![](https://assets.isu.pub/document-structure/210622100625-fc029b6572a53e1463b8ffafaf1b4c39/v1/9c57884b220c177c306512c4144918b7.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
2 minute read
Samenwerking .......................................................................................................................... 36 Samenwerking
SAMENWERKING
Samenwerking
Als je werkt, krijg je met collega's te maken. Je werkt vaak in een team. Samenwerken met collega's is heel belangrijk. Vergelijk het maar met een sportteam: als je goed samenspeelt, is het resultaat veel beter. Behalve met collega's werk je ook samen met je leidinggevende. Samenwerken betekent werkzaamheden afstemmen. Je maakt afspraken met je collega's over wie welke werkzaamheden uitvoert.
Samenwerken
Overal waar mensen met een doel bij elkaar komen, wordt samengewerkt. Het doel is een resultaat dat samen bereikt moet worden. Samenwerken is dan ook samen een doel bereiken.
Samenwerken in een team.
Je werkt samen als je dingen niet alleen kunt of als het samen sneller gaat. Samenwerken heeft dus niet alleen met werk te maken. Overal waar je samen een doel wilt halen, werk je samen. Op school wil je samen iets leren, een sportteam wil samen winnen en een themapark wil met zijn medewerkers hun gasten een leuke tijd bezorgen en winst maken. Als je goed samenwerkt, ga je niet alleen met meer plezier naar je werk; het resultaat is ook beter. Als je goed samenwerkt, presteer je niet alleen meer, het is ook gezelliger. Samenwerken gaat beter als: • iedereen belang heeft bij samenwerking • iedereen bereid is afspraken te maken • het doel voor iedereen duidelijk is • iedereen vertrouwen in elkaar heeft • het groepsbelang groter is dan het eigenbelang.
Een goed werkklimaat is belangrijk om met plezier naar je werk te gaan. Het werkklimaat bepaalt hoe mensen zich op het werk voelen en hoe ze kunnen presteren. Zo kan er sprake zijn van: • een gespannen of juist ontspannen sfeer • een koele of juist warme sfeer • een verziekte of juist gezonde sfeer.
Bij een goed werkklimaat voelt iedereen zich prettig. Dat betekent een ontspannen, warme en gezonde sfeer. Dit stimuleert mensen om betere prestaties te leveren.
Opdracht 1 Samenwerken
a. Omschrijf in je eigen woorden wat jij onder samenwerken verstaat.
b. Wat zijn de voordelen van samenwerken?
c. Geef van elk voordeel een voorbeeld.
Opdracht 2 Goed samenwerken?
a. Beschrijf een situatie waarin je goed met anderen hebt samengewerkt.
b. Beschrijf een situatie waarin je niet goed met anderen hebt samengewerkt.
c. Waarom vind je dat er in de ene situatie wel en in de andere situatie niet goed samengewerkt is?
d. Wat kun je doen om de samenwerking te verbeteren?
Opdracht 3 Samenwerking in de klas
a. Wat vind je van de samenwerking in de klas?
b. Wat gaat goed en wat gaat minder goed?
c. Hoe verloopt de samenwerking tussen jou en de docenten?
d. Noem een voorbeeld waar dat goed gaat en een voorbeeld waar dat minder goed gaat.
e. Hoe komt het dat het met de ene docent beter gaat dan met de andere?
f. Wat zou je kunnen doen om de samenwerking te verbeteren?