NUMMER 5 Maart 2020, 23e JAARGANG
d MAANDBLAD VOOR STUDENTEN (KUNST)GESCHIEDENIS AAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM d
EINDELOOS Zuid-Amerika Argentijnse Tango • Cumbia • Maoïsten van Peru • De dwaze moeders • Medicijnman van Rio de Plata • Juan Perón • De Yaghans • Simon Bolívar • Boekbespreking
2 - INHOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave De Argentijnse Tango De Blues van Zuid-Amerika
4
Volksheld of dictator? Het regime van Juan Perón in Argentinië
6
Archeologie is nepnieuws Boekbespreking van Archeologie ondergraaft Geschiedenis
8
Centerfold 10 12
Cumbia Toonbeeld van de Colombiaanse culturele melting pot 14 El Libertador De strijd van Simon Bolívar
COLOFON Hoofdredactie
3
De Yaghans Een volk van water en vuur
Verdoemenis of Paradijs?
EINDELOOS Haye Heida Maura Wesseling Sophie Zwaal
Eindredactie
Silvio Algra Loes Knijn Suzanne Nellestijn Maura Wesseling Sophie Zwaal
Opmaak
Sophie Zwaal
Drukwerk
Speed-o-Print, Amsterdam
Redactie 15
Lichtend pad De Maoïsten van Peru 16 De dwaze moeders De groep moeders en grootmoeders die protesteerden tegen het militair regime in Argentinië 18 De medicijnman van Rio de Plata
19
Politicus van de maand & voorwerp van de maand
20
HOOFDREDACTIONEEL
Sterre Berentzen Haye Heida Rutger Hoekstra Job Holtz Iris Jocker Anne van Keulen Julia Kloppenborg Vivian Lieberom Froukje Vroom Maura Wesseling Romy Zoetendal Sophie Zwaal
Redactieraad
Dr. Jouke Turpijn Dr. Willem Melching Beste lezers, Prof. dr. Wyger Velema Dr. Wendelien van Welie Deze maand richten wij bij Eindeloos onze “Mex zonder Tex”, kortom: échte Midden- en aandacht op het prachtige Zuid-Amerika. Het enorme continent op het zuidelijk halfrond heeft veel te bieden. Zo komen de kunsten, feesten, de Zuid-Amerikaanse keuken en de complexe Zuid-Amerikaanse politiek in dit nummer aan bod. Krijg een idee van de prachtige, veelzijdige culturen van Zuid-Amerika.
Zuid-Amerikaanse gerechten. Lees bijvoorUitgever: Stichting Eindeloos beeld over aardappels, het eten van de Eindeloos is een onafhankelijk periomaya’s, en empanada’s. diek van en voor de studierichtingen Geschiedenis en Kunstgeschiedenis aan Op de achterkant hebben we zoals altijd de Universiteit van Amsterdam. Het weer ons voorwerp van de maand, ditmaal blad wordt uitgegeven door de Stichting ‘The School of the South’. Leer het manifest Eindeloos en is gelieerd aan studievervan Torres Garcia kennen en verdiep je keneniging Kleio. nis van kunst. Daarnaast is er natuurlijk ook Eindeloos ligt iedere maand in de blaweer een politicus van de maand, namelijk denbakken van het P. C. Hoofthuis en Che Guevara, de Argentijnse guerillastrijhet Bushuis. Reacties, ingezonden stukder. ken, liefdesverklaringen en hatemail kunt u sturen naar Veel leesplezier! eindeloos@kleio-amsterdam.nl.
We noemen het nummer bewust Zuid-Amerika in plaats van Latijns-Amerika, omdat dit twee verschillende regio’s zijn. Vaak worden deze twee namen over één kam geschoren, maar Latijns-Amerika is een regio waar Romaanse talen worden gesproken. Dit betreft een groot deel van Zuid-Amerika, maar ook Haye Heida, Maura Wesseling & Sophie Deze uitgave kwam tot stand met subsiMidden-Amerika. Bij Eindeloos gaat het deze Zwaal die van de Universiteit van Amsterdam. maand echt om het continent Zuid-Amerika en diens cultuur en rijke geschiedenis. Stichting Eindeloos Postbus 1626 In de centerfold lees je deze maand over 1000 BP Amsterdam www.eindeloosweblog.wordpress.com EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
ARGENTIJNSE TANGO - 3
De Argentijnse Tango De Blues van Zuid-Amerika
Maura Wesseling - Eind negentiende eeuw ontstond er in Buenos Aires en Montevideo de Argentijnse tango. De dans ver-
spreidde zich snel en werd gebruikt als een vorm van expressie van gevoelens als liefde en woede. De dans kwam in de het begin van de jaren ’20 naar Europa maar werd daar lange tijd in een aangepaste vorm gedanst en werd pas in de jaren ‘70 in zijn originele vorm uitgevoerd. Tegenwoordig wordt de Argentijnse Tango nog overal ter wereld gedanst. Maar wat is de herkomst van deze dans en hoe heeft deze zich ontwikkeld?
I
n Argentinië en Uruguay kwam eind negentiende eeuw een nieuwe muziek op. Een mengeling van verschillende Europese (met name Spaanse) en Afrikaanse muziek. Dit kwam door de vele arme immigranten uit Europa en de nakomelingen van Afrikaanse tot slaaf gemaakten die zich konden vinden in elkaars ellende. Dit versmolt tot een nieuwe muzieksoort die de uiting werd van de jammerklachten van de immigranten. Het was een Zuid-Amerikaanse variant van de Blues. In Buenos Aires kreeg dit type muziek een flinke populariteit, waardoor deze in veel cafés werd gespeeld, maar vooral in bordelen. Mensen kwamen overal bijeen om te dansen. Zelfs op kruisingen van twee straten werd er gedanst. Dan was er meestal een violist en een gitarist aanwezig ter begeleiding. Mannen dansten met elkaar en probeerden nieuwe passen uit, waardoor er nieuwe stijlen van de tango werden gecreëerd. Maar het dansen van de tango was niet een sociale bijeenkomst, zoals stijldansen tegenwoordige vaak is. Dansers uitten hun pijn en lijden door middel van de Argentijnse tango. Een bijeenkomst had vaak meer het karakter van een show down. Er waren enorme ruzies en gevechten en soms zelfs steekpartijen die voortkwamen uit het dansen van de tan-
go. Er was dus niets leuks of vriendelijks aan. De dans ontstond vanuit frustratie of zelfs woede. De dans werd lang enkel gedanst door de onderklasse van Argentinië. De elite verwierp de tango en associeerde het met bordelen en agressie. Halverwege de dertiger jaren was de dans overgewaaid naar Europa. Parijs was toen het centrum van de wereld en de toonaangever op het gebied van trends. Daar werd alles bepaald van mode tot goede manieren. Hier werd de tango niet alleen door iedereen geaccepteerd, het werd zelfs een rage. Vanaf dat moment werd de tango pas door elke inwoner van Buenos Aires gedanst. Het werd een heel belangrijk onderdeel van de identiteit. Het stond symbool voor veel net als in de Blues. Hoewel het ook ging om de liefde, ging de dans en de muziek met name over de pijn die liefde voortbracht of veroorzaakte. De Eeuw van Carlos Moreno Amador door Onno Wesseling, werd in 2014 genomineerd voor een Bronzen Uil. De Argentijnse tango vormt een rode draad in het verhaal. In het boek wordt het leven van Carlos Moreno Amador beschreven door dagboekfragmenten van vier verschillende mensen die een belangrijke rol in zijn leven hebben gespeeld. Het eerste deel wordt verteld vanuit het perspectief van zijn vader, Antonio Moreno, die
vanuit Italië vluchtte naar Buenos Aires en daar verliefd werd op de onbenaderbare Ana Amador. Via de tango wist hij echter haar hart te winnen. Helaas sterft zij in haar kraambed wanneer Carlos wordt geboren. Carlos raakt gedurende zijn leven nog meer dan zijn vader in de ban van de tango. Op jonge leeftijd wordt hij verliefd op de prostituee Miguela, uit wier ogen het tweede deel wordt verteld. Het paar vlucht naar Europa en weet na veel worstelen een mooi bestaan op te bouwen in Parijs, onder andere door het dansen van de tango en vooral ook door het lesgeven daarin. Totdat de Tweede Wereldoorlog uitbreekt en de joodse Miguela wordt opgepakt. Het derde deel wordt verteld door Armand, de beste vriend van Carlos en het laatste deel wordt beschreven door Jaime, wiens relatie tot Carlos niet duidelijk is. In dit deel wordt het einde van Carlos leven beschreven, waarmee het boek bijna een volledige eeuw bestrijkt van voor de geboorte van de tangodanser tot na de dood. d Voor wie meer wil weten over de Argentijnse Tango of een nieuw boek zoekt om te verslinden is De Eeuw van Carlos Moreno Amador een echte aanrader. EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
4 - YAGHANS
De Yaghans. Een volk van water en vuur
Vivian Lieberom - Er is geen volk in de wereld dat zuidelijker heeft gewoond dan het Yaghanvolk. De Yaghans waren de in-
heemse bewoners van Vuurland, in het Spaans bekend als Tierra del Fuego. De Yaghans maakten veel vuren, die ze zelfs meenamen in kano’s. De Portugese ontdekkingsreiziger Ferdinand Magellan zag de vuren al vanaf zee en bedacht de naam Vuurland. Tierra del Fuego is een eilandengroep bestaande uit één groot eiland en vele kleine eilandjes, met als zuidelijkste punt Kaap Hoorn. In 1881 werd het gebied verdeeld tussen Chili en Argentinië, maar de Yaghans, ook wel de Yamana genoemd, bewoonden het gebied ten minste 6500 jaar geleden al.
D
e Yaghans waren jager-verzamelaars en leefden nomadisch. De mannen gingen in kano’s de zee op, waar ze jaagden op zeeleeuwen en walvissen. De vrouwen doken het ijskoude water in om schelpdieren te zoeken. De gemiddelde temperatuur in Vuurland is vijf graden en ’s winters valt er veel sneeuw. Desondanks droegen de Yamana weinig tot geen kleding. Om warm te blijven smeerden ze zichzelf in met dierlijk vet, wat beter werkte dan leer aangezien ze zoveel in het water waren. Eén van de eerste ontmoetingen tussen het Yaghanvolk en Europese ontdekkingsreizigers vond plaats in 1624 met de Neder-
EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
landse opperkoopman van de VOC Jacques l’Hermite. Volgens het reisverslag waren zeventien zeelieden gevangengenomen en gedood door het volk. In 1830 maakte de Brit Robert FitzRoy, kapitein van de HMS Beagle, een expeditie naar Vuurland. De Yamana zouden dingen hebben gestolen van de Britten en de Britten namen Yamana gevangen. Fitzroy nam uiteindelijk vier jonge Yaghans mee die hij nieuwe namen gaf. Een 26-jarige man kreeg de naam York Minister, een jong meisje werd Fuegia Basket genoemd en twee jongens kregen de namen Boat Memory en Jemmy Button. Er zijn verhalen dat Jemmy Button werd verruild voor parelmoerknoop (vandaar de naam), maar er is een grote kans dat hij net als de anderen gewoon was ontvoerd.
Boat Memory overleed tijdens de reis aan de pokken. De rest bereikte Engeland wel, waar ze onderwijs kregen en Engels leerden spreken. Een jaar later bracht FitzRoy de jonge Yaghans terug naar Vuurland met de hoop dat hij een betere relatie met het Yaghanvolk zou kunnen ontwikkelen. Het drietal keerde echter meteen terug naar hun oude omgeving en verwierpen de Europese gewoonten, kleding en taal. Er werden in de negentiende eeuw veel missies georganiseerd naar niet-christelijke gebieden in de wereld. Zo ook naar Vuurland. Deze missies hadden echter weinig succes. Het contact met het Yaghanvolk verliep niet goed en de klimaatomstandigheden waren zo extreem dat veel missionarissen in korte tijd stierven
YAGHANS - 5
Foto: Een man uit het Yaghanvolk, gefotografeerd in 1922 door de Oostenrijkse priester Martin Gusine.
‘In de negentiende eeuw werden de Yaghans, zoals vele inheemse Amerikaanse bewoners voor hen, slachtoffer van Europese ziektes zoals tyfus, de mazelen en de pokken. De epidemieën waren verantwoordelijk voor een populatiedaling van 90 procent in 20 jaar; van ongeveer 3000 Yaghans in 1860 naar 200 aan het begin van de twintigste eeuw.’ door honger. In 1871 vestigden de twee Anglicaanse missionarissen Thomas Bridges en George Lewis zich samen met hun gezinnen permanent in Vuurland. Ze leefden tussen de Yamana en leerden de taal. Bridges stelde een Engels-Yaghan woordenboek samen met 30.000 woorden. De Yaghans werden, net als veel inheemse Amerikaanse bewoners voor hen, slachtoffer van Europese ziektes zoals tyfus, de mazelen en de pokken. De epidemieën waren verantwoordelijk voor een populatiedaling van 90 procent in 20 jaar: van ongeveer 3000 Yaghans in 1860 naar 200 aan het begin van de twintigste eeuw. Bovendien verminderde de populatie door een verstoring in
de voedselvoorziening, wat weer de schuld was van Europese zeeleeuwenjagers. In de twintigste eeuw verlieten veel Yaghans hun oorspronkelijke territorium en hun nomadische levenswijze en vertrokken naar de stad Villa Ukika of de Falklandeilanden. Christina Calderón (1928) is de enige nog levende volbloed Yaghan. d
EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
6 - BOEKBESPREKING
Boekbespreking van Archeologie ondergraaft geschiedenis
Archeologie is nepnieuws Rutger Hoekstra - Rijdend door het Flevolandse landschap, zie ik de provincie als groot windmolenpark, het kan in Fle-
voland. Het worden meer en meer windmolens, want het klimaat verandert niet ten goede en om dat tegen te gaan is duurzame opwekking van energie immers noodzakelijk. Het gaat moeizaam, maar er is een kentering in het denken merkbaar. Daarmee groeit ook de discussie over de oorzaak van de klimaatverandering. Het is gangbaar om de schuld te leggen bij onszelf, maar wat als wij het niet zijn? Dan hoeven die windmolens ook niet. Maar als dat zo is, hoe bewijs je dat de mens niet de oorzaak is van klimaatverandering? Door de onderzoeksmethoden naar klimaatverandering ter discussie te stellen, zoals Henk Feikema in Archeologie ondergraaft geschiedenis (Uitgeverij Aspekt, 2019) doet.
H
et is een tactiek die de laatste tijd vaker succesvol wordt toegepast. Ben je het niet eens met de inhoud of uitkomst, zeg dan dat het proces ongrondwettelijk is of het de wil van het volk is. Feikema is het niet eens met de C14-methode van archeologen, die manier van dateren leidt namelijk tot schokkende onjuistheden in de geschiedenis. Enkele voorbeelden zijn: Pompeï is pas in de zeventiende eeuw door een vulkaanuitbarsting verwoest, het Romeinse Rijk is van een latere datum of een verzinsel van de renaissance, hiëroglyfen dateren niet van voor het jaar nul en het klimaat verandert niet door menselijk handelen. De auteur betoogt kortom dat het historisch model niet klopt en historici dit weigeren te erkennen, want dat zou gezichtsverlies betekenen. Het model is trouwens de opdeling van de geschiedenis in de oudheid, middeleeuwen, (vroeg)moder-
ne tijd/heden (het heden begint al vanaf 1600 wanneer de renaissance eindigt). Op zich stelt Feikema een paar terechte vragen met betrekking tot de overlevering van bronnen van de oudheid naar latere periodes. Zeker voor de overgang van late oudheid naar vroege middeleeuwen geldt vaak dat theo-
Feikema’s redenatiemethodes passen naadloos in het rijtje Baudet, Brexit en Trump rieën door een gebrek aan schriftelijke bronnen niet sluitend zijn en historici aangewezen zijn op de archeologie. Archeologen hebben echter een dateringsmethode bedacht die, algemeen aangenomen wordt, betrouwbaar is: de C14-methode. Heel simpel gezegd wordt hierbij op basis van de hoeveelheid koolstof-14 in archeologische vondsten bepaald hoe oud het artefact is. Zodoende kan de archeologie de historische teksten aanvullen of corrigeren. Uiteraard kent een dergelijke methode onzekerheden, zoals bijvoorbeeld de vindplaatsen van artefacten. Soms wordt iets langs een drukke weg gevonden, dus zal het meer koolstof bevatten dan in een afgelegen weiland. Feikema kent die onzekerheden een grote waarde toe, waardoor archeologische vondsten te oud gedateerd zijn, met alle gevolgen van dien. Het gevaar bestaat dan logischerwijs dat groepen in de samenleving op basis hiervan verkeerde claims maken en hier hun acties op aanpassen.
Bronnenkritiek? Natuurlijk kan het zinvol zijn om onze methodes onder de loep te nemen. Een belangrijk gegeven van de wetenschap in zijn geheel is dat onderzoeken nooit af zijn en na publicatie altijd onderworpen worden aan kritische blikken van collega’s. Het helpt de wetenschap vooruit. Toch zijn Feikema’s bevindingen grotesk. EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
Laat ik daarvoor zijn methode kritisch benaderen, wellicht helpt het hem vooruit. Zijn literatuuronderzoek bestaat met name uit het overnemen van Russische onderzoeken, zelf kritiek toepassen doet hij nauwelijks. Het gevolg is dat bepaalde claims juist de Russisch-orthodoxe wereld verder kunnen helpen. Neem bijvoorbeeld de aanname van Russische onderzoekers (en dus Feikema) dat de kruisiging van Jezus niet heeft plaatsgevonden in of nabij Jeruzalem, maar bij Constantinopel (hedendaags Istanbul). Zelf zou ik het frappant vinden dat uitgerekend Russische onderzoekers die claim maken, omdat Constantinopel in de orthodoxe wereld dat is wat Rome of Jeruzalem voor de katholieke is. Die kritische noot kraakt Feikema echter nooit. Over het gebruik van laatmiddeleeuwse kaarten en teksten als historische bron, schrijft Feikema dat die onbetrouwbaar zijn omdat ze gebaseerd zouden zijn op verloren gegane teksten uit de oudheid. Feikema gaat bijvoorbeeld uitvoerig in op de benaming van Gallië voor het West-Europese deel dat grotendeels België en Frankrijk beslaat. De term komt op kaarten en in teksten nog voor tot in de zeventiende eeuw. Bijvoorbeeld op een kaart uit 1590 waar ‘op de kaart nergens staat aangegeven dat het om Gallië in de Romeinse tijd gaat.’ (26) Waarom zou een zestiende-eeuwse kaart niet gewoon betrekking kunnen hebben op de zestiende-eeuwse situatie maar met Latijnse benamingen? Waarschijnlijk dat Feikema hier de benaming Gallië te letterlijk opvat. Caesar heeft het immers aan het Romeinse Rijk toegevoegd in de eerste eeuw voor Christus, maar dat rijk bestaat volgens het huidige historische model niet meer. Toch is het niet vreemd dat de Latijnse benaming op een zestiende-eeuwse kaart nog gehanteerd wordt, die benamingen zijn lange tijd in gebruik gebleven. De kennis van het Latijn en Romeinse auteurs is in West-Europa namelijk overgeleverd
BOEKBESPREKING - 7
via de katholieke kerk en de Karolingische renaissance van de migen zouden kunnen beweren dat we hier die mening norachtste eeuw. Daarmee is het probleem met betrekking tot maliseren, omdat ik het hier behandel. Toch, als zo’n boek in de de overlevering van oudheidkundige bronnen deels opgelost. marge blijft, blijft het aantrekkelijk voor mensen die het niet Daarnaast is Latijn in de (vroeg)moderne tijd lange tijd de taal eens zijn met de heersende opinie. van de wetenschap gebleven. Het Latijn is De aantrekkingskracht van Baudet, met andere woorden niet verdwenen met ‘Jezus’ kruisiging vond Trump of de Brexit schuilt mede in het feit de ondergang van het Romeinse Rijk. plaats bij Constantinopel’ dat stemmers zich jarenlang niet gehoord voelden door de gevestigde orde. De toeNormalisering? spraak van de president live op de televisie Feikema’s boek is moeilijk te volgen om twee redenen, omdat en achter zijn rug verscheuren helpt niet om die kiezers terug te hij rare denksprongen maakt en ten tweede omdat ik het er winnen. Ik zou dit boek ook kunnen verscheuren omdat ik het er simpelweg niet mee eens ben – en met mij waarschijnlijk ve- niet mee eens ben, maar in plaats daarvan probeer ik het te belen. Zijn mening staat haaks op mijn opvattingen en zijn rede- grijpen en voor mezelf concreet te maken waarom ik het er niet natiemethodes passen naadloos in het steeds nadrukkelijker mee eens ben. Zelfs nu schuilt er dus waarde in dit boek: niet wordende geluid van Thierry Baudet en consorten. Wat mijns inhoudelijk omdat mijn mening erdoor veranderd is, maar wel inziens vooral neerkomt op dat je iets aan de kaak stelt, maar omdat het mijn visie op geschiedenis en klimaatverandering op het nalaat om concreet te maken waarom dat niet klopt. Som- de proef stelt. d
Schilderij: Winterlandschap met schaatsers, Hendrick Avercamp, 1608. Deze kleine ijstjid rond 1600 is voor Baudet het bewijs dat klimaatverandering de normaalste zaak van de wereld is. In tegenstelling tot Baudet vindt Feikema schilderijen echter discutabel als bewijsmateriaal.
Adverteren in Eindeloos?
Interesse?
Stuur een mail naar: eindeloos@kleio-amsterdam.nl
EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
8 - JUAN PÉRON
Volksheld of dictator? Het regime van Juan Perón in Argentinië
Job Holtz - De naam Juan Perón zal bij de meesten van ons geen lampje doen branden. De gemiddelde Argentijn kent deze
man echter maar al te goed, want zijn bewind in de vorige eeuw maakte de nodige reacties los. Aan de ene kant profileerde hij zich als beschermer van de armen, maar aan de andere kant was hij autoritair en werd hij geminacht door de Argentijnse elite. Perón wordt daarom vandaag de dag in Argentinië als held, maar ook als dictator herinnerd.
I
n 1943 pleegde een groep militairen een coup in Buenos Aires. Perón, die bij deze groep hoorde, werd hieropvolgend benoemd tot staatssecretaris Sociale Zaken. Perón was tot dan toe een vrij onbekend figuur, maar dat veranderde snel dakzij zijn politieke talent. Zo vond er een jaar na de coup een grote aardbeving plaats in het noorden van het land, die zo’n tienduizend Argentijnen het leven kostte. Samen met de in Argentinië alom bekende Eva Duarte coördineerde hij de noodhulp voor de getroffen slachtoffers. Hierdoor werd hij bijzonder populair onder de Argentijnse arbeiders. Toen de ArEINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
gentijnse regering vond dat hij wel heel ver ging in zijn liefdadigheidswerk en hem daarom wilde ontslaan, organiseer-
Juan Perón nam het steeds minder nauw met de grondwet de Eva Duarte, een bekende radiosoapster, een demonstratie waar 300.000 Argentijnen aan meededen. Datzelfde jaar besloot Perón mee te doen aan de presidentsverkiezingen. Tijdens de verkiezingsperiode gebruikte Perón Europese propagandatechnieken en stelde hij zich anti-Ame-
rikaans op. Dit bleek te werken, want in 1946 werd hij verkozen tot president. Tijdens zijn regeerperiode lag de primaire focus op dit anti-Amerikanisme, economisch nationalisme en een sociale herverdelingspolitiek. Zo verbeterde hij de werkomstandigheden van alle Argentijnen door een minimumloon, veertigurige werkweek en betaalde vakanties in te voeren. Eva Duarte, inmiddels zijn echtgenote, zat ook niet stil en reisde het land door om scholen, ziekenhuizen en crèches te openen. Door de winst van grote bedrijven kon Perón zijn plannen financieel blijven ondersteunen, waardoor zijn populariteit bleef groeien.
JUAN PÉRON - 9
Vanaf de jaren vijftig ging het echter economisch bergafwaarts. Buitenlandse bedrijven zagen geen toekomst meer in Argentinië, waardoor het land economisch achteruitging. Perón begon zich daarom steeds meer te richten op een ideologie waarin hij socialistische, corporatistische en populistische ideeën verwerkte. Ook nam hij het steeds minder nauw met de Argentijnse grondwet. Na de dood van zijn vrouw in 1952 ging het regime nog verder bergafwaarts. Zo werd Perón steeds vaker beschuldigd van corruptie en ongepaste liefdesaffaires. Na twee termijnen ge-
diend te hebben, ontvluchtte hij in 1955 het land. Veel Argentijnse arbeiders waren hem echter nog trouw, waardoor hij en zijn overleden vrouw een martelaarsstatus kregen. Het land leek gedurende de jaren zestig af te glijden naar een burgeroorlog en peronisten – zijn aanhangers van zowel links als rechts – verlangden wanhopig naar zijn terugkeer. Dat gebeurde pas in 1973, toen Perón al 77 was. Hoewel hij opnieuw werd verkozen tot president, leek hij in niets meer op zijn jongere versie. Een jaar later overleed hij, een enorme economische chaos achterlatend. d
Foto: Juan Perón (onder) samen met de Argentijnse boxer José María Gatica. Gatica’s carrière werd controversieel vanwege de steun die hij ontving van Perón.
Advertentie
EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
10 - CENTERFOLD
Mex zond
Een middagje studieontwijkend gedrag en toegang tot het internet bracht snelgroeiende YouTube-kanaal van Doña Angela. Zij is een typische Mexica haar houtoven maakt zij overheerlijke traditionele gerechten klaar. Heb je o maar in de keuken, en laat je inspireren door de onderstaa
De reis van de aardappel Vivian Lieberom - Hutspot, ‘aardappels, vlees en groente’, chips, Franse en Vlaamse friet, aardappelpuree. Hoewel aardappels de basis van veel Europese gerechten zijn, vinden ze zelf hun herkomst op een ander continent, namelijk Zuid-Amerika. De eerste aardappelplant kwam waarschijnlijk uit Peru. De aardappels zagen er toen niet uit zoals we ze nu kennen, maar waren veel kleiner en kwamen in verschillende kleuren en vormen. De Inca’s en andere Zuid-Amerikaanse volken verbouwden al honderden jaren aardappels en aten ze vers, maakten er meel van of gebruikten ze om bier te maken. De aardappelen, die door de Inca’s chunu’s genoemd werden, werden vaak in de grond gevriesdroogd om een voedselvoorraad aan te leggen. Na de ontdekking van Amerika door Columbus volgde er in de vijftiende en zestiende eeuw een massale uitwisseling van gewassen, waaronder aardappels en tomaten. De aardappel werd dus pas tegen het einde van de zestiende eeuw in Europa geïntroduceerd.
Argentinian Steakhouse Rutger Hoekstra - Het Argentijnse steakhouse is net zo’n vervelende uitwassing van het toeristenbeleid in Amsterdam als een Nutella-winkel. Helaas is het makkelijk geld verdienen aan een steakhouse. Het vlees kan goedkoop ingekocht worden, is niet moeilijk te bereiden en de smaak komt nog het dichtste in de buurt van onze Europese keuken, maar is toch net anders. Een link met onze Argentijnse koningin is er helaas niet. Dat Argentinië überhaupt vlees exporteert komt trouwens doordat de conquistadores in de zestiende eeuw als eerste runderen naar de regio brachten. De dieren gedijden goed op de graslanden (Pampas) en hun aantal steeg al snel. Door de spiegeling van de seizoenen op het zuidelijke halfrond, kon in tijden dat rund in Europa niet of nauwelijks te krijgen was, toch geïmporteerd worden. Met de toename van export werden ook de kwaliteitseisen die gesteld werden aan het geëxporteerde vlees toe. Op die manier is Argentinië momenteel één van de drie grootste exporteurs van vlees. Het eerste Argentijnse steakhouse in Amsterdam werd overigens geopend in 1981, wel door Argentijnen.
The clash of ingredients Romy Zoetendal - De geschiedenis van Mexicaans eten is lang en divers. Authentiek Mexicaans eten is afgeleid van de Maya’s. Maistortilla’s met een pasta gemaakt van bonen werden veel gegeten. De Maya’s aten ook wild, tropisch fruit en vis. In het midden van de dertiende eeuw bloeide het Azteekse rijk en hoewel het traditionele voedsel van de Maya’s nog steeds in gebruik waren werd hun keuken sterk beïnvloed door de Azteken. Chilipepers, honing, zout en chocolade werden aan de Maya’s geïntroduceerd. Uiteindelijk zorgde de combinatie van de verschillende culturen en hun eigen ingrediënten voor het ontstaan van nieuwe recepten. Deze recepten groeiden uit tot de gerechten waar vandaag de dag over de hele wereld van genoten wordt.
EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
CENTERFOLD - 11
der Tex
mij laatst tot ‘De mi Rancho a Tu Cocina’ (van mijn boerderij tot uw keuken), het aanse abuela, die met wat hulp van haar kleinkinderen een kookshow begon. Op ook wel eens last uitstelgedrag? Besteed de tijd die verloren gaat dan niet online ande Midden- en Zuid-Amerikaanse gerechten. Eet smakelijk!
El torta de tres leches Froukje Vroom - El torta de tres leches is een taartje gemaakt van luchtige vanillecake die na het bakken is doordrenkt met een mengsel van ongezoete gecondenseerde melk, gesuikerde geëvaporeerde melk en extra vette slagroom. Het liefst wordt dit taartje daarna bestreken met een dikke laag slagroom en gedecoreerd met kaneel en gekonfijte vruchten. Veel landen in Midden- en Zuid-Amerika hebben zich dit nagerecht eigen gemaakt waaronder Mexico en Nicaragua. Verschillende verhalen gaan rond over de herkomst van dit taartje. Zo zou het recept in de negentiende eeuw in Mexico terecht zijn gekomen door culturele uitwisseling met Europa. Het taartje wordt daarom vaak in verband gebracht met de Engelse Trifle, een nagerecht bestaande uit meerder lagen cake, custard en verse vruchten. Daarbij de populariteit en verspreiding van het taartje wordt gerelateerd aan het bedrijf Nestlé die tijdens de Tweede Wereldoorlog haar houdbare en ingeblikte melkproducten kenbaar maakte door het recept van El torta de tres leches op het etiket te printen.
Warme chocomelk met... kaas? Haye Heida - Bestel chocolademelk in een café van Bogota, en misschien bevat deze dampende mok wel een zoute, gesmolten verrassering op de bodem: kaas. In en rondom de Colombiaanse hoofdstad is de zogeheten chocolate santafereño een heuse delicatesse. De chocolade komt in de vorm van breekbare blokjes, pastillas. Deze worden geplaatst in een chocolatera, een aluminium pot met warme melk of water erin, en geroerd met een molinillo, een soort garde. Ten slotte worden royale klodders lichtzoute witte kaas toegevoegd. Volgens een oud gezegde moet de chocolademelk precies drie keer worden gekookt voordat hij wordt geserveerd, anders krijgt men buikpijn – als dat nog niet het geval was bij het aanhoren van deze bijzondere combinatie van smaken.
Empanadas Iris Jocker – Neem een rond stukje deeg. Vul het met bijvoorbeeld vlees, aardappelen en/of ei. Vouw het deeg eromheen. Stop het in de oven of in de frituur en voor dat je het weet is je empanada klaar. Empanadas zijn door heel Latijns-Amerika te vinden. Elk Latijns-Amerikaans land heeft zijn eigen soort empanada en zelfs op regionaalniveau zijn er verschillen te proeven. Oorspronkelijk komt dit fingerfood van het Iberisch Schiereiland. In de zestiende eeuw brachten de Portugezen en de Spanjaarden het overzee. Nu zijn het vooral de Argentijnse empanadas die populair zijn. Zo is in Tucumán, in het noorden van Argentinië, iedere september het nationale empanada festival. In deze regio worden ze nog traditioneel in een steenoven gebakken.
EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
12 - DIEGO RIVERA
Verdoemenis of paradijs? Anne van Keulen - Zodra je het Palacio de Bellas Artes in Mexico-Stad binnentreedt, word je overweldigd door gigantische muurschilderingen. Deze zijn allen uitgevoerd door verschillende bekende Mexicaanse kunstenaars, waaronder ook Diego Rivera (1886-1957). De Mexicaanse kunstenaars uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw wilden kunst publiek toegankelijk te maken. Een muurschildering kan niet verplaatst worden, in tegenstelling tot een schilderij van olieverf op canvas, waardoor de werken niet werden doorverkocht en altijd beschikbaar bleven voor de burgers. De muurschilderingen in dit gebouw zijn kort na de Mexicaanse Revolutie (1910) vervaardigd, op weg van een dictatorschap naar een nieuwe republiek.
