NUMMER 1 Oktober 2016 20e JAARGANG
d
MAANDBLAD VOOR STUDENTEN (KUNST)GESCHIEDENIS AAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM
d
EINDELOOS
(...) het meeste deel (...) werden soo van den vyandige, en wreeden Soldaet uyt-gheput, dat sy noch voor hare inwoonende Armen (...) eenighe sorge dragen konnen (...). Jae sommige werden van sulck een woedende hongers noot gedreven, dat sy hebben durven tot haer spijt eyschen, de doode Lichamen van persoonen die wat vet waren. Een seker dochter wordt verhaelt de kyten hares Moeders uyt-gesneden op-geslockt te hebben. (...) By Sweybruggen in een seker Dorp ghenaemt Nieus-welder, de ouders doodt zijnde, hebben twee kinders naer-ghelaten (...) de Suster doodt zijnde heeft de Broeder tot voedsel gedient. ‘t Is gebeurt dat een Bedelaer, die omtrent dien tijt daer gekomen is, van de hongerige doot-geslagen en opgegeten is. Soodanighe exempelen zijn hier bykans ontalrijck Ook VOC-mentaliteit
VLUCHTELINGEN IN DE GOUDEN EEUW Joris Ammerlaan - Bovenstaande relaas van het Duitse platteland uit de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) is niet uitzonderlijk. Volgens moderne schattingen verloor Duitsland in deze oorlog een derde tot meer dan de helft van haar bevolking aan honger, ziekte en andere ontberingen veroorzaakt door de grote groepen rondtrekkende soldaten. Duitsland vormde het slagveld voor de legers van alle grote
Europese staten. Deze krijgslieden werden vaak slecht betaald, en nog slechter onderhouden, waardoor zij bij het minste of geringste deserteerden en overgingen op banditisme. Daarnaast telden ook georganiseerde legers meer mensen dan de gemiddelde vroegmoderne stad, waardoor een leger het platteland al snel leeggegeten had. Wat waren de gevolgen van de gebeurtenissen in Duitsland voor
de naburige Republiek der Zeven Provinciën? Ook vóór het uitbreken van de Dertigjarige Oorlog in 1618 was de Republiek al een geliefde bestemming geweest voor arbeidsmigranten. In de groeiende economie konden zij werk vinden. Dit ging om seizoenarbeid op het platteland, of langduriger werk in de steden. Het lag voor de hand dat vluchtelingenstromen >>>
POLDERVLUCHTELING
EINDELOOS NUMMER 1 - PAGINA 2
EINDELOOS
HOOFDREDACTIONEEL Beste lezer, Dwalend door de gangen van ons nieuwe onderkomen, zullen schichtige freshmen soms een aantal huilende ouderejaars vinden. Dit jaar hebben de UvAhistorici officieel het doolhof van het PC Hoofthuis verruild voor het labyrint der Bushuis/OostIndischhuis. Tijden en gangen veranderen, maar de aloude Eindeloos staat zoals van ouds weer voor u klaar! Deze maand hebben wij weer een aantal prachtige en integrerende artikelen voor u klaar staan. Bente zal u meenemen naar de plantagebuurt van de zeventiende eeuw, en komt met thriller-achtige resultaten. Desirée verhaalt de geschiedenis van mascara, nog niet zo oud als u zou denken. In deze chaotische tijd is het mooi om hedendaagse fenomenen in een historisch daglicht te zien: in Koen’s column wordt de referendumwens van een partij die we nu niet zullen noemen, zwaar bekritiseert. Joris beargumenteerd dat het moderne vluchtelingenprobleem helemaal niet zo ‘modern’ is; en Coks neemt u mee naar de prestigieuze Amerikaanse universiteiten. Als dat nog niet genoeg is, beschouwt Nora Hitler’s gebruik van het Christendom, en zal Pouwel een van de langste rechtszaken blootleggen – 8 jaar lang in 18de eeuws Engeland! Veel lees (en verdwaal) plezier! Suzanne Nellestijn & Pouwel van Schooten
deze bekende routes naar de Republiek zouden volgen toen de verwoesting van het Duitse platteland hun geboortestreken niet langer levensvatbaar maakte. Niet alleen konden zij voor de vlucht naar de Republiek gebruik maken van de kennis van eerdere migranten, maar de groeiende economie betekende ook dat de vluchtelingen kansen zagen voor een beter leven. Vele Hollandse steden zagen in deze periode hun inwonersaantal explosief stijgen. Zo verzesvoudigde de bevolking van Amsterdam tussen 1620 en 1650. Toch lijkt het er niet op dat deze aanwas van nieuwe inwoners de bevolking van de steden al teveel zorgen baarde. Amsterdam was sinds het begin van de zeventiende eeuw een stad geweest wier bevolking voornamelijk was opgebouwd uit migranten. Noren en Zweden woonden dicht bij elkaar in een vrij gesloten gemeenschap waarbinnen voornamelijk de eigen taal werd gesproken; Sefardische Joden uit Spanje en Portugal woonden bij elkaar in hun eigen buurt; en grote delen van de stad werden voornamelijk bevolkt door Duitse migranten. Historica Erika Kuijpers stelde in haar boek Migrantenstad dan ook volkomen terecht de vraag wie nou eigenlijk in wie integreerde. Vluchtelingen stonden op de onderste rang van de Nederlandse maatschappelijke ladder. Hoewel we kunnen vaststellen dat zij met vele tienduizenden waren, hebben ze vrijwel geen sporen nagelaten in de overgebleven bronnen. Zij hielden geen dagboeken bij, er zijn geen grote collecties met brieven van ‘het grauw’ en ook in de registers van de armenzorg zoekt men vergeefs naar persoonlijke verhalen. Toch kunnen we wel iets over hen zeggen. Vluchtelingen bleven vaak hangen in laaggeschoolde banen, in bijvoorbeeld de textielindustrie of in een bakkerij. Ook droegen velen bij aan de economische groei van de Republiek door aan te monsteren als zeelui bij de VOC en de WIC, maar ook bij de vaart op de Oostzee. Deze laatste was de eigenlijke bron van de grote welvaart in de Republiek, de zogenaamde ‘Moedernegotie’. Dit was maar goed ook,
want de Republiek kende in deze periode een stagnerende bevolkingsgroei uit geboorten. Vrijwel de gehele bevolkingsexplosie kwam voor rekening van migratie. Toch werden vluchtelingen niet altijd direct geaccepteerd als nieuwe Nederlanders. Dit was al eerder te zien bij de acceptatie van vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden vóór 1600, die als ijdel en verwijfd werden weggezet, maar ook de Duitse oorlogsvluchtelingen waren onderwerp van spot. Zo waren ‘Moffenkluchten’ tot ver in de achttiende eeuw veruit het populairste genre in het theater onder de gewone bevolking. Dit waren echter niet de enige uitingen binnen de drukwerkcultuur van de Republiek die de beeldvorming over de Duitse vluchtelingen bepaalden. Pamfletten zoals hierboven geciteerd,
‘‘Moffen- kluchten’ waren veruit het populairste genre in het theater onder de gewone bevolking ‘ die de gruwelen van de Duitse Oorlog uit de doeken deden, bereidden de weg voor de acceptatie van vluchtelingenstromen. Men probeerde op deze manier de sympathie te wekken van de bevolking van de Republiek. Uiteindelijk waren de vluchtelingenstromen niet in te dammen. Vanwege het stagnerende geboortecijfer in de Republiek kon men deze vele mensen echter goed gebruiken. Ongeschoolde arbeid werd steeds belangrijker in de groeiende economie van de Gouden Eeuw, en vluchtelingen vonden daar dan ook werk. Hierdoor bleven grote spanningen tussen de verschillende bevolkingsgroepen uit, terwijl de bevolkingsgroei van de Republiek gelijke tred hield met de groeiende werkgelegenheid. d Verder lezen?
Bron voorpagina: Remonstrantien Ende Broederlijck verzoek van de kercken ende kerckendienaren der Vorstendommen van Sweybrugge ende Anhalt ende Graefschappen van Nassauw ende Hanauw aen de kercken van Zuydt-Holland (‘s Gravenhage 1636). Knuttel 4438.
Jan Lucassen, Nieuwkomers, nakomelingen, Nederlanders: Immigranten in Nederland 1550-1993 en Erika Kuijpers, Migrantenstad: immigratie en sociale verhoudingen in zeventiende-eeuws Amsterdam
EINDELOOS NUMMER 1 - PAGINA 3
MAKE-UP
MODERNE MASCARA en het mysterie van het verdwenen zweet
Désirée Kroep - Er was eens, lang lang geleden, een tijd waarin de mens zich tevreden moest stellen zonder het gebruik van de wasmachine (de eerste elektrische verscheen in 1908), tandpasta (pas sinds 1936 in Nederland te koop) en deodorant (in 1888 werd pas de eerste ‘moderne’ variant ontwikkeld, de Romeinen gebruikten al een mengseltje van houtskool en geitenvet om het zweet te absorberen). Men is onder die barre omstandigheden niet alleen blijven leven, maar heeft het zelfs voor elkaar gekregen om zich voort te planten, waarbij twee welriekende wezens elkaars geur meer dan verdroegen. Dit komt omdat in de lichaamsgeur feromonen zitten: stofjes die mensen van een andere sekse aantrekken. Tegenwoordig zorgen we met veel poeha en bloemenwalmen dat we zo min mogelijk als een menselijk wezen ruiken. De mens is hypocriet, want waar ze met het ene middeltje de eigen lichaamsgeur verdelgen, spuiten ze met het andere parfummetje stoffen als civet, muskus en amber op. Dit zijn sterke dierlijke lokstoffen en eigenlijk dus een variant op ons eigen zweet. Nu bestaan verschillende vormen van parfum al eeuwenlang. De Romeinen brachten geurige luchten bij het eten, om alle zintuigen te prikkelen en het Versailles-paleis van Lodewijk XV had niet voor niets de bijnaam ‘het geparfumeerde hof’. Een dagelijks beautyproduct dat helemaal niet zo lang geleden is ontstaan, is mascara. Al in het Oude Egypte werd een soort voorloper van de eyeliner gebruikt om de ogen meer te laten spreken. De mascara zelf, waarbij de wimpers worden ingekleurd, kwam pas vele eeuwen later. Zij vindt haar oorsprong in de negentiende eeuw, bedacht door ene Eugene Rimmel. In 1864 had hij al een versie van mascara vormgegeven, met het kleine nadeel dat deze giftig was. Drieëntwintig jaar later kon Rimmel, door de uitvinding van vaseline, de eerste niet-toxische mascara op de markt brengen. Toch is een verhaal uit 1913 bekender geworden, waarschijnlijk door een goede marketingstrategie en het
In hipsterkringen is geitenvet weer helemaal bon ton.
sprookjesachtige karakter van deze vermeende ontstaansgeschiedenis. ‘Goede tijden, slechte tijden-drama’s’ zijn van alle tijden, zo ondervond ene Mabel, toen ze jammerlijk in de steek werd gelaten door haar verloofde. De jongeman had zijn blik laten vallen op een andere vrouw. Mabel zat in zak en as, en
‘Toen Mabels ex haar Bambi-oogjes zag, besefte hij dat hij een fout had gemaakt en kwam hij met hangende pootjes terug‘ haar zwager T. L. Williams schoot haar te hulp. Hij mixte vaseline met houtskool en smeerde dat over zijn schoonzus’ wimpers. Toen Mabels ex haar Bambi-oogjes zag, besloot hij dat hij een verkeerde keuze had gemaakt en kwam hij terug met hangende pootjes. In onze tijd, waarbij mensen horen te kiezen voor het innerlijk
en men elkaar moet nemen zoals hij/zij is, klinkt de moraal van dit verhaal bedenkelijk. Maar het verkocht goed en het merk Maybelline (een combinatie van Mabel en vaseline) was geboren. Het is niet geheel duidelijk welk mascaramerk als eerste de inmiddels zo bekende tube met borsteltje introduceerde. Waarschijnlijk was het Helena Rubinstein of Max Factor. Wie (net als ik) dacht dat deze laatste merknaam sloeg op het maximale effect van het product heeft het mis: het gaat om de veramerikaniseerde naam van de Poolse Maksymilian Faktorowicz, een van de belangrijkste figuren uit de geschiedenis van de moderne schoonheidsartikelen. Hij was het ook die de term ‘make-up’ als zelfstandig naamwoord populariseerde. Zonder hem hadden we waarschijnlijk nog steeds van ‘cosmetica’ gesproken. De ontwikkeling van de schoonheidsindustrie doet je afvragen of iedereen in de toekomst meer op elkaar zal gaan lijken. Dat de straten gevuld zullen zijn met Barbies en Kens en de strijd tegen rimpels definitief is gewonnen. Een ding is zeker, het zal er een stuk frisser ruiken dan een paar eeuwen geleden. d
MINDER! MINDER!
EINDELOOS NUMMER 1 - PAGINA 4
BAAS BOVEN BAAS Het toelatingsbeleid van de Ivy League
Hallo, je kent mij uit films en series
Coks Donders - In Nederland kun je zelf kiezen naar welke universiteit je gaat en er is praktisch niemand die je tegenhoudt. In de Verenigde Staten is dit allerminst het geval. In de USA mag je van geluk spreken als de universiteit van jouw keuze op jou zit te wachten. Dit geldt al helemaal voor universiteiten die behoren tot de beroemde Ivy League, bestaande uit acht topscholen aan de Amerikaanse oostkust. Zij kennen een beroemd en berucht selectiebeleid, om zo de crème de la crème uit de samenleving te selecteren en op te leiden tot de nieuwe leiders van morgen. De Ivy League is op en top prestigieus en pretentieus. De acht scholen (Harvard, Yale, Princeton, Brown, Columbia, Cornell, Dartmouth en Penn) behoren in eerste instantie tot een historische sportcompetitie waar de League haar naam aan te danken heeft, maar staan daarnaast vooral bekend om hun academische uitmuntendheid en hun selectieve toelatingsbeleid. Wie afstudeert aan een Ivy-universiteit, heeft een gouden toekomst in handen. En dat geldt al helemaal
voor alumni van de drie bekendste Ivy’s: Yale, Princeton en, baas boven baas, Harvard natuurlijk. Wie binnen wil komen op zo’n prestigieuze universiteit, moet méér kunnen dan de hoogste cijfers halen. Je moet sportief, sociaal en maatschappelijk betrokken zijn en dat moet allemaal terug te vinden zijn in je papieren. Dat was ech-
‘Er moesten dus minder joden aangenomen worden op Ivy-scholen om een stabiele elitaire balans te houden ‘ ter niet altijd zo. De strenge selecties zijn een directe erfenis van een revolutionaire keuze die Harvard maakte in 1905. Vanaf dat moment was het namelijk voor iedereen die zijn middelbareschooldiploma met uitmuntende cijfers haalde mogelijk om te studeren aan deze universiteit.
Dat zorgde ervoor dat in 1908 7% van de leerlingen van Joodse komaf was. 9% was katholiek en daarnaast kwam maar liefst 45% van het totaal aantal eerstejaars van openbare scholen. Dat was uniek, omdat Harvard voorheen haar eerstejaars voornamelijk plukte van enkel protestante, elitaire kostscholen in de regio. Rond 1922 was 20% van de eerstejaars aan Harvard van Joodse komaf. In de antisemitische eerste helft van de twintigste eeuw was dit uiteraard een groot probleem. Amerikaanse joden deden het goed op school, dat was algemeen bekend, maar teveel joden op de universiteit betekende dat minder leden van de Amerikaanse elite geïnteresseerd zouden zijn in eenzelfde opleiding. En wanneer chique families weigerden voor een bepaalde school te kiezen, zouden de joden zich uiteindelijk ook te goed gaan voelen voor dat instituut: er moesten dus minder joden aangenomen worden op Ivy-scholen om een stabiele, elitaire balans te behouden. Dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan. Harvard stelde een jodenquotum in: maximaal 15% van de eerstejaarsstudenten mocht van Joodse komaf >>>
EINDELOOS NUMMER 1 - PAGINA 5
MINDER! MINDER!
Harvard stelde een jodenquotum in: maximaal 15% van de eerstejaarsstudenten mocht van Joodse komaf zijn. Daarnaast lobbyden de verschillende scholen actief aan de Amerikaanse westkust, waar veel minder joden woonden. Het maakte echter geen verschil, de joodse eindexamenleerlingen bleven superieure resultaten boeken op hun high schools en het weigeren van joodse studenten was daarmee aan niemand te verkopen. Daarom veranderden zowel Harvard als Princeton en Yale hun eigen toelatingsregels: als de toenmalige eisen de verkeerde studenten aantrokken, dan moesten de toelatingseisen maar veranderd worden. En dát werkte: het aantal joodse studenten werd teruggedrongen naar onder de 15%. Scholen konden vanaf dat moment hun eigen studenten kiezen: het toelatingsdossier werd geïntroduceerd. Het persoonlijk leven van de aanstaande student werd belangrijk en referentiebrieven werden verplicht, net als het meesturen van een foto, uitgebreide informatie over komaf en het kunnen aantonen dat men een rijk sociaal leven leidde. Princeton stuurde daarnaast brieven rond naar kostscholen, waar zij vroegen alvast een voorselectie te maken van eventuele geschikte studenten.
‘De universiteit adverteerde decennialang trots met de regel dat Yalemannen minstens 6 feet (1.83m) lang waren ‘ Het persoonlijk interview werd geïntroduceerd, waar leerlingen ook afgewezen konden worden op hun uiterlijk. Op Yale werden mannen opgemeten en de universiteit adverteerde decennialang trots met de regel dat Yalemannen minstens 6 feet (1.83m) lang waren. In de jaren 1960 was het toelatingssysteem van Harvard uitgegroeid tot een ingewikkelde serie van algoritmes. Alle high schools in het land werden onderverdeeld in districten en de concurrentie met andere studenten vond plaats binnen dat district. Studenten werden beoordeeld op vier vlakken: persoonlijk, academisch, extracurriculair en atletisch. Daarbij was de
Samen met de mannen van de MCA schreef Yale een monsterhit
persoonlijke categorie het belangrijkst, terwijl die tegelijkertijd het meest subjectief was. De toelatingscriteria kregen veel kritiek te verduren, immers werkten die met gemak discriminatie in de hand. Toch weten de universiteiten in de Ivy League daar tot op de dag van vandaag mee weg te komen. De leider van morgen moet namelijk over méér bezitten dan een goed stel hersens: zonder sociale vaardigheden, motivatie en ambitie kom je er niet. Wie alleen de briljantste studenten toelaat, creëert een plaag aan boekenwurmen en sociaal-gehandicapte nerds, die de nalatenschap van de academische instelling weinig te bieden hebben. Het is namelijk de ambitie van iedere Amerikaanse universiteit een rijk alumnibestand te hebben, vol charismatische presidenten, magnaten en Nobelprijswinnaars. Precies dit laatste punt laat zien dat het strenge toelatingsbeleid binnen de Ivy League haar vruchten afwerpt en daarom nooit afgeschaft zal worden. Harvard bracht bijvoorbeeld 157 Nobelprijswinnaars voort. Om dit immense aantal in perspectief te plaatsen: onze UvA won er zeven. Zo zie je maar, baas boven baas. Daar staat tegenover dat wij met gerust hart kleiner dan 1.83m en hartstikke joods mogen zijn. Dat is toch ook wel wat waard. d
En zo was een lange traditie van op feuten hun hoofd staan geboren
EINDELOOS NUMMER 1 - PAGINA 6
DE FÜHRER, DE ZOON
DE PROFEET HITLER
HEILige mannen
Nora Gosselink - In de geschiedschrijving blijft het onduidelijk of Adolf Hitler gelovig was. De meeste historici stellen van niet, terwijl Hitler zich als Führer regelmatig wilde profileren als christen. Deze latere uitspraken stoken echter met zijn vroegere godslasterende stellingen in Mein Kampf en artikelen van zijn hand. Hoe wist Hitler deze twee overwegingen te comprimeren? In werkelijkheid was hij geen atheïst in spiritueel dubio, zoals veel mensen vermoeden, maar koos hij zijn geloofsovertuiging aan de hand van politieke strategie. Adolf Hitler profileerde zich, toen hij eenmaal aan de macht was, als een christen. Uit de overgeleverde bronnen blijkt echter dat Hitler voor zijn tijd als Führer grote moeite had met het christendom. Veel vaker was hij bezig met het toejuichen van Arische geloven. Vroege sciencefictionschrijvers zetten deze alternatieve religies al vanaf 1900 al op papier. De vreemde verhalen waarin Odin en een blonde Jezus hand in hand gingen, zouden Hitler inspireren voor zijn latere uitingen over het ‘positieve christendom’, zijn nazi-variant op het geloof. Vóórdat hij zijn eigen christendom uitvond, bekritiseerde hij het vooral. Alles dat maar een beetje beïnvloed was door het jodendom, was immers on-
geschikt voor het Duitse volk. Deze alternatieve ideeën over religie pasten in de tijdsgeest van het begin van de twintigste eeuw. Binnen de protestantse kerk vonden discussies over de aard van religie plaats. De klap die de Eerste Wereldoorlog zou opleveren zorgde voor een mentaliteitsverandering; Duits nationalisme werd steeds meer als een onderdeel van religie gezien. In 1918 liet de predikant Bruno Doehring voor
‘Duits nationalisme werd steeds meer als een onderdeel van religie gezien’ het eerst de dolksteeklegende horen, de theorie die beweert dat andere Europese landen Duitsland wilden verwoesten. Dit gebeurde al negen maanden voordat de oorlog ten einde kwam. In kerken werd een geloof in God en een geloof in het vaderland samengevoegd. Dit maakte dat protestanten in de Eerste Wereldoorlog al mijmerden over een ‘goddelijke Duitse overwinning’. In 1922 verscheen het eerste partijprogramma van de NSDAP, waarvan paragraaf 24 inging op het christendom.
Dat is opmerkelijk, de partij had namelijk geen religieuze wortels. Er werd zelden aandacht aan geloof besteed op partijvergaderingen. Ook bestond de nazitop grotendeels uit atheïsten. (Bizar, voor een tijd waarin slechts 5% van het land niet kerkgaand was) In punt 24 van het programma pleitten de nazi’s voor een religie die de ideeën van het Germaanse ras omarmt, het zogenaamde positieve christendom. Door het begrip positief christendom vaag en breed te laten, sloot de NSDAP geen enkele kerk buiten. De idealen die ze wel noemden pasten bij de ideeën van een deel van de Duitse christenen. Alhoewel Duitse kerken verschilden van karakter, is er een duidelijke overeenkomst: ze wilden het christendom germaniseren. Met deze behoefte maakten ze eerder een nieuw soort geloof dan dat ze het oude geloof hervormden. De religieuze diversiteit maakte al snel plaats voor het Arische christendom dat nazi’s aanhielden. Er leek plotseling een verbinding tussen het christendom en nazisme zichtbaar toen het geloof op deze manier werd aangepast. De nazi’s zelf verkochten het positieve christendom als de voltooiing van Luthers reformatie. Het valt nu moeilijk te begrijpen dat predikanten opriepen om een nazistische partij te steunen. Het >>>
EINDELOOS NUMMER 1 - PAGINA 7
EN DE HEILIGE GEEST
christendom van 1930 had echter een agressief karakter. Protestanten zagen vaak geen moreel kwaad in de extreme ideeën van de NSDAP; het was een ‘volkspartij’, die aansloot bij de stemming, mentaliteit en het geloof van Duitsland. In een speech die Hitler twee dagen hield nadat hij in 1933 de macht had gegrepen, zwoer hij al trouw aan ‘onze God’. Hij stelde dat het positieve christendom moest worden omgezet in een actief geloof. Partijleden met aanzien bleven in 1933 in toespraken de oproep doen om christelijke stromingen te verzamelen onder het positief christendom; religieuze eenheid paste bij het principe van ‘één volk’. Alhoewel in eerste instantie katholieken vaak gediscrimineerd werden en zelfs belangrijke nazi’s zich tegen het katholicisme keerden, was na 1933 het scheppen van eenheid prioriteit. Allebei de religies zouden geschikt zijn om over te vloeien in de nieuwe nazireligie.
‘Protestanten zagen vaak geen moreel kwaad in de extreme ideeën van de NSDAP ’ Dit is niet alleen handig voor effectief staatsbestuur, deze wens past óók in de oorlogsretoriek zoals deze populair werd na de Eerste Wereldoorlog. Het positieve christendom was niet alleen sterk nationalistisch, maar ook sterk antisemitisch. Zo zou het benadelen van joden een steeds grotere rol gaan spelen in het beleid. Naarmate het positief christendom verspreidde, rechtvaardigden steeds meer Duitsers Hitlers rassenideeën. Waar het christendom als geloof juist gelooft in gelijkheid onder mensen, gebruikte Hitler geloof om ongelijkheid te scheppen. Geloof als bindmiddel De wisselwerking van politiek en religie blijft aanwezig gedurende geschiedenis. Zoals veel dictators een religie voor-
Vogels vinden niet alleen Disneyprinsessen onweerstaanbaar
schreven of een religie verboden, maakte Hitler politiek gebruik van geloof. Waar mensen eenvoudig kunnen veranderen van politieke ideeën, is geloof iets dat je meekrijgt, bij je houdt en weer doorgeeft. Al helemaal ten tijde van de vorige eeuw, toen ouders het geloof van hun kinderen nog bepaalden. Door politiek aan religie te verbinden wist Hitler zijn ideeën te verheffen tot een levensinstelling. Een steevast geloof dat niet vatbaar is voor feiten, nuance of twijfel. Een geloof baseren op een partijprogramma was onverwachts, revolutionair en verschrikkelijk effectief. Want waarom zou je God afschaffen als je zelf het woord van God bepaalt? d
In de naam van der führer, de zoon en de heilige geest. Amen.
HAPKLARE HISTORIE
EINDELOOS NUMMER 1 - PAGINA 8
OVER WETTEN In het huidige milieu schreeuwen mensen als Wilders en Trump wat ze denken dat ‘Henk en Ingrid’ willen horen: onrealiseerbare plannen als een muur op de grens met Mexico, of het voornemen om alle moslims het land uit te kicken. We hebben nog de hoop dat dit bij geschreeuw blijft. Uw nederige Eindeloosredacteuren gingen op zoek naar vreemde wetten die er in het verleden tot onze grote desillusie wél doorkwamen, hieronder een selectie:
Necro-matrimonium
Bente Marschall - Op 2 december 1959 stort in Zuid-Frankrijk de Malpasset Dam in. 423 mensen komen om bij de overstromingen. President Charles de Gaulle haalt een oude, in onbruik geraakte wet uit de Eerste Wereldoorlog van stal (Code Civil, artikel 171), die het mogelijk maakt alsnog met een overledene te trouwen. De President van de Republiek kan in schrijnende gevallen een postuum huwelijk goedkeuren. Recht op nalatenschap is uitgesloten. In 2011 is deze wet enigszins aangepast, maar het is tot vandaag de dag in Frankrijk mogelijk om met een overleden verloofde te trouwen. De traditionele huwelijksformule levert een probleempje op: liefhebben ‘tot de dood ons scheidt’ wordt wat wrang. Bonjour...
Joodse neuzen op Sabbat
Tip: google niet ‘Israel’ in combinatie met ‘neus’
In Israël is het verboden om op sabbat (dus op zaterdag) in je neus te peuteren. Er moet gelijk gezegd worden dat deze wet niet in heel Israël geldt, maar wel een regel is voor gelovigen. Als je in je neus peutert, riskeer je de kans op neushaarverlies en een bloedneus: fysieke gebeurtenissen die de heiligheid van de sabbat schenden. Kort door de bocht: op sabbat mag er niks gesloopt worden en wie haren uittrekt of een bloedneus veroorzaakt, is zijn haargroei of zijn neus aan het slopen. Gewoon even een nachtje slapen dus, dan is het zondag.
