Vanuit chaos naar le merveilleux Als jij en ik een rationele discussie met elkaar voeren, is de kans groot dat we in een gemeenschappelijk gedeelde uitkomst eindigen. We zijn het onderling misschien niet eens met de uitkomst maar begrijpen deze wel. De tussenliggende stappen die we hebben genomen zijn logisch en met bijbehorende argumentatie is er eigenlijk geen speld tussen te krijgen. En dat klopt. Een discussie gevoerd op basis van redelijkheid met rationele argumenten leidt altijd tot instemming: instemming dat je het eens bent, of instemming dat je het oneens bent, oftewel we agree to disagree1. Hoeveel meer voorspelbaar kan het worden? Niets, de uitkomst van de rationele discussie staat vast. Voor een succesvol creatief proces is het funest wanneer de uitkomst vast staat. Vernieuwing en vooruitgang zijn dan onmogelijk. Toch kan rationaliteit helpen om een beter ontwerpproces te doorlopen maar niet tijdens de belangrijkste fase hierin. Het ontwerpproces is al vaak geanalyseerd en als ik de bekende gele boekjes in de serie ‘… For Dummies’ (vul in Jewelry, Interior Design, Woodworking, etc.) en de duizenden how-to filmpjes op Instructables.com mag geloven dan kan echt iedereen ontwerpen. Zelf ontwerpen is hip en dus springt de commercie daar gretig bovenop met hapklare brokken. Of het nu gaat om het ontwerpen van een logo, een woninginterieur, een tuin, een stoel of een hele villa, alles kan schijnbaar via een top 5 van aandachtspunten of een 10stappenplan. Rationeler, als een autonoom afwikkelend computerprogramma, kan het bijna niet uitgeschreven worden. De weg naar succes binnen handbereik van iedereen. Dat horen we graag. Creëer je eigen ik op Facebook en timmer zelf je moestuinhuisje. Dat is de tijd waarin we leven. De mogelijkheid om zo’n stappenplan te doorlopen wordt ondersteund en zelfs versterkt door de digitale ontwikkelingen. Software programma’s als Google Sketchup, de Adobe Suite - met o.a. Photoshop, InDesign en Illustrator - en gratis CAD-tekenprogramma’s maken de lang afgeschermde wereld van ontwerpers toegankelijk voor iedereen. Dat deze trend zich door zal zetten blijkt uit de overname in 2011 door Autodesk van Instructables. Het stappenplan eindigt met de verkoop van producten. Ook hiervoor is ondersteuning aanwezig. Zo bestaan er presentatie-sites en blogs als WordPress.com, Joomla.org of 123website.nl en verkoop-sites als Marktplaats.nl en Etsy.com. Kortom, het ontwerpproces wordt gepresenteerd als een rationele invuloefening met brede ondersteuning van handzame tools. Alsof het zo aan iedere keukentafel besproken kan worden: ‘Schat, zet jij ons nieuwe tuinhuisje even in 3D op’. En tot op zekere hoogte is dit ook zo. Wie had er tien jaar geleden van deze programma’s gehoord? Ik niet. Nu kunnen we niet meer zonder. Je hoeft echt niet aan een Technische Universiteit of Kunstacademie te studeren om toegang tot deze mogelijkheden te hebben. 1
Voor het eerst toegeschreven aan de 18e eeuwse Engelse predikant George Whitefield. 1
Voorafgaand aan de opkomst van deze digitale tools heeft er in Nederland een ware explosie plaats gevonden van TV-programma’s en tijdschriften. Zij laten op toegankelijke wijze zien hoe je kan ontwerpen. Al in 1995 begon Jan des Bouvrie met TV Woonmagazine. Dit programma draait 17 jaar later nog steeds, nu met Piet Boon. Inmiddels kijken we ook naar Holland’s Best Fashion Designer, Extreme Makeover Home Edition en Het BLOK. In Engeland draaide de reality serie van Philippe Starck design for life. Het aantal magazines over fotografie, kleding, interieur, design en wonen bij mijn lokale Bruna vult inmiddels een hele wand. Ze bestrijken de uitersten binnen het spectrum van het 10-stappenplan. Van inspiratie met o.a. Eigenhuis & Interieur, Object, Frame en WAD tot realisatie met o.a. 101 Woonideeën, Burda Style en Focus Fotografie. Eigenlijk helpen al deze middelen, analoog en digitaal, bij de beeldvorming dat ontwerpen een ‘ding’ is. Een trucje dat iedereen kan als je de aanwijzingen opvolgt en het gebaande pad met steenmannetjes afloopt. Zelfs vrijwel zonder het eerst te leren. Gewoon direct beginnen lijkt het devies en via trial and error succesvol eindigen. Met al deze schitterende middelen tot onze beschikking, lijkt ontwerpen een wel heel makkelijk vak. Waarom bestaat hiervoor een vierjarige HBO opleiding plus de mogelijkheid tot het volgen van een tweejarige Master? Leer je daar het 10-stappenplan en de beheersing van de software programma’s? Ik kan uit eigen ervaring bevestigen dat dit inderdaad wordt geleerd. Op zich is dit niet per definitie verkeerd. Het kwalijke is dat een enkele docent ervan overtuigd is dat deze vaardigheden het belangrijkste zijn. En dat is niet juist! Als het wel waar zou zijn had staatsecretaris Halbe Zijlstra er in één klap zijn begrotingsuitdaging mee opgelost: schaf de opleidingen af en stel het ultieme 10-stappenplan in (luister)boekvorm beschikbaar achter de DigiD. De werkelijkheid is gelukkig niet zo simpel als in de voorgaande alinea’s is geschetst. Het rationele stappenplan, inclusief de analoge en digitale tools, past op 90% van het ontwerpproces. De laatste 90%. Dit is het relatief makkelijkste deel van het proces. Misschien is de verhouding nog extremer, 5% -versus- 95%. Voor mij zit het harde werken bij de start. In die 5%, met het angstaanjagende witte vel voor me, gebeurd het. In dit prille begin ontstaat er een idee. Hoe en waar dit idee ontstaat is bij mij niet in een standaard stappenplan te vatten. Ik denk dat iedere vormgever zijn eigen, soms ongrijpbare, succesfactor heeft. Bij een rondje langs vrienden met de vraag waar en hoe ideeën ontstaan, staan in het antwoordenlijstje plaatsen als de kroeg en de straat en activiteiten zoals reizen, bladen lezen, films bekijken, internet surfen, muziek luisteren en discussiëren. En ook niks doen wordt genoemd. Deze activiteit is denk ik op mij van toepassing. Maar niks is nooit niks. Niks is mogelijk niks bewust bedenken of ontwerpen, maar onbewust ratelen de hersenen door tot er opeens een idee is: een reden voor een vorm of een compositie van ruimten. Misschien is mijn ‘niks doen’ wel hardlopen. Tijdens het lopen heb ik vaak opeens behoefte aan een kladblokje.
2
Deze moeilijk grijpbare maar cruciale 5% van de ontwerptijd krijgt binnen mijn opleiding maar tijdens één vak - Idee-ontwikkeling - expliciete aandacht (de eerste les begint met een cadavre exquis tekenoefening). Bij de Deeltijd opleiding is het vak niet in het curriculum opgenomen. Alsof het niet belangrijk zou zijn. Ontwerpen in deze fase van het ontwerpproces vergt minder logica via vastomlijnde stappen. Daarentegen vraagt het juist om meer intuïtie en vrij associëren om tot nieuwe ideeën te komen. Het volgen van mijn intuïtie vraagt om vertrouwen en durf, zeker in de huidige meten-is-weten maatschappij waarin alles gekwantificeerd moet worden. Gelukkig is durf te oefenen, zeker binnen de beschermde omgeving van een opleiding. In de allerbelangrijkste fase, bij het ontspruiten van het prilste idee, voldoen rationele vooraf vastgestelde stappen niet. Ik volg meer mijn gevoel dan de rede. Ideeën gaan van links naar rechts, associaties met verleden, heden en toekomst vliegen door elkaar, oorzaak-gevolg redenaties kloppen niet en ik pendel me suf tussen schetsboek, werkbank, computer, inspiratiebeelden, archief en modelletjes. Zowel fysiek als mentaal. Een periode waarin ik dreig de grip te verliezen en even niet weet waarom ik de dingen doe die ik doe en waar ze toe leiden. Dat ik vloekend en moedeloos rondloop is geen uitzondering. In deze fase voel ik met gedesoriënteerd, dépaysement. Het is chaos. Niet dat ik volledig desolaat ronddool, maar in mijn hoofd en op mijn werkplek ligt alles door elkaar. Er heeft een soort van mini-aardbeving plaatsgevonden waardoor de orde is verstoord en ik opzoek moet naar een nieuwe rangschikking. Het klinkt misschien gek maar ik heb deze aardbeving, chaos en moedeloosheid nodig. Juist dan kan er tijdens niks doen - mijn hardlopen zomaar een idee ontstaan. Design gaat over vormgeving van producten en ervaringen. Het pure functionele nut staat niet eenzaam als top beoordelingscriterium aangemerkt. Voor mij heeft design ook de verantwoordelijkheid om gebruikers na te laten denken over het gebruik, om de wijze van gebruik aan te passen of te vervangen door een nieuwe wijze. Deze houding neigt naar de kritische positie die de kunstenaar in zijn werk aanneemt. De kracht van een goed ontwerp, en van een goede ontwerper, is dat een discussie over het ontwerp niet tot een andere uitkomst kan leiden. Geen andere vorm, kleur of materiaalkeuze. Geen discussie over mogelijk. Of eigenlijk, wel discussie mogelijk, veel zelfs, maar de uitkomst staat vast omdat de noodzaak zal blijken. Ik kan in zo’n discussie alleen overeind blijven wanneer ik mijzelf in de eerste fase van het proces, die eerste 5%, kritische vragen heb gesteld: of simpelweg vijf keer de waarom-vraag2. Ik moet mijzelf op de pijnbank leggen om bestaande product conventies en zelf gemaakte keuzes opnieuw ter discussie te stellen. No pain, no gain zeggen bodybuilders en dat geld in psychische zin ook voor mij. De waarom-vragen leiden onherroepelijk tot een situatie van chaos. Wanneer dit niet het geval is blijf ik 2
Taiichi Ohno, pionier van het Toyota productiesysteem rond 1950. Hij droeg zijn mensen op om bij elk probleem vijf keer de waarom-vraag te stellen om de werkelijke oorzaak te achterhalen. 3
teveel in mijn comfortzone en ontstaan er geen nieuwe ideeën. Chaos, vormgeving en design vormen zo een drie-eenheid. Op zo’n moment zijn de chaotische omgeving en het proces belangrijker dan een vooraf gedefinieerd einddoel. Piet Hein Eek schrijft hierover op zijn website: “Voor mijn examen schreef ik al dat als je goed wil functioneren en mooie dingen wil maken, je ervoor moet zorgen dat je omgeving stimulerend is en dat je je als een vis in het water voelt. Het creëren van deze omgeving, de dagelijkse werkelijkheid, is dan dus veel belangrijker dan allerlei doelen in de toekomst te stellen.” Wanneer het stof neerdaalt en de chaos plaatsmaakt voor een nieuwe orde dienen de bevindingen als stevig fundament voor een succesvolle vormgeving tijdens de resterende 95%. Binnen een rationeel ontwerpproces is de drie-eenheid niet aanwezig. Binnen zo’n proces staat langs een tijdsbalk vast wanneer er nagedacht wordt over, bijvoorbeeld: gewicht, materialiteit, verpakking, transportkosten, duurzaamheid, geur, etc. Het zijn vastliggende momenten die de ontwerper tegenkomt voordat er aan het einde van de lopende band een product afrolt. De zoektocht naar de dieperliggende behoeften is gestandaardiseerd volgens de principes van de economie. Ik zie zo’n ontwerpproces voor me als afdelingsnamen naast de deuren in de lange gang van het ontwerpbureau binnen bijvoorbeeld IKEA of V&D. Misschien dat op het laatste afdelingsbordje aan het einde van de gang nog ‘design’ staat. Op de valreep wordt dit als een sausje over het product geschonken. Zeker weten dat hier tijdens een discussie met de ontwerpers de vormgevingskeuzes met argumenten weerlegt kunnen worden. Ze zijn niet instaat de absolute noodzaak van hun keuzes aan te tonen. Dat zo’n ontwerpproces een nuttig, functioneel en mooi product kan opleveren staat buiten kijf, maar het is geen design. Het zal duidelijk zijn dat voor mij de chaotische idealistische route nodig is om me open te stellen voor onverwachte ontdekkingen3. Ontwerpen op dit onzekere terrein waar herkenbare ijkpunten afwezig zijn voelt ongemakkelijk. Het vergt moed omdat ik moet vertrouwen op een onzeker proces met een onzekere uitkomst. Daarom is design niet makkelijk, geen pure ratio en zeker geen sausje. Het inhoudelijke verschil in het ontwerpproces, zoals hiervoor beschreven, bepaald het verschil tussen een design product en een gewoon product: een design product kan niet via een volledig rationeel proces ontstaan en heeft de chaos nodig. Een gewoon product kan wel via een rationeel proces zonder de chaos-fase ontstaan. De zoektocht naar het onverwachte, het verwonderlijke - le merveilleux - is zoals de werkwijze van de Surrealisten. Onder aanvoering van André Breton namen zij, meer nog dan hun voorgangers de Dadaïsten, afstand van de realiteit, afstand van de ratio. Om dit te bereiken hielden Surrealisten zich bezig met vrijelijk associëren (vanuit de methode van Freud), cadavre exquis, 3
John Cleese: presentatie over een open en closed houding in het creatieve proces, www.youtube.com/watch?v=VShmtsLhkQg 4
écriture automatique en de paranoïde kritische methode (Salvador Dalí, waarbij door hallucinatie de waarneming van de werkelijkheid veranderd). Een goede vormgever mag de realiteit niet klakkeloos voor lief nemen. Zeker niet tijdens de eerste fase van het ontwerpproces. Daarna mag het rationele proces zijn intrede doen. Het is cruciaal om te durven onderzoeken, kritische vragen te stellen en het onbekende op te zoeken. Voor mij is het nodig om een bijna activistische houding aan te nemen en mijn eigen chaos te creëren, net als de Surrealisten. Edwin van de Velde, Rotterdam - augustus 2012
5