H
et fresco ‘Man, Controller of the Universe’ (1934) van Diego Rivera is de grootste, meest permanente schildering in het gebouw. Bijzonder aan dit werk is het feit dat het niet de eerste uitvoering is van het ontwerp. De eerste werd namelijk gemaakt in opdracht van John D. Rockefeller, erfge-
Rockefeller Jr., Abby Aldrisch Rockefeller, een van de oprichters was van dat museum. Rivera had al op meerdere plekken in Amerika muurschilderingen gemaakt, zoals in San Francisco en Detroit en werd vervolgens ook gevraagd voor een muurschildering in het Rockefeller Center. Maar deze muurschildering bleef niet lang zichtbaar: Rivera had namelijk verschillende communistische leiders
kreeg wel netjes betaald voor zijn werk en zodra hij de kans zag om het ontwerp weer te gebruiken in Mexico City greep hij zijn kans. De originele fresco in New York heette ‘Man at the Crossroads’ (1933). Op de fresco in Mexico-Stad zien we in het midden een figuur die een machine lijkt te besturen, als controleur van het universum, zoals de titel ook zegt. In het schilderij staat een vraag centraal:
Rivera had al op meerdere plekken in Amerika muurschilderingen gemaakt, zoals in San Francisco en Detroit en werd vervolgens ook gevraagd voor een muurschildering in het Rockefeller Center naam van het miljardenbedrijf Standard Oil, voor het gebouw de ‘30 Rock’ dat onderdeel is van het ‘Rockefeller Center’ in New York. Diego Rivera was ten tijde van de bouw van deze wolkenkrabber ook in New York, voor zijn tentoonstelling in het Museum of Modern Art. Belangrijk om te weten is dat de vrouw van John D. EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
toegevoegd aan de schildering, zoals Vladimir Lenin. Je kunt vast begrijpen dat een afbeelding van een communist op de muur, midden in het centrum van het opkomende kapitalisme, niet hartelijk werd ontvangen. Rivera weigerde de muurschildering te bewerken en daarom werd de gehele schildering verwoest. Rivera
wat voor toekomst gaan wij tegemoet? De jaren dertig waren een tumultueuze periode met opkomend fascisme in New York, een wereldwijde, economische crisis en grootschalig banentekorten. Men zag dit als gevolgen van de opkomst van het kapitalisme. Achter de centrale man zien we een
DIEGO RIVERA - 13
Foto’s: Palacio des Bellas Artes (linkerpagina), muurschildering in Mexico (boven), muurschildering in New York (onder)
soort X-vorm. In een van die diagonale vormen zien we de kosmos – het universum – en in de andere de microkosmos in de vorm van bacteriën. Aan weerszijden van de muurschildering zien we grote lenzen die het vermogen van de mens benadrukken om zowel het macro- als het microuniversum te bekijken. Linksboven vinden wij een representatie van de moderne oorlogsvoering: vliegtuigen, tanks en een leger met gasmaskers. In de rechterbovenhoek zien we een representatie van het Russische communisme. Aan weerszijden zijn ook twee grote, klassieke sculpturen afgebeeld, met links Zeus, klaar om een donderstorm op aarde los te laten. Hij draagt een kruisketting die allicht suggereert dat het christendom net zo vals is als de oude mythologie. De sculptuur aan de rechterkant heeft een voorwerp met een hakenkruis vast, mogelijk verwijzend naar de veranderende ordening van klassen in een samenleving. Tussen de mensfiguren is ook een aantal portretten geschilderd. Rechts zien we bijvoorbeeld Trotsky, Le-
nin en Karl Marx, links Charles Darwin. Rondom Darwin zijn ook groepen van de elite afgebeeld, waaronder zelfs een portret van John D. Rockefeller Jr. Rivera heeft hem, mogelijk als wraak voor het weghalen van zijn originele muurschildering, direct onder de Syfilisbacterie afgebeeld. Maar we zien ook mensen van verschillende etnische achtergronden samenkomen op de afbeeldingen. Lenin houdt bijvoorbeeld ook de handen van mensen met verschillende huidskleuren vast. Kortom, er is hier een immens verhaal afgebeeld door de maatschappelijk kritische Rivera. Zowel het goede als het kwade wordt in deze wereldse chaos verbeeld. De vraag ‘wat voor toekomst gaan wij tegemoet?’ is duidelijk te voelen: gaan we richting een paradijs op aarde, of juist richting de verdoemenis van de mensheid? d
EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
14 - CUMBIA
Cumbia Toonbeeld van de Colombiaanse culturele melting pot
Iris Jocker - Cumbia is Colombia en Colombia is cumbia. De zwierende jurken, de witte pakken en de opzwepende muziek
zijn onderdeel geworden van de Colombiaanse nationaliteit en zijn tegenwoordig in elke toeristenfilm te ontdekken. De parendans is ook een goed voorbeeld van de Colombiaanse culturele smeltkroes. Maar welke culturen hebben de dansen muziekstijl van de cumbia eigenlijk gevormd en hoe heeft zij op haar beurt weer andere culturen geïnspireerd?
H
et is jammer dat het bijna altijd over slavernij gaat als de Zuid-Amerikaanse geschiedenis ter sprake komt. Het slavernijverleden heeft echter ook bij cumbia een grote rol gespeeld. Cumbia komt namelijk uit de omgeving van de stad Cartagena, liggend aan de Caraïbische Zee. Spaanse kolonisten hadden hier vanaf 1533 een handelscentrum voor tot slaafgemaakte Afrikanen gebouwd. Ook uit het overzeese Guinee werden tot slaafgemaakte mensen verscheept. Het verhaal gaat dat zij een dans meebrachten met de naam ‘cumbe’. Om het zware werk op de plantages en in de mijnen te vergeten zouden ze veel gedanst hebben. Een theorie is dat de Afrikanen hun ritme en hun gebruik van tambores (trommels) op deze manier langs de Colombiaanse Caraïbische kust verspreidden. Daar is hun dans gemengd met de cultuur van de oorspronkelijke indiaanse bevolking. De traditionele cumbia-instrumenten zijn dan ook terug te leiden naar de indianen. Zo hadden zij gaitas (fluiten) en maracas (sambaballen). In de melting pot zijn ook de Spanjaarden vertegenwoordigd. Van hen zou de traditionele danskleding komen die tijdens de parendans werd gedragen.
EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
Het zou door de Spanjaarden komen dat mannen traditioneel bij het dansen een witte broek en een witte blouse aanhebben. Ze dragen daarbij een rode sjaal en een klassieke mochila (tas). Daarnaast dansen ze met een sombrero (hoed), die ze afwisselend op en af zetten. Ze dansen op blote voeten en hebben omgeslagen broekspijpen, omdat cumbia oorspronkelijk op het strand werd gedanst. De vrouwen maken golvende bewegingen met een lange witte of rode rok, een zogeheten ‘pollera colorada’. Deze bestaat uit veel stof, zodat de vrouwen de punten van de rok op kunnen tillen tot boven hun hoofd zonder dat hun benen te zien zijn. De blouse is dezelfde kleur als de rok, waardoor het een geheel vormt. De outfit is helemaal compleet met een bloem in het haar. De paren bewegen met hun voeten en heupen op een vierkwartsritme. De mannen geven aan de vrouwen een kaars die zij gedurende de dans moeten ophouden. Wanneer de dans overdag wordt opgevoerd laten ze de kaars weg. In de oorspronkelijke dans proberen de mannen de vrouwen voor zich te laten winnen. Cumbia werd daarom als een dans gezien voor de lagere sociale klasse, omdat deze te seksueel was voor de hogere klasse. Pas na het midden van de vorige
eeuw kwam aan dat idee een eind. Ongeveer honderd jaar eerder won cumbia al aan populariteit door de toevoeging van de accordeon, deze was vanuit Duitsland over komen waaien. In de jaren dertig voegden de Colombianen koperblaasinstrumenten toe aan de cumbia-muziek. Deze instrumenten waren afkomstig uit de jazz, die steeds populairder werd in de Verenigde Staten. Samen met de komst van de televisie veroverde cumbia zo stad voor stad heel Colombia. Daarna was Latijns-Amerika aan de beurt. Panama, Argentinië, Peru, Bolivia, Mexico en Chili hebben allemaal een eigen cumbia-stijl ontwikkeld. Bovendien ging cumbia naar Europa. Zo toonde het modehuis Marni in het Milanese ‘Salone de Mobile’ van 2016 de collectie ‘discover cumbia’. Hierbij presenteerde ze rokken en performances geïnspireerd op de Colombiaanse cumbia. Echte Cumbia zien? Dan kan je vliegen naar Festival de la Cumbia in El Banco (Colombia) of googelen naar ‘La pollera colora’, hét cumbialied van Colombia. d
Meer weten: Cumbia! Scenes of a Migrant Latin American Music Genre door Héctor Fernández L’hoeste en Pablo Vila.
EL LIBERTADOR - 15
El Libertador De strijd van Simon Bolívar
Sophie Zwaal - Simon Bolívar, de bevrijder, droomde van een verenigd Zuid-Amerika dat vrij was van Spaanse invloeden. Als leider van de lange onafhankelijkheidsstrijd van Latijns-Amerika tegen de Spanjaarden was het zijn missie om de Spanjaarden te verslaan. Deze wens leeft nu nog steeds in veel Latijns-Amerikaanse landen, die vechten tegen imperialisme in welke vorm dan ook.
D
e Venezolaanse vrijheidsstrijder Simon Bolívar werd geboren in 1783 en groeide op in een tumultueuze periode. Noord-Amerika was in 1783 onafhankelijk verklaard door de Britten en in 1789 zette de Franse Revolutie de rest van het door Spanje gekoloniseerde Amerika op scherp. Bolívar was omgeven door rijkdom. Zijn familie kende een enorm bezit landbouwgronden en diverse kopermijnen. Desondanks zag hij in dat de ongelijkheid in de koloniën, met name tussen de in Spanje geboren regeringsleiders enerzijds en de Spaanstalige volkeren geboren in Zuid-Amerika en de inheemse volkeren anderzijds. Bolívar verloor op vroege leeftijd zijn beide ouders, waardoor hij hun vermogen erfde. Hij reisde veel naar Europa voor zijn scholing, waar hij de achteruitgang van Spanje aanschouwde ten opzichte van het revolutionaire Frankrijk en zich inlas in Europese denkers als John Locke en Thomas Hobbes. Belangrijk in de vorming van Bolívar als revolutionair was zijn bezoek aan Parijs in 1804, waar hij
de kroning van Napoleon met eigen ogen meemaakte. De kroning van Napoleon betekende tegelijkertijd de verovering van Spanje en de aanstelling van Jozef Bonaparte als koning van Spanje en haar koloniën. Eenmaal terug in Venezuela begon
Diverse regio’s in de federatie waren niet overtuigd van hun onafhankelijkheid Bolívar deel uit te maken van de opkomende verzetsbeweging tegen de Spaanse overheersing, die volgde op de invasie van Spanje door Napoleon. In 1813 stond de onafhankelijkheidsstrijd van Venezuela gepland, die Bolívar leidde. In mei van dat jaar arriveerde hij met zijn troepen in Mérida en riep hij de onafhankelijke Republiek van Venezuela uit. Hierna stagneerde de onafhankelijkheidsstrijd van noordelijk Zuid-Amerika. In 1815 vroeg Bolívar hulp aan de Haïtiaanse president Alexandre Pétion, waarna hij van hem militaire steun kreeg hij ruil voor een nieuw streven, dat Pétion graag zag uitkomen: de afschaffing van
slavernij. In 1819 begon Bolívar de grootste uitdaging: de verovering van het Onderkoninkrijk Nieuw-Granada, en met succes. Vier jaar later, in 1819, tekende Bolívar een decreet: de Republieken Venezuela en Nieuw-Granada werden samengevoegd tot een eenheid onder de naam República de Colombia. Bolívar werd president van Groot-Colombia. Dit was een federatie van alle veroverde gebieden van Bolívar, bestaande uit de huidige landen Colombia, Ecuador, Venezuela en Panama. De achtergebleven Spanjaarden werden in 1821 het gebied uitgedreven. Bolívars invloed duurde niet lang. Diverse regio’s in de federatie waren niet overtuigd van hun onafhankelijkheid zolang zij moesten samenwerken met andere regio’s in de republiek. In 1828 trad Bolívar na luidruchtige opstanden af. Economische samenwerking werd hierna door de toenemende rivaliteit tussen de kleine regio’s in de republiek bemoeilijkt en de Zuid-Amerikaanse bodemschatten, te vinden in de goud- en zilvermijnen, werden niet benut. In 1830 hield de federatie, ooit de grote droom van Bolívar, op met bestaan. d EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
16 - MAOÏSTEN VAN PERU
Lichtend pad De Maoïsten van Peru
Haye Heida - In juli 1992 werden negen studenten en een docent van de universiteit La Cantuta, die sympathiek zouden
zijn voor de rebelse Peruaanse communisten, door het leger meegenomen en geëxecuteerd. Kort na deze overval in de hoofdstad Lima werd de leider van de communistische groepering Lichtend Pad ‘Presidente Gonzalo’ opgepakt. Na al die jaren had de regering hem eindelijk te pakken! Hij werd tentoongesteld in een kooi, en moest bovendien een gestreept boevenpak aantrekken. ‘Gonzalo’ kreeg levenslang voor zijn aandeel in de bloedige burgeroorlog die vanaf begin jaren ’80 woedde en uiteindelijk ruim zeventigduizend levens eiste.
D
e werkelijke naam van Gonzalo is Abimael Guzmán (1934 – heden). In 1962 werd Guzmán aangesteld als hoogleraar filosofie aan de Nationale Universiteit van San Cristobál del Huamanga. Deze universiteit ligt in Ayacucho, een afgelegen (en economisch achtergesteld) gebied met veel studenten van indiaanse origine. Destijds waren zij de eerste binnen hun families die konden studeren. Guzmán begon wekelijkse discussieavonden te organiseren met studenten en collega’s, veelal met extreem-linkse sympathieën. Hier sprak hij hartstochtelijk over het onrecht in de Peruaanse samenleving en de noodzaak voor indiaanse boeren om in opstand te komen. Eind jaren ’60 was de discussiegroep uitgegroeid tot een politiek factie: de Communistische Partij
EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
van Peru (CPP). In dit broeinest van extreem-linkse denkers waren meningsverschillen niet ongebruikelijk – en zeer kenmerkend voor de geschiedenis van communistisch Zuid-Amerika. Tijdens een meervoudige splitsing van de CPP in 1971 richtte Guzmán de partij Lichtend Pad op. De beweging dankte zijn naam aan de stelregel van de oprichter van de CPP, José Carlos Mariátegui: ‘’El Marxismo-Leninismo abrirá el sendero luminoso hacia la revolución’’ (‘’Het Marxisme-Leninisme zal de stralende weg naar de revolutie openen’’). Sendero Luminoso, oftewel Lichtend Pad, ruilde het marxistisch-leninisme echter in voor het radicale maoïsme, dat destijds zelfs in China al uit de gratie geraakt was onder het bewind van Deng Xiaoping. De Chinese staatsman werd door hen als een verrader gezien.
Peru is opvallend genoeg het enige land buiten Azië waar het maoïsme ooit aanhang heeft gekregen. Volgens de geschriften van Mao Zedong was er geen geïndustrialiseerde stedelijk proletariaat nodig voor een succesvolle revolutie. Een agrarische, grotendeels pre-industriële samenleving zoals Peru kon tevens omgevormd worden tot een moderne communistische maatschappij. Om dit te bereiken moest het boerenvolk slechts politiek bewust gemaakt worden. Tussen 1965 en 1967 bezocht Guzmán de Volksrepubliek China meerdere keren en zag hij hoe Mao’s Culturele Revolutie zich ontvouwde. Guzmán was ervan overtuigd dat een snelle en gewelddadige revolutie nodig was om de bestaande regering omver te werpen en een boerendictatuur in te stellen. Eenmaal terug in Peru bleken er inderdaad veel indiaanse boeren te zijn
MAOÏSTEN VAN PERU - 17
‘Sendero Luminoso, oftewel Lichtend Pad, ruilde het marxistisch-leninisme in voor het radicale maoïsme, dat destijds zelfs in China al uit de gratie geraakt was onder het bewind van Deng Xiaoping. De Chinese staatsman werd door hen als een verrader gezien.’ die zich aansloten bij de senderistas (afgeleid van het Spaanse sendero dat ‘pad’ betekent), met name uit de afgelegen provincie Ayacucho. De indiaanse boeren voelden zich in de steek gelaten door de Peruaanse politiek. Ze waren dan ook gecharmeerd van de rebellen, die naast het verkondigen van een nabije egalitaire maatschappij tevens zorgden voor snelrecht. In 1980 werden er in Peru verkiezingen gehouden. Guzmán greep zijn kans en riep in datzelfde jaar de ‘’Volksoorlog’’ uit. Deze begon deze met het verbranden van stembiljetten en stemregisters in het dorpje Chuschi. Dit was een klein incident dat nauwelijks werd opgemerkt. De daders werden opgepakt en er werd nieuw electoraal materiaal geleverd. Maar dorpjes als Chuschi kregen langzamerhand steeds vaker te maken met bomaanslagen en sluipmoorden. Guzmán stelde een lijn van terreur in. Alles werd eraan gedaan om het land tot stilstand te brengen en de bevolking te demoraliseren. Denk aan het saboteren en opblazen van infrastructuur, hotels, ziekenhuizen, mijnen en olieraffinaderijen. Plaatselijke machthebbers, grondbezitters en politieagenten werden vermoord, waarna de partij de macht overnam. Velen die tegenwerkten of samenwerkten met de politie werden aan het werk gezet in de arbeidskampen. Lichtend Pad ging in 1983 namelijk samenwerken met drugssmokkelaars en zette plantages op voor de productie van cocaïne. Een van de favoriete strategieën van de senderistas was om ’s nachts de hoogspanningskabels te saboteren, waardoor de hoofdstad Lima geheel in duisternis gehuld werd. Zo werd de smeekbede van Paus Johannes Paulus II om een einde te maken aan de guerrillaoorlog tijdens zijn bezoek aan Peru in 1985 de daaropvolgende dag beantwoord met een blackout. In de omliggende heuvels verscheen vervolgens het brandende symbool van de hamer en sikkel, te zien vanuit de hele stad. Al die tijd bleef de locatie van Peru’s meest gezochte rebel onbekend. De lopende veronderstelling was dat de communistische leider vele jaren eerder was gedood. Anderen geloofden dat hij buiten het land woonde. ‘Presidente Gonzalo’ had onder vele senderistas een mythische status aangenomen. Anderen trokken zijn bestaan zelfs geheel in twijfel. Dit is
niet gek, aangezien de guerrillaleider zijn gezicht al sinds de jaren zijn gezicht niet meer had laten zien. In werkelijkheid hield hij zich verscholen in Lima en ging hij van schuiladres naar schuiladres. Zo nu en dan trok hij naar de provincies voor partijvergaderingen, gebruikmakend van het feit dat niemand wist hoe hij er daadwerkelijk uitzag. Het zag er even naar uit dat de CPP Peru zou veroveren, maar na Guzmáns arrestatie in 1992 stortte de beweging grotendeels in. De terreur van Lichtend Pad werd namelijk bijna net zo meedogenloos beantwoord door het leger, paramilitaire groeperingen en volksmilities van gewa-
pende boeren. Ook aan overheidszijde werd het schenden van mensenrechten niet geschuwd. De strijd ging door tot 1999. Desondanks blijven een paar honderd senderistas tot op heden strijden voor hun idealen, al dan niet voor hun belang in de cocaïnehandel. Een oorlog voeren met de regering behoort niet meer tot de opties, evenals de registratie van een politieke partij, die de regering hen heeft geblokkeerd. Ook zal zij aan Guzmán geen amnestie verlenen. Zijn verlichte ideologie werpt nog steeds een schaduw over Peru. d
EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
18 - DWAZE MOEDERS
De dwaze moeders
De groep moeders en grootmoeders die protesteerden tegen het militair regime in Argentinië
Julia Kloppenborg - Op een donderdagmiddag in 1977 hadden ze er genoeg van: een groep van 14 vrouwen verzamelde zich
op het Plaza de Mayo, het plein voor het presidentiële paleis, in Buenos Aires. Hun vragen werden genegeerd of afgewezen door de regering, dus wilden de vrouwen antwoord halen bij the man himself. “Waar zijn onze kinderen?”. Uit de ongeorganiseerde actie ontstond een beweging die wereldwijd erkend werd en aandacht kreeg.
I
n 1976 greep Jorge Videla doormiddel van een coup de macht in Argentinië. Hij maakte met geweld een einde aan de regering van Isabel Perón. Sereen zou Videla het niet aanpakken, voorafgaand aan de staatsgreep werd er al een lijst opgesteld met leden van de elite die uit de weg geruimd zouden worden na de coupe. Videla’s regering beloofde een ware vuile oorlog, een binnenlandse oorlog waar het leger zonder wetten en gedragsregels in acht te nemen een burgerverzet bestrijdt, en noemde deze noodzakelijk. Volgens hem zouden er net zo veel mensen sterven als nodig was om het land weer veilig te maken. “50.000 mensen zullen gedood worden: 25.000 opstandelingen, 20.000 sympathisanten en we zullen 5.000 fouten maken” voorspelde een generaal in 1976. Er “verdwenen” talloze Argentijnen onder het militair bewind. Het militair regime had een eigen manier van het land en de regering zuiveren. Exacte cijfers zijn er niet, maar door mensenrechtenorganisaties wordt beweerd dat er zo’n 30.000 mensen “verdwenen” zijn tussen 1976 en 1983. De junta, de regering, keurde geheime arrestaties en detentie zelf officieel goed, wat de zaak makkelijker maakte. De “desaparecidos”, de verdwenen mensen, waren niet alleen rebellen of figuren uit de regering. Veel studenten, journalisten en mensen die verdacht werden van linkse ideeën of connecties werden genoteerd, gearresteerd en meegenomen. Ze werden om het leven gebracht op plekken waar ze niet terug gevonden konden worden.
EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
De veertien vrouwen die op donderdag naar het presidentiële paleis stapten kregen geen gehoor en besloten zwijgend op het plein te blijven staan. Er gold een demonstratieverbod, de samenkomst van een groep groter dan twee personen op openbare plekken was bij wet verboden omdat het de sociale orde zou storen en
Veel studenten, journalisten en mensen die verdacht werden van linkse ideeën of connecties werden genoteerd, gearresteerd en meegenomen mogelijkheid tot protest en opstand gaf. De samenkomst van de vrouwen was dus riskant. De vrouwen besloten in een kring te lopen als de politie zou komen. Op deze manier werd er geen wet overtreden: de vrouwen waren immers over het plein aan het lopen. Vanaf dat moment gebeurde dit elke donderdag. Al snel kreeg de beweging aandacht en besloten de vrouwen witte hoofddoeken te dragen. De hoofddoeken stonden symbool voor luiers. Ook kregen ze een naam: De Dwaze Moeders. De groep vrouwen groeide. Naast de vermiste familieleden waren het ook kinderen waar de vrouwen naar op zoek waren. In gevangenschap werden er, in het geheim, zo’n 500 baby’s ter adoptie gesteld aan militaire gezinnen. In 1977 werd de leider van de groep, Azucena Villaflor, met andere vrouwen opgewacht bij een kerk. Er is nooit meer iets gehoord van de vrouwen. Hebe de Bonafini nam de leiding van de groep over. Op dit moment was het woord al over heel de we-
reld verspreid. Aanhangers van de groep waren grootmoeders en moeders die op zoek waren naar hun kinderen en kleinkinderen. Op dit moment wist men nog niet dat velen van de “desaparecidos” niet meer in leven waren, de groep geloofde in terugkomst van familie. Door de wereldwijde aandacht die de groep kreeg en de strijdlust van het moederinstinct kreeg de junta het niet voor elkaar de acties tegen te gaan of meer leden te verruimen. In 1985 is Videla veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf door zijn betrokkenheid. Toch heeft hij na enkele jaren in de cel tot 2006 enkel huisarrest gekregen. Pas in 2006 werd de amnestie die voor hem gold verheven omdat deze de Argentijnse grondwet tegensprak. Ook werd de “Vuile oorlog” in 2006 pas vernoemd tot “volkenmoord” door de rechtbank. Sinds 1977 is de Plaza de Mayo elke donderdag het decor van de protesterende vrouwen. De motivatie van de groep is veranderd door de jaren heen. Ook splitte de beweging zich op. Bonafini richtte zich op het berechtingen van alle schuldigen. Vele moeders die de radicalisering binnen de groep niet zagen zitten, volgden Linea Fundadora. Zij richtten zich meer op de verzoening met het gewelddadige verleden. Veel kinderen zijn er niet gevonden, maar op het plein lopen nog steeds grootmoeders die de hoop niet of willen geven. De actiegroep is het symbool geworden van de mensenrechtenschendig in Latijns-Amerika. d
CABEZA DE VACA - 19
De medicijnman van Rio de Plata
Romy Zoetendal - In de zestiende-eeuw werden grote delen van Latijns- Amerika veroverd en bestuurd door de zogenaam-
de Spaanse conquistadores. Deze veroveringen gingen vaak gepaard met excessief geweld en repressie. Grote delen van de inheemse bevolking in Latijns-Amerika kwamen door dit geweld om het leven. Maar niet alle conquistadores in Latijns-Amerika behandelden de inheemse bevolking met een harde hand: dit is het bijzondere verhaal van Álvar Núñez Cabeza de Vaca, in 1541 de gouverneur van de provincie Rio de la Plata, een enorme regio die zich uitstrekte over Peru, Argentinië, Uruguay en Paraguay.
O
p 27 juni 1527 vertrekt Álvar Núñez Cabeza de Vaca op het schip van Pànfilo de Narváez op expeditie naar Noord-Amerika. Het doel van de expeditie is om de regio van Florida te verkennen, op zoek naar goud en rijkdom. Wanneer het gezelschap de westkust van Florida bereikt ontstaat er onenigheid wat betreft het voortzetten van de expeditie. Narváez besluit, ondanks de waarschuwingen van Cabeza de Vaca, het schip te verlaten en landinwaarts te trekken waarna zij worden getroffen door vijandige inheemse volken,
ervan te overtuigen dat ze genezende krachten bezitten waardoor zij de positie van medicijnmannen verwerven. Als medicijnman had Cabeza de Vaca (Spaans voor ‘koeienhoofd’) zijn naam al mee. Deze positie geeft Cabeza de Vaca meer vrijheid om te reizen en hij wordt een handelaar tussen de verschillende Indianenstammen. Acht jaar lang reist hij richting het westen en komt uiteindelijk samen met zijn metgezellen in Nieuw-Spanje terecht, het huidige Mexico. Daar komt hij voor het eerst in tien jaar weer in contact met landgenoten die daar een nederzetting gestart waren. In 1537 keert hij terug naar Spanje.
with such accuracy that they never miss their target’. Cabeza De Vaca bewondert ook de liefde die de Indianen hebben voor hun kinderen: volgens hem is er geen enkel volk ter wereld dat zoveel van haar kinderen houdt als de Indianen. Ook uit hij zijn waardering wanneer de Indianen berouw tonen als tientallen Spanjaarden sterven door tropische ziektes. De acht jaar die hij tussen de Indianen heeft doorgebracht hebben zijn blik gekleurd. Er was sprake van respect en bewondering en hij wilde de Indianen op een menselijke manier behandelen en niet tot slaaf maken. Deze sympathieke en controversiële houding tegen-
Cabeza de Vaca doet geen poging de Indianen zwart te maken, zoals veel van zijn tijdgenoten dat wel deden verhongering en zware stormen. In een poging te ontsnappen aan hun armzalige situatie besluiten Cabeza de Vaca en zo’n 8o anderen vlotten te bouwen en verder naar het westen te varen op zoek naar eten. Uiteindelijk stranden zij op een eiland voor de kust van Texas. Ze lopen recht in een hinderlaag van de inheemse bevolking van het eiland en worden gevangengenomen en tot slaaf gemaakt. Van het oorspronkelijke gezelschap van 500 man blijven er maar 15 over, waaronder Cabeza de Vaca en zijn drie metgezellen: Alonso Castillo, Andrés Dorantes, en Dorantes’ Afrikaanse tot slaaf gemaakte, Estevanico. De vier mannen weten de Indianen
In het gevangenenverslag La Reélación beschrijft Cabeza de Vaca zijn reis door Noord-Amerika en zijn tijd tussen de Indianen. Wat dit verslag zo bijzonder maakt is de sympathieke toon waarmee Cabeza de Vaca spreekt over de verschillende Indianenstammen en hun gebruiken. Hij doet geen poging ze zwart te maken, zoals veel van zijn tijdgenoten dat wel deden. Hij beschrijft de Indianen als knappe, sterk gebouwde en lange mensen: ‘They are quite handsome, very lean, very strong and light-footed’. Daarnaast is hij zeer onder de indruk van de kracht en precisie waarbij ze pijlen afschieten met hun boog: ‘They shoot their arrows from a distance of two hundred paces
over de Indianen was terug te zien in zijn bestuursvorm toen hij in 1541 door de Spaanse koning aangesteld werd als gouverneur van de regio de provincie Rio de la Plata, een regio die zich uitstrekte over Peru, Argentinië, Uruguay en Paraguay. De Vaca pleitte voor samenwerking met de Indianen en was fel tegen het beleid van zijn voorgangers, die de Indianen zagen als barbaarse kannibalen. Maar de Vaca zijn bestuursvorm en opvattingen tegenover Indianen vielen niet in de smaak bij zijn ondergeschikten en in 1543 breekt er een opstand tegen hem uit. Hij werd gearresteerd en teruggestuurd naar Spanje. Álvar Núñez Cabeza de Vaca stierf zestien jaar later in gevangenschap in Sevilla. d EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
20 - POLITICUS & VOORWERP VAN DE MAAND
POLITICUS VAN DE MAAND Che Guevara (1928 – 1967) Haye Heida - Ongeschoren, een baret met de rode ster, en dan die dromerige maar intense blik: het beroemde beeld van Che Guevara prijkt nog altijd op miljoenen portretten, T-shirts, mokken, aanstekers en bikini’s. Zijn gezicht is werkelijk voor alles gebruikt om meer spullen te verkopen of om het imago van het desbetreffende bedrijf meer edge te geven. Hoewel velen de ironie in zien van de communistische revolutionair die is verworden tot een commercieel symbool, zijn er genoeg mensen die zich niet bewust zijn van wie hij is of wat hij vertegenwoordigde. Voor zijn aandeel in de Cubaanse Revolutie van 1959 werd Guevara werd aangesteld als Minister van Industrie. Om Cuba economisch afhankelijk te maken, was differentiatie van de economie nodig. Guevara legde het accent op vrijwillig werk en morele stimuli. De uitvoering van zijn economische beleid vereiste dan ook een Nieuwe Mens. Deze was onbaatzuchtig, hardwerkend en haatte zijn vijand - een ‘’moordmachine’’ in eigen woorden. Guevara was onder meer verantwoordelijk voor de exe-
cutie van informanten en deserteurs in het revolutionaire leger evenals talrijke leden van het voormalige regime. Dit waren publieke terechtstellingen, waarbij familie en vrienden van terechtgestelden gedwongen werden om te kijken. Cuba is nog altijd communistisch, maar zijn guerrilla in andere landen waren minder succesvol. In 1967 werd Guevara in Bolivia gevangen genomen en geëxecuteerd. Hij werd 39. Zijn marteldood heeft ontzettende meerwaarde gegeven aan zijn toespraken ideeën, omdat hij hieraan nooit concessies heeft kunnen doen. Guevara heeft zijn gedachtegoed nooit extensief uitgewerkt, waardoor deze gehuld is in mystiek. Wij kennen hem bovendien alleen als de stoere, romantische guerrillero – niet als onderdeel van de grijze gevestigde orde zoals de Sovjet-nomenklatoera. De postmoderne ironie van de commercie, die zijn portret tot in den treure heeft verspreid, heeft zijn boodschap echter juist minder betekenisvol gemaakt. d
VOORWERP VAN DE MAAND The School of the South Julia Kloppenborg - In 1935 publiceerde Torres Garcia (1874-1949) zijn Manifest School Of The South. In het manifest pleitte Garcia voor een eigen Uruguayaanse stijl in de kunst, iets wat volgens hem ontbrak. Uruguay was aan het ontwikkelen, Montevideo werd moderner en er was ruimte voor meer besef van eigen cultuur en geschiedenis. Toch vond Garcia dat de kunst die in Uruguay gemaakt werd, te veel gefocust was op het Westen en de westerse beeldcultuur. De ontwikkelingen in Montevideo en de groei in de rest van het land werden niet genoeg vastgelegd in de kunst. Garcia richtte De School Van Het Zuiden op waar hij leerlingen motiveerde inspiratie uit eigen omgeving te halen. Er werd teruggeblikt op de precolumbiaanse tijd in Latijns-Amerika, kunstcentra als Parijs en New York moesten genegeerd EINDELOOS JAARGANG 23, NR. 5
worden als inspiratiebron. Garcia noemde de bijzondere ontwikkelingen in de stad, de modernisering en de groei van het land. Hij waarschuwde ook voor een nieuwe macht in de stad; na kolonisatie van het land was er dreigen vanuit een andere hoek. Buitenlandse bedrijven en globale handel vormde een nieuwe macht die de cultuurontwikkeling in Uruguay kon opponeren. De nieuwe, eigen stijl ontstond uit het combineren van universele kwaliteiten van een kunstenaar, de modernistische gedachte en typisch Uruguayaanse identiteit. Dit bereikte je volgens Garcia onder anderen door eeuwenoude symboliek van de precolumbiaanse tijd te gebruiken in de kunst. Garcia stelde ook termen als het zuiden en het westen in twijfel: de eurocentrische termen moesten achterwegen
gelaten worden. Wat het zuiden of het westen vormt, ligt immers aan waar je je bevindt. In zijn werk America Invertida (1943) draaide hij het Zuid Amerikaanse continent om, Uruguay bevindt zich hier op een centralere plek. Op deze manier nam hij de ruimte om Uruguay centraal te stellen. Het toe-eigenen van deze positie is een thema wat in veel werken van Garcia terugkomt. Zo ook in het manifest. Hij wilde dat men zich meer bewust werd van eigen geschiedenis en cultuur en het westen achterliet als primaire inspiratiebron. d