The prince of Whales
Pouwel van Schooten - In Groot-Brittannië (het land dat bij uitstek vreemde wetten aanneemt) zijn aangespoelde walvissen meteen eigendom van het Britse koningshuis. De kop gaat naar de koning, en de staart naar de koningin, zodat zij er een nieuw korset van kan laten maken. De vraag is alleen hoeveel hiervan waar is. Officieel zijn gestrande walvissen al sinds een vage wet in de veertiende eeuw inderdaad eigendom van de Britse kroon. Tegenwoordig ziet het koninklijk huis het nut niet meer in van dode walvissen in Buckingham Palace, en doneert men ze meestal aan een of ander natuurhistorisch museum. Want wat moet je nu in hemelsnaam met een walvis? Geen korsetten maken in ieder geval; het is een mythe dat walvisstaarten daar goed voor zijn. Walvissen kennen zelf ook een monarchie
Zwerkballiefhebbers opgelet!
Het is natuurlijk voor hun eigen veiligheid
Suzanne Nellestijn - Afgaande op deze wet zijn het niet muggles die aan de macht zijn in Swaziland, maar is de lokale Ministry of Magic bovengronds gekomen om het land te besturen. Hier is het namelijk in de wet bepaald dat heksen niet hoger dan 150 meter mogen vliegen met hun bezem, dit zou anders een gevaar vormen voor de luchtvaart. Doen deze waaghalzen dit wel kunnen ze rekenen op een boete van 500.000 Zuid-Afrikaanse Rand (zo’n €28.000). Opmerkelijker dan de wet zelf, is het feit dat deze in 2013 uitgevaardigd werd. Hoe de hoogvliegers gepakt moeten worden is echter raadselachtig, ze kunnen immers toveren.
HAPKLARE HISTORIE
EINDELOOS NUMMER 1 - PAGINA 9
EN WAANIDEEËN ToTAALitaire uitspraak Désirée Kroep - Waar wij het meer dan normaal vinden dat toeristen onze stad èèmsterdèm noemen, moet je zo’n uitspraakslordigheidje niet flikken in de Amerikaanse staat Arkansas. Wie de laatste -s van de naam uitspreekt, overtreed de wet. De controverse dateerde al uit 1673, toen de Franse ontdekkingsreizigers moeite hadden met de uitspraak van de naam van de Arkensas-Indianen. Zoals echte Fransen betaamt, slikten ze het laatste stukje van het woord in (‘arkensaw’). Toen er in 1881 tijdens een congres ruzie ontstond over de uitspraak, werden er historici op de zaak gezet. Zij concludeerden dat de Indianen de -s niet uitspraken. Om het voor eens en altijd uit de wereld te helpen en uit respect voor de staat, werd de wet genoteerd. Bovendien bleken Indianen al honderden jaren Frans te spreken.
Ontsporing van de Westerse wereld Silvio Algra - Lang is de lijst van dwalingen die de mensheid op de rand van de afgrond brachten. Toch doet geen enkel geschiedenisboek recht aan deze even beruchte als bizarre wet (2015 n. Chr.). Dit historische akkoord tussen de Liberale en Sociaal-Democratische facties die destijds de Nederlandse politiek domineerden markeerde het einde van het eens zo geliefde stufi-stelsel. “Als wij steeds maar zeggen dat die leningen een blok aan je been zijn, dan ontstaat de angst ervoor vanzelf”, aldus toenmalig premier Mark Rutte, slechts enkele jaren na de legendarische kredietcrisis die – met de kennis van nu – zo tekenend was voor de kinderlijke naïviteit van de westerse samenleving in de vroege 21e eeuw. De bevolking was tot op het bot verdeeld, een revolutie leek op handen. Het vaderland had haar onschuld definitief verloren. ‘Ja, na zeven jaar over mijn bachelor doen was het wel op. hahahaha.’
Bloedovergoten smetvrees
Vanwege de poep mogen alleen dieren van steen op het eiland komen.
Koen Molenaars - Sinds de twaalfde eeuw was het Japanse eiland Itsukushima al een belangrijke plek voor het shintoïsme. Er stond een belangrijk heiligdom en daarom was puurheid van groot belang; de natuurgeesten hielden niet van snot, bloed of andere vuiligheid. Helaas, in 1555 kwam krijgsheer Sue Harukata in opstand tegen zijn heer Ouchi Yushitaka. Harakuta verloor de bloederige oorlog. Geheel volgens de Shinto-smetvrees-filosofie werden alle 4700 dode soldaten opgeruimd, al het bloed van gebouwen, planten en de grond geschrobd, om de puurheid van het eiland te behouden. Dit ging lang goed, totdat in 1868 een grote burgeroorlog uitbrak in Japan. Om al het schoonmaakwerk te voorkomen, besloot men om bij wet te verbieden op Itsukushima te sterven –en voor vrouwen om te bevallen. Tot op heden moeten vrouwen tijdig op een bootje het eiland verlaten, opdat zij hun lichaamssappen niet over de heilige grond heen sproeien.
OPBLOEIENDE LIEFDE
EINDELOOS NUMMER 1 - PAGINA 10
PARADIJSELIJKE PLANTAGE De twee gezichten van een toevallig recreatiegebied
Bente Marschall - In 1682 adviseerde de vroedschap van Amsterdam de oostkant van de stad, tussen Nieuwe Herengracht en de stadswallen met de Muiderpoort, onbebouwd te laten, met iepen en linden te beplanten en op te delen in tuinen. Het terrein bleek niet nodig voor de stadsuitbreiding, voor huizenbouw. De bevolking van Amsterdam was minder hard gegroeid dan eerder was verwacht. De oorspronkelijke bouwgrond ontpopte zich tot een leuke bestemming voor dagjesmensen. Maar deze lieflijke omgeving zou in de 18de eeuw het toneel worden van een gruwelijk misdrijf. Amsterdam werd met de aanleg van de Plantage een recreatiegebied rijker. De Hortus Medicus, gelegen aan wat nu het Waterlooplein is, werd meerder malen verplaatst en kwam uiteindelijk terecht bij de ingang van de Plantage, aan de andere kant van de stad. De rest van het perceel werd opgedeeld in vijftien parken met in totaal 59 verhuurbare tuinen. Huur-
ders, voornamelijk rijke Amsterdammers, moesten zich aan strenge regels houden. Zo mochten zij geen grote, permanente gebouwen neerzetten in hun tuin, moesten alle tuinen omheind zijn en mochten er geen bedrijven of ambachten uitgeoefend worden. Voor de enkele woningen voor tuinlieden en hun gezinnen werd een uitzondering gemaakt, evenals voor een houtopslag. Bevoorrechte herbergiers, zo-
‘Liefhebbers van vrijen in de lopen lucht kwamen in de Plantage dan ook volop aan hun trekken.’ als de uitbater van de derde stadsherberg, mochten er hun etablissement openen. De strenge bepalingen maakten van de Plantage een groene oase, een waar lust-
Zoek de onstuimige puberjongen met zijn jonge deerne.
oord. Al snel werden de meeste tuinen in geometrische patronen, volgens de mode van die tijd aangelegd, doorsneden met schelpenpaden. De tuinen kregen veelzeggende namen als ‘Vlied Zorg’, ‘Zorg Wijk’ en ‘Mijn Lust Is Rust’. Even aan de dagelijkse sleur van de stad ontsnappen was nu een stuk makkelijker. Op mooie dagen was het op de Plantage een drukte van jewelste. Niet alleen de huurders van de tuinen genoten van de overdadige natuur in hun eigen ‘tuinhuisjes’, ook drommen wandelaars vergaapten zich aan al het schoon en bezoekers lieten zich rondrijden langs alle tuinen. De Middenlaan werd zelfs zo druk bereden dat het stadsbestuur besloot haar in 1700 in het midden met klinkers te bestraten. Al dat natuurschoon maakte bepaalde gevoelens los. Liefhebbers van vrijen in de open lucht kwamen in de Plantage dan ook volop aan hun trekken. Maar er was ook ruimte voor ander vertier. In de herbergen kon je je dorst lessen na een schitterende wandeling langs de Mid-
HORTUS BARBARICUS
denlaan en de tuinen. En de bezoeker kon zich danig uitleven op de kolfbaan. Het kolven, een voorloper van het golfen, was een populaire bezigheid. Dagjesmensen konden de Hortus bezoeken, mits zij een toegangsprijs van vier stuivers betaalden. Joan Commelin (1629-1692), bestuurder van de Hortus, had een collectie samengesteld van tulpen, hyacinten, sinaasappelbomen, asperges, stokrozen, olijfbomen, theeplanten en ananassen. Allemaal exotische planten waar men zich aan kon vergapen. De Hortus Medicus werd in 1618 opgericht met als doel het kweken van geneeskrachtige kruiden, waar een groot tekort aan was. Geleidelijk aan groeide de verzameling van bijzondere planten in de Hortus en werd zij van een Hortus Medicus tot een Hortus Botanicus, een plantkundige ver-
EINDELOOS NUMMER 1 - PAGINA 11
zameling die vooral voor de wetenschap van nut was. Er moest natuurlijk goed voor al het groen gezorgd worden. Mest werd tot het laatste restje uit de schepen
‘Ze stopten haar vrouwelijkheid vol met stenen en potscherven.’ van ossenhandelaren geschraapt om genoeg bij elkaar te krijgen voor de planten. Iets moois en lieflijks gaat op den duur niet samen met de menselijke natuur. Het toenemende aantal, vaak illegale, kroegen bezorgde de Plantage een steeds slechtere naam. En prostituees
Mensen dumpten ook hun ongewilde babys in de Hortus
trokken niet altijd het meest beschaafde publiek. Maar het kon nog veel erger dan openbare dronkenschap en hoererij. Zo maakt de Amsterdammer Jacob Bicker Raije (1703-1777) in zijn dagboeknotities melding van een gebeurtenis die in een thriller van Karin Slaughter niet zou misstaan. Op 12 augustus 1734 wordt een 16-jarig meisje bij de houtopslag in de Plantage overvallen door twee mannen. De een houdt haar vast, de ander voorkomt dat ze gaat gillen door haar mond dicht te houden. Samen sleuren ze haar achter de opgestapelde kromhouten, waar nog vier mannen hen staan op te wachten. Dat het pas half acht ’s avonds is en nog steeds licht helpt haar niet. Ze wordt op één van de kromhouten gelegd. De heren blijken een duidelijke taakverdeling te hebben. Twee gaan op wacht staan. Twee anderen houden haar in bedwang door bovenop haar te gaan zitten. De laatste twee verkrachten het meisje op een gruwelijke wijze. Daarna wisselen ze van rol en wordt ze ook door de vier anderen op gewelddadige wijze verkracht. Maar dat is nog niet alles. Volgens Bicker Raije stoppen ze vervolgens ‘haar vrouwelijkheid vol met stenen en potscherven, en ze sneden haar al de kleren van het lijf en gingen toen weg. Een chirurgijn heeft er met zijn instrumenten zes stenen en potscherven weer uit gehaald.’ Dat Amsterdam dankzij de Plantage over een – zeker voor die periode – uniek stukje natuurbeleving en vertier beschikte, mag dan wel zo zijn. Tegen de duistere kant van de menselijke natuur is echter geen kruid gewassen. d
Eindeloos feliciteert het nieuwe Kleio-bestuur Kijk voor hun activiteiten op: www.kleio-amsterdam.nl
of like Kleio op facebook! Advertentie
EINDELOOS NUMMER 1 - PAGINA 12
DIRECTE DEMOCRATIE
DEMAGOGIE
De wederkeer van de Oud-Griekse democratie Koen Molenaars – De Nederlandse politiek heeft een haat-liefdeverhouding met de directe democratie. Hoewel partijen burgerparticipatie willen aanmoedigen, onder andere door referenda, pakten laatstgenoemde slecht uit. Tweemaal floot het Nederlandse volk zijn regering terug: zowel de Europese Grondwet als het associatieverdrag met Oekraïne werden achteraf afgekeurd. Voor de komende parlementsverkiezingen stelde de Partij voor de Vrijheid voor om viermaal per jaar een referendum uit te schrijven over een onderwerp naar keuze. Naar Zwitsers model, met een snufje romantiek van de Griekse directe democratie, zou het volk hiermee meer te zeggen krijgen. Een kleine blik op beide stelsels laat echter zien dat het nog maar de vraag is of een dergelijk systeem voor méér democratie zorgt. Het democratische stelsel in Zwitserland maakte het land een emancipatoire curi-
ositeit in Europa. Pas in 1971 stemden de meeste kiezers in met het stemrecht voor vrouwen, maar nog niet eens in ieder kanton. In 1990 dwong de hoogste rechtbank de invoering van het vrouwenkiesrecht in Appenzell Innerrhoden af. De meeste landen hadden al toegestemd met het
‘In tegenstelling tot de bevolking, was een loterij niet vatbaar voor demagogen‘ vrouwenkiesrecht in de nasleep van de Eerste of Tweede Wereldoorlog. Directe democratie kan belangrijke emancipatiebewegingen dus lang tegenhouden, hoe basaal ze ook zijn. Het valt dus te betwijfelen of referenda een waarborg zijn voor de vrijheid en gelijkwaardigheid van het volk. In de Griekse stadsstaat Athene bestond weliswaar ook geen vrouwenkiesrecht, maar iedere volwassen man in Athene was verplicht om te stemmen
tijdens de volksvergadering. Belangrijke besluiten werden door de hele stad genomen. Ambten werden ook gedeeltelijk geloot; de Grieken beseften dat een loterij het meest democratische was. Een intellectueel met een lelijk gezicht en slechte speechkwaliteiten had zo evenveel kans als een hersenloze, mooipratende Brad Pitt. In tegenstelling tot de bevolking, was een loterij niet vatbaar voor demagogen en schreeuwerds. Het besturen van een natiestaat is tegenwoordig echter veel complexer dan de Griekse stadsstaten. Het ambtelijk apparaat onderzoekt allerlei mogelijkheden om de positie van Nederland te versterken. Kamerleden dienen zich in te lezen in grote hoeveelheden materie om een gedegen afweging te maken tussen duizenden factoren. Dit was niet de insteek van de twee referenda die in Nederland plaatsvonden. Vooral in de debatten rondom het associatieverdrag ging het amper over het verdrag zelf, maar kwam vooral het antiEU-sentiment naar voren. Ondanks dat er goede tegenargumenten waren, speelden
De Atheense tiran Pisistratos was een Wilders avant la lettre, die het volk aanzette om de elite te verwerpen #kominverzet
EINDELOOS NUMMER 1 - PAGINA 13
OF NIE?
Weg met de islam
Wat is de islam?
Geerts voorvaderen hadden het vroeger maar moeilijk in de politiek
die bijna geen rol. Andersom deden voorstanders van het verdrag alsof de tegenstemmers dom waren. Uiteindelijk werd de opkomstdrempel op het nippertje gehaald. Onze tijd benodigt verantwoordelijke vertegenwoordigers, die een goede, eerlijke afweging maken in de complexe materie. Het gros van de Nederlandse bevolking wil zich niet bezighouden met de moeilijke afwegingen. Door hen die besluiten wel voor te leggen, is de enige uitkomst een overmatige simplificatie van de gestelde problematiek. Vooral als zure Facebookpagina’s de voornaamste informatiebron zijn voor het electoraat. Dat betekent niet dat het huidige politieke stelsel niets te verwijten valt: het ontwijken van de waarheid is prioriteit nummer één van hedendaagse politici geworden. De Tweede Kamer legt eerder verantwoording af aan de economie dan aan het volk, maar durft dat niet uit te spreken. De ontevredenheid van grote delen van de bevolking zijn daarom te begrijpen, maar het versterkt ook de angst om op te komen voor impopulaire maar
fundamentele standpunten. De onvrede heeft tot nu ervoor gezorgd dat politici mensen naar de mond praten, terwijl ze vervolgens alsnog andere besluiten nemen dan beloofd, zoals de politiek tijdens de economische crisis en de besluitvorming rondom de vluchtelingenopvang lieten zien. Dat is geen verantwoording afleggen. Verantwoording is uitleggen wat je principes zijn en ze onderbouwen met argumenten. Een tegengestelde ontwikkeling is zichtbaar: de Eerste Kamer klaagt over het juridische broddelwerk, de zwakke grondwettelijke onderbouwing van wetsvoorstellen en de kortzichtigheid van het beleid. Vooral onder VVD-vlag zijn veel campagne-oneliners meteen doorgestuurd naar de Eerste Kamer onder het mom van ‘wetsvoorstel’. Daardoor moge de VVD nog hoog in de peilingen staan, maar door de slechte uitvoerbaarheid zullen de resultaten minimaal zijn. Als de politiek zich net zo min verdiept in complexe materie als het merendeel Nederlandse bevolking, versterkt dat de roep naar referenda: mensen denken dat ze het zelf ook wel kunnen. De oplossing is dus eigenlijk dat politici zich minder moeten aantrekken van het electoraat als het gaat om hun standpunten. Tegelijkertijd moeten Kamerleden bereid zijn om
‘Verantwoording is uitleggen wat je principes zijn en ze onderbouwen met argumenten‘ hun ideeën staande te houden in golven van kritiek en cynisme. De omstreden wachtgeldregeling is er niet voor niets: het is een vangnet voor moedige politici die staan voor hun mening, ook als dat leidt tot het einde van hun parlementaire carrière. Een politicus moet zich professioneler opstellen, maar zijn ideeën keer op keer verdedigen en uitleggen tegenover het electoraat. Niet bang zijn voor de consequenties van zijn handelen. Onderhandelingen niet in achterkamertjes voeren, maar met open vizier, in de Tweede Kamer. De boze Nederlanders hebben geen referendum nodig; ze willen eerlijkheid. Dan kunnen ze lekker voor de televisie blijven hangen, in plaats van met z’n allen op de agora staan te schreeuwen. d En natuurlijk mensen die opinie delen op facebook ook niet.
EINDELOOS NUMMER 1- PAGINA 14
ENGELSE
SPIDERS OF HELL De afzettingsprocedure van Warren Hastings
Pouwel van Schooten - Westminster hal, zonder twijfel de grootste zaal van het Britse parlementsgebouw, is volgepakt met mensen. Iedereen lijkt er te zijn: van de koninklijke familie tot de gewoonste ambachtslieden. Ze zijn er allemaal voor een rechtszaak, maar niet zomaar een: het is een frontale aanval van het Britse regering op de East India Company, de handelsmaatschappij die grote delen van India bestuurt. ‘Spiders of Hell’ en ‘ravenous vultures devouring the carcases of the dead’ worden de ambtenaren van de compagnie genoemd. Deze akelige beledigingen vliegen voortdurend door de grote zaal, tot grote verbazing en amusement van het publiek. Zeven lange jaren – van 1788 tot 1795 – zetten deze beschuldigen zich door, totdat zowel de beklaagden als de aanklagers en vooral ook het Britse publiek het schouwspel helemaal zat waren In de achttiende eeuw gold het Indiase subcontinent als een pluriform geheel waarin de macht werd verdeeld onder het afbrokkelende Mughal gezag, verschillende manipulatieve Indiase prinsen en de Britse East India Company. Wat ooit als een simpele handelsonderneming begon was gemuteerd tot een belangrijke territoriale macht, maar nog steeds met dezelfde handelaren die alleen hun eigen rijkdom nastreefden. De Britse regering, veilig thuis in Londen, kreeg in de loop van de achttiende eeuw steeds meer het gevoel dat wanbestuur hoogtij vierde in het verre India. De handelsmaatschappij ging namelijk steeds vaker failliet, en Westminster moest keer op keer de financiële zaken op orde stellen. Maar dit economische mismanagement was niet de reden voor de oneindige rechtszaak: dat waren de persoonlijke vergrijpen van de handelaren zelf. Op zich was het niet het einde van de wereld dat corruptie hoogtij vierde in Azië: India was toch kilometers verwijderd van het ‘rationele’ en ‘beschaafde’ Londen. Wat het Britse volk en parlement vooral de haren uit het hoofd deed trekken was het feit dat de verschillende ambtenaren
Wat een toeval, dit is precies genoeg voor een zetel in het parlement
en handelaren van de East India Company terugkeerden naar Groot-Brittannië. Deze handelaren kwamen terug samen met vreemde ‘despotische’ en ‘oriëntalistische’ Aziatische gebruiken. Deze nabobs (een verbastering van het Indiase woord ‘plaatsvervangend heerser’) waren ooit berooide mannen geweest, maar kwamen nu terug met zakken vol geld, om daarmee zetels in het parlement te kopen. Dit choqueerde het Britse publiek: enerzijds omdat deze ‘gewone mannen’ hun politieke invloed konden kopen, an-
derzijds omdat de ‘corrupte despotische Indiase’ gebruiken nu direct het moederland beïnvloedden. Daar moest iets aan gedaan worden. In de jaren tachtig van de negentiende eeuw probeerden verschillende Britse kabinetten de invloed van de nabobs en het wanbeleid in India onder controle te krijgen. Meerdere bewindsleden van de handelsmaatschappij werden aangeklaagd en afgezet. Deze reguleringen culmineerden in de afzettingsprocedure van gouverneur-generaal
EINDELOOS NUMMER 1- PAGINA 15
PROBLEMEN
(het hoofd van de Britse administratie in India) Warren Hastings, een rechtzaak die zeven jaar zou duren. De aanklagers begonnen vol goede moed, en zelfs Hastings moest bekennen dat hij zich schuldig voelde. Het duurde vier dagen voordat alle aanklachten waren voorgelezen. Het Britse publiek smulde van de sensationele pleidooien over het oriënta-
‘De handelaren kwamen terug met oriëntalistische gebruiken’ listisch machtsmisbruik van de ‘captain of inequity’, en in 1788 leek het er op dat Hastings zwaar gestraft zou worden. Het liep echter anders: de rechtszaak sleepte zich schijnbaar eindeloos voort, zonder dat er ooit een sluitend eindoordeel werd bereikt. Intussen brak in 1789 de Franse revolutie uit. De verhalen over Britten in
vreemde Indiase kleding konden het niet op nemen tegen sensationelere verhalen over kasteelbestormingen en de rollende hoofden van Franse aristocraten: het publiek verloor domweg zijn interesse. Zelfs de aanklagers werden de rechtszaak beu: ‘heartily tired of the Hastings trial,’ merkte een van de felste opponenten van de handelsmaatschappij op. Toen in 1795 eindelijk het eindoordeel was bereikt, waren de aanklachten langzaam uit elkaar gevallen. Een derde van de kritische lords was tijdens de rechtszaak gestorven en bijna alle getuigen van de East India Company ontkenden dat Hastings een corrupt man was. ‘The saviour of India’ werd hij ineens genoemd. Hastings werd vrijgesproken, maar hij was financieel geruïneerd door het proces: zijn verdediging moest immers geheel uit eigen zak worden betaald! Wellicht nog het meest opmerkelijk is dat hij, ondanks de prominente functie die hij ooit vervulde, bijna geen onwettige rijkdommen lijkt te hebben verzameld gedurende zijn ambtstermijn in India. En dat voor een Brit… d
Oud Nieuws In de rubriek Oud Nieuws loopt Eindeloos u door de historische nieuwtjes van de afgelopen maand. Wel zo makkelijk.
Dat Londen tot de Brexit een wereldstad was, is natuurlijk geen nieuws. Maar de Britse hoofdstad al sinds de Romeinse tijd een kosmopolitische status lijkt te hebben is zeker nieuws. Archeologen hebben namelijk tussen de restanten van een Romeinse begraafplaats opmerkelijke skeletten gevonden. Naast verschillende Noord-Afrikaanse skeletten zijn zelfs de overblijfselen van twee Chinese mannen gevonden. Londinium, zoals het toen genoemd werd, is dus door zowel Carthagen als Aziaten bezocht. De reden waarom de mannen in hemelsnaam op het Britse eiland verzeild zijn geraakt is onduidelijk. Eindigden de vreemdelingen als handelaars of als slaven in de uiterste hoek van het Romeinse rijk? Voor de Engelse keuken kan immers niet zijn geweest.
In het Poolse Zlocieniec is een 83 jaar oude tijdscapsule vol met nazispullen gevonden. De inwoners van het, toentertijd Duitse stadje, Falkenburg stopten dit onder het fundament van hun fameuze Ordensburg Krossinsee nazi-trainingskamp. Hier zouden namelijk de nazileiders van morgen gedrild worden tot Duitse perfectie. Afijn, we weten allemaal hoe dat is afgelopen. Onder de perfect bewaarde documenten in de tijdscapsule bevindt zich verschillende kranten, foto’s en kaarten van de omgeving, munten en, hoe kan het ook anders, een foto van Hitler en twee exemplaren van Mein Kampf. In omgekeerd nieuws: In Japan zijn historici met stomheid geslagen over de vondst van Romeinse munten op het eiland Okinawa. Historici verwierpen de munten als grap, maar na onderzoek blijken ze dus echt te zijn.De plaats van opgraving was een beroemde handelsplaats, maar zulke oude contacten met Europa waren nog niet gevonden. Hasting zelf was ook verveeld met het debat
EINDELOOS NUMMER 1- PAGINA 16
FOTO VAN DE MAAND
FOTO VAN DE MAAND
COLOFON
Hoofdredactie Suzanne Nellestijn Pouwel van Schooten Eindredactie Silvio Algra Coks Donders Tycho Hofstra Koen Molenaars Vormgeving Tycho Hofstra Drukwerk Speed-o-Print, Amsterdam Redactie Silvio Algra Joris Ammerlaan Lennart Bolwijn Coks Donders Nora Gosselink Tycho Hofstra Emma Kabel Désirée Kroep Thijs van Leeuwen Bente Marschall Koen Molenaars Suzanne Nellestijn Pouwel van Schooten Anna Teijieiro Fokkema Redactieraad Dr. Jouke Turpijn Dr. Willem Melching Prof. Dr. Wyger Velema Dr. Wendelien van Welie Uitgever: Stichting Eindeloos
‘Juf, het is zo warm. Mogen alsjeblieft buiten les hebben?’ Iedereen die op een school heeft gezeten (ja ook jij, want je kunt dit lezen) herkent deze woorden. Om van deze irritante vraag af te zijn stichtte men vanaf 1913 in Nederland openluchtscholen, waar de lessen zo veel mogelijk buiten werden gegeven. Echt? Nee, de scholen waren eigenlijk bedoeld voor leerlingen met tuberculose. De frisse lucht zou de hoestende en rochelende koters namelijk goed doen. Het was zeker niet slecht toeven op de openluchtscholen. De leerlingen kregen ‘s middags warm te eten en doken in sommige gevallen zelfs nog even een uurtje het bed in. In de winter droegen de leerlingen parka’s met puntmutsjes om warm te blijven. Met de uitvinding van de antibiotica was het alleen snel gedaan met de openluchtschool. Een redelijk ventilatiesysteem werd voortaan weer voldoende gevonden aan frisse lucht.
Eindeloos is een onafhankelijk periodiek van en voor de studierichtingen Geschiedenis en Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Het blad wordt uitgegeven door de Stichting Eindeloos en is gelieerd aan studievereniging Kleio. Eindeloos ligt iedere maand in de bladenbakken van het Bushuis en in de Oudemanhuispoort. Reacties, ingezonden stukken, liefdesverklaringen en hatemail kunt u sturen naar eindeloos@kleio-amsterdam.nl Deze uitgave kwam tot stand met subsidie van de Universiteit van Amsterdam.
Zie ook: eindeloosweblog.wordpress.com