7 minute read

Game over voor het massatoerisme? “Minder gejakker, meer bewustzijn”

Tekst Camille Vernin

REIZEN NA DE PANDEMIE

DE MASSA VOORBIJ

XXXXXXX XXXXXXX XXX

De grenzen gaan weer open en steeds meer mensen vertrekken opnieuw op reis. Maar gaan we terug naar het massatoerisme, of kan het toch anders, beter, bewuster?

TIJDENS DE LOCKDOWNS ZAGEN WE WAT TOERISME MET ONZE PLANEET DOET

‘Ik heb maar één angst: dat het populair zal worden. Nu al komen ze uit Madrid, straks komen ze ook uit Parijs (…). Dan zal Biarritz, dit zo landelijke, rustieke en nog zo authentieke dorp worden ingenomen door de nare honger naar geld (…). Dan zal Biarritz niet langer Biarritz zijn,’ schreef Victor Hugo al in 1843. Massatoerisme is dus zeker geen recent fenomeen, maar het heeft in de afgelopen jaren wel krankzinnige proporties aangenomen. In 1950 waren er 25 miljoen toeristen die een buitenlandse reis maakten, in 2019 liep dat op tot een recordaantal van 1,5 miljard. Zonder de pandemie zou dat cijfer vorig jaar in de richting van 2 miljard zijn gegaan, volgens de World Travel & Tourism Council (WTTC). Het fenomeen is gelinkt aan de bevolkingsgroei, maar dat is niet de enige factor. Al in 1850 richtte een zekere Thomas Cook het allereerste reisbureau op, maar pas in de jaren 1950 werd het reizen meer algemeen toegankelijk dankzij een sterke economische groei en een betere levensstandaard. De inkomens stegen en het betaald verlof werd langer. De toename van auto’s, betere wegen en goedkoop luchtvervoer maakte toerisme steeds gemakkelijker. Toeristenbureaus begonnen het publiek te verleiden met all-in vakanties in paradijselijke oorden, en er kwamen hotelketens met een zeer grote capaciteit en goedkope vakantiedorpen.

Toen we in ons kot bleven

Reizen is steeds minder vermoeiend geworden voor wie het kan betalen, zodat je inmiddels over de hele wereld toeristen tegenkomt, zelfs op onbewoonde plaatsen. Bovendien is reizen geïndividualiseerd. Voor de pandemie leverde de toeristenindustrie 9,2 miljard dollar op, goed voor 10,4% van de wereldwijde rijkdom. De branche vertegenwoordigde 10,6% van de werkgelegenheid en was daarmee een van de tien grootste sectoren. Maar het coronavirus bracht daar een schokkende verandering in, want in 2020 kelderde het wereldwijde toerisme met meer dan 70%. “Zelfs de wereldoorlogen hadden niet zo’n terugval veroorzaakt. Het inkomstenverlies wordt geschat op meer dan 1000 miljard dollar,” schrijft Rémy Knafou in zijn boek ‘Réinventer le tourisme’. Het was een enorm verlies, maar tegelijkertijd begonnen we te beseffen wat een enorme negatieve impact het wereldwijde toerisme heeft. In Peru zag Machu Picchu de brilbeer weer opduiken in gebieden waar het dier niet meer voorkwam. In Thailand, waar het aantal toeristen tijdens de pandemie met 83% daalde, zijn steeds meer zeedieren waargenomen, waaronder met uitsterven bedreigde schildpadden en walvishaaien. Om het herstel van de fauna en flora te bevorderen, heeft Thailand nu beslist om de toegang tot ruim 150 nationale parken gemiddeld drie maanden per jaar te beperken. Dichter bij huis is het in Venetië nog nooit zo rustig geweest als tijdens de pandemie, toen er geen enkele toerist rondliep. Voor het eerst konden de Venetianen over een uitgestorven San Marcoplein wandelen. Een unieke kans voor La Serenissima om het bewustzijn te vergroten. De stad moest zich dringend afvragen hoe de zee van toeristen in de toekomst kon worden ingedamd, want nu de gezondheidsbeperkingen geleidelijk worden opgeheven, stromen ze alweer toe. In 2022 zal je moeten reserveren én betalen om de stad te kunnen bezoeken, voor de prijs van drie tot tien euro, afhankelijk van het seizoen. De autoriteiten overwegen zelfs om draaihekken te installeren bij de verschillende toegangspunten om het komen en gaan in de stad onder controle te houden. Sommigen vrezen dat Venetië daardoor nog meer in een ‘openluchtpretpark’ zal veranderen. Met deze maatregelen willen ze het aantal ‘hit-and-runtoeristen’ beperken. “Er zijn mensen die in één dag de hele stad doorkruisen, van monument naar monument rennen, niet ter plaatse slapen en weinig consumeren,” legt Rémy Knafou uit. “Die onpopulaire toeristen vervuilen en overbelasten de stad, dus door hen te laten betalen kunnen de kosten voor het onderhoud gecompenseerd worden. Maar

VOORTAAN MOET JE RESERVEREN OM VENETIË TE KUNNEN BEZOEKEN

daarmee zullen we het aantal toeristen echt niet inperken.” De Dogenstad is niet de enige die een nieuwe start wil maken. Hetzelfde geldt voor Barcelona, Berlijn, Bali, Bangkok, Londen en Parijs, maar ook voor Dubrovnik en Marrakech en Agra met zijn Taj Mahal.

Hoe alternatief is alternatief?

Een van de meest genoemde oplossingen is de ontwikkeling van een ‘duurzaam’ of ‘alternatief’ toerisme. Daarbij worden we aangemoedigd om de platgetreden paden te verlaten en op zoek te gaan naar authentieke gemeenschappen. ‘Kies voor het eiland Lido in plaats van Venetië, bezoek Calakmul in Mexico in plaats van Machu Picchu!’ wordt er gelobbyd. In dezelfde sfeer zitten oproepen om nieuwe ervaringen uit te proberen in harmonie met mens en natuur – van ecolodges en glamping tot ‘mensbewust’ toerisme. Zou dat een antwoord op het massatoerisme zijn? “Dat zijn toeristische niches die evengoed het massatoerisme voeden,” aldus Rodolphe Christin in zijn ‘Manuel de l’antitourisme’. “Ze verzinnen gewoon producten die weer nieuwe klanten aanspreken, met als gevolg dat steeds minder plaatsen aan het toerisme ontsnappen.” De discussie over alternatieve plekken is volgens hem vooral een marketingargument dat het probleem alleen maar voor zich uit schuift. Rémy Knafou denkt er ook zo over: “De platgetreden paden verlaten trekt een niche-klantenkring aan die doorgaans een hoog budget heeft en op zoek is naar plekken die ze nooit eerder hebben gezien, maar vooral naar een manier om zich te onderscheiden van de massa. Eigenlijk bestaat er maar één soort toerisme: massatoerisme.”

Schoon schip maken

Hoe kunnen we toch blijven reizen zonder ons schuldig te voelen? Zijn we dan echt allemaal gedoemd om op vakantie de planeet en de rust van de plaatselijke bewoners aan onze laars te lappen en het erfgoed te bederven, of moeten we voortaan braaf op de uitgestippelde routes blijven wandelen? Als je aan de andere kant van de wereld een koppel met een Trotter-gids tegenkomt dat jouw taal spreekt, is de lol er toch een beetje af. Volgens reisexperts kunnen er een aantal maatregelen worden genomen. In de eerste plaats kunnen we het transport reglementeren, onder meer door te kiezen voor schonere schepen (het Noorse bedrijf Hurtigruten en het Franse Ponant hebben de zware stookolie al in de ban gedaan). Ook het gebruik van vliegtuigen moet aan regels worden onderworpen. Aangezien ‘schone’ vliegtuigen met een lage CO2-uitstoot voorlopig nog een langetermijnproject zijn, kan een prijsverhoging de mensen misschien afschrikken. Oostenrijk heeft al beslist dat vliegtickets minimaal 40 euro moeten kosten. Dat is ook het minimum dat in Frankrijk wordt geëist door het Nationaal Syndicaat voor Lijnpiloten “om

MAAK VLIEGEN DUURDER EN BIED BETER ALTERNATIEF TRANSPORT

milieu- en sociale dumping te voorkomen”. Belasting heffen op vliegtickets of frequent flyers en zakenreizen beperken behoort ook tot de mogelijkheden Dan moet het wel stukken makkelijker gemaakt worden om alternatieven met een lage CO2-uitstoot te gebruiken, zoals de trein. Al die maatregelen kunnen er uiteraard alleen komen als er vanuit de politiek naar gestreefd wordt, en als het electoraat beseft hoe nodig dit is. Verder zien we hier en daar al dat het aantal bezoekers op plekken die al verzadigd zijn, beperkt wordt via quota. Rémy Knafou vertelt hoe de bijzonder kwetsbare site ‘The Wave’ in Arizona een loting heeft ingevoerd om per dag 20 mensen toe te laten. “Zo krijgen ook maar 5000 mensen per dag toegang tot Machu Picchu (Peru) voor een bezoek van maximaal vier uur,” voegt hij eraan toe. In 2018 hebben de Filippijnen het eiland Boracay voor zes maanden gesloten. Het stukje paradijs was onder invloed van het massatoerisme veranderd in een ‘beerput’, om de president van het land te citeren. Eudes Girard, geograaf en auteur van ‘Du voyage rêvé au tourisme de masse’, ziet nog een andere mogelijke maatregel: de wildgroei van toeristische verhuurlocaties indammen en de bouw van nieuwe hotels verbieden. In Barcelona is een wet ingevoerd over het aantal beschikbare bedden (momenteel geschat op 175 000). Venetië verbiedt sinds 2017 de opening van nieuwe hotels in het stadscentrum. Amsterdam heeft de verhuur aan toeristen beperkt tot 30 dagen per jaar, de opening van nieuwe souvenirwinkels verboden en touringcars voor toeristen uit het centrum verbannen. Parijs overweegt om hetzelfde te doen en beperkt al de Airbnb’s.

Waarom moéten we op reis?

“Toerisme is uitgegroeid tot een sociale norm, een symbool van succes,” zegt Eudes Girard, die het zinloos vindt om het massatoerisme aan de kaak te stellen. “Ik zie niet in waarom we mensen zouden beletten om op hetzelfde moment naar dezelfde plaatsen te gaan.” Rodolphe Christin gaat terug naar de basis en vraagt zich af: “Waarom is toerisme een essentiële activiteit geworden? Waarvan is het een symptoom? Zijn onze leefomstandigheden en dagelijkse omgeving zo ondraaglijk geworden dat we reizen nodig hebben om het vol te houden? We zouden ons moeten afvragen: wat gaan we elders zoeken dat we ook hier zouden kunnen vinden?” Ondertussen voorspellen trendwatchers nu al een piek in ‘revenge travel’, reizen als reactie om het verlies van vrijheid tijdens de coronapandemie te compenseren. Maar zou het niet deels een oplossing zijn als we de weg belangrijker vinden dan de bestemming? Minder maar beter en langer reizen om het afgestomptereizigerssyndroom te vermijden en goed nadenken over wat we in feite willen bereiken? Met andere woorden, onze gewoontes in vraag stellen. Of zoals Rodolphe Christin het verwoordt: “minder gejakker, meer bewustzijn”.

This article is from: