2 minute read

Observatieplan

Next Article
Brandwonden

Brandwonden

Opdracht 10 Zelfvertrouwen

a. Zoek op internet naar tips waarmee je je zelfvertrouwen kunt vergroten. Schrijf er ten minste drie op.

b. Probeer de tips in voorkomende situaties toe te passen. Beschrijf de situatie waarin je de tips hebt toegepast en geef aan of de tips geholpen hebben.

Observatieplan

Als medewerker sport en recreatie zorg je ervoor dat het sportklimaat voor iedereen prettig en veilig blijft. Of jou dat lukt, hangt af van de kennis en ervaring die jij over het gedrag van mensen hebt. Het is dus gewenst dat je weet hoe je moet kijken en waarop je moet letten. Daarom is het belangrijk dat je van tevoren goed nadenkt over waarom je observeert, wat je wilt observeren en hoe je dat gaat doen. Met andere woorden: je moet een observatieplan hebben.

Je moet een observatieplan hebben om: • informatie te verkrijgen • te weten te komen waarom mensen iets doen • te weten waarop je moet letten • regels toe te kunnen passen.

In een observatieplan worden een aantal zaken omschreven: hoe, wat en waarom je observeert. Dit geeft duidelijkheid. Niet alleen voor jou, maar ook voor collega's met wie je eventueel samenwerkt. Een observatieplan wordt bij veel beroepen gebruikt. In de psychiatrie heeft de hulpverlener altijd een observatieplan, zo kan hij gericht kijken. Daar kan hij vervolgens zijn hulpplan op afstemmen. De EHBO'er volgt een aantal stappen bij zijn lichamelijke onderzoek. Ook de toezichthouder in het zwembad heeft een observatieplan: het toezichtplan.

Inhoud observatieplan: • Wie observeer je? • Wat observeer je? • Waarom observeer je? • Welke situatie observeer je? • Hoe observeer je? • Hoe verwerk je de gegevens?

Observeren volgens plan.

Opdracht 11 Observatieplan

Bekijk op school of op je werk of stage iemand een half uur lang. Daarbij gebruik je in ieder geval deze vragen: • Welke voorbereidingen om te kunnen observeren heb je getroffen? • Wie observeer je? • Wat observeer je? • Welk gedrag observeer je? • Waarom observeer je dit gedrag? • In welke situatie observeer je? • Hoe observeer je? • Maak zelf nog twee vragen voor deze observatie.

Verwerk de observatievragen tot een verslag.

Opdracht 12 Werken met een observatieformulier

In deze opdracht voer je een observatie uit.

Bekijk het filmpje.

Filmpje - Peutergym

Voorbereiding

Lees de volgende vragen en bekijk het filmpje. Kies één kind dat je gaat observeren. a. Welk kind heb je gekozen?

b. Bedenk een doel. Wat wil je met je observatie te weten komen? Mijn doel van de observatie:

c. Maak een lijstje met aandachtspunten waarop je kunt turven. Let er daarbij op dat je de aandachtspunten concreet maakt. Dus bijvoorbeeld niet: ‘Is afgeleid’, maar: ‘Kijkt om zich heen.’

Uitvoering

Streep op je formulier steeds aan wanneer iets voorkomt. Je mag de film zo vaak herhalen als je wilt. d. Zijn jou nog dingen opgevallen die niet op het lijstje stonden? Ja / Nee e. Welke?

Evalueren

Streep op je formulier steeds aan wanneer iets voorkomt. Je mag de film zo vaak herhalen als je wilt. f. Hoe vond je deze opdracht om te doen?

g. Wat vond je makkelijk?

This article is from: