![](https://assets.isu.pub/document-structure/210622104417-480c8893ed7f978df1f12db441e2237a/v1/86d897e79c0ef3f93168d5bde349ccc4.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
3 minute read
Tips-voor-het-begeleiden-van-sporters-of-gasten
b. Waarom denk je dat?
c. Kun je je voorstellen dat je ook de andere stijl wel eens toepast? Leg je antwoord uit.
d. Geef van iedere stijl een voorbeeld uit je eigen ervaring.
e. Wat vond je van deze begeleidingsstijl in die situatie?
Het goed begeleiden van activiteiten gaat niet vanzelf, dit heb je vaak eerst heel veel geoefend. Door het oefenen en het vragen van feedback kun je jezelf steeds verder ontwikkelen.
In het begin assisteer je vaak een collega. Door te kijken naar je collega's en je leidinggevende kun je groeien in het begeleiden van activiteiten. Je ziet hoe zij het aanpakken en wat juist wel of niet werkt. Dat kun je meenemen in je eigen leerproces.
Voor het goed begeleiden van activiteiten is het handig om de volgende kwaliteiten goed te ontwikkelen en te beheersen: 1. structureren
Je maakt afspraken en biedt duidelijkheid en structuur. Zo weet iedereen wat er van hem verwacht wordt en verloopt de activiteit soepel. 2. stimuleren
Je enthousiasmeert, stimuleert, complimenteert en legt de nadruk op wat goed gaat. Je zorgt voor een ontspannen sfeer. 3. individueel aandacht geven
Je zorgt dat iedere sporter of gast zich gezien en erkend voelt. Je laat zien dat je iedereen ziet en hoort. Verdeel je aandacht.
Sporters en gasten horen zich thuis te voelen tijdens hun deelname aan de activiteiten. In een veilige en prettige omgeving beleven ze meer plezier. Ook zullen ze er dan sneller iets van leren. Als medewerker sport en recreatie heb jij hier een belangrijk aandeel in. Je begeleidt, coacht, stimuleert en enthousiasmeert. Als jij je fijn voelt en goed functioneert, heeft dit een positief effect op je sporters of gasten.
Stimuleren en enthousiasmeren.
Als begeleider geef jij het goede voorbeeld aan je sporters en gasten. Als jij je respectvol gedraagt en sportief gedrag vertoont, doen zij het ook. Stel jij je positief op na verlies of een andere tegenslag en behandel jij iedereen gelijk? Dan leren zij dat ook. Jij bent het voorbeeld en geeft de grenzen aan. Hoe duidelijker jij bent, hoe prettiger jouw activiteit verloopt.
Tips!
Organisatie
• Ontvang je sporters of gasten al bij de kleedruimten. Hier kun je al zien hoe de stemming is. • Zorg voor overzicht voor jezelf en je sporters of gasten. • Maak kleine groepen. • Zorg waar mogelijk voor een veilige en vaste structuur. Steeds dezelfde tijd, dezelfde plaats en een vaste opbouw van de activiteiten. • Beperk het aantal regels, maar hanteer de regels strikt en consequent. • Zorg voor succesbeleving. • Geef de groep verantwoordelijkheid.
Gedrag van de medewerker sport en recreatie
• Geef heldere en duidelijke begeleiding. • Wees duidelijk in wat je van je sporters of gasten verwacht.
• Benadruk positief gedrag. • Geef complimenten. • Geef vooral complimenten voor de inzet en leg minder nadruk op het resultaat. • Reageer adequaat op afwijkend gedrag.
Gebruik hierbij ‘ik-boodschappen’ . • Bij storend gedrag: zeg precies wat je ziet en waarom je het gedrag storend vindt. • Probeer niet boos of verdrietig te zijn. • Benadruk de sterke en positieve kanten van een sporter of gast. • Houd rekening met de zwakke kanten van een sporter of gast. • Zorg dat je goed te volgen en te begrijpen bent. • Behandel iedereen gelijkwaardig, maar niet gelijk.
Opdracht 9 Zo doe ik dat!
Sporters en gasten stimuleren deel te nemen aan sportieve en recreatieve activiteiten is een belangrijk onderdeel van je werk. Hoe je sporters of gasten stimuleert en enthousiast maakt, hangt voor een deel samen met je vaardigheden en houding; met je persoonlijke stijl.
Hoe maak jij sporters of gasten enthousiast? Wat zeg je en wat doe je? Wat is jouw persoonlijke stijl? a. Dit hoor je mij allemaal zeggen:
b. Dit zie je mij allemaal doen:
c. Als je dat allemaal zegt en doet, welke begeleidingsstijl past daar dan het beste bij?
Autoritair / Laisser-faire d. Leg je antwoord uit.
e. Als je dat allemaal zegt en doet, welke specifieke vaardigheden passen daar dan bij? • sociale vaardigheden:
• cognitieve vaardigheden: