een vernuftige oplossing verwacht, is voor het Energieakkoord besloten dat energie-intensieve bedrijven niet worden afgerekend op de tegenvallende resultaten van de meerjarenafspraken. En dat noemt Schöne terecht ‘treurig’. Die kansen zijn er namelijk wel: Bavaria-topman Jan Renier Swinkels zegt in deze editie van Duurzaam Geproduceerd dat samenwerking met andere bedrijven niet alleen deuren opent bij de overheid, maar ook nog eens daadwerkelijk besparing oplevert. Kijk ook eens naar zijn uitleg van de Trias Energetica, heel speels Trias Bavarica genoemd: de eerste stap is nadenken of je een activiteit überhaupt moet doen! Brabantse boerenslimheid noem ik dat. Die samenwerking is wat wij Energy Savers noemen. U hoort er alles over tijdens ons eerste congres op 25 november in NEMO Amsterdam, want dan komen Energy Savers volop aan de orde. U bent van harte welkom!
Harmen Weijer Hoofdredacteur Duurzaam Geproduceerd @hweijer @DGeproduceerd
4
004_colofon_column.indd 4
Traffic Breg Schoen Website www.duurzaamgeproduceerd.nl Twitter @DGeproduceerd
Facebook www.facebook.com/DuurzaamGeproduceerd Missie Kennisplatform Duurzaam Geproduceerd Duurzaam Geproduceerd is hét onafhankelijke kennisplatform over duurzaamheid in de industrie. Het informeert en inspireert de professional door nieuws, visies van experts, interessante projecten, innovatieve producten en door het aanbieden van inspirerende evenementen. Tegelijkertijd is Duurzaam Geproduceerd een complementair en interessant netwerk van personen en bedrijven. Het kennisplatform heeft als missie de verduurzaming van de industrie te stimuleren door kennis en visie te delen. Tussen overheid en bedrijfsleven, tussen professionals en experts, tussen startups en multinationals. Met als doel: hoe verlagen deze bedrijven de footprint van hun producten, zowel in het eigen proces als in de keten? Duurzaam Geproduceerd is bedoeld voor mensen die werkzaam zijn bij bedrijven in voornamelijk de maakindustrie, die ook energie-intensief zijn. Partner of lid worden Professionals uit industrie met een duurzaamheidambitie of -traditie voelen zich thuis bij het platform Duurzaam Geproduceerd. Partners en leden van Duurzaam Geproduceerd horen bij een selectief, en snel groeiend netwerk van duurzame bedrijven in de industrie, technologie en overheid. Partners van Duurzaam geproduceerd adviseren de redactie over de koers en de actuele thema’s van het magazine en de internetsite, werken mee aan de opzet en uitrol van het Duurzaam Geproduceerd Congres, en zijn altijd welkom op de evenementen die bij ‘hun’ platform horen. Partners zijn met hun logo zichtbaar op alle uitingen van het Platform, zijn eventpartner van het jaarcongres en hebben toegang voor twee personen bij evenementen die horen bij Duurzaam Geproduceerd en het vakblad Utilities, waaronder Watervisie. Daarnaast krijgen zij een advertorial, een BIZZ56”film en meer. Als lid van Duurzaam Geproduceerd krijgt u voor twee personen toegang tot het Duurzaam Geproduceerd Congres én het Watervisie-congres. Bovendien ontvangt u een papieren en digitaal abonnement op het magazine Duurzaam Geproduceerd. Meer informatie vindt u op www.duurzaamgeproduceerd.nl bij ‘partner worden’ of kunt u contact opnemen met Anouk Bouwmeester, anouk@industrielinqs.nl of 020 3122 797.
oktober 2013
02-10-13 10:10
Inhoud
10
INTERVIEW – “Liever investeren in energiebesparing dan in zonnepanelen” Geen Trias Energetica maar de Trias Bavarica. Oftewel: liever zoveel mogelijk inzetten op energiebesparing en –efficiency dan op duurzame energie. Daarmee geeft bierbrouwerij Bavaria zijn duurzaamheidsbeleid vorm, vertelt directievoorzitter Jan-Renier Swinkels.
15
ENLIGHTENMENTZ – Wie heeft de duurzaamste?
20
ONDERZOEK – Hoe duurzaam is Tesla écht?
24
ENERGYSAVERS – Windenergie krijgt grote scheerbeurt
28
INTERVIEW – “Productieproces is de kern van MVO 2.0”
31
Duurzaam, bruikbaar en nog mooi ook: naar die combinatie zoekt de jury van de Enlightenmentz 2013. Duurzaam Geproduceerd zet alvast vier Enlightenmentz op een rij die bij uitstek laten zien wat deze innovaties kunnen betekenen voor een duurzame wereld.
10
Is Tesla, de fabrikant van populaire elektrische auto’s, vooral hip vanwege de combinatie van geweldig ontwerp en nul procent bijteling, of gaat het bij het bedrijf en de bezitter daadwerkelijk om de duurzaamheid?
De Rotterdamse industrie heeft een enorm potentieel in zich om overtollige windenergie op een nuttige manier aan te wenden. De schakels hiervoor moeten alleen nog samengesmeed worden.
20
Prins Carlos de Bourbon de Parme maakt zich in MVO Nederland sterk voor een betere wereld. Echte duurzaamheid betekent volgens hem terug naar de tekentafel om verspilling terug te dringen.
BEST PRACTICE – Duurzame sportkleding van wieg tot wieg Wat is er voor nodig om de productie van sportkleding geheel cradle to cradle te krijgen? Duurzaamheidsmanager Justin DeKosmovsky van Puma weet wat er allemaal bij komt kijken, maar ook welke uitdagingen er nog zijn.
34
INNOVATIE – Biomassaproject zoekt investeerders (m/v)
38
ACHTERGROND – Weinig animo voor slimme biomassaprojecten
24
Nederland lijkt de primeur te krijgen van twee nieuwe technieken om biomassa te verwerken. Het ontwerp van de fabrieken is klaar en de vergunningen zijn binnen. Nu de financiering nog.
Het produceren van energie uit biomassa gebeurt efficiënter – en dus duurzamer - als verschillende grondstoffen, conversietechnieken en toepassingen worden gecombineerd. Het valt alleen niet mee om dit in de praktijk van de grond te krijgen.
34
En verder 3 6 36 42 43
Twintro Offline Productnieuws Partnernieuws Expertpanel
38 oktober 2013
005_B_inhoud.indd 5
5
01-10-13 09:26
Offline
Geciteerd Het belangrijkste doel van Duurzaam Geproduceerd is dat het industriële bedrijven verbindt “Een optimaal werkklimaat ligt aan de basis van een duurzame bedrijfsvoering. Gestoeld op de feiten dat een goed werkklimaat de duurzame inzetbaarheid van mensen garandeert, de productiviteit verhoogt en bovendien het milieu minder belast.” Kor Foekens, Colt International
“In de nieuwe economie is het vertrekpunt van iedere onderneming het zoveel mogelijk inzetten van gerecyclede of geupcyclede grondstoffen en herbruikbare materiaalfracties. Ondernemingen in de nieuwe economie beschikken dan ook over nieuwe vaardigheden in circulair productontwerp en –ontwikkeling.” Marga Hoek, De Groene Zaak
“Dit is geen oproep om extra papier te gebruiken of om voortaan onderaan onze mails te zetten Consider the environment, print this mail. Duurzaamheid betekent bewust omgaan met middelen en waar mogelijk minder gebruiken. Dat geldt zowel voor papier als voor digitaal.” Erik Timmermans, Informatiecentrum Papier en Karton
Biologisch afbreekbare golfbal van aardappelzetmeel
Aardappelzetmeel als biologisch afbreekbare grondstof voor een golfbal. Dat gaat Lamb Weston / Meijer, producent van diepgevroren aardappelproducten en gedroogde aardappelvlokken, realiseren met golfballenproducent Biogolf. Niet alleen betekent dit minder milieubelasting bij de productie, ook zijn deze golfballen minder schadelijk voor het milieu als ze kwijtraken op de golfbaan. Lamb Weston / Meijer gaat het aardappelzetmeel leveren dat dient als basisgrondstof voor de Biogolf Nature SX-golfbal. Deze kwalitatief goede golfbal is de enige ter wereld die 100 procent biologisch afbreekbaar is en volgens kenners speelt als een reguliere golfbal. Ieder jaar raken alleen al in de Verenigde Staten zo’n 300 miljoen traditionele golfballen (gemaakt van kunststoffen en zware metalen) ‘zoek’ in de natuur. Deze niet-afbreekbare plastic golfballen blijven eeuwenlang een belasting vormen voor natuur en milieu. Biogolf heeft na ruim vier jaar van intensief onderzoek een golfbal ontwikkeld die zowel kwalitatief aan alle speleisen voldoet als biologisch afbreekbaar is. Deze bal is een goed alternatief voor 85 procent van alle golfspelers. De duurzame golfbal, die deels bestaat uit aardappelzetmeel dat vrijkomt bij het snijden van aardappels tot friet, past goed in de duurzaamheidsdoelstellingen van Lamb Weston / Meijer. Een belangrijk aandachtsgebied voor het bedrijf is een betere benutting van aardappelen, met maximaal hergebruik van bijproducten en reststromen die vervolgens zo hoog mogelijk verwaard worden, zowel milieutechnisch als economisch. Voor Biogolf, de Nederlandse uitvinder en producent van deze mondiaal unieke golfbal, past de samenwerking naadloos in zijn duurzame bedrijfsfilosofie. De vereiste kwaliteit aardappelzetmeel is een bijproduct uit het productieproces van Lamb Weston / Meijer, waarbij de aardappelen op relatief korte afstand van de fabrieken worden geteeld. Men maakt dus geen onnodige transportkilometers voor de productie van deze grondstof en op deze locaties wordt geen extra energie gebruikt om dit aardappelzetmeel te produceren. Bron: Lamb Weston / Meijer
6
006_7_9_E_offline.indd 6
oktober 2013
01-10-13 09:25
Offline
Geciteerd Vanaf 2015 gebruikt Bayer CO2 als grondstof
\
Na een succesvolle testfase van twee jaar denkt Bayer het broeikasgas CO2 commercieel te kunnen inzetten als grondstof voor kunststoffen. Hiervoor gaat het chemieconcern een productie-eenheid bouwen op zijn locatie in het Duitse Dormagen. Uit CO2 wordt een basismateriaal gemaakt voor hoogwaardig polyurethaan. Vanaf 2015 verwacht het concern grotere hoeveelheden van het basismateriaal aan te kunnen bieden aan verwerkende bedrijven. Bayer denkt dat het nieuwe proces in de toekomst rendabeler zal zijn dan conventionele productiemethodes voor polyurethaan, die gebaseerd zijn op fossiele grondstoffen. Polyurethaan is terug te vinden in veel alledaagse toepassingen zoals de stoffering van meubilair, auto-onderdelen, koelapparatuur en isolatiematerialen. Interne testen hebben aangetoond dat het nieuwe schuim minstens hetzelfde hoge kwaliteitsniveau haalt als het conventionele materiaal. De eerste toepassing van het flexibele schuim op basis van CO2 is in de productie van matrassen. De nieuwe productie-eenheid in Dormagen zal een capaciteit hebben van duizenden tonnen.
Duurzaam Geproduceerd Congres zet industrie ‘op dieet’ Niets mooier dan een biertje of een Magnum na een lange dag werken. Maar hoe duurzaam worden deze en andere producten geproduceerd? Hoeveel energie gaat in de productie van deze caloriebommen? Hoor er alles over tijdens de eerste editie van het Duurzaam Geproduceerd Congres op 25 november 2013 in Amsterdam, waar topsprekers van verschillende industriële bedrijven vertellen hoe zij hun processen op een ´low calorie diet´ zetten. Het congres wordt georganiseerd door het kennisplatform Duurzaam Geproduceerd, dat als missie heeft om de ecologische voetafdruk van producten te verbeteren, en vakblad Utilities. Tijdens de bijeenkomst ligt daarom de focus op hoe verduurzaming van productieprocessen en -ketens kan leiden tot minder milieubelasting, zoals minder CO2-uitstoot of beter gebruik van grondstoffen. Ook is er aandacht voor het duurzame effect van producten op de maatschappij, zoals meer kunststoffen in auto’s die ze daarmee lichter en zuiniger maken. Het is dan helemaal mooi als het ook nog bioplastics zijn. Bovendien wordt tijdens dit congres bekendgemaakt wie de winnaars zijn van de prestigieuze Process en Product Enlightenmentz, lichtende voorbeelden van de mogelijkheden die processen en producten bieden voor duurzame vooruitgang. Bovendien houden twee kopstukken een vurig pleidooi voor het besparen van energie in productieketens, waarna zij in discussie gaan met experts en het publiek.
oktober 2013
006_7_9_E_offline.indd 7
“VNO-NCW heeft in het SER Energieakkoord bedongen dat energie-intensieve bedrijven en sectoren niet op de tegenvallende resultaten in de meerjarenafspraken energie-efficiency zullen worden afgerekend. Het is treurig dat op dit belangrijke punt niets beters is bedacht.” Sible Schöne, Hier.nu
“Purac wil graag met reststromen van papierfabrieken werken als basis voor hoogwaardige bioplastics. Maar de papierfabrieken krijgen subsidies als ze die reststroom inzetten voor energieopwekking. We krijgen dus gewoon geld als we het zelf in onze ovens gooien. Het is de waardepiramide op z’n kop.” Marc Reijnders in Petrochem
“Het borgen van duurzaamheid als onderdeel van investeringsbeslissingen en beoordelingsgesprekken werkt. Zo moeten bij AkzoNobel alle grote projecten een duurzaamheidsrapport maken om de keuzes voor technieken toe te lichten.” Mariska van Dalen, Tebodin 7
01-10-13 09:25
productie
Hét onafhankelijke kennisplatform over duurzaamheid in de industrie Via het kwartaalmagazine en de website informeert en inspireert Duurzaam GeproDuceerD de professional door nieuws, visies van experts, interessante projecten, innovatieve producten en door het aanbieden van inspirerende evenementen.
footprint
processen
Wilt u adverteren in Duurzaam GeproDuceerD? Neem contact op met Jetvertising b.v. arthur middendorp: arthur@jetvertising.nl Telefoon: (070) 399 00 00
BIZZ56'' De nieuwe standaard in webvertising Presenteer uw bedrijf, innovatie of project volgens de nieuwe standaard in webvertising: BIZZ56”. Vertel uw verhaal in uw eigen creatieve film van 56 seconden en de boodschap komt aan! Het doordachte stramien van BIZZ56” zorgt ervoor dat u en de filmers zich kunnen concentreren op het communicatieve en creatieve deel van uw boodschap. Bovenal zorgt BIZZ56” voor een snelle, complete en eigentijdse boodschap die de aandacht van uw doelgroep tot het einde vasthoudt. BIZZ56”-video’s zijn multi-inzetbaar: op uw website, via smartphones en tablets en op social media.
Verrijk uw teksten, advertenties en commerciële boodschappen met een BIZZ56” video en integreer tekst, beeld en online voor een crossmediale boodschap.
Meer weten?
_A5_bizz56.indd 43 008_werving_bizz56.indd 1
Als dit icoon bij een afbeelding staat, bekijk dan het bijbehorende filmpje door met uw smartphone of tablet de foto te scannen met de iLinqs app. U vindt de gratis iLinqs app in de appstore voor andriod en apple.
BIZZ56”is een product van Movielinqs video & virals. iLinqs is een app van Industrielinqs pers en platform
Neem contact op met Ellen van den Burg (020-3122088) of movielinqs@industrielinqs.nl
18-03-13 01-10-13 15:10 08:57
Offline
Nu ook Duurzame Jonge 100 voor duurzame toppers onder de 32 jaar Wat er mis is met verkiezingen van de meest duurzame Nederlander? Weinig, behalve dat er bijna geen jongeren op de lijsten voorkomen, terwijl juist zij met de meest innovatieve plannen rondlopen om duurzaamheid te versnellen. Gelukkig hebben zij nu hun eigen verkiezing: de Duurzame Jonge 100. Volgens de organisatoren van DJ100 zijn jongeren structureel ondervertegenwoordigd in de ‘meest duurzame’-lijstjes. Tijd dus voor een frisse wind. Het doel: de vele jonge mensen die zich nu al onderscheiden met duurzaamheid zichtbaar maken. Jongeren tot 32 jaar kunnen zichzelf nomineren of genomineerd worden op de website DJ100.nl. De inschrijving start op 3 september en sluit op 10 oktober. Uiteindelijk ligt er een lijst met honderd jonge koplopers in duurzaamheid, onderverdeeld in categorieën. Op het slotevent op 15 november worden de winnaars in elke categorie bekendgemaakt. DJ100 is een initiatief van Anna Walraven (FutureFuel), Marjan Kloosterboer (NCDO) en Talitha Muusse (Deloitte). Met de verkiezing willen zij “de jonge generatie inspireren door het werk en de ideeën te laten zien van honderd voorbeeldjongeren, en benadrukken dat je ook zonder groot netwerk of gevestigde naam verandering in gang kunt zetten.”
De huidige jonge generatie (ook wel generatie y, milleniumgeneratie, digitial natives, shuffle-generatie, strawberry-generatie, generation next of Facebook-generatie genoemd) is de generatie geboren na 1981, dus de tieners en twintigers van deze tijd. “Onderzoek laat zien dat deze jonge mensen zich ernstig zorgen maken over de toekomst van de planeet en hun zorgen willen vertalen in actie”, vertellen de initiatiefnemers op de eigen site. “Maar dan wel op onze eigen manier. Je zult ons dan ook niet snel de barricades op zien gaan zoals de generaties voor ons. Liever nemen we zelf het heft in handen en leveren we een zinvolle bijdrage aan een duurzamere wereld, op allerlei manieren. Met de DJ100 willen we jou kennis laten maken met de innovatieve start-ups, baanbrekende initiatieven en inspirerende ideeën van generatie groen.” Uiteindelijk wil DJ100 ook een platform worden dat duurzame jongeren structureel koppelt aan bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties. Om dat te bereiken werkt DJ100 samen met onder andere MVO Nederland, Eneco, ASN Bank, Urgenda, SVN Network, Red to be Blue, NCDO, Dutch en Greenhost. Kijk voor meer informatie over het platform, de verkiezing en mogelijkheden voor samenwerking op www.dj100.nl.
Duurzaam Geconsumeerd Als het om duurzaamheid gaat, heb ik niet zoveel vertrouwen in bewuste keuzes. Bewust minder douchen, bewust bepaalde producten kopen, bewust anders eten, bewust, bewust, bewust….We plaatsen ons bewustzijn veel te gemakkelijk op een voetstuk. Een paar jaar geleden mocht ik professor Ap Dijksterhuis, gespecialiseerd in intuïtief denken, interviewen. Hij liet me met een paar voorbeelden zien dat juist het onbewuste veelal bepalend is. Als we belangrijke beslissingen moeten nemen, kunnen we er beter een paar nachtjes over slapen dan bewust gaan plussen en minnen. Gaan we naar de supermarkt om jam te kopen en we krijgen twintig soorten voorgeschoteld, dan gaan we eerder met pindakaas naar huis. De reden: we kunnen gewoonweg geen bewuste keuze maken. Ons onbewuste stuurt, met een verwerkingscapaciteit die ongeveer 200 duizend keer zo groot is als die van het bewustzijn, ons gedrag, ons denken en onze gevoelens. In de supermarkten zie ik steeds vaker dat keurmerk: ‘bewuste keuze’ of ‘gezonde keuze’. Blauw of groen, met een vinkje in het midden. Het gekke is dat de waarmerken precies het tegenovergestelde doen van wat zij ons willen doen geloven. Ze ontslaan ons juist van een bewuste keuze. Gelukkig maar… Het biedt ons eerder een intuïtief, haast onbewust koopsignaal, zonder dat we er lang over hoeven te twijfelen. We hoeven de andere jampotjes niet meer te bestuderen en mee te nemen in ons keuzeproces. Weg keuzestress. Vaak wordt bewust ook verward met tegennatuurlijk. We moeten bewust minder lang douchen, omdat we onbewust
oktober 2013
langer douchen juist zo prettig vinden. De oude duurzaamheidgelovigen spiegelden ons keer op keer voor dat we altijd een beetje moeten lijden voor de schone zaak. Wat een onzin. Dat druist juist in tegen ons onbewuste dat zich juist laaft aan comfort, schoonheid, bruikbaarheid, en een prettig gevoel. Het is voor ontwerpers en fabrikanten de uitdaging om duurzaamheid te koppelen aan comfort, smaak en bruikbaarheid. En natuurlijk betaalbaarheid. Weg innerlijke conflicten, waar we alleen maar ongelukkig van worden. Het zou toch geweldig zijn als duurzaamheid juist géén bewuste keuze is. Wim Raaijen
9
Interview
De Trias Bavarica van directievoorzitter Jan-Renier Swinkels:
“Liever investeren in energiebesparing dan in zonnepanelen�
10
010_11_12_13_14_O_interview.indd 10
oktober 2013
01-10-13 11:12
Interview
Geen Trias Energetica maar de Trias Bavarica. Oftewel: liever zoveel mogelijk inzetten op energiebesparing en –efficiency dan op duurzame energie. Daarmee geeft bierbrouwerij Bavaria zijn duurzaamheidsbeleid vorm, vertelt directievoorzitter Jan-Renier Swinkels. Met als meest ambitieuze doel: in 2019 de meest energiezuinige brouwerij ter wereld zijn. Hoewel Bavaria geen beursgenoteerd bedrijf is, doet de brouwerij al jaren verslag van haar duurzame activiteiten. Dit jaar werd daar nog een extra dimensie aan toegevoegd met een speciaal door schrijfster Renske de Greef gemaakt sciencefiction-ebook (zie kader). Het gewone duurzaamheidsverslag valt ook op: waar veel verslagen starten met de behaalde resultaten in het voorgaande jaar voor energie, klimaat en CO2-reductie, zet Bavaria zijn resultaten op sociaal gebied voorop. Directievoorzitter Jan-Renier Swinkels weet waarom: “Dat is voor ons heel logisch: we zijn een familiebedrijf. Voor ons zijn onze medewerkers het belangrijkst. Ook al hebben wij zo’n duizend werknemers, ik ken ze allemaal. Zonder hen zijn we niets waard. Duurzaamheid begint ook bij hen. Als zij weten waarom duurzame maatregelen genomen moeten worden, dan gaat verduurzaming in het bedrijf veel gemakkelijker. Daarom zeg ik ook: maak duurzaamheid inzichtelijk en beïnvloedbaar voor de medewerkers.”
Verrassende ideeën Die filosofie maakt innovatiekracht los bij de medewerkers van Bavaria, stelt Swinkels. Zo kwam vorig jaar het idee bij de medewerkers zelf vandaan om warm water in het proces te hergebruiken. Dat zogeheten Warmwaterproject wordt dit jaar opgestart. Swinkels verwacht dat dit jaarlijks een forse energiebesparing kan opleveren. “We hebben het voordeel dat we naast een brouwerij ook een mouterij en een frisdrankenfabriek hebben. De
oktober 2013
010_11_12_13_14_O_interview.indd 11
mouterij heeft vooral laagwaardige warmte nodig. Restwarmte uit het brouwproces wordt hergebruikt in de mouterij bij het zogeheten eesten, het op hoge temperatuur drogen van groenmout. Zo kunnen we efficiënt met onze bronnen omgaan, want uiteindelijk moet het wel geld opleveren.” Om zoveel mogelijk ideeën te verzamelen van de eigen medewerkers organiseert Bavaria jaarlijks een Energiedag. Swinkels: “We brengen op zo’n dag al onze eigen mensen bij elkaar die deskundig zijn over energie in allerlei onderdelen van het bedrijf. We stellen hun dan de vraag: waar komen warmte en energie vrij en hoe kunnen we dat elders in het proces inzetten? Daar komen verrasDaarom sende ideeën uit. Bovendien dwingt zeg ik ook: maak het ons te kijken over de eigen afdeduurzaamheid ling heen, want de winst is te halen inzichtelijk en beïnbij koppelingen tussen de verschillende bedrijfsonderdelen.” vloedbaar voor de Het heeft voor nóg een noviteit medewerkers. gezorgd waar Bavaria uniek in is: de frisdrankenfabriek is niet alleen op energetisch gebied gekoppeld, maar de fabriek is zelfs geheel geïntegreerd in de brouwerij. “Daardoor kunnen we meer dan alleen dezelfde utilities voor deze twee verschillende fabrieken gebruiken. We hebben die geheel geïntegreerd, wat veel kosten scheelt”, weet de directeur.
‘
11
01-10-13 09:25
Interview Trias Bavarica De filosofie van Bavaria op duurzaam gebied komt samen in de eigen geformuleerde Trias Bavarica. Inderdaad, een afgeleide van de Trias Energetica. De originele formule zegt: beperk zoveel mogelijk energieverbruik, maak maximaal gebruik van energie uit duurzame bronnen, en maak zo efficiënt mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen. Swinkels: “Het verschil hiermee is dat de Trias Bavarica niet alleen voor energie geldt, maar voor al onze activiteiten. Als eerste vragen wij ons af: moeten we de activiteit wel doen? Want de zuinigste manier kan zijn om een activiteit niet te doen. Dan volgt de volgende stap: als we een activiteit doen, dan kijken we of we deze zo duurzaam mogelijk kunnen Zo kunnen uitvoeren. Daarbij geldt dat als het we efficiënt met een goed idee is, maar met een wat onze bronnen omlangere terugverdientijd dan de bij gaan, want uiteinons gangbare drie jaar, de kans tóch delijk moet het wel groot is dat we het uitvoeren. Bavaria heeft bijvoorbeeld al in de jaren geld opleveren. zeventig geïnvesteerd in een warmtekrachtinstallatie. Daarnaast maken we gebruik van biogasmotoren, die energie opwekken uit biogas dat vrijkomt bij onze waterzuiveringsinstallatie. Die hebben een terugverdientijd van acht jaar, maar we hebben het wel gedaan. Over acht jaar levert het immers geld op.” Biogas is dan ook de enige duurzame-energieoptie die Bavaria gebruikt. En met een duidelijke reden, legt Swinkels uit. “Wij in-
‘
12
010_11_12_13_14_O_interview.indd 12
vesteren liever in energiebesparende en –efficiënte oplossingen dan in zonnepanelen. Liever 2 procent energie besparen in het proces dan 2 procent energie duurzaam opwekken. Het is van de dolle dat je tijdens het proces energie verbrast, en dat niveau tegelijkertijd met zonnepanelen weer probeert op te vijzelen.” Dat is ook de reden dat stap drie in de Trias Bavarica - het deel van de activiteit dat niet duurzaam uitgevoerd kan worden, zo efficiënt mogelijk uitvoeren – de meeste aandacht krijgt in de dagelijkse bedrijfsvoering.
oktober 2013
01-10-13 11:34
Interview
De knop om De verduurzaming zoekt Bavaria liever op in de keten. “We doen het met een jaarlijkse energiebesparing van 2 tot 5 procent heel goed in onze eigen brouwerij, maar er zijn nog zoveel slagen te maken in de keten. We moeten daar onze invloed als bedrijf nog meer laten gelden om als geheel te verduurzamen.” Op dat vlak vindt Swinkels vooral het project ‘Boer, bier en water’ belangrijk. “In dit project, dat we anderhalf jaar geleden zijn gestart, hebben we agrariërs uitgenodigd om samen te kijken hoe we de bodem in onze omgeving zo goed mogelijk kunnen gebruiken. Wij pompen als brouwerij behoorlijk wat water op uit de grond. Het gebied Dat is binrondom de brouwerij is ook officinen een half jaar eel aangemerkt als waterwingebied. gelukt, en vooral Daarom willen we dat ook boeren in omdat we dit met de omgeving goed omgaan met de z’n allen hebben bodem, zodat de kwaliteit van het grondwater op lange termijn gewaaropgepakt. borgd wordt. Wisselteelt is belangrijk om de grond gezond te houden. Dus stimuleren we boeren hun gronden meer voor wisselende gewassen te gebruiken, zoals graan. In dat licht zijn verschillende boeren in de omgeving gerst gaan telen, wat wij uiteindelijk weer kunnen gebruiken voor het brouwen van ons bier. Deze lokale gerstteelt is niettemin een zeer bescheiden
‘
oktober 2013
010_11_12_13_14_O_interview.indd 13
‘
begin. Onze moutleverancier HolDe leukste land Malt heeft jaarlijks zo’n 300 duikant is dat we zend ton nodig, en per hectare landhiermee de omgebouwgrond kun je zeven ton gerst ving betrekken in oogsten. Bij ons in Brabant is relatief duurzaamheid. weinig ruimte, en dus halen we onze gerst vooral uit Frankrijk.” Maar het mes snijdt aan meerdere kanten, zegt Swinkels. “De leukste kant is dat we hiermee de omgeving betrekken bij duurzaamheid. De knop gaat hiermee ook bij hen langzaam om. Wij op onze beurt stellen in droge tijden water uit onze waterzuivering beschikbaar om de landbouwgronden te besproeien.”
“71” Schrijfster en nrc.next-columniste Renske de Greef heeft eerder dit jaar als onconventionele opmaat voor het duurzaamheidsverslag het sciencefictionverhaal “71” geschreven. Het gaat om een online verhaal aan de hand van vijf pijlers uit het duurzaamheidsbeleid van Bavaria. De lezer kan, nadat het verhaal is uitgelezen, terugbladeren en de verbindingen met de duurzaamheidsfilosofie van Bavaria ontdekken. Tip: lees het verhaal met de volumeknop op 10 via www.bavaria.com/71.
13
01-10-13 09:25
Interview
Tips Bavaria-directeur Jan Renier Swinkels geeft enkele tips om duurzaamheid hoog op de agenda van het bedrijf en stakeholders te krijgen: 1. Maak duurzaamheid inzichtelijk en beïnvloedbaar voor de medewerkers 2. Het moet wel geld opleveren 3. Betrek de omgeving bij gezamenlijke duurzaamheid 4. Gebruik je invloed als bedrijf om de keten als geheel te verduurzamen 5. Samenwerken met collega-bedrijven kan helpen om duurzame projecten toch mogelijk te maken
‘
We moeten onze invloed als bedrijf nog meer laten gelden in de keten om als geheel te verduurzamen.
18 miljoen euro
Die samenwerking voor meer duurzaamheid wordt ook gezocht met collega-bedrijven in Noord-Brabant. Daarbij zijn de pijlen nu gericht op vervoer via de binnenwateren. Bavaria vervoert al vanaf de terminal in Cuijk containers met bier en frisdrank naar de Rotterdamse haven voor de export. De brouwerij wil ook graag steeds meer vervoeren over water vanaf de brouwerij in Lieshout. “Maar daarvoor moeten kanalen als de Zuid-Willemsvaart, Wilhelminakanaal en Beatrixkanaal worden aangepast. Wij hebben daarom met zestien andere bedrijven aan die kanalen, variërend van veevoerders tot recyclingbe-
14
010_11_12_13_14_O_interview.indd 14
drijven, de handschoen opgepakt en ons verenigd in de Stichting Bereikbaarheid Zuidoost Brabant. Als voorzitter van deze stichting heb ik samen met onze achterban de provincie om ondersteuning gevraagd. Dat is binnen een half jaar gelukt, en vooral omdat we dit met z’n allen hebben opgepakt. Als je met zeventien bedrijven tegelijk komt, worden de urgentie en relevantie sneller begrepen.” De kanalen worden geschikt gemaakt voor schepen die twee keer zo lang zijn als die momenteel door deze kanalen kunnen varen. Daarvoor moeten de bochten worden verbreed, en hiervoor is 18 miljoen euro vrijgemaakt vanuit de overheid. Swinkels: “Wij hebben ook een harde belofte gedaan: als over anderhalf jaar de werkzaamheden zijn afgerond, rijden er zevenhonderd vrachtwagens per dag minder op de weg. Beter voor ons, de omgeving en het milieu.” b
oktober 2013
01-10-13 11:13
Enlightenmentz
Enlightenmentz 2013: wie heeft de duurzaamste? Duurzaam, bruikbaar en nog mooi ook: naar die combinatie zoekt de jury van de Enlightenmentz 2013. De prijs, uitgereikt door kennisplatform Duurzaam Geproduceerd en vakblad Utilities, richt zich dit jaar op lichtende voorbeelden van producten en processen. Duurzaam Geproduceerd zet alvast vier Enlightenmentz op een rij die bij uitstek laten zien wat deze innovaties kunnen betekenen voor een duurzame wereld. Inge Janse
Op 25 november wordt bekendgemaakt wie in de twee categorieën heeft gewonnen. Dit gebeurt tijdens het Duurzaam Geproduceerd Congres in NEMO, Amsterdam. In aanloop hier naartoe verschijnen op www.duurzaamgeproduceerd.nl en www. enlightenmentz.nl alle genomineerden. Hier wordt ook in oktober bekendgemaakt wie er op de shortlist komen, waarna iedereen zijn stem kan uitbrengen.
Energiebesparende plasmalamp bootst zon na Hoe heet het? Alvara
Waar vind ik hier meer over? www.ceravision.com/page/alvara-range
Wie zit erachter? Ceravision U.K. Wat doet het? Alvara biedt een nieuwe lichttechniek als alternatief voor gasontlading en led-verlichting. De techniek is gebaseerd op een volcontinu plasma-armatuur. Deze High Efficiency Plasma (HEP)-lamp is voorzien van een plasmatechnologie waarbij geen elektroden of filamenten komen kijken. Het hart van de Alvara, de resonator, bestaat uit een mengsel van edelgas en metaalhalide-zouten. Zet je deze aan, dan ontstaat er plasma met een volcontinu spectrum. Het resultaat: licht dat lijkt op dat van de zon. Hoezo is dat een lichtend voorbeeld? De Alvara-plasmalamp brandt 50.000 uur en is energiebesparend. Zet je deze in hoge ruimtes in voor afstanden tussen de 5 en 40 meter, dan is de levensduur twee- tot viermaal zo lang als die van conventionele verlichting. Bovendien heb je voor gelijkmatige verlichting maar één Alvara-armatuur nodig per drie reguliere lampen. Dat betekent gemiddeld 50 procent minder te monteren armaturen. De terugverdientijd van de Alvara ligt daarom tussen de twee en vier jaar. Waarom moet het winnen? De lamp is ook in allerhande omgevingen toe te passen. Grote opslagplaatsen, winkelcentra, sportaccommodaties, agricultuur, industrie: de Alvara voelt zich overal thuis. Bovendien is de lamp vanwege zijn zonnespectrum ook inzetbaar voor lichttherapie.
oktober 2013
015_16_17_F_enlightenmentz.indd 15
15
01-10-13 09:24
Enlightenmentz
Duurzame stoomketel op koffiedik Hoe heet het? De op koffiedik gestookte stoomketel Wie zit erachter? Douwe Egberts Nederland en beheerder Dalkia Wat doet het? Koffiedik is het bezinksel dat overblijft na het zetten van koffie. De drab heeft als eigenschap dat er bij verbranding veel warmte vrijkomt, en daarmee kun je stoom maken. De koffiefabriek van Douwe Egberts in Joure heeft een ketel waar dit gebeurt, en zo verwarmt het bedrijf diverse processen. Douwe Egberts benut hierbij alle koffiedik, en voorziet de fabriek voor 90 procent in haar stoombehoefte via deze groene energiebron.
Waarom moet het winnen? Dankzij deze ketel en het benutten van koffiedik als energiebron realiseert Douwe Egberts jaarlijks een energiebesparing die overeenkomt met het gasverbruik van tweeduizend huishoudens. Bovendien hoeft Douwe Egberts geen transportkilometers meer te maken om het koffiedik af te voeren. Waar vind ik hier meer over? www.dalkia.com
Hoezo is dat een lichtend voorbeeld? Jaarlijks verbrandt het koffieconcern dankzij de stoomketels 12.000 ton koffiedik, goed voor de vulling van 22 Olympische zwembaden. Douwe Egberts bespaart hiermee jaarlijks 4 miljoen kubieke meter aardgas, want 90 procent van de warmte-energie in Joure wordt geleverd door koffiedik gestookte ketels (die een rendement hebben van 85 procent). Daarnaast is koffiedik verbranden een CO2-neutraal proces. De koffieboon heeft tijdens de groei CO2 opgenomen, en bij verbranden scheidt deze dezelfde hoeveelheid CO2 uit.
Nuttig gebruik overschot duurzame elektriciteit Hoe heet het? Power-to-Gas (P2G) Wie zit erachter? Elf grote Europese bedrijven uit vijf Noordzee-landen: Fluxys BelgiĂŤ en Hydrogenics (BelgiĂŤ), Energinet.dk en Maersk Oil (Denemarken), Alliander, Gasunie en TenneT (Nederland), ITM Power en National Grid (Verenigd Koninkrijk) en Open Grid Europe (Duitsland). Het platform is een initiatief van energiekennisbedrijf DNV Kema uit Nederland. Wat doet het? P2G benut tijdelijke overschotten aan elektriciteit uit duurzame energiebronnen door deze om te zetten in verschillende soorten gassen voor eindgebruikers. Deze gassen zijn nuttig voor bijvoorbeeld de verwarming van gebouwen, transport, en waterstof voor de chemische industrie. Hoezo is dat een lichtend voorbeeld? Het aandeel elektriciteit uit duurzame energiebronnen in de Europese elektriciteitsmix neemt toe. Aangezien de productie van elektriciteit uit wind en zon fluctueert, wordt het steeds complexer om de elektriciteitsproductie en -vraag op elkaar af te stemmen. Tegelijkertijd bestaan er extra uitdagingen voor het transport van de toenemende volumes elektriciteit van wind- en zonneparken naar de eindgebruikers toe. De gasinfrastructuur is gelukkig in staat om grote volumes elek16
015_16_17_F_enlightenmentz.indd 16
triciteit (die is omgezet naar gas) te verwerken als het aanbod uit duurzame bronnen groter is dan de netcapaciteit of elektriciteitsvraag. Zo maakt P2G de toename van het aandeel duurzame energie in de totale energiemix mogelijk. Waarom moet het winnen? Deze energie-innovatie helpt mee om in 2050 een CO2-neutrale gasvoorziening te realiseren. Waar vind ik hier meer over? www.northseapowertogas.com/
oktober 2013
01-10-13 11:14
Enlightenmentz
Industriële rook wordt water
Hoe heet het? The CapWa project Wie zit erachter? Een hele rits namen: Brabant Water (Nederland), Gas Natural Fenosa (Spanje), Consiglio Nazionale delle Ricerche (Italië), CUT Membrane Technology GmbH (Duitsland), École Nationale d’Ingénieurs de Tunis (Tunesië), Israel Electrical Corporation Ltd. (Israël), DNV Kema Energy and Sustainability (Nederland), Membrana GmbH (Duitsland), Papiertechnische Stiftung (Duitsland), Sappi Ltd. (Zuid-Afrika en Nederland), Stichting Kenniscentrum Papier en Karton (Nederland), European Membrane Institute (Nederland) en Yodfat Engineers Ltd. (Israël).
Wat doet het? Waterdamp uit fabrieksschoorstenen vormt een bron van water waarmee elektriciteitscentrales waterproducenten kunnen worden in plaats van waterverbruikers. Uit de resultaten van praktijktesten blijkt dat tenminste 40 procent van het water in de rookgassen van een industriële fabriek via membraantechnologie kan worden teruggewonnen. Initiatiefnemer DNV Kema verwacht dat het ergens in 2014 een industrieel toepasbaar concept heeft van de membraanmodule. Hoezo is dat een lichtend voorbeeld? Voor een gemiddelde elektriciteitscentrale van 400 megawatt is de hoeveelheid water die dit oplevert gelijk aan het jaarlijkse verbruik van ongeveer 3.500 westerse huishoudens of zo’n 9.500 huishoudens in Afrika. Dit is twee keer zoveel water als een elektriciteitscentrale van deze grootte nodig heeft voor de productie van stoom. Het overige teruggewonnen water is geschikt als gedemineraliseerd water voor industriële toepassingen. Aangezien de kwaliteit van het teruggewonnen water zeer hoog is, kan het na een eenvoudige mineralisatiestap zelfs voor consumptie dienen. Waarom moet het winnen? De strijd om water vormt de komende jaren een van de grootste uitdagingen op mondiale schaal. Concurrentie zal vooral heftig zijn in industrie- en landbouwgebieden en rondom steden. Membraantechnologie is een zeer welkome oplossing voor het produceren van water dat niet eerder beschikbaar was. Waar vind ik hier meer over? www.watercapture.eu/
oktober 2013
015_16_17_F_enlightenmentz.indd 17
17
01-10-13 09:24
25 november 2013 | NEMO Amsterdam
INDUSTRIAL LOW CALORIE DIET
CONGRES
1e Duurzaam Geproduceerd Congres zet de industrie op dieet Niets mooier dan een biertje of een Magnum na een lange dag werken. Maar hoe duurzaam worden deze en andere producten geproduceerd? Hoeveel energie gaat in de productie van deze caloriebommen? Hoor er alles over tijdens het congres Duurzaam Geproduceerd op 25 november 2013 in Amsterdam, waar topsprekers van verschillende industriĂŤle bedrijven vertellen hoe zij hun processen op een low calorie diet zetten.
Bovendien wordt tijdens dit congres bekendgemaakt wie de winnaars zijn van de prestigieuze Process en Product Enlightenmentz. De genomineerden zijn lichtende voorbeelden van de mogelijkheden die processen en producten bieden voor duurzame vooruitgang. Bovendien houden twee kopstukken een vurig pleidooi voor het besparen van energie in productieketens, waarna zij in discussie gaan met experts en het publiek.
Wilt u partner worden van dit congres? Neem contact op met Anouk Bouwmeester: T | 020 - 3122797 E | anouk@industrielinqs.nl
Wilt u congresinformatie? Neem contact op met Hilde Westerink: T | 020 - 3122791 E | hilde@industrielinqs.nl
Initiatiefnemers
Partner
www.duurzaamgeproduceerd.nl/congres _advertentie_duurzaam_geproduceerd_spread_A4.indd 2
01-10-13 13:37
Programma
nu in! Schrijf je
Ga naar de website: www.duurzaamgeproduceerd.nl/congres
13.00 uur
Opening met key note
14.00 uur
Pitches & Preaches Pitches Process Enlightenmentz Energy Saver: Cas König (ESD SIC, Plant Manager of the Year 2013)
15.15 uur
Pauze
15.45 uur
Pitches & Preaches Pitches Product Enlightenmentz Energy Saver
17.00 uur
Debat met experts en energysavers Debat met experts uit het panel n.a.v. de pleidooien van de Energysavers
17.45 uur
Bekendmaking Process en Product Enlightenmentz of the Year
18.00 uur
Borrel
Presentatie: Rob van Hattum (VPRO en Science Center NEMO) en Wim Raaijen (centraal hoofdredacteur Industrielinqs pers en platform)
Contentpartners
_advertentie_duurzaam_geproduceerd_spread_A4.indd 3
Mediapartners
01-10-13 13:38
Achtergrond
Hoe duurzaam is de Tesla écht? Is Tesla, de fabrikant van populaire elektrische auto’s, vooral hip vanwege de combinatie van geweldig ontwerp en 0 procent bijteling, of gaat het bij het bedrijf en de bezitter daadwerkelijk om de duurzaamheid? Duurzaam Geproduceerd ging op onderzoek uit en hield zowel de productie als het gebruik tegen het licht. Wim Raaijen
20
020_21_22_23_T_artikel.indd 20
Autofabrikant Tesla heeft de laatste jaren elektrisch rijden ontdaan van het imago van suffe stadsautootjes. Eerst met de hippe, maar voor veel mensen onbereikbare sportauto Roadster, en nu ook met een dikke bolide: Model S. Met veel bombarie zijn deze zomer bovendien de nieuwe assemblagefabriek en het Europees distributiecentrum van Tesla Motors in Tilburg in gebruikgenomen. De assemblage in Nederland van de nieuwe Model S is niettemin vooral een belastingtruc. De Europese Unie legt namelijk een heffing op van 10 procent voor kant-en-klare voertuigen die de EU binnenkomen, maar dat geldt niet als de auto in delen arriveert. Het echte werk gebeurt daarom in de VS, waar het hoofdkantoor en de meeste fabrieken staan, waarna de auto als een legopakket wordt verscheept. Die truc zal veel nieuwe Tesla-bezitters echter worst zijn. De Model S is eindelijk leverbaar, dát telt. Liefhebbers van mooie grote auto’s én een groen hart liepen al een tijdje met een foto van de elektrische hatchback in hun portemonnee. Die moet overigens behoorlijk dik zijn, want goedkoop is-ie niet. De Amerikaan Elon Musk, CEO en architect van Tesla, wilde namelijk niet zo maar een elektrische auto bouwen, maar ook eentje die kan concurreren met duurdere merken als Audi en BMW. In 2008 kwam het eerste model, de supersnelle sportwagen Roadster, op de markt. In 2012 volgde Model S, eerst in de VS, nu ook in Europa.
oktober 2013
01-10-13 09:23
Achtergrond
72 duizend euro Het was dus even wachten, maar nu het distributiecentrum in Tilburg operationeel is, is de levering van de vijfdeurs Model S begonnen. Tesla verwacht volgend jaar wereldwijd dertigduizend exemplaren te verkopen, waarvan tienduizend in Europa. Deze brengen allemaal een bezoekje aan de assemblagefabriek in Tilburg. Hier kan Tesla 160 auto’s per week assembleren, en met een tweede shift verdubbelt de output. Het leven van een Europese Tesla ontstaat als volgt. In de productiefabriek in Fremont, Californië wordt het elektrische systeem voor het eerst gecontroleerd. Vervolgens komen in de Rotterdamse haven containers met vier auto´s aan. In een aparte container zitten, verstopt in houten kratten, de elektro-unit en batterij. Deze zijn dusdanig gecodeerd dat duidelijk is voor welke auto ze precies bedoeld zijn. Het is mogelijk om de batterij en elektromotor in een andere auto in te bouwen, maar daarmee bevorder je de logistiek en efficiëntie van het assemblageproces niet. Het accupakket komt onder de bodemplaat, en de elektromotor verschijnt boven de achteras. Vervolgens volgt een diagnose van het elektrische systeem. Aangezien de wielophanging is gedemonteerd, worden de banden opnieuw uitgelijnd. Dan volgt nog een oplaadbeurt van de batterij en de eindcontrole, en dan is de minimaal 72 duizend euro kostende hatchback klaar voor gebruik.
Front loading In zijn succesverhalen profileert Tesla zich, en niet zonder reden, als dé top-innovator van het product elektrische auto. Het bedrijf richt zich daarbij met name op de besparingen
oktober 2013
020_21_22_23_T_artikel.indd 21
tijdens de gebruiksfase van de auto’s. Minder open is Tesla Elektrische auto’s echter over hoeveel energie leveren wel degelijk er in de productie van bijvoorwinst op, al is die beeld Model S gaat, en hoeveel niet spectaculair. emissies daarbij komen kijken. Ook bij de opening van het distributiecentrum in Tilburg kon niemand vertellen of de stroom die daar word gebruikt duurzaam is. Het mantra van de aanwezige Tesla-managers: “onze eerste zorg is om de assemblage zo efficiënt mogelijk in te richten en zo snel mogelijk te voldoen aan de enorme vraag.” Uit diverse onderzoeken blijkt echter dat de productie van elektrische auto’s veel energie vergt, en dan met name de productie van batterijen. Criticasters hebben het daarom over front loading van CO2-emissies tijdens de productiefase. Meer licht hierover schijnt de eind 2012 verschenen analyse van de Norwegian University of Science and Technology in Trondheim. Hierin nemen onderzoekers de gehele levenscyclus van elektrische auto’s mee, dus van productie tot aan einde levensduur na 150.000 of 200.000 kilometer. De onderzochte auto’s zijn de Nissan Leaf (met elektrische motor) en de Mercedes A-klasse (met verbrandingsmotor). De conclusie van de onderzoekers: de totale broeikasgasuitstoot van een elektrische auto is over de gehele levensduur genomen nauwelijks kleiner dan van een auto met verbrandingsmotor. 21
01-10-13 09:23
Achtergrond
iLinqs App
Wanneer u dit icoon bij een afbeelding ziet staan, dan kunt u het bijbehorende filmpje bekijken door met uw smartphone de foto te scannen. Hoe werkt het? 1) Installeer op uw smartphone of tablet de app ‘iLinqs’. 2) Start de app op uw smartphone of tablet. 3) Scan de foto waarbij het icoon is geplaatst. 4) Het bijbehorende filmpje verschijnt op smartphone of tablet.
Dat valt alleen niet zo op, aangezien de helft van de uitstoot plaatsvindt tijdens de productie van de batterij en de auto zelf. Bij een auto met verbrandingsmotor zit slechts 10 procent van de CO2-uitstoot in de productie. Ter vergelijking: ga je uit van 150.000 kilometer, dan kost de productie van een elektrische
Auto’s uit de ruimte Op YouTube (zie hierboven) geeft Tesla een kijkje in de productiefabriek in Fremont. In 2010 nam het bedrijf daar de autofabriek Nummi over van General Motors en Toyota. Het was in de tijd dat de hele auto-industrie zwaar in het slop zat, en dus kon Tesla de fabriek voor een relatief laag bedrag overnemen. Volgens productiedirecteur Gilbert Passin heeft Tesla er niettemin een compleet nieuwe fabriek van gemaakt. “Zelf kom ik uit de ruimtevaartindustrie. We besloten de fabriek in te richten naar het voorbeeld van ervaringen bij SpaceX, dus heel schoon en met open lichte ruimtes. Onze filosofie is dat als je kwaliteit wilt leveren, je de productiemensen op hun gemak moet stellen in een prettige ruimte. Daarom verfden we de muren en plafonds wit, en laten we veel licht van bovenaf komen. Iedereen moet er van doordrongen zijn dat we hier kwaliteitsproducten maken.” Naar eigen zeggen is de Tesla-fabriek in de VS de modernste autofabriek van het land. Passin: “We zoeken constant naar efficiency-verbeteringen om de productieprocessen te optimaliseren. Zo zetten we volledig in op automatisering met niet minder dan 160 robots die een grote diversiteit aan taken aankunnen.”
22
020_21_22_23_T_artikel.indd 22
auto 87 tot 95 gram CO2-equivalenten per kilometer. Dat is het dubbele van de 43 gram per kilometer die de productie van een auto met verbrandingsmotor kost.
Energiemix Toch, zo becijferen de onderzoekers, kunnen elektrische auto’s alsnog emissies besparen in vergelijking met reguliere auto’s. Dan moet de elektriciteit alleen wel zijn opgewekt volgens de Europese energiemix, het aandeel kernenergie, gas, steenkool en hernieuwbare energie in alle Europese landen samen. Elektrische auto’s leveren in dit geval dus wel degelijk winst op, al is die niet spectaculair. Per land kan deze balans alleen verschillen. Zo heeft België veel kernenergie, terwijl Nederland veel aardgas, steenkool en windenergie gebruikt. Maak je elektriciteit uit aardgas, weten de wetenschappers, dan besparen elektrische auto’s 12 procent emissies tegenover auto’s met een benzinemotor, terwijl de winst ten opzichte van een dieselauto nul is. Sterker nog: wordt de elektriciteit alleen maar gemaakt door steenkoolcentrales, dan stoten elektrische auto’s over de gehele levenscyclus (dus productie én gebruiksfase) 17 tot 27 procent méér CO2 uit dan auto’s met een verbrandingsmotor. Met de Europese elektriciteitsmix zijn de productie en het gebruik van een elektrische auto tezamen goed voor een CO2-uitstoot tussen de 197 en 206 gram CO2-equivalenten per kilometer. Zou de mix volledig uit windenergie bestaan, dan bedraagt zijn totale CO2-uitstoot 106 gram CO2-equivalenten per kilometer. De onderzoekers gaan er bij hun conclusies vanuit dat zowel het voertuig als de batterij 150.000 kilometer meegaat. Maak je daar 200.000 kilometer zijn, dan scoort de elektrische auto al een stuk beter: de uitstoot is dan 27 tot 29 procent lager dan een benzineauto en 17 tot 20 procent lager dan een dieselauto.
oktober 2013
01-10-13 09:23
Achtergrond
Criticaster Een belangrijke kanttekening bij het onderzoek is dat de Noren uitgaan van de relatief kleine Nissan Leaf. De Model S is een veel grotere auto, plus dat deze vier verschillende batterijpakketten kan gebruiken: 24, 40, 60 en 85 kilowattuur. Hoe groter het accupakket, des te groter de actieradius, maar ook des te hoger de energiekosten voor productie, en dus de CO2-emissie. Uitgaande van een standaard energiemix in Europa of de VS, is de 24 kWh-variant beduidend duurzamer dan een brandstofauto. De 40 kWh auto wint het nog net, maar de twee grootste leggen het af. Uit een tabel van de Amerikaanse criticaster Paul Petersen valt gelukkig af te leiden dat efficiëntere productie van batterijen de footprint van elektrische auto’s aanmerkelijk kan verbeteren.
CO2-uitstoot Model S per kilometer is sterk afhankelijk van de grootte van de batterij. BrOn: Paul PeterSen, SeekingalPha.COM
oktober 2013
020_21_22_23_T_artikel.indd 23
Ook zou het helpen als Tesla voor de productie van zijn auto’s alleen duurzame opgewekte energie aanwendt. Het bedrijf zou daarmee niet de eerste zijn: in de vorige editie van Duurzaam Geproduceerd vertelde BMW dit al te doen bij de productie van zijn nieuwe elektrische auto i3.
Vooravond Voor een groot deel is de footprint van de Model S dus afhankelijk van de autobezitter. In Nederland wordt die al behoorlijk geholpen doordat alle energie uit de openbare laadpalen duurzaam is opgewekt. Laadt de eigenaar ook thuis, dan is het zaak om een contract met een duurzame leverancier af te sluiten. Dat is misschien wel de lakmoesproef voor de duurzaamheidsambities van de Tesla-bezitter: kiest die er voor om beduidend duurzamer te rijden via een lagere actieradius en een duurzame leverancier? Of profiteert hij alleen van de 0 procent bijtelling? Het andere deel van de voetafdruk hangt samen met hoe efficient Tesla de auto produceert en hoe het bedrijf zijn energie inkoopt. Transparantie lijkt daarbij gewenst. Alleen als fabrikanten als Tesla volledige openheid geven over het energiegebruik en de uitstoot tijdens de hele productieketen, kan een eerlijk beeld ontstaan van de totale milieubelasting van hun producten. Wat nog in het voordeel van de elektrische auto spreekt, is dat deze aan het begin van enorme verbeteringen staat. Vooral batterijen staan aan de vooravond van grote innovaties in capaciteit en wellicht ook in efficiëntere productie, terwijl de verbrandingsmotor al ver doorontwikkeld is. Maakt Tesla op korte termijn werk van duurzame inkoop van zijn productie-energie en blijft het investeren in innovatieve batterijtechnologie, dan mag het bedrijf zich daadwerkelijk ook wegbereider noemen van duurzamere mobiliteit. Zeker als grote fabrikanten zijn voorbeeld zullen volgen. b 23
01-10-13 11:16
Energysavers
Win-winsituatie voor energieleveranciers en industrie
Windenergie krijgt grote scheerbeurt De Rotterdamse petrochemische industrie heeft een enorm potentieel in zich om overtollige windenergie op een nuttige manier aan te wenden. De schakels voor de productie van tal van chemische producten uit water, lucht en kooldioxide via elektriciteit zijn aanwezig. Nu moeten ze alleen nog worden samengesmeed tot een duurzame keten. David van Baarle
De Sociaal Economische Raad kreeg de opdracht om de stakeholders rondom duurzame energie bij elkaar te brengen voor een langdurig energieakkoord. Behalve dat afspraken werden gemaakt voor energiebesparende oplossingen, is ook de intentie uitgesproken voor een forse uitbreiding van windenergiecapaciteit. De 228 megawatt die inmiddels al is geïnstalleerd en de 730 megawatt die in aanbouw is, zouden in 2020 moeten zijn uitgebreid tot 4.500 megawatt. Een bijna vervijfvoudiging van capaciteit is al een uitdaging, maar daarbij komt ook nog het probleem van congestie. Want als het flink waait terwijl de energievraag laag is, kan de opgewekte elektriciteit geen kant op en is de enige oplossing windmolens af te schakelen. Het is al meerdere malen voorgekomen dat windparken hun energie niet meer kwijt konden. Vorig jaar kregen afnemers van Deense windenergie zelfs geld toe. Wetenschapper Rob Stikkelman van de TU Delft onderzoekt in opdracht van de stichting Next Generation Infrastructures of het Rotterdamse havenindustrieel cluster kan worden ingezet om deze windpieken nuttig te gebruiken. “De verschillen in windproductie en energieconsumptie leiden tot enorme prijsfluctuaties”, legt Stikkelman uit. “Bovendien is de capaciteit van het elektriciteitsnet beperkt. Normaal gesproken wordt de dagelijkse energieproductie afgestemd op het geschatte verbruik. Om alles in goede banen te leiden, verdeelt de netbeheerder de capaciteit over de aanbieders. Energieproducenten die hun productiequota overschrijden, krijgen een boete opgelegd.” Je zult eerst Wind laat zich echter moeilijk sturen, en als capaciteitsmoeten vastleggen overschot dreigt, is de enige mogelijkheid om windmowelke partijen je in lens stil te zetten. “Doodzonde natuurlijk omdat de enerje keten moet begie, als alle investeringen voor molens en aansluiting op trekken en wat hun het net zijn gedaan, gratis en groen is. Je zult dus moeten zoeken naar alternatieven om de overtollige windenerrol daarin is. gie nuttig in te zetten. Dit systeem wordt peakshaving genoemd. De komst van de elektrische auto is een voorbeeld van peakshaving. Wanneer een elektrische auto op een laadpaal is aangesloten, kun je beginnen met laden als het aanbod hoog is en de prijs dus laag. Daarmee ontstaat een win-winsituatie omdat de automobilist goedkoop kan rijden en een energieproducent boetes voorkomt. Die manier van peakshaving vraagt wel om aanpassingen van de netinfrastructuur. Het vereist namelijk enige intelligentie in het net om alleen energie af te nemen als de prijzen laag zijn. Veel netbeheerders investeren dan ook in pilots voor smart grids.” Zo’n slim netwerk kan de energievraag dynamischer sturen door bijvoorbeeld een wasmachine pas aan te laten zetten als de stroomprijs laag genoeg is.
‘
24
024_25_27_U_artikel.indd 24
oktober 2013
01-10-13 11:31
Energysavers
Niet geheel toevallig
gieproducent E.ON, het Havenbedrijf RotKan de industrie Stikkelman: “De manier waarop elektrische terdam en ontwikkelaar Proton Ventures auto’s worden ingezet voor peakshaving is mee aan het onderzoek. in het Rotterdamse voor ons een voorbeeld om te kijken of de havengebied bijElektrische stoomketel industrie in het Rotterdamse havengebied dragen aan het afStikkelman begint zijn zoektocht met een op dezelfde manier kan bijdragen aan het vlakken van pieken technisch voorbeeld. “De petrochemische afvlakken van de energiepieken. We hebin windenergie? industrie in de Botlek gebruikt veel stoom. ben hier tenslotte een energie-intensieve Doorgaans wordt dit opgewekt met een industrie. Waarom zouden we die niet kunstoomketel, die demiwater met aardgas nen inzetten? Wat de auto’s op kilowatt-niopwarmt, waarna de stoom door het proveau doen, zou de industrie op megawattces wordt geleid. Je kunt hetzelfde doen niveau kunnen evenaren.” met een elektrische stoomketel. Als er Stikkelman formuleerde zijn onderzoeksvraag daarom als volgt: op welke wijze kan een geschikt technisch windenergieoverschotten zijn, zal de dagprijs voor elektriciteit en institutioneel ontwerp worden gemaakt dat een variërend dalen. Als die prijs ten opzichte van gas voldoende laag is, biedt overschot aan windenergie omzet in relevante grondstoffen en de elektrische stoomketel een financieel aantrekkelijk alternaproducten in een geïntegreerd havenindustrieel cluster? Daar- tief om stoom op te wekken. Nog een stap verder is de producmee zal het onderzoek zich niet beperken tot de technische tie van synthesegas waarbij kooldioxide en demiwater via elekaspecten, maar zullen ook de processen en bijbehorende insti- trolyse worden omgezet in waterstof en koolmonoxide. Van het tutionele organisatie onderwerp van onderzoek zijn. Het is dan synthesegas kunnen vervolgens weer transportbrandstoffen ook niet geheel toevallig dat zowel TenneT, de beheerder van de zoals benzine of diesel worden gemaakt. In Rotterdam wordt al hoogspanningsnetten, als Stedin, de Rotterdamse beheerder van kooldoxide afgevangen, dus waarom zou je het broeikasgas in midden- en laagspanningsnetten, participeert in het onderzoek de grond stoppen als je er ook een nuttigere toepassing voor van Next Generation Infrastructures. Overigens doen ook ener- kunt vinden?”
oktober 2013
024_25_27_U_artikel.indd 25
25
01-10-13 11:31
DETAF DUURZAME ENERGIE TECHNIEKEN EN AGRO FUELS
Venray
17, 18 en 19 december 2013
DĂŠ vakbeurs voor bio- energie en duurzaamheid
Lezers van Duurzaam Geproduceerd Registreer u nu en ontvang twee gratis entreebewijzen voor DETAF Venray 2013. Ga naar www.evenementenhal.nl/detaf-ve en vul onderstaand registratienummer in.
8130000512
Volg ons @DETA F_EH Evenementen
HAL
HARDENBERG GORINCHEM VENRAY
026_evenementenhal.indd 1
Evenementenhal Venray De Voorde 30 5807 EZ Venray T 0478 - 51 97 90 F 0478 - 51 97 80 I www.evenementenhal.nl E venray@evenementenhal.nl
Ons evenement. UW MOMENT.
01-10-13 08:58
Energiesavers
Chemische producten
betrekken en wat hun rol daarin is. Daarna kun je de partijen aan Om de technische ontwerpruimte te bepalen, geeft Stikkel- elkaar gaan koppelen om je uiteindelijke doel te bereiken.” man eerst een overzicht van de beschikbare utilities in het Rotterdamse Havengebied. “We hebben hier de beschikking over Investering lucht, demiwater, elektriciteit, kooldioxide, biobrandstoffen, Het succes van dergelijke samenwerkingsvormen staat of valt fossiele brandstoffen en biogas. Met deze basis kun je zeer veel met de bereidwilligheid van partijen. Hebben ze interesse in combinaties maken, en daarbij elektriciteit inzetten voor bij- samenwerking, wat is hun houding tegenover de nieuwe techvoorbeeld elektrochemie, maar ook voor het koelen van lucht nologie en hoeveel macht hebben ze om veranderingen ook voor de productie van stikstof, elektrolyse van water of verhit- daadwerkelijk door te voeren of juist tegen te houden? “De ting van water voor de productie van stoom. Uiteindelijk is het elektriciteitsprijs is uiteraard ook een belangrijke factor in inop deze manier mogelijk een keur aan chemische producten te vesteringsbeslissingen”, besluit Stikkelman. “Als deze prijs per maken. Zo kun je met elektriciteit silicium en koolstof omzetten megawattuur te hoog is, dan heeft de industrie geen interesse in siliciumcarbide, stikstof en waterstof in ammoniak, waar weer in elektrische alternatieven voor hun processen. Omdat de elektriciteitsprijs fluctueert, zullen de installaties salpeterzuur van kan worden gemaakt. En zo alleen produceren als de som van variabele kun je bijvoorbeeld ook methaan of methanol kosten en baten positief is. De break even-prijs maken.” geeft het omslagpunt aan. Deze prijs zal dan Het is complexe techniek, maar de organisatie De kansen zo hoog mogelijk moeten liggen, terwijl de adom deze technieken mogelijk te maken en de liggen er, nu is het ditionele investeringen in nieuwe technologie utilities en grondstoffen bij de gebruikers te aan de partijen om juist weer zo laag mogelijk moeten zijn.” Of de krijgen is misschien nóg ingewikkelder. Stikkelelkaar te vinden. concepten daadwerkelijk zullen worden toegeman toont het voorbeeld van waterstofinjectie past, is nog niet te zeggen. “Als de windcapaciin het aardgasnetwerk, een andere manier om teit in Nederland daadwerkelijk zo gaat groeien overtollige elektriciteit nuttig te gebruiken. als nu wordt voorspeld, zul je iets moeten doen “Het idee is ontstaan om het teveel aan geproduceerde elektriciteit te gebruiken om water te splitsen. Het aan de prijsfluctuaties. Het Rotterdamse havengebied leent waterstofgas kan vervolgens in het bestaande aardgasnetwerk zich uitstekend voor ketensamenwerking. Vooral omdat alle worden geïnjecteerd. Het zuurstofgas kan ingezet worden in het losse schakels al aanwezig zijn. Veel van de eerder genoemde Rotterdamse netwerk. De organisatie rondom zo’n technisch re- technieken kunnen gezien worden als add on-aanpassingen delijk eenvoudig idee is al snel complex omdat er meerdere par- aan bestaande installaties en al aanwezige infrastructuren. Er tijen betrokken zijn bij de productie, het transport, overdracht, zijn daardoor minder extra investeringen nodig, wat de busihandel en afrekening van zowel de elektriciteit als het gas. Je zult nesscase een stuk interessanter maakt. De kansen liggen er, nu is dus eerst moeten vastleggen welke partijen je in je keten moet het aan de partijen om elkaar te vinden.” b
‘
oktober 2013
024_25_27_U_artikel.indd 27
27
01-10-13 11:31
Interview
“Productieproces is de kern van MVO 2.0” Prins Carlos de Bourbon de Parme kreeg duurzaamheid met de paplepel ingegoten, en maakt zich tegenwoordig als bestuurslid van MVO Nederland sterk voor een betere wereld. Zijn stelling: échte duurzaamheid betekent terug naar de tekentafel om verspilling terug te dringen. Tseard Zoethout
28
028_29_30_Q_artikel.indd 28
“Maatschappelijk verantwoord ondernemen lijdt onder een probleem: wanneer een bedrijf gehandicapten helpt - natuurlijk een goede zaak - krijgt het evengoed het MVO-stempel opgedrukt als wanneer dat bedrijf producten en systemen verduurzaamt.” Aan het woord is prins Carlos de Bourbon de Parme, bestuurslid van MVO Nederland en voorzitter van ‘Nederland Krijgt Nieuwe Energie’. “De impact op de maatschappij van dergelijke interne duurzaamheid is echter veel groter. Bedrijven die producten maken die de waarden van vandaag en morgen uitdragen, verkopen beter. Het is tijd voor MVO 2.0: terug naar de tekentafel om verspilling terug te dringen.” Volgens De Bourbon de Parme heeft de Nederlandse maakindustrie veel kennis in huis die Kennis van het, dankzij MVO Nederland, haar partners en toeleveranciers het Instituut Duurzame Handel (IDH), met anwordt nog te weinig deren en in netwerken kan delen. “Ik houd een gebruikt. persoonlijk pleidooi voor de MVO-filosofie. Die
‘
juni 2013
01-10-13 11:17
BEELD: DESSO EN WAtt Nu?
Interview
Prins Carlos de Bourbon de Parme ZKH Prins Carlos de Bourbon de Parme (1970) kreeg aandacht voor duurzame ontwikkeling met de paplepel ingegoten. Grootvader prins Bernhard, bij wie hij in z’n jeugd inwoonde, richtte het Wereld Natuur Fonds op. Zijn moeder, prinses Irene van Lippe-Biesterveld, ging in haar boek ‘Dialoog met de natuur’ nog enkele stappen verder. Verspilling is voor De Bourbon de Parme altijd de sleutel geweest. “Waarom iets weggooien als je het ook kan repareren?”, vraagt hij zich al jarenlang af. Vanuit verschillende gremia zet De Bourbon de Parme zich in voor een meer duurzame samenleving, allereerst vanuit zijn eigen Stichting INSID (Institute for Sustainable Innovation and Development), maar ook als voorzitter van ‘Nederland Krijgt Nieuwe Energie’ dat de fundamenten onder het recente SER Energieakkoord op hoofdlijnen heeft gelegd. Als bestuurslid van MVO Nederland pleit hij voor het verankeren van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in producten en processen.
juni 2013
028_29_30_Q_artikel.indd 29
start bij de kern van het product. In het verleden wilden bedrijven die tafels of stoelen maakten MVO nog wel eens invullen door een vooruitstrevend sociaal beleid, bijvoorbeeld door gehandicapte mensen aan banen te helpen. Dat is goed, daar niet van, maar MVO begint in de kern bij het product.”
Geen bezemwagen
Tapijtleverancier Desso is een van de Nederlandse iconen van het duurzaam ondernemen. Het laat zien dat MVO begint bij de kern van een product.
De Bourbon de Parme illustreert zijn pleidooi aan de hand van enkele sprekende voorbeelden. “Neem Ahrend, fabrikant van kantoormeubilair. Dat vervaardigt tegenwoordig meubels volgens de principes van cradle to cradle. Daarmee is het beter dan concurrenten toegerust om de klappen van de crisis en veranderend beleid op te vangen. Of neem een aannemer in de bouw. Natuurlijk moet die, de MVO-uitgangspunten indachtig, optimaal voor zijn mensen zorgen. Maar de
29
01-10-13 09:29
Interview
voetafdruk van het maken van een duurzaam gebouw is na- “Vanuit MVO Nederland willen tuurlijk veel groter dan het serveren van biologisch voedsel in we bedrijven helpen de discusCarlos de Bourbon de kantine of het plaatsen van zonnepanelen op het dak van sie met de keten aan te gaan”, de Parme: “Het het hoofdkantoor. Bovendien blijkt dat bedrijven die interne ambieert De Bourbon de Parme. duurzaamheid hebben omarmd, sinds 2008 beter door de eco- “Prijs is niet altijd doorslaggeis tijd voor MVO nomische crisis zijn gekomen dan degene die dat niet hebben vend. Soms valt die lager, soms 2.0: terug naar gedaan. Ze innoveren meer, staan er financieel beter voor en gelijk of iets hoger uit. Gelukkig de tekentafel om zien hun succes beloond door een lager verloop aan personeel zit er veel kennis bij toeleveranverspilling terug te en minder ziekteverzuim. Ondernemingen moeten dus niet al- ciers. Die wordt echter nog veel dringen.” leen naar de externe kant van hun bedrijfsvoering kijken, maar te weinig gebruikt. Een zeer induurzaamheid ook in producten en productieprocessen incor- teressante ontwikkeling is het poreren.” concept ‘turntoo’ van architect Nu hoeven de meeste ondernemingen niet van de grond af Thomas Rau. Daarin wordt niet aan met MVO te beginnen. Duurzame concepten – van indus- voor producten maar voor het triële ecologie tot cradle to cradle en van minder milieubelas- gebruik van die producten betaald. Deze en andere concepten tende alternatieven als bioplastics tot biomimicry – bestaan zorgen ervoor dat flexibiliteit en creativiteit in de maakindustrie immers al sinds de millenniumwisseling. Praktisch toepas- loskomen. Hiervan kunnen niet alleen het MKB, maar ook grotere bare kennis over deze concepten wordt bovendien steeds ondernemingen profiteren. Immers, bedrijven die producten mameer en steeds verder in de Nederlandse maakindustrie uit- ken die de waarden van vandaag weerspiegelen, zijn in staat begerold. Kenniscentrum MVO Nederland vervult hierin volgens ter te verkopen. Een goed verhaal dat aandacht aan de gevolgen De Bourbon de Parme een sleutelrol. “Wij zijn voor onze planeet geeft, is daarbij doorslaggegeen bezemwagen, maar willen die kennis ter vend. Vroeger was er strijd tussen economie en beschikking aan het peloton stellen”, zegt hij. ecologie. Tegenwoordig gaan die meer en meer “Daarmee komt er innovatie en creativiteit los hand in hand. Want wie wil er nu een katoenen TBedrijven die zodat de veerkracht van die bedrijven wordt shirt dat onder slechte arbeidsomstandigheden duurzaamheid in verbeterd. En mocht MVO Nederland onveris gemaakt en waarvoor, bij de vervaardiging erhun producten en hoopt niet over de gevraagde specialistische van, mensen kunnen sterven?’” processen hebben kennis beschikken, dan kunnen we dergelijke Volgens De Bourbon de Parme zouden de bedrijven uitstekend naar andere netwerken giframp in Bhopal (Union Carbide, 1984) en ingevoerd, zijn doorverwijzen.” kinderarbeid in India (Nike, deze eeuw) tegenbeter uit de crisis woordig door social media niet langer kungekomen. Globaliserende keten nen voorkomen. Blogs, newsfeeds, Facebook Ondertussen globaliseert de industrie steeds en Twitter zorgen immers voor pijlsnelle versneller. Componenten van mobiele telefoons, spreiding van misstanden. “Als je ervan uitgaat tablets, zonnepanelen, T-shirts en schoenen dat de bevolking van Egypte het regime van komen tegenwoordig uit de hele wereld, van Congo tot Zuid- Mubarak dankzij social media in zestien dagen omver heeft geAmerika en Azië. En juist in ‘Verweggistan’ wordt nog wel eens worpen, dan kan je je niet voorstellen dat een beursgenoteerd de hand gelicht aan goede milieuomstandigheden en sociale bedrijf geen weet heeft van corporate social responsibility. voorwaarden. Gelukkig hebben het IDH (Instituut Duurzame Als het daarmee geen rekening houdt, dan wordt het keihard Handel) en MVO Nederland steeds meer kennis in huis om die afgebrand. Bij grote misstanden en dito schandalen kan zijn condities te belichten. marktwaarde met tientallen procenten dalen.” b
‘
30
028_29_30_Q_artikel.indd 30
juni 2013
01-10-13 11:17
Best Practice
Puma lanceert cradle to cradle-collectie
Duurzame sportkleding van wieg tot wieg Wat is er voor nodig om de productie van sportkleding geheel cradle to cradle te krijgen? Kledingconcern Puma ging aan de slag, en na een C2C-certificeringsroute introduceerde het Duitse bedrijf onlangs de herfst- en wintercollectie van de duurzame sportkledinglijn InCycle. Duurzaamheidsmanager Justin DeKosmovsky weet wat er allemaal bij komt kijken, maar ook welke uitdagingen er nog zijn. door Jorn Hövels
Een nieuwe kledingcollectie van Puma, InCycle, is duurzaam: energiezuinig geproduceerd en gemaakt uit afbreekbare en recyclebare materialen. Bovendien worden de schoenen, kleren en kledingaccessoires gemaakt onder veilige en eerlijke arbeidsomstandigheden, claimt Puma. Volgens de maker van populaire sportkleding voldoet deze collectie daarom aan de strenge duurzaamheidsnormen van het zogeheten Cradle to Cradle Products Innovation Institute: een onafhankelijke nonprofitorganisatie die duurzame producten certificeert met het cradle to cradle (C2C)-predicaat. Dit label is niet alleen richtinggevend voor producenten, maar kan ook de consument helpen om een bewuste keuze te maken voor een duurzaam product. Het instituut wil de negatieve impact van de productie op het leefmilieu verminderen en test producten (zoals kleHet concern heeft ren) daarom op de mogelijkin al zijn winkels heden voor hergebruik. Er felrode verzamelwordt getest op de volgende duurzaamheidscriteria: enerbakken geplaatst. gieverbruik bij productie, waterverbruik, de recyclebaarheid van het product, de mogelijkheden tot direct hergebruik, de afbraak van (chemische) productstoffen en de arbeidsomstandigheden waaronder het artikel wordt gemaakt. Justin DeKosmovsky is manager van het Puma-duurzaamheidsprogramma, en weet daarom alles van het afgelegde traject: “Een product dat C2Cgecertificeerd is, is biologisch afbreekbaar of geschikt voor direct en volledig hergebruik. De kleren van het gecertificeerde InCycle zijn dan ook grotendeels vervaardigd uit duurzame stoffen, zoals organisch katoen en gerecycled polyester.”
Bring Me Back-programma Hoe lukte het Puma om de kledinglijn InCycle C2C-gecertificeerd te krijgen? DeKosmovsky: “Innoveren, innoveren, innoveren. Maar daarvoor inventariseer je eerst welke stappen en processen er in de supply chain aangepast moeten worden om voor C2C-certificering in aanmerking te komen. Wij kwamen daarbij al snel tot de conclusie dat er bij ons nog veel veranderd moest worden aan de chemische kant van het productieproces. En niet onbelangrijk: om direct hergebruik van kleding te stimuleren,
oktober 2013
031_32_33_XA_bestpractice.indd 31
31
01-10-13 09:29
Best Practice
Kosten en ervaringen De herfst- en wintercollectie van InCycle ligt al in de winkels, maar het betreft een gelimiteerde collectie die niet overal verkrijgbaar is. De kledingprijzen zijn wat hoger dan die van andere Puma-collecties. DeKosmovsky: “InCycle blijft een exclusieve kledinglijn, maar de ervaring die we opdoen met duurzame productie zal zich uitspreiden over de andere collecties. Die willen we op termijn ook kosteneffectief duurzaam gaan produceren.”
moeten klanten de gebruikte kleding natuurlijk ergens kunnen inleveren.” Want elk onderdeel van bijvoorbeeld de InCycle Super Shoulder Bag mag dan geschikt zijn voor hergebruik, zoals Puma op zijn website vermeldt, wie garandeert dat een klant zijn versleten rugtas niet thuis in de prullenbak kiepert? Daaraan is gedacht. Met het zogeheten Bring Me Back-programma wil het concern ervoor zorgen dat de gebruikte kleding op de juiste plek terechtkomt voor hergebruik en afvalreductie. Het sportconcern Puma wil heeft daarvoor in al zijn winkels onderdeel uitmafelrode verzamelbakken geplaatst. ken van die vooruitOok gebruikte kleding van andere gang, of nog beter: merken kan daarin worden gedewe willen aan de poneerd. Vervolgens wordt de verzamelde kleding gesorteerd en dan frontlinie staan. direct hergebruikt, biologisch afgebroken, of omgezet in rauwe materialen voor de productie van nieuwe kleding. DeKosmovsky: “Daarbij werken we onder andere samen met I:CO, ofwel I Collect, een grote recyclingorganisatie.” Het duurzaamheidsbeleid van Puma is doordacht, maar gaat de consument écht naar de Puma-shop om zijn gebruikte kleding in de rode verzamelbak te gooien? Daar twijfelt de Puma-mana-
‘
32
031_32_33_XA_bestpractice.indd 32
Sociale verantwoordelijkheid De kledinglijn InCycle past in de corporate strategy van Puma. Het concern heeft de missie om het “duurzaamste sportmerk ter wereld” te worden. En de ambities reiken nog verder, valt op de Puma-website te lezen: “Wij zijn vastbesloten om te werken op manieren die bijdragen aan de wereld door creativiteit, duurzaamheid en vrede te ondersteunen, en door oprecht te blijven aan de waarden rechtvaardigheid, eerlijkheid, positiviteit en creativiteit.” Die waarden vallen grotendeels onder de noemer sociale en maatschappelijke verantwoordelijkheid, wat ook een belangrijk testcriterium is voor de C2C-certificering. Het Cradle to Cradle-instituut let daarvoor bijvoorbeeld op de arbeidsomstandigheden van werknemers. Manager DeKosmovsky: “Ook in dat opzicht voldoen wij aan de geldende normen. Zo hanteren we een gedragscode waaraan onze leveranciers moeten voldoen als ze met Puma willen samenwerken. Een team van controleurs controleert regelmatig bij leveranciers op duurzame productie, arbeidsomstandigheden en alle onderdelen van de supply chain. Als blijkt dat een leverancier onze gedragscode met de voeten treedt, verbreken we het contract. En dat gebeurt.”
oktober 2013
01-10-13 09:29
Best Practice
Een C2C-product is biologisch afbreekbaar of geschikt voor hergebruik.
ger nog aan: “De verzamelbakken staan er sinds kort, dus daar kunnen we nog weinig over zeggen. We sturen consumenten in de richting van duurzaamheid en recycling, maar een gedragsverandering is lastig te realiseren. Er is nog een lange weg te gaan en we verwachten niet dat we in één of twee jaar een duurzame revolutie kunnen ontketenen. Dat vereist een grote omslag in de kledingindustrie en in de manier waarop consumenten over productgebruik denken.”
Groeimarkt De visie van Puma is lovenswaardig, maar de inzet op duurzaamheid is niet per se uniek. Zo heeft ook kledinggigant Nike duurzaamheid hoog op de agenda staan. Dat blijkt bijvoorbeeld wel uit de nieuwe Nike-app Making, waarmee producenten en ont-
Consument, voel je goed De gebruikte kleding en schoenen die consumenten in de ecologische Bring me Back Bins kunnen deponeren, hoeven niet van het merk Puma te zijn. Op de website geeft het concern zijn klanten een vrolijke instructie: 1) Collect all the old clothes and shoes that you don’t want anymore (we’ll even take non-Puma stuff ) 2) Drop them all into the Puma Bring Back Bin 3) Start feeling really, really good about yourself.
oktober 2013
031_32_33_XA_bestpractice.indd 33
c2c online Meer weten over c2c? Kijk dan op www.c2cccertified.org en www.cradletocradle.nl. Het duurzaamheidsprogramma van Puma is te vinden op aboutpuma.com/sustainability.
werpers voor elk afzonderlijk materiaal kunnen aflezen wat daarvan de ecologische footprint is. Kennelijk is het voor kledingproducenten bon ton om zich duurzaam te profileren. DeKosmovsky: “Dat klopt, maar wij zijn het eerste kledingmerk dat een complete C2C-gecertificeerde kledinglijn heeft geïntroduceerd. Veel van onze concurrenten produceren weliswaar duurzame artikelen, maar geen duurzame collectie.” Bovendien maakt ook Puma volgens hem geEen gebruik van een index die ontwerpers dragsverandering kunnen raadplegen voor de ecolois lastig te realisegische voetafdruk van de gebruikte ren. Er is nog een productmaterialen. “Die is alleen lange weg te gaan. voor intern gebruik, maar de kennis daarover delen we met andere producenten. Zo helpen we elkaar om gezamenlijk de industrie te verduurzamen.” Duurzame producten zijn natuurlijk een groeimarkt, maar DeKosmovsky spreekt ook van een gedeeld besef. “We zijn allemaal tegelijkertijd investeerder, burger, stemmer en consument. Samen bewegen we in een duurzame richting en als je daar als onderneming niet in meegaat, loop je achter de feiten aan. Puma wil onderdeel uitmaken van die vooruitgang, of nog beter: we willen aan de frontlinie staan.” b
‘
33
01-10-13 09:29
Achtergrond
Biomassaproject zoekt investeerders (m/v) Nederland lijkt de primeur te krijgen van twee nieuwe technieken om biomassa te verwerken. De methoden richten zich op biomassareststromen die niet concurreren met de voedselvoorziening. Het ontwerp van de fabrieken is klaar en de vergunningen zijn binnen. Nu de financiering nog. Francis Voermans
In Hardenberg wil Bio Rights dit jaar beginnen met de bouw van de eerste commerciële installatie gebaseerd op GPV-technologie. Een GPV (Gravity Pressure Vessel) is een reactor op zevenhonderd meter diepte in de grond, waar de druk zeventig bar is en de temperatuur zo’n 250 graden Celsius. De hoge druk en temperatuur zorgen er samen met een zuur milieu voor dat celluloseketens worden gekraakt naar C6- en C5-suikers. Deze suikers kunnen – boven de grond – biologisch worden omgezet naar biogas of bio-ethanol. Het bedrijf wil een GPV bouwen die tweehonderdduizend ton biomassa per jaar kan verwerken. De biomassa – agrarische restproducten en andere afvalstromen – is gecontracteerd in een straal van vijftig kilometer rondom de fabriek. In eerste instantie zal er alleen biogas worden gemaakt uit de suikers. Dit gas, 23 miljoen kuub per jaar, wordt na opwerking aan het net geleverd. In de tweede fase wil Bio Rights ook een bio-ethanolfabriek bouwen. Een waterzuiveringsinstallatie zorgt voor de terugwinning van stikstof en fosfaat. “De engineering is klaar. We zijn nu bezig om de laatste financieringen rond De engineete krijgen. Na de zomer moet de eerste schop ring is klaar. We de grond ingaan”, blikt Roelof Niezen van Bio zijn nu bezig om de Rights vooruit.
‘
laatste financieringen rond te krijgen.
Wat is een GVP? Een GPV (Gravity Pressure Vessel) bestaat uit een gecombineerde buiten- en binnenpijp die in een schacht van zevenhonderd meter diep hangt. Aan het einde is de reactor bevestigd. De reactor hangt zo diep om zeventig bar druk te bereiken. Deze druk is nodig om de voorwaarden te scheppen voor het chemische proces. De GPV voert deze reactie uit als een continu-proces. De reactor is daardoor zeer efficiënt, ook omdat hij gebruikmaakt van zwaartekracht voor de noodzakelijke druk, en werkt als een warmtewisselaar. Warmteverlies wordt daardoor beperkt. Het is daarnaast een communicerend vat dat weinig energie vraagt om de cellulosestroom rond te pompen.
34
034_35_XE_artikel.indd 34
Primeur
Een tweede primeur is de commerciële pyrolysefabriek die Biomass Technology Group (BTG) in Hengelo wil gaan bouwen. Deze moet 22 kiloton afvalhout per jaar gaan verwerken. Het belangrijkste product is pyrolyse-olie die in eerste instantie zal worden gebruikt als brandstof in ketels en zo aardgas of stookolie vervangt. De olie kan echter ook worden bewerkt voor hoogwaardigere toepassingen. Er is bijvoorbeeld bitumen uit te halen, waar een dakbedekking van kan worden gemaakt. De waterige fractie kan bovendien worden ingezet als pesticide. Ook zitten er componenten in de olie waarvan lijmen kunnen worden gemaakt. Het ontwerp van de fabriek is gereed en alle benodigde vergunningen zijn verleend. BTG is nu bezig om de financiering rond te krijgen.
Duitse regels Dat klinkt goed, maar Duitsland loopt nog altijd ver voor op Nederland in het opwekken van duurzame energie, onder meer via het vergisten van biomassa. Gelukkig gaan twee Duitse bedrijven nu ook in Nederland uitbreiden. Zo wil Regenerative Energie Münster (REM) op het Europapark bij Coevorden een industriële
oktober 2013
01-10-13 11:18
Achtergrond
vergister bouwen. De installatie gaat jaarlijks meer dan zeshonderdduizend ton biomassa – voornamelijk mest – vergisten en produceert daaruit zo’n veertig miljoen kuub biogas. Het Europark ligt deels in Nederland en deels in Duitsland, en van die grenslocatie wordt maximaal gebruikgemaakt. De mest komt uit Nederland, maar het biogas wordt, na opwerking, geleverd aan het Duitse net. “In Duitsland is de vergoeding voor biogas hoger”, verklaart projectleider Konrad Rülander die keuze. Daarnaast kunnen de (ook Nederlandse) banken die het project ondersteunen gebruikmaken
oktober 2013
034_35_XE_artikel.indd 35
Ook de Nederlandse banken die het project ondersteunen kunnen gebruikmaken van de soepelere Duitse regels voor herfinanciering.
van de soepelere Duitse regels voor herfinanciering. De start van de bouw zal niet lang meer op zich laten wachten. REM voert nog laatste besprekingen met de banken en werkt aan de laatste details met de toeleveranciers. “Dit jaar gaat de bouw beginnen”, aldus Rülander. Een ander Duits bedrijf, LimnoTec, wil in Hardenberg een vergister bouwen op hetzelfde industrieterrein als de GPV-installatie van Bio Rights. Deze vergister gaat 25 miljoen kubieke meter biogas per jaar maken uit vierhonderd kiloton biomassa, wat ook hier grotendeels uit mest bestaat. b 35
01-10-13 11:18
Productnieuws In deze rubriek staan producten die een bijdrage leveren aan duurzaam produceren. Heeft u zelf een product dat in deze rubriek past? Stuur een mail naar de redactie: redactie@ duurzaamgeproduceerd.nl
Datacenter duurzaam gekoeld met minerale oliën
Datacenter Dataplace uit Alblasserdam heeft eind augustus zijn proof of concept-opstelling afgerond voor de innovatieve koeling van computerservers. Het nieuwe koelsysteem maakt gebruik van minerale olie. Volgens Dataplace zorgt het systeem voor een energiebesparing van 45 tot 85 procent ten opzichte van een traditioneel datacenter. Het concept bestaat uit grote horizontaal geplaatste koelbakken die zijn gevuld met een elektrisch niet geleidende minerale olie. De servers worden volledig ondergedompeld in deze vloeistof. De olie wordt via een pomp rondgepompt in de bak, waardoor de warmtelast
wordt afgevoerd, de olie op temperatuur blijft, en tegelijkertijd continu wordt gefilterd. Om gebruik te kunnen maken van bestaande servers moeten deze wel worden aangepast. Zo worden alle fans uit de server gehaald en wordt de processorkoeling gewijzigd omdat de aanwezige koelpasta op de processor oplost in de toegepaste olie. Meer informatie op www.dataplace.eu
Duurzame pallet Ikea beschikbaar voor industrie
Duizenden manuren en miljoenen euro’s stak Ikea in de ontwikkeling van een alternatief voor de houten pallet. OptiLedge, een kunststof pallet die zich aanpast aan de grootte van de lading, is nu ook beschikbaar voor andere bedrijven. De pallet is vederlicht, supersterk, zeer compact en kost evenveel als een houten wegwerppallet. De voordelen zijn legio. Doordat de pallet niet groter is dan zijn lading, zijn er minder
vrachtwagens voor het vervoer nodig. En aangezien de pallet heel licht is, bespaart dat op luchtvrachtkosten en dieselverbruik. Inmiddels gebruikt Ikea jaarlijks meer dan dertig miljoen OptiLedges en bespaart het bedrijf vanwege de lagere transportkosten een veelvoud aan euro’s. Meer informatie op www.optiledge.eu
Kaasproducent CONO gebruikt als eerste gecertificeerde palmolie Als eerste bedrijf ter wereld heeft CONO Kaasmakers, bekend van de Beemsterkaas, certificaten voor palmpitmeel gekocht. Deze certificaten garanderen dat het meel, afkomstig van palmvruchten, duurzaam geproduceerd is. De certificaten zijn afkomstig van palmolieplantages in Maleisië. Hier werkt Solidaridad aan het verduurzamen van de productie, gesteund door CONO Kaasmakers en producent van verzorgingsmiddelen Johnson & Johnson. 36
036_37_G_productnieuws.indd 36
Palmpitmeel is een bijproduct van palmolie. In Nederland wordt dit bijgemengd in het krachtvoer van koeien als aanvulling op hoofdzakelijk grasrantsoen. CONO kaasmakers investeert hierin omdat hun koeien dit product eten. Volgens Solidaridad is de stap van CONO bijzonder. Marieke Leegwater, programmamanager palmolie bij Solidaridad, hoopt dat andere bedrijven nu snel volgen: “De aanschaf van certificaten betekent een positieve impuls voor de duurzame productie van palmolie door producenten over de hele wereld. Het stimuleert boeren om duurzaam te produceren omdat de markt hen hiervoor beloont. Het is heel goed als bedrijven die palmproducten kopen hierin hun verantwoordelijkheid nemen.” Meer informatie op www.solidaridad.nl
oktober 2013
01-10-13 09:28
Productnieuws
Plan voor straatverlichting met windturbines Het bureau Greenlight District heeft een plan gelanceerd om kleine windmolens op bestaande lichtarmaturen te plaatsen. Iedere molen brengt gemiddeld genoeg energie op om zowel de lichtmast te voorzien van stroom als extra duurzame energie op het elektriciteitsnet te brengen. In de Haarlemmermeer wil het bedrijf dertigduizend lichtmasten van deze windturbines voorzien. Greenlight District werkt op dit moment aan de laatste voorbereidingen voor er met de uitvoering kan worden begonnen. Meer informatie op www.greenlightdistrict.nu
Nike onthult footprint van sportkleding via app Sportkledingfabrikant Nike heeft een app ontwikkeld – Making geheten – die ontwerpers en productontwikkelaars direct laat zien wat de keuze voor verschillende materialen betekent voor de footprint van kleding en schoenen. Het is gebaseerd op jarenlange ervaring die de fabrikant heeft opgedaan bij het maken van duurzamere keuzes voor de materialen van sportkleding. Making rangschikt materialen die de milieu-impact van de Nikeproducten sterk beïnvloeden: water, chemie, energie en afval.
De app haalt de gegevens uit de Nike Materials Sustainability Index (MSI), een databank opgebouwd uit ruim zeven jaar materialenonderzoek en -analyse. Deze gegevens biedt Nike openbaar aan om de industrie te helpen bij verduurzaming. Meer informatie op nikemakers.com
Entreematten voor Schiphol uit gerecyclede vliegtuigbanden Bij de recente renovatie van de parkeergarages op luchthaven Schiphol zijn de nieuwe entreematten gemaakt van oude vliegtuigbanden. Daardoor is de cirkel weer rond. De vliegtuigband die meerdere keren landde op dit vliegveld, houdt nu het vliegveld schoon. Het gaat om Entrada-Eco-matten, die vanwege het sterke rubber uit de vliegtuigbanden ook een levensduur van circa dertig jaar hebben. Zelfs daarna vormt de mat nog geen belasting voor het milieu, omdat hij 100 procent recyclebaar is, zo zegt de Nederlandse leverancier Storax. Meer informatie op www.storax.nl
oktober 2013
036_37_G_productnieuws.indd 37
37
01-10-13 09:28
Achtergrond
Weinig animo voor slimme biomassaprojecten Het produceren van energie uit biomassa gebeurt efficiënter – en dus duurzamer - als verschillende grondstoffen, conversietechnieken en toepassingen worden gecombineerd. Vijf casestudies naar Energie Conversie Parken in Vlaanderen en Zuid-Nederland tonen aan dat de winst aanzienlijk kan zijn. Het valt alleen niet mee om dit in de praktijk van de grond te krijgen. Francis Voermans
Als biomassa wordt verwerkt met meerdere geïntegreerde processen is dat financieel aantrekkelijker dan wanneer dit in een op zichzelf staande biomassa-installatie gebeurt. Vijf kennisinstellingen uit Vlaanderen en Nederland werkten daarom aan de ontwikkeling van het concept Energie Conversie Park (ECP). Dit is een locatie waar biomassa uit de omgeving wordt verwerkt via verschillende conversietechnieken, en waar in een optimale situatie zelfs exploitatie zonder subsidie in beeld komt. De onderzoekers namen vijf casestudies onder de loep: twee voor locaties in Vlaanderen en drie in Brabant en Zeeland. Het doel was om voor elk van de locaties de opzet van een Energie Conversie Park concreet uit te werken en de haalbaarheid van het concept te demonstreren. Bij de presentatie Een belangrijk van de resultaten bleek dat - ten dele - gelukt.
leerpunt is dat er een groot verschil zit tussen de theoretisch beschikbare hoeveelheid biomassa en wat er in de praktijk kan worden gecontracteerd voor verwerking.
Gevangenis Slechts op een van de Vlaamse locaties zal het uitgewerkte concept worden geïmplementeerd. De overige casestudies bleken om diverse redenen niet levensvatbaar. De succesvolle locatie ligt op de grens van de gemeenten Beerse en Merksplas, nabij Turnhout, waar IOK Afvalbeheer een composteringsinstallatie heeft. In de ECP-studie zijn potentiële extra biomassa-stromen in kaart gebracht en is een technisch concept uitgewerkt. De beste optie bleek om een
Energie Conversie Park Moerdijk
Energie Conversie Park Breda
Een Energie Conversie Park voor Moerdijk zou verschillende soorten biomassa gaan verwerken: uit de regio en stromen van elders die via de haven binnenkomen. Het uitgewerkte concept bestaat uit een combinatie van drie technieken – vergisting, pyrolyse en grasraffinage – die onderling stromen en energie uitwisselen. Daarnaast wordt gebruikgemaakt van het warmteoverschot van de industrie in Moerdijk. Het ECP maakt meerdere producten, waaronder eiwitten uit het gras, pyrolyse-olie, elektriciteit, fosfaat en biodiesel. Het biogas uit de vergister wordt vloeibaar gemaakt en ingezet als transportbrandstof. Het concept kan volgens de economische analyse werken. Belangrijke voorwaarde is wel dat er een goede prijs wordt betaald voor groene transportbrandstoffen. Geïnteresseerde partijen die het idee willen oppakken, zijn echter nog niet gevonden.
Breda is op papier een kansrijke locatie voor een Energie Conversie Park vanwege de ambitieuze duurzaamheidsdoelstellingen en het uitgebreide stadsverwarmingsnet. In de studie voor deze gemeente is een ontwerp gemaakt dat bestaat uit een GFT-vergister, een verbrandingsinstallatie en de opwerking van biogas tot bio-LNG. De installaties zouden worden gevoed met 40 kiloton mest, 33 kiloton GFT en 30 kiloton knip- en snoeihout. Realisatie van het ontwerp is financieel alleen niet interessant, zo blijkt uit de economische analyse. Dat komt vooral door de lage prijs die voor de warmte wordt betaald, aangezien het stadsnet al wordt gevoed met restwarmte van een kolengestookte elektriciteitscentrale. Het zoeken van andere afnemers die meer voor de warmte willen betalen, biedt wellicht meer perspectief.
38
038_39_41_XD_artikel.indd 38
oktober 2013
01-10-13 11:19
FOTO: MATTHIjS IMMINK
Achtergrond
droge vergister naast de composteringsinstallatie te bouwen, waarvan het digestaat wordt gemengd met groenafval en mee wordt gecomposteerd. Het geproduceerde biogas kan worden verbrand in een warmtekrachtkoppelingscentrale (wkk), die elektriciteit levert aan het net en warmte aan de vergister en kantoorgebouwen. “Energetisch is deze oplossing niet optimaal, omdat een flink deel van de warmte niet wordt benut”, vertelt Nathalie Devriendt van de Vlaamse instelling voor technologisch onderzoek (Vito). “Beter zou het zijn het gas te leveren aan een nabijgelegen gevangeniscomplex, dat zowel de elektriciteit als de warmte kan gebruiken. Dit kan echter alleen als er een meerprijs voor het
Energie Conversie Park Belgisch Limburg Voor een van de casestudies was bij aanvang geen exacte locatie bepaald, behalve dat deze in Belgisch Limburg zou zijn. Na een uitgebreide screening van mogelijke locaties werd gekozen voor een bedrijventerrein in Lommel, dat nog moet worden ontwikkeld. Het ECP-ontwerp omvat een verbrandingsinstallatie van houtachtige materialen, een vergister van GFT-afval en maaisel en compostering van het digestaat gemengd met groenafval. Hoewel de integratie van de verschillende installaties synergievoordelen biedt, is realisatie financieel niet realiseerbaar omdat alles nieuw moet worden gebouwd.
oktober 2013
038_39_41_XD_artikel.indd 39
biogas wordt betaald, iets wat in Vlaanderen tot dusver niet gebeurt.” Een andere horde is dat een vijf kilometer lange biogasleiding nodig is, en daar is de juridische status nog onduidelijk van. IOK Afvalbeheer kiest daarom voor de vergister en wkk-installatie, en wil deze op korte termijn gaan bouwen.
Ervaring De vier andere casestudies worden om verschillende redenen niet geïmplementeerd (zie kaders). Toch is projectleider Luc Pelkmans redelijk tevreden over de resultaten van het ECPproject. De casestudies hebben aangetoond dat een integrale opzet zowel kostenefficiënter is als meer milieuwinst oplevert. Daarbij is praktische ervaring opgedaan met het opzetten van een ECP-park. “We hebben veel geleerd, bijvoorbeeld waar je lokaal rekening mee moet houden, over het verkrijgen en contracte-
Biopark Terneuzen is een platform van bedrijven in de kanaalzone GentTerneuzen, dat zich inzet voor verdere verduurzaming en vergroening van productieprocessen. Op het Biopark kunnen bijvoorbeeld laagwaardigere reststromen worden voorbewerkt en vergist. Of er kunnen hoogwaardige producten worden gemaakt uit biomassa. Momenteel is dat financieel echter niet interessant.
39
01-10-13 11:19
12|12|’13
2013 De waarde van water Locatie:
Drijvend Paviljoen Rotterdam e nu in! Schrijf j
DE WAARDE VAN WATER
PROGRAMMA
Een van de meest voorkomende elementen op aarde kun je
11.45 uur
Registratie & lunch
moeilijk schaars noemen. Toch is water van levensbelang voor
12.30 uur
Plenaire keynote AkzoNobel: Martijn Kruisweg, Head of Eco-Efficiency and Sustainable Growth
13.15 uur
Plenaire lezing Cargill: Martin Pelle, Central Water Engineer, Process Development Group Europe SSE
14.15 uur
Pauze
14.45 uur
Masterclasses 1. Duurzaamheid 2. Energie 3. Watercyclus
15.45 uur
Pauze
16.15 uur
Pitches Water Innovators of the Year
17.00 uur
Plenair debat Met column van beleidsmaker
17.45 uur
Afsluiting
18.00 uur
Borrel
18.30 uur
Diner & Water Innovator of the Year verkiezing
21.30 uur
Einde
de industrie. Als grondstof, drager van warmte, koelmiddel of transportmedium voor afvalstromen wordt water veelvuldig ingezet. Welke waarde vertegenwoordigt water en hoe kunnen we die intrinsieke waarde expliciet maken? Wat zijn voor de industrie de beste keuzes om water zo optimaal mogelijk in te zetten als grondstof voor verwarming en afkoeling van processen of voor het in banen leiden van de afvalstromen. En hoeveel van die waarde is terug te winnen, opnieuw te gebruiken of anders nuttig in te zetten? Tijdens Watervisie 2013 belichten we de vele waardes van water.
Initiatiefnemers:
Organisatie:
Mediapartner:
Partner:
MEER INFORMATIE Congresinformatie: Hilde Westerink • hilde@industrielinqs.nl • 020-31 22 791 Partnerinformatie: Anouk Bouwmeester • anouk@industrielinqs.nl • 020–31 22 797
www.watervisie.com 01_A4_watervisie.indd 1
01-10-13 08:45
Achtergrond
Energie Conversie Park Terneuzen Op het Biopark Terneuzen in Zeeland zijn recyclingbedrijf Heros, kunstmestproducent Yara en Cargill/Nedalco gevestigd, plus een biodieselfabriek van Electrawinds en een co-vergistingsinstallatie van Lijnco. In de ECP-studie is onderzocht hoe de verwerking van biomassastromen uit de regio het beste op de site kan worden ingepast. De meest interessante optie is een GFT-vergister in combinatie met compostering. ‘De GFT-vergister is kostendekkend, maar hij zou moeten concurreren met een bestaande GFTverwerker. Die heeft waarschijnlijk lagere kosten omdat de installatie al is afgeschreven’, zegt jan Broeze van Wageningen UR.
Er zijn op het biopark zeker kansen, bijvoorbeeld om laagwaardigere reststromen voor te bewerken en te vergisten, of om hoogwaardige producten te maken uit biomassa. Momenteel is dat echter niet interessant, zegt Broeze: ‘Door de ruime overheidssubsidie is het ongunstig om goedkopere, laagwaardige reststromen te gebruiken in plaats van hoogwaardige stromen. Ook alternatieven voor energiewinning, bijvoorbeeld het winnen van hoogwaardigere producten uit maïsresten, worden nu belemmerd door de subsidie op duurzame energie.’
Warmteuitwisseling met omlig-
Biomassa 1
gende bedrijven / warmtegids
Elektriciteitsnet
Conversietechniek 1
Biomassa 2
Conversietechniek 2
Conversietechniek ... Biobrandstoffen
Biomassa ...
Producten, voedingselementen, veevoeding
Concept van een Energie Conversie Park
oktober 2013
038_39_41_XD_artikel.indd 41
ren van biomassa en over warmtewisseling”, blikt Pelkmans terug. Een belangrijk leerpunt is dat er een groot verschil zit tussen de theoretisch beschikbare hoeveelheid biomassa en wat er in de praktijk kan worden gecontracteerd voor verwerking. Zo is rondom Beerse en Merksplas volgens een inventa-
risatie honderdduizend ton aan biomassareststromen beschikbaar, maar slechts zo’n vijftienduizend ton daarvan kan met een reële kans worden gecontracteerd. Ondanks alle ervaringen en inzichten heeft het project wel minder opgeleverd dan gehoopt, vertelt Pelkmans. Hij verwacht echter dat sommige plannen op termijn alsnog worden gerealiseerd: “De crisis en sommige subsidieregelingen zijn momenteel ongunstig voor veel investeringen. Als de situatie verandert, wordt het weer interessanter.” b 41
01-10-13 11:19
Partnernieuws
Ionisatie helpt Kasteel Metaal duurzaam produceren Kasteel Metaal in Zoeterwoude is een metaalconstructiebedrijf en ligt op een steenworp afstand van een woonwijk. Deze locatie vraagt daarom om extra zorgvuldigheid voor geluiden stofemissie. Maar ook het binnenklimaat is gebaat bij een goede ventilatie. Kasteel Metaal gebruikt hiervoor een nieuwe, duurzame techniek: koude oxidatie. Het pand stamt uit 1978 en is de laatste jaren totaal vernieuwd. Directeur John Kasteel: “We hebben geïnnoveerd en geautomatiseerd om efficiënter, productiever en schoner te produceren. Het pand is nu goed geïsoleerd.”
batische koeling installeren. Dat is energiezuinige koeling met een aangename inblaastemperatuur.”
Stofreductie door ionisatie
In het ventilatiesysteem heeft Colt als pilot een nieuwe techniek geïntegreerd: koude oxidatie, ook wel niet-thermisch plasma geMaar aan de Mac-waarden en milieu-eisen voldoen is slechts de noemd. Deze techniek ioniseert zuurstofmoleculen in de lucht, eerste stap. Het wordt pas écht state of the art om dit te doen waarna zij reageren met verontreinigingen in de ruimte. Dat lemet een energiezuinige installatie. Kasteel: “De technieken zijn vert een aantal voordelen op. Gassen die in de ruimte vrijkomen de laatste jaren veranderd en een optimalisatie van het klimaat- worden afgebroken, de hoeveel stof neemt af, en chroom 6 (de systeem in de productiehal levert een, vooral qua gas, enorme meest giftige stof uit RVS) breekt af. energiebesparing op. Het oude systeem verDe techniek zorgt dus voor een schoon binverste de lucht in de hal vijf keer per uur en nenklimaat. Dat vermindert ook de noodzaak voerde daarmee ook alle warme lucht naar om te ventileren, wat weer energiebesparing buiten af. Colt International leverde daarom oplevert. De plasmatechniek heeft bovendien In het ventieen nieuw systeem dat rekening houdt met de extreem lage verbruikskosten. Bij Kasteel is bedrijfsomstandigheden en anticipeert op de het bijvoorbeeld slechts 240 Watt, wat nog latiesysteem heeft hoeveelheid lasrook die vrijkomt. Stofmelders minder is dan een Senseo-apparaat. Colt voert Colt als pilot een houden de concentratie in de gaten, en ook de bij Kasteel bovendien online permanent menieuwe techniek werknemers kunnen op displays zelf zien hoe tingen uit om de grenswaarden in de gaten te geïntegreerd: hoog de waardes zijn.” houden. koude oxidatie, ook In de zomer stapelt de warmte zich in de hal op, Kasteel Metaal bestaat dit jaar 85 jaar. Het beomdat het bedrijf aan de voorkant geen opedrijf werd in 1928 opgericht door de grootvader wel niet-thermisch ningen kan aanbrengen. Kasteel: “Omdat betere van de huidige directeur John Kasteel. Er werken plasma genoemd. werkomstandigheden bijdragen aan een duur62 mensen in vaste dienst en tussen de 10 en 15 zame productieomgeving, lieten we Colt adiamensen op contractbasis.
Adiabatische koeling
‘
42
042_E_partnernieuws.indd 42
oktober 2013
01-10-13 11:20
Expertpanel Het kennisplatform Duurzaam Geproduceerd heeft als missie de verduurzaming van de industrie te stimuleren door kennis en visie te delen. Tussen overheid en bedrijfsleven, tussen professionals en experts, tussen startups en multinationals. Met als doel: bedrijven helpen de footprint van hun producten verkleinen, zowel in het eigen proces als in de keten. Het Expertpanel is in het leven geroepen om experts uit bedrijfsleven, kennisinstituten en overheden hun visie op en ervaring met verduurzaming bij bedrijven te laten delen met lezers. Alexandra
Henk Akse
Michel Schuurman
van Huffelen
Traxxys / PIN NL
MVO Nederland
Annemarie van Doorn
Jan Willem Slijkoord
Rob BoerĂŠe
Green Business Club
TNO
Agentschap NL
Bouke Bruinsma
Kor Foekens
Rob van Hattum
KWA Bedrijfsadviseurs
Colt International
NEMO
Erik Timmermans
Marc Reijnders
Sible SchĂśne
Infocentrum Papier
Energietransitie
SKAO / HIER
en Karton
in papierindustrie
Klimaatbureau
Erik van Engelen
Marga Hoek
Xander van Mechelen
UNETO-VNI
De Groene Zaak
Directeur Groen Gas
Gemeente Rotterdam
Nederland
oktober 2013
043_P_partners_experts.indd 43
Gijsbert Korevaar
Mariska van Dalen
TU Delft
Tebodin Nederland
43
01-10-13 09:27
Tebodin always close Duurzaamheid concreet maken? Tebodin is uw partner voor het definiëren van uw duurzaamheidsdoelstellingen en het vertalen daarvan op projectniveau. Door duurzaamheid integraal deel uit te laten maken van onze dagelijkse projectvoering worden “smart solutions” geïmplementeerd, die bijdragen aan het reduceren van de carbon footprint, waterverbruik en afval in productielocaties. Daarnaast kunnen wij u helpen bij het verkrijgen van duurzaamheidscertificaten zoals LEED, Breeam, Cradle to Cradle, LCA, CO 2 prestatieladder en het opstellen van uw duurzaamheidsrapportages.
tebodin.nl > duurzame oplossingen
5298_TB_AD_Duurzaam gebouwd_A4.indd 1 044_tebodin.indd 1
12/27/12 13:52 PM 01-10-13 08:59