8 minute read
GETUIGENIS Mentaal zwaar? Niks zeggen!*
Mentaal zwaar?
niks zeggen.
In België krijgt één op de vijf vrouwen ooit te maken met een depressie. En hoewel het thema steeds toegankelijker wordt omdat meer en meer bekende mensen er openlijk over praten, blijft het onderwerp in de taboesfeer hangen. Wat het leven van de slachtoffers er niet makkelijker op maakt. Enkele getuigen en experts aan het woord.
Tekst Émilie Poyard Illustratie Stefania Tejada
“AAN IEDEREEN DIE NU LIJDT, IK HOOP DAT JE WEET DAT JE NIET ALLEEN
BENT”, stak Selena Gomez in april op Instagram haar fans een hart onder de riem. Met die boodschap zette ze haar volgers aan om over psychische problemen te praten en hulp te zoeken. Toen Gomez in 2016 een loopbaanonderbreking moest nemen, was ze een van de eersten die publiekelijk haar depressies en angststoornissen besprak. Ze vertelde ook over lupus, de auto-immuunziekte waar ze aan lijdt. Lichamelijke en mentale gezondheid in één adem bespreken, bleek een kleine revolutie. In ons land spreken BV’s als Selah Sue, Otto-Jan Ham en heel wat anderen zich al langer openlijk uit over hun angstaanvallen en depressieve periodes. Sinds een paar maanden gaat het thema opnieuw over de lippen: Meghan Markle vertelde in haar beruchte interview met sterjournaliste Oprah Winfrey over haar zelfmoordgedachten, Lady Gaga gaf toe dat ze aan zelfverwonding deed en ook prins Harry klapte uit de biecht over zijn jarenlange therapie. Samen met Oprah coproduceerde hij trouwens de documentairereeks The Me You Can’t See(1), een leerzame en bevrijdende reeks. “Wanneer personaliteiten met een benijdenswaardig professioneel of amoureus leven over hun problemen praten én over wat hen heeft geholpen, krijgen mensen een bredere kijk op geestelijke gezondheid”, zegt psychiater Jean-Victor Blanc. “We hebben vaak een eenzijdig beeld van psychische stoornissen, we associëren het met geweld, of met iets denkbeeldigs ‘tussen de oren’. Maar als mensen er op een positieve manier over praten, wekt dat begrip en empathie op. Want als die ene zangeres die je bewondert naar de psychiater gaat, waarom zou jij het dan niet doen?” Blanc wil de vooroordelen aanpakken die de popcultuur(2) ons inpeperde en betreurt dat er in eigen land niet meer iconische rolmodellen opstaan, zoals Selena Gomez of Mariah Carey, die over haar bipolaire stoornis vertelde. “Het is een effectieve manier om psychische stoornissen te destigmatiseren en mensen hoop te geven”, benadrukt hij. Ook in de sportwereld borrelt de problematiek op. “Soms heb ik het gevoel dat ik het gewicht van de wereld op mijn schouders draag”, schreef de Amerikaanse turnster Simone Biles op Instagram. Eind juli gaf de turnster verschillende evenementen op de Olympische Spelen van Tokio op, met de uitleg dat ze “tegen haar demonen vocht” en “zich wilde concentreren op haar geestelijke gezondheid”. Op 3 augustus maakte de 24-jarige Amerikaanse haar comeback op de balk en won de bronzen medaille. Een indrukwekkende prestatie. Ook tennisster Naomi Osaka sprak het verlangen uit om geestelijk gezond te blijven: “Ik heb sinds de US Open in 2018 last gehad van langdurige depressies en ik wist niet hoe ik ermee om moest gaan”, schreef ze een paar dagen na haar klinkende terugtrekking uit Roland-Garros.
