Diergaarde grijpt eigentijds terug op ontwerp vermaarde bouwmeester
Blijdorp ademt weer Van Ravesteyn
34 | MONUMENTAAL NR.1 2016
Diergaarde Blijdorp, sinds 2007 rijksmonument, ondergaat stap voor stap een ingrijpende opknapbeurt. Restauratie en nieuwbouw gaan daarbij hand in hand. Dit voorjaar komt de Koedoestal gereed, nadat eerder het Dikhuidenverblijf (2013), het Leeuwenverblijf en de horecagelegenheid (2015) waren opgeleverd.
GERENOVEERDE THEESCHENKERIJ (FOTO ODS JANSEN/KEES STUIP).
MONUMENTAAL NR. 1 2016 |
35
BUITENVERBLIJF DIKHUIDEN MET ZICHTVENSTER NAAR BASSIN (FOTO ROOS ALDERSHOFF).
Het ontwerp van Blijdorp is het geesteskind van de vermaarde architect Sybold van Ravesteyn (1889-1983). Eind jaren dertig van de vorige eeuw kreeg hij van het gemeentebestuur van Rotterdam de opdracht een nieuwe dierentuin te ontwerpen. Die moest verrijzen in uitbreidingswijk Blijdorp omdat de Rotterdamse Diergaarde, in 1857 opgericht nabij station Delftse Poort, uit het stadshart moest verdwijnen.
Levenswerk Van Ravesteyn is vooral bekend als architect van een flink aantal stations en seinhuizen in Nederland. De geboren Rotterdammer beschouwde het ontwerpen van een dierentuin naar eigen zeggen als zijn levenswerk. Tot op de dag van vandaag behoort de fantasierijke bouwmeester wereldwijd tot de weinige architecten, die een heel dierenpark naar eigen inzicht op de tekentafel hebben mogen schetsen.
ARCHIEFBEELDEN THEESCHENKERIJ.
36 | MONUMENTAAL NR.1 2016
Van Ravesteyn ordende het terrein in Blijdorp door middel van een centrale as waarop hij het hoofdgebouw, de als wintertuin opge-
zette Rivièrahal, en een uitzichttoren plaatste. Vanaf deze as waaierden gebogen paden uit naar verschillende weiden, een voor die tijd vooruitstrevende dierentuinopzet. De dierenverblijven kregen een op de barok geïnspireerde decorachtige vormgeving met beeldhouwwerken waarvoor Van Ravesteyn een beroep deed op verschillende kunstenaars. Onder deze vormgeving ging een dragend staalskelet schuil, bekleed met beton.
Modern Blijdorp gold in 1940 als de modernste zoo van Europa. De diergaarde in Rotterdam was in het gelukkige bezit van ruime weiden voor de hoefdieren en - vergeleken met de getraliede hokken in oudere dierentuinen - van royale dierenverblijven. Desondanks bleken de progressieve ideeën uit de jaren dertig een handvol decennia later achterhaald. Biotopen waar bezoekers dieren in hun natuurlijke omgeving kunnen ervaren, werden de nieuwe standaard. Die omslag resulteerde vanaf 1987 in de bouw van grote landschappelijke dierenverblijven in vaak overdekte ruimtes, waardoor Van Ravesteyns oorspronkelijke opzet van het park werd verlaten. Zijn uitkijktoren had al in 1972 plaatsgemaakt voor een restaurant.
WOII Het oudste deel van Diergaarde Blijdorp werd opgeleverd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het hele complex is in 2007 aangemerkt als rijksmonument, waarbinnen in de loop van
de tijd 21 afzonderlijke gebouwen ook nog eens de monumentenstatus kregen. Sinds enige jaren maakt de Rotterdamse zoo een inhaalslag wat betreft onderhoud en restauratie van haar monumentale gebouwen. Zo werden in 2010 de oude centrale entree met het bijbehorend directiekantoor en de Winkel van Sinkel gerestaureerd. Aansluitend was de Dikhuidenvleugel aan de beurt. Onlangs zijn de voormalige Theeschenkerij en het oorspronkelijke Giraffenverblijf opgeleverd.
Dikhuidenvleugel De hernieuwde Dikhuidenvleugel die in 2013 gereed kwam, maakt in Blijdorp onderdeel uit van de Rivièrahal. Doel van restauratie en vernieuwing ervan was het creëren van een aantrekkelijk onderkomen voor neushoorns en dwergnijlpaarden. Daarbij is volgens verantwoordelijk architect Siebold Nijenhuis gestreefd naar een balans tussen het ontwerp van Van Ravesteyn met zijn sierlijke belijningen en vernieuwde installatietechniek, het dierenmanagement en nieuw toegevoegde elementen. Nijenhuis: “We hebben de oorspronkelijke architectuur zoveel mogelijk in oude luister hersteld. De vormgeving van de nieuwe elementen sluit aan bij de bestaande architectuur. Materialisatie en kleurstelling zijn bewust afwijkend gemaakt om een hedendaagse laag te kunnen toevoegen aan het monument”.
Resultaat De Dikhuidenvleugel bestaat nu uit een publieksgang met dierverblijven en een buitenterrein. Alle interieurelementen die in de loop van de jaren waren toegevoegd zijn verwijderd. Hierdoor is de royale en heldere structuur van het gebouw opnieuw zichtbaar gemaakt.
LICHTE EN RUIME BINNENVERBLIJVEN DIKHUIDEN (FOTO ROOS ALDERSHOFF).
Het gepleisterde plafond is in eerste staat teruggebracht en de oorspronkelijke hekwerken zijn bijgemaakt en teruggeplaatst. Muren en kolommen zijn hersteld. Volgens Nijenhuis was de terrazzo vloer dusdanig beschadigd dat ervoor is gekozen vloer en achterwand uit te voeren als nieuwe interieurelementen. “De nieuwe zitbanken, de verlichting en een expositiewand zijn opgenomen in de golvende beweging, waarna het geheel is afgewerkt met kunststof coating. De nieuwe hekken, noodzakelijk om dieren op verantwoorde manier te huisvesten, zijn ontworpen als stalen buispalen die in hun vormgeving verwijzen naar boomstammen”.
ENTREE DIKHUIDENVLEUGEL (FOTO ROOS ALDERSHOFF).
COLONNADE EN TERRAS (FOTO ODS JANSEN/KEES STUIP).
MONUMENTAAL NR. 1 2016 |
37
DIENSTGANG MET VOORZIENINGEN (FOTO ROOS ALDERSHOFF).
Buitenterrein Het buitenterrein van de Dikhuidenvleugel in Blijdorp is opnieuw ingericht met landschappelijke elementen, waarbij de oorspronkelijke route en het bijbehorende plein zijn hersteld conform het ontwerp van Sybold van Ravesteyn. De tegelrand van de oude olifantengracht die was verdwenen, is opnieuw aangebracht en de twee schuurpalen met Medusahoofden zijn gerestaureerd. De roze natuursteenpleister en de dakrand van de buitengevel zijn schoongemaakt en hersteld.
Theeschenkerij en Giraffenhuis
VERNIEUWDE KAPCONSTRUCTIE KOEDOESTAL.
Na het gereedkomen van de vernieuwde Dikhuidenvleugel gingen in het Rotterdamse dierenpark vorig jaar de Theeschenkerij en het Giraffenhuis op de schop. Samen met het tussenliggende terras en de colonnade zijn beide gebouwen ooit ontworpen als ensemble in de kenmerkende Van Ravesteyn stijl; moderne architectuur met romantische inslag. De opdracht voor de restauratie was volgens architect Nijenhuis tweeledig. De renovatie van de oorspronkelijke gebouwen was gericht op behoud van de bestaande architectuur. Tegelijkertijd moesten de gebouwen worden gemoderniseerd en beter geschikt gemaakt voor nieuwe functies.
Leeuwen Met die uitgangspunten in het achterhoofd is het Giraf-
38 | MONUMENTAAL NR.1 2016
fenhuis omgebouwd tot onderkomen voor de Aziatische leeuwen met een binnenverblijf en een nieuw buitenterrein. Aan de achterzijde is vanwege het dierenmanagement een nachtverblijf bijgebouwd.
ODS bleek hiervoor uitermate geschikt, zoals bij het balkon mooi te zien is. De metamorfose van de Lotusserre naar het restaurant in oosterse stijl Poort van AziĂŤ, past in de Aziatische sfeer van dit deel van de tuin.
De Theeschenkerij, later de Lotusserre, had in de nieuwe situatie een te klein oppervlak voor voedselbereiding. Hierdoor was een deel van de keuken in het restaurant geschoven, wat ten koste ging van zitplaatsen voor bezoekers. Om dit op te lossen is aan de achterzijde van het monument een gebouwtje toegevoegd met daarin de opslag, spoelkeuken, twee koelcellen en een kleine kleedruimte voor het personeel. Beide aanbouwen zijn modern vormgegeven met bamboe latten zodat de Van Ravensteyn gebouwen duidelijk herkenbaar blijven.
Koedoestal
Ter vergroting van de capaciteit is het restaurant voorzien van een nieuw balkon, afgewerkt met soortgelijke houten latten als de nieuwe volumes buiten. Tevens is het balkon gebruikt als integrale oplossing om alle noodzakelijke luchtkanalen op te nemen. Het binnenklimaat van het restaurant voldoet daarmee volgens Nijenhuis aan alle huidige eisen zonder de monumentale uitstraling van de Lotusserre tekort te doen. Bij de restauratie zijn de brede aluminium kozijnen vervangen om weer zoveel mogelijk de ranke uiterlijke kenmerken van de Van Ravensteyn ramen terug te brengen. Het speciaal voor renovatieprojecten ontworpen kozijn Janisol Arte van
TOEKOMSTIGE BEZOEKERSPASSAGE DOOR KOEDOESTAL (IMPRESSIE SIEBOLD NIJENHUIS ARCHITECT).
De Koedoestal, waarvan de renovatie dit voorjaar wordt voltooid, is een van de grotere stallen in Blijdorp, die eind jaren dertig zijn ontworpen door Sybold van Ravesteyn. Vooral de glooiende vorm van de kap en de langwerpige plattegrond ervan zijn opvallend. De stal wordt zoveel mogelijk in oorspronkelijke toestand teruggebracht. Nieuw is de publieksdoorgang. Hierdoor zijn de koedoes beter te bewonderen en wandelen bezoekers gemakkelijker langs de andere dieren in het zogeheten Afrika continent van de Rotterdamse diergaarde. De inhaalslag voor onderhoud en restauratie van de monumentale gebouwen in Blijdorp is o.a. mogelijk dankzij het jubileumgeschenk van de gemeente Rotterdam ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de dierentuin in 2007. Alle projecten van Siebold Nijenhuis Architect in Blijdorp zijn in samenwerking met Broekbakema en Kees Rouw [architectuur & onderzoek] ontworpen.
MONUMENTAAL NR. 1 2016 |
39