2 minute read

Ontwikkelingsfactoren

Next Article
Sportkleding

Sportkleding

Behalve naar de leeftijd, kijken we ook naar de onderdelen van de ontwikkeling die kenmerkend zijn voor die leeftijd. We noemen dit ontwikkelingsfactoren die de ontwikkeling van de mens bepalen. Ontwikkelingsfactoren zijn er op drie gebieden: • lichamelijke of motorische ontwikkeling • cognitieve ontwikkeling: alles wat met denken te maken heeft • sociaal-affectieve ontwikkeling: alles wat met gevoel te maken heeft.

Bij de motorische ontwikkeling gaat het om bewegen en leren bewegen. Er zijn twee soorten motoriek: grove en fijne. Bij het ontwikkelen van de grove en fijne motoriek spelen de zintuigen een belangrijke rol. Het ontwikkelen van de grove motoriek gaat meestal gemakkelijker dan ontwikkelen van de fijne.

De grove motoriek gaat over de grote bewegingen die je maakt zonder er veel over na te denken. Het zijn bewegingen die je vanzelf leert: zwaaien, lopen, rollen, kruipen; Bewegingen die je dagelijks doen en die weinig moeite kosten.

Geschikte activiteiten voor de ontwikkeling van de grove motoriek zijn: • balspelen: overgooien en rollen • lopen over een bank • zwemmen.

Grove motoriek: zwemmen.

De ontwikkeling van de fijne motoriek vraagt meer aandacht. Hierbij gaat het om de kleinere bewegingen, waarover je vaak moet nadenken: schrijven, veters strikken, tekenen. De ontwikkeling van de fijne motoriek start meestal pas echt op de basisschool. In groep 1 en 2

leert het kind knippen, plakken, prikken en tekenen. Een opdracht waarbij het kind iets moet uitprikken, is een voorbereiding op het leren schrijven. Geschikte activiteiten voor de ontwikkeling van de fijne motoriek zijn: • kralen rijgen • tekenen • puzzelen • kleien • knikkeren.

Voor het rijgen van kralen maak je gebruik van je fijne motoriek.

Een bijzonder onderdeel van de ontwikkeling van de motoriek is de sensomotorische ontwikkeling. De sensomotorische ontwikkeling gaat over de zintuigen: ruiken, voelen, zien, horen en proeven. Sensomotoriek gaat over de samenwerking tussen de zintuigen en de bewegingen. Je moet immers goed kunnen voelen als je iets wilt oppakken. Je moet afstand kunnen schatten bij het vangen van een bal, je evenwicht kunnen bewaren bij het lopen over een balk. Ook moet je kunnen ruiken bij het bereiden van eten.

Sensomotoriek.

Opdracht 5 Ontwikkelingsfactoren

a. Noem de drie factoren die de ontwikkeling van de mens bepalen.

Ontwikkelingsfactor

1.

Eigen voorbeeld

2.

3.

b. Geef bij elke factor in de tabel een voorbeeld dat kenmerkend is voor jouw eigen ontwikkeling.

Opdracht 6 Grove of fijne motoriek

Maak je gebruik van de fijne of de grove motoriek bij het doen van de genoemde activiteit? Zet een X in de juiste kolom.

Activiteit

Schrijven Lopen Een boutje op een moer draaien Een verslag typen op de computer Een hinkelspel doen

Fijne motoriek Grove motoriek

This article is from: