De medewerker sport en recreatie als toezichthouder
Opdracht 10 Zelfvertrouwen a. Zoek op internet naar tips waarmee je je zelfvertrouwen kunt vergroten. Schrijf er ten minste drie op.
k op st yr en ig ht be Co Bo eld nc om n ep og t be n ro iet ep d so efi nd nit er ief w . ijs
b. Probeer de tips in voorkomende situaties toe te passen. Beschrijf de situatie waarin je de tips hebt toegepast en geef aan of de tips geholpen hebben.
Observatieplan
Als medewerker sport en recreatie zorg je ervoor dat het sportklimaat voor iedereen prettig en veilig blijft. Of jou dat lukt, hangt af van de kennis en ervaring die jij over het gedrag van mensen hebt. Het is dus gewenst dat je weet hoe je moet kijken en waarop je moet letten. Daarom is het belangrijk dat je van tevoren goed nadenkt over waarom je observeert, wat je wilt observeren en hoe je dat gaat doen. Met andere woorden: je moet een observatieplan hebben. Je moet een observatieplan hebben om: • informatie te verkrijgen • te weten te komen waarom mensen iets doen • te weten waarop je moet letten • regels toe te kunnen passen.
In een observatieplan worden een aantal zaken omschreven: hoe, wat en waarom je observeert. Dit geeft duidelijkheid. Niet alleen voor jou, maar ook voor collega's met wie je eventueel samenwerkt. Een observatieplan wordt bij veel beroepen gebruikt. In de psychiatrie heeft de hulpverlener altijd een observatieplan, zo kan hij gericht kijken. Daar kan hij vervolgens zijn hulpplan op afstemmen. De EHBO'er volgt een aantal stappen bij zijn lichamelijke onderzoek. Ook de toezichthouder in het zwembad heeft een observatieplan: het toezichtplan.
C
Te
Inhoud observatieplan: • Wie observeer je? • Wat observeer je? • Waarom observeer je? • Welke situatie observeer je? • Hoe observeer je? • Hoe verwerk je de gegevens?
25