“HET VRAAGT VEEL MOED OM DIT ALS SPORTKAMPIOEN UIT TE SPREKEN”, zegt Meriem Salmi(3), ook wel de ‘kampioenenpsychologe’ genoemd. Al bijna dertig jaar ijvert zij ervoor om psychologische ondersteuning van sporters niet langer te beschouwen als een teken van zwakte. “Ze zijn bang om buitengesloten of belachelijk gemaakt te worden, want zelfs tot vandaag is het in de topsport beschamend om een depressie door te maken of angststoornissen te hebben. Sporters worden gezien als onverslaanbaar en onkwetsbaar. Alsof ze niet in de eerste plaats gewoon mens zijn, een moeilijk verleden kunnen meedragen of te kampen kunnen krijgen met lastige gebeurtenissen in hun leven.” Meriem Salmi zag al vaak atleten in duizend stukjes breken: “Sporters hebben een hoge pijndrempel, ze zijn in staat om meer dan gemiddeld lichamelijk en geestelijk lijden te verbijten, maar hun kracht kan net hun kwetsbaarheid worden: soms gaan ze te ver en weten ze niet meer hoe te stoppen.” Dat overkwam Pauline Ferrand-Prévot, 29 en een van de beste vrouwelijke wielrenners. De medaille ontglipte haar deze zomer op de Olympische Spelen van Tokio in het mountainbiken, maar dat had niets te maken met de race in Rio die ze in 2016 moest opgeven. “Alles in mij zei toen: ‘stop!’. Mijn lichaam, mijn hoofd, mijn hart. Ineens ging er een enorm gevoel van ‘genoeg!’ door me heen”, herinnert de drievoudig wereldkampioene zich. Ze zette toen effectief haar fiets vier maanden aan de kant. Voor haar was het alsof ze een
vuurproef doorstond, maar ook een soort innerlijke breuk. Het begon allemaal met een blessure. “Omdat de diagnose lang duurde, dachten sommigen in mijn team dat ik deed alsof: dan krijg je een emotionele dreun bovenop de fysieke kwetsuur. Ik begon me inderdaad af te vragen of het niet allemaal tussen mijn oren zat. In de sport maken we onszelf sterk met de schadelijke overtuiging dat luisteren naar onszelf synoniem is met klagen en zwak zijn”, geeft de topsportster toe. Maar na een jaar werken aan zichzelf onder begeleiding van een psychotherapeut, kwam ze er als herboren uit. “Het was de zwaarste beproeving die ik ooit doorstond, veel zwaarder dan de Olympische Spelen of een wereldkampioenschap. Maar het was ook de periode waar ik het meest uit leerde. Ik vond mezelf terug, en voel me nu veel zelfverzekerder en gelukkiger dan voorheen.”
JE GEESTELIJKE GEZONDHEID VOOR LATEN GAAN IS SOMS EEN KWESTIE
VAN OVERLEVEN. En toch. Terwijl sommigen – ondanks sterke economische of professionele belangen – erin slagen om te kiezen voor zichzelf en even alles stop te zetten, lukt het anderen niet om de nodige hulp te zoeken. Neem Sophie, 45, die in april 2020 de grond onder haar voeten voelde wegzakken: “Ik stortte totaal in en twijfelde aan alles: mijn relatie, mijn baan, mijn leven. Telewerken met de kinderen in huis tijdens de lockdown was de druppel die de emmer deed overlopen. Ik lijk er niet uit te geraken, maar ik ben zo bang om naar een therapeut te gaan.” Met het taboe dat nog steeds bestaat, is het inderdaad niet makkelijk om de stap naar hulpverlening te zetten. “De idee dat we zorg moeten dragen voor onze geestelijke gezondheid, is nog niet helemaal doorgedrongen tot de publieke opinie. Onze psyche is iets onzichtbaars, een vaag onderwerp dat sommigen nog steeds associëren met waanzin. Alsof de stap naar de therapeut je dan doet kantelen naar de andere kant”, legt psychiater Fatma Bouvet uit. Een vreemde vaststelling als je de cijfers ziet, want wereldwijd krijgt één op de tien mensen in zijn leven te maken met een depressie. En vrouwen zijn twee keer zo kwetsbaar als mannen. Velen van hen geloven nog steeds (verkeerdelijk) dat alleen zwakke mensen zich laten behandelen voor een psychische stoornis. “Ik schaam me omdat ik mezelf niet herken”, geeft Aurélie, een accountant van 36, toe. “Ik ben van nature heel dynamisch, maar al maanden sleep ik mezelf voort. Ik heb nergens nog zin in, voel me fysiek zwak, maar heb geen idee waarom. Ik ben ook bang om mijn man en vrienden hierover aan te spreken, misschien verandert dat hun beeld over mij.” Uiteindelijk maakte ze een afspraak met een psycholoog ver weg van haar thuisstad, in haar agenda noteerde ze een afspraak met een schoonheidsspecialiste. Toch kan deze eerste stap haar meer opbrengen dan ze nu vermoedt... “Depressie is een soort algemene breakdown – motorisch en emotioneel – die vaak gepaard gaat met verdriet, chronische vermoeidheid, zelfs uitputting of donkere gedachten. Maar met psychotherapie en de nodige medicatie kan je er weer bovenop geraken en het leven weer zien zoals voorheen”, legt Fatma Bouvet uit, die zich al jaren inzet voor de geestelijke gezondheid van vrouwen. Ze trekt aan de alarmbel: “Doordat vrouwen kost wat kost willen volhouden, storten ze uiteindelijk in. Tijdens de lockdown hebben we gezien hoe het voor veel vrouwen catastrofaal werd. En het is nog niet voorbij.” Sommige cliënten hingen smekend aan de telefoon om een afspraak te kunnen maken, terwijl haar agenda al lang volgeboekt was.
Jean-Victor Blanc, psychiater.
Er is een voelbaar gebrek aan professionals, omdat het taboe van de psychiatrie ook de medische beroepswereld beïnvloedt: het vakgebied trekt te weinig studenten aan. Ook de kosten voor een degelijke therapeutische behandeling verhogen de drempel naar hulpverlening. In Vlaanderen worden sinds kort klinische psychologen gedeeltelijk vergoed, maar dat geldt niet voor alle andere therapeutische hulpverleners die nochtans nodig zullen zijn als de wachtlijsten bij de terugbetaalde diensten oplopen. Er zijn in de praktijk dus nog steeds te veel obstakels die de toegang tot algemene psychische zorg belemmeren.
OOK JULIE KOMT VAN VER. IN 2019 LEED ZIJ AAN EEN DEPRESSIE. “Het overlijden van een dierbare, gezondheidsproblemen, een aantal tegenslagen… het stapelde zich op. Ik daalde af naar de hel: ik sliep of at niet meer, ik was psychotisch en ik kon niet meer voor mijn zoon zorgen. Het ging heel ver. Mijn psychiater zei: ‘je bent als een heliumballon. Je moet nu langzaam afdalen om te voorkomen dat je halverwege de vlucht uiteenspat.’” Julie moest een moeilijke keuze maken. Ze heeft zich laten opnemen, maar niet in haar omgeving. “Er hangt een groot taboe rond, een soort geheimhouding. Als je nog nooit in een psychiatrische instelling bent binnengeweest, dan denk je dat je naar een gekkenhuis gaat. Dat is niet zo, en het was de beste beslissing die ik kon nemen. Ik had die hulp echt nodig.” Uiteindelijk is ze er één maand gebleven. “Als ik mensen vertel dat ik ingestort ben, bedanken ze me dat ik erover durf te praten. Er zijn veel meer mensen die iets gelijkaardigs beleven dan je zou denken.” Niet langer in stilte en eenzaamheid lijden. Anderen vertrouwen en hulp zoeken. Zonder oordeel luisteren naar onze dierbaren die in nood zijn. Is ook dat niet een stukje de wereld van morgen, waar we naar verlangen?