2 minute read

‘Kaal scheidend bouwdeel’

TECTUS®

HET KOMPLEET VERDEKTE SCHARNIERENSYSTEEM

Advertisement

Voor hoogwaardige woonkamer- en objektdeuren voor zowel stomp als opdek concepten.

TECTUS®

〉 belastbaar vanaf 60 – 300 kg 〉 voor stompe- en opdekdeuren 〉 comfortabele 3D verstelling 〉 model varianten voor speciaal gebruik

www.simonswerk.com

‘Kaal scheidend bouwdeel’

Uit reacties van onze opdrachtgevers blijkt regelmatig dat NEN 6075 niet zo simpel is als het lijkt. Ook de testmethode – omschreven in de Europese norm – leidt nog steeds tot vragen, terwijl die in feite ‘slechts’ deuren betreft.

In die norm blijft de discussie beperkt tot de vraag wat deel uitmaakt van de deur. Dat is dus niet alleen het deurblad maar ook het kozijn. En de aansluiting van dat kozijn op de wand waarin, want zonder die wand blijft de deur niet overeind. In de Europese norm is dit terug te vinden door de definities goed te lezen. Voor Sa wordt de toelaatbare lekkage uitgedrukt als functie van de naadlengte. Daarbij staat (verderop, bij de uitvoering van de test) tevens welke naden worden meegeteld: de aansluiting tussen vaste en beweegbare delen maar niet de drempel, en de naad tussen kozijn en wand. Voor S200 is het eenvoudiger: daarbij wordt alleen gekeken naar de totale lekkage van de gehele constructie. Maar dan de NEN 6075. Hier komen we niet weg met alleen de definities goed lezen. Want een simpele ‘wand’ staat daar niet. Wel een ‘scheidend bouwdeel’ en zelfs een ‘kaal scheidend bouwdeel’. Iets als een wand (of bijvoorbeeld een vloer) lijkt dan als scheidend bouwdeel te kunnen worden aangemerkt. Een wand die ‘alleen maar een wand’ is, dus zonder zaken als deuren en doorvoeringen, is dan een kaal scheidend bouwdeel. En neem de definitie van een naad: dat is de afsluiting tussen (onder andere) twee scheidende bouwdelen. Die bouwdelen mogen dan strak tegen elkaar aanzitten of door een dunne (wat is dun?) luchtlaag worden gescheiden. Helder, lijkt het. Laten we dat eens loslaten op de rookdoorlatendheid van een wand, gemakshalve een wand zonder toeters en bellen – geen doorvoeringen, geen deur. En laten we de rookdoorlatendheid bepalen op basis van de lekkage, niet op basis van de brandwerendheid. Via NEN 6075 hoofdstuk 5.3 komen we dan in hoofdstuk 6.9 voor het ‘kale scheidende bouwdeel’ oftewel de wand – er is geen hoofdstukje ‘wand’, dat zou te simpel zijn. Onduidelijk is of dat kale scheidende bouwdeel dan in of exclusief de naden langs de randen is, maar aangenomen mag worden dat de naden afzonderlijk moeten worden gemeten. Daarvoor kun je immers terecht in hoofdstuk 6.7. We moeten dus de lekkage van de wand zelf bepalen, en die van de naad. Dus moet de rookdoorlatendheid voor Sa en S200 worden gemeten en getoetst aan de grenswaarden. Bij naden is daarbij in NEN 6075 een toelaatbare lekkage per strekkende meter gegeven. Dat lijkt logisch: meer naad, meer lekkage. Bij een wand niet, daar geldt alleen een toelaatbare lekkage van 20 m3/h. Hoe groot mag die wand dan zijn? Even groot als getest? Of mag, als tijdens de test een kleinere lekkage is bepaald, de wand in praktijk ook groter zijn dan getest? Interessante vragen, maar je hebt al snel een goede adviseur (die ook goed op de hoogte moet zijn van de testmethode) nodig voor de eindconclusie. Misschien een interessant onderwerp om eens een groter artikel aan te wijden!

Jacques Mertens Senior adviseur laboratorium bij Peutz

This article is from: