Narcotica (februari 2020)

Page 1

NUMMER 4 Februari 2020, 23e JAARGANG

EINDELOOS

d MAANDBLAD VOOR STUDENTEN (KUNST)GESCHIEDENIS AAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM d

NAR Orakel van Delphi • Sektes • Bicycle day • Absint • Opiumoorlogen •Amsterdamse Zeedijk

COTICA Bangue • Doping • Antibiotica • Drugs in de Tweede Wereldoorlog • Ayahuasca


INHOUDSOPGAVE - 2

Inhoudsopgave Het Orakel van Delphi Spirituele trip of goddelijke act? 3 Absint De groene muze voor kunstenaars

4

Rock & roll, drugs en mindcontrol 5 Ayahuasca: de slinterplant van de ziel

6

Drugs: de brandstof van de Tweede Wereldoorlog 7

EINDELOOS COLOFON Hoofdredactie

Haye Heida Maura Wesseling Sophie Zwaal

Eindredactie

Silvio Algra Loes Knijn Suzanne Nellestijn Maura Wesseling Sophie Zwaal

Opmaak

Antibiotica tegen de pest 8

Sophie Zwaal

Hapklare historie: geestverruimers 10

Drukwerk

Bang(ue) voor hasjiesj 12 De Opiumoorlogen Hoe China ten onder ging door drugs 13 Heroïne verovert de Zeedijk 14 Sterven in het harnas Romantiek versus doping in de Tour aan de hand van Tommy Simpsons dood 16 Bicycle day 18 Politicus van de maand & voorwerp van de maand 20

HOOFDREDACTIONEEL

Speed-o-Print, Amsterdam

Redactie

Sterre Berentzen Haye Heida Rutger Hoekstra Job Holtz Iris Jocker Anne van Keulen Julia Kloppenborg Vivian Lieberom Froukje Vroom Maura Wesseling Romy Zoetendal Sophie Zwaal

Redactieraad

Dr. Jouke Turpijn Dr. Willem Melching Beste lezers, Prof. dr. Wyger Velema Dr. Wendelien van Welie Het is februari, en je weet wat dat betekent. bruik in de sport. Daarnaast blijkt dat een Het naleven van de goede voornemens van het nieuwe jaar wordt - voor degenen die dit tot nu toe hebben volgehouden - steeds moeilijker. Oude gewoonten zijn moeilijk los te laten. Voor een keurig blad als Eindeloos nemen wij aan dat dit voor ons lezerspubliek geen betrekking heeft tot Narcotica: het thema van deze maand. Onze redactie heeft zoals altijd weer hard gewerkt om een ‘batch’ aan artikelen te leveren die zelfs voor de meest voorbeeldige lezer onweerstaanbaar zal zijn. Het gebruik van verdovende middelen kent een lange, veelzijdige geschiedenis. Onafhankelijk van het ingenomen standpunt over drugs laat deze geschiedenis zich kenmerken door vele immorele en tragische aspecten. Getuige de Amsterdamse Zeedijk in de jaren ‘70, drugsgerelateerde sektes, opium als koloniaal onderdrukkingsmiddel en de dodelijke gevolgen van dopingmis-

EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4

hard antidrugsbeleid net zo min als slap overheidsbeleid niet altijd even goed uitpakt. Aan de andere kant zouden wij ook over de ‘successen’ van drugs kunnen spreken. Jan Huijgen van Linschoten deed eind zestiende eeuw al verslag over de ontspannende werking van drugs in de Oost. Ook hebben drugs tot nieuwe inzichten geleid op het gebied van kunst, psychoanalyse en medicijnen. De verslavende hapklare historie over deze geestverruimers is zoals altijd te vinden in de centerfold van het blad. Wij kunnen niet garanderen dat er geen ontwenningsverschijnselen zullen ontstaan wanneer de volgende Eindeloos ‘fix’ pas volgende maand uitkomt. Maar tot die tijd, veel leesplezier!

Uitgever: Stichting Eindeloos

Eindeloos is een onafhankelijk periodiek van en voor de studierichtingen Geschiedenis en Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Het blad wordt uitgegeven door de Stichting Eindeloos en is gelieerd aan studievereniging Kleio. Eindeloos ligt iedere maand in de bladenbakken van het P. C. Hoofthuis en het Bushuis. Reacties, ingezonden stukken, liefdesverklaringen en hatemail kunt u sturen naar eindeloos@kleio-amsterdam.nl. Deze uitgave kwam tot stand met subsidie van de Universiteit van Amsterdam.

Stichting Eindeloos Haye Heida, Maura Wesseling & Sophie Postbus 1626 Zwaal 1000 BP Amsterdam www.eindeloosweblog.wordpress.com


ORAKEL VAN DELPHI - 3

Het Orakel van Delphi Spirituele trip of goddelijke act?

De Pythia was als een contemporaine yogasnuiver: doordeweeks naar het gymnasion en in het weekend aan de laurierbladen

Suzanne Nellestijn - Het gebruik van planten, of van minder natuurlijke middelen, om een ander niveau van bewustzijn te

bereiken is bijna zou oud als de mensheid zelf. Maar, omdat het soms zo moeilijk is om met zekerheid te zeggen wat er in het verleden gebeurde, komt het ook voor dat – wellicht onterecht – verondersteld wordt dat er geestverruimende middelen in het spel zijn geweest. Neem het geval van het Orakel van Delphi, de Pythia.

D

e Pythia was een priesteres van Apollo. Mensen kwamen vanuit het hele Middellandse Zeegebied om de voorspellingen te horen die de priesteres deed in naam van Apollo. Op het moment suprême zou de priesteres in ‘spirituele vervoering’ raken, een soort trance, waarin

aanvankelijk beschouwd als zeer plausibel. Het zou ook niets nieuws zijn dat een vorm van drugs gebruikt wordt om los te komen van het wereldse en in contact te komen met de goden. Enkele jaren later werd echter duidelijk dat de gassen die door het team van geologen voorgesteld werden als veroorzaker van de trance van de Pythia niet op natuur-

van Apollo meedragen), ze zou de rook van verbrande laurier ingeademd hebben of op laurier gekauwd hebben. De plant zou een grote rol gespeeld hebben vanwege het verband dat gelegd wordt tussen de god Apollo, wiens boodschappen het Orakel van Delphi door zou geven, en laurier. Van laurier is echter niet bekend dat het dergelijke effecten heeft. Een waarschijn-

De priesteres van Apollo, die voorspellingen deed, zou high as a kite zijn ze raadselachtige uitspraken deed die door priesters toegelicht werden. Plutarchus sprak van pneuma die ingeademd zouden zijn en de bron zouden zijn van de goddelijke inspiratie. Ruim tien jaar geleden kwam een team van geologen met een baanbrekende verklaring voor het gedrag van het Orakel van Delphi: de priesteres van Apollo die voorspellingen deed zou high as a kite zijn vanwege natuurlijk voorkomende gassen. Deze theorie werd gebaseerd op de veelgebruikte vertaling van pneuma als ‘gas’. Deze gassen zouden via een spleet in de aarde de tempel binnenkomen. Het nieuws van deze ontdekking verspreidde zich snel en werd

lijke wijze in zo’n hoge concentratie aanwezig hadden kunnen zijn om dit effect te hebben. Wanneer dit wel had gekund, had dit zeer explosieve gas, etheen, niet zonder gevolgen een hele tempel kunnen vullen in een tijd waar de enige kunstverlichting kwam van open vuur. Een andere theorie is dat laurier een factor speelde in de voorspellingen van de Pythia. Op de enige afbeeldingen die van de Pythia bewaard is gebleven staat ze afgebeeld met een lauriertak en verschillende auteurs uit de oudheid schrijven over de rol van laurier in de rituelen. Zo zou de priesteres een laurierstruik geschud hebben (het geluid van de ritselende takken zou de stem

lijke theorie is dat de priesteres simpelweg een mooie act opvoerde, wat wellicht de indruk wekte dat gebruik gemaakt werd van geestverruimende middeltjes. Het feit dat de benodigde hoeveelheid etheen niet op natuurlijke wijze aanwezig had kunnen zijn en dat laurier niet bekend staat om zijn trippende effecten, maakt een goed uitgevoerde acteerprestatie een betere kans om het gedrag van de priesteres te verklaren. Dit idee krijgt echter weinig navolging onder historici, wat in zekere zin begrijpelijk is. We weten allemaal hoe graag mannen te horen krijgen that she was just faking it… d

EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4


4 - ABSINT

ABSINT

De groene muze voor kunstenaars

En dan te bedenken dat de kater nog moest komen...

Iris Jocker - Wat begon als een medicijn voor alle kwalen eindigde in een razend populair drankje. In de tweede helft

van de negentiende eeuw was absint niet meer uit het straatbeeld weg te denken. Om vijf uur ‘s middags dromden de mensen samen op de terrasjes van Parijs, om daar hun aperitief, de groengele absint, te nuttigen. Impressionistische kunstenaars in de Franse hoofdstad legden het drankje in de moderne stad maar al te graag vast.

A

bsint is een drankje dat waarschijnlijk door een Franse arts in Zwitserland is uitgevonden. De sterkedrank op basis van anijs, venkel en alsem werd in 1797 op de markt gebracht. Pas na 1830 zou de drank aan populariteit winnen, nadat Franse soldaten uit Algerije terugkwamen. De soldaten moesten in de Franse kolonie absint drinken ter bescherming tegen de gevreesde ziekte malaria. Toen het rustiger werd in het Afrikaanse land, zetten ze het drinken ervan voort in Frankrijk. Het werd schijnbaar snel opgepakt door de nieuwe burgerij. Na 1860 werd absint pas echt een hit. Toen vielen namelijk de zogeheten druifluizen de wijnstokken in de Provence aan. Door de schaarste van wijn werd absint een goedkoper alternatief. Dit werd het al helemaal toen absint in het laatste kwart van de negentiende eeuw in grote hoeveelheden geproduceerd werd. Het werd toen vooral een drankje van het ‘gewone’ volk. Dit wetende is het gek dat Édouard Manet, wie beschreven werd als een ‘echte heer’ en een ‘stijlvolle man’, een schilderij maakte als Le Buveur d’absinthe (De absint drinker) in 1859. Hierbij had hij een voddenman ten voeten uit op een doek van ongeveer 180 bij 105 centimeter geschilderd. Dit was een enorme omvang voor een dergelijk onderwerp. Naast de man staat een glas absint en op de grond ligt een lege fles. Het werk werd jammer genoeg slecht ontvangen. Zelfs de leermeester van Manet, Thomas Couture, kon het schilderij niet waarderen: “An absinthe drinker! And they paint abominations like that! My poor friend, you are the absinthe drinker. It is you who have lost your moral sense.” Maar Manet was nou eenmaal geïnspireerd door schrijver Charles Baudelaire. Baudelaire schreef dat kunstenaars de ‘modernité’ moesten vastleggen, het leven in de geïndustrialiseerde stad. In dit stadsleven speelde EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4

het groengele goedje absint een grote rol. Vincent van Gogh nam na 1886 ook deel aan het Parijse stadsleven. In 1887 werd Van Gogh door zijn collega-schilder, Henri de Toulouse-Lautrec, geportretteerd met een glas absint. Van Goghs gezondheid zou door de alcoholische drank sterk achteruit zijn gegaan. Er wordt ook beweerd dat hij onder invloed van absint was toen hij een groot stuk van zijn oor afsneed. Edgar Degas, een tijdgenoot van Manet, zag al vroeg de onplezierige kanten van de hoge alcohol consumptie in zijn tijd. In 1876 legde hij ze vast in zijn schilderij L’Absinthe. Eind negentiende eeuw kwamen er dan ook onderzoeken naar het absintdrankje. Het zou verwarring, hallucinaties, epileptische aanvallen en krankzinnigheid veroorzaken. Later is aangetoond dat deze psychische aandoeningen niet specifiek door absint werden veroorzaakt. Gewoonweg de overmaat aan alcohol was de boosdoener. Verder bestaat een theorie dat giftige stoffen in absint zorgden voor deze ziektes. Er zou bijvoorbeeld koper in de drank zijn gedaan om een mooie groene kleur te creëren. Mede door de kleur, de psychische bijwerkingen en de functie als inspiratiebron, werd absint in de kunstkringen ook wel ‘De Groene Fee’ genoemd. De Tsjechische kunstenaar Viktor Oliva maakte deze reputatie van absint kenbaar in zijn schilderij Piják absintu (Absint Drinker) uit 1901. In de eerste jaren na de eeuwwisseling werd absint echter in delen van Europa verboden. Zo kwam Nederland met een verbod in 1909 en Frankrijk in 1915. Het zou tot begin 2000 duren totdat de groene muze van kunstenaars eindelijk weer legaal werd. d


SEKTES - 5

Rock & roll, drugs en mindcontrol

Een sekte? Ik dacht dat ik me had aangemeld voor een lezing over insecten!

Maura Wesseling - Het woord sekte heeft in het westen een nare bijsmaak. Dit komt met name door de vele vormen van

misbruik die in bekende sektes hebben plaatsgevonden. Machtsmisbruik en seksueel misbruik lijken veel voor te komen, zoals onder andere bij de Manson Family. Maar ook massale zelfmoord, zoals in het geval van de Branch Davidians en Jim Jones’ Peoples Temple; hoe lukte het mannen als Charles Manson en Jim Jones om talloze mensen te manipuleren op deze manier? Ze waren charismatisch en wostem hoe ze je hersens moesten spoelen. Maar ze gebruikten ook heel veel drugs.

D

rugs zijn een verslavend middel, dat weet iedereen. Wanneer iemand verslaafd raakt aan drugs wordt het gevoel ervan een soort religieuze ervaring. Als er dan iemand is die de drugs controleert en uitdeelt wordt deze persoon al snel een soort god-figuur in het leven van de verslaafde. Hij wordt afhankelijk van deze god. Daarmee is de verslaafde kwetsbaar en sneller geneigd om diens god te volgen. Charles Manson was hier een goed voorbeeld van. Door zijn criminele contacten kon hij gemakkelijk aan LSD komen. Bij de Family kon je ontsnappen aan je eigen leven en rebels zijn. Je kon muziek luiste-

ren en spelen, praten over wat je wilde en je kon zelfs gratis dronken en high worden. Tegenwoordig weten we dat Manson hier later een enorme prijs voor zou gaan vragen. Wanneer alle Family-leden high waren van de enorme hoeveelheid LSD die ze namen, begon Manson zijn gewelddadige ideeĂŤn te delen. Het idee van de rassenoorlog was veel overtuigender voor een groep die flink aan het hallucineren was. Wanneer iemand opstandig was pompte Manson gewoon nog wat meer drugs in het lichaam, en zo had hij al snel een volledig leger dat hij kon besturen. Zo kreeg hij het voor elkaar om afgrijselijke moorden te plegen zonder zijn eigen handen vies te

maken. Maar drugs werden in de oudheid al gebruikt onder sektes. Zo bestonden er een aantal Dionysus-cultussen die zich elke avond ladderzat dronken om zo dichter bij hun god te komen. Rondom de 5e eeuw voor Christus was er een Romeinse sekte die de Romeinse versie van deze god aanbaden: de Bacchic Thiasoi. Zij kwamen bij elkaar in de bergen om daar ontzettend veel wijn te drinken en vervolgens onder het maanlicht te dansen en te zingen. Maar ook om aan orgies deel te nemen en rauw vlees te eten. De Bacchic Thiasoi zagen dit als een tijdelijke ontsnapping aan de samenleving, naar de wilde chaos van Bacchus. d

Advertentie

EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4


6 - SLINGERPLANT

Ayahuasca: de slingerplant van de ziel

Wat een cursus mindfulness en een tussenjaar in Zuid-Amerika wel niet met je doet...

Julia Kloppenborg - De gemiddelde avontuurlijke backpacker in Zuid-Amerika is waarschijnlijk wel ergens op reis in aanra-

king gekomen met Ayahuasca. De ceremonie is eeuwenoud en bestaat uit het innemen van een drankje, samengesteld uit verschillende planten. In groepsverband, onder leiding van een Sjamaan (iemand die in contact staat met de geestenwereld), wordt het drankje ingenomen. Ayahuasca komt van inheemse volkeren uit Zuid-Amerika en werd beschouwd als het belangrijkste geneesmiddel van de sjamaan. In de gebieden rond de evenaar, het Amazonegebied en de oerwouden in het oosten van het continent zijn de oudste bronnen van de ceremonie gevonden, maar van waar precies en uit welke tijd het ritueel komt weet men niet.

A

yahuasca is een van de vele namen die gebruikt wordt voor het drankje of de ceremonie zelf. De naam komt uit het Quechua, een Indiaanse taalfamilie uit Zuid-Amerika. Aya betekent ziel, geest of dode. Huasca is het woord voor touw of liaan. De vertaling die veel gebruikt wordt is dan ook “slingerplant van de ziel”. De samenstelling van het drankje bestond over het algemeen altijd uit dezelfde combinatie planten, maar regionale verschillen waren er zeker. Deze ontstonden onder anderen doordat de planteigenschappen per locatie verschilden. Over het algemeen werden de bladeren van een DMT (werkt geestverruimend) bevattende plant gemengd met een liaan, welke MAO-remmers bevat (verantwoordelijk voor het tegengaan van de aanmaak van bijvoorbeeld adrenaline). De sjamaan was verantwoordelijk voor het leiden van de ceremonie. Wekelijks werd er in groepsverband naast andere rituelen het drankje gedronken. Hierna behandelde de sjamaan individuele klachten met andere geneesmiddelen. Naast hulp EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4

bij lichamelijke klachten, werd het ritueel ook uitgevoerd voor het helen van mentale klachten. In de inheemse culturen waar veel waarde werd gelegd aan voorouderverering, kwam het voor dat een geest het lichaam van de sjamaan overnam. De ayahuasca werd gebruikt om de sjamaan in een trance te brengen. Patiënten konden op deze manier onrust in familiebanden opklaren. Ook zou contact met voorouders helpen met voorspellingen maken voor de toekomst.

De DMT-houdende plant is volgens de Opiumwet in Nederland verboden, wat de kerkdienst illegaal maakte Tot slot werd ayahuasca gebruikt voor lichamelijke reiniging. Het spoelen van het maag-darmkanaal was gevolg van het vele braken wat het drankje veroorzaakt. Hierdoor werden parasieten en wormen gedood. In dit geval kreeg de ceremonie wel een andere naam, la purga, “de reiniging”. Een ayahuasca ceremonie was altijd bedoeld ter genezing. Alhoewel hallucina-

ties en psychedelische ervaringen gevolg waren van het nuttigen van de chemische samenstelling, was er geen sprake van een recreatief aspect. Lichamelijke en mentale pijn kwamen vrijwel altijd kijken bij de ceremonies. Alhoewel er geen zekerheid is over de oorsprong van ayahuasca, heeft een archeologische opgraving wel wat zaken verhelderd. Bij een opgraving in zuid Bolivia in 2010 werd een buidel gevonden waarin de plantencombinatie van het ayahuasca drankje zat. De buidel was gemaakt van vossensnuiten en bevatte ook andere voorwerpen, zoals een bewerkte pijp en een rijkversierde haarband. Het buideltje werd gedateerd tussen 1170 en 900 VC. Voorheen was er nog geen indicatie voor een datering van het ritueel, nu kunnen we met zekerheid zeggen dat het gaat om een eeuwenoude traditie. Dat het buideltje werd gevonden in een grot die diende als tombe, wijst er ook op dat ayahuasca enorm belangrijk was eeuwen geleden. Het vakmanschap dat nodig was voor het maken van het buideltje en de andere rijk bewerkte voorwerpen en het feit dat het gevonden werd in een tombe


NAZI’S - 7

lijken erop te wijzen dat het buideltje een grafoffer was. Deze waarnemingen geven meer inzicht in de afkomst en het belang van ayahuasca. Als gevolg van globalisering en imperialisme verspreidde ayahuasca zich over andere continenten. Ayahuasca werd voor het eerst beschreven in Europese bronnen nadat een groep Jezuïeten die door de Amazone trok in 1737 in aanraking kwamen met het ritueel. Ook door andere missionarissen werd het beschreven, zij deden het af als demonisch. In 1930, nadat ayahuasca zijn intrede al op meerdere plekken over de wereld gedaan

had, stichtte de Braziliaan Serra de Santo Daime kerk. De ayahuasca ceremonie werd hier in samenhang met het christelijke geloof beoefend. De Santo Daime kerk werd in 1992 naar Nederland gebracht door de Amsterdamse Geraldine Fijnenman. Op reis in Brazilië maakte zij kennis met de Santo Daime kerk waarna ze in Nederland vrij snel geïnteresseerde leden van de kerk wierf. Toch was het uitvoeren van de ceremonie een lastig onderwerp; de DMT-houdende plant is volgens de Opiumwet in Nederland verboden, wat de kerkdienst illegaal maakte. Velen rechtszaken volgden, aanhangers van de Santa Daime kerk noemde

de afschaffing van het drankje overtreding van de bescherming van godsdienstvrijheid. De Santa Daime kerk is in Nederland nog steeds actief. Alhoewel het drankje illegaal is, treedt politie niet op bij ceremonies. Ayahuasca schendt de Opiumwet, maar wordt niet als gevaar voor de volksgezondheid gezien. Daardoor kunnen gelovigen nu nog steeds hun ceremonies bijwonen en het geloof uitoefenen. Wellicht zou de overheid er goed aan doen de drug volledig te legaliseren, want hoeveel CO2 zou bespaard worden als de avontuurlijke backpacker niet meer naar Zuid-Amerika hoeft te vliegen voor de ceremonie? d

Onder Hitlerjugend-festivalgangers was Blitzkrieg een populaire partydrug

Drugs: de brandstof van de Tweede Wereldoorlog Romy Zoetendal - In 1940 werd Frankrijk overrompeld door de Duitse ‘Blitzkrieg’. De bliksemsnelle aanval van de nazi’s was

een revolutionaire aanvalstactiek die uiteindelijk zou leiden tot de val van Frankrijk, het land dat destijds gezien werd als de sterkste militaire mogendheid in Europa. De wereld was in shock: hoe had dit kunnen gebeuren? Ooggetuigenverslagen van de Franse militairen beschreven de Duitse soldaten als onvermoeibaar, ze waren in staat om dag en nacht te vechten en leken niet te rusten.

V

andaag de dag weten we dat deze onuitputtelijke Duitse soldaten onder invloed waren van Pervitin, een vorm van crystal meth. Pervitin werd in 1938 geïntroduceerd als een antidepressiva en een middel dat zorgt voor alertheid. Deze eigenschappen maakte de drug zeer geschikt voor het Duitse leger en Pervitin werd dan ook in groten getale uitgedeeld aan de Duitse troepen voor de aanval op Frankrijk in 1940. Onder invloed van Pervitin waren de Duitse soldaten in staat om dagen achter elkaar wakker te blijven en tientallen kilometers te marcheren. Maar de nazi’s waren geen uitzondering in hun drugsgebruik. Ook aan de andere krant van het front werden drugs gebruikt door de soldaten. De

geallieerden gebruikten Benzedrine, een vorm van speed om vermoeidheid tijdens het vechten tegen te gaan. De archieven van Theodor Morell, de persoonlijke arts van Hitler, tonen aan dat de leider van de Nazi’s dagelijks een cocktail van verschillende drugs kreeg ingespoten door zijn arts. In deze cocktail zaten onder andere amfetaminen, barbituraten en opiaten. Volgens de aantekeningen van Morell heeft Hitler gedurende vijf jaar maar liefst 800 shots toegediend gekregen. Daarnaast gaf de arts Hitler een boost van Eukodal, een sterke pijnstiller, voor speciale gelegenheden. Zo ook in 1943, toen Hitler een belangrijke afspraak had met Mussolini. Hitler pleegde twee jaar later zelfmoord in zijn bunker in Berlijn. Onderzoek naar het drugsgebruik van

Hitler wijst erop dat hij hoogstwaarschijnlijk leed onder zware ontwenningsverschijnselen tijdens zijn verblijf in de bunker. Berlijn was destijds volledig verwoest en Morell was niet in staat de drugs te vinden. De zware ontwenningsverschijnselen die Hitler ondervond door dit tekort hebben mogelijk bijgedragen aan zijn zelfmoord. Het gebruik van deze drugs was destijds heel nieuw en er was nog vrijwel geen onderzoek gedaan naar de langetermijngevolgen van drugsgebruik. Er was weinig bekend over verslaving en ontwenningsverschijnselen als het gevolg van drugsgebruik. Na de Tweede Wereldoorlog werd er meer onderzoek gedaan naar de gevaren van drugs. Naarmate de kennis rondom drugs groeide werd de wetgeving strenger en werd de productie geminimaliseerd. d EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4


8 - PEST

Antibiotica tegen de pest Sterre Berentzen - Het jaar 1347: de Zwarte Dood doet zijn intrede in Europa. Het einde van de wereld lijkt te zijn aangebro-

ken, zoals de Bijbel het voorspeld had. De Yersinia Pestis bacterie maakt het ene slachtoffer na de andere. Pas vijfhonderd jaar later wordt deze bacterie ontdekt, toch is de veertiende -eeuwse arts Gentile da Foligno niet machteloos. Hij gaat de strijd aan.

I

n oktober 1347 voer een schip de haven van Messina binnen. De bemanning was ziek en vertoonde zwarte gezwellen bij de oksels en de liezen. Ze bevonden zich in het laatste stadium van de builenpest. Deze pestepidemie, de Zwarte Dood, verspreidde zich vanuit Messina over Europa in de periode tussen 1347 en 1351. De veertiende-eeuwse Italiaanse bevolking was nog niet eerder in aanraking gekomen met een epidemie van deze omvang. De geneeskunde in Europa was grotendeels gebaseerd op de werken van Avicenna, Galenus en Hippocrates die de leer van de lichaamssappen vertegenwoordigden. De medici uit deze tijd hadden nog geen kennis van een besmettelijke bacterie. De Italiaanse artsen worden in het contemporaine werk Decamerone van Giovanni Boccaccio neergezet als niet-wetende, nutteloze en vooral moedeloze medici. Zo ook de Italiaanse geneeskundegeleerde Gentile da Foligno. Maar is dit wel zo terecht? Gentile da Foligno had geneeskunde gestudeerd aan de Universiteit van Bologna. Na zijn studie geneeskunde gaf hij, net als zijn mede studenten, les op andere universiteiten. Het lesgeven in al bestaande kennis, gaf hem weinig voldoening. Hij was het niet altijd eens met zijn collega’s en leverde graag kritiek op medische werken. Gentile da Foligno was in het jaar 1347 bezig met het leveren en uitbrengen van commentaren op het werk van Avicenna, toen hij iets opvatte over de gebeurtenissen die hadden plaatsgevonden in Messina. Men sprak over het einde van de wereld en over de komst van de vier ruiters, die ziekte en verderf mee zouden brengen. Hij had tot dan toe alleen nog maar gehoord over de zwarte opgezwollen bulten die mensen op hun lichaam kregen en de ellende waarmee deze mensen binnen enkele dagen zo ziek waren dat ze dood gingen of smeekten om de dood. Uiteindelijk was ook zijn woonplaats aan de beurt. Hij zag hele families bij bosjes overlijden. Hij zag hoe moeders hun zieke kinderen verlieten, om zichzelf te redden. Hij zag hoe priesters tevergeefs mensen probeerden te redden door te bidden, tot dat

EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4

ook zij getroffen werden door de dood. Hoe was dit verderf te verklaren? In 1345 hadden de planeten Jupiter, Mars en Saturnus in één lijn gestaan met de aarde. Volgens het werk De Causis propietatum elementarum, in de Middeleeuwen toegeschreven aan Aristoteles (maar van een onbekende meester), zou de samenstand van Saturnus en Jupiter zorgen voor een bevolkingsdaling. Albert Magnus, een dertiende-eeuwse geleerde, had zich hier verder in verdiept en stelde dat de samenstand van deze planeten leidde tot een epidemie. De samenstand van de planeten zorgde ervoor dat er giftige stoffen vrijkwamen. Gentile bouwde op dit idee voort. Volgens hem was de directe oorzaak van deze pest de giftige stoffen die zich om de longen en het hart hadden gevestigd, hierdoor was er een disbalans ontstaan tussen de vier lichaamssappen.

‘Men sprak over het einde van de wereld en over de komst van de vier ruiters, die ziekte en verderf mee zouden brengen’ Het idee van een besmette lucht was zo gek nog niet. De pestplaag van 13471351 bestond uit twee vormen van de pest, namelijk de longpest en de builenpest. De builenpest werd verspreid door vlooien die besmet waren met de bacterie en zich aan ratten vastklampten. Voordat de vlo besmet was met genoeg bacteriën om de ziekte over te kunnen brengen op een ander persoon, was de geïnfecteerde persoon vaak al overleden of hersteld. Hierdoor was de builenpest niet besmettelijk zonder een nieuwe rat als overbrenger. Deze vorm van de pest ging gepaard met de warme maanden. De longpest was de wintervariant en was zeer besmettelijk en veel dodelijker dan de builenpest. De longpest ontstond wanneer de builenpest zich toch tot een zeer ver stadium had ontwikkeld, waarbij de bacillen via de bloedbaan in de longen terecht kwamen. Gentile had dan wel een verklaring

gevonden, maar er had nog nooit zo’n hoge druk op hem gelegen. Hij zag andere artsen zelfs onder de druk bezwijken en de stad verlaten, dit ging hem direct tegen zijn principes in. Als arts zijnde had hij de plicht om de mensheid te helpen met zijn kennis en expertise. Hij begon daarom met het schrijven van zijn Consilia Contra Pestilentiam. Dit was praktijkgericht en gebaseerd op observatie, in plaats van het meer theoretische en speculatieve werk van anderen die gevlucht waren en vanuit afgelegen plekken probeerden te helpen. Maar de enige manier om te kijken of een middel werkte was om het toe te passen op een zieke. Hij baseerde zijn Consilia op Galenus en Avicenna; de lichaamssappen moesten hersteld worden en dit kon door het gebruik van bepaalde medicijnen. Zo schreef hij het gebruik van popum ambrae voor, dit bestond uit ambergrijs en kamfer. Dit kon als pil worden ingenomen en moest helpen tegen de besmetting van de pest, niet als remedie tegen de pest. De besmetting was in zijn ogen het belangrijkste, ook voor hem zelf. Hij wist dat hij door in de stad te blijven een grote kans liep om zelf besmet te raken. Theriak gaf hij aan de mensen waarvoor het al te laat was. Dit middel bestaat deels uit opium en deed de pijn verdoven. Opium is een middel dat een aantal stoffen bevat, waaronder morfine. Popum ambrae is een werend middel tegen vlooien, de dragers van de pest. Deze ‘medicijnen’ moeten dus daadwerkelijk geholpen hebben. Sommige mensen werden weer beter, doch zou maar een derde het overleven. Uiteindelijk moest ook Gentile eraan geloven toen hij een knobbel onder zijn arm constateerde. Hij liet zijn hoop echter niet varen en werd zijn eigen proefpersoon. Veel remedies leken de pijn te verzachten en werden nog opgenomen in zijn Consilia. Gentile overleefde de pestepidemie niet, maar zijn nalatenschap doet wel het beeld van de onkundige arts die door aderlating mensen probeert te ‘helpen’ bijstellen. d


PEST - 9

Ook in de veertiende eeuw stonden Italianen bekend om hun overdadige handgebaren

Adverteren in Eindeloos?

Interesse?

Stuur een mail naar: eindeloos@kleio-amsterdam.nl

EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4


10 - CENTERFOLD

Geest

‘Drugs are bad, m’kay’, om het zo maar even te zeggen in de befaamde woord ge ontwenningsverschijnselen op en gaan gepaard met een grote criminele een Rothko in de woonkamer van iedere gerespecteerde (en rijke) kunstliefh zijn ontstaan. Drugs blijken dan ook een positieve geestverruime

Mark Rothko Anne van Keulen - Mark Rothko was een van de allergrootste abstract expressionisten uit de twintigste eeuw. Zijn abstracte schilderijen zijn wereldberoemd en geven mensen spirituele en religieuze ervaringen over de hele wereld. Je zou misschien niet denken dat deze grote kunstenaar zijn hele leven met verslaving kampte. Hij had een serieus drankprobleem dat hij ontwikkelde door depressie. Er is een zekere verandering in kleuren en abstractie te zien naar mate het steeds slechter met de schilder ging. De schilderijen werden grauwer en simpeler tot zijn einde aan toe. Rothko was een zware roker en greep naar de alcohol om met zijn depressie en angsten om te gaan. Hij gebruikte alleen voorgeschreven medicatie, maar dat kan zeer schadelijk zijn bij alcoholmisbruik. Tegen het einde van zijn leven begint Rothko ook Sinuquan en Valium te gebruiken. Op 25 februari 1970, op 66-jarige leeftijd pleegt hij zelfmoord. Dit schilderij (zie afb.) is te zien in een privéruimte in het Stedelijk Museum Schiedam, als deel van een project ‘Rothko en ik’. Je kunt een uurbezoek boeken om alleen in een ruimte met het schilderij ‘Gray, Orange and Maroon, No. 8’ te mediteren. Tickets zijn nog te boeken tot 22 maart.

Tijdens het maken van dit schilderij voelde Mark zich duidelijk Rothko

Sigmund Freud

Met zijn spraakmakende cocaïnegebruik probeerde Freud de aandacht op zijn oepiduscomplex weg te nemen

Sophie Zwaal - Sigmund Freud is vooral bekend door zijn theorieën over het ‘ego’, een complexe beschrijving van het menselijke onderbewuste waarin emoties en driften ontwikkelen. Wat weinig mensen weten is dat Freud een fervent cocaïnegebruiker was. De psycholoog was ervan overtuigd dat cocaïne toepasbaar was als medicijn voor mentale en psychische problemen en kon worden gebruikt als antidepressant. Zijn artikelen tussen 1883 en 1887, waarin hij zijn eigen ervaringen met cocaïne kleurrijk beschrijft en de drug bestempelt als geschikt verdovingsmiddel. Het zou honger, verdriet en pijn volledig wegnemen en een goed medicijn zijn tegen astma en seksuele problemen. Deze papers zorgden er onvermijdelijk voor dat Freuds medische reputatie verslechterde, toen de zeer verslavende werkingen en risico’s op overdoses bekend werden.

Hotel California Romy Zoetendal - De surrealistische songtekst van ‘Hotel California’ heeft, vanaf het moment dat het nummer werd uitgebracht in 1976, gezorgd voor speculaties onder fans en muziekfanaten. De tekst werd geschreven door Eagles-leden Don Felder, Don Henley en Glen Frey en is door de jaren heen op verschillende manier geïnterpreteerd. Een van deze visies interpreteert de songtekst als een verhaal over cocaïneverslaving. De tekst spreekt over een man die vermoeid en verward aankomt bij het hotel: ‘Relax,’ said the night man, we are programmed to receive. You can checkout any time you like, but you can never leave!’ Het hotel is een symbool voor de cocaïneverslaving, iedereen is welkom maar je kan nooit meer vertrekken. EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4

Volgens anderen verwijst deze strofe naar een recalcitrante hotelbediende


CENTERFOLD - 11

verruimers

den van South Park’s Mr. Mackey. Ze zijn verslavingwekkend, roepen ernstionderwereld. Toch staat Hotel California al jaren in de Top 2000 en hangt er hebber, dat terwijl deze kunstwerken onder invloed van die immorele drugs end effect te hebben, maar met mate natuurlijk.

Drugsjaar 1967 Rutger Hoekstra - In 1967 kwam The Velvet Underground & Nico van de gelijknamige band uit. Het werd destijds niet een commercieel succes, maar tegenwoordig wordt het gezien als één van de invloedrijkste albums in de alternatieve rock. Niet alleen de nihilistische benadering van rockmuziek heeft daar aan bijgedragen. Het zijn ook de revolutionaire teksten van Lou Reed (1942-2013) over onder andere drugsgebruik die hier voor gezorgd hebben. Reed was niet de enige muzikant die destijds schreef over drugs. In ‘67 brachten ‘notoire’ drugsgebruikers als The Beatles, Jimi Hendrix, The Doors en David Bowie albums uit waarop drugs een thema was. Verschil tussen hen en Reeds teksten zit hem in de directheid, denk maar aan Lucy in the Sky With Diamonds van Beatle John Lennon. Zelf heeft hij altijd volgehouden dat het op een kindertekening geïnspireerd is, de afkorting LSD is toevallig. Paul McCartney heeft echter toegegeven dat het wel degelijk over lsd gaat. Lou Reed liet er geen twijfel over bestaan met titels als Heroin of I’m Waiting for the Man. Vooral de laatste beschrijft op treurige wijze hoe een verslaafde drugs gaat kopen: “I’m waiting for my man / 26 dollars in my hand / Up to Lexington 125 / Feel sick and dirty / More dead than alive / I’m waiting for my man.”

Zonder opium geen Belle en het Beest Iris Jocker - Jean Cocteau (1889-1963) was een manusje-van-alles. Hij deed aan poëzie, schreef boeken, maakte theater en regisseerde films. Een jaar geleden rond deze tijd was er een tentoonstelling over hem in het Design Museum Den Bosch. In hun collectie zijn ook sieraden van zijn hand. Hij ontwierp bijvoorbeeld voor niemand minder dan Coco Chanel. Veel van zijn werken zijn ontstaan uit zijn opiumverslaving. Nadat zijn grote liefde, Raymond Radiguet, in 1923 overleed aan buiktyfus, greep Cocteau naar de opium. In 1929 schreef hij een boek over zijn poging tot afkicken, Opium: Journal d’une Désintoxication. Nadat hij een tijdje katholiek was, werd hij toch weer bij vlagen een opiumverslaafde. Na de Tweede Wereldoorlog maakte hij een groot aantal bekende films. Zo kwam in 1946 La Belle et la Bête (Het meisje en het monster) uit. Op de set gebruikte hij het verdovende middel. De fantasiefilm werd een inspiratiebron voor de Disney versie van Belle en het Beest (1991).

Vreemd dat zijn opiumgebruik wel ter sprake komt, in tegenstelling tot zijn vijf handen

Van superman tot goudblokje Sterre Berentzen – XTC is dé uitgaansdrug in Nederland. XTC is niet een nieuwe hit, maar al zeker een eeuw oud. Het werd voor het eerst samengesteld in een Duits laboratorium in 1912 op basis van safrol olie uit de nootmuskaat. Sindsdien zijn er wel belangrijke dingen veranderd. De stof wordt vanaf de jaren zestig op puur synthetische wijze gemaakt en het MDMA-gehalte is de afgelopen jaren flink gestegen, van 80 naar 140 mg gemiddeld. Ook het uiterlijk van de pil is veranderd: van superman tot goudblokje, alles is nu te verkrijgen. Dit komt door de populariteit van de pil en de daarmee groeiende concurrentie. Eenzelfde uiterlijk betekent niet eenzelfde inhoud en bied dus geen veiligheidsgarantie voor de samenstelling. Het uiterlijk zegt dus niks over de werking. Zo zal je niet in superman veranderen of allemaal goudblokjes zien. Gratis en anoniem laten testen kan bij de Jellinek. EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4


12 - BANGUE

Bang(ue) voor hasjiesj

De moeder van Jan kon gerust zijn: hij had de drug uiteraard slechts ‘nauwkeurig geobserveerd’

Anne van Keulen - Hasjiesj, wiet, cannabis, hennep, 420, jonko… Wij Nederlanders komen niet meer onder de confrontatie

met deze beroemde plant uit. Zodra je over de Amsterdamse grachten loopt, word je ongetwijfeld bedwelmd onder de sterke, kruidige geur. Toeristen komen van ver om stoned als garnalen van coffeeshop naar coffeeshop te hoppen. Maar misschien niet heel gek dat Nederland vaak wordt geassocieerd met de cannabisplant, aangezien de eerste westerse documentatie over het consumeren van hasjiesj, of Bangue, door een Nederlandse ontdekkingsreiziger was.

J

an Huijgen van Linschoten was naast ontdekkingsreiziger ook historicus, tekenaar, schrijver, koopman en boekhouder. Hij heeft aan de wieg gestaan van de Nederlandse scheepvaart. Naast zijn analyses van Aziatische producten en gebruiken, kopieerde hij ook veel geheime Portugese documenten. Een gevalletje ‘goed gejat beter dan slecht bedacht’? In 1596 verscheen er een reisverslag over zijn bevindingen van Oost-Indië. Hij schreef over verschillende planten, medicijnen en gebruiken van de gebieden die hij bezocht. Zo stuit Van Linschoten ergens in het gebied dat wij nu onder India rekenen, op het gebruik van ‘Bangue’. Bangue is een traditioneel, Indiase manier voor het bereiden van een eetbare variant van de hennepplant. Deze bereiding gaat terug tot wel 1000 jaar voor Christus. Het drankje wordt vooral gedronken ten tijde van het Holi festival. Tegenwoordig is dit drankje

nog steeds te verkrijgen in speciale ‘Bhangshops’. Linschoten schrijft over dit geheimzinnige drankje: ‘Bangue wordt hoogstwaarschijnlijk veel gebruikt in Turkije en Egypte, en wordt gemaakt in drie soorten, het heeft ook drie benamingen. De eerste is van de Egyptenaren en heet Assis (Hasjiesj), dit wordt gemaakt van het pulp van de Hennepplant of van de Hennepbladeren. Water wordt toegevoegd waardoor er een soort pasta of deeg ontstaat. Men eet daarvan 5 stukjes zo groot als een kastanje. Het wordt gebruikt door iedereen, want het is goedkoop.’ Van Linschoten heeft het gebruik van deze drugs nauwkeurig geobserveerd. Hij beschrijft de effecten van Bangue als mensen die zich half dronken gedragen, dom doen en alleen maar kunnen lachen. Hij beschrijft dat het wordt gebruikt om problemen tijdelijk te vergeten en een gevoel

van comfort te bereiken. Tegenwoordig is cannabis de meest geconsumeerde softdrugs van Nederland. Nog steeds zijn mensen op zoek naar dat gevoel van comfort zoals dat bijna 500 jaar geleden al werd beschreven. Misschien ken je het nummer ‘Jan Huijgen in de ton’ nog wel. Dit kinderlied verwijst naar deze Jan Huijgen van Linschoten. Het lied gaat waarschijnlijk over hoe Jan Huijgen tijdens een van zijn noordelijke reizen de ton als een baken bij de oostelijke uitgang van de straat van Nassau (Barentzee) plaatste. d

‘Jan huijgen in de ton, met een hoepeltje erom, Jan Huij-gen, Jan Huij-gen, En de ton die viel in dui-gen’

‘Linschoten beschreef dat bangue wordt gebruikt om problemen tijdelijk te vergeten en een gevoel van comfort te bereiken’ EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4


OPIUMOORLOGEN - 13

De Opiumoorlogen

Hoe China ten onder ging door drugs

Chinese marxisten zouden later moeten toegeven dat niet religie, maar opium de ‘opium van het volk’ is

Job Holtz - Hoewel drugs tegenwoordig vaak met allerlei vormen van criminaliteit worden geassocieerd, werden roes-

middelen door Groot-Brittannië in de negentiende eeuw juist op een heel andere manier gebruikt. Tussen 1839 en 1860 vochten de Britten twee oorlogen uit met China. Deze oorlogen staan nu bekend als de opiumoorlogen. Voor en tijdens deze oorlogen werd opium door de Britten als middel ingezet om hun handelsdoelen te kunnen bereiken, maar voor de Chinezen bleken deze oorlogen rampzalige gebeurtenissen.

C

hina had zichzelf voor 1839 altijd als een superieure mogendheid gezien. Dit was niet vreemd, want het keizerrijk was in deze tijd het machtigste en rijkste ter wereld. Bovendien geloofden de Chinezen in het confucianisme, wat inhield dat China de door God aangewezen supermacht was. Dit betekende dat andere volkeren in Chinese ogen minderwaardig waren. Buitenlandse handelaren werden daarom met wantrouwen ontvangen en mochten alleen onder strenge voorwaarden handel drijven. Naast het superioriteitsgevoel over zichzelf vonden de Chinezen hun eigen producten ook beter dan buitenlandse producten. Toen Britse en andere Europese handelaren vanaf de zestiende eeuw de Chinese kust bereikten, reageerden de Chinese autoriteiten logischerwijs niet bijzonder enthousiast. China was alleen geïnteresseerd in het Europees zilver en dit leidde ertoe dat handel met China toch mogelijk was. De Britten voelden echter niet veel voor streng gecontroleerde handel. Opium, in

China verboden maar in veel Europese landen juist legaal, bleek een goed middel om de Chinese handelsvoorwaarden te omzeilen. Door de invoer van opium raakten in de loop van de negentiende eeuw miljoenen Chinezen verslaafd. Hier zaten ook hoge overheidsfunctionarissen bij, die zich lieten omkopen met het geïmporteerde opium. Op deze manier verdienden de Britten hun uitgaven in China snel weer terug. De Chinese overheid zag het als een groeiend probleem dat particuliere uitgaven aan opium een negatief effect hadden op de Chinese economie. Daarom besloot de overheid in 1839 de volledige jaarvoorraad van opium te vernietigen. In reactie hierop voeren Britse oorlogsschepen naar China, die de Chinese vloot en verschillende kustplaatsen eenvoudig wisten te overrompelen. Deze Eerste Opiumoorlog eindigde in het Verdrag van Nanking van 1942, waarin alle Britse handelseisen werden ingewilligd. Ook de aanvoer van opium bleef doorgaan. Toch bleek het verdrag niet lang stand te houden. De Chinese overheid weigerde om verdere concessies te doen en werkte

het verdrag regelmatig tegen. In 1956 arresteerde de overheid enkele bemanningsleden van een Chinees schip dat onder de Britse vlag voor de kust voer, op verdenking van piraterij, smokkel en opiumhandel. Voor de Britten was dit de druppel, dus besloten ze opnieuw om over te gaan tot geweld. Ook Frankrijk vocht in deze oorlog mee tegen de Chinezen. Na twee jaar van zware gevechten werd het verdrag van Tianjin opgesteld, dat ook door Amerika, Frankrijk en Rusland werd ondertekend. Het verdrag was bijzonder ongunstig voor de Chinezen en tastte de Chinese economie nog verder aan, dus de oorlog werd vrij snel weer hervat. Er volgden opnieuw zware gevechten, maar de Britten wisten in 1859 met een gewapende escorte de hoofdstad Beijing te bereiken. Onder zware druk werd het verdrag van Tianjin in 1860 alsnog goedgekeurd door de Chinezen tijdens de Conventie van Peking. Tot op de dag van vandaag zien de Chinezen deze gebeurtenissen als een zwarte bladzijde in de geschiedenis. d

EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4


14 - HEROÏNE

Heroïne verovert de Zeedijk Vivian Lieberom - De meest bekende heroïnegebruiker is waarschijnlijk Christiane F. In 1978 kwam haar autobiografische

boek getiteld Wir Kinder vom Bahnhof Zoo uit, waarin ze vertelde hoe ze op veertienjarige leeftijd verslaafd raakte aan heroïne en hoe ze in de prostitutie terecht kwam. Het boek liet zo gruwelijk de gevaren van heroïne zien, dat het ook in Nederland verplichte kost werd op scholen om jongeren te waarschuwen. Want niet alleen Berlijn werd geteisterd door een drugscrisis. Amsterdam werd het opiatencentrum van de wereld en na de komst van heroïne in 1972 verloederde de Zeedijk snel.

D

e enige vergelijkbare hard- kwamen er bijna 40.000 Surinamers naar was vanuit officiële instanties weinig zorg drug die in Nederland be- Nederland. Veel van hen hadden geen werk voor de verslaafden. De eerste afkickcentra kend was, was opium. Het en waren slecht gehuisvest met als gevolg waren op vrijwillige basis en waren dus alopiumgebruik was echter dat ze veel op straat rondhingen. Zo ook op leen van nut voor verslaafden met een hele beperkt tot het kleine stuk- de Zeedijk. Surinaamse mannen werden sterke wilskracht. Het duurde tot het begin je Amsterdam dat bekend stond als Chi- de tussenpersonen tussen de Chinese han- van de jaren tachtig voordat de politie benatown. Aan het begin van de twintigste delaren en de gebruikers. Ze hosselden en sefte dat het opjaagbeleid alleen maar aveeeuw vestigden Chinezen zich in de Binnen dealden zonder het meteen te gebruiken, rechts werkte. In navolging van alternatieve Bantammerstraat, de Stormsteeg, Gelder- maar raakten vaak zelf ook verslaafd aan verslavingszorg begonnen politie en hulpsekade en een deel van de Zeedijk. Autori- het spul. verlening eindelijk met andere soort maatteiten gedoogden het opiumgebruik van de Heroïne werd in het begin voor weinig regelen. Het afkickbeleid werd vervangen Chinezen, omdat het anders dan de heroï- geld verkocht en er volgde een explosie van door een beleid van harm reduction, waarne later, nauwelijks overlast veroorzaakte. gebruik. Het was een zwaar verslavende bij de zorg voor de verslaafde op de eerste Het waren voornamelijk hoogbejaarde Chi- drug en voor verslaafden ging heroïne bo- plaats kwam. Vanaf 1979 reed er een specinezen die op houten banken in opiumkit- ven alles. Boven gezondheid, familie, vrien- ale bus door Amsterdam die methadon, een ten (coffeeshops maar dan met opium) aan den, de wet en zelfs boven een huis om te medicijn dat helpt afkicken, verstrekte aan lange pijpen zaten te lurken. wonen. Na de introductie van heroïne in verslaafden. Er kwamen gebruikersruimGebruikers van buiten de Chinese ge- 1972 werd de prijs ervan snel hoger. Een ver- tes, waar verslaafden zonder opgepakt te meenschap waren er ook. Die gingen dan slaafde was de hele dag bezig om aan geld worden heroïne konden gebruiken, waar langs bij een opiumkit om voor relatief te komen. Ze stalen het, verkochten al hun voorlichting werd gegeven en waar vieweinig geld een plak opium te kopen. Het bezittingen of gingen op straat tippelen. ze spuiten ingeruild konden worden voor was niet deze ouschone. dere groep Chi‘In de Nederlandse politiek en maatschappij was weinig steun voor gedwon- In de jaren nezen, maar een gen afkicken. Verslaafden moesten zelf beslissen of en wanneer ze wilden stoppen’ tachtig verloor herjongere generatie oïne populariteit uit het verre Oosten, die heroïne in NederIn Amsterdam was het met name de aan een andere harddrug: cocaïne. Het was land introduceerde. Chinese triades (gangs) Zeedijk die vol stond (en lag) met junks en inmiddels iedereen bekend wat heroïne hadden in Vietnam veel geld verdiend aan dealers. De heroïne overlast was er vooral met een leven kon doen en cocaïne was in Amerikaanse soldaten die heroïne gebruik- door de illegaliteit ervan. De politie kreeg de vergelijking veel milder. Heroïne was geen ten. Toen de Vietnamoorlog langzaam ten Zeedijk niet onder controle. Ze pakten dea- ‘gezelligheidsdrug’, zoals alcohol of cocaïne einde kwam gingen de Chinese triades op lers en gebruikers steeds weer op en brach- dat wel konden zijn. Niemand voelde zich zoek naar een nieuwe afzetmarkt. ten die naar het beruchte bureau War- meer aangetrokken tot de drug. Een leven Dat werd Amsterdam. In 1972 begon de moesstraat. De afkickverschijnselen waren op straat, vermagering, overdoses, ziektes heroïneverkoop in het centrum. Een groot zwaar en de cellen zaten vol met verslaaf- zoals AIDS of hepatitis C: het leven als heraantal jongeren die nog geen afscheid had- den die gedwongen waren cold turkey af oïnejunk was niet aantrekkelijk. den genomen van de hippiejaren en Viet- te kicken. Zodra de junks weer op vrije voet Dat de heroïnetrend ten einde kwam namveteranen uit Amerika waren de eerste waren begon het verhaal opnieuw. Het was betekende echter niet dat de verslaafden gebruikers in Amsterdam. Het vondelpark onbegonnen werk. In 1970 waren er in Ne- ermee konden of wilden stoppen. De groep lag al snel vol met honderden in slaapzak derland nul heroïneverslaafden. In 1980 gebruikers stabiliseerde wel. Er zijn nog genestelde heroïnegebruikers. Een ande- waren het er al 10.000. rond de 14.000 heroïneverslaafden in Nere groep gebruikers waren Surinamers. In In de Nederlandse politiek en maat- derland, maar hun gemiddelde leeftijd ligt de jaren zeventig vond er een massale im- schappij was weinig steun voor gedwon- ruim boven de vijftig. Zelfs de ex gebruikers migratie van Surinamers plaats. In 1975, gen afkicken. Verslaafden moesten zelf be- die al meerdere decennia clean zijn worden het jaar dat Suriname onafhankelijk werd, slissen of en wanneer ze wilden stoppen. Er meestal niet ouder dan zeventig. d

EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4


HEROÏNE - 15

EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4


16 - TOMMY SIMPSON

Sterven in het harnas

Romantiek versus doping in de Tour aan de hand van Tommy Simpsons dood

Simpson gaf een geheel nieuwe betekenis aan de ‘gierende winden’ van de Mont Ventoux

Rutger Hoekstra - De Mont Ventoux. Een mythische berg die al in vele documentaires, boeken en programma’s is verafgood. Een berg die elke (amateur)wielrenner tot de verbeelding spreekt, omdat die het uiterste vergt van de sporter. Het is fietsen in de verzengende Zuid-Franse hitte, zonder schaduw vanwege de afwezigheid van bomen en de daarom altijd aanwezige wind. Als laatste is er dat moordende stijgingspercentage van 7,5% bij 21 km lengte. In de Tour van 1967 wordt de beklimming van de Ventoux de Britse renner Tommy Simpson fataal. Een combinatie van oververhitting, drank en doping doet Simpson de das om. De dood van Simpson is welhaast net zo mythisch geworden als de Ventoux zelf, maar Simpson is ook de eerste dopingdode in de Tour de France.

T

ommy Simpson (1937) is in 1967 een grote renner. Op zijn palmares staan dan drie van de vijf grootste wielerklassiekers (de Ronde van Vlaanderen, Milaan-San Remo en de Ronde van Lombardije) en het wereldkampioenschap (1965). In 1967 begint hij als een van de favorieten aan de Tour de France en tot aan die fatale etappe op 13 juli staat hij in de top tien van het klassement. Een makkelijke wedstrijd is het niet voor Simpson. Hij kampt al langere tijd met fysiek ongemak. De Nederlandse Tourwinnaar van 1968 Jan Janssen verhaalde later bij Andere Tijden Sport dat Simpson een paar dagen daarvoor al vanaf de fiets zijn diarree de vrije loop liet: ‘Het gierde eruit’. De Tour de France van 1967 was een hete editie en het was renners destijds EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4

nog verboden om vanuit de auto drinken aan te nemen. Derhalve waren ze aangewezen op fonteinen, beekjes en de horeca waar ze langskwamen. Op beelden is te zien hoe renners cafés binnengaan en terugkomen met flessen cola, bier, wijn en sterke dranken. Alles om maar vocht binnen te krijgen. Het drinken uit een beekje had bij Simpson ertoe geleid dat hij diarree kreeg en al enkele dagen zijn voedsel via een infuus binnenkreeg. Waar vandaag de dag een uitgekiend dieet bijdraagt aan de beste prestaties, was dat destijds nattevingerwerk. De organisatie begreep de gevolgen van dehydratie nauwelijks, getuige het verbod om drinken aan te nemen uit de volgauto, en de ploegen en renners zelf meenden dat een biertje tijdens de koers prima kon. Over sterke drank was men het wel eens:

niet doen. Maar omdat in de haast nauwelijks werd gelet op wat je uit zo’n café meenam, kon het gebeuren dat Simpson toch een teug cognac tijdens die fatale etappe binnenkreeg. Net als dat het gebruik van amfetamine vrij gebruikelijk was. Amfetamine zorgt ervoor dat je zenuwstelsel zo aangetast wordt dat je minder voelt, en dus ook geen pijn meer voelt Met een cocktail van doping, want dat was en is amfetamine, alcohol, dehydratatie, diarree en hitte ging Simpson in eerste instantie met de besten mee omhoog. Langzaamaan doofde het vuur echter en toen de voorste groep het bos uitreed en op de open vlakte net onder de top kwam, zwalkte Simpson van links naar rechts over de weg. Hij moest lossen. Zijn mecanicien Harry Hall film-


TOMMY SIMPSON - 17

de de zwanenzang van Simpson. Daarop is letterlijk een stervende zwaan te zien. De koplopers steeds verder uitzicht, bijna het ravijn links ingereden, maar op tijd weer naar rechts gestuurd om tegen het

minepillen gevonden. Het was tevens een publiek geheim dat niet alleen frisdranken en water uit de cafés werden gehaald, en wist men dat Simpson al een paar dagen kwakkelde met zijn gezondheid. Met

de France te zijn. Wie nu doping gebruikt in het wielerpeloton wordt verguisd. Lance Armstrong is zijn zeven tourzeges kwijt, wie de erelijst van de ronde opzoekt ziet in die periode een gapend gat, want hij is

Jan Janssen won de etappe, maar niemand die het daar over had talud te vallen. In eerste instantie wilde Simpson door. Hall en andere omstanders probeerden hem nog tegen te houden, maar uiteindelijk kwam hij toch weer op de fiets te zitten. Een kleine 500 meter duurde het tot Simpson definitief niet verder kon. Weer zat hij tegen de berghelling. Toeschouwers, teamleden en mensen van de organisatie verzamelden zich om hem heen. Mond-op-mondbeademing werd gegeven, maar het mocht niet baten. Met een helikopter werd Simpson overgebracht naar een nabijgelegen ziekenhuis waar hij dood werd verklaard. Officiële oorzaak: een hartstilstand door extreme inspanning en oververhitting. De etappe werd gewonnen door Jan Janssen, maar niemand die het daarover had. Het duurde niet lang tot de officiële doodsoorzaak in twijfel werd getrokken. In zijn achterzak werden namelijk amfeta-

de kennis van nu had Simpson niet moeten opstappen, maar zoals gezegd had men in het wielerpeloton toen nog niet de kennis van gezondheid die men nu heeft. Fietsen tot je erbij neerviel werd letterlijk opgevolgd. Sterker nog, en zo werkt het tegenwoordig nog met wielrenners, als je valt, pak je zo snel mogelijk je fiets weer en probeer je verder te fietsen. Het bijzondere aan het Tommy Simpson-verhaal is zijn verafgoding. Wie nu bijvoorbeeld de Ventoux op fietst, komt een plaquette tegen op de plek waar hij stierf. Het is een soort bedevaartsoord geworden waar (amateur)renners petjes, bidons en andere spullen achterlaten. In gedichten en documentaires wordt verhaald over een geweldige renner. Over de doden niets dan goeds is bij Simpson zeker het geval. Toch heeft hij de twijfelachtige eer de eerste dopingdode van de Tour

letterlijk van de lijst geschrapt. Nota bene de Italiaanse renner Marco Pantani valt niet zoveel eer ten deel als Simpson. Terwijl Pantani met doping de Tour en Ronde van Italië won en uiteindelijk tragisch stierf door een overdosis cocaïne en antidepressiva. De dood van Tommy Simpson toont eens te meer de ingewikkelde verstandhouding aan die de wielerwereld met doping heeft. Veel successen in het wielrennen zijn behaald met behulp van doping, Simpson maakte er geen geheim van, maar de tijd waarin Simpson fietste spreekt tot de verbeelding. Zonder helmen, etappes van 300 kilometer, zo min mogelijk hulp van de volgauto. Sterven in het harnas. In wielrennen wint de romantiek het uiteindelijk altijd van hoe het daadwerkelijk is geweest. d

EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4


18 - BICYCLE DAY

Bicycle day Froukje Vroom - Stel je eens voor onverwacht de eerste gebruiker te zijn van een nieuw soort hallucinogene drug. Wanneer je na dertig minuten duizelig wordt en besluit op de fiets naar huis te gaan, is er geen houden meer aan. De wereld om je heen verandert in een felgekleurde caleidoscoop van verschillende patronen. De fietstocht lijkt een eeuwigheid te duren en eenmaal thuis aangekomen is de buurvrouw ook nog eens veranderd in een gemene heks. Je denkt jezelf te hebben vergiftigd en belt de dokter. De dokter komt langs maar vindt, afgezien van twee sterk vergrote pupillen, geen bijzonderheden. Deze ervaring overkwam de chemicus Albert Hofmann uit Zwitserland die in 1938 de stof Lysergeenzuurdi-ethylamide synthetiseerde uit een graanschimmel. Op 19 April 1943 nam hij, bij wijze van een zelf-experiment, 250 microgram van de stof in, wat achteraf gezien 2,5 keer de hedendaagse dosis van deze stof is. Hofmann is de geschiedenis ingegaan als de eerste gebruiker van LSD; jaarlijks wordt zijn fietsende LSD-odyssee door gebruikers op ‘Bicycle Day’ herdacht.

L

SD werd per toeval ontdekt door Hofmann toen hij onderzoek deed naar medicatie met mogelijk effecten op psychiatrische aandoeningen zoals depressie en ADHD. Hoewel LSD wordt opgenomen door de mondslijmvliezen, merkte Hofmann lichte effecten nadien hij met zijn vingers de stof had aangeraakt: “being affected by a remarkable restlessness, com-

vanquished me.” Eenmaal over zijn piek heen begon Hofmann geleidelijk aan te genieten van de geestverruimende effecten. “Kaleidoscopic, fantastic images surged in on me, alternating, variegated, opening and then closing themselves in circles and spirals, exploding in colored fountains, rearranging and hybridizing themselves in constant flux.”, schreef hij gefascineerd, “It was particularly

Hofmann het bijzondere effect van LSD niet voor recreatief gebruik geschikt achtte: “Since my self-experiment had revealed LSD in its terrifying, demonic aspect, the last thing I could have expected was that this substance could ever find application as anything approaching a pleasure drug.” In een interview vlak voor zijn honderdste verjaardag reflecteert Hofman op het gebruik van LSD. Hij betreurt het stigma dat

Alles wat Hofman zag vervormde, en de angst om gek te worden overmeesterde hem bined with a slight dizziness. At home I lay down and sank into a not unpleasant intoxicated like condition, characterized by an extremely stimulated imagination.” Een aantal dagen later nam hij de – achteraf gezien zware – dosis van 250 microgram tot zich. Al snel merkte Hofmann de intense effecten die de kleine hoeveelheid van het middel bij hem veroorzaakten. Hij vroeg zijn labassistent om hem naar huis te begeleiden. “We went by bicycle, no automobile being available because of wartime restrictions (…) Everything in my field of vision wavered and was distorted as if seen in a curved mirror.” Thuis aangekomen was de realiteit voor Hofmann veranderd in een demonisch schouwspel waarbij hij niks anders kon doen dan zich eraan overgeven. Alles wat hij zag vervormde, en de angst om gek te worden overmeesterde hem. Ergens in de avond kwam de buurvrouw langs: “The lady next door, whom I scarcely recognized, brought me milk (…) She was no longer Mrs. R., but rather a malevolent, insidious witch with a colored mask.” Hofmann beschrijft hoe LSD leidde tot een innerlijke ervaring die hem los leek te koppelen van de realiteit. Hoe meer hij probeerde controle uit te oefenen over zijn bewustzijn, des te meer hij vervreemd raakte van de veiligheid van zijn eigen zintuigen: “The substance, with which I had wanted to experiment, had EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4

remarkable how every acoustic perception, such as the sound of a door handle or a passing automobile, became transformed into optical perceptions.” De volgende ochtend verbaasde Hofmann zich over zijn uitstekende fysieke en mentale conditie. Hij voelde zich als herboren. Daarentegen

LSD heeft gekregen door het recreatieve misbruik in de jaren zestig en zeventig. LSD moet volgens hem ‘a medicine for the soul’ blijven die mensen kunnen gebruiken om hun contact met het universum mee te herstellen. d

Hofman vond zijn buurvrouw stiekem altijd al op een heks lijken


BICYCLE DAY - 19

EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4


20 - POLITICUS & VOORWERP VAN DE MAAND

POLITICUS VAN DE MAAND Ronald Reagan (1911 – 2004)

Romy Zoetendal - Op 14 oktober 1982 riep de Amerikaanse president Ronald Reagan de ‘War on Drugs’ uit. Hiermee bestempelde hij het verhandelen en gebruiken van drugs als een gevaar voor de nationale veiligheid. Reagan borduurde met dit beleid voort op de standpunten van zijn voorganger Nixon, ook hij was voorstander van het strenger reguleren van drugsgebruik. Wat hield de campagne van de ‘War on Drugs’ precies in? En wat voor beleid vloeide hieruit voort? De campagne voor de ‘War on Drugs’ werd voor een groot deel geleid door first lady Nancy Reagan. Zij verspreidde

de boodschap in basisscholen en waarschuwde leerlingen voor het gevaar van drugs. Toen een leerling op de Longfellow basisschool in Oakland, Californië, haar vroeg wat ze moest doen als ze werd benaderd door iemand die drugs aanbood, antwoordde de first lady: ‘Just say no.’ Deze uitspraak werd de slogan van de campagne. Met het beleid dat voortvloeide uit de campagne richtte Ronald Reagan zich op het coördineren van de wetgeving, veiligheid en het onderzoek rondom drugs. Om dit te realiseren richtte hij het Office of National Drug Control Policy op. Direc-

teuren van dit bureau werden in de media ook wel ‘drug tsaren’ genoemd. Het beleid van Reagan had als voornaamste gevolg dat steeds meer en meer mensen werden veroordeeld voor het bezitten van drugs. Hierdoor nam het aantal gevangenen voor druggerelateerde misdaad van 50.000 in 1980 naar 400.000 in 1997. De ‘War on Drugs’ ging gepaard met bevooroordeelde politie en etnisch profileren waardoor vooral Afro-Amerikanen het slachtoffer werden van dit nieuwe beleid. d

VOORWERP VAN DE MAAND Carlos Amorales Maura Wesseling - Wie de afgelopen paar maanden in het Stedelijk Museum is geweest heeft wellicht de tentoonstelling van Carlos Amorales gezien. Het valt meteen op dat meerdere kunstwerken een duidelijke relatie tot drugs hebben. Sommige zijn duidelijk onder invloed gemaakt of moeten het gevoel ervan simuleren, zoals de film over een opiumgebruiker. Maar Amorales’ La Lengua de los Muertos (2012) laat een andere kant van drugs zien. Met dit werk wil Amorales zijn visie op de ‘War on Drugs’ in Mexico laten zien. Tabloidfoto’s van moordslachtoffers uit de oorlog worden als een soort stripboek afgebeeld, met daarbij tekstwolkjes met nonsens. Hiermee wil Amorales zeggen dat de onzinnigheid van het geweld nooit te begrijpen zal zijn. De foto’s zijn aanstootgevend. Van lijken in nare posities tot afgehakte handen en verbrande hoofden. Het is niet een kunstwerk waar men zomaar even langs loopt. Er zijn dan ook verschillende visies op dit werk. Sommigen vinden dat Carlos Amorales hier precies mee heeft bereikt wat hij wilde; de beelden zijn zo confronterend dat men wel moet stoppen en nadenken. Voor andere overschrijdt dit werk een grens. Is het acceptabel om foto’s van lijken te gebruiken om een punt te maken? Of gaat het gebruiken van slachtoffers voor confronterende kunst te ver? d EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 4


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.