6 minute read

Doelgroepen-naar-interesse-en-motieven ........................................................................ 105 Doelgroepen-naar-interesse-en-motieven

Next Article
Sportkleding

Sportkleding

DOELGROEPEN NAAR INTERESSE EN MOTIEVEN

Doelgroepen naar interesse en motieven

Als medewerker sport en recreatie is het belangrijk te weten met welke interesse en motieven sporters of gasten bij jou komen om te sporten of te recreëren. Mensen hebben vaak meerdere motieven om deel te nemen. De ene keer speelt het ene motief een hoofdrol en de andere keer een andere. Als je iemands motief kent, kun jij je manier van begeleiden daarop afstemmen. Je gaat tenslotte anders om met iemand die heel goed wil worden in datgene wat jij aanbiedt dan met iemand die vooral komt voor de gezelligheid.

Motieven om te sporten en/of recreëren kunnen zijn: • vrijetijdsmotief • gezondheids- en fitheidmotief • sociaal motief • compensatiemotief • prestatiemotief • intrinsiek motief • extrinsiek motief.

Vrijetijdsmotief

Voor veel mensen is sporten of recreëren gewoon een leuke en plezierige invulling van de vrije tijd. Dit motief gaat gepaard met andere motieven en geldt eigenlijk bijna altijd. Misschien beroepssporters uitgezonderd.

Gezondheids- en fitheidmotief

Tegenwoordig zijn er in Nederland veel mensen met overgewicht. Bij veel ouderen maar ook al bij kleuters is dit een toenemend probleem. De groep mensen die zal gaan bewegen vanuit een gezondheids- en fitheidmotief groeit.

Sociaal motief

Voor veel mensen is bewegen en recreëren een manier om andere mensen te ontmoeten, het gezellig te hebben en samen iets te doen.

Sociaal motief of gezondheidsmotief of ….

Compensatiemotief

Veel mensen in onze samenleving doen werk waarbij zij weinig bewegen. Wanneer je de hele dag moet zitten en bezig bent met je hoofd, zijn sport en recreatie goede middelen om je lichamelijk uit te leven. Als je in je werk weinig beweegt en niet al te veel uitdagingen hebt, kan avontuurlijk sporten letterlijk en figuurlijk wat meer actie in je leven te brengen. Hiermee compenseer je als het ware het stilzitten.

Prestatiemotief

Veel sporters sporten omdat zij een prestatie willen leveren. Voor andere sporters kan de prestatie juist liggen in het willen winnen van anderen en ze zullen dit als belangrijkste onderdeel van hun prestatie zien.

Intrinsiek motief

Sporten en recreëren is voor velen van ons gewoon leuk en fijn om te doen. De drang om te bewegen komt dus uit henzelf. Dit noemen wij het intrinsieke motief.

Omdat het leuk is.

Extrinsiek motief

Soms ligt het motief om aan sport te doen buiten de keuze van de sporter zelf. Andere mensen kunnen soms druk uitoefenen en dan spreken we van een extrinsieke motivatie voor sporten en bewegen.

Opdracht 1 Motieven om te sporten

a. Noem drie motieven die voor jou een reden zijn om te sporten en/of te bewegen.

b. Zet de drie motieven in volgorde van belangrijkheid voor jou.

c. Bespreek je motieven met een klasgenoot. Leg uit waarom deze voor jou zo belangrijk zijn.

Stel vragen.

Opdracht 2 Motieven in de praktijk

Lees de volgende voorbeelden uit de praktijk en beantwoord de vragen.

Situatie 1

Aad en Carrie zijn in de weekenden vrij en houden van fietsen. Om het weekend doet Aad samen met zijn vrouw Carrie mee met een fietstocht, georganiseerd door de ANWB. Deze tochten zijn in heel Nederland en zijn geen wedstrijd. Aad en Carrie vinden het heerlijk om hun vrije weekend zo door te brengen.

a. Wat is het motief / zijn de motieven om te sporten?

b. Geef een toelichting op je antwoord.

Situatie 2

Lars en Roy zijn een stel en hebben beiden last van overgewicht. Wanneer zij een kleine inspanning moeten doen, zoals een trap oplopen, zijn zij snel buiten adem. Lars stelt aan Roy voor om een keer per week mee te doen aan de sportinstuif voor volwassenen in Amsterdam-Oost. Daar kunnen zij elke zaterdag verschillende sporten doen.

c. Wat is het motief / zijn de motieven om te sporten?

d. Geef een toelichting op je antwoord.

Situatie 3

Hamide is een alleenstaande moeder. Hamide heeft zich samen met haar twee zoontjes ingeschreven voor een vakantie voor alleenstaande ouders. Deze vakantie is in de Franse Pyreneeën bij een Nederlands buitensportbedrijf: De Vos Outdoor. Hamide zal daar samen met nog twintig eenoudergezinnen twee weken lang kamperen en activiteiten doen. Alle sportieve en culturele activiteiten zullen in groepen plaatsvinden.

e. Wat is het motief / zijn de motieven om te sporten?

f. Geef een toelichting op je antwoord.

Situatie 4

Tjester werkt bij de afdeling Sport en Recreatie van een groot vakantiepark in Zeeland. Dit park heeft ook een groot kantoor, waar de mensen de hele dag achter de computer zitten. Tijdens een personeelsdag spreekt Tjester met veel van deze collega's en hij hoort veel van hen klagen dat zij de hele dag stilzitten en daar last van hebben. Tjester stelt voor om, voor wie dat wil, drie keer per week een sportactiviteit aan te bieden. Inmiddels zijn er gemiddeld vijftien collega's van het kantoor die drie keer per week bij Tjester komen sporten.

g. Wat is het motief / zijn de motieven om te sporten?

h. Geef een toelichting op je antwoord.

Situatie 5

Fouzi is een fanatiek hardloper; elke dag loopt hij hard. Hij heeft hiervoor een trainingsschema van zijn trainer van het loopclubje waarmee hij een keer per week hardloopt. Fouzi traint voor de halve marathon van Egmond. Hij wil deze lopen binnen 1 uur en 45 minuten.

i. Wat is het motief / zijn de motieven om te sporten?

j. Geef een toelichting op je antwoord.

Situatie 6

Marloes is activiteitenbegeleidster bij een stichting voor sportstimulering in Purmerend. Marloes heeft elke dinsdagmiddag na schooltijd een sportzaaltje van een school tot haar beschikking. De kinderen die bij haar komen, hebben de leeftijd van 6 tot 9 jaar. Het eerste halfuur van de anderhalf uur is er geen programma. De kinderen komen binnen en mogen alle materialen gebruiken die in de zaal liggen. Marloes hoeft de kinderen nooit te motiveren om te bewegen. Zodra de kinderen binnenkomen, beginnen ze meteen te bewegen.

k. Wat is het motief / zijn de motieven om te sporten?

l. Geef een toelichting op je antwoord.

Situatie 7

Een vader staat met zijn zoontje van 9 bij het speeltuingebouw. Het jongetje heeft een judopakje aan en huilt. De vader praat op het jongetje in en zegt dat hij talent voor judo heeft en dat hij later kampioen kan worden. Het jongetje zegt dat hij judo helemaal niet leuk vindt en dat hij

dat al twee jaar vindt. Vader zegt dat judo een prachtige sport is en dat hij het zelf nog steeds betreurt dat hij toen is gestopt. Als hij dat niet had gedaan, was hij misschien wel Nederlands kampioen geworden.

m. Wat is het motief / zijn de motieven om te sporten?

n. Geef een toelichting op je antwoord.

Opdracht 3 De voetbalvader

Filmpje - De voetbalvader

Lees de volgende vragen en bekijk het filmpje. Houd pen en papier bij de hand. a. Welk motief zou het jongetje hebben om te voetballen?

b. Ken jij een voorbeeld uit je eigen omgeving waar dit, niet zo extreem misschien, ook voorkomt of is voorgekomen? Zoek eventueel een voorbeeld op internet. Beschrijf het voorbeeld.

c. Wat zou jouw rol kunnen zijn als begeleider van zo'n jongetje?

d. Bespreek je antwoorden met een of meer klasgenoten.

This article